118
CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS 7515 DOC 51 3089/001 DOC 51 3089/001 CHAMBRE 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2006 2007 23 april 2007 23 avril 2007 PROPOSITION DE RÉSOLUTION VOORSTEL VAN RESOLUTIE met het oog op de verbetering van de werking van het Federaal Agentschap voor nucleaire controle visant à améliorer le fonctionnement de l’Agence fédérale de contrôle nucléaire NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE BINNENLANDSE ZAKEN, DE ALGEMENE ZAKEN EN HET OPENBAAR AMBT UITGEBRACHT DOOR MEVROUW Simonne CREYF FAIT AU NOM DE LA COMMISSION DE L’INTÉRIEUR, DES AFFAIRES GÉNÉRALES ET DE LA FONCTION PUBLIQUE PAR MME Simonne CREYF SOMMAIRE I. Procédure . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 II. Présentation du rapport du groupe de travail «Sécurité nucléaire» par Mme Simonne Creyf . . . . . 3 III. Discussion et votes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Annexe . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 INHOUD I. Procedure . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 II. Voorstelling van het verslag van de werkgroep Nucleaire Veiligheid door mevrouw Simonne Creyf .3 III. Bespreking en stemmingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Bijlage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 VERSLAG RAPPORT

3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS

DE BELGIQUE

BELGISCHE KAMER VAN

VOLKSVERTEGENWOORDIGERS

7515

DOC 51 3089/001DOC 51 3089/001

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

23 april 200723 avril 2007

PROPOSITION DE RÉSOLUTION VOORSTEL VAN RESOLUTIE

met het oog op de verbetering van dewerking van het Federaal Agentschap voor

nucleaire controle

visant à améliorer le fonctionnement del’Agence fédérale de contrôle nucléaire

NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE BINNENLANDSEZAKEN, DE ALGEMENE ZAKEN EN

HET OPENBAAR AMBTUITGEBRACHT DOOR

MEVROUW Simonne CREYF

FAIT AU NOM DE LA COMMISSION DE L’INTÉRIEUR,DES AFFAIRES GÉNÉRALES ETDE LA FONCTION PUBLIQUE

PARMME Simonne CREYF

SOMMAIRE

I. Procédure . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3II. Présentation du rapport du groupe de travail

«Sécurité nucléaire» par Mme Simonne Creyf . . . . . 3III. Discussion et votes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13

Annexe . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17

INHOUD

I. Procedure . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3II. Voorstelling van het verslag van de werkgroep

Nucleaire Veiligheid door mevrouw Simonne Creyf . 3III. Bespreking en stemmingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13

Bijlage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17

VERSLAGRAPPORT

Page 2: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

2 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

Abréviations dans la numérotation des publications :

DOC 51 0000/000 : Document parlementaire de la 51e législature, suividu n° de base et du n° consécutif

QRVA : Questions et Réponses écritesCRIV : Version Provisoire du Compte Rendu intégral

(couverture verte)CRABV : Compte Rendu Analytique (couverture bleue)CRIV : Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte

rendu intégral et, à droite, le compte rendu analytiquetraduit des interventions (avec les annexes)(PLEN: couverture blanche; COM: couverturesaumon)

PLEN : Séance plénièreCOM : Réunion de commissionMOT : Motions déposées en conclusion d’interpellations

(papier beige)

Publications officielles éditées par la Chambre des représentantsCommandes :Place de la Nation 21008 BruxellesTél. : 02/ 549 81 60Fax : 02/549 82 74www.laChambre.be

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers

Bestellingen :Natieplein 2

1008 BrusselTel. : 02/ 549 81 60Fax : 02/549 82 74

www.deKamer.bee-mail : [email protected]

cdH : Centre démocrate HumanisteCD&V : Christen-Democratisch en VlaamsECOLO : Ecologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originalesFN : Front NationalMR : Mouvement RéformateurN-VA : Nieuw - Vlaamse AlliantiePS : Parti socialistesp.a - spirit : Socialistische Partij Anders - Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht.Vlaams Belang : Vlaams BelangVLD : Vlaamse Liberalen en Democraten

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 51 0000/000 : Parlementair document van de 51e zittingsperiode +basisnummer en volgnummer

QRVA : Schriftelijke Vragen en AntwoordenCRIV : Voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)CRABV : Beknopt Verslag (blauwe kaft)CRIV : Integraal Verslag, met links het definitieve integraal

verslag en rechts het vertaald beknopt verslag van detoespraken (met de bijlagen)(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)

PLEN : PlenumCOM : CommissievergaderingMOT : Moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)

Composition de la commission à la date du dépôt du rapport /Samenstelling van de commissie op datum van indiening van het verslag:

Président/Voorzitter : André Frédéric

A. — Membres titulaires/Vaste leden :

VLD Filip Anthuenis, Willy Cortois, Guido De PadtPS André Frédéric, Jean-Claude Maene, Annick

SaudoyerMR Corinne De Permentier, Jacqueline Galant, Eric Libert

sp.a-spirit Stijn Bex,Philippe De Coene, Jan PeetersCD&V Dirk Claes, Katrien SchryversVlaams Belang Nancy Caslo, Filip De MancdH Joseph Arens

C.— Membre sans voix délibérative/ Niet-stemgerechtigd lid :

ECOLO Marie NagyNV-A Patrick De Groote

B. — Membres suppléants/Plaatsvervangers :

Miguel Chevalier, Claude Marinower, Martine TaelmanTalbia Belhouari, Mohammed Boukourna, Karine Lalieux,Marie-Claire Lambert,Denis Ducarme, Richard Fournaux, Jean-Pierre Malmendier, Marie-Christine MarghemDylan Casaer, Dalila Douifi, Koen T’Sijen, Greet Van GoolNahima Lanjri, Mark Verhaegen, Servais VerherstraetenKoen Bultinck, Paul Meeus, Francis Van den EyndeDavid Lavaux, Brigitte Wiaux

Page 3: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

33089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

Dames en Heren,

Uw commissie heeft het verslag, uitgebracht namensde werkgroep Nucleaire Veiligheid, alsmede onderhavigvoorstel van resolutie besproken tijdens haar vergade-ring van 18 april 2006.

I. — PROCEDURE

De werkgroep Nucleaire Veiligheid werd samenge-steld overeenkomstig de eenparige beslissing van uwcommissie van 15 februari 2007.

De Conferentie van voorzitters van 22 februari 2006heeft vastgesteld dat deze werkgroep ermee belast werdeen voorstel van resolutie op te stellen met het oog opde verbetering van de werking van het Federaal agent-schap voor nucleaire controle (FANC).

Het verslag van de werkgroep gaat als bijlage bij ditverslag.

De aanbevelingen van de werkgroep werden alsbasistekst gebruikt om een voorstel van resolutie op testellen zoals bepaald bij art 76 van het Reglement vande Kamer.

II. — VOORSTELLING VAN HET VERSLAG VAN DEWERKGROEP NUCLEAIRE VEILIGHEID DOOR

MEVROUW SIMONNE CREYF

Mevrouw Simonne Creyf (CD&V) verduidelijkt dat dewerkgroep ter voorbereiding van zijn aanbevelingen eenaantal hoorzittingen georganiseerd heeft.

Aangezien deze met gesloten deuren plaats vonden,is het duidelijk dat het verslag van deze hoorzittingendan ook geen gedetailleerde weergave kon brengen.Er werd dan ook voor gekozen om de weergave vandeze hoorzittingen thematisch te behandelen.

De operationalisering van het FANC

Niettegenstaande de wet tot oprichting van het agent-schap dateert van 15 april 1994, heeft het tot 2001 ge-duurd vooraleer alle nodige uitvoeringsbesluiten wer-den uitgevaardigd. De samenstelling van het Agentschapuit de diverse diensten die voorheen met nucleaire vei-ligheid belast waren en die over verschillende ministe-ries verdeeld waren, heeft ertoe geleid dat door het ver-schil aan cultuur tussen deze diensten het agentschapin zijn beginperiode met heel wat moeilijkheden te kam-pen had.

Mesdames, Messieurs,

Votre commission a examiné le rapport fait au nomdu groupe de travail «Sécurité nucléaire», ainsi que laproposition de résolution à l’examen, au cours de saréunion du 18 avril 2006.

I. — PROCÉDURE

Le groupe de travail «Sécurité nucléaire» est com-posé conformément à la décision unanime rendue parvotre commission au cours de sa réunion du 15 février2007.

La Conférence des présidents du 22 février 2006 aconstaté que ce groupe de travail était chargé d’élabo-rer une proposition de résolution visant à améliorer lefonctionnement de l’Agence fédérale de contrôle nu-cléaire (AFCN).

Le rapport du groupe de travail est joint en annexeau présent rapport.

Les recommandations du groupe de travail ont étéutilisées comme texte de base pour l’élaboration d’uneproposition de résolution conformément à l’article 76 duRèglement de la Chambre.

II. — PRÉSENTATION DU RAPPORT DU GROUPEDE TRAVAIL «SÉCURITÉ NUCLÉAIRE» PAR

MME SIMONNE CREYF

Mme Simonne Creyf (CD&V) précise que le groupede travail a organisé un certain nombre d’auditions pourpréparer ses recommandations.

Ces auditions ayant eu lieu à huis clos, il va de soique leur contenu ne peut pas être reproduit en détaildans le rapport. Il a dès lors été décidé d’adopter uneapproche thématique en la matière.

L’opérationalisation de l’AFCN

Bien que la loi portant création de l’Agence date du15 avril 1994, il a fallu attendre jusqu’en 2001 pour quesoient pris tous les arrêtés d’exécution nécessaires. Lacomposition hétéroclite de l’Agence, qui regroupe lesdifférents services précédemment chargés de la sécu-rité nucléaire, antérieurement répartis entre plusieursministères, a posé de nombreux problèmes au départ,en raison de la différence de culture entre ces services.

Page 4: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

4 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

De managementproblemen bij het Agentschap en dedoorlichting van Korn/Ferry

De werkgroep heeft tijdens de hoorzittingen kunnenvaststellen dat het Agentschap te kampen had met be-langrijke tekortkomingen in het management. De doel-stellingen die in het strategisch plan van 2002 werdenuitgezet, bleken na verloop van tijd onvoldoende ver-wezenlijkt. Als gevolg van deze vaststelling heeft de toen-malige voorzitter van de raad van bestuur voorgesteldom in september 2004 een bureau op te richten, sa-mengesteld uit de voorzitter van de raad van bestuuren de voorzitters van het strategisch comité en van hetauditcomité, teneinde het Agentschap een nieuw elante geven.

De oprichting van dit bureau viel echter niet bij ieder-een in goede aarde. Volgens sommige sprekers die tij-dens de hoorzittingen konden gehoord worden, leiddedit er immers toe dat het bureau de plaats innam van dedirectie-generaal, een rol die dit bureau zeker niet toe-kwam. Op dezelfde wijze werd er tijdens de hoorzittin-gen veelvuldig kritiek geuit over de houding van de voor-zitter van de raad van bestuur en zijn ongepastebetrokkenheid bij de operationeel leiding van het Agent-schap. Aan de voorzitter van het directiecomité wordteveneens verweten bepaalde essentiële informatie tehebben achtergehouden die de raad van bestuur en deregering, via haar commissaris, in staat hadden kunnenstellen om de problemen van het Agentschap beter teevalueren.

In aanvulling op het schriftelijk verslag maakt spreek-ster hierbij melding van de opmerkingen van de heerVanden Borre, de voormalige voorzitter van de raad vanbestuur van het FANC, tijdens deze mondelinge toe-lichting bij het verslag. Deze laat opmerken dat de vol-tallige raad van bestuur had ingestemd met de oprich-ting van het Bureau. Alle beslissingen van het Bureau,dat slechts vier maal is samengekomen, werden doorde raad van bestuur goedgekeurd. De voltallige raadvan bestuur heeft in december 2004 tevens geoordeelddat het Bureau goed werk geleverd had. Bovendien heeftde heer Vanden Borre laten opmerken dat hij nooit enigeoperationele beslissing heeft genomen. Tijdens de hoor-zittingen heeft hij verklaard dat hij wel diverse initiatie-ven heeft genomen maar dat die moesten leiden tot hetoplossen van de diverse problemen waarmee het FANCkampte, waardoor de raad van bestuur in staat gesteldwerd om de controle op te voeren en om vervolgens inte grijpen in het management. Nooit werden hem van-wege collega-bestuurders of van de regeringscommis-saris een verwijt gemaakt informatie achter te houdenof het huishoudelijk reglement van de raad van bestuurte hebben geschonden.

Les problèmes de gestion à l’Agence et l’audit réa-lisé par Korn/Ferry

Lors des auditions, le groupe de travail a pu consta-ter que l’Agence était confrontée à des manquementsimportants au niveau de la gestion. Il s’est avéré, aprèsun certain temps, que les objectifs fixés dans le planstratégique de 2002 avaient été insuffisamment réali-sés. À la suite de cette constatation, le président duConseil d’administration de l’époque a proposé de créer,en septembre 2004, un bureau constitué du présidentdu Conseil d’administration et des présidents du comitéstratégique et du comité d’audit, afin de donner un nou-vel élan à l’Agence.

La création de ce bureau n’a cependant pas plu àtout le monde. Selon certains orateurs que l’on a puentendre lors des auditions, il en a en effet résulté quele bureau prenait la place de la direction générale, unrôle qui ne revenait certainement pas à ce bureau. Demême, de nombreuses critiques ont été formulées, lorsdes auditions, quant à l’attitude du président du conseild’administration et son implication inopportune dans ladirection opérationnelle de l’Agence. Il a également étéreproché au président du comité de direction d’avoir dis-simulé certaines informations essentielles qui auraientpu permettre au Conseil d’administration et au gouver-nement, par le biais de son commissaire, de mieux éva-luer les problèmes de l’Agence.

En complément au rapport écrit, l’intervenante fait àcet égard mention, lors de ce commentaire oral du rap-port, des observations de M. Vanden Borre, l’ancienprésident du Conseil d’administration de l’AFCN. Celui-ci fait remarquer que le Conseil d’administration au com-plet avait souscrit à la création du Bureau. Toutes lesdécisions du Bureau, qui ne s’est réuni que quatre fois,ont été approuvées par le Conseil d’administration. LeConseil d’administration au complet a également estimé,en décembre 2004, que le Bureau avait fait du bon tra-vail. M. Vanden Borre a également fait remarquer qu’iln’avait jamais pris aucune décision opérationnelle. Pen-dant les auditions, il a déclaré qu’il avait, par contre,pris diverses initiatives, mais que celles-ci visaient àrésoudre les différents problèmes auxquels était con-frontée l’AFCN, ce qui permettait au Conseil d’adminis-tration d’intensifier le contrôle et d’intervenir ensuite dansla gestion. Jamais l’un de ses collègues-administrateursni le commissaire du gouvernement ne lui ont reprochéde dissimuler des informations ni d’avoir violé le règle-ment d’ordre intérieur du Conseil d’administration.

Page 5: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

53089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

Na het verstrijken van het mandaat van de directeur-generaal werd het door de regering onder bepaaldevoorwaarden verlengd. Dit gebeurde niettemin zonderdat daarover met de raad van bestuur werd overlegd.Eén en ander heeft uiteindelijk tot de doorlichting doorKorn-Ferry geleid. De gevolgen voor het managementwaren niet min. De directeur-generaal en het hoofd vanhet departement «Regeling en Vergunningen» moes-ten op termijn hun functie neerleggen, terwijl een eindewerd gemaakt aan het contract van het hoofd van dedepartementen «Administratie en Financiën» die tevenshet ambt van adjunct-directeur-generaal waarnam. Al-leen het hoofd van het departement «Toezicht en Con-trole» bleef in functie.

De huidige directeur-generaal, de heer De Roovere,werd door de regering benoemd op 1 juli 2006.

De structuur van het Agentschap

De structuur van het Agentschap als parastatale Cbiedt volgens de meeste reacties tijdens de hoorzittin-gen voldoende zelfstandigheid en soepelheid om op tetreden in het uitvoeren van zijn taken. Voorts werd ge-wezen op de noodzaak om een evenwichtige samen-stelling in de raad van bestuur te hebben die wordenbijgestaan door gespecialiseerde comités. Het opera-tioneel beheer dient overgelaten te worden aan eendirectiecomité onder leiding van een directeur-generaaldie in het kader van zijn taakomschrijving bevoegd is.Het is volgens de meeste sprekers tijdens de hoorzittin-gen duidelijk dat de benoemingsprocedure moet wor-den geobjectiveerd en dat het bijvoorbeeld aan de Raadvan bestuur toekomt om de directeur-generaal aan testellen of af te zetten.

Tijdens de hoorzittingen werd de structuur van hetAgentschap vergeleken met die van de Nationale In-stelling voor Radioactief Afval en Verrijkte splijtstoffen(NIRAS). Dat is een overheidsinstelling die het mono-polie heeft inzake het beheer van radioactief afval ophet Belgische grondgebied en die onder het toezicht vande voor economie en energie bevoegde minister staat.

De NIRAS beschikt over een raad van bestuur waar-van de veertien leden worden gekozen op grond vanhun wetenschappelijke bekwaamheid en hun beroeps-deskundigheid in het activiteitendomein van de NIRAS.De instelling heeft voorts een directiecomité dat samen-gesteld is uit de directeur-generaal en de adjunct-direc-teur-generaal, de voorzitter, de twee ondervoorzittersvan de raad van bestuur en in voorkomend geval detwee regeringscommissarissen, die mogen deelnemenaan de vergaderingen. Het directiecomité treedt op als

Lorsque le mandat du directeur général a pris fin,celui-ci a été prolongé sous certaines conditions par legouvernement. Toutefois, aucune concertation n’a eulieu en la matière avec le Conseil d’administration. Toutcela a finalement conduit à l’audit réalisé par Korn-Ferry.Les conséquences pour la gestion n’ont pas été desmoindres. Le directeur général et le chef du départe-ment «Réglementation et Autorisations» ont finalementdû démissionner de leurs fonctions, tandis qu’il était misfin au contrat du chef des départements «Administra-tion et Finances», qui exerçait également la fonction dedirecteur général adjoint. Seul le chef du département«Contrôle et Surveillance» est resté en fonction.

L’actuel directeur général, M. De Roovere, a éténommé par le gouvernement le 1er juillet 2006.

La structure de l’Agence

La structure de l’Agence en tant que parastatal C of-fre, d’après la plupart des réactions recueillies au coursdes auditions, suffisamment d’autonomie et de sou-plesse pour pouvoir intervenir dans l’exercice de sesmissions. D’aucuns ont par ailleurs souligné la néces-sité de disposer, au sein du Conseil d’administration,d’une composition équilibrée et d’une assistance par descomités spécialisés. La gestion opérationnelle doit êtredéléguée à un comité de direction présidé par un direc-teur général compétent dans le cadre de la définition deses missions. Il apparaît clairement, selon la plupart desorateurs entendus au cours des auditions, que la pro-cédure de nomination doit être objectivée et qu’il appar-tient par exemple au conseil d’administration de dési-gner ou de révoquer le directeur général.

Durant les auditions, la structure de l’Agence a étécomparée à celle de l’Office national des déchets ra-dioactifs et des matière fissiles enrichies (ONDRAF). Ils’agit d’une institution publique qui dispose d’un mono-pole en matière de gestion des déchets radioactifs surle territoire belge et qui est placée sous le contrôle duministre qui a l’Économie et l’Énergie dans ses attribu-tions.

L’ONDRAF dispose d’un conseil d’administration dontles quatorze membres sont élus sur la base de leursaptitudes scientifiques et de leur expertise profession-nelle dans le domaine d’activités de l’ONDRAF. L’insti-tution comporte en outre un comité de direction com-posé du directeur général, du directeur général adjoint,du président, des deux vice-présidents du conseil d’ad-ministration et, le cas échéant, de deux commissairesdu gouvernement qui peuvent participer aux réunions.Le comité de direction intervient en qualité d’intermé-

Page 6: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

6 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

tussenschakel tussen het strategisch niveau – de raadvan bestuur – en het dagelijks bestuur – de algemenedirectie. Alle dossiers worden voorgelegd aan datdirectiecomité alvorens ze aan de raad van bestuurworden overgezonden. Bij iedere vergadering van deraad van bestuur brengt de directeur-generaal syste-matisch verslag uit over de tenuitvoerlegging van debeslissingen van de raad van bestuur

Interne organisatie

In uitvoering van de wet van 15 april 1994 betreffendede bescherming van de bevolking en van het leefmilieutegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende ge-varen en betreffende het Federaal Agentschap voorNucleaire Controle worden reglementerende en toezicht-functie van het FANC onafhankelijk van elkaar uitgeoe-fend. Hiervoor werden drie departementen opgericht,m. n.: «Administratie en Financiën», «Regelgeving enVergunningen» en «Toezicht en Controle». Volgens som-mige sprekers leidde deze gescheiden functie in het bij-zonder tussen de laatste twee diensten, of de samen-werking tussen deze diensten – tot de problemen diezich stelden bij het Agentschap.

Er werden door de sprekers verschillende opties naarvoor geschoven om dat te verhelpen. Deze varieerdenvan een samensmelting van de twee departementen toteen volledige scheiding tot een opsplitsing van de de-partementen naargelang het soort activiteit van de ver-gunde installatie (kerncentrales, medische activiteiten,en industriële activiteiten).

De nieuwe directeur-generaal overweegt naar ver-luidt een reorganisatie van de departementen.

Het personeel

De samenvoeging van de vroegere diensten van deministeries had tot gevolg dat het personeel dat werdsamengevoegd, een verschillende cultuur had hetgeentot wrijvingen heeft geleid. Dit werd nog versterkt door-dat het personeel enerzijds statutaire werkkrachtenwaren of onder arbeidscontract bij het Agentschap wa-ren aangeworven.

De hoorzittingen hebben aangetoond dat de ontwik-keling van een eigen bedrijfscultuur en de motivatie ensolidariteit tussen het personeel van het Agentschapmoeten verbeterd worden.

De financiële aspecten (retributies, reserves, boek-houding, ERP)

diaire entre le niveau stratégique – le conseil d’adminis-tration – et la gestion quotidienne – la direction géné-rale. Tous les dossiers sont soumis à ce comité de di-rection avant d’être transmis au conseil d’administration.Lors de chaque réunion du conseil d’administration, ledirecteur général fait systématiquement rapport sur lamise en oeuvre des décisions du conseil d’administra-tion.

Organisation interne

En exécution de la loi du 15 avril 1994 relative à laprotection de la population et de l’environnement con-tre les dangers résultant des rayonnements ionisants etrelative à l’Agence fédérale de Contrôle nucléaire, lafonction de réglementation et la fonction de surveillancede l’AFCN s’exercent indépendamment l’une de l’autre.À cet effet, trois départements ont été créés, à savoirles départements «Administration et Finances», «Ré-glementation et Autorisations» et «Surveillance et Con-trôle». Selon certains orateurs, cette dissociation desfonctions, en particulier entre les deux derniers servi-ces, ou la collaboration entre ces services est à l’originedes problèmes qui se sont posés au sein de l’Agence.

Les orateurs ont avancé différentes options en vued’y remédier. Les propositions émises allaient d’une fu-sion des deux départements à une scission complète,en passant par une division des départements en fonc-tion du type d’activité de l’installation autorisée (centra-les nucléaires, activités médicales et activités industriel-les).

Il semblerait que le nouveau directeur général envi-sage une réorganisation des départements.

Le personnel

La fusion des anciens services des ministères a en-traîné des frictions, étant donné que le personnel visépar la fusion avait une culture différente. Cela s’est en-core intensifié du fait que les effectifs comptaient à lafois du personnel statutaire et des contractuels enga-gés par l’Agence.

Il est ressorti des auditions que le développementd’une culture d’entreprise propre à l’Agence ainsi quela motivation et la solidarité de son personnel doiventêtre améliorés.

Les aspects financiers (redevances, réserves, comp-tabilité, ERP)

Page 7: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

73089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

De eind september 2006 door de raad van bestuurgoedgekeurde begroting voor 2007 bevat voor zowat18 miljoen euro aan ontvangsten.

De hoorzittingen hebben aan het licht gebracht datde facturatie van de retributies niet altijd makkelijk isverlopen, gelet op de weinig betrouwbare gegevensbankdie het mogelijk moet maken de retributieplichtige ex-ploitanten te identificeren. Het Agentschap beschikt ove-rigens over reserves ten belope van circa 33 miljoeneuro.

Ondanks herhaalde verzoeken van de raad van be-stuur voert het Agentschap geen analytische boekhou-ding, waarmee de ontvangsten en uitgaven beter zou-den kunnen worden gevolgd en waarmee het mogelijkzou zijn een beter overzicht van de activiteiten van hetAgentschap te waarborgen. Tevens kan een dergelijkeboekhouding zorgen voor een betere verantwoordingvan de door het Agentschap geïnde retributies en kun-nen aldus, indien nodig, aanpassingen worden aange-bracht. Kennelijk zou vanaf 2007 dan toch met een ana-lytische boekhouding worden gewerkt.

Sommige aan het licht gebrachte tekortkomingenhebben te maken met de uitwerking van een EnterpriseResource Planning-systeem (ERP). In 2004 had hetbureau van de raad van bestuur beslist een dergelijksysteem in te voeren, met de bedoeling de activiteitenvan het Agentschap doeltreffender te maken en beterte coördineren. Kennelijk is de lancering van het sys-teem, dat in 2006 operationeel had moeten worden,mislukt ingevolge de opzegging van het contract tussenhet Agentschap en het bedrijf dat het systeem moestinstalleren.

De regelgeving

De bespreking in het kader van de hoorzittingen heeftuitgewezen dat de regelgeving bijzonder complex is endat er nood bestaat om deze meer bevattelijker te ma-ken. Een dergelijke herziening biedt bovendien de ge-legenheid om de taken van het Agentschap en die vanzijn beheers- en adviesorganen duidelijker te omschrij-ven.

Zo moet het koninklijk besluit van 20 juli 2001 hou-dende algemeen reglement op de bescherming van debevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegenhet gevaar van ioniserende stralingen op tal van puntenmeer duidelijkheid brengen. De uiteenlopende inter-prÉtaties van dit besluit heeft er immers toe geleid datgelijksoortige dossiers niet allemaal op dezelfde manierwerden behandeld. Volgens de sprekers lijkt het uit tegaan van de inrichtingen van klasse I en is het onvol-

Le budget adopté fin septembre par le Conseil d’ad-ministration pour 2007 contient quelque 18 millionsd’euros de recettes.

Il est apparu lors des auditions qu’il n’a pas toujoursété facile de facturer les redevances, compte tenu dumanque de fiabilité de la banque de donnée qui doitpermettre d’identifier les exploitants redevables.L’Agence dispose d’ailleurs de réserves pour un mon-tant de quelque 33 millions d’euros.

Malgré les demandes formulées à répétition par leConseil d’administration, l’Agence n’effectue pas decomptabilité analytique, alors que celle-ci permettraitd’améliorer le suivi des recettes et des dépenses et d’as-surer un meilleur aperçu des activités de l’Agence. Enoutre, ce type de comptabilité peut améliorer la justifi-cation des redevances perçues par l’Agence et permet-tre, si nécessaire, de réaliser des ajustements. Mani-festement, la comptabilité analytique serait malgré toutappliquée à partir de 2007.

Certains manquements soulignés sont liés à la miseau point d’un système d’Enterprise Resource Planning(ERP). En 2004, le bureau du Conseil d’État avait dé-cidé d’instaurer ce type de système afin d’accroître l’ef-ficacité des activités de l’Agence et d’améliorer leur coor-dination. Manifestement, le lancement du système, quiaurait dû être opérationnel en 2006, a échoué en raisonde la résiliation du contrat entre l’Agence et l’entreprisequi devait installer le système.

Réglementation

Les débats qui ont eu lieu dans le cadre des audi-tions ont souligné la grande complexité de la réglemen-tation et la nécessité d’en améliorer la lisibilité. Cetterefonte permettra en outre de mieux définir les tâchesde l’Agence, de ses organes de gestion et de ses orga-nes consultatifs.

Par exemple, l’arrêté royal du 20 juillet 2001 portantrèglement général de la protection de la population, destravailleurs et de l’environnement contre le danger desrayonnements ionisants devrait être plus précis sur plu-sieurs points. En effet, cet arrêté ayant été interprété ensens divers, tous les dossiers de même nature n’ontpas été traités de la même manière. Les orateurs esti-ment que cet arrêté semble avoir été basé sur la situa-tion des établissements de classe I et qu’il n’est pas

Page 8: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

8 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

doende aangepast aan de situaties in de ziekenhuizen.Sommigen stellen bijgevolg voor de herschrijving vanhet koninklijk besluit toe te vertrouwen aan een weten-schappelijke vereniging, in samenspraak met de vere-nigingen van beroepsmensen inzake nucleaire genees-kunde, om de tekst aldus beter af te stemmen op diespecifieke ziekenhuisrealiteit.

Tot slot moet het Agentschap er permanent op toe-zien dat de regelgevingen worden aangepast aan deevolutie van de internationale erkende kennis en aan-bevelingen.

De afgifte van vergunningen

Verscheidene sprekers hebben tijdens de hoorzittinggewezen op de aanzienlijke vertraging in de afgifte vande vergunningen. Die vertraging is het gevolg van hetfeit dat, bij de oprichting van het Agentschap, de aan-vragen van en de informatie over de exploitatie-vergunningen werden gecentraliseerd. Sinds septem-ber 2001 heeft het Agentschap immers bepaaldevoorheen door de provincies uitgeoefende bevoegdhe-den moeten overnemen, maar toen werden de dienstenvan het Agentschap nog volop uitgebouwd en kamptehet nog met een tekort aan personeel. Bovendien gingbepaalde informatie tijdens de overheveling verloren ofwerd ze onbruikbaar.

De wegwerking van de achterstand heeft tijd gevergd.Er is nooit een duidelijke inventaris opgemaakt van wienu eigenlijk een vergunning moest vragen. Derhalve washet onmogelijk de cliënt duidelijk in te lichten over destand van zijn dossier, noch te weten wie een vergun-ning had en wie niet.

Tevens zijn moeilijkheden gesignaleerd in verbandmet de opmaak van de «klantenbestanden» (inzonder-heid wat de tandartsen betreft). Kennelijk heeft het eentijd geduurd eer het RIZIV werd geraadpleegd.

Voor de dierenartsen werd een beroep gedaan op degegevens van verschillende beroepsverenigingen vandierenartsen. Niet alle dierenartsen zijn evenwel lid vaneen beroepsvereniging. Het ligt dus niet altijd voor dehand hen op te sporen. De gegevensbanken waarvanhet Agentschap gebruik maakt, zijn dus verspreid envaak onvolledig.

Organisatie van de controles, en de relaties met deerkende instellingen

Voor de uitvoering van zijn taken kan het Agentschapeen beroep doen op de medewerking van instellingendie het speciaal daartoe heeft erkend. In afwachting

suffisamment adapté aux situations des hôpitaux. Cer-tains proposent dès lors de confier sa refonte à une com-mission scientifique qui devrait se concerter avec lesassociations professionnelles du secteur de la méde-cine nucléaire afin que ses dispositions correspondentmieux à la réalité particulière des hôpitaux.

Enfin, l’Agence doit veiller en permanence à ce quela réglementation suive l’évolution des connaissanceset des recommandations reconnues au niveau interna-tional.

Délivrance des autorisations

Au cours des auditions, plusieurs orateurs ont souli-gné les importants retards constatés dans la délivrancedes autorisations. Ces retards sont liés à la centralisa-tion, lors de la création de l’Agence, des demandesd’autorisation d’exploitation et des demandes d’informa-tions concernant ces autorisations. En effet, depuis sep-tembre 2001, l’Agence doit exercer des compétencesqui incombaient auparavant aux provinces alors qu’àcette date, ses services étaient encore en phase de miseen place et elle manquait encore de personnel. À celas’ajoute que certaines informations se sont perdues ousont devenues inutilisables lors du transfert.

Il a fallu du temps pour résorber l’arriéré. On n’a ja-mais établi clairement qui devait demander une autori-sation. Par conséquent, les clients n’ont pas pu être in-formés clairement sur l’état d’avancement de leur dossieret on ne pouvait pas non plus savoir qui était titulaired’une autorisation et qui ne l’était pas.

Des difficultés ont par ailleurs été signalées en ce quiconcerne la réalisation des «fichiers clients» (en parti-culier pour les dentistes). Il a manifestement fallu uncertain temps avant que l’INAMI soit consulté.

En ce qui concerne les vétérinaires, il a été fait appelaux données de différentes organisations profession-nelles de vétérinaires. Toutefois, tous n’étant pas mem-bres de telles associations, il n’est pas toujours évidentde les répertorier. Les banques de données utiliséespar l’Agence sont donc dispersées et souvent incom-plètes.

L’organisation des contrôles et les relations avec lesorganismes agréés

Pour l’exécution de ses missions, l’Agence peut faireappel à la collaboration d’organismes spécialementagréés par elle à cet effet. En attendant, une mesure

Page 9: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

93089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

daarvan werd in de wet een overgangsmaatregel opge-nomen die stelt dat het Agentschap de controles zelfkan uitvoeren ofwel door een erkende instelling. Dezeovergangsmaatregel werd sedert 2002 echter jaarlijksbij koninklijk besluit verlengd. De huidige verlenging geldttot 31 augustus 2007.

Er zijn drie erkende instellingen:

– AVN: die over een feitelijk monopolie beschiktbetreffende de controle op de instellingen van klasse I

– AVC Controlatom– TECHNITEST

Het overgangsregime was erop gericht het Agent-schap de enige bevoegde autoriteit te maken zowel ophet vlak van reglementering als van controles op denucleaire veiligheid inzake stralingsbescherming. Hetwerd echter snel duidelijk dat de werknemers van dezeinstellingen zich niet konden vinden in de opslorping endesgevallend het aannemen van het statuut dat hen zouworden toebedeeld binnen de bestuurlijke structuur vanhet Agentschap. In dit geval vreesde men een belang-rijk verlies van ervaring en bekwaamheden. Indien hetAgentschap deze taken zou moeten overnemen, staathet vast dat het hiervoor niet over de nodige mankrachtbeschikt om deze controles te verrichten

Nochtans is niet iedereen tevreden met de huidigesamenwerking tussen het Agentschap en de erkendeinstellingen. De erkende instellingen beschikken overzeilervaring en spelen een rol van adviseur bij de ex-ploitanten. De door hen uitgevoerde controles bestaanuit periodieke bezoeken van technische aard, met alsdoel de operaties in het veld op te volgen en eventueeldruk uit te oefenen op de nucleaire exploitant zodat hijbepaalde acties zou ondernemen. Het Agentschap staatin voorkomend geval toe dat de druk op de exploitantwordt opgevoerd om hem ervan te overtuigen actie teondernemen. Het Agentschap beschikt overigens overde ervaring inzake nationale en internationale regelge-ving, waaraan het een onafhankelijke interpretatie geeft.De inspecties die het uitvoert beogen een veel ruimerdomein en bestrijken ook het werk van de erkende in-stellingen.

Herhaald moet worden dat bepaalde nucleaire ex-ploitanten (bijvoorbeeld de centrales en de ziekenhui-zen) over hun eigen fysische controledienst beschikken.Die dienst, waarvan de taken worden bepaald bij eenkoninklijk besluit van 1991 (artikel 23), wordt gecontro-leerd door een erkende instelling, waarvan het werk opzijn beurt wordt gecontroleerd door het Agentschap (metname door de aanwezigheid van vertegenwoordigersvan het Agentschap in de toezichtcommissies van de

transitoire a été inscrite dans la loi, qui prévoit quel’Agence peut exercer elle-même les contrôles ou lesconfier à un organisme agréé. Depuis 2002, cette me-sure transitoire est toutefois prolongée chaque annéepar arrêté royal. La prolongation actuelle court jusqu’au31 août 2007.

Il existe trois organismes agréés:

– AVN: qui dispose d’une monopole de fait en cequi concerne le contrôle des installations de classe I

– AVC Controlatom– TECHNITEST

Le régime transitoire a été instauré dans le but defaire de l’Agence la seule autorité compétente tant enmatière de réglementation que de contrôles dans ledomaine de la sécurité nucléaire et de la radioprotec-tion. Il est toutefois apparu bien vite que le personnel deces organismes refusaient l’absorption et, le caséchéant, l’adoption du statut qui leur serait attribué ausein de la structure administrative de l’Agence. On crai-gnait, dans un tel cas de figure, une perte importanted’expertise et de compétences. Si l’Agence devait as-sumer ces missions, il est certain qu’elle ne disposeraitpas des moyens humains nécessaires pour exercer cescontrôles.

Pourtant, tout le monde n’est pas satisfait de la colla-boration actuelle entre l’Agence et les organismesagréés. Les organismes agréés disposent d’une exper-tise de terrain et jouent un rôle de conseil auprès desexploitants. Les contrôles qu’ils effectuent consistent endes visites techniques périodiques destinées à suivreles opérations sur le terrain et à mettre éventuellementl’exploitant nucléaire sous pression afin qu’il effectuecertaines actions. L’Agence dispose par ailleurs de l’ex-pertise en matière de réglementation nationale et inter-nationale à laquelle elle donne une interprétation indé-pendante. Les inspections auxquelles elle procède visentun domaine beaucoup plus large et portent égalementsur le travail des organismes agréés.

Il convient de rappeler que certains exploitants nu-cléaires (les centrales et les hôpitaux, par exemple) dis-posent de leur propre service de contrôle physique. Ceservice, dont les missions sont définies par un arrêtéroyal de 1991 (article 23), est contrôlé par un organismeagréé placé sous le contrôle de l’Agence (de par la pré-sence de représentants de l’Agence au sein des com-missions de contrôle des organismes agréés, lors descontacts réguliers entre les services de l’Agence et les

Page 10: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

10 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

erkende instellingen, bij de geregelde contacten tussende diensten van het Agentschap en de erkende instel-lingen, bij de veldinspecties die door de deskundigenvan het Agentschap worden uitgevoerd). De grote meer-derheid van de andere exploitanten (tandartsen, dieren-artsen enz.) beschikt echter niet over zijn eigen fysi-sche controledienst. Die controles moeten dan ookworden uitgevoerd door de erkende instellingen. Som-migen hebben onderstreept dat, indien die controletakenin de toekomst aan het Agentschap zouden worden toe-vertrouwd, de overheid taken zou moeten uitvoeren dienormaal niet voor haar zijn en dat zij uiteindelijk zich-zelf zou moeten controleren.

Opdat het Agentschap de rol kan spelen die de weteraan heeft toegekend, moet het over de noodzakelijkeondersteuning beschikken. Die kan worden gegevendoor een erkende instelling voor zover die haar instruc-ties van het Agentschap ontvangt. Talrijke door de werk-groep gehoorde personen hebben echter onderstreeptdat de erkende instellingen relaties van contractuele aardhebben met de exploitanten. Het feit dat de erkendeinstellingen betaald worden door de exploitanten die zijmoeten controleren, werd aldus regelmatig aan de ordegesteld.

Sommigen achten die situatie ongezond en verkie-zen meer transparantie in de vaststelling van de doorde erkende instellingen gefactureerde prijzen. De er-kende instellingen delen die mening niet. Er heerst geenovereenstemming over de manier waarop de erkendeinstellingen zouden moeten worden betaald. De erkendeinstellingen menen dat het huidige stelsel geen proble-men met zich brengt en dat een betaling die via hetAgentschap zou verlopen geen enkele meerwaardeheeft. Integendeel, dat zou de zaken nodeloos ingewik-keld maken en extrakosten, alsook de toepassing vande regelgeving inzake openbare aanbestedingen, mee-brengen. Ook de vaststelling van een forfait stuit op kri-tiek want de prestaties van de erkende instellingen han-gen af van de omstandigheden.

Uit de hoorzittingen is gebleken dat in de kwestie vande relatie tussen het Agentschap en de erkende instel-lingen deze laatsten pleiten voor het behoud van dezeregeling, terwijl het Agentschap duidelijk een andereoplossing voorstaat.

Diverse pistes werden reeds overwogen. Deze gaanvan het terugnemen van de taken door het Agentschaptot het autonoom maken van de erkende instellingen ofeen tussenoplossing die een nieuwe koepelstructuurvoorstaat die het FANC en de erkende instellingen sa-menbrengt.

organismes agréés, lors des inspections sur le terraineffectuées par les experts de l’Agence). La grande ma-jorité des autres exploitants (dentistes, vétérinaires, etc.)ne disposent toutefois pas de leur propre service decontrôle physique. Ces contrôles doivent donc être ef-fectués par les organismes agréés. D’aucuns ont souli-gné que si ces missions de contrôle étaient à l’avenirconfiées à l’Agence, les pouvoirs publics devraient as-sumer des tâches qui ne leur incombent normalementpas et qu’ils devraient en fin de compte se contrôlereux-mêmes.

Pour pouvoir jouer le rôle qui lui a été assigné par laloi, l’Agence doit disposer du soutien nécessaire. Cesoutien peut lui être apporté par un organisme agréé, àcondition que celui-ci reçoive ses instructions del’Agence. Beaucoup d’orateurs entendus par le groupede travail ont toutefois souligné que les organismesagréés entretiennent des relations de nature contrac-tuelle avec les exploitants. Ainsi, le fait que ces organis-mes soient payés par les exploitants qu’ils doivent con-trôler a régulièrement été évoqué.

D’aucuns jugent cette situation malsaine et prônentune transparence accrue dans la fixation des prix factu-rés par les organismes agréés. Les organismes agréésne partagent pas cet avis. Les opinions divergent quantau mode de paiement de ces organismes, qui considè-rent que le système actuel ne pose aucun problème etqu’un paiement réalisé par l’intermédiaire de l’Agencen’apporte aucune valeur ajoutée. Un tel système com-pliquerait au contraire inutilement la situation, génére-rait des frais supplémentaires et entraînerait l’applica-tion de la réglementation relative aux marchés publics.La fixation d’un forfait est également critiquée, car lesprestations des organismes agréés dépendent des cir-constances.

Les auditions ont révélé qu’en ce qui concerne la re-lation entre l’Agence et les organismes agréés, ces der-niers préconisent le maintien de la réglementation, tan-dis que l’Agence privilégie clairement une autre solution.

Différentes pistes ont déjà été envisagées. Elles vontde la reprise des tâches par l’Agence à l’autonomisationdes organismes agréés, en passant par une solutionintermédiaire qui prévoit une nouvelle structure coupoleréunissant l’AFCN et les organismes agréés.

Page 11: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

113089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

Uiteindelijk werd een bemiddelaar aangesteld om eenoplossing te zoeken voor het probleem van de samen-werking tussen het Agentschap en de erkende instellin-gen. Rond de voorstellen van de bemiddelaar werd ech-ter geen akkoord bekomen. De overgangsmaatregelwerd dan ook verlengd.

Het Telerad-netwerk

Het Telerad-netwerk is een automatisch netwerk voormeting van de radioactiviteit op het Belgische grondge-bied dat begin de jaren ’90 door Fabricom werd opge-zet. Dit systeem werd tijdens de hoorzittingen een«zwarte doos» genoemd; het werkt wel, maar door ge-brek aan de nodige inlichtingen kan het Agentschaponmogelijk wijzigingen of verbeteringen aanbrengen. Hetagentschap was op dat vlak dus volkomen afhankelijkvan Fabricom. Bovendien lagen de onderhoudskostenvoor het systeem door Fabricom vrij hoog.

Eén van de problemen van Telerad was dat de infor-matie en de verwezenlijkte meetpunten niet automatischin het federaal rekencentrum in het Agentschap werdengeregistreerd. Voorts is gebleken dat het systeem nietbestand was tegen de milleniumbug.

Een doorlichting heeft vervolgens uitgewezen dat voorde uitbating van Telerad het Agentschap niet over vol-doende gekwalificeerd personeel ter beschikking wasen dat er niet de minste controle was op de prestatiesvan leverancier Fabricom. Dit leidde tot een volledigeafhankelijkheid van het Agentschap van de Fabricom.Er werd bijgevolg beslist een deskundige-informaticusin dienst genomen van het FANC zodat het volledig ver-antwoordelijk kon zijn voor het beheer en de exploitatievan het netwerk.

Tevens werden verschillende investeringen gedaanom de werking van Telerad te verbeteren. De raad vanbestuur heeft een aantal SLA’s (Service levelagreements) afgesloten. Er werden prestatie-indicatorenuitgewerkt, er zijn normen bepaald, er is gezorgd vooreen systeem van rapportering, enz... Uiteindelijk werdook een modernisering van de programma’s doorge-voerd die meer bewegingsvrijheid mogelijk zouden ma-ken en die voor 99,9% betrouwbaar moesten zijn. Datproject werd in 2003 evenwel onderbroken ingevolgeeen beslissing van de raad van bestuur.

Een nieuwe doorlichting door de firma Siemens geeftechter een gunstig advies over het nieuwe meetnet. Hetnieuwe systeem is anders geconcipieerd dan het oude.Het oude systeem werkte immers met vier lokaleinzamelcentra en één federaal ontvangstcentrum. Hetontwerp ervan was afgestemd op de communicatiemid-

En fin de compte, un facilitateur a été désigné afin dechercher une solution au problème de la coopérationentre l’Agence et les organismes agréés. Les proposi-tions de celui-ci n’ont toutefois pas fait l’objet d’un ac-cord et la mesure transitoire a dès lors été prolongée.

Le réseau Telerad

Le réseau Telerad est un réseau automatique demesure de la radioactivité sur le territoire de la Belgiquequi a été mis sur pied au début des années nonante parFabricom. Ce système a été qualifié de «boîte noire»au cours des auditions; certes, il fonctionne, mais il estimpossible à l’Agence d’apporter des modifications oudes améliorations, faute des informations nécessaires.L’Agence était donc entièrement dépendante deFabricom en la matière. Qui plus est, les coûts de main-tenance du système par Fabricom étaient assez élevé.

Un des problèmes de Telerad était que les informa-tions et points de mesure réalisés n’étaient pas auto-matiquement enregistrés au centre fédéral de calcul del’Agence. Par ailleurs, il est apparu que le système nerésistait pas au Bug du millénium.

Il est ensuite ressorti d’un audit que pour l’exploita-tion de Telerad il n’y avait pas suffisamment de person-nel de qualité à disposition de l’Agence et qu’il n’y avaitaucun contrôle sur les prestations du fournisseurFabricom. Cela a entraîné une dépendance totale del’Agence à l’égard de Fabricom. Il a par conséquent étédécidé de recruter, à l’AFCN, un expert-informaticienafin que l‘AFCN soit désormais pleinement responsa-ble de la gestion et de l’exploitation du réseau.

En outre, plusieurs investissements ont été consen-tis afin d’améliorer le fonctionnement de Telerad. LeConseil d’administration a conclu un certain nombre deSLA (Service level agreements). Des indicateurs deperformance ont été développés, des normes ont étédéfinies, un système de rapportage a été mis sur pied,etc. Enfin, les programmes ont également subi unemodernisation afin qu’ils laissent davantage de margede manœuvre et offrent une fiabilité de 99,9%. Le projeta toutefois été interrompu en 2003 à la suite d’une déci-sion du Conseil d’administration.

Un nouvel audit réalisé par la firme Siemens donnetoutefois un avis favorable concernant le nouveau ré-seau de mesures. L’architecture du nouveau systèmeest différente de celle de l’ancien. L’ancien système fonc-tionnait en effet sur la base quatre centres locaux d’in-terrogation et un centre de collecte fédéral. Il avait été

Page 12: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

12 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

delen en de informatica die halfweg de jaren ’80 be-schikbaar waren. Het huidige systeem is krachtiger,waardoor de gegevens niet langer over diverse kleinecentra moeten worden gespreid. Alle gegevens van hetnetwerk kunnen in één enkel systeem worden verwerkt.

Wetenschappelijke Raad voor Ioniserende Straling

De bevoegdheden van de Wetenschappelijke Raadwerden onlangs verruimd. De Raad is nu niet langergemachtigd louter adviezen uit te brengen over de ver-gunningen klasse I en over de erkenning van de des-kundigen, maar mag voortaan ook adviseren over di-verse andere aspecten, met inbegrip van het te voerenbeleid. Uit de hoorzittingen blijkt verder dat de Weten-schappelijke Raad van het FANC een belangrijke be-middelende rol speelt, en dat hij als enige adviesraadvan het land over een vetorecht beschikt: als de Weten-schappelijke Raad negatief adviseert, mag de ministergeen vergunning afgeven. Het is in die zin dat de Raadvolkomen onafhankelijk ten opzichte van de reds vanhet Agentschap opereert.

Cumulatie van de mandaten binnen de raad van be-stuur

Een kwestie die aan bod kwam bij de hoorzittingenbetrof de cumulatie van een mandaat bij het Agentschapen bij de NIRAS. Niettegenstaande dit voorheen nooittot problemen heeft geleid ware het verkieslijk derge-lijke cumulatie niet toe te laten.

Statistische gegevens betreffende de blootstelling vande werknemers aan ioniserende stralingen

Niettegenstaande het FANC het verzamelen van al-gemene gegevens van blootstelling van werknemers inalle activiteitssectoren eist, blijkt echter dat dergelijkegegevens niet voorhanden zijn. Het is nochtans op ba-sis van deze gegevens dat het FANC de noodzaak ombijkomende maatregelen te treffen moet afwegen.

De verwijdering van radioactieve bliksemafleiders

In 1985 werd de plaatsing van radioactieve bliksem-afleiders verboden. In het voorjaar van 2003 werd eencampagne gestart, die tot doel had de eventueel nogbestaande radioactieve bliksemafleiders systematischte verwijderen.

Gezien de weinige beschikbare gegevens over deplaatsing van de bliksemafleiders was het grootste pro-bleem de opsporing van deze toestellen voor vernieti-

développé en fonction des moyens de communicationet d’informatique disponibles à la fin des années 80. Àprésent, le système mis en place est plus puissant. Iln’est pas nécessaire de recourir au partage des don-nées entre petits centres. Toutes les informations pro-venant du réseau peuvent être traitées au sein d’un seulet unique système.

Conseil scientifique des rayonnements ionisants

Les compétences du conseil scientifique ont été ré-cemment élargies: le conseil n’est plus seulement habi-lité à rendre des avis sur des autorisations de classe Iet sur l’agrément des experts mais peut désormais ren-dre des avis sur divers autres aspects, en ce compris lapolitique à mener. Il ressort en outre des auditions quele conseil scientifique de l’AFCN assure une importantefonction d’intermédiaire et est le seul conseil consultatifdu pays à disposer d’un droit de veto: en cas d’avis né-gatif du conseil scientifique, le ministre ne peut délivrerd’autorisation. Dans ce sens, le conseil travaille en touteindépendance vis-à-vis du reste de l’Agence.

Cumul de mandats au sein du conseil d’administra-tion

La question du cumul d’un mandat au sein de l’Agenceet au sein de l’ONDRAF a été évoquée lors des audi-tions. Même si ce cumul n’a posé aucun problème à cejour, il serait préférable de ne pas l’autoriser.

Données statistiques sur l’exposition des travailleursaux rayons ionisants

Bien que l’AFCN réclame la collecte de données gé-nérales relatives à l’exposition des travailleurs dans l’en-semble des secteurs d’activité, il s’avère que de tellesdonnées ne sont pas disponibles. C’est toutefois sur labase de ces données que l’AFCN doit évaluer la néces-sité de prendre des mesures supplémentaires.

L’enlèvement des paratonnerres radioactifs

En 1985, l’installation de paratonnerres radioactifs aété interdite. Au printemps 2003, on a lancé une cam-pagne qui visait à enlever systématiquement tous lesparatonnerres radiocatifs qui étaient éventuellementencore présents.

Eu égard au peu de données disponibles relatives àl’emplacement des paratonnerres, le plus grand pro-blème était de retrouver ces appareils pour les détruire.

Page 13: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

133089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

ging. Voorts werd de werkgroep ingelicht over de pro-blematiek van de besmetting die kon uitgaan van deradioactieve bliksemafleiders, niet enkel van de bron zelfmaar eveneens door mogelijke lekkage van de bron.

Interne en externe communicatie

Zowel intern als extern kon worden vastgesteld dathet Agentschap een gebrekkige communicatie te ver-wijten viel.

De controle op de tandartsen

Tijdens de hoorzittingen hebben de tandartsen vraag-tekens geplaatst bij de gegrondheid van de door henverschuldigde retributies. Bij de tandartsen worden driesoorten retributies geïnd. Vooral het systeem van deretributies ligt onder vuur daar de tandartsen van me-ning zijn dat hiervoor geen tegenprestaties worden ge-leverd.

De tandartsen zijn tevens van mening dat de doorhet Fanc uitgevoerde controle op de röntgenapparatuuroverbodig is. Reeds jaren voeren privéfirma’s immersdeze controle uit. Het draagt de voorkeur van de tand-artsen weg om meer aandacht te besteden aan de op-leiding van de tandartsen voor een beter gebruik vande röntgenapparatuur.

** *

In het tweede luik van haar uiteenzetting overlooptmevrouw Creyf de aanbevelingen van de werkgroepzoals zij zijn opgenomen in haar verslag dat als bijlagebij dit verslag is opgenomen (blz. 52 tot 62).

III. — BESPREKING EN STEMMINGEN

Aanbevelingen 1 tot 3

Deze aanbevelingen vergen geen bijkomende bespre-king. Zij worden achtereenvolgens eenparig aangeno-men.

Aanbeveling 4

Mevrouw Muriel Gerkens (Ecolo) dient amendementnr. 1 in met het oog op het voorzien in een permanenteparlementaire controle door een comité N op te richten,dat aan het parlement verantwoording moet afleggen.

Le groupe de travail a par ailleurs été informé de la pro-blématique de la contamination qui pouvait émaner desparatonnerres radioactifs, non seulement de la sourceelle-même, mais aussi d’une fuite possible de la source.

Communication interne et externe

Tant en interne qu’en externe, on a pu constater quel’Agence pouvait se voir reprocher une communicationdéficiente.

Le contrôle des dentistes

Lors des auditions, les dentistes se sont interrogésquant au bien-fondé des redevances qu’ils doivent payer.Trois types de redevances sont perçues auprès desdentistes. C’est surtout le sytème des redevances quiest critiqué par les dentistes, étant donné qu’ils estimentqu’il n’y a aucune contrepartie.

Les dentistes estiment également que le contrôle ef-fectué par l’AFCN sur les appareils à rayons X est su-perflu. En effet, des firmes privées exercent déjà cecontrôle depuis des années. Les dentistes préfèrent quel’on consacre plus d’attention à la formation des dentis-tes en vue d’une meilleure utilisation des appareils àrayons X.

** *

Dans le second volet de son exposé, Mme Creyfpasse en revue les recommandations du groupe de tra-vail telles qu’elles sont reprises dans son rapport, quifigure en annexe du présent rapport (p. 52 à 62).

III. — DISCUSSION ET VOTES

Recommandations 1 à 3

Ces recommandations ne donnent lieu à aucune ob-servation. Elles sont successivement adoptées à l’una-nimité.

Recommandation 4

Mme Muriel Gerkens (Ecolo) présente l’amendementn° 1 visant à organiser un contrôle parlementaire per-manent en Instituant un comité N sous la responsabilitédu parlement.

Page 14: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

14 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

Net als dat voor het comité P en het comité I het ge-val is, stelt de oprichting van een comité N de facto eenresultaatsverbintenis in voor de regering en voor debevoegde minister en voor het Agentschap.

Via die weg wordt ook het parlement met zijn verant-woordelijkheid geconfronteerd. In plaats van louter par-lementaire vragen te stellen, hoorzittingen te organise-ren en voorstellen in te dienen, zal het voortaan moetenwaarborgen dat de «controle van de controle» kwalita-tief wordt getoetst.

De heer Philippe De Coene (sp.a-spirit) c.s. dientamendement nr. 3 in dat beoogt het tweede lid van deontworpen aanbeveling te schrappen.

In het licht van het amendement nr. 3 besluit mevrouwGerkens haar amendement nr. 1 in te trekken.

Vervolgens worden amendement nr. 3 en de aldusgewijzigde aanbeveling aangenomen met 10 stemmenen 1 onthouding.

Aanbeveling 5

Aan deze aanbeveling wordt geen bijkomende be-spreking gewijd. Zij wordt eenparig aangenomen.

Aanbeveling 6

De heer Philippe De Coene (sp.a-spirit) c.s. dientamendement nr. 4 in met de bedoeling het tweede lidvan de ontworpen aanbeveling te schrappen.

Amendement nr. 4 en de aldus gewijzigde aanbeve-ling worden achtereenvolgens aangenomen met 10stemmen en 1 onthouding.

Aanbeveling 7

Deze aanbeveling wordt niet bijkomend besproken.Zij worden eenparig aangenomen.

Aanbeveling 8

De heer Philippe De Coene (sp.a-spirit) c.s. dientamendement nr. 5 in dat beoogt het tweede lid van deontworpen aanbeveling te schrappen.

Amendement nr. 5 en de aldus gewijzigde aanbeve-ling worden achtereenvolgens aangenomen met 10stemmen en 1 onthouding.

A l’instar des comités P et R, la création d’un comitéN introduit de facto, une obligation de résultat du gou-vernement et donc du ministre compétent et de l’agence.

Le Parlement est, par ce biais, également confrontéà sa responsabilisation également. Il ne suffira pus deposer des questions parlementaires, d’organiser desauditions et de faire des propositions. Il s’agira d’assu-rer la qualité du contrôle du contrôle.

M. Philippe De Coene (sp.a-spirit) et consorts pré-sentent l’amendement n° 3 tendant à supprimer l’ali-néa 2 de la recommandation proposée.

Eu égard à l’amendement n° 3, Mme Gerkens dé-cide de retirer son amendement n° 1.

L’amendement n° 3 et la recommandation, ainsi mo-difiée, sont ensuite adoptés par 10 voix et une absten-tion.

Recommandation 5

Cette recommandation ne donne lieu à aucune ob-servation. Elle est adoptée à l’unanimité.

Recommandation 6

M. Philippe De Coene (sp.a-spirit) et consorts pré-sentent l’amendement n° 4 tendant à supprimer l’alinéa2 de la recommandation proposée.

L’amendement n° 4 et la recommandation, ainsi mo-difiée, sont successivement adoptées par 10 voix et uneabstention.

Recommandation 7

Cette recommandation ne donne lieu à aucune ob-servation. Elle est adoptée à l’unanimité.

Recommandation 8

M. Philippe De Coene (sp.a-spirit) et consorts pré-sentent l’amendement n°5 tendant à supprimer l’alinéa2 de la recommandation proposée.

L’amendement n°5 et la recommandation, ainsi mo-difiée, sont successivement adoptés par 10 voix et uneabstention.

Page 15: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

153089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

Aanbevelingen 9 tot 11

Deze aanbevelingen vergen geen bijkomende bespre-king en worden achtereenvolgens eenparig aangeno-men.

Aanbeveling 12

De heer Philippe De Coene (sp.a-spirit) c.s. dientamendement nr. 6 in. Dit amendement wil in het eerstelid van de ontworpen aanbeveling de woorden «, naarhet voorbeeld van de relatie tussen de NIRAS en Belgo-process» schrappen, datzelfde lid aanvullen met dewoorden «Daarbij dient de Europese reglementering teworden gerespecteerd.» en het tweede lid schrappen.

Amendement nr. 6 en de aldus gewijzigde aanbeve-ling worden achtereenvolgens aangenomen met 10stemmen en 1 onthouding.

Aanbeveling 13

De heer Philippe De Coene (sp.a-spirit) c.s. dientamendement nr. 7 in dat het derde lid van de ontwor-pen aanbeveling wil schrappen.

Amendement nr. 7 en de aldus gewijzigde aanbeve-ling worden achtereenvolgens aangenomen met 10stemmen en 1 onthouding.

Aanbevelingen 14 tot 36

Deze aanbevelingen vergen geen bijkomende bespre-king en worden achtereenvolgens eenparig aangeno-men.

Aanbeveling 37

Mevrouw Muriel Gerkens (Ecolo) dient amendementnr. 2 in. Dit amendement heeft de bedoeling de ontwor-pen aanbeveling aan te vullen zodat de diensten vanhet Agentschap de volledige controle hebben over decomputerprogramma’s en de programma’s voor de op-sporing en de evaluatie van het systeem. Er moet wor-den voor gezorgd dat de gegevens en de optredensautomatisch worden geregistreerd. Die gegevens moe-ten op de site van het Agentschap worden bewaard engepubliceerd en ze moeten voortdurend worden bijge-werkt.

Recommandations 9 à 11

Ces recommandations ne donnent lieu à aucune ob-servation et sont successivement adoptées à l’unani-mité.

Recommandation 12

M. Philippe De Coene (sp.a-spirit) et consorts pré-sentent l’amendement n° 6. Cet amendement tend àsupprimer les mots «selon le modèle de relationsexistants entre l’ONDRAF et Belgoprocess» dans l’ali-néa 1er de la recommandation proposée, à compléter cemême alinéa avec les mots «ceci en respectant larèglemantation européenne.» et à supprimer l’alinéa 2.

L’amendement n°6 et la recommandation, ainsi mo-difiée, sont successivement adoptés par 10 voix et uneabstention.

Recommandation 13

M. Philippe De Coene (sp.a-spirit) et consorts pré-sentent l’amendement n°7 tendant à supprimer l’alinéa3 de la recommandation proposée.

L’amendement n°7 et la recommandation, ainsi mo-difiée, sont successivement adoptés par 10 voix et uneabstention.

Recommandations 14 à 36

Ces recommandations ne donnent lieu à aucune ob-servation et sont successivement adoptées à l’unani-mité.

Recommandation 37

Mme Muriel Gerkens (Ecolo) présente un amende-ment n° 2 tendant à compléter la recommandation enprojet afin que les services de l’Agence aient la maîtrisetotale des logiciels et programmes de détection et d’éva-luation du système. Un enregistrement automatique desdonnées et des interventions doit être assuré.

Ces données doivent être conservées, publiées etactualisées en permanence sur le site de l’agence.

Page 16: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

16 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

De indienster verduidelijkt dat dit amendement werdingegeven door de manier waarop Telerad in het levenwerd geroepen en door de problemen waarmee hetFANC momenteel op het vlak van de gegevens-verwerking te kampen heeft.

Amendement nr. 2 wordt verworpen met 8 tegen 1stem en 2 onthoudingen. De aanbeveling wordt onge-wijzigd aangenomen met 10 stemmen en 1 onthouding.

Aanbevelingen 38 tot 44

Deze aanbevelingen worden zonder bijkomende be-spreking achtereenvolgens eenparig aangenomen.

** *

Het geheel van de aanbevelingen wordt ten slotteaangenomen met 10 stemmen en 1 onthouding. Zijzullen zoals bepaald bij artikel 76 van het Reglementonder de vorm van een voorstel van resolutie aan deKamer worden voorgelegd.

De rapporteur, De voorzitter,

Simonne CREYF André FRÉDÉRIC

L’auteur indique que cet amendement s’inspire de laméthode appliquée pour créer Telerad et qu’il prend encompte les difficultés actuelles de l’AFCN en matièrede traitement des données.

L’amendement n° 2 est rejeté par 8 voix contre uneet 2 abstentions. La recommandation est adoptée, sansmodification, par 10 voix et une abstention.

Recommandations 38 à 44

Ces recommandations sont successivement adop-tées à l’unanimité sans discussion supplémentaire.

** *

Enfin, l’ensemble des recommandations est adoptépar 10 voix et une abstention. Ainsi que le prévoit l’arti-cle 76 du Règlement, elles seront soumises à la Cham-bre sous la forme d’une proposition de résolution.

La rapporteuse, Le président,

Simonne CREYF André FRÉDÉRIC

Page 17: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

173089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

Aanbevelingen met het oog op de verbeteringvan de werking van het Federaal Agentschap

voor nucleaire controle

Recommandations visant à améliorer lefonctionnement de l’Agence fédérale de

contrôle nucléaire

NAMENS DE WERKGROEP«NUCLEAIRE VEILIGHEID»

UITGEBRACHT DOORMEVROUW Simonne CREYF

FAIT AU NOM DUGROUPE DE TRAVAIL «SÉCURITÉ NUCLÉAIRE»

PARMME Simonne CREYF

VERSLAGRAPPORT

SOMMAIRE

I. Historique de l’AFCN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20II. Statut, administration et missions de l’Agence . . . . . 21III. Financement de l’Agence . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25IV. Résumé des auditions . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26V. Recommandations . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52

Annexe . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63

INHOUD

I. Onstaangeschiedenis van het FANC . . . . . . . . . . . . 20II. Statuut, bestuur en Taken van het Agentschap . . . . . 21III. Financiering van het Agentschap . . . . . . . . . . . . . . . 25IV. Samenvatting van de hoorzittingen . . . . . . . . . . . . . . 26V. Aanbevelingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52

Bijlage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63

BIJLAGEANNEXE

Page 18: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

18 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

DAMES EN HEREN,

Uw werkgroep is conform artikel 33 van het Regle-ment van de Kamer samengesteld na een unaniemebeslissing van de commissie voor de Binnenlandse Za-ken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt van15 februari 2006.

De werkgroep werd ermee belast een voorstel vanresolutie op te stellen met het oog op de verbeteringvan de werking van het Federaal Agentschap voor Nu-cleaire Controle (FANC).

Het bureau van de werkgroep werd op 30 mei 2006samengesteld als volgt:

– de heer Philippe De Coene, voorzitter,– de heer M. Jacques Chabot, ondervoorzitter,– mevrouw Simonne Creyf, rapporteur.

Leden: Willy Cortois, Richard Fournaux, HagenGoyvaerts, Joseph Arens, Muriel Gerkens.

Plaatsvervangende leden: Hilde Dierickx, DanielleVan-Lombeek Jacobs, François Bellot, Magda De Meyer,Dirk Claes, Ortwin De Poortere, Melchior Wathelet, Jean-Marc Nollet

Uw werkgroep heeft 22 maal vergaderd. Buiten 9werkvergaderingen werden in de vergaderingen metgesloten deuren de volgende personen gehoord:

– de heer Pierre Tonon, regeringscommissaris vanhet FANC (10 juli 2006);

– de heer Willy Baeyens, lid van de raad van bestuurvan het FANC (10 juli 2006);

– de heer Marc Swaels, consultant van het bureauKorn/Ferry (10 juli 2006);

– de heer Tom Vanden Borre, oud-voorzitter van deraad van bestuur (12 juli 2006);

– de heer Philippe de Saedeleer, lid van de raad vanbestuur en voorzitter van het auditcomité van het FANC(23 oktober 2006);

– de heer Pierre Reynders, oud-voorzitter van de raadvan bestuur van het FANC (23 oktober 2006);

– de heer Jean van Vliet, gedelegeerd bestuurder vanBelgonucleaire (6 november 2006);

– de heer Jean-Pol Minon, directeur-generaal van deNIRAS (8 november 2006);

– de heer Koen Persyn, directeur van AV-Controlatom(13 november 2006);

– de heer Jean-Jacques Van Binnebeek, directeur-generaal van AVN (13 november en 6 december 2006);

– de heer Luc Baekelandt, gewezen hoofd van hetdepar tement «Regelgeving en Vergunningen»(27 november 2006);

MESDAMES, MESSIEURS,

Conformément à l’article 33 du Règlement de laChambre, votre groupe de travail a été constitué à lasuite d’une décision unanime de la commission de l’In-térieur, des Affaires générales et de la Fonction publi-que du 15 février 2006.

Votre groupe de travail s’est vu assigner la missiond’élaborer une proposition de résolution en vue d’amé-liorer le fonctionnement de l’Agence fédérale de con-trôle nucléaire.

Le bureau du groupe de travail a été constitué commesuit, le 30 mai 2006:

– M. Philippe De Coene, président,– M. Jacques Chabot, vice-président,– Mme Simonne Creyf, rapporteur.

Membres effectifs: Willy Cortois, Richard Fournaux,Hagen Goyvaerts et Joseph Arens, Muriel Gerkens.

Membres suppléants: Hilde Dierickx, Danielle Van-Lombeek Jacobs, François Bellot, Magda De Meyer, DirkClaes, Ortwin De Poortere, Melchior Wathelet, Jean-Marc Nollet

Votre groupe de travail s’est réuni à 22 reprises.Outre 9 réunions de travail, il a entendu à huis-clos:

– M. Pierre Tonon, commissaire du gouvernement del’AFCN (le 10 juillet 2006);

– M. Willy Baeyens, membre du conseil d’adminis-tration de l’AFCN (10 juillet 2006);

– M. Marc Swaels, consultant du bureau Korn/Ferry(10 juillet 2006);

– M. Tom Vanden Borre, ancien président du conseild’administration (12 juillet 2006);

– M. Philippe de Saedeleer, membre du conseil d’ad-ministration et président du comité d’audit de l’AFCN(23 octobre 2006);

– M. Pierre Reynders, ancien président du conseild’administration de l’AFCN (23 octobre 2006);

– M.Jean van Vliet, admnistrateur délégué deBELGONUCLEAIRE (6 novembre 2006);

– M. Jean-Pol Minon, directeur général de l’ONDRAF(8 novembre 2006);

– M. Koen Persyn, directeur de AV-Controlatom(13 novembre 2006);

– M. Jean-Jacques Van Binnebeek, Directeur géné-ral d’AVN (13 novembre et 6 décembre 2006);

– M. Luc Baekelandt, ancien chef du département«réglementation et autorisations» (27 novembre 2006);

Page 19: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

193089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

– de heer Luc Mortelmans en de heer Paul Verlinden,UZ Leuven (27 november 2006);

– de heer Frank Deconinck, voorzitter van CEN enoud-bemiddelaar in de betrekkingen tussen het FANCen de erkende instellingen ( 27 november 2006);

– de heer Manfred Schrauben, hoofd van het depar-tement «Toezicht en Controle» (4 december 2006);

– de heer Jean-Paul Samain, oud-directeur van hetFANC en voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voorIoniserende Stralingen (4 december 2006);

– de heer Michel Jurisse, voorzitter van de raad vanbestuur van het FANC (11 december 2006);

– de heer Guido Lysens, voorzitter van de VlaamseBeroepsvereniging van Tandartsen (11 december2006);

– de heer Gilbert Eggermont, lid van de Wetenschap-pelijke Raad voor Ioniserende Stralingen (11 december2006);

– de heer Bernard Pendeville, lid van de raad vanbestuur en voorzitter van het beleidscomité van hetFANC (11 december 2006);

– de heer Willy De Roovere, directeur-generaal vanhet FANC.

Tijdens haar vergaderingen van 23 oktober, 6 en 20november 2006 heeft uw werkgroep ook drie gewezenbedienden van het FANC gehoord.

** *

Op verzoek van vice-eersteminister en minister vanBinnenlandse Zaken Patrick Dewael heeft het FANC eennota opgesteld en verzonden waarin de taken en hetstatuut van het Agentschap zijn beschreven. De nota,die is geredigeerd door personeelsleden van het FANC,is herhaalde malen door het beleidscomité herzien envervolgens unaniem door de raad van bestuur goedge-keurd. Zij bevat ook een reeks aanbevelingen voor detoekomst.

Tijdens haar vergadering van 5 februari 2007 heeftde werkgroep kennis kunnen nemen van de doorSiemens uitgevoerde audit over TELERAD.

De door de verschillende fracties ingediende voor-stellen en aanbevelingen zijn tijdens de vergadering van5 februari 2007 uiteengezet.

De bespreking van die voorstellen heeft plaatsgehadtijdens de vergaderingen van 12 en 26 februari 2007en14,26 en 29 maart 2007.

– M. Luc Mortelmans et M. Paul Verlinden, UZ Leuven(27 novembre 2006);

– M. Frank Deconinck, président du CEN et ancienmédiateur en ce qui concerne les relations entre l’AFCNet les organismes agréés ( 27 novembre 2006);

– M. Manfred Schrauben, chef du département «con-trôle et surveillance» (4 décembre 2006);

– M. Jean-Paul Samain, ancien directeur de l’AFCNet président du conseil scientifique des rayonnementsionisants (4 décembre 2006);

– M. Michel Jurisse, président du conseil d’adminis-tration de l’AFCN (11 décembre 2006);

– M. Guido Lysens, président de la VlaamseBeroepsvereniging van Tandartsen (11 décembre2006);

– M. Gilbert Eggermont, membre du conseil scientifi-que des rayonnements ionisants (11 décembre 2006);

– M. Bernard Pendeville, membre du conseil d’admi-nistration et président du comité stratégique de l’AFCN(11 décembre 2006);

– M. Willy De Roovere, directeur général de l’AFCN.

Lors de ses réunions du 23 octobre, 6 et 20 novem-bre 2006, votre groupe de travail a également entendutrois anciens employés de l’AFCN.

** *

A la demande du vice-Premier ministre et ministre del’Intérieur, Patrick Dewael, l’AFCN a élaboré et trans-mis une note décrivant ses missions et son statut. Lanote, rédigée par des membres du personnel del’Agence, a été revue à plusieurs reprises par le comitéstratégique et a ensuite été approuvée, à l’unanimité,par le conseil d’administration. Elle contient égalementune série de recommandations pour l’avenir.

Lors de sa réunion du 5 février 2007, le groupe detravail a pu prendre connaissance de l’audit réalisé parSiemens concernant TELERAD.

Les propositions de recommandations déposées pardifférents groupes ont été exposées lors de la réuniondu 5 février 2007.

La discussion de ces propositions a eu lieu lors desréunions des 12 et 26 février et des 14, 26 et 29 mars2007.

Page 20: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

20 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

I. — ONTSTAANSGESCHIEDENIS VAN HET FANC

De oprichting van een openbare instelling voor decontrole van de kernenergiesector werd al in de jaren’70 overwogen, maar het proces kwam pas in 1998 ineen hogere versnelling. In de Kamer onderstreepten deaangenomen aanbevelingen van de onderzoeks-commissie voor de studie van de draagwijdte, de oor-zaken en de gevolgen van de mogelijke fraude-schandalen en van eventuele overtredingen op hetnon-proliferatie-ver-drag door het Studiecentrum voorKernenergie (S.C.K.) of aanverwante bedrijven (zie DOC47 0026/001 tot 005) de noodzaak van een groeperingvan de activiteiten van de verschillende ministeriëledepartementen die met de nucleaire controle warenbelast (namelijk in hoofdzaak de «Dienst voor bescher-ming tegen ioniserende stralingen» en de «Dienst voorde technische veiligheid van de kerninstallaties»), in ééninstelling van openbaar nut met een statuut dat analoogzou zijn aan dat van de Nationale instelling voor radio-actief afval en verrijkte splijtstoffen (NIRAS). Deonderzoekscommissie pleitte er voorts voor dat de poli-tieke verantwoordelijkheid betreffende de controle vande nucleaire activiteiten zou worden uitgeoefend dooreen daartoe aangewezen lid van de regering. De com-missie vond ten slotte ook dat de werking en de finan-ciering van de erkende instellingen moesten wordenherzien. Met name stelde zij voor die erkende instellin-gen te laten vergoeden via een fonds dat zou wordengestijfd uit bijdragen en zou worden beheerd door hetpublieke controleorgaan.

Die aanbevelingen werden door de Kamer aangeno-men op 29 juli 1988.

Op 8 december 1998 kwam in de Senaat deInformatiecommissie belast met het onderzoek en debeoordeling van de voorschriften inzake de nucleaireveiligheid tot analoge, maar meer precieze besluiten,die in het eindverslag op 12 juli 1991 werden gepubli-ceerd.

In die conclusies werd immers voorzien in de oprich-ting van een Agentschap voor veiligheid in nucleairezaken, met rechtspersoonlijkheid, waarbij de taken vande twee voornoemde diensten zouden worden samen-gebracht, alsook bepaalde taken van het ministerie vanJustitie en van het ministerie van Buitenlandse Zaken.Dat Agentschap moest over een raad van bestuur be-schikken en diende via een regeringscommissaris on-der het toezicht van een minister te staan. De Senaats-commissie had voorts twee «varianten» uitgedacht metbetrekking tot het optreden van de erkende instellin-gen – varianten waarvan ze de voor- en nadelen op-somde.

I. — HISTORIQUE DE L’AFCN

La création d’un organisme public de contrôle dansle secteur nucléaire fut envisagée dès les années 70mais c’est en 1988 que le processus s’accélèra. A laChambre (voir DOC 47 026/001 à 5), les recommanda-tions adoptées par la commission d’enquête sur la por-tée, les causes et les conséquences des fraudes et desinfractions au traité de non-prolifération qui auraient étééventuellement commises par le centre d’étude del’Energie nucléaire (CEN) ou par d’autres entreprisesconnexes soulignaient la nécessité de regrouper lesactivités des divers départements ministériels chargésdu contrôle nucléaire (à savoir principalement le ser-vice de protection contre les rayonnements ionisants etle service de la sécurité technique des installations nu-cléaires) au sein d’un organisme d’intérêt public au sta-tut analogue à celui de l’Organisme national des dé-chets radioactifs et des matières fissiles enrichies(ONDRAF). La commission d’enquête préconisait parailleurs que la responsabilité politique du contrôle desactivités nucléaires soit exercée par un membre du gou-vernement désigné à cette fin. Enfin, la commissionestimait également que le fonctionnement et le finance-ment des organismes agréés devaient être revus. Elleproposait notamment que ces organismes agréés soientrétribués par l‘intermédiaire d’un fonds alimenté par desredevances et géré par l’organisme public de contrôle.

Ces recommandations furent adoptées par la Cham-bre le 29 juillet 1988.

Le 8 décembre 1988, la commission sénatoriale d’in-formation et d’enquête en matière de sécurité nucléaireaboutit à des conclusions analogues mais plus préci-ses, qui furent publiées dans son rapport final, le 12juillet 1991.

Il y est en effet prévu la création d’une Agence pourla sécurité en matière nucléaire, jouissant de la person-nalité civile et absorbant les missions des deux servi-ces précités ainsi que certaines tâches du ministère dela Justice et du ministère des Affaires extérieures. CetteAgence, dotée d’un conseil d’administration, devait êtreplacée sous la tutelle d’un ministre par l’intermédiaired’un commissaire du gouvernement. La commissionsénatoriale avait par ailleurs imaginé deux «variantes»en ce qui concerne l’intervention d’organismes agréés– variantes dont elle précisait les avantages et les in-convénients.

Page 21: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

213089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

Volgens de eerste hypothese bleef de toestand on-gewijzigd voor de erkende instellingen die zich met decontrole van de inrichtingen van klasse I, II en III be-lastten; de enige nuance betrof de samenstelling vande raad van bestuur van de erkende instellingen die deinrichtingen van klasse I controleerden.

Volgens de tweede variant bleef de situatie dezelfdevoor de erkende instellingen voor de inrichtingen vanklasse II en III. De erkende instellingen voor de controlevan de inrichtingen van klasse I zouden daarentegenworden opgenomen in het toekomstige Agentschap.

De eerste variant – het behoud van beide niveaus –stond volgens de commissie borg voor een beter even-wicht en zou het afglijden naar overdreven controlevoorkomen, maar er dreigden wel conflicten te ontstaantussen het agentschap en de erkende instellingen. Metde tweede variant werd dat mogelijke nadeel voorko-men en kon een betere continuïteit in het hele vraag-stuk van de controle worden gewaarborgd.

Hoewel de regering zich al op 9 december 1988 haduitgesproken voor de oprichting van een overheidsin-stelling die zou worden belast met de controle van dekerninstallaties, zou het tot 11 januari 1993 duren vooreen wetsontwerp in de Senaat werd ingediend. Naamendering werd het op 13 juli van datzelfde jaar doorde Senaat aangenomen. De tekst is dan naar de Ka-mer overgezonden en opnieuw geamendeerd, waarnade eindtekst op 3 maart 1994 wordt aangenomen. Dewet betreffende de bescherming van de bevolking envan het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingenvoortspruitende gevaren en betreffende het FederaalAgentschap voor nucleaire controle werd op 15 april1994 afgekondigd en op 29 juli 1994 in het BelgischStaatsblad bekendgemaakt. Op die wettekst volgde noghet koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende alge-meen reglement op de bescherming van de bevolking,van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaarvan de ioniserende stralingen. Het Agentschap is uit-eindelijk operationeel geworden op 1 september 2001.

II. — STATUUT, BESTUUR EN TAKEN VAN HETAGENTSCHAP

Het FANC is een instelling van openbaar nut van ca-tegorie C, met rechtspersoonlijkheid. Het Agentschapvalt deels onder de toepassing van de wet van 16 maart1954 betreffende de controle op sommige instellingenvan openbaar nut, maar talrijke bepalingen van de wetvan 15 april 1994 wijken ervan af. Het Agentschap staatvia de regeringscommissaris onder het toezicht vande minister van Binnenlandse Zaken.

Selon la première hypothèse, la situation restait in-changée pour les organismes agréés se chargeant descontrôles des établissements de classe I, II et III, la seulenuance concernant la composition du conseil d’admi-nistration des organismes agréés contrôlant les établis-sements de classe I.

Selon la seconde variante, la situation restait la mêmepour les organismes agrées pour les établissements declasse II et III. Par contre, les organismes agréés pourle contrôle de classe I seraient absorbés par l’Agence àcréer.

Si la première variante – à savoir le maintien de deuxniveaux – assurait, selon la commission, un meilleuréquilibre et évitait une dérive vers un excès de contrôle,elle risquait toutefois d’entraîner des conflits entrel’Agence et les organismes agréés. La deuxième va-riante évitait ce possible inconvénient et permettait d’as-surer une meilleure continuité dans l’ensemble de laproblématique du contrôle.

Bien que le gouvernement se prononça, dès le9 décembre 1988, en faveur de la création d’un orga-nisme public chargé du contrôle des installations nu-cléaires, ce n’est que le 11 janvier 1993 qu’un projetde loi sera déposé au Sénat qui l’amendera et l’adop-tera le 13 juillet de la même année. Après avoir ététransmis et à nouveau amendé par la Chambre, le textefinal sera adopté le 3 mars 1994. La loi relative à laprotection de la population et de l’environnement con-tre les dangers résultant des rayonnements ionisantset relative à l’Agence fédérale de Contrôle nucléaire,promulguée le 15 avril 1994, sera publiée au moniteurbelge le 29 juillet 1994. A ce texte légal doit être ajoutél’arrêté royal du 20 juillet 2001 portant règlement gé-néral de la protection de la population, des travailleurset de l’environnement contre les dangers des rayonne-ments ionisants. L’Agence est devenue opérationnellele 1er septembre 2001.

II. — STATUT, ADMINISTRATION ET MISSIONSDE L’AGENCE

L’AFCN revêt la forme d’un organisme d’utilité publi-que de catégorie C, doté de la personnalité juridique.L’Agence est soumise en partie à la loi du 16 mars 1954relative au contrôle de certains organismes d’intérêtpublic mais de nombreuses dispositions de la loi du 15avril 1994 y dérogent. Elle est placée sous la tutelle duministre de l’Intérieur, par l’intermédiaire du commis-saire du gouvernement.

Page 22: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

22 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

Het Agentschap wordt bestuurd door een raad vanbestuur bestaande uit veertien leden, die – voor zesjaar – zijn benoemd bij een besluit vastgesteld na over-leg in de Ministerraad, op voordracht van de toezicht-houdende minister.

Deze aanwijzing geschiedt op basis van hun bijzon-dere wetenschappelijke of professionele kwaliteiten ver-meld in het aanwijzingsbesluit, op het vlak van de be-scherming van de bevolking en het leefmilieu tegen degevaren van ioniserende stralingen (artikel 35 van dewet).

De wet somt overigens een aantal onverenigbaar-heden op bij het cumuleren van het mandaat van voor-zitter of bestuurder van het Agentschap met anderemandaten, zoals dat van parlementslid, lid van de fede-rale regering, van een gemeenschaps- of gewest-regering enzovoort. Een bestuurder van het Agentschapmag evenmin een «personeelslid van het Agentschapof van een persoon of instelling [zijn] die ofwel recht-streeks ofwel onrechtstreeks door bemiddeling van eenerkende instelling onder het toezicht van het Agentschapstaat». Een uitzondering wordt gemaakt voor perso-neelsleden van universiteiten en hogescholen die geenrechtstreeks belang hebben bij de opdrachten van hetAgentschap. Andere beperkingen kunnen bij of krach-tens een wet worden opgelegd.

Het dagelijks bestuur van het Agentschap, zijn verte-genwoordiging wat het beheer en de uitvoering van debeslissingen van de raad van bestuur betreft, wordentoevertrouwd aan de directeur-generaal, die door deKoning voor een vernieuwbare termijn van zes jaar wordtaangewezen. Hij kan alleen worden afgezet bij een ko-ninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad,op eensluidend gemotiveerd advies van twee derde vande leden van de raad van bestuur.

De voorzitter van de raad van bestuur en de direc-teur-generaal behoren tot een verschillende taalrol.

De wet van 15 april 1994 stelt voorts een Wetenschap-pelijke Raad in, die tot taak heeft het Agentschap teadviseren over het toezichtsbeleid, en meer bepaaldvooraf advies uit te brengen voor het afgeven van ver-gunningen voor nieuwe nucleaire installaties of bij hethernieuwen van de vergunningen. De samenstelling ende bevoegdheden van de Wetenschappelijke Raad zijnvastgesteld bij het koninklijk besluit van 18 december2002 tot regeling van de samenstelling en bevoegdhe-den van de Wetenschappelijke Raad voor IoniserendeStralingen opgericht bij het Federaal Agentschap voorNucleaire Controle. Dat besluit werd gewijzigd bij eenkoninklijk besluit van 1 mei 2006.

L’Agence est administrée par un conseil d’adminis-tration composé de 14 membres, nommés – pour sixans - par arrêté royal délibéré en conseil des ministres,sur proposition du ministre de tutelle.

Cette désignation est faite sur la base de leurs quali-tés scientifiques ou professionnelles particulières, men-tionnées dans l’arrêté de désignation, dans le domainede la protection de la population et de l’environnementcontre les dangers résultant des rayonnements ionisants(art. 35 de la loi).

La loi énumère par ailleurs une série d’incompatibili-tés entre l’exercice du mandat de président ou d’admi-nistrateur de l’Agence et d’autres mandats comme parexemple celui de parlementaire, de membre du gouver-nement fédéral, de communauté ou de région… Elleinterdit également aux administrateurs d’être «membredu personnel de l’Agence ou d’une personne ou d’unorganisme soumis au contrôle de l’Agence, soit directe-ment, soit indirectement par l’intermédiaire d’organismeagréé». Ne sont toutefois pas visés les membres dupersonnel des universités et des écoles supérieures quin’ont pas d’intérêt direct aux missions de l’Agence.D’autres limitations peuvent être imposées par ou envertu d’une loi.

La gestion journalière de l’Agence, sa représentationen ce qui concerne sa gestion et l’exécution des déci-sions du conseil d’administration sont confiées au di-recteur général désigné, par le Roi, pour un termerenouvelable de six ans. Il ne peut être révoqué que pararrêté royal délibéré en Conseil des ministres sur avisconforme et motivé de deux tiers des membres du con-seil d’administration.

Le président du Conseil d’administration et le direc-teur général sont de rôle linguistique différent.

La loi du 15 avril 1994 crée par ailleurs un Conseilscientifique dont la mission est de conseiller l’Agencequant à sa politique de contrôle et plus particulièrementde donner un avis préalable aux autorisations à délivrerpour de nouvelles installations nucléaires ou lors du re-nouvellement d’autorisations. La composition et les pou-voirs du Conseil scientifique sont fixés par l’arrêté royaldu 18 décembre 2002 déterminant la composition et lescompétences du Conseil scientifique des Rayonnementsionisants établi auprès de l’Agence fédérale de Con-trôle nucléaire. Cet arrêté a été modifié par un arrêtéroyal du 1er mai 2006.

Page 23: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

233089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

Het Agentschap wordt derwijze georganiseerd datde reglementerende functie en de toezichtsfunctie on-afhankelijk van elkaar worden uitgeoefend.

In hoofdstuk III van de wet van 15 april 1994 wordende taken van het FANC opgesomd.

Krachtens artikel 15 van voormelde wet omvat deopdracht van het Agentschap de onderzoekingen diedienstig zijn voor het omschrijven van alle exploitatie-voorwaarden en voor het bestuderen van de veiligheiden beveiliging van de inrichtingen waarin ioniserendestralingen worden aangewend. Deze opdracht omvatook het toezicht, de eruit voortvloeiende controles eninspecties, de stralingsbescherming, de opleiding en devoorlichting, de contacten met de overheid en met debetrokken nationale instellingen en de interventies innoodgevallen. Het Agentschap verleent zijn technischemedewerking aan de minister die bevoegd is voor Bui-tenlandse Zaken. In principe is het Agentschap tevensbelast met het toezicht op de fysieke beveiligings-maatregelen.

Krachtens artikel 21 van de wet houdt het Agentschaptoezicht op de radioactiviteit over het gehele grondge-bied zowel in normale omstandigheden als in noodge-vallen. Die taak bestaat erin op geregelde tijdstippen deradioactiviteit in de lucht, het water, de bodem en devoedselketen te bepalen alsmede de door de bevolkingopgelopen stralingsdosis te beoordelen en nauwlettendop te volgen.

Het Agentschap verleent tevens technische hulp bijde uitwerking van de noodplannen waartoe de ministervan Binnenlandse Zaken beslist. Het organiseert eeninterventiecel voor de noodgevallen.

Het Agentschap draagt bovendien een grote verant-woordelijkheid inzake de safeguards.

In het raam van de aan het Agentschap toegewezenopdracht, vervult het verscheidene functies. Wat dereglementering betreft, beschikt het Agentschap overinitiatiefrecht (artikel 24 van de wet) en kan het de doorde bevoegde instanties uitgevaardigde reglementeringaanvullen met technische richtlijnen. Voorts kan de Ko-ning zijn bevoegdheid inzake fysieke beschermingslechts uitoefenen indien het Agentschap zulks voor-stelt.

Met uitzondering van de installaties voor industriëleelektriciteitsproductie door splijting van kernbrandstoffenwaarvoor, overeenkomstig de artikelen 3 en 4 van dewet van 31 januari 2003 houdende de geleidelijke

L’Agence est organisée de manière telle que la fonc-tion de réglementation et la fonction de surveillances’exercent indépendamment l’une de l’autre.

Le chapitre III de la loi du 15 avril 1994 énumère lesmissions de l’AFCN.

Selon l’article 15 de la loi, la mission de l’Agence com-prend les investigations utiles à la définition de toutesles conditions d’exploitation et à l’étude de la sécurité etde la sûreté des établissements où sont mis en oeuvredes rayonnements ionisants. Elle comprend égalementla surveillance, les contrôles et les inspections qui endécoulent, la radioprotection, la formation et l’informa-tion, les contacts avec les autorités et les organismesnationaux concernés et des interventions en cas d’ur-gence. L’Agence prête son concours technique au mi-nistre qui a les Affaires étrangères dans ses attributions.En principe, l’Agence est également chargée du con-trôle des mesures de protection physique.

Conformément à l’article 21 de la loi, l’Agence as-sure la surveillance et le contrôle de la radioactivité duterritoire dans son ensemble, aussi bien dans les con-ditions normales qu’en cas d’urgence. Cette missioncomprend la détermination régulière de la radioactivitéde l’air, des eaux, du sol et de la chaîne alimentaireainsi que l’évaluation et la surveillance des doses derayonnements ionisants reçues par la population.

L’Agence assure également une mission d’assistancetechnique à l’élaboration des plans d’urgence que leministre de l’Intérieur arrête. Elle organise une celluled’intervention pour les cas d’urgence.

L’Agence assume également d’importantes respon-sabilités en matière de safeguards.

Dans le cadre des missions qui lui sont conférées,l’Agence assume plusieurs fonctions. En ce qui concernela réglementation, l’Agence dispose d’un droit d’initia-tive (article 24 de la loi) et peut compléter, par des di-rectives techniques, la réglementation arrêtée par lesinstances compétentes. En matière de protection phy-sique, par ailleurs, le Roi ne peut exercer la compé-tence qui est la sienne que sur proposition de l’Agence.

A l’exception des installations de production indus-trielle d’électricité à partir de la fission de combustiblesnucléaires qui ne peuvent plus faire l’objet d’autorisa-tions conformément aux articles 3 et 4 de la loi du

Page 24: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

24 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

uitstap uit kernenergie voor industriële elektriciteits-productie, geen vergunningen meer vereist zijn, ver-leent of weigert de Koning de oprichtings- en exploitatie-vergunning die de oprichting voorafgaat van elkeinrichting waarin stoffen of apparaten die ioniserendestralingen kunnen uitzenden, aanwezig zijn.

Het Agentschap onderzoekt de aanvragen tot hetverkrijgen van de voormelde vergunning. Het wint daar-over het advies in van de Wetenschappelijke Raad.

De exploitatie van een installatie mag niet van startgaan vooraleer de Koning, nadat Hij heeft vastgestelddat aan de vergunningsvoorwaarden is voldaan, de ver-gunning van die installatie heeft bevestigd. Die bevesti-ging wordt voorafgegaan door een gunstig opleverings-rapport, dat door het Agentschap is opgesteld. Deoplevering vindt plaats vooraleer de radioactieve stof-fen waarvoor een vergunning wordt afgegeven, in deinstallatie worden ingebracht.

Het Agentschap houdt toezicht op de naleving vande voorwaarden die zijn opgelegd door de oprichtings-en exploitatievergunning. De Koning kan de vergunningschorsen of intrekken op grond van een advies van hetAgentschap.

Het Agentschap onderzoekt de dossiers inzake hetvervoer van radioactieve stoffen. Het houdt toezicht opde naleving van de bijzondere voorwaarden die zijnopgelegd door de vergunnings- of erkenningsaktenwelke zijn afgegeven door de bevoegde overheid.

Voorts verleent het Agentschap de vergunningen voorde medische toestellen die ioniserende stralingen uit-zenden en houdt het er toezicht op, erkent het de apo-thekers en de artsen die ioniserende stralingsbronnengebruiken, de artsen die belast zijn met het medischtoezicht op de werknemers die beroepshalve zijn bloot-gesteld aan ioniserende stralingen, alsook de deskun-digen die belast zijn met de fysische controle van deinstallaties. Het Agentschap onderzoekt de vergunnings-aanvragen en kent de vergunningen toe voor het ge-bruik van radioactieve stoffen in de geneeskunde, als-ook voor de vervaardiging en de verdeling van dezestoffen. Het houdt toezicht op de naleving van de bij-zondere voorwaarden die zijn opgelegd door devergunningsakten.

Onder de voorwaarden, binnen de grenzen en vol-gens de nadere regels bepaald in artikel 3 van de wet,onderzoekt het Agentschap de vergunningsaanvragenen kent het de vergunningen toe voor het gebruik vanioniserende stralingen voor de sterilisatie van medi-sche apparaten en de behandeling van voedingswaren

31 janvier 2003 sur la sortie progressive de l’énergienucléaire à des fins de production industrielle d’électri-cité, le Roi accorde ou refuse l’autorisation de créationet d’exploitation qui précède la création de tout établis-sement dans lequel sont présents des substances oudes appareils capables d’émettre des rayonnementsionisants.

C’est l’Agence qui examine les demandes d’obten-tion de l’autorisation précitée. L’Agence recueille, à cesujet, l’avis du Conseil scientifique.

L’exploitation d’un établissement ne peut débuteravant que le Roi ait confirmé l’autorisation de cet éta-blissement en constatant que les conditions de l’autori-sation sont respectées. Cette confirmation est précé-dée d’un rapport de réception favorable établi parl’Agence. La réception intervient avant l’introduction dansl’installation des substances radioactives faisant l’objetde l’autorisation.

L’Agence contrôle le respect des conditions imposéespar l’autorisation de création et d’exploitation. Le Roipeut suspendre ou retirer l’autorisation sur avis del’Agence.

L’Agence instruit les dossiers en matière de trans-port de substances radioactives. Elle contrôle le res-pect des conditions particulières imposées par les ac-tes d’autorisation ou d’agrément délivrés par lesautorités compétentes.

L’Agence accorde par ailleurs l’agrément des appa-reils à usage médical émettant des rayonnementsionisants et en assure le contrôle, accorde l’agrémentdes pharmaciens et des médecins utilisant des sourcesde rayonnements ionisants, des médecins chargés ducontrôle médical des travailleurs professionnellementexposés aux rayonnements ionisants ainsi que des ex-perts chargés du contrôle physique des établissements.Elle instruit les dossiers de demande et accorde lesautorisations d’utilisation de substances radioactives enmédecine, ainsi que celles de fabrication et distributionde ces substances. Elle contrôle le respect des condi-tions particulières imposées par les actes d’autorisation.

Dans les conditions et les limites et selon les modali-tés fixées à l’article 3 de la loi, l’Agence instruit les dos-siers de demande et accorde les autorisations d’utilisa-tion des rayonnements ionisants à des fins destérilisation des appareils médicaux et de traitementde denrées alimentaires (en concertation avec l’AfSCA).

Page 25: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

253089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

(in overleg met het FAVV). Het houdt toezicht op denaleving van de bijzondere voorwaarden die zijn opge-legd door de vergunningsakten.

Het Agentschap is belast met de verspreiding vanneutrale en objectieve informatie op nucleair gebied. Hetzorgt voor de overbrenging van technische informatieover stralingsbescherming en nucleaire veiligheid. Hetwerkt, op initiatief van de minister van BinnenlandseZaken, mee aan de informatieverstrekking aangaandede noodplannen die deze minister opstelt.

III. — FINANCIERING VAN HET AGENTSCHAP

Het Agentschap wordt gefinancierd aan de hand vanvergoedingen die worden gedragen door degenen diegebruik maken van de dienstverlening van het Agent-schap (met name de vergunninghouders of de aanvra-gers van een vergunning).

Artikel 12 van de wet van 15 april 1994 bepaalt im-mers het volgende:

Ǥ 1. De Koning kan bij een in Ministerraad overlegdbesluit bepalen dat vergoedingen worden geheven:

1° ten bate van het Agentschap om alle bestuurs-,controle- of toezichtskosten en investeringskosten tedekken;

2° ten bate van de Staat om alle kosten te dekken dievoortvloeien uit de toepassing van de maatregelen teruitvoering van artikel 6, in het bijzonder wat het nood-plan voor nucleaire risico’s betreft;

3° ten bate van het Federaal Agentschap voor deVeiligheid van de Voedselketen om alle kosten te dek-ken voor de organisatie en de uitvoering van zijn activi-teiten.

Hij stelt het tarief en de wijze van betaling van dievergoedingen vast na raadpleging van het Agentschapen van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid vande Voedselketen. De in het eerste lid, 2°, bedoelde ver-goedingen worden toegewezen aan het Fonds voor derisico’s van nucleaire ongevallen, dat hierbij, binnen deBegroting van het ministerie van Binnenlandse Zakenen Ambtenarenzaken, wordt opgericht.

§ 2. De vergoedingen verschuldigd krachtens dezewet kunnen bij dwangbevel worden gevorderd. De Ko-ning wijst de personen aan die ermee belast zijn dedwangbevelen uit te vaardigen en uitvoerbaar te ma-ken. De dwangbevelen worden betekend bij deurwaar-dersexploot.».

Elle contrôle le respect des conditions particulières im-posées par les actes d’autorisation.

L’Agence est chargée de diffuser une informationneutre et objective dans le domaine nucléaire. Elle or-ganise la circulation de l’information technique en ma-tière de sécurité nucléaire et de radioprotection. Ellecollabore, sur l’initiative du ministre de l’Intérieur, à l’in-formation relative aux plans d’urgence que ce dernierélabore.

III. — FINANCEMENT DE L’AGENCE

L’Agence est financée par des redevances à chargedes bénéficiaires des services de l’Agence (à savoir,les titulaires ou demandeurs d’autorisations).

L’article 12 de la loi du 15 avril 1994 sur l’Agencestipule en effet que:

«§ 1er. Le Roi peut déterminer par arrêté délibéré enConseil des ministres les redevances qui sont perçues:

1° au profit de l’Agence pour couvrir en tout les fraisd’administration, de contrôle ou de surveillance et d’in-vestissement;

2° au profit de l’État pour couvrir en tout les fraisrésultant de l’application des mesures prises en exé-cution de l’article 6, notamment en ce qui concerne leplan d’urgence pour des risques nucléaires;

3° au profit de l’Agence fédérale pour la Sécurité dela Chaîne alimentaire pour couvrir en tout les frais liés àl’organisation et à l’exécution de ses activités.

Il fixe le taux et les modalités de paiement de cesredevances après consultation de l’Agence et del’Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimen-taire. Les redevances visées à l’alinéa 1er, 2°, sont ver-sées au Fonds pour les risques d’accidents nucléairescréé au sein du budget du ministère de l’Intérieur et dela Fonction publique.

§ 2. Les redevances dues en vertu de la présente loipeuvent être récupérées par voie de contrainte. Le Roidésigne les personnes chargées de décerner et de ren-dre exécutoire les contraintes. Celles-ci sont signifiéespar exploit d’huissier de justice.».

Page 26: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

26 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

Deze bepaling werd ten uitvoer gelegd door het ko-ninklijk besluit van 24 augustus 2001 tot bepaling vande bedragen en de betalingswijze van de retributiesgeheven met toepassing van de reglementering betref-fende de ioniserende stralingen.

De financiering van het Agentschap wordt gedragendoor degenen die de te controleren risico’s veroorza-ken («de vervuiler betaalt»).

De in het koninklijk besluit van 24 augustus 2001 ende daarbij horende bijlage bedoelde vergoedingen heb-ben in beginsel alleen betrekking op bepaalde presta-ties of werkzaamheden die door het FANC worden uit-gevoerd ten behoeve van een rechtspersoon of eenidentificeerbaar persoon die in het ARBIS is beschre-ven (koninklijk besluit van 20 juli 2001). Het huidige ko-ninklijk besluit voorziet niet in vergoedingen voor de pres-taties of verrichtingen die door het FANC op grond vanenige andere reglementering worden uitgevoerd, zelfswanneer het gaat om prestaties ten behoeve eenidentificeerbare individuele begunstigde.

Er is een onderscheid gemaakt tussen incidentele(eenmalige) vergoedingen en herhaalde (jaarlijkse) ver-goedingen.

IV. — SAMENVATTING VAN DE HOORZITTINGEN

Aangezien de hoorzittingen van de werkgroep metgesloten deuren hebben plaatsgevonden, heeft de werk-groep beslist in dit verslag een samenvatting van dehoorzittingen op te nemen. Aan de leden werden uiter-aard de volledige, door elke spreker goedgekeurde no-tulen van de hoorzittingen bezorgd.

Deze – niet exhaustieve – samenvatting behelst dealgemene terugkerende thema’s die tijdens de hoorzit-tingen aan bod zijn gekomen:

– De operationalisering van het Agentschap

De wet tot oprichting van het Agentschap dateert van15 april 1994, maar de activiteit van het FANC is tendele op gang gebracht door een koninklijk besluit van17 september 1996. De leden van de eerste raad vanbestuur werden op 14 maart 1997 aangewezen, de di-recteur-generaal op 1 december 1998. Drie koninklijkebesluiten van 20 juli 2001 hebben de totstandkomingvan het FANC aangevuld.

Nadat de wet was tot stand gekomen in 1994, wer-den de twee voor nucleaire controle bevoegde over-heidsdiensten door de respectieve ministeries

Cette disposition a été exécutée par l’arrêté royal du24 août 2001 fixant le montant et le mode de paiementdes redevances perçues en application de la réglemen-tation relative aux rayonnements ionisants.

Le financement de l’Agence est mis à la charge deceux qui sont à l’origine des risques à maîtriser («le pol-lueur payeur»).

Les redevances visées dans l’AR du 24 août 2001 etl’annexe y afférente portent en principe uniquement surcertaines prestations ou activités effectuées par l’AFCNau profit d’une personne juridique ou d’une personneidentifiable décrite dans le RGPRI (AR du 20 juillet 2001).L’arrêté royal actuel ne prévoit pas de redevance pourles prestations ou actes effectués par l’AFCN sur basede toute autre réglementation, même lorsqu’il s’agit deprestations au profit d’un bénéficiaire individuel identi-fiable.

Une distinction est établie entre redevances ponc-tuelles (uniques) et redevances récurrentes (annuel-les).

IV. — RÉSUMÉ DES AUDITIONS

Les personnes entendues par le groupe de travaill’ayant été à huis-clos, votre groupe de travail a décidéd’intégrer au présent rapport un résumé des auditions,étant entendu que les membres ont reçu le procès-ver-bal intégral des auditions, approuvé par chaque ora-teur.

Ce résumé – non exhaustif – porte sur les thèmesgénéraux récurrents qui ont été abordés au cours desauditions:

– L’opérationnalisation de l’Agence

Alors que la loi portant création de l’Agence date du25 avril 1994, c’est un arrêté royal du 17 septembre1996 qui a partiellement lancé l’activité de l’AFCN. Lesmembres du premier conseil d’administration ont étédésignés le 14 mars 1997, le directeur général le1er décembre 1998. Trois arrêtés royaux du 20 juillet2001 ont complété la mise en œuvre de l’AFCN.

Après l’élaboration de la loi en 1994, les deux servi-ces de l’administration compétents en matière de con-trôle nucléaire ont été transférés par les ministères

Page 27: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

273089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

waarvan ze afhingen, overgeheveld, namelijk de Dienstvoor de technische veiligheid van nucleaire installaties(DTVKI) en de Dienst voor Bescherming tegenIoniserende Straling (DBIS). De hele, voor de werkingvan die beide diensten nuttige logistiek was bij die mi-nisteries ondergebracht. Binnen de diensten van Jus-titie werd ook de dienst die met de problematiek vande verspreiding van kernmateriaal was belast, overge-heveld. Het Agentschap is dus tussen 1997 en 2000tot stand gekomen en verder uitgebreid.

De koninklijke uitvoeringsbesluiten, die de overheve-ling van de betrokken ministeriële diensten van Volks-gezondheid en Werkgelegenheid en van de voor de uit-voering van zijn taak vereiste middelen mogelijk hebbengemaakt, werden in 2001 uitgevaardigd.

De organisatie van het werk binnen het Agentschapheeft tijd gevergd, als gevolg van de uiteenlopende ach-tergronden, «cultuur» en statuten van de personeelsle-den.

– De managementproblemen bij het Agentschapen de doorlichting van Korn/Ferry

De managementcrisis van 2004 is samengevallen metde goedkeuring van de rekeningen en de opmaak vande begroting en van de operationele plannen voor 2005.Uit de hoorzittingen blijkt dat de raad van bestuur inder-daad herhaaldelijk heeft kunnen vaststellen dat de di-rectie-generaal van het Agentschap moeilijkheden hadom beslissingen te nemen en plannen uit te werken enom ze concreet gestalte te geven. Zo was er zeer wei-nig verwezenlijkt van de doelstellingen van het strate-gisch plan dat in 2002 was goedgekeurd.

Als gevolg van die vaststelling heeft de toenmaligevoorzitter van de raad van bestuur voorgesteld om inseptember 2004 een Bureau op te richten, samenge-steld uit de voorzitter van de raad van bestuur en devoorzitters van het strategisch comité en van hetauditcomité, teneinde het Agentschap een nieuw elante geven.

Tijdens de hoorzittingen hebben sommigen kritiekgeuit op de creatie van dat Bureau, dat volgens hengaandeweg de plaats van de directie-generaal heeft in-genomen en een rol is gaan spelen welke een orgaandat uitgaat van de raad van bestuur niet toekomt. Vol-gens sommigen was dat een schending van de regelsvan corporate governance. Op dezelfde wijze werd ertijdens de hoorzittingen veelvuldig kritiek geuit over dehouding van de voorzitter van de raad van bestuur enzijn ongepaste betrokkenheid bij de operationele lei-ding van het Agentschap. Aan de voorzitter en het

respectifs dont ils relevaient: le Service de la SécuritéTechnique des Installations Nucléaires (SSTIN) et leService de Protection contre les Radiations Ionisantes(SPRI). Toute la logistique utile au fonctionnement deces deux services se trouvait au sein de ces ministè-res. Au sein de l’administration de la Justice, le ser-vice chargé de la problématique de la prolifération nu-cléaire a également fait l’objet d’un transfert. La périodeallant de 1997 à 2000 a donc été consacrée à la cons-truction et à l’élargissement de l’Agence.

Les arrêtés royaux d’exécution, permettant le trans-fert des services ministériels concernés de la santé etde l’emploi et des moyens nécessaires à la conduite desa mission ont été pris en 2001.

Eu égard aux horizons, aux ‘cultures’ et statuts di-vers dont étaient issus les membres du personnel, l’or-ganisation du travail au sein de l’Agence a pris du temps.

– Les problèmes de management au sein del’Agence et l’audit Korn/Ferry

La crise de management de fin 2004 est survenueau moment de l’approbation des comptes et de l’élabo-ration du budget et des plans opérationnels pour 2005.Il ressort des auditions que le Conseil d’administrationavait en effet eu l’occasion de constater à de multiplesreprises les difficultés de la direction générale del’Agence à finaliser et à concrétiser les décisions et plansarrêtés par lui. Par exemple, très peu des objectifs défi-nis dans le plan stratégique adopté en 2002 avaient étéconcrétisés.

Face à ce constat, le président du conseil d’adminis-tration de l’époque a proposé la création – en septem-bre 2004 - d’un Bureau, composé du président du con-seil d’administration et des présidents du comitéstratégique et du comité d’audit afin de donner de nou-velles impulsions à l’Agence.

Au cours des auditions, certains ont critiqué la miseen place de ce Bureau qui, selon eux, s’est peu à peusubstitué à la direction générale et a assumé un rôleque n’aurait pas du jouer un organe émanant du conseild’administration. D’aucuns ont estimé qu’il s’agissait làd’une violation des règles de corporate governance. Dela même manière, nombreux sont ceux qui ont critiquél’attitude du président du conseil d’administration et sonimplication inopportune dans la gestion opérationnellede l’Agence. Il a également été reproché au présidentet au comité de direction d’avoir retenu certaines

Page 28: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

28 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

directiecomité wordt eveneens verweten bepaalde es-sentiële informatie te hebben achter gehouden die deraad van bestuur en de regering, via zijn commissaris,in staat hadden kunnen stellen om de problemen vanhet Agentschap beter te evalueren.

Voorts werd het mandaat van de directeur-generaal,dat op 1 december 2004 had moeten verstrijken, in fe-bruari verlengd door de federale regering, onder de vol-gende voorwaarden:

– die benoeming moet samengaan met die van eenadjunct-directeur-generaal;

– het tweemanschap bestaande uit de directeur-ge-neraal en de adjunct-directeur-generaal moest na zesmaanden werking worden geëvalueerd.

Volgens de verklaringen van verscheidene door dewerkgroep gehoorde personen werd de beslissing omhet mandaat van de directeur-generaal te verlengen,genomen zonder dat daarover vooraf met de raad vanbestuur werd overlegd.

Overeenkomstig de beslissing van de regering werdde procedure van evaluatie van het leidend team aan-gevat door een externe consultant, met name Korn/Ferry.Het doorlichtingsrapport dat de lacunes van verschei-dene leden van het directiecomité op het vlak van hetmanagement aan het licht bracht werd eind september2005 bezorgd aan de raad van bestuur, die de regeringin oktober 2005 heeft verzocht daaruit de conclusieste trekken. De directeur-generaal en het hoofd van hetdepartement «Regeling en Vergunningen» moesten optermijn hun functie neerleggen, terwijl een einde werdgemaakt aan het contract van het hoofd van het de-partement «Administratie en Financiën», die tevenshet ambt van adjunct-directeur-generaal waarnam. Al-leen het hoofd van het departement «Toezicht en Con-trole» bleef in functie

Er werd een nieuwe oproep tot kandidaten gedaanvoor de opvolging van de directeur-generaal, die zelfbenoemd was tot voorzitter van de wetenschappelijkeraad omdat Korn/Ferry op zijn bekwaamheid als des-kundige had gewezen. Die procedure heeft geleid totde benoeming, door de regering, van de heer Willy DeRoovere als nieuwe directeur-generaal op 1 juli 2006.

– De structuur van het Agentschap

De mensen die werden gehoord, zijn in het alge-meen van oordeel dat de rechtsvorm van het

informations essentielles qui auraient permis au con-seil d’administration et au gouvernement, via son com-missaire, de mieux évaluer les problèmes rencontréspar l’Agence.

Par ailleurs, le mandat du directeur général, qui de-vait expirer le 1er décembre 2004, fut renouvelé par legouvernement fédéral en février 2005, aux conditionssuivantes:

– que cette nomination soit doublée de la nominationd’un directeur général adjoint,

– que le tandem formé par le directeur général et ledirecteur général adjoint soit évalué après six mois defonctionnement.

Selon les déclarations de plusieurs des personnesentendues par le groupe de travail, la décision de pro-longer le mandat du directeur général est intervenuesans concertation préalable avec le conseil d’adminis-tration.

Par la suite, conformément à la décision du gouver-nement, la procédure d’évaluation de l’équipe dirigeantea été entamée par un consultant externe, Korn/Ferry.Le rapport d’audit – qui mettait en évidence les lacu-nes de plusieurs membres du comité de direction surle plan du management – a été remis au conseil d’ad-ministration fin septembre 2005. En octobre 2005, leconseil d’administration a invité le gouvernement à entirer les conclusions. Le directeur général et le chef dudépartement «Réglementation et autorisations» ont dûquitter leurs fonctions à terme et il a été mis fin aucontrat du chef du département «Finances et adminis-tration» qui faisait également fonction de directeur gé-néral adjoint. Seul le chef du département «Surveillanceet contrôle» est resté en fonction.

Un nouvel appel à candidatures a été lancé pour lasuccession du directeur général, nommé – quant à lui– président du conseil scientifique, en raison de sescompétences d’expert mises en valeur par Korn /Ferry.Cette procédure a abouti à la nomination par le gou-vernement de M. Willy De Roovere comme nouveaudirecteur général, au 1er juillet 2006.

– La structure de l’Agence

De manière générale, les personnes entendues es-timent que la forme juridique de l’Agence (parastatal

Page 29: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

293089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

Agentschap (parastatale instelling van type C) de mo-gelijkheid biedt voldoende zelfstandigheid en een soe-pel optreden te waarborgen.

De problemen waarmee men te kampen heeft ge-had, zijn niet te wijten aan de structuur van het Agent-schap als dusdanig, maar veeleer aan de werking er-van. Het bestaan van een raad van bestuur, eenregeringscommissaris, een strategisch comité, eenauditcomité en een directiecomité wordt dan ook nietter discussie gesteld …

De mensen die werden gehoord, hebben gewezenop het belang van een evenwichtige samenstelling vande raad van bestuur: de opleiding van wie er deel vanuitmaken, moet de raad in staat stellen de voorgelegdedossiers te beoordelen, het financieel evenwicht vanhet Agentschap te controleren enzovoort. De goedewerking van de instelling hangt af van het vermogenvan de door de Ministerraad benoemde beheerders ombeslissingen te nemen die alleen door het belang vande instelling zijn ingegeven.

Het is bovendien logisch dat de raad van bestuurwordt bijgestaan door gespecialiseerde comités en dathij vervolgens het operationeel beheer overdraagt aaneen directiecomité onder leiding van een directeur-ge-neraal die, rekening houdend met de taakomschrijving,bevoegd is.

Verschillende personen hebben er de nadruk op ge-legd dat de criteria voor de benoeming in de beheers-functies en meer in het bijzonder die van de directeur-generaal moeten worden geobjectiveerd. In dat opzichtgaan sommigen ervan uit dat de raad van bestuur zelfde directeur-generaal zou moeten kunnen aanstellen enafzetten.

Tijdens de hoorzittingen werd de structuur van hetAgentschap vergeleken met die van de NIRAS. Dat iseen overheidsinstelling die het monopolie heeft inzakehet beheer van radioactief afval op het Belgische grond-gebied en die onder het toezicht van de voor economieen energie bevoegde minister staat.

De NIRAS beschikt over een raad van bestuur waar-van de veertien leden worden gekozen op grond vanhun wetenschappelijke bekwaamheid en hun beroeps-deskundigheid in het activiteitendomein van de NIRAS.De NIRAS heeft voorts een directiecomité dat samen-gesteld is uit de directeur-generaal en de adjunct-direc-teur-generaal, de voorzitter, de twee ondervoorzittersvan de raad van bestuur en in voorkomend geval detwee regeringscommissarissen, die mogen deelnemenaan de vergaderingen. Het directiecomité treedt op alstussenschakel tussen het strategisch niveau – de raad

de type C) permet de garantir une autonomie et unesouplesse d’action suffisantes.

Les problèmes rencontrés ne résultent pas de lastructure de l’Agence, en tant que telle, mais plutôt deson fonctionnement. Ainsi, l’existence d’un conseil d’ad-ministration, d’un commissaire de gouvernement, d’uncomité stratégique, d’un comité d’audit et d’un comitéde direction ne sont pas remises en cause…

Les personnes entendues ont souligné l’importanced’une composition équilibrée du Conseil d’administra-tion: la formation des personnes qui le composent doi-vent lui permettre d’évaluer les dossiers qui lui sont sou-mis, de contrôler l’équilibre financier de l’Agence… Lebon fonctionnement de l’institution dépend de la capa-cité des administrateurs désignés par le Conseil desministres à prendre des positions dictées par le seulintérêt de l’institution.

Il est logique en outre que le conseil d’administrationse fasse assister par des comités spécialisés et qu’ildélègue ensuite la gestion opérationnelle à un comitéde direction emmené par un directeur général compé-tent compte tenu de la mission qui a été définie.

Plusieurs personnes ont insisté sur la nécessité d’ob-jectiver les critères de nomination aux fonctions de ges-tion et en particulier, au poste de directeur-général. Dansce contexte, certains estiment que le conseil d’adminis-tration devrait pouvoir nommer et démettre lui-même ledirecteur-général.

Lors des auditions, une comparaison de la structurede l’Agence a été opérée avec celle de l’ONDRAF, or-ganisme public détenant le monopole de la gestion desdéchets radioactifs sur le territoire belge, placé soustutelle du ministre compétent pour l’économie et l’éner-gie.

L’ONDRAF dispose d’un conseil d’administration dontles quatorze membres sont choisis en raison de leurcompétence scientifique et de leur expertise profession-nelle dans le domaine d’activités de l’ONDRAF.L’ONDRAF compte également d’un comité de directioncomposé par le directeur-général et le directeur-géné-ral adjoint, le président, les deux vice-présidents du con-seil d’administration et, le cas échéant, les deux com-missaires de gouvernement qui peuvent assister auxréunions. Le comité de direction joue un rôle de char-nière entre le niveau stratégique – le conseil

Page 30: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

30 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

van bestuur – en het dagelijks bestuur – de algemenedirectie. Alle dossiers worden voorgelegd aan datdirectiecomité alvorens ze aan de raad van bestuurworden overgezonden.

Bij iedere vergadering van de raad van bestuur brengtde directeur-generaal systematisch verslag uit over detenuitvoerlegging van de beslissingen van de raad vanbestuur.

– Interne organisatie

Artikel 43 van de wet van 15 april 1994 betreffendede bescherming van de bevolking en van het leefmilieutegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende ge-varen en betreffende het Federaal Agentschap voorNucleaire Controle luidt als volgt: «Het Agentschapwordt derwijze georganiseerd dat de reglementerendefunctie en de toezichtsfunctie onafhankelijk van elkaarworden uitgeoefend.».

Die bepaling heeft in de structuur van het Agentschapconcreet gestalte gekregen in de oprichting van driedepartementen, met name «Administratie en Financiën»,«Regelgeving en Vergunningen» en «Toezicht en Con-trole».

Sommige van de mensen die door de werkgroepwerden gehoord, waren van mening dat het naast el-kaar bestaan (en vooral dan de problemen inzake sa-menwerking) van de twee laatstgenoemde departemen-ten een van de oorzaken was van de slechte werkingvan het FANC in het verleden.

Sommigen hebben gewezen op de voordelen van eeneventuele samensmelting van de twee departementen,wat onder meer de mogelijkheid zou bieden de prakti-sche ervaring in het veld aan te wenden voor de op-maak van de vergunningen. Dat zou ook de opleidingvan de nucleaire inspecteurs van het Agentschap tengoede komen aangezien zij – alvorens in het veld teinspecteren – hun kennis van de reglementering, devergunningen en de installaties zouden kunnen bij-schaven.

Een ander scenario waarvan gewag werd gemaakt,is dat van het naast elkaar bestaan van een departe-ment «regelgeving» en een departement dat ermeebelast is op te treden in de procedure die volgt op hetaanvragen van een vergunning door een exploitant (on-derzoek van de aanvraag, afgifte van een vergunning,controle van de toegestane installaties enzovoort).

Tot slot attenderen sommigen erop dat het voor eennucleair inspecteur onmogelijk is álle aspecten van decontroles onder de knie te hebben. Zij geven dan ook

d’administration – et la gestion quotidienne – la direc-tion générale. Tous les dossiers passent par ce comitéde direction avant d’être envoyés au Conseil d’admi-nistration.

Lors de chaque réunion du conseil d’administration,le directeur général fait systématiquement rapport surl’exécution des décisions du conseil d’administration.

– Organisation interne

L’article 43 de la loi du 15 avril 1994 relative à laprotection de la population et de l’environnement con-tre les dangers résultant des rayonnements ionisants etrelatives à l’Agence fédérale de Contrôle nucléaire sti-pule que «l’Agence est organisée de manière telle quela fonction de réglementation et la fonction de sur-veillance s’exercent indépendamment l’une de l’autre».

Cette disposition est traduite dans la structure del’Agence qui, outre le département «finances et admi-nistration», compte un département «réglementation etautorisations» et un département «contrôle et sur-veillance».

Certaines personnes entendues par le groupe de tra-vail ont estimé que la coexistence (et en particulier, lesproblèmes de collaboration) de ces deux départementsconstituait une des raisons des dysfonctionnementspassés de l’AFCN.

Certains ont souligné les avantages d’une fusionéventuelle des deux départements qui permettrait no-tamment de mieux utiliser l’expérience de terrain pourla rédaction des autorisations. La formation des inspec-teurs nucléaires en bénéficierait également dans lamesure où ils pourraient – avant de procéder aux ins-pections sur le terrain – développer leur connaissancede la réglementation, des autorisations et des installa-tions.

Un autre scénario évoqué est celui de la coexistenced’un département «réglementation» et d’un départementchargé d’intervenir dans le processus suivant la de-mande par un exploitant d’une autorisation (instructionde la demande, délivrance d’une autorisation, contrôledes installations autorisées…).

Enfin, certains soulignent qu’il est impossible pourun inspecteur nucléaire de maîtriser tous les aspectsdes contrôles et privilégient, par conséquent, une

Page 31: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

313089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

de voorkeur aan een splitsing van de departementenvan het Agentschap naargelang het soort van activiteitvan de vergunde installatie (kerncentrales, medischetoepassingen, industriële toepassingen).

Uit de hoorzittingen komt naar voren dat onder deimpuls van de nieuwe directeur-generaal een nieuweorganisatie wordt overwogen.

– Het personeel

De artikelen 44 tot 46 van de wet van 15 april 1994hebben betrekking op het personeel van het Agentschap.Luidens artikel 44 wordt het personeel van het Agent-schap aangeworven onder arbeidsovereenkomst die isopgesteld overeenkomstig de wet van 3 juli 1978 be-treffende de arbeidsovereenkomsten. De personeels-leden van het Agentschap met de hoedanigheid vanofficier van gerechtelijke politie worden daarentegen indienst genomen in een statutair verband, volgens na-dere regels die de Koning terzake vaststelt (artikel 46).

De uit de respectieve ministeries naar het FANC over-geplaatste statutaire en contractuele personeelsledenbehouden, krachtens artikel 45, minstens hun arbeids-voorwaarden. Het Agentschap kan evenwel «het gelde-lijk en administratief statuut van de overgedragen per-soneelsleden aanpassen, ter harmonisering van deverschillende statuten van toepassing op het personeelvan het Agentschap».

De samenbrenging van het personeel van de minis-teries in een autonoom Agentschap was noodzakelijkom te komen tot een toereikende «kritische massa» aanpersoneel dat tegen de gebruikelijke marktvoorwaardenkon worden betaald. Een controleautoriteit moet immerskunnen beschikken over elitepersoneel, dat kan reke-nen op waardering bij collega’s en bij de andere act-oren (Electrabel, SCK,…). Om voldoende competentiesbij elkaar te krijgen, is het van belang het personeelcorrect te kunnen betalen (wat een zekere vrijheid ver-eist inzake het sluiten van arbeidsovereenkomsten).

Uit de hoorzittingen blijkt dat de onderverdeling tus-sen statutair personeel en personeel onder arbeidsover-eenkomst, alsook de daaruit voortvloeiende behande-lingsverschil, hoe dan ook een bron van wrijving isgeweest binnen het Agentschap, met als gevolg dat detoestand uit de hand is gelopen. Bovendien deelde hetaldus samengebrachte personeel niet dezelfde admi-nistratieve cultuur.

Daarom hebben verschillende sprekers tijdens dehoorzittingen gewezen op de noodzaak de motivatieen de solidariteit binnen het personeel van het Agent-schap te bevorderen.

scission des départements de l’Agence en fonction dutype d’activité exercée par l’établissement autorisé (lescentrales nucléaires, les applications médicales, lesapplications industrielles).

Il ressort des auditions que sous l’impulsion du nou-veau directeur général, une nouvelle organisation estactuellement envisagée.

– Le personnel

Les articles 44 à 46 de la loi du 15 avril 1994 concer-nent le personnel de l’Agence. Conformément à l’article44, le personnel de l’Agence est engagé dans les liensd’un contrat de travail, établi conformément à la loi du3 juillet 1978 relative aux contrats de travail. Toutefois,les membres du personnel revêtus de la qualité d’offi-cier de police judiciaire sont employés statutairement,selon les règles fixées par le Roi (article 46).

Quant aux membres du personnel statutaire et con-tractuel transférés par leurs ministères respectifs, l’arti-cle 45 prévoit qu’ils conservent, au moins, leurs condi-tions de travail. L’Agence peut cependant modifier lestatut pécuniaire et administratif des membres du per-sonnel transférés, afin d’harmoniser les divers statutsapplicables au personnel de l’Agence.

Le regroupement du personnel des ministères au seind’une Agence autonome était nécessaire si l’on souhai-tait atteindre une masse critique suffisante en person-nel, pouvant être rémunéré dans les conditions du mar-ché. L’autorité de contrôle doit en effet pouvoir disposerd’un corps d’élite, respecté par ses pairs et par les autresacteurs (Electrabel, SCK …). Or, si l’on veut mobilisersuffisamment de compétences, il est important de pou-voir rémunérer le personnel correctement (ce qui re-quiert une certaine liberté de gestion contractuelle).

Il ressort des auditions que cette division du person-nel de l’Agence en personnel statutaire et en personnelcontractuel et la différence de traitement qui en a ré-sulté ont certainement constitué une cause de friction,qui a rendu la situation malsaine. Par ailleurs, le per-sonnel ainsi regroupé ne partageait pas la même cul-ture administrative.

Plusieurs des personnes auditionnées ont donc in-sisté sur la nécessité de favoriser la motivation et lasolidarité au sein du personnel de l’Agence.

Page 32: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

32 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

– De financiële aspecten (retributies, reserves,boekhouding, ERP)

De eind september 2006 door de raad van bestuurgoedgekeurde begroting voor 2007 bevat voor zowat18 miljoen euro aan ontvangsten.

De hoorzittingen hebben aan het licht gebracht datde facturatie van de retributies niet altijd makkelijk isverlopen, gelet op de weinig betrouwbare gegevensbankdie het mogelijk moet maken de retributieplichtige ex-ploitanten te identificeren.

Het Agentschap beschikt overigens over reserves tenbelope van circa 33 miljoen euro. Voor een groot deel isdat bedrag het gevolg van het feit dat het Agentschap alretributies ontving nog vóór het volledig operationeelwas. In zijn verslag over de rekeningen van 2003 en2004, waarnaar tijdens de hoorzittingen meermaals isverwezen, oordeelt het Rekenhof dat van het gebruikvan de reserves op middellange of zelfs lange termijneen becijferd plan zou moeten worden opgesteld, reke-ning houdend met de vooruitzichten inzake de evolutievan de nucleaire sector, teneinde ten aanzien van dederden-retributieplichtigen het huidige behoud van dereserves op een dergelijk niveau te kunnen rechtvaar-digen.

Voorts werd in dat verband gepreciseerd dat de be-stemming van de reserves een beslissing vereist overde financiering van het Agentschap op lange termijn,teneinde te kunnen inspelen op de gevolgen van de wetinzake de uitstap uit de kernenergie. De directeur-ge-neraal is ermee belast een meerjarenplan op te stellenvoor de aanwending van de reserves; dat plan zal in deraad van bestuur worden besproken.

Tijdens de hoorzittingen is gewezen op diverse leem-ten als resultaat van het vroegere beheer van hetAgentschap.

Ondanks herhaalde verzoeken van de raad van be-stuur voert het Agentschap geen analytische boekhou-ding, waarmee de ontvangsten en uitgaven beter zou-den kunnen worden gevolgd en waarmee het mogelijkzou zijn een beter overzicht van de activiteiten van hetAgentschap te waarborgen. Tevens kan een dergelijkeboekhouding zorgen voor een betere verantwoordingvan de door het Agentschap geïnde retributies en kun-nen aldus, indien nodig, aanpassingen worden aange-bracht. Kennelijk zou vanaf 2007 dan toch met eenanalytische boekhouding worden gewerkt.

Sommige aan het licht gebrachte tekortkomingenhebben te maken met de uitwerking van een ERP-sys-teem (ERP = Enterprise Resource Planning). In 2004

– Les aspects financiers (redevances, réserves,comptabilité, ERP )

Le budget 2007 approuvé par le conseil d’adminis-tration fin septembre 2006 prévoit des recettes de l’or-dre de 18 millions d’euros.

Les auditions ont démontré que la facturation desredevances n’a pas été facile, eu égard à la faible fiabi-lité de la base de données censée permettre l’identifi-cation des exploitants redevables.

L’Agence dispose par ailleurs de réserves de l’ordrede 33 millions d’euros. Ce montant substantiel résultede ce que l’Agence a perçu des redevances avant d’êtretout à fait opérationnelle. La Cour des Comptes es-time, dans son rapport relatif aux comptes de 2003 et2004 évoqué plusieurs fois pendant les auditions, qu’ilconviendrait d’élaborer un plan chiffré d’utilisation desréserves, à moyen ou même à long terme, tenant comptedes perspectives d’évolution du secteur nucléaire, et celaen vue de pouvoir justifier à l’égard des tiers redeva-bles, le maintien actuel de ces réserves à un tel niveau.

Il a été précisé, à cet égard, que la détermination dela destination des réserves nécessitait une décision surle financement de l’Agence à long terme, afin de pou-voir anticiper les conséquences de la loi sur la sortie dunucléaire. Le directeur général est chargé d’élaborer unplan pluriannuel pour l’utilisation des réserves, plan quisera discuté au sein du conseil d’administration.

Lors des auditions, ont été épinglées plusieurs lacu-nes résultant de la gestion passée de l’Agence.

L’Agence n’est pas dotée d’une comptabilité analyti-que malgré les demandes répétées du conseil d’admi-nistration. Le recours à une telle comptabilité permet-trait de mieux tracer les recettes et les dépenses et degarantir une vue d’ensemble des activités de l’Agence.Elle favorisera une meilleure justification des redevan-ces perçues par l’Agence et permettra, le cas échéant,d’éventuelles adaptations. Il semble que cette compta-bilité analytique devrait être mise en place à partir de2007.

Certains errements concernant la mise sur pied d’unsystème ERP (enterprise ressource planning) ont éga-lement été dénoncés. Ce système, auquel le Bureau

Page 33: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

333089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

had het bureau van de raad van bestuur beslist eendergelijke systeem in te voeren, met de bedoeling deactiviteiten van het Agentschap doeltreffender te ma-ken en beter te coördineren. Kennelijk is de lanceringvan het systeem, dat in 2006 operationeel had moetenworden, mislukt ingevolge de opzegging van het con-tract tussen het Agentschap en het bedrijf dat het sys-teem moest installeren.

Tot slot is ook het ontbreken van enige certificatieaan bod gekomen.

Zo werd het onontbeerlijk geacht de financiële enandere procedures die binnen het Agentschap gang-baar zijn, te herschrijven volgens het in de financiëlesector gebruikte COSO-model. In afwachting van deindienstneming van een interne auditor, heeft het Agent-schap een beroep gedaan op een externe auditor, dieermee is belast toe te zien op de inachtneming van debestaande financiële procedures. De toekomstige in-terne auditor zal er dus op moeten toezien dat de in-terne (financiële of andere) procedures van het Agent-schap correct functioneren en zal zo nodig voorstellenkunnen formuleren om ze te verbeteren.

Thans worden ook de financiële behoeften van hetAgentschap geëvalueerd. Daartoe probeert men, aande hand van een personeelsenquête, te bepalen hoe-veel tijd elk personeelslid van het Agentschap besteedtaan de uitvoering van zijn takenpakket. Zo zou men inprincipe moeten kunnen achterhalen waar de nodigewerkingsmiddelen van het Agentschap (heffingen enandere middelen) vandaan moeten komen.

– De regelgeving

Verscheidene sprekers hebben tijdens de hoorzit-tingen aangegeven dat de regelgeving met betrekkingtot de bescherming tegen de gevaren van ioniserendestraling, de nucleaire veiligheid en de fysieke bescher-ming vrij ingewikkeld was en dat het wellicht nodigwas die bevattelijker te maken. Een bijsturing van deregelgeving dringt zich wellicht op, om ze toepasbaar-der te maken.

Een dergelijke herziening biedt bovendien de gele-genheid de taken van het Agentschap en die van zijnbeheers- en adviesorganen duidelijker te omschrijven.

Het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende al-gemeen reglement op de bescherming van de bevol-king, van de werknemers en het leefmilieu tegen hetgevaar van de ioniserende stralingen is op tal van pun-ten niet duidelijk genoeg en dat heeft volgens sommi-gen gezorgd voor vertraging in de verwerking van de

du conseil d’administration avait décidé de recourir en2004, devait permettre d’améliorer l’efficacité et demieux coordonner les activités de l’Agence. Il sembleque le lancement de ce système, dont l’opérationna-lisation était attendue en 2006, ait échoué en raison dela résiliation du contrat liant l’Agence à l’entreprise char-gée de sa mise en place.

Enfin, l’absence de certification a été évoquée.

La nécessité de procéder à une réécriture des procé-dures financières de l’Agence a également été souli-gnée. Ces dernières devront satisfaire aux exigencesdu modèle COSO. Dans l’attente de l’engagement d’unauditeur interne, l’Agence a fait appel à un auditeur ex-terne afin de veiller au respect des procédures financiè-res existantes. Le futur auditeur interne sera donc chargéde veiller à ce que les procédures internes à l’Agence(financières ou autres) fonctionnent correctement etpourra, le cas échéant, suggérer des propositions d’amé-liorations.

Actuellement, une évaluation des besoins financiersde l’Agence est également réalisée. Pour ce faire, onessaie, sur base d’un questionnement du personnel, dedéterminer combien de temps les membres du person-nel de l’Agence consacrent aux tâches qui leur sontconfiées. Ceci doit permettre d’établir d’où l’argent né-cessaire au fonctionnement de l’Agence (redevanceset autres) devrait provenir.

– La réglementation

Plusieurs personnes entendues par le groupe de tra-vail ont indiqué que la réglementation relative à la pro-tection contre les dangers des rayonnements ionisants,la sécurité nucléaire et la protection physique était re-lativement compliquée et qu’il était sans doute néces-saire de la rendre plus lisible. Une réécriture s’indi-querait pour en améliorer l’applicabilité.

Une telle révision permettrait en outre d’éclaircir lesmissions de l’Agence et celles de ses organes de ges-tion et d’avis.

L’arrêté royal du 20 juillet 2001 portant règlementgénéral de la protection de la population, des travailleurset de l’environnement contre le danger des rayonne-ments ionisants contient de nombreuses imprécisionsce qui, selon certains, entraînent des retards dans letraitement des dossiers. L’absence d’interprétation

Page 34: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

34 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

dossiers. Bovendien zou de uiteenlopende interpreta-tie van de tekst ertoe hebben geleid dat gelijksoortigedossiers niet allemaal op dezelfde manier werden be-handeld.

Voorts heeft het FANC, afgaande op het koninklijkbesluit, nog heel wat werk voor de boeg inzake regle-mentering en richtlijnen. Als gevolg van de omvang vandie taak worden sommige beslissingen te overhaastgenomen of verloopt de behandeling van bepaalde dos-siers daarentegen te traag. Een en ander wekt volgenssommigen de indruk van een gebrekkige planning.

Daarenboven lijkt dat koninklijk besluit te zijn opge-vat voor en gericht op de inrichtingen van klasse I en ishet, bijvoorbeeld, niet echt aangepast aan de realiteitbinnen de ziekenhuizen. Sommigen stellen bijgevolgvoor de herschrijving van het koninklijk besluit toe tevertrouwen aan een wetenschappelijke vereniging, insamenspraak met de verenigingen van beroepsmenseninzake nucleaire geneeskunde, om de tekst aldus beteraf te stemmen op die specifieke ziekenhuisrealiteit.

Een aantal door de werkgroep gehoorde personenheeft zich afgevraagd of het wel door de beugel kan dathet Agentschap zowel wetgeving redigeert als de toe-passing van die wetgeving controleert. Anderen danweer hebben eraan herinnerd dat die regelgevendebevoegdheid van het Agentschap beperkt blijft: het FANCkan alleen nieuwe reglementeringen of wijzigingen vande bestaande reglementering voorbereiden of voorstel-len. Zij vinden het opportuun dat de evolutie van de re-gelgeving vanuit het veld wordt gestuurd.

Tot slot moet het Agentschap er permanent op toe-zien dat de regelgevingen worden aangepast aan deevolutie van de internationale erkende kennis en aan-bevelingen.

– De afgifte van vergunningen

Verscheidene sprekers hebben tijdens de hoorzit-ting gewezen op de aanzienlijke vertraging in de af-gifte van de vergunningen. Die vertraging is het gevolgvan het feit dat, bij de oprichting van het Agentschap,de aanvragen van en de informatie over de exploitatie-vergunningen werden gecentraliseerd. Sinds septem-ber 2001 heeft het Agentschap immers bepaalde voor-heen door de provincies uitgeoefende bevoegdhedenmoeten overnemen, maar toen werden de diensten vanhet Agentschap nog volop uitgebouwd en kampten zenog met een tekort aan personeel. Bovendien ging be-paalde informatie tijdens de overheveling verloren ofwerd ze onbruikbaar.

uniforme aurait également eu pour conséquence quedes dossiers similaires auraient été traités différem-ment.

L’arrêté royal prévoit également que l’AFCN doit en-core réaliser beaucoup de choses en matière de régle-mentation et de directives. Face à l’ampleur de cettetâche, certaines décisions sont prises avec un peu tropde hâte ou au contraire, le traitement de certains dos-siers est trop lent. Tout ceci donne, selon certains, l’im-pression d’un manque de planification.

Par ailleurs, cet arrêté semble avoir été conçu etorienté pour les installations de classe I et est, par exem-ple, peu adapté à la réalité des hôpitaux. D’aucuns pro-posent par conséquent de confier la mission de réécrirel’arrêté royal, compte tenu de la réalité propre aux hôpi-taux, à une association scientifique en consensus avecles associations de professionnels en médecine nu-cléaire.

Certains se demandent s’il est acceptable quel’Agence rédige la législation et assume simultanémentle contrôle de son application. D’autres, toutefois, rap-pellent que les compétences réglementaires de l’Agencene lui permettent que de préparer et proposer de nou-velles réglementations ou des modifications à la régle-mentation existante. Il est opportun selon eux que l’évo-lution de la réglementation vienne du terrain.

Enfin, l’Agence doit veiller en permanence à ce queles réglementations soient adaptées à l’évolution desconnaissances et des recommandations admises auniveau international.

– La délivrance des autorisations

Plusieurs des personnes entendues ont évoqué unretard important dans la délivrance des autorisations.Ce retard a résulté de la centralisation des demandeset des informations relatives aux autorisations d’exploi-tation au moment de la création de l’Agence. En effet,dès le 1er septembre 2001, l’Agence a du reprendrecertaines compétences exercées auparavant par lesprovinces à un moment où les services de l’Agenceétaient encore en cours de développement et man-quaient de personnel. Qui plus est, certaines informa-tions ont été perdues ou sont devenues inutilisableslors du transfert.

Page 35: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

353089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

De wegwerking van de achterstand heeft tijd gevergd.Er is nooit een duidelijke inventaris opgemaakt van wienu eigenlijk een vergunning moest vragen. Derhalvewas het onmogelijk de cliënt duidelijk in te lichten overde stand zijn dossier, noch te weten wie een vergun-ning had en wie niet.

Ook de interpretatieproblemen in verband met hetkoninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeenreglement op de bescherming van de bevolking, van dewerknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van deioniserende stralingen kunnen een verklaring vormenvoor de vertraging in de behandeling van de vergun-ningsaanvragen, alsook voor de nogal uiteenlopendebeslissingen met betrekking tot vergunningen voor het-zelfde type inrichting of activiteit.

Dat een exploitant de hem gevraagde informatie telaat of onvolledig verstrekt, kan voorts ook te makenhebben met de lange termijn die verloopt tussen deindiening van een vergunningsaanvraag voor een in-richting van klasse III en de toekenning van die vergun-ning aan de exploitant. Sommigen zijn bijgevolg demening toegedaan dat het Agentschap in staat moetzijn dergelijke dossiers sneller te behandelen, wanneerde vergunningsaanvraag voor een inrichting van klasseIII correct werd ingediend en alle nodige informatie be-vat.

Wat de vergunningen voor de inrichtingen van klasseII betreft, heeft de vertraging eveneens te maken methet feit dat eerst het advies van het gemeente- en hetprovinciebestuur moet worden ingewonnen.

Het ziet er echter naar uit dat het Agentschap devergunningsdossiers inmiddels veel sneller afhandelt.

Tevens zijn moeilijkheden gesignaleerd in verbandmet de opmaak van de «klantenbestanden» (inzonder-heid wat de tandartsen betreft). Kennelijk heeft het eentijd geduurd eer het RIZIV werd geraadpleegd.

Voor de dierenartsen werd een beroep gedaan op degegevens van verschillende beroepsverenigingen vandierenartsen. Niet alle dierenartsen zijn evenwel lid vaneen beroepsvereniging. Het ligt dus niet altijd voor dehand ze op te sporen. De erkende instellingen zijn eroverigens sinds verscheidene jaren toe gehouden aanhet Agentschap jaarlijks een inventaris van het radio-logisch park dat zij moet controleren, over te zenden(en dus een lijst van de privéartsen, tandartsen,ziekenhuizen waarvoor zij als erkende instelling optre-den, alsook de toestellen waarover elk van hen be-schikt). De gegevensbanken waarvan het Agentschapgebruik maakt, zijn dus verspreid en vaak onvolledig.

La résorption de l’arriéré a demandé du temps. Lespersonnes censées demander des autorisationsn’étaient pas toujours clairement répertoriées. Il étaitdès lors impossible d’informer clairement le client del’état de son dossier, ni de connaître les personnesétant autorisées ou non.

Les problèmes liés à l’interprétation de l’arrêté royaldu 20 juillet 2001 portant règlement général de la pro-tection de la population, des travailleurs et de l’environ-nement contre le danger des rayonnements ionisantspeuvent également expliquer les retards dans le traite-ment des autorisations ainsi que certaines disparitésdans les autorisations pour le même type d’organisme/d’activité.

D’autre part, la longueur du délai entre l’introductiond’une demande d’autorisation pour un établissement declasse III et la délivrance de cette autorisation à l’ex-ploitant peut parfois s’expliquer par la tardiveté aveclaquelle ce dernier transmet les informations qui lui sontdemandées ou par le fait que ces informations sont in-complètes. Certains jugent par conséquent que si lesdemandes d’autorisation d’installations de classe IIIétaient déposées correctement et comprenaient toutesles informations nécessaires, l’Agence serait en mesurede traiter le dossier avec plus de célérité.

Un autre facteur joue un rôle dans la délivrance d’auto-risation en ce qui concerne les établissements de classeII, pour lesquels les avis de l’administration communaleet de la province doivent être recueillis.

Il semble toutefois que le temps de réponse del’Agence ait nettement diminué.

Des difficultés ont également été évoquées en ce quiconcerne l’élaboration des fichiers de ‘clients’ (et parti-culièrement pour les dentistes). Il semble qu’il ait falluun certain temps avant que l’INAMI ne soit consulté.

Pour ce qui est des vétérinaires, il a été fait appelaux données de diverses associations professionnellesde vétérinaires. Toutefois, tous n’étant pas membres detelles associations, il n’est pas toujours évident de lesrépertorier. Par ailleurs, les organismes agréés sontcontraints depuis plusieurs années de transmettre, cha-que année, à l’Agence un inventaire du parc radiologi-que qu’ils sont amenés à contrôler (et donc une listedes médecins privés, dentistes, hôpitaux dont il sontles organismes agréés ainsi que des appareils dontchacun d’eux disposent). Les banques de données aux-quelles l’Agence a recours sont donc dispersées etsouvent incomplètes.

Page 36: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

36 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

– Organisatie van de controles, en de relaties metde erkende instellingen

De wet van 15 april 1994 betreffende de bescher-ming van de bevolking en van het leefmilieu bepaalt inzijn artikel 28 dat het FANC voor de uitvoering vanbepaalde opdrachten een beroep kan doen op de me-dewerking van instellingen die het speciaal daartoe heefterkend. In afwachting van de uitvoering van die bepa-ling, is de in artikel 52bis vervatte overgangsmaatregelvan toepassing. Die bepaling luidt als volgt:

Ǥ 1. Tot op het ogenblik dat de in artikel 28, lid 2bedoelde opdrachten worden overgenomen, hetzij doorhet Agentschap zelf, overeenkomstig de artikelen 15 en16, hetzij door een erkende instelling overeenkomstigde artikelen 28 en 30, blijven de exploitanten van nucle-aire inrichtingen gehouden voornoemde opdrachten toete vertrouwen aan organismen die bij toepassing vande wet van 29 maart 1958 betreffende de beschermingvan de bevolking tegen de uit ioniserende stralingenvoortspruitende gevaren, voor onbepaalde duur werdenerkend.

§ 2. De erkende organismen zijn gehouden de hentot op heden toevertrouwde opdrachten op onafhanke-lijke wijze uit te voeren en verder te blijven uitoefenentot op het ogenblik dat die opdrachten worden overge-nomen, hetzij door het Agentschap zelf, overeenkom-stig de artikelen 15 en 16, hetzij door een erkende in-stelling overeenkomstig de artikelen 28 en 30.

Daartoe behouden zij tijdelijk hun bestaande erken-ning. Onverminderd artikel 29, worden hun erkenningen opdrachten van rechtswege beëindigd op het ogen-blik dat een aanvang wordt genomen met de in artikel28, lid 2 bedoelde opdrachten hetzij door het Agentschapzelf, overeenkomstig de artikelen 15 en 16, hetzij dooreen erkende instelling overeenkomstig de artikelen 28en 30.

§ 3. De overgangsregeling ingevoerd middels ditartikel geldt voor een maximale duur van twee jaar. DeKoning kan bij een in Ministerraad overlegd besluit devoorwaarden en de nadere regelen bepalen betreffendede overdracht van de specifieke controleopdrachten. Hijkan op dezelfde wijze de termijn van deze overgangs-regeling met telkens maximaal één jaar verlengen.»

De overgangsmaatregel wordt sinds 2002 jaarlijksverlengd bij koninklijk besluit. Het laatste koninklijk be-sluit dateert van 10 november 2006 en het verlengt hetovergangsregime tot 31 augustus 2007.

– L’organisation des contrôles et les relationsavec les organismes agréés

La loi du 15 avril 1994 relative à la protection de lapopulation et de l’environnement prévoit en son article28 que l’AFCN peut, pour l’exercice de certainesmissions, faire appel à des organismes qui ont étéagréés à cet effet. Dans l’attente de la mise en oeuvrede cette disposition, c’est la mesure transitoire conte-nue à l’article 52bis qui s’applique. Cette dispositionest rédigée comme suit:

«§ 1er. Les exploitants d’installations nucléaires sonttenus de confier aux organismes agréés pour une du-rée indéterminée en vertu de la loi du 29 mars 1958relative à la protection de la population contre les dan-gers résultant des radiations ionisantes, les missionsspécifiques visées à l’article 28, alinéa 2, jusqu’au mo-ment où ses missions seront reprises, soit par l’Agencemême, conformément aux articles 15 et 16, soit par unorganisme agréé, conformément aux articles 28 et 30.

§ 2. Les organismes agréés existants sont tenusd’exécuter, en toute indépendance, les missions préci-tées qui leur sont confiées jusqu’au moment où ces mis-sions seront reprises, soit par l’Agence lui-même, con-formément aux articles 15 et 16, soit par un organismeagréé, conformément aux articles 28 et 30.

A cette fin, ils maintiennent leur agréation existante.Nonobstant l’article 29, leur agréation ainsi que leursmissions prennent fin de droit au moment où les mis-sions visées à l’article 28, alinéa 2, seront mises enoeuvre soit par l’Agence même, conformément aux ar-ticles 15 et 16, soit par un organisme agréé, conformé-ment aux articles 28 et 30.

§ 3. La période d’application du régime transitoire ins-tauré par cet article est limitée à deux ans au maximum.Le Roi peut déterminer, par arrêté délibéré en Conseildes ministres, les conditions et les règles plus préci-ses en matière du transfert des missions de contrôlespécifiques. Il peut de la même manière proroger ladurée de ce régime transitoire, d’un an au maximum àchaque fois».

La mesure transitoire est reconduite par arrêté royalchaque année depuis 2002. Le dernier arrêté royal datedu 10 novembre 2006 et reconduit le régime transitoirejusqu’au 31 août 2007.

Page 37: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

373089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

De drie erkende instellingen zijn AVN – dat over eenfeitelijk monopolie beschikt wat de inrichtingen vanklasse I betreft –, AVC-Controlatom en TECHNITEST.

De ontstaansreden van dat overgangsregime wasdat men op het ogenblik van de totstandkoming van dewet op het FANC dacht dat de erkende instellingen optermijn zouden verdwijnen en zouden worden opgeslorptdoor het Agentschap, dat daarna de enige bevoegdeautoriteit zou worden, zowel op het stuk van reglemen-tering als van controles op de nucleaire veiligheid eninzake stralingsbescherming.

Volgens sommige sprekers lijkt het echter twijfel-achtig dat de werknemers van de erkende instellingenzich tevreden stellen met het statuut en het bestuurlijkkader dat het Agentschap hen zou hebben gegeven, enverscheidene personen hebben meegedeeld in een der-gelijk geval te vrezen voor een verlies van ervaring enbekwaamheden. Zij vragen zich bijgevolg af of het op-portuun is in die omstandigheden samen te smelten.Verschillende door de erkende instellingen vervuldetaken kunnen overigens niet worden uitgevoerd doorhet Agentschap. Het beschikt hoe dan ook niet overvoldoende mankracht om controles te verrichten dieidentiek zijn aan die van de erkende instellingen, diezelf over in uiteenlopende materies gespecialiseerdedeskundigen beschikken en beter kunnen verifiëren enevalueren wat de exploitanten voorstellen op het ge-bied van nucleaire veiligheid, stralingsbeschermingenzovoort. Ten slotte hebben verscheidene personeneraan herinnerd dat de hoofdverantwoordelijkheid in-zake nucleaire veiligheid berust bij de exploitant vande installatie.

Ook de huidige samenwerking tussen het FANC ende erkende instellingen heeft aanleiding gegeven totdiverse opmerkingen. Volgens sommigen moet die sa-menwerking verfijnd of verduidelijkt worden, daar detaakverdeling niet altijd duidelijk is. Anderen menen daar-entegen dat de taken van het Agentschap en die van deerkende instellingen elkaar aanvullen. De erkende in-stellingen beschikken over veldervaring en spelen eenrol van adviseur bij de exploitanten. De door hen uitge-voerde controles bestaan uit periodieke bezoeken vantechnische aard, met als doel de operaties in het veldop te volgen en eventueel druk uit te oefenen op denucleaire exploitant zodat hij bepaalde acties zou on-dernemen. Het Agentschap staat in voorkomend gevaltoe dat de druk op de exploitant wordt opgevoerd omhem ervan te overtuigen actie te ondernemen. HetAgentschap beschikt overigens over de ervaring in-zake nationale en internationale regelgeving, waaraan

Les trois organismes agréés sont AVN – qui dis-pose d’un monopole de fait en ce qui concerne lesinstallations de classe I –, AVC-Controlatom etTECHNITEST.

La raison d’être de ce régime transitoire résulte dece que l’on pensait, au moment de l’élaboration de laloi sur l’AFCN, qu’à terme, les organismes agréés dis-paraîtraient pour être absorbés par l’Agence qui de-viendrait par conséquent la seule autorité compétentetant en matière de réglementation que de contrôles dansle domaine de la sécurité nucléaire et de la radiopro-tection.

Selon certains intervenants, toutefois, il semble dou-teux que les employés des organismes agréés se sa-tisfassent du statut et du cadre administratif que leuroffrirait l’Agence et plusieurs personnes ont dit crain-dre, dans un tel cas de figure, une perte d’expertise etde compétences. Elles s’interrogent par conséquentsur l’opportunité d’une fusion dans ces conditions. Parailleurs, plusieurs des tâches assumées par les orga-nismes agréés ne pourraient pas être prises en chargepar l’Agence. L’Agence ne dispose pas, de toutes fa-çons, des moyens humains suffisants pour exercer descontrôles identiques à ceux des organismes agréésqui, eux, disposent d’experts, spécialisés dans des ma-tières diverses, plus à même de vérifier et d’évaluerce que proposent les exploitants en matière de sûreténucléaire, de radioprotection,… Enfin, plusieurs per-sonnes ont rappelé que la responsabilité principale enmatière de sécurité nucléaire repose sur l’exploitantde l’installation.

La collaboration actuelle entre l’AFCN et les organis-mes agréés a suscité également plusieurs observations.Selon certains, elle mériterait d’être améliorée voire cla-rifiée, le partage des rôles n’étant pas toujours clair.D’autres qualifient au contraire les missions de l’Agenceet celles des organismes agréés de complémentaires.Les organismes agréés disposent d’une expertise deterrain et jouent un rôle de conseil auprès des exploi-tants. Les contrôles effectués par eux consistent en desvisites techniques périodiques destinées à suivre lesopérations sur le terrain et à éventuellement mettre l’ex-ploitant nucléaire sous pression afin qu’il effectue cer-taines actions. L’Agence permet, le cas échéant, d’aug-menter la pression sur l’exploitant afin de le convaincrede s’exécuter. L’Agence dispose par ailleurs de l’exper-tise en matière de réglementation nationale et interna-tionale à laquelle elle donne une interprétation indé-pendante. Les inspections auxquelles elle procède

Page 38: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

38 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

het een onafhankelijke interpretatie geeft. De inspec-ties die het uitvoert beogen een veel ruimer domein enbestrijken ook het werk van de erkende instellingen.

Herhaald moet worden dat bepaalde nucleaire ex-ploitanten (bijvoorbeeld de centrales en de ziekenhui-zen) over hun eigen fysische controledienst beschikken.Die dienst, waarvan de taken worden bepaald bij eenkoninklijk besluit van 1991 (artikel 23), wordt gecon-troleerd door een erkende instelling, waarvan het werkop zijn beurt wordt gecontroleerd door het Agentschap(met name door de aanwezigheid van vertegenwoordi-gers van het Agentschap in de toezichtcommissies vande erkende instellingen, bij de geregelde contacten tus-sen de diensten van het Agentschap en de erkendeinstellingen, bij de veldinspecties die door de deskun-digen van het Agentschap worden uitgevoerd).

De grote meerderheid van de andere exploitanten(tandartsen, dierenartsen enzovoort) beschikt echter nietover zijn eigen fysische controledienst. Die controlesmoeten dan ook worden uitgevoerd door de erkendeinstellingen. Sommigen hebben onderstreept dat als diefysische controletaken in de toekomst aan het Agent-schap zouden worden toevertrouwd, de overheid dantaken zou moeten uitvoeren die normaal niet voor haarzijn en ze uiteindelijk zichzelf zou moeten controleren.

Opdat het Agentschap de rol kan spelen die de weteraan heeft toegekend, moet het over de noodzakelijkeondersteuning beschikken. Die kan worden gegevendoor een erkende instelling voor zover die haar instruc-ties van het Agentschap ontvangt. Talrijke door de werk-groep gehoorde personen hebben echter onderstreeptdat de erkende instellingen relaties van contractuele aardmet de exploitanten hebben. Het feit dat de erkendeinstellingen worden betaald door de exploitanten die zijmoeten controleren, is aldus regelmatig aan de ordegesteld.

Sommigen achten die situatie ongezond en verkie-zen meer transparantie in de vaststelling van de doorde erkende instellingen gefactureerde prijzen. De er-kende instellingen delen die mening niet. Er heerst geenovereenstemming over de manier waarop de erkendeinstellingen zouden moeten worden betaald. De erkendeinstellingen menen dat het huidige stelsel geen proble-men met zich brengt en dat een betaling die via hetAgentschap zou verlopen geen enkele meerwaardeheeft. Integendeel, dat zou de zaken nodeloos ingewik-keld maken en extrakosten, alsook de toepassing vande regelgeving inzake openbare aanbestedingen, mee-brengen. Ook de vaststelling van een forfait stuit opkritiek want de prestaties van de erkende instellingenhangen af van de omstandigheden. Een erkende

visent un domaine beaucoup plus large et portent éga-lement sur le travail des organismes agréés.

Pour rappel, certains exploitants nucléaires (parexemple, les centrales, les hôpitaux…) disposent de leurpropre service de contrôle physique. Ce service, dontles tâches sont fixées par l’arrêté royal de 1991 (article23), est contrôlé par un organisme agréé, dont le tra-vail est surveillé par l’Agence (notamment par la pré-sence de représentants de l’Agence dans les commis-sions de surveillance des organismes agréés, lors descontacts réguliers entre les services de l’Agence etles organismes agréés, lors des inspections de terrainréalisées par les experts de l’Agence..).

Toutefois, la grande majorité des autres exploitants(dentistes, vétérinaires…) ne disposent pas de leur pro-pre service de contrôle physique. Ces contrôles physi-ques doivent alors être réalisés par les organismesagréés. Certains ont souligné que si ces missions decontrôles physiques étaient à l’avenir confiées àl’Agence, l’autorité publique devrait alors effectuer destâches qui ne lui sont normalement pas destinées etdevrait au final s’autocontrôler.

Pour que l’Agence puisse exercer le rôle qui lui estdévolu par la loi, elle doit bénéficier du soutien néces-saire. Celui-ci peut lui être apporté par un organismeagréé pour autant que ce dernier reçoive ses instruc-tions de l’Agence. Or, de nombreuses personnes ontsouligné que les organismes agréés ont des relationsde nature contractuelle avec les exploitants. Le fait queles organismes agréés soient payés par les exploitantsqu’ils doivent contrôler a ainsi régulièrement été sou-levé.

D’aucuns jugent cette situation malsaine et préfère-raient plus de transparence dans la fixation des prixfacturés par les organismes agréés. Les organismesagréés ne partagent pas le même avis. Il n’y a pas deconsensus sur la manière dont les organismes agréésdevraient être rémunérés. Les organismes agréés ju-gent que le système actuel ne pose pas de problèmeset qu’un paiement qui transiterait via l’Agence ne pré-senterait aucune plus-value. Au contraire, cela ne feraitque compliquer inutilement les choses et entraîneraitdes coûts supplémentaires ainsi que l’application de laréglementation relative aux marchés publics. La fixa-tion de forfait est également critiquée car les presta-tions des organismes agréés dépendent des circons-tances. Un organisme agréé propose de maintenir le

Page 39: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

393089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

instelling stelt voor het huidige stelsel te handhavenwaarbij de erkende instelling wordt gekozen en be-taald door de exploitant, en desnoods een vetorechttoe te kennen aan het Agentschap, dat zich kan ver-zetten tegen de keuze van een exploitant wanneer hetvan oordeel is dat de gekozen erkende instelling nietvoldoende ervaring in huis heeft.

De erkende instellingen moeten de centrale rol vanhet Agentschap erkennen als regelgever van de nucle-aire sector. Uit de hoorzittingen blijkt dat de erkendeinstellingen hun relatie met de veiligheidsautoriteit alsbevredigend beschouwen en wars van machtsverhou-dingen. Het Agentschap lijkt die mening niet helemaalte delen. Daar spreekt men van een zekere wedijverdie soms leidt tot het achterhouden van informatie (be-scherming van knowhow).

Sommige erkende instellingen hebben overigensmelding gemaakt van de wedijver die hun wederzijdserelaties in verband met de inrichtingen van klasse II ken-merkt: door hun prijzen aan te passen aan die welkeworden gevraagd aan de exploitanten, zouden sommi-gen proberen marktaandelen te veroveren, wat somsten nadele gaat van de kwaliteit en de continuïteit vande controles. In dat verband wordt het voor sommigenonder hen moeilijk om nog op een proactieve manier tehandelen, dit wil zeggen, inspecties te verrichten dieverder gaan dan het wettelijke minimum. De wedijverheeft ook gevolgen op het niveau van de voor de oplei-ding van de deskundigen bestemde middelen. Tot slotvrezen de erkende instellingen dat de markt wordt open-gegooid voor concurrentie van buitenlandse instellingen.

Tijdens de hoorzittingen heeft de werkgroep kenniskunnen nemen van de oplossingen die sommigen alhebben overwogen of aanbevolen.

De eerste bestaat uit het terugnemen zonder meerdoor het Agentschap van de nu door de erkende instel-lingen uitgevoerde taken. Daar wordt het argument te-gen ingebracht dat een bepaald aantal vandaag doordie instellingen uitgevoerde taken geen taken kunnenworden die door de overheid kunnen worden uitgevoerd.Sommigen raden dan ook aan de erkende instellingenautonoom te maken en verzetten zich tegen elke terug-name door het Agentschap van de taken van die instel-lingen.

Een ander voorstel is de oprichting van een nieuwekoepelstructuur die de erkende instellingen en het FANCsamenbrengt.

Een integrale toepassing van artikel 28 van de wetvan 1994 – dat voorziet in de delegatie van bepaaldetaken door het Agentschap aan erkende instellingen –

système actuel du choix et du paiement de l’organismeagréé par l’exploitant et le cas échéant, d’accorder undroit de véto de l’Agence, laquelle pourrait s’opposerau choix d’un exploitant lorsqu’elle estime que l’orga-nisme agréé choisi ne dispose pas de l’expérience suf-fisante.

Les organismes agréés doivent reconnaître le rôlecentral de l’Agence en tant que régulateur du secteurnucléaire. Des auditions, il ressort que les organismesagréés jugent leurs relations avec l’autorité de sûretébonnes et dénuées de rapports de force. Ce sentimentne semble pas tout à fait partagé par l’Agence où l’onévoque une certaine concurrence aboutissant dans cer-tains cas à une rétention d’informations (préservationdu know-how).

Par ailleurs, certains organismes agréés ont évoquéla concurrence qui anime leurs relations réciproques ence qui concerne les établissements de classe II: enjouant sur les prix demandés aux exploitants, certainsessaieraient de s’approprier des parts de marché audétriment parfois de la qualité et de la continuité descontrôles. Dans ce contexte, il devient, pour certainsd’entre eux, difficile d’agir encore de manière proactivec’est-à-dire de réaliser des inspections qui vont au-delàde minimum légal. La concurrence a également desconséquences sur le niveau des moyens affectés à laformation des experts. Enfin, les organismes agrééscraignent l’ouverture de la concurrence à des organis-mes étrangers.

Lors des auditions, le groupe de travail a pu prendreconnaissance des solutions ayant déjà été envisagéesou préconisées par les uns et les autres.

La première consiste en une reprise pure et simplepar l’Agence des tâches effectuées actuellement par lesorganismes agréés. Y a été opposé l’argument qu’uncertain nombre de tâches réalisées actuellement par cesorganismes ne semblent pas pouvoir devenir des mis-sions exercées par l’autorité publique. Certains préco-nisent donc l’autonomisation des organismes agréés ets’opposent à toute reprise par l’Agence des missionsde ces organismes.

Une autre proposition est de créer une nouvelle struc-ture coupole réunissant les organismes agréés etl’AFCN.

Une application intégrale de l’article 28 de la loi de1994 – qui prévoit la délégation de certaines missionspar l’Agence aux organismes agréés – a également

Page 40: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

40 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

été proposée. L’Agence pourrait par exemple sélection-ner deux partenaires: l’un pour assurer le contrôle descentrales et des réacteurs nucléaires, l’autre pour as-surer le contrôle résiduel.

Il a par ailleurs été précisé à cet égard que diversrapports successifs transmis par la Belgique à l’AIEA,dans le cadre de la convention sur la sécurité nucléaire,présente le regulatory body belge comme un tandemcomposé de l’Agence (l’autorité sensu stricto) et d’AVN(compétent pour les aspects techniques et les inspec-tions), laquelle propose par conséquent de construireles relations entre l’AFCN et les organismes agréés engénéralisant et en institutionnalisant cette structure entandem, bien acceptée sur le plan international.

L’AFCN constituerait l’autorité de sûreté nucléaire etles organismes agréés des organisations techniques desûreté (technical safety organisations plutôt que destechnical support organisations) (cf. l’exemple de laFrance où l’autorité travaille avec l’IRSN).

La formule du TSO (Technical Support Organisation)a également été envisagée: L’objectif était de créer uneorganisation unique, unité indépendante de l’AFCN, quiaurait effectué des tâches attribuées sous la forme demarchés publics. La participation à des marchés pu-blics posaient toutefois problème pour un organismeagréé.

Enfin, certains ont indiqué que l’on pourrait confieraux organismes agréés une parcelle d’autorité publi-que (par exemple, ordonner l’arrêt temporaire d’une ins-tallation dangereuse).

Pour certains, la situation idéale pour la sécurité nu-cléaire serait qu’il y ait une distinction entre l’autorité derégulation et l’autorité de contrôle. En effet, si une per-sonne ayant la tâche de rédiger les règles est égale-ment amenée à contrôler le bon suivi de ces règles, elledevient juge et partie ! Elle pourrait alors ne pas avouerque certaines règles ne sont, en pratique, pas réalisa-bles ou qu’elles ne sont pas respectées…

Le statut des organismes agréés devrait être revu:ces institutions privées seraient davantage prises ausérieux si elles endossaient par exemple la forme juri-dique de fondation d’utilité publique.

is eveneens voorgesteld. Het Agentschap zou bijvoor-beeld twee partners kunnen kiezen: één voor het ver-zekeren van de controle van de centrales en dekernreactoren, de andere voor de overige controles.

Er is in dat opzicht overigens gepreciseerd dat di-verse achtereenvolgende rapporten die België aan hetIAEA heeft bezorgd in het kader van het Verdrag overde nucleaire veiligheid, het Belgische regulatory bodyvoorstellen als een tandem die bestaat uit het Agent-schap (de autoriteit in de strikte zin) en het AVN (be-voegd voor de technische aspecten en de inspecties);bijgevolg wordt daarin voorgesteld de relaties tussenhet FANC en de erkende instellingen uit te bouwen doordie tandemstructuur, die op internationaal vlak al ruimingang heeft gevonden, te veralgemenen en te institu-tionaliseren.

Het FANC zou dan de nucleaire veiligheidsautoriteituitmaken en de erkende instellingen zouden als techni-sche veiligheidsorganisaties optreden (als technicalsafety organizations veeleer dan als technical supportorganizations) (zie bijvoorbeeld Frankrijk waar de auto-riteit samenwerkt met het IRSN).

Ook de formule van de Technical Support Organi-zation (TSO) werd overwogen. Het was de bedoelingéén enkele, van het FANC onafhankelijke, organisatieop te richten, die in de vorm van overheidsopdrachtengegunde taken zou hebben uitgevoerd. De deelnameaan overheidsopdrachten deed evenwel moeilijkhedenrijzen voor een erkende instelling.

Tot slot hebben sommigen aangegeven dat aan deerkende instellingen een fractie van het overheidsgezagzou kunnen worden verleend (bijvoorbeeld het tijdelijkstilleggen van een gevaarlijke installatie bevelen).

Voor sommigen zou in een ideaal scenario voor denucleaire veiligheid een onderscheid bestaan tussen deregulerende overheid en de controlerende overheid.Indien iemand met als taak de regels op te stellen, moetcontroleren of die regels behoorlijk in acht worden ge-nomen, wordt hij immers tegelijk rechter en partij! Hijzou dan niet kunnen toegeven dat sommige regels inde praktijk niet toe te passen vallen of dat ze niet wor-den nageleefd…

Het statuut van de erkende instellingen zou moetenworden aangepast: die particuliere instellingen zoudenernstiger worden genomen, mochten ze bijvoorbeeldde rechtsvorm van stichting van openbaar nut bezit-ten.

Page 41: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

413089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

En tant qu’autorité de contrôle, l’Agence doit êtrechargée des contrôles des organismes agréés. Ellepourrait également réaliser les contrôles dans des do-maines spécifiques dans lesquels les organismesagréés ne sont pas actifs, par exemple, des contrôlesen matière de sécurisation des sites contre la menaceterroriste.

** *

Afin de résoudre la question des relations de l’Agenceavec les organismes agréés, un facilitateur a été dési-gné par les conseils d’administration respectifs del’Agence, de AVN et de AVC, en vue de contribuer àdégager un consensus sur une collaboration durableprésentant des garanties d’une sécurité nucléaire suffi-sante.

La proposition élaborée par le facilitateur a vu le jourgrâce à des contributions et des discussions avecl’AFCN, AVN et AVC et d’autres.

Le groupe de travail a pris connaissance de la propo-sition élaborée par le facilitateur.

Il en ressort que les principaux points de discordeportaient sur:

– les missions et responsabilités respectives del’AFCN et des organismes agréés

Il existe un consensus sur le fait que la responsabi-lité primaire pour la sécurité nucléaire et la protectioncontre les radiations ionisantes incombe aux exploitants.L’AFCN est responsable, en tant qu’autorité de sécuriténucléaire, des contrôles et de la réglementation et estla seule à pouvoir imposer des mesures coercitives.Dans ce cadre, les organismes agréés ont un rôle con-sultatif. C’est toujours l’AFCN qui est le commanditaire,l’exécutant étant, éventuellement, l’organisme agréé.

Il existe une hiérarchie dans le contrôle. Si l’exploi-tant (un hôpital, un institut de recherche,…) dispose d’unservice de contrôle physique (SCP), c’est ce dernier quieffectue le contrôle interne. Le fonctionnement du SCPest à son tour contrôlé de manière approfondie par l’or-ganisme agréé. L’AFCN, le commanditaire, contrôle lefonctionnement de l’organisme agréé et pas celui duSCP, sauf si l’organisme agréé ne dispose pas de lacompétence nécessaire pour exercer ce contrôle.L’AFCN peut malgré tout contrôler le SCP, par coup desonde, pour vérifier si tout se passe bien.

Als controleoverheid moet het Agentschap wordenbelast met de controle op de erkende instellingen.Voorts zou het controles kunnen verrichten in speci-fieke domeinen waarin de erkende instellingen niet ac-tief zijn, zoals bijvoorbeeld de controle op de beveili-ging van de sites tegen terreurdreiging.

** *

Om het vraagstuk van de verhouding van het Agent-schap tot de erkende instellingen op te lossen, hebbende respectieve raden van bestuur van het Agentschap,AVN en AVC een bemiddelaar aangesteld, die ertoemoest bijdragen dat een consensus werd bereikt om-trent een duurzame samenwerking met de nodige waar-borgen voor een toereikende nucleaire veiligheid.

De bemiddelaar kon een voorstel uitwerken dankzijbijdragen van en besprekingen met het FANC, AVN, AVCen anderen.

De werkgroep heeft kennis genomen van het doorde bemiddelaar uitgewerkte voorstel.

Daaruit blijkt dat de belangrijkste meningsverschillenbetrekking hadden op het volgende.

– De respectieve taken en verantwoordelijkheden vanhet FANC en de erkende instellingen

Er bestaat eensgezindheid over het feit dat in eersteinstantie de exploitanten verantwoordelijk zijn voor denucleaire veiligheid en de bescherming tegen ioniseren-de stralingen. Als nucleaire-veiligheidsautoriteit is hetFANC verantwoordelijk voor de controles en de regel-geving, en kan het als enige autoriteit dwingende maat-regelen opleggen. In dat verband hebben de erkendeinstellingen een adviserende functie. Het FANC is al-tijd de opdrachtgever, terwijl de erkende instelling dieopdracht eventueel uitvoert.

Er bestaat een hiërarchie binnen de controle. Indiende exploitant (een ziekenhuis, een onderzoeksinstituutenzovoort) over een dienst voor fysische controle (DFC)beschikt, verricht die laatste de interne controle. Dewerking van de DFC wordt op haar beurt grondig ge-controleerd door de erkende instelling. Het FANC, deopdrachtgever, controleert de werking van de erkendeinstelling, en niet die van de DFC, tenzij de erkendeinstelling niet over de vereiste bevoegdheid beschikt omdie controle uit te oefenen. Desalniettemin kan het FANCde DFC steekproefsgewijs controleren om na te gaanof alles naar behoren verloopt.

Page 42: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

42 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

L’AFCN, en tant qu’autorité de sécurité, a plutôt pourtâche de veiller au respect des aspects légaux, admi-nistratifs et réglementaires, alors que les organismesagréés se focalisent plutôt sur les aspects technologi-ques et organisationnels. Les organismes agréés jouentun rôle préventif, proactif et consultatif important dansl’évaluation de la présence possible de signes avant-coureurs d’éventuels dangers ultérieurs pour la sécu-rité.

– l’agréation des OA et des experts

L’agrément des organismes agréés doit être octroyépour un délai suffisamment long: la formation du per-sonnel dure longtemps; la continuité dans le suivi desdossiers peut être bénéfique pour la sécurité; le déve-loppement d’une vision d’avenir nécessite des garan-ties en matière de durée d’existence. L’incertitude rela-tive à la sécurité d’existence à long terme induit unelimitation des investissements (appareillage, forma-tions,…), peut entraîner une fuite du personnel, avec laperte de connaissances qui s’ensuit, et est donc né-faste pour la sécurité.

On pourrait prévoir un agrément d’une validité decinq ans ou, selon un intervenant, sans date limite,mais qui pourrait être résiliable à la suite d’un auditexterne, de préférence international, qui aurait lieu tousles cinq ans.

L’agrément doit se faire selon des critères transpa-rents.

En cas d’interruption d’une activité de la part d’unorganisme agréé, ou en cas de perte d’agrément, lacontinuité des inspections doit être assurée. À cet effet,les OA et l’AFCN peuvent conclure une convention quidispose que les experts et le personnel d’accompagne-ment concernés seront, le cas échéant, automatique-ment transférés vers l’AFCN ou vers un autre OA. Laformation d’un expert en protection contre les rayonne-ments n’est pas nécessairement appropriée en tant queformation pour un expert en sécurité nucléaire et vice-versa. Des critères spécifiques d’agrément doivent doncêtre établis pour chacune des deux formations.

– le choix des organismes agréés par l’exploitant oupar l’AFCN

Étant donné les reproches concernant la concurrencedéloyale de certains organismes agréés, il a été pro-posé de geler temporairement le choix actuel de

Als veiligheidsautoriteit heeft het FANC veeleer tottaak toe te zien op de inachtneming van de wettelijke,administratieve en reglementaire aspecten, terwijl deerkende instellingen zich vooral toespitsen op de tech-nologische en organisatorische facetten. De erkendeinstellingen spelen een belangrijke preventieve, pro-actieve en adviesverlenende rol bij het evalueren vande vraag of tekenen al dan niet wijzen op toekomstigeeventuele veiligheidsrisico’s.

– De erkenning van de te erkennen instellingen envan de deskundigen

De erkenning van de daarvoor in aanmerking ko-mende instellingen moet voor een voldoende lange pe-riode gebeuren; de continuïteit inzake de follow-up vande dossiers kan de veiligheid ten goede komen. Hetontwikkelen van een toekomstvisie vergt garanties watde bestaansduur betreft. De onzekerheid omtrent hetvoortbestaan op lange termijn van een instelling leidtertoe dat investeringen (in apparatuur, opleidingen en-zovoort) worden beperkt en dat het personeel wegtrekt,met de daaraan inherente braindrain tot gevolg. Dat isdus funest voor de veiligheid.

Er zou kunnen worden voorzien in een geldigheidgedurende vijf jaar, dan wel, volgens een spreker, zon-der tijdslimiet. Die zou dan wel opzegbaar zijn na eeninterne, bij voorkeur internationale doorlichting die omde vijf jaar zou plaatsvinden.

De erkenning moet volgens transparante criteria ge-schieden.

Indien een erkende instelling haar werkzaamhedenstaakt, moet de continuïteit van de inspecties wordengegarandeerd. Met het oog daarop kunnen de erkendeinstellingen en het FANC een overeenkomst sluitenwaarin is bepaald dat de deskundigen en het betrokkenbegeleidingspersoneel in voorkomend geval automa-tisch worden overgeheveld naar het FANC of naar eenandere erkende instelling. De opleiding tot deskundigein stralingsbescherming is niet noodzakelijkerwijs ge-schikt als opleiding voor een deskundige in nucleaireveiligheid en omgekeerd. Voor elk van die twee oplei-dingen moeten dus specifieke erkenningscriteria wor-den bepaald.

– De keuze van de exploitant of het FANC voor be-paalde erkende instellingen

Gelet op de verwijten in verband met oneerlijke con-currentie door sommige erkende instellingen, is voor-gesteld de huidige keuze van de exploitanten voor een

Page 43: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

433089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

l’organisme agréé par les exploitants. Le changementd’organisme agréé ou le choix d’un organisme agréépar un nouvel exploitant est envisageable, à conditionque celui-ci introduise à cet effet un dossier motivéauprès de l’AFCN. Les critères de qualité et de sécu-rité primeront les critères commerciaux.

– la fixation des programmes d’inspection et destarifs

Au début, l’AFCN estimait qu’il était possible d’éta-blir à l’avance des programmes permanents d’inspec-tion (liés à des tarifs de base) et un calendrier. Il s’estavéré que c’était possible pour les contrôles chez lesradiologues et les dentistes, mais que ce n’était pas sisimple que cela pour les installations plus importanteset plus complexes. Le tarif de base pour ces program-mes de base serait complété par un tarif horaire pourles tâches supplémentaires. La fixation d’un tarif ho-raire encouragerait les exploitants à maintenir leur ins-tallation dans le meilleur état possible. Ces program-mes de base devaient laisser une marge de manœuvrepour des évaluations et des actions proactives.

– les relations financières entre l’AFCN, les organis-mes agréés et l’exploitant

Tout le monde s’accordait à dire que l’exploitant pou-vait payer directement l’organisme agréé, mais que cepaiement devait se faire en toute transparence. L’orga-nisme agréé doit informer l’AFCN de l’exécution destâches et du financement de celle-ci. En outre, le com-missaire réviseur, dont dispose l’organisme agréé, de-vrait également rédiger un rapport indépendant à l’at-tention de la commission de surveillance, présidée parl’AFCN.

– l’établissement des rapports et la communication

Il était convenu que les organismes agréés devaientfaire un rapport détaillé à l’AFCN, dans un délai raison-nable fixé de concert avec l’AFCN, en ce qui concerneles activités commanditées par l’AFCN. Tout particuliè-rement, l’AFCN doit être informé en temps utile et leplus complètement possible sur tous les problèmes aigusde sécurité qui surviennent dans les installations, afinde pouvoir diffuser l’information la plus objective possi-ble aussi bien aux autorités qu’à la presse.

La communication sur la relation entre l’AFCN et lesorganismes agréés doit se passer directement entre

erkende instelling tijdelijk te bevriezen. Het valt te over-wegen een nieuwe exploitant toe te staan van erkendeinstelling te veranderen of een erkende instelling te kie-zen, maar dan wel op voorwaarde dat die exploitantdaartoe een met redenen omkleed dossier bij het FANCindient. De kwaliteits- en veiligheidscriteria zullen prime-ren op de commerciële criteria.

– De vastlegging van de inspectieprogramma’s envan de tarieven

Aanvankelijk ging het FANC ervan uit dat het moge-lijk was op voorhand permanente (aan basistarievengebonden) inspectieprogramma’s en een tijdpad op testellen. Klaarblijkelijk was dat wel mogelijk bij de radio-logen en de tandartsen, maar lagen de zaken niet zoeenvoudig voor de belangrijkere en meer complexe in-stallaties. Het basistarief voor die basisprogramma’szou voor de bijkomende taken worden aangevuld meteen uurtarief. De vastlegging van een uurtarief zou deexploitanten aanmoedigen hun installatie zo goed mo-gelijk te onderhouden. Die programma’s moesten ruimtelaten voor evaluaties en proactieve acties.

– De financiële verhoudingen tussen het FANC, deerkende instellingen en de exploitant

Iedereen was het erover eens dat de exploitant deerkende instelling rechtstreeks mocht betalen, maar datdie betaling op volkomen transparante wijze moest ge-schieden. De erkende instelling moet het FANC inlich-ten over de uitvoering van de taken en over de desbe-treffende financiering. Bovendien zou de commissaris-revisor waarover de erkende instelling beschikt ookeen onpartijdig verslag moeten opstellen ten behoevevan de door het FANC voorgezeten Toezichts-commissie.

– De rapportering en de communicatie

Er was overeengekomen dat de erkende instellingenbinnen een redelijke, in overleg met het FANC vastge-stelde termijn gedetailleerd verslag moesten uitbrengenbij het FANC over de taken waartoe het opdracht hadgegeven. Inzonderheid moet het FANC te gelegener tijden zo volledig mogelijk worden ingelicht over alle acuteveiligheidsproblemen die zich met de installaties voor-doen. Doel daarvan is zo objectief mogelijke informa-tie te verspreiden ten behoeve van de overheid en depers.

De communicatie betreffende de verhouding tussenhet FANC en de erkende instellingen moet rechtstreeks

Page 44: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

44 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

l’AFCN et les organismes agréés. Ni l’AFCN ni les or-ganismes agréés ne communiquent vers l’exploitantsur la relation AFCN/OA. La communication de l’AFCNet/ou des organismes agréés vers l’exploitant en cequi concerne la sécurité nucléaire, la radioprotection,la prévention, etc. doit en effet rester crédible et cohé-rente.

– la formation et le recyclage

On avait proposé dans ce domaine que l’AFCN etles OA organisent périodiquement des formations etrecyclages communs, afin de promouvoir un transfertde connaissances et une cohérence suffisants en ma-tière de sécurité nucléaire et de radioprotection. Lesprogrammes de formation individuels n’entrent bienentendu pas dans ce cadre.

– les indemnités de frais pour R&D ou d’autres mis-sions

L’AFCN doit non seulement stimuler la R&D, qui estnécessaire pour l’exécution optimale de sa compétence,mais également la soutenir financièrement. En tant qu’or-ganisme public créé pour assurer des missions d’inté-rêt public, l’AFCN facture aux «utilisateurs» (donc lesexploitants), sous la forme de rétributions, les frais liésà sa fonction. Il est tout à fait logique que l’Agence as-sume les indispensables frais de R&D dans ces rétribu-tions et indemnise les organismes de la R&D qui sou-tient l’exécution optimale des activités réglementairesde contrôle. Cela vaut tant pour la R&D exécutée parles OA que pour la recherche plus fondamentale réali-sée dans les centres de recherche universitaires et nu-cléaires.

L’AFCN doit définir chaque année, dans le cadre d’unplan pluriannuel, le programme de R&D qui est néces-saire pour remplir ses tâches réglementaires, après avisdu conseil scientifique.

En ce qui concerne les tâches qui touchent à la sou-veraineté du pays, et attendu leur caractère public,l’AFCN doit prioritairement conclure des accords-cadresavec des établissements publics d’enseignement et derecherche.

Le texte auquel était parvenu le facilitateur n’a toute-fois pas été ratifié par l’AFCN. Le régime transitoire adonc été prolongé.

tussen het FANC en de erkende instellingen plaatsvin-den. Noch het FANC, noch de erkende instellingenverstrekken aan de exploitant enige informatie omtrentde verhouding tussen het FANC en de erkende instel-lingen. De communicatie van het FANC en/of de er-kende instellingen met de exploitant over nucleaire vei-ligheid, stralingsbescherming, preventie enzovoort moetnamelijk geloofwaardig en samenhangend blijven.

– De opleiding en de bijscholing

Terzake is voorgesteld dat het FANC en de erkendeinstellingen periodiek gemeenschappelijke opleidingenen bijscholing zouden organiseren, om een toereikendekennisoverdracht en samenhang te bevorderen op hetstuk van nucleaire veiligheid en stralingsbescherming.De individuele opleidingsprogramma’s ressorteren daarvanzelfsprekend niet onder.

– De onkostenvergoeding voor R&D of andere op-drachten

Het FANC moet R&D (die noodzakelijk is voor deoptimale uitoefening van zijn bevoegdheid) niet alleenstimuleren, maar ook financieel ondersteunen. Alsoverheidsinstantie die werd opgericht om taken vanopenbaar nut te vervullen, factureert het FANC, in devorm van retributies, aan de «gebruikers» (anders ge-steld de exploitanten) de aan zijn werking inherentekosten. Het is volkomen logisch dat het Agentschap deonontbeerlijke kosten voor R&D dekt met die retributies,en dat het de instanties die aan R&D doen, vergoedt,want R&D ondersteunt de optimale tenuitvoerleggingvan de reglementaire controleverrichtingen. Dat geldtevenzeer voor de door de erkende instellingen verrichteR&D als voor het meer fundamentele onderzoek datplaatsvindt in de universitaire en nucleaire onderzoeks-centra.

Het FANC moet jaarlijks in het kader van een meer-jarenplan, na advies van de Wetenschappelijke Raad,het R&D-programma vastleggen dat vereist is om zijnreglementaire taken te vervullen.

Met betrekking tot de taken die ‘s lands soevereiniteitaanbelangen, moet het FANC, gelet op de openbaar-heid van die taken, bij voorrang kaderovereenkomstensluiten met openbare onderwijs- en onderzoeksin-stellingen.

Het FANC heeft de tekst die de bemiddelaar had op-gesteld evenwel niet bekrachtigd. De overgangsregelingwerd dan ook verlengd.

Page 45: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

453089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

– Le réseau TELERAD

Lors des auditions, il a été question, à de multiplesreprises, du réseau TELERAD - réseau automatiquede mesure de la radioactivité sur le territoire de la Bel-gique.

Ce réseau a été mis sur pied au début des annéesnonante par la société FABRICOM. Des auditions, ilressort que cette entreprise a transformé le systèmeen une sorte de boîte noire: si le système fonctionnait,il était impossible à l’Agence d’y apporter, elle-même,des modifications ou des améliorations, faute des in-formations nécessaires. L’Agence était donc entière-ment dépendante de FABRICOM en la matière. Qui plusest, les coûts de maintenance du système parFABRICOM étaient assez élevés.

Un des problèmes de TELERAD était que les infor-mations et points de mesure réalisés (en ce compris latransmission automatique des alarmes) n’étaient pasautomatiquement enregistrés au centre fédéral de cal-cul (à l’Agence). Par ailleurs, il est apparu que le sys-tème ne résisterait pas au Bug du millénium.

Suite à un incident survenu en 2000, le gouverne-ment a chargé Price Waterhouse and Cooper (PWC)de soumettre TELERAD à un audit. Les résultats de cetaudit, qui mettaient le doigt sur les faiblesses du réseaude surveillance radiologique, ont été communiqués augouvernement en décembre 2000. PWC relevait notam-ment que pour l’exploitation de TELERAD il n’y avaitpas suffisamment de personnel qualifié et qu’il n’y avaitaucun contrôle sur les prestations du fournisseurFabricom. Ce dernier étant le seul à maîtriser TELERAD,la dépendance de l’Agence à l’égard de cette sociétéétait totale.

Par contre, l’audit avait par contre confirmé l’excel-lente qualité des appareils de mesure.

Sur la base de cet audit, le gouvernement a décidéque l’AFCN serait désormais pleinement responsablede la gestion et de l’exploitation du réseau. L’AFCN futcontrainte de recruter un expert-informaticien qui pour-rait remettre le système à niveau.

Début 2001, TELERAD a été soumis à un audit fi-nancier dont l’objectif était de déterminer et de chiffrerles vices de fourniture, afin de demander réparation.Les équipements ont été examinés et un inventaire detout ce qui ne fonctionnait pas a été établi.

– Het TELERAD-netwerk

Tijdens de hoorzittingen is herhaaldelijk sprake ge-weest van het TELERAD-netwerk – een automatischnetwerk voor meting van de radioactiviteit op het Bel-gische grondgebied.

Dat netwerk is aan het begin van de jaren ’90 opge-zet door FABRICOM. Uit de hoorzittingen blijkt dat dieonderneming het systeem tot een soort van zwartedoos heeft omgevormd: het systeem werkt weliswaar,maar het Agentschap kon het onmogelijk zelf wijzigenof verbeteren omdat het niet over de nodige inlichtin-gen beschikte. Het Agentschap was op dat vlak dusvolkomen afhankelijk van FABRICOM. Bovendien la-gen de onderhoudskosten voor het systeem doorFABRICOM vrij hoog.

Een van de problemen van TELERAD was dat deinformatie en de verwezenlijkte meetpunten (met inbe-grip van de automatische overzending van de alarm-meldingen) niet automatisch in het federaal rekencen-trum (in het Agentschap) werden geregistreerd. Voortsis gebleken dat het systeem niet bestand zou zijn te-gen de millenniumbug.

Als gevolg van een incident in 2000 heeft de regeringPrice Waterhouse and Cooper (PWC) opgedragenTELERAD door te lichten. De resultaten van die door-lichting, die de zwakheden van het netwerk van radio-logisch toezicht blootlegden, werden in december 2000aan de regering bezorgd. PWC wees er onder meer opdat er voor de uitbating van TELERAD niet over vol-doende gekwalificeerd personeel ter beschikking wasen dat er niet de minste controle was op de prestatiesvan leverancier FABRICOM. Aangezien alleen die laat-ste TELERAD onder controle had, was het Agentschapin dat opzicht volledig afhankelijk van die vennootschap.

De doorlichting heeft daarentegen de uitstekendekwaliteit van de meetapparatuur bevestigd.

Op grond van die doorlichting heeft de regering be-slist dat het FANC voortaan volledig verantwoordelijkzou zijn voor het beheer en de exploitatie van het net-werk. Het FANC heeft een deskundige-informaticus indienst moeten nemen om het systeem bij te werken.

Begin 2001 werd TELERAD onderworpen aan eenfinanciële doorlichting met de bedoeling de gebreken inde leveringen te bepalen en te becijferen, teneinde eenschadevergoeding te vragen. De toestellen werden on-derzocht en er werd een inventaris opgemaakt van al-les wat niet werkte.

Page 46: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

46 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

Plusieurs investissements ont été consentis afind’améliorer le fonctionnement du système TELERAD.

Sur l’initiative du ministre, le conseil d’administra-tion a approuvé un service level agreement (SLA), àsavoir un accord sur la qualité des services. Des indi-cateurs de performance ont été développés, des nor-mes ont été définies, un système de rapportage (men-suel, trimestriel et annuel) a été mis sur pied… Cesrapports ont systématiquement été portés à la con-naissance du commissaire du gouvernement afin quece dernier puisse informer le ministre de l’applicationdu SLA.

A la suite de l’audit PWC, a été lancé un projet Phé-nix dont l’objectif était de remplacer la boîte centralepar du matériel et des programmes standards moder-nes qui laisseraient une plus grande marge de manœu-vre et qui devait offrir une fiabilité de 99,9%. Plus préci-sément, le projet Phénix consistait à créer un nouveauTELERAD fiable, dont la réalisation devait coûter beau-coup moins cher que le logiciel TELERAD conçu parFabricom.

Ce projet a toutefois été interrompu en décembre2003 à la suite d’une décision du conseil d’administra-tion.

Il ressort également des auditions qu’à la demandedu ministre de l’Intérieur, la société Siemens a récem-ment entrepris un audit de TELERAD. Selon plusieurspersonnes, les conclusions de cet audit sont plutôt po-sitives. Le rapport de cet audit indique que «le nouveauTelerad – celui réalisé en 2005 – est nettement plusperformant, plus transparent et plus convivial. Il consti-tue sans aucun doute une avancée significative par rap-port au système original». Il importerait toutefois deremédier aux liaisons qui transitent par l’opérateurBelgacom, ce qui pourrait le cas échéant conduire à unmanque ponctuel de données en cas d’indisponibilitéou d’encombrement du réseau.

L’architecture du nouveau système est différente del’architecture de l’ancien système. En effet, l’ancien sys-tème fonctionnait sur base de 4 centres locaux d’inter-rogation et d’un centre de collecte fédéral. Il avait étédéveloppé en fonction des moyens de communicationet d’informatique disponibles à la fin des années 80. Aprésent, le système mis en place est plus puissant. Iln’est ainsi plus nécessaire de recourir au partage desdonnées entre différents petits centres. Toutes les in-formations provenant du réseau peuvent être traitéesau sein d’un seul et unique système. Le centre informa-tique se trouve donc dans les bâtiments de l’Agence àBruxelles. Un back-up des données est toutefois réa-lisé dans un bâtiment de l’Agence situé à Fleurus.

Er zijn verschillende investeringen gedaan om dewerking van het TELERAD-systeem te verbeteren.

De raad van bestuur heeft op initiatief van de minis-ter een service level agreement (SLA) goedgekeurd,dat wil zeggen een akkoord over de kwaliteit van dediensten. Er zijn prestatie-indicatoren uitgewerkt, er zijnnormen bepaald, er is gezorgd voor een systeem vanrapportering (maandelijks, driemaandelijks en jaarlijks)enzovoort. De regeringscommissaris werd systema-tisch in kennis gesteld van die rapporten zodat hij deminister op de hoogte kon brengen van de toepassingvan de SLA.

Als gevolg van de doorlichting door PWC werd eenPhenix-project opgezet, met de bedoeling de centraledoos te vervangen door modern materiaal en modernestandaardprogramma’s die meer bewegingsvrijheidmogelijk zouden maken en die voor 99,9% betrouw-baar moesten zijn. Het Phenix-project bestond er meerbepaald in een nieuw en betrouwbaar TELERAD te creë-ren waarvan de verwezenlijking veel minder duur zouzijn dat het TELERAD-programma van FABRICOM.

Dat project werd in december 2003 evenwel onder-broken ingevolge een beslissing van de raad van be-stuur.

Uit de hoorzittingen blijkt tevens dat de firma Siemensonlangs op verzoek van de minister van BinnenlandseZaken het TELERAD-systeem heeft doorgelicht. Volgensverscheidene personen zijn de conclusies daarvan re-latief gunstig. Het verslag van de doorlichting geeft aandat het nieuwe TELERAD-systeem – dat in 2005 werdingesteld – manifest degelijker, transparanter en ge-bruiksvriendelijker is. Het vormt zonder enige twijfeleen aanzienlijke verbetering ten aanzien van het oor-spronkelijke systeem. Er moet evenwel iets worden ge-daan aan de verbindingen die via Belgacom verlopen;in geval dat netwerk niet beschikbaar of overbelast zouzijn, kan het immers gebeuren dat gegevens tijdelijk nietbeschikbaar zijn.

Het nieuwe systeem is anders geconcipieerd dan hetoude. Het oude systeem werkte immers met vier lokaleinzamelcentra en één federaal ontvangstcentrum. Hetontwerp ervan was afgestemd op de communicatiemid-delen en de informatica die halfweg de jaren ’80 be-schikbaar waren. Het huidige systeem is krachtiger,waardoor de gegevens niet langer over diverse kleinecentra moeten worden gespreid. Alle gegevens van hetnetwerk kunnen in één enkel systeem worden verwerkt.Het informaticacentrum bevindt zich derhalve in de ge-bouwen van het Agentschap in Brussel. De back-up dievan de gegevens wordt gemaakt, wordt evenwel in eengebouw van het Agentschap in Fleurus uitgevoerd.

Page 47: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

473089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

** *

D’autres questions – plus ponctuelles – ont égale-ment été abordées.

– Conseil scientifique des rayonnements ioni-sants

Les compétences du conseil scientifique ont été ré-cemment élargies: le conseil n’est plus seulement habi-lité à rendre des avis sur des autorisations de classe Iet sur l’agrément des experts mais peut désormais ren-dre des avis sur divers aspects, en ce compris la politi-que à mener. L’arrêté royal du 18 décembre 2002 dé-terminant la composition et les compétences du Conseilscientifique des Rayonnements ionisants établi auprèsde l’Agence fédérale de Contrôle nucléaire, tel quemodifié le 1er mai 2006, précise que le «Conseil estchargé de remettre un avis soit à sa propre initiative,soit à la demande du directeur général de l’Agence, duprésident du Conseil d’administration ou du ministrecompétent, sur toute question, d’ordre général ou parti-culier, au sujet des autorisations, de la réglementation,du contrôle ou de la politique à suivre les concernant.L’avis est communiqué à l’autorité qui l’a demandé. LeConseil suit également l’évolution des connaissancesen matière de sûreté nucléaire, de sécurité et de radio-protection. A la demande explicite du Conseil d’Admi-nistration ou du Directeur général, les membres du Con-seil scientifique peuvent, en raison de leur expertisetechnique, participer aux réunions d’organisations na-tionales et internationales».

Il ressort des auditions que le conseil scientifique del’AFCN assure une importante fonction d’intermédiaireet est le seul conseil consultatif du pays à disposer d’undroit de veto: en cas d’avis négatif du conseil scientifi-que, le ministre ne peut délivrer d’autorisation.

Le rôle du Conseil scientifique s’inscrit dans une pers-pective d’assurance de la qualité. Ce dernier est amenéà donner une seconde opinion sur l’ensemble des dos-siers de Classe I et autres dossiers importants qui irontpar la suite chez le ministre de l’Intérieur. Il est essentielque le Conseil scientifique travaille en toute indépen-dance vis-à-vis du reste de l’Agence.

Il apparaît également qu’un protocole d’accord entrele Conseil supérieur d’hygiène et le conseil scientifi-que de l’AFCN est aujourd’hui en préparation en vue

** *

Voorts werden nog een aantal – meer specifieke –kwesties behandeld.

– Wetenschappelijke Raad voor Ioniserende Stra-ling

De bevoegdheden van de Wetenschappelijke Raadwerden onlangs verruimd; de Raad is niet langer ge-machtigd louter adviezen uit te brengen over de ver-gunningen van klasse I en over de erkenning van dedeskundigen, maar mag voortaan ook adviseren overdiverse andere aspecten, met inbegrip van het te voe-ren beleid. Het koninklijk besluit van 18 december 2002tot regeling van de samenstelling en bevoegdheden vande Wetenschappelijke Raad voor Ioniserende Stralin-gen opgericht bij het Federaal Agentschap voor Nucle-aire Controle, dat werd gewijzigd op 1 mei 2006, preci-seert het volgende: «De Raad is ermee belast, hetzij uiteigen initiatief, hetzij op verzoek van de Directeur-ge-neraal van het Agentschap, de voorzitter van de Raadvan Bestuur of van de bevoegde minister, advies te ver-strekken over elke vraag, van algemene of bijzondereaard, aangaande de vergunningen, de reglementering,het toezicht of het terzake te volgen beleid. Het advieswordt aan de overheid medegedeeld die het gevraagdheeft. De Raad volgt eveneens de evolutie van de ken-nis inzake nucleaire veiligheid, beveiliging en stralings-bescherming. Op uitdrukkelijke vraag van de Raad vanBestuur of de Directeur-generaal kunnen leden van deWetenschappelijke Raad uit hoofde van hun technischeexpertise deelnemen aan vergaderingen van nationaleen internationale organisaties.».

Uit de hoorzittingen blijkt dat de WetenschappelijkeRaad van het FANC een belangrijke bemiddelende rolspeelt, en dat hij als enige adviesraad van het land overeen vetorecht beschikt: als de Wetenschappelijke Raadnegatief adviseert, mag de minister geen vergunningafgeven.

De taak van de Wetenschappelijke Raad beoogt dekwaliteit te waarborgen. De Raad moet een tweedemening geven over alle dossiers van klasse I en anderebelangrijke dossiers, die vervolgens aan de minister vanBinnenlandse Zaken zullen worden bezorgd. Het is vancruciaal belang dat de Wetenschappelijke Raad volko-men onafhankelijk ten opzichte van de rest van hetAgentschap opereert.

Bovendien blijkt dat een protocolakkoord tussen deHoge Gezondheidsraad en de Wetenschappelijke Raadvan het FANC momenteel in voorbereiding is om

Page 48: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

48 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

d’éviter le chevauchement de compétences et d’amé-liorer la collaboration. Le conseil supérieur d’hygiène aen effet déjà formulé nombre d’avis et de recomman-dations à l’AFCN.

Certains ont évoqué la nécessité de compléter lacomposition du Conseil avec les représentants desrégions et de recruter – afin de renforcer sa crédibilité– des experts étrangers conformément aux bonnes pra-tiques développées au plan international et d’assisterl’Agence dans ses études à caractère scientifique outechnique.

Par ailleurs, en ce qui concerne la méthode de tra-vail, certains préconisent de travailler davantage avecdes groupes de travail chargés de préparer certainsdossiers. Cette méthode peut, selon eux, améliorer lerapportage concernant les dossiers d’autorisations envue de la délibération en conseil scientifique.

La circulation des informations entre l’AFCN et leConseil scientifique devrait également être améliorée.

A la question de savoir si le fonctionnement du Con-seil scientifique peut induire des retards dans le traite-ment des dossiers, il a été répondu que le conseil scien-tifique applique un calendrier serré dans l’examen desavis. Le Conseil scientifique dispose d’ailleurs d’un dé-lai de trois mois pour le traitement d’un dossier – délaiqui n’a que rarement été dépassé. Toutefois, la sûreténucléaire est un domaine suffisamment important pourqu’on accorde le temps nécessaire à un examen ap-profondi des dossiers. L’objectif et la volonté du Conseilscientifique sont de pouvoir étudier le fond des dossierset de donner des avis en toute connaissance de cause.Ceci peut obliger dans certains cas à procéder à unexamen supplémentaire. Des règles de procédure trèsclaires sont d’ailleurs fixées dans l’arrêté royal du18 décembre 2002 qui a créé le Conseil scientifique.Afin de garantir une représentativité suffisante de l’avisdes membres du Conseil, il est nécessaire par exem-ple qu’un nombre suffisant de personnes soit présentlors des discussions et participe à l’adoption de la dé-cision. Cette question de la représentativité a pu en-traîner certains retards dans la prise de décision.

Par ailleurs, l’exploitant doit commenter l’avis rendu,ce qui prend aussi beaucoup de temps.

bevoegdheidsoverlapping te voorkomen en de samen-werking te verbeteren. De Hoge Gezondheidsraad heeftten behoeve van het FANC immers reeds een aantaladviezen en aanbevelingen geformuleerd.

Sommigen hebben erop gewezen dat de samenstel-ling van de Raad moest worden aangevuld met verte-genwoordigers van de gewesten en dat voorts, ter ver-hoging van zijn geloofwaardigheid, overeenkomstig deinternationaal ontwikkelde good practices, buitenlandsedeskundigen in dienst moesten worden genomen omhet Agentschap bij te staan bij zijn wetenschappelijkeen technische studies.

In verband met de werkwijze pleiten sommigen ertevens voor vaker werkgroepen in te schakelen die er-mee worden belast bepaalde dossiers voor te bereiden.Volgens de betrokkenen kan die methode zorgen vooreen betere rapportering over de vergunningsdossiersmet het oog op het beraad binnen de Wetenschappe-lijke Raad.

De informatiestroom tussen het FANC en de Weten-schappelijke Raad zou eveneens moeten worden ver-beterd.

Op de vraag of de werking van de Wetenschappe-lijke Raad al dan niet tot vertragingen kan leiden bij deafhandeling van de dossiers, werd geantwoord dat deWetenschappelijke Raad voor het onderzoek van deadviezen een strikt tijdpad hanteert. De Wetenschap-pelijke Raad beschikt trouwens over een termijn vandrie maanden om een dossier te behandelen – een ter-mijn die slechts zelden is overschreden. De nucleaireveiligheid is evenwel een voldoende belangrijke aange-legenheid om de nodige tijd uit te trekken voor een gron-dig onderzoek van de dossiers. De WetenschappelijkeRaad beoogt en wenst de dossiers grondig te bestude-ren en daarover met kennis van zaken adviezen uit tebrengen. Dat kan in sommige gevallen een bijkomendonderzoek vergen. Zeer duidelijke procedurele regelswerden trouwens vastgelegd bij het koninklijk besluit van18 december 2002, op grond waarvan de Wetenschap-pelijke Raad werd opgericht. Om een toereikende re-presentativiteit van het door de leden van de Weten-schappelijke Raad uitgebrachte advies te waarborgen,is het bijvoorbeeld noodzakelijk dat voldoende mensenaanwezig zijn tijdens de besprekingen, en dat die men-sen ook aan de aanneming van de beslissingen partici-peren. Dat representativiteitsvraagstuk heeft mogelij-kerwijs enige vertraging in de besluitvorming veroor-zaakt.

Voorts moet de exploitant commentaar geven op hetuitgebrachte advies, wat ook veel tijd in beslag neemt.

Page 49: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

493089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

Enfin, un dossier en ordre peut évidemment être traitébeaucoup plus vite qu’un dossier qui ne l’est pas. Lesdemandeurs ont donc un intérêt certain à soigner leursdossiers.

– Cumul des mandats au sein du conseil d’admi-nistration

La question du cumul des mandats de membre duconseil d’administration de l’Agence avec celui de mem-bre du conseil d’administration de l’ONDRAF a été évo-quée. Même si, sur le plan des principes, il serait préfé-rable que l’ONDRAF et l’Agence n’aient pas d’adminis-trateurs communs, ce cumul n’a posé aucun problèmejusqu’à ce jour. Des problèmes pourraient toutefois sur-gir dans le cas où l’ONDRAF sera amené, à terme, àdemander une autorisation d’exploitation d’un site destockage de déchets de catégorie A.

– Données statistiques sur l’exposition des tra-vailleurs aux rayonnements ionisants

Les auditions ont mis en évidence la difficulté de par-venir à récolter des données fondamentales globalessur l’évolution de l’exposition des travailleurs aux rayon-nements ionisants dans l’ensemble des secteurs d’acti-vités. De telles données statistiques générales – etnon relatives au suivi individuel des travailleurs dansle cadre de la surveillance médicale du travail – n’exis-tent pas, bien que l’AFCN réclame l’établissement detelles données. Grâce à de telles analyses, il devraitrevenir à l’AFCN d’évaluer la nécessité de prendre desmesures de précaution complémentaires.

– L’enlèvement des paratonnerres radioactifs

Le placement de paratonnerres radioactifs a été in-terdit en 1985. L’Agence a entamé, au printemps 2003,une campagne destinée à repérer et enlever de façonsystématique les paratonnerres radioactifs pouvant en-core exister.

Lors du lancement de cette campagne, l’Agence aété confrontée à un problème d’inventaire. En effet, seulun petit nombre de paratonnerres étaient autorisés etcontrôlés annuellement par un organisme agréé. Le coûtde leur enlèvement a donc été pris en charge parl’Agence car ces propriétaires avaient payé un orga-nisme agréé pour assurer le contrôle régulier de leursparatonnerres. Pour le reste, la plus grande incertitude

Tot slot kan een dossier dat in orde is vanzelfspre-kend veel sneller worden afgehandeld dan een dossierwaarbij dat niet het geval is. De aanvragers hebben erdan ook zeker belang bij hun dossiers zorgvuldig aante leggen.

– Cumulatie van de mandaten binnen de raad vanbestuur

Er is gewezen op het vraagstuk van de cumulatie vanhet mandaat van lid van de raad van bestuur van hetAgentschap met dat van lid van de raad van bestuurvan de NIRAS. Ook al ware het in beginsel verkieslijkdat de NIRAS en het Agentschap geen gemeenschap-pelijke bestuurders hebben, toch heeft die cumulatie totdusver generlei moeilijkheid doen rijzen. Wel zoudenknelpunten kunnen rijzen ingeval de NIRAS op termijneen exploitatievergunning moet aanvragen voor een sitevoor de opslag van afval van categorie A.

– Statistische gegevens betreffende de bloot-stelling van de werknemers aan ioniserende stra-lingen

De hoorzittingen hebben aan het licht gebracht dathet moeilijk is om in alle activiteitssectoren algemenefundamentele gegevens te verzamelen over de evolu-tie van de blootstelling van de werknemers aan ionise-rende straling. Dergelijke algemene statistische gege-vens – die dus geen betrekking hebben op de individueleopvolging van de werknemers in het kader van hetmedisch toezicht op het werk – ontbreken, hoewel hetFANC het opstellen van dergelijke gegevens eist. Dank-zij dergelijke analyses zou het FANC zich ermee moe-ten belasten te oordelen of aanvullende voorzorgsmaat-regelen nodig zijn.

– De verwijdering van radioactieve bliksemaflei-ders

In 1985 werd de plaatsing van radioactieve bliksem-afleiders verboden. In het voorjaar van 2003 werd eencampagne gestart, die tot doel had de eventueel nogbestaande radioactieve bliksemafleiders systematischte verwijderen.

Bij de lancering van de campagne had het Agentschapevenwel te maken met een inventarisprobleem. Slechtseen klein aantal bliksemafleiders werd met een vergun-ning geplaatst en werd jaarlijks gecontroleerd door eenerkende instelling. Aangezien de eigenaars een erkendeinstelling hadden betaald om hun bliksemafleiders ge-regeld te laten nakijken, werd de kostprijs van de ver-wijdering ervan door het Agentschap gedragen. Voor

Page 50: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

50 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

était de mise pour localiser les paratonnerres radioac-tifs, d’autant plus que les propriétaires en ignoraientparfois la présence. L’Agence a contacté les firmes quiavaient posé ces dispositifs mais nombreuses sont cel-les qui entre-temps avaient disparu. Par conséquent, ilétait presque impossible d’établir une liste exploitable.On a donc privilégié une procédure d’identification quis’orientait vers les acteurs directement ou indirecte-ment concernés. On aurait pu organiser des campa-gnes adressées au grand public mais le risque étaitgrand que de nombreux paratonnerres disparaissentillégalement.

Au moment du lancement de la campagne, l’Agenceestimait à environ 3000 à 4000, le nombre de paraton-nerres restants.

Il ressort des auditions que la campagne d’enlève-ment a été décidée unilatéralement par l’Agence et né-cessitait un déploiement d’intervenants: l’AFCN, d’abord,puis les organismes agréés chargés d’identifier les dé-chets, une entreprise agrée chargée du démantèlementconformément aux normes nucléaires en vigueur, untransporteur- choisi conformément aux règles des mar-chés publics- capable d’assurer ce transport nucléairedans les règles de l’art, enfin l’ONDRAF pour le traite-ment de ces déchets. Tout ceci a évidemment un coût.

A titre de comparaison, une campagne analoguemenée en France a été intégralement financée par laSanté publique. La nouvelle loi française sur le nucléaireprévoit par ailleurs un financement public pour le traite-ment du ‘nucléaire diffus’. Si, en Belgique, une telle cam-pagne avait également été financée par l’État, il estcertain que tous les paratonnerres radioactifs auraientdéjà été enlevés.

Après le passage d’un inspecteur assermenté chargéde constater la présence du paratonnerre, d’identifier letype de paratonnerre dont il s’agit et d’établir un rapportd’inspection, le paratonnerre ne peut plus disparaîtrepuisqu’il est inscrit dans la banque de données del’Agence qui accorde au propriétaire un délai de six moispour le faire enlever. Selon le cas, ce délai peut êtreprolongé d’un mois. Dans le cas où le propriétaire resteen défaut de respecter l’obligation qui lui est faite, il estensuite fait appel au parquet pour la suite. Cette procé-dure était identique pour tous les propriétaires qu’ils’agisse d’autorités publiques ou non.

het overige had men totaal geen idee waar de radioac-tieve bliksemafleiders zich bevonden, temeer daar deeigenaars ervan soms niet wisten dat zij er een had-den. Het Agentschap heeft contact opgenomen met debedrijven welke die toestellen hadden geplaatst, maarmoest vaststellen dat veel ervan inmiddels niet meerbestonden. Het was bijgevolg bijna onmogelijk een bruik-bare lijst op te stellen. Men heeft er dan ook de voor-keur aan gegeven een opsporingscampagne op te zet-ten die zich tot de direct of indirect betrokken spelersrichtte. Men had ook voor het ruime publiek bestemdecampagnes kunnen voeren, maar dan was er een grootrisico dat tal van bliksemafleiders illegaal werden ont-manteld.

Op het ogenblik dat de campagne van start ging, werdhet aantal resterende bliksemafleiders door het Agent-schap op ongeveer 3000 tot 4000 geraamd.

Uit de hoorzittingen blijkt dat de verwijderings-campagne een eenzijdig initiatief was van het Agent-schap en de inzet van heel wat actoren vereiste: aller-eerst het FANC zelf, maar ook de erkende organen diebelast zijn met de identificatie van afval, een erkendbedrijf voor de ontmanteling van bliksemafleiders con-form de vigerende nucleaire voorschriften, eentransporteur die werd aangewezen conform de voor-schriften inzake overheidsopdrachten en die bij machteis dat nucleaire transport naar behoren te volbrengen,alsmede, tot slot, de NIRAS voor de verwerking van datafval. Aan dat alles hangt uiteraard een prijskaartje.

Als we de Belgische campagne vergelijken met de ana-loge campagne in Frankrijk, mogen we niet uit het oogverliezen dat de campagne in Frankrijk integraal werd ge-financierd door het Franse ministerie van Volksgezond-heid. De nieuwe Franse wet inzake nucleaire aangelegen-heden voorziet bovendien in een overheidsfinanciering voorde verwerking van wat in Frankrijk «le nucléaire diffus»wordt genoemd. Mocht de campagne in België ook doorde overheid zijn gefinancierd, dan waren álle radioactievebliksemafleiders zeker al weggehaald.

Nadat de beëdigd inspecteur ter plaatse heeft vast-gesteld dat er een bliksemafleider is geplaatst, het typeervan heeft nagegaan en een inspectierapport heeftopgesteld, kan de bliksemafleider niet meer «verdwij-nen», aangezien hij is opgenomen in de databank vanhet Agentschap, dat de eigenaar zes maanden de tijdgeeft om hem te ontmantelen. Naar gelang van het ge-val kan die termijn met een maand worden verlengd.Ingeval de eigenaar die verplichting niet in acht neemt,wordt een beroep gedaan op het parket voor de ver-dere opvolging van de zaak. Die procedure was voorelke betrokkene dezelfde, ongeacht of het om een over-heid dan wel om een privépersoon ging.

Page 51: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

513089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

Les paratonnerres radioactifs contiennent unesource radioactive scellée. Dans la majorité des cas,une fois cette source enlevée, la radioactivité dispa-raît. Toutefois, il est possible que le scellement ait étéendommagé pour l’une ou l’autre raison. Dans ce cas,il peut y avoir eu écoulement sur le mât ou sur desparties du toit avoisinnantes. Les sociétés agréées pourl’enlèvement des paratonnerres ne sont pas des spé-cialistes en matière de contamination radioactive maismaîtrise le risque classique résultant du travail sur lestoits. Elles reçoivent par l’Agence les formations né-cessaires pour l’enlèvement et pour la prise de mesu-res. Il y a trois types de substances qui peuvent êtrerencontrées: le Krypton, un gaz qui, en cas de fuite,s’est de toute façon échappé; l’ameritium pour lequelon a constaté très peu de contamination – c’est doncsurtout le Radium qui peut contaminer des structures.Dans ce cas, la mesure des débits de doses permetde donner une première indication sur une présenceou non de contamination.

Dans ce contexte, les entreprises disposent de do-simètres. Lorsqu’une contamination est constatée surune partie du mât, la société enlève le paratonnerreainsi que la partie du mât contaminée pour les transfé-rer à l’ONDRAF. Si la contamination est plus impor-tante et qu’une partie du toit est touché, ces sociétésdoivent avertir l’Agence pour lui permettre de prendredes mesures plus précises avec un contaminomètreou des appareils plus sophistiqués. Selon le degré decontamination, l’Agence imposera les mesures adé-quates.

Au début, il y a eu une certaine confusion car AVN,ayant l’habitude de travailler au contrôle des installa-tions nucléaires, avaient utilisé des valeurs inadéqua-tes (valeurs de libération) dans un cadre d’interventiontrès particulier où l’on trouve une situation radiologiquesur un terrain qui n’est pas sous contrôle nucléaire.

Les niveaux de libération d’une matière d’une instal-lation nucléaire ne s’appliquent pas en cas d’interven-tion comme c’est le cas pour les paratonnerres.

– Communication interne et externe

Certains reprochent à l’Agence un certain manquede clarté, la contradiction entre certaines prises de po-sitions (par exemple, en ce qui concerne l’interprétationde la réglementation), l’obscurité des procédures dedécision, mais aussi des lacunes en matière de com-munication interne (qui conduit parfois à méconnaîtredes engagements pris) et externe. Le suivi des

De radioactieve bliksemafleiders bevatten in prin-cipe een ingekapselde radioactieve bron. In de meestegevallen is het zo dat de radioactiviteit samen met diebron verdwijnt. Het kan evenwel gebeuren dat dieinkapseling om de een of andere reden beschadigd is,waardoor radioactiviteit kan zijn vrijgekomen op demast of andere omliggende delen van het dak. De be-drijven die over een vergunning beschikken om blik-semafleiders te verwijderen, zijn niet gespecialiseerdin radioactieve besmetting, maar zijn vertrouwd metde klassieke risico’s van dakwerkzaamheden. HetAgentschap verstrekt hen de vereiste opleiding om debliksemafleiders te verwijderen en metingen te verrich-ten. De bedrijven kunnen te maken krijgen met driestoffen: Krypton, een gas dat bij lekkage hoe dan ookontsnapt, Americium, een stof die tot dusver slechtsheel zelden tot besmetting heeft geleid, en Radium,dat het grootste gevaar voor besmetting van de infra-structuur oplevert. In dat geval kan in eerste instantieworden nagegaan of er al dan niet sprake is van be-smetting door het dosistempo te meten.

Daartoe beschikken de ondernemingen over dosis-tempometers. Wanneer wordt vastgesteld dat een deelvan de mast besmet is, verwijdert de onderneming zo-wel de bliksemafleider als het besmette mastgedeelte,en bezorgt ze dit alles aan de NIRAS. Bij een meeromvangrijke besmetting, waarbij tevens het omliggendedeel van het dak besmet is geraakt, moeten die onder-nemingen het Agentschap waarschuwen, zodat het ge-richter kan ingrijpen met behulp van een besmettings-meter of meer gesofistikeerde apparatuur. Het Agent-schap zal passende maatregelen opleggen, naar ge-lang van de besmettingsgraad.

Aanvankelijk heerste een zekere verwarring, omdatAVN, die gewoonlijk de controle van de nucleaire instal-laties voor zijn rekening neemt, ongeschikte waarden(vrijgavewaarden) had gehanteerd in een zeer speci-fieke context, met name het geval van een bestralingop een terrein dat niet onder nucleaire controle staat.

Wanneer een stof uit een nucleaire installatie vrij-komt, liggen de vrijgavewaarden anders dan bij lek-kage van radioactiviteit uit een bliksemafleider.

– Interne en externe communicatie

Tevens kan men volgens sommigen het Agentschapeen bepaald gebrek aan duidelijkheid verwijten, alsmededat een aantal van zijn standpunten onderling strijdigzijn (bijvoorbeeld wat de interpretatie van de reglemente-ring betreft), dat de besluitvormingsprocedures ondui-delijk zijn, maar dat er ook leemten zijn in de internecommunicatie (wat er soms toe leidt de aangegane

Page 52: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

52 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

réunions (élaboration des comptes-rendus) est égale-ment parfois trop lent.

– Le contrôle des dentistes

Il ressort des auditions que les dentistes contestentle bien-fondé des redevances mises à leur charge. Jus-qu’à présent, l’AFCN assujettit les dentistes à trois re-devances différentes, à savoir:

– une redevance de 277,52 euros pour l’autorisationd’exploitation pour les établissements pour une duréefixée normalement à 15 ans;

– une redevance de 277,52 euros pour l’autorisationde l’utilisateur (durée 10 ans);

– une redevance annuelle de 166,52 euros.

Les dentistes estiment que ces redevances sont in-justifiées puisqu’elles ne reçoivent, selon eux, aucunecontrepartie. Ils assimilent ces redevances à un impôt.

Par ailleurs, ils jugent que le contrôle d’un appareillageRX par l’AFCN est superflu, puisque le contrôle est déjàopéré depuis de longues années par des firmes privées.Il serait préférable d’accorder une plus grande atten-tion à la formation des dentistes, de manière à ce qu’ilspuissent apprendre à manipuler correctement un ap-pareillage RX.

V. — RECOMMANDATIONS

A. Statut de l’AFCN

1. Le groupe de travail constate que les problèmesque l’Agence a rencontrés par le passé ne résultentpas de son statut d’organisme d’utilité publique de ca-tégorie C. Il n’estime par conséquent pas nécessaire àl’heure actuelle de modifier ce statut mais souligne lanécessité de prévoir des garanties permettant unmeilleur contrôle du fonctionnement de l’Agence parles autorités de tutelle et le Parlement.

B. Missions de l’AFCN

2. Le groupe de travail s’accorde à dire que l’Agencedoit exercer les missions qui lui sont conférées en ap-portant une attention constante à la protection de lapopulation et de l’environnement en général et des tra-vailleurs en particulier. Dans ce contexte, il est préfé-rable de confier le suivi des résultats de l’expositiondes travailleurs aux rayonnements ionisants, sans pré-

verbintenissen over het hoofd te zien) én de externecommunicatie. Ook de follow-up van de vergaderingen(totstandkoming van de verslagen) is soms te traag.

– De controle op de tandartsen

Tijdens de hoorzittingen hebben de tandartsen vraag-tekens geplaatst bij de gegrondheid van de door henverschuldigde retributies. Tot dusver legt het FANC detandartsen drie verschillende retributies op, te weten:

– een retributie van 277,52 euro, wat de exploitatie-vergunningen voor instellingen betreft (looptijd van door-gaans 15 jaar);

– een retributie van 277,52 euro, wat de vergunnin-gen voor gebruikers betreft (looptijd van 10 jaar);

– een jaarlijkse retributie van 166,52 euro.

Volgens de tandartsen zijn die retributies niet ver-antwoord, omdat er geen sprake is van een tegenpres-tatie. In hun ogen gaat het gewoon om een belasting.

Bovendien vinden zij de door het FANC uitgevoerdecontrole op de röntgenapparatuur overbodig, omdatprivéfirma’s daar al jarenlang voor instaan. Het zou devoorkeur verdienen meer aandacht te besteden aan deopleiding van de tandartsen, opdat zij de röntgen-apparatuur correct zouden leren gebruiken.

V. — AANBEVELINGEN

A. Statuut van het FANC

1. De werkgroep constateert dat de problemen waar-mee het Agentschap te kampen heeft gehad niet tewijten zijn aan zijn statuut van instelling van openbaarnut van categorie C. Hij acht het derhalve niet nodigdat statuut vandaag te wijzigen, maar wijst op de nood-zaak te zorgen voor garanties die een betere controlevan de werking van het Agentschap door de voogdij-instanties en het Parlement mogelijk maken.

B. Taken van het FANC

2. De werkgroep is het erover eens dat het Agent-schap bij de uitoefening van de hem opgedragen takenvoortdurend oog moet hebben voor de beschermingvan de bevolking en het leefmilieu in het algemeen envan de werknemers in het bijzonder. In dit kader wordtde opvolging van de resultaten van de blootstelling aanstralingen van werknemers beter uitdrukkelijjk aan het

Page 53: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

533089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

judice des compétences du SPF Emploi, travail et con-certation sociale en ce qui concerne les mesures indi-viduelles.

C. Contrôle externe sur l’AFCN

3. Le groupe de travail insiste sur la nécessité d’uncontrôle externe sur l’AFCN tant de la part du parle-ment que d’acteurs externes

– contrôle parlementaire

4. Le groupe de travail recommande à la commis-sion compétente de la Chambre de mettre systémati-quement à son ordre du jour la discussion du rapportannuel que l’Agence doit élaborer conformément à l’ar-ticle 26 de la loi du 15 avril 1994. Cette discussion doitavoir lieu en présence du ministre de tutelle mais éga-lement des représentants de l’Agence. Cette recom-mandation ne porte pas préjudice à d’éventuelles ini-tiatives complémentaires que prendrait la Chambre desreprésentants dans le futur.

Un membre insiste pour que soit créé un «comitéN» sous la responsabillité du Parlement.

– contrôle par d’autres acteurs externes

5. Le groupe de travail plaide pour que tant l’AFCNque les organismes agréés et leurs relations mutuel-les soient soumis à un audit externe périodique, sur labase des normes européennes et internationales.

D. Conseil d’administration / Direction

6. Le groupe de travail juge essentiel que la compo-sition du conseil d’administration soit caractérisée parla qualité et l’indépendance de ses membres. Le con-seil d’administration doit compter des membres dispo-sant d’une expertise scientifique ainsi que des mem-bres choisis en raison de leur expérience managériale.

Un membre plaide pour réduire la composition duconseil d’administration à dix membres (dont sixnéerlandophones et 4 francophones).

7. Le groupe de travail estime indispensable que ledirecteur général de l’AFCN soit choisi, à l’issue d’unesélection, parmi les lauréats ayant obtenu les meilleursrésultats et ce, indépendamment son rôle linguistique.

FANC toegekend onverminderd de bevoegdheden vanhetFOD Werkgelegenheid, arbeid en sociaal overlegwat de individuele maatregelen betreft.

C. Externe controle op het FANC

3. De werkgroep legt de nadruk op de noodzaak vaneen externe controle op het FANC zowel door het Par-lement als door externe actoren.

– parlementaire controle

4. De werkgroep beveelt de bevoegde Kamercom-missie aan om systematisch de bespreking van hetjaarverslag, dat het Agentschap overeenkomstig arti-kel 26 van de wet van 15 april 1994 moet uitwerken, teagenderen. Deze bespreking moet in aanwezigheid vande voogdijminister evenals vertegenwoordigers van hetAgentschap plaatsvinden. De systematische bespre-king van het jaarverslag doet geen afbreuk aan moge-lijke bijkomende initiatieven die de Kamer van volks-vertegenwoordigers terzake in de toekomst zou nemen.

Een lid dringt aan om een «Comité N» op te richtenonder de verantwoordelijkheid van het Parlement.

– controle door andere externe actoren

5. De werkgroep pleit ervoor dat het FANC zowelals de erkende instellingen en de relatie tussen beideworden onderworpen aan een periodieke externe door-lichting op basis van Europese en internationale nor-men.

D. Raad van bestuur / directie

6. De werkgroep acht het essentieel dat de samen-stelling van de raad van bestuur wordt gekenmerkt doorde kwaliteit en de onafhankelijkheid van zijn leden. Deraad van bestuur moet bestaan uit leden die over eenwetenschappelijke deskundigheid beschikken en uitleden die worden gekozen op grond van hunmanagementervaring.

Eén lid pleit voor de beperking van de samenstellingvan de raad van bestuur tot tien leden (waarvan zesNederlandstaligen en vier Franstaligen).

7. De werkgroep acht het onontbeerlijk dat de direc-teur-generaal van het FANC na een selectie wordt ge-kozen onder de laureaten die de beste resultaten zul-len hebben bekomen en dit, ongeacht zijn taalrol.

Page 54: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

54 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

8. Le groupe de travail souhaite une meilleure rela-tion entre la direction et le conseil d’administration. Laqualité de cette relation suppose que les responsabili-tés de chacun soient bien définies et que ceux à quielles sont confiées soient prêts à les assumer.

Un membre a proposé qu’à l’instar du conseil d’ad-ministration de l’ONDRAF, le conseil d’administrationde l’AFCN soit dirigé par un président et un vice-prési-dent, appartenant chacun à un rôle linguistique dis-tinct. Cette formule permettrait de choisir le directeurgénéral en dehors de toute contrainte linguistique etdonc, uniquement, en fonction de ses compétences. Al’heure actuelle, le président du conseil d’administra-tion et le directeur général doivent être d’un rôle lin-guistique différent.

9. Sans préjudice de la tutelle exercée par le minis-tre de l’Intérieur dans ses attributions, le groupe detravail recommande la nomination d’un deuxième com-missaire de gouvernement, afin de garantir un contrôlesur les aspects financiers et budgétaires du fonction-nement de l’Agence. Dans l’exercice de leur mission,les deux commissaires de gouvernement devront veillerà coordonner leurs interventions.

10. Le contrôle exercé par les deux commissairesdu gouvernement doit être de qualité optimale. Pour cefaire, le groupe de travail juge essentiel que les per-sonnes qui assument cette fonction n’aient aucun lienavec le secteur nucléaire et soient capables de porterun regard critique et indépendant sur les activités del’Agence.

11. Le groupe de travail souhaite que le conseil d’ad-ministration fonctionne conformément aux règles decorporate governance. La relation qu’il entretient avecle comité de direction doit également s’inscrire dans lerespect de ces règles. Celles-ci ayant été codifiées1, ilconvient de les transposer à l’AFCN, dans les cas oùelles sont applicables, pour autant toutefois, qu’ellessoient compatibles avec les dispositions légales aux-quelles l’AFCN est soumise:

a) Il est indispensable, par exemple, de définir lesrôles respectifs du conseil d’administration et du co-mité de direction et de privilégier une collaborationtransparente entre ces deux organes. A cet effet, ilconvient de mettre en œuvre une méthode de concer-tation structurée entre les membres du conseil d’admi-nistration, de la direction et les commissaires de gou-

8. De werkgroep wenst een betere relatie tussen dedirectie en de raad van bestuur. De kwaliteit van dierelatie veronderstelt dat de verantwoordelijkheden vanelkeen duidelijk afgebakend zijn en dat degenen dieermee worden belast bereid zijn deze op te nemen.

Eén lid heeft voorgesteld dat de raad van bestuurvan het FANC, in navolging van die van de NIRAS,wordt geleid door een voorzitter en een ondervoorzit-ter, die elk tot een verschillende taalrol behoren. Dieoplossing zou de mogelijkheid bieden de directeur-ge-neraal te kiezen los van enige taaleis en dus louter opgrond van zijn bekwaamheid. Thans moeten de voor-zitter van de raad van bestuur en de directeur-gene-raal van een andere taalrol zijn.

9. Onverminderd de door de minister van Binnen-landse Zaken uitgeoefende voogdij, beveelt de werk-groep de benoeming van een tweede regeringscom-missaris aan teneinde een controle op de financiële enbudgettaire aspecten van de werking van het FANC tewaarborgen. In de uitoefening van hun opdracht, zullenbeide regeringscommissarissen ervoor zorgen dat hunoptredens gecoördineerd worden.

10 De door de twee regeringscommissarissen uit-geoefende controle moet van de hoogste kwaliteit zijn.De werkgroep acht het daartoe essentieel dat de metdie functie belaste personen geen enkele band hebbenmet de kernsector en dat zij bekwaam zijn om eenkritische en onafhankelijke kijk te hebben op de activi-teiten van het Agentschap.

11. De werkgroep wenst dat de raad van bestuurfunctioneert met inachtneming van de corporate-governanceregels. Dat moet ook het geval zijn wat debetrekkingen tussen de raad en het directiecomité be-treft. Aangezien de corporate-governanceregels wer-den gecodificeerd1, is het aangewezen om die regelsop het FANC toe te passen, in de gevallen waarin zetoepasbaar zijn, evenwel voor zover ze verenigbaarzijn met de wettelijke bepalingen waaraan het FANConderworpen is:

a) Zo is het onontbeerlijk de respectieve rol van deraad van bestuur en het directiecomité duidelijk te om-schrijven, alsook ruimte te scheppen voor een trans-parante samenwerking tussen de beide instanties. Daar-toe is het aangewezen om een methode uit te werkenvoor gestructureerd overleg tussen de leden van deraad van bestuur, de directie en de regeringscommis-

1 Cf. de principes van de Code Buysse voor de niet-beursgenoteerdevennootschappen en in mindere mate, van de Belgische CorporateGovernance Code voor de beursgenoteerde vennootschappen

1 Cf. les principes du code Buysse pour les sociétés non cotées etdans une moindre mesure, ceux du Code belge de gouvernanced’entreprises pour les sociétés cotées en bourse.

Page 55: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

553089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

vernement. Ceci devra permettre de préparer les réu-nions du conseil d’administration et de s’assurer queles décisions et stratégies arrêtées par le conseil sontexécutées par la direction de l’Agence, sans préjudicedes prérogatives du conseil d’administration et de ladirection et en tenant compte des principes formulésci-dessous.

b) La mission du conseil d’administration consisteprincipalement à définir la stratégie et à effectuer lecontrôle financier et opérationnel, en ce compris l’in-troduction et la surveillance d’un système de contrôleinterne.

c) Les réunions du conseil d’administration doiventêtre régulières et les décisions doivent être prises aprèsconcertation et avec un effort permanent de consen-sus. Il importe, pour ce faire, que tous les membresdisposent d’informations exactes et pertinentes leurpermettant de décider en connaissance de cause.

d) Le rôle et le fonctionnement du comité d’audit etdu comité stratégique doivent également être clarifiés.Le comité d’audit doit notamment veiller à ce que soitmise en place, dans les meilleurs délais, une politiquede qualité intégrale.

e) Le directeur général doit informer le conseil d’ad-ministration de l’ensemble des aspects de la gestionopérationnelle pour permettre au conseil d’administra-tion d’évaluer l’exécution du plan stratégique et le caséchéant, de l’adapter en fonction des difficultés ren-contrées. A cet égard, le plan stratégique et les plansopérationnels adoptés par le conseil d’administrationpourraient constituer un mandat pour le directeur gé-néral.

E. Relations avec les organismes agréés

12. La majorité des membres du groupe de travailconsidère qu’il doit être procédé à la filialisation desorganismes agréés, sous la forme d’une société dedroit public placée sous le contrôle de l’Agence, selonle modèle de relation existant entre l’ONDRAF etBelgoprocess. Cette filiale dont le capital sera fournipar l’Agence, se chargera d’effectuer les contrôles im-posés par la loi et qui sont aujourd’hui dévolus auxorganismes agrées.

Un membre plaide toutefois pour le maintien d’uneséparation stricte entre l’Agence et les organismes

sarissen. Die regeling zal het mogelijk maken de ver-gaderingen van de raad van bestuur voor te bereidenen ervoor te zorgen dat de door de raad vastgesteldebeslissingen en strategieën door de directie van hetAgentschap uitgevoerd worden, zonder daarbij afbreukte doen aan de bevoegdheden van de raad van be-stuur en de directie, alsook rekening houdend met dehieronder geformuleerde beginsels.

b) De taak van de raad van bestuur bestaat er voor-namelijk in de strategie uit te stippelen en controle uitte oefenen op de financiële en operationele aspecten,met inbegrip van de invoering van en het toezicht opeen intern controlesysteem.

c) De raad van bestuur moet geregeld vergaderenen zijn beslissingen moeten na overleg worden geno-men, waarbij permanent naar een consensus moetworden gestreefd. Daartoe is het zaak dat alle bestuur-ders over exacte en relevante informatie beschikken,waardoor zij met kennis van zaken beslissingen kun-nen nemen.

d) Ook de rol en de werking van het auditcomité enhet strategisch comité moeten worden uitgeklaard. Hetauditcomité moet er met name op toezien dat zo spoe-dig mogelijk werk wordt gemaakt van een integraalkwaliteitsbeleid.

e) De directeur-generaal moet de raad van bestuurop de hoogte brengen van alle aspecten van het opera-tioneel beheer, opdat de raad de uitvoering van het stra-tegisch plan kan evalueren en zo nodig bijsturen doorrekening te houden met de moeilijkheden die zijn gere-zen. In het licht daarvan zouden het strategisch planen de operationele plannen die door de raad van be-stuur zijn aangenomen, kunnen worden opgevat als eenmandaat dat aan de directeur-generaal wordt gegeven.

E. Relatie met de erkende instellingen

12. De meerderheid van de leden van de werkgroepis van oordeel dat er werk moet worden gemaakt vaneen filialisering van de erkende instellingen in de vormvan een vennootschap van publiek recht, onder con-trole van het Agentschap, naar het voorbeeld van derelatie tussen de NIRAS en Belgoprocess. Dezedochteronderneming waarvan het kapitaal door hetAgentschap zal worden verschaft zal worden belastmet het uitvoeren van de door de wet opgelegde con-troles en die op de dag van vandaag aan de erkendeinstellingen toevertrouwd worden.

Eén lid pleit evenwel voor het behoud van een striktescheiding tussen het Agentschap en de erkende in-

Page 56: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

56 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

agréés, moyennant la conclusion éventuelle d’un pro-tocole de coopération et ce, afin de garantir l’applica-tion des règles européennes de concurrence et de li-bre circulation des services.

Pendant qu’est envisagée une nouvelle forme de re-lation entre organismes agréés et l’AFCN, l’Agence doitdevenir tout à fait opérationnelle et doit avoir réussi àsurmonter les dysfonctionnements du passé.

Entre-temps, l’AFCN doit renforcer le contrôle qu’elleexerce sur le travail des organismes agréés en élabo-rant notamment des programmes d’inspection «ex ante»que les organismes agréés devront obligatoirementappliquer. L’Agence doit systématiquement pouvoir ap-prouver le programme d’inspection concret conclu en-tre l’exploitant et l’organisme agréé et doit pouvoir sanc-tionner de manière plus adéquate en cas de non-respect.De la sorte, l’Agence disposera d’outils clairs et trans-parents lui permettant de vérifier la qualité des contrô-les réalisés par les organismes agréés. L’Agence doitégalement fixer les barèmes applicables aux tâchesdirectement liées aux obligations de sécurité nucléaire.

F. Financement, perception des redevances et uti-lisation des réserves

13. Le groupe de travail est d’avis que le systèmede financement actuel doit être amélioré. Ce systèmede financement, basé exclusivement sur la perceptionde redevances liées à des prestations bien détermi-nées, entrave l’affectation des réserves ainsi consti-tuées.

C’est la raison pour laquelle le groupe de travail pro-pose une diversification des moyens financiers mis àla disposition de l’Agence.

La majorité des membres plaident pour l’instaura-tion d’un système mixte de redevances et de cotisa-tions spéciales. Ces cotisations provenant, elles aussi,des producteurs, utilisateurs et détenteurs de subs-tances radioactives, seront affectées au financementde tâches non liées aux prestations pour lesquellesune redevance est perçue.

Un membre plaide, quant à lui, pour l’instaurationd’un système mixte de dotation publique, d’une part, etde redevances et de cotisations d’autre part.

14. Le groupe de travail demande que les redevan-ces dues à l’Agence soient perçues par elle de ma-

stellingen mits het eventuele afsluiten van eensamenwerkingsprotocol en dit, teneinde de toepassingvan de Europese regels inzake mededinging en vrijverkeer van diensten te garanderen

Terwijl men de relatie tussen de erkende instellin-gen en het FANC hertekent, moet het Agentschap vol-ledig operationeel worden en moeten de werkings-problemen uit het verleden van de baan zijn.

Intussen moet het FANC zijn controle op de erkendeinstellingen versterken, onder meer door ex ante-inspectieprogramma’s uit te werken die de erkende in-stellingen verplicht moeten uitvoeren. Het Agentschapmoet de kans krijgen om concrete inspectie-programma’s die zijn uitgewerkt door de exploitantenen de erkende instellingen, goed te keuren en, bij nietnaleving, op meer adequate wijze te kunnensanctioneren. Zodoende zal het Agentschap over dui-delijke en transparante instrumenten beschikken omde kwaliteit van de door de erkende instellingen uitge-voerde controles te kunnen nagaan. Het Agentschapmoet eveneens de barema’s vaststellen die van toe-passing zijn op de taken die rechtstreeks verbondenzijn met verplichtingen inzake nucleaire veiligheid.

F. Financiering, inning van de retributies en aan-wending van de reserves

13. De werkgroep is de mening toegedaan dat dehuidige financieringsregeling verbeterd moet worden.Dit financieringsstelsel dat uitsluitend stoelt op de stor-ting van retributies verbonden met welbepaalde pres-taties belet de aanwending van de gevormde reserves.

Daarom pleit de werkgroep voor een diversificatievan de financiële middelen die ter beschikking van hetAgentschap gesteld worden.

De meerderheid van de leden pleit voor het invoerenvan een gemengd systeem van retributies en bijzon-dere heffingen. Die heffingen eveneens afkomstig vanproducenten,gebruikers en houders van radioactievestoffen, zullen worden aangewend voor de financieringvan de opdrachten die niet verbonden zijn met presta-ties waarvoor een retributie geïnd wordt.

Eén lid pleit echter voor de invoering van een ge-mengd systeem van overheidsdotatie, enerzijds enretributies en heffingen, anderzijds.

14. De werkgroep vraagt dat de aan het Agentschapverschuldigde retributies door het Agentschap op een

Page 57: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

573089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

nière correcte et effective. A cette fin, le groupe detravail invite l’Agence à se doter rapidement d’une basede données exhaustive permettant de répertorier tousles prestataires redevables et à conclure les conven-tions idoines avec l’INAMI et l’AFSCA.

15. Le groupe de travail insiste pour que l’affectationdu montant – plus que substantiel – des réserves ac-tuelles et, le cas échéant, des cotisations spécialespuisse être décidée rapidement par le conseil d’admi-nistration lors de l’élaboration du prochain plan straté-gique. Le groupe de travail juge que ces montants doi-vent être affectés prioritairement à la formationpermanente, à la réalisation de projets de recherche àlong terme ou à l’accomplissement de missions spéci-fiques telle que l’amélioration de Telerad et de la pro-tection physique. Ces réserves doivent également per-mettre à l’Agence d’attirer du personnel hautementqualifié.

G. Comptabilité et contrôle de la qualité

16.Le groupe de travail plaide pour l’introduction im-médiate d’une comptabilité analytique et d’un systèmeERP (Entreprise Resource Planning), adapté à la struc-ture et à la nature des activités de l’Agence. Ceci de-vra permettre d’améliorer la communication entre lesdépartements de l’Agence et la qualité des servicesprestés par l’Agence. La comptabilité analytique etl’ERP devraient par ailleurs permettre de vérifier la pro-portionnalité du montant des redevances aux servicesprestés par l’AFCN.

17.De la même manière, le groupe de travail estimeque l’Agence doit élaborer, dans les meilleurs délais,un système de qualité intégrale et procéder à la dési-gnation d’un auditeur interne permanent chargé deveiller au contrôle de la qualité.

18. Le groupe de travail souhaite que l’Agence fassele nécessaire pour obtenir une certification de qualité2.

19.Le groupe de travail indique que la mise sur pieddes systèmes précités devra aller de pair avec l’élabo-ration d’une banque de données intégrée contenant tou-tes les informations pertinentes relatives aux autorisa-tions et aux inspections (nature des autorisations,résultat des contrôles précédents, rapport de l’OA…)et permettant d’assurer un suivi automatique des ex-ploitants.

correcte en doeltreffende wijze worden geïnd. De werk-groep vraagt het Agentschap zich met dat doel spoe-dig toe te rusten met een exhaustieve gegevensbankdie het mogelijk maakt alle retributieplichtigedienstverleners te inventariseren en met het RIZIV enhet FAVV de passende overeenkomsten te sluiten.

15. De werkgroep beklemtoont dat de raad van be-stuur spoedig een beslissing moet nemen over de be-steding van de – meer dan substantiële – huidige re-serves en, in voorkomend geval van de bijzondereheffingen tijdens de opmaak van het volgende strate-gisch plan. De werkgroep is van mening dat deze be-dragen prioritair gebruikt moeten worden voor de per-manente opleiding, het uitvoeren vanlangetermijnonderzoek en specifieke opdrachten zo-als de verbetering van TELERAD en van de fysiekebescherming. Deze reserves moeten ook het Agent-schap in staat stellen om hooggekwalificeerde perso-neel aan te trekken.

G. Boekhouding en kwaliteitscontrole

16. De werkgroep bepleit de onmiddellijke invoeringvan een analytische boekhouding en een ERP-systeem(Enterprise Resource Planning) dat specifiek zou zijnaangepast aan de aard en de activiteiten van het Agent-schap. Een en ander moet het mogelijk maken de com-municatie tussen de departementen van het Agent-schap en de kwaliteit van de door het Agentschapgeleverde diensten te verbeteren. Voorts zouden deanalytische boekhouding en het ERP-systeem het mo-gelijk moeten maken na te gaan of het bedrag van deretributies en de door het Agentschap geleverde dien-sten wel tot elkaar in verhouding staan.

17. Voorts is de werkgroep van oordeel dat het Agent-schap zo spoedig mogelijk werk moet maken van eensysteem voor integrale kwaliteitscontrole, alsook eenpermanente interne auditor moet aanwijzen die ermeezou worden belast op de kwaliteitscontrole toe te zien.

18. Bovendien wenst de werkgroep dat het Agent-schap er alles aan doet om een kwaliteitslabel2 te be-halen.

19. De werkgroep wijst er op dat de totstandbrengingvan voormelde systemen gepaard moet gaan met deuitwerking van een geïntegreerde gegevensbank metdaarin alle relevante informatie betreffende de vergun-ningen en de inspecties (aard van de vergunningen,vorige controleresultaten, rapport van de erkende in-stelling,…), wat een automatische opvolging van deexploitanten mogelijk zou maken.

2 Bijvoorbeeld ISO-certificaat.2 Par exemple, certification de type ISO.

Page 58: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

58 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

20. Le groupe de travail souligne que l’Agence devraégalement améliorer le suivi des réunions auxquelleselle est amenée à participer (notamment en ce qui con-cerne la manière de faire rapport) ainsi que le suivides initiatives et recommandations des organismesagréés.

21.Afin d’améliorer les services prestés par l’AFCN,le groupe de travail propose que le comité de directionfixe – en concertation avec le personnel – des servicelevel agreements (relatifs aux délais pour la délivranced’autorisations, aux délais de réponse écrite aux de-mandes d’avis, aux délais de traitement des plainteset d’examen des incidents, au niveau de disponibilitéde TELERAD, …)

H .Réglementation et autorisations

22. Le groupe de travail invite le ministre de tutelle àse doter ou à renforcer les instruments susceptiblesd’améliorer les interactions entre l’Agence et l’admi-nistration en ce qui concerne la prise en compte despropositions de l’Agence en matière de réglementa-tion.

23. Le groupe de travail plaide pour une clarification,une simplification et une uniformisation des procédu-res d’autorisation, en particulier en ce qui concerneles établissements de classe III. Pour ce faire, il esturgent de clarifier l’arrêté royal du 20 juillet 2001 demanière à favoriser son interprétation uniforme. Dansce contexte, des réunions de concertation avec lesorganisations représentatives doivent également êtreprivilégiées.

24.Par ailleurs, le groupe de travail se dit favorableà une réforme de la classification des établissements,tenant mieux compte des risques et besoins de con-trôle. A cette fin, il est nécessaire d’ajouter certainesactivités relevant de la classe II 3 à la classe I.

I. Organisation interne de l’AFCN

a) Entre départements

25. Concernant l’organisation interne de l’AFCN, legroupe de travail partage l’opinion selon laquelle il estnécessaire de maintenir une séparation claire entre l’as-

20. De werkgroep stelt dat het Agentschap tevensde opvolging moet verbeteren van de vergaderingenwaaraan het deelneemt (met name wat de wijze vanrapportering betreft), alsook de opvolging van initiatie-ven en aanbevelingen van de erkende instellingen.

21. Om de dienstverlening te verbeteren, stelt dewerkgroep voor dat het directiecomité van het Agent-schap – in overleg met het personeel – service levelagreements vastlegt (bijvoorbeeld inzake termijnen voorde aflevering van vergunningen, termijnen voor hetschriftelijk beantwoorden van adviesaanvragen, termij-nen voor de afhandeling van klachten en onderzoekvan incidenten, beschikbaarheidsniveau van TELERAD,...).

H. Reglementering en vergunningen

22. De werkgroep verzoekt de voogdijminister om inde instrumenten te voorzien (of deze te versterken)die de interacties tussen zijn administratie en het Agent-schap zouden verbeteren wat de inachtneming van devoorstellen van het Agentschap inzake reglementeringbetreft.

23. De werkgroep pleit voor een verduidelijking, eenvereenvoudiging en een eenmaking van de vergunnings-procedures, in het bijzonder wat de instellingen vanklasse III betreft. Daartoe moet het koninklijk besluitvan 20 juli 2001 dringend worden verduidelijkt om eeneenvormige uitlegging te bevorderen. In dat verbandmoeten ook de overlegvergaderingen met de represen-tatieve organisaties voorrang krijgen.

24. De werkgroep staat overigens positief tegenovereen hervorming van de classificatie van de inrichtin-gen, die beter rekening houdt met de risico’s en decontrolebehoeften. Daartoe is het noodzakelijk som-mige activiteiten van klasse II3 toe te voegen aan klasseI.

I. Interne organisatie van het FANC

a. Tussen departementen

25. In verband met de interne organisatie van hetFANC is de werkgroep het eens over de noodzaak eenduidelijke scheiding te handhaven tussen het onder-

3 Winning en conditionering van radioactieve stoffen uit bestraaldesplijtstoffen; deeltjesversneller voor de productie van radio-isotopen;deeltjesversneller voor research; conditionering van radioactievestoffen in bulkhoeveelheden; hoge bestralingsflux voor voedsel,bloed en medische hulpmiddelen.

3 Extraction et conditionnement de substances radioactives à partirde matières fissiles irradiées; accélérateur de particules pour laproduction de radioisotopes; accélérateur de particules pour la re-cherché; conditionnement de substances radioactives en grandequantité; flux d’irradiation élevés d’aliments, de sang et de dispositifsmédicaux.

Page 59: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

593089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

pect «réglementation» et les aspects «autorisations /contrôle».

26. Un consensus s’est également dégagé au seindu groupe de travail, quant à la nécessité d’une colla-boration renforcée entre les départements «autorisa-tions» et «contrôle», collaboration exigeant un avis dudépartement «contrôle» lors de la délivrance d’une auto-risation.

b) Selon le type d’exploitants

27. L’Agence devra également adapter son organi-gramme pour le faire correspondre à la nouvelle clas-sification des établissements, préconisée par le groupede travail (voir point 23.). Des divisions spécifiques àchaque classe devraient ainsi être créées.

J. politique du personnel

28. Le groupe de travail invite à la direction del’Agence à mettre en œuvre une politique moderne deressources humaines, lui permettant d’attirer du per-sonnel hautement qualifié et encourageant une rota-tion (interne et externe) du personnel. A cette fin, il estprimordial que l’Agence élabore un statut applicable àl’ensemble de ses employés et favorise la création d’unforum de concertation favorisant le développementd’une réelle culture d’entreprise.

29. Les membres du personnel doivent pouvoir bé-néficier de programmes de formation continue leur per-mettant de mettre à jour et d’approfondir leurs con-naissances dans le domaine de la sécurité nucléairemais également de développer leurs aptitudes en ma-tière de gestion et de communication.

30. L’Agence devra par ailleurs examiner si - et dansquelle mesure - elle peut récupérer l’éventuelle exper-tise perdue en raison du mauvais fonctionnement passé.

K. Communication et dialogue

31. Le groupe de travail juge que la «culture du se-cret» doit céder le pas à la règle fondamentale de lapublicité de l’administration. L’invocation d’une excep-tion à la communication d’informations doit toujours êtrejustifiée conformément aux dispositions légales appli-cables4 ainsi qu’aux principes arrêtés par la commis-

deel «reglementering» en het onderdeel «vergunnin-gen/controle».

26. Tevens werd een consensus bereikt binnen dewerkgroep over de noodzaak van een versterkte sa-menwerking tussen de afdelingen «vergunningen» en«controle», waarbij een advies van de afdeling «con-trole» vereist is bij het afleveren van een vergunning.

b. Volgens soorten van exploitanten

27. Het Agentschap moet ook zijn organigram aan-passen om het te doen overeenkomen met de nieuweindeling van de instellingen, zoals aanbevolen door dewerkgroep (zie punt 23) Aldus zouden voor elke klasseeigen afdelingen moeten worden opgericht.

J .Personeelsbeleid

28. De werkgroep wil dat de directie van het Agent-schap een modern personeelsbeleid voert, zodat hetAgentschap hooggekwalificeerd personeel kan aantrek-ken, en een (interne en externe) rotatie van het perso-neel kan aanmoedigen. Daartoe is het van essentieelbelang dat het Agentschap een statuut uitwerkt dat vantoepassing is op al zijn werknemers en de oprichtingvan een overlegforum bevordert dat de ontwikkelingvan een echte ondernemingscultuur in de hand werkt.

29. De personeelsleden moeten kunnen gebruik ma-ken van voortgezette opleidingsprogramma’s die henin staat stellen hun kennis op het stuk van nucleaireveiligheid te verdiepen maar ook om hun vaardighedenin beheer en communicatie aan te scherpen.

30. Het Agentschap moet overigens onderzoeken of– en in welke mate – het eventuele deskundigheid diehet door zijn slechte werking van het verleden verlorenheeft, kan terugwinnen.

K. Communicatie en dialoog

31. De werkgroep meent dat de «achterkamertjes-cultuur» moet wijken voor de fundamentele regel vande transparantie van bestuur. Het inroepen van eenuitzondering op de communicatie van informatie moetaltijd worden gerechtvaardigd overeenkomstig de toe-pasbare wettelijke bepalingen4 en de door de Commis-

4 Wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuuren, voor de milieu-informatie, de wet van 5 augustus 2006 betref-fende de toegang van het publiek tot milieu-informatie.

4 Loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l’administration et, ence qui concerne les informations environnementales, loi du 5 août2006 relative à l’accès du public à l’information en matièred’environnement

Page 60: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

60 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

sion d’accès aux documents administratifs (CADA)5.Dans un secteur comme celui du nucléaire, le groupede travail estime en effet que l’intérêt général (et, enparticulier, la santé de la population) doit primer surl’intérêt économique individuel. L’Agence doit favoriserla transparence interne et externe et garantir la qualitédes informations transmises.

32. Le groupe de travail est d’avis que des effortsdoivent certainement être opérés en ce qui concernela communication entre la direction, les chefs de dé-partements et le personnel. Une modernisation de lapolitique du personnel et le développement d’une cul-ture d’entreprise passe d’ailleurs, entre autres, par uneamélioration de la communication et par une transpa-rence renforcée.

33. Le groupe de travail estime qu’une attention ac-crue doit également être portée en matière de commu-nication externe. Outre le respect du principe de publi-cité, le groupe de travail invite l’Agence à rendre sonsite Internet plus convivial et à le tenir plus fréquem-ment à jour. L’Agence devrait également se doter d’unservice de relations publiques chargé de la diffusiond’informations au grand public ainsi qu’à la presse.

34. Compte tenu de toutes ces remarques, le groupede travail juge qu’il est indispensable que l’Agence sedote d’un plan de communication interne et externe quigarantit la transparence nécessaire.

35. Le groupe de travail estime par ailleurs que, dansl’exercice de ses missions, l’Agence doit privilégier uneconcertation et un dialogue permanent avec l’ensem-ble de ses partenaires.

L. Rôle international

36.Le groupe de travail considère que le rôle inter-national de l’Agence doit se développer de manièrestructurée. Les responsabilités respectives de l’Agenceet des autorités politiques de tutelle sur le plan interna-tional doivent être dissociées et précisées.

L’Agence doit jouer le rôle de point de contact avecles organisations internationales et les autorités desûreté des autres pays.

sie voor de toegang tot bestuursdocumenten (CTB)vastgestelde beginselen5. De werkgroep meent immersdat in een sector als de nucleaire sector het algemeenbelang (en, in het bijzonder, de gezondheid van de be-volking) voorrang moet krijgen op het individuele eco-nomische belang. Het Agentschap moet interne en ex-terne transparantie bevorderen en de kwaliteit van degegeven informatie garanderen.

32. De werkgroep is van mening dat inspanningenzeker noodzakelijk zijn inzake de communicatie tus-sen de directie, de departementshoofden en het per-soneel. Modernisering van het personeelsbeleid en deontwikkeling van een bedrijfscultuur verlopen overigensvia onder andere een verbetering van de communica-tie en een versterkte transparantie.

33. De werkgroep meent dat er tevens meer aan-dacht moet uitgaan naar externe communicatie. Naastde inachtneming van het transparantiebeginsel vraagtde werkgroep het Agentschap om zijn internetsitegebruiksvriendelijker te maken en op meer geregeldetijdstippen bij te werken. Het Agentschap zou ook overeen dienst public relations moeten beschikken die be-last is met de verspreiding van informatie ten behoevevan een breed publiek en van de pers.

34. Rekening houdend met al die opmerkingen is dewerkgroep van oordeel dat het absoluut noodzakelijkis dat het Agentschap een intern en externcommunicatieplan opstelt dat de nodige transparantiegarandeert.

35. De werkgroep is ook van oordeel dat het Agent-schap, in de uitoefening van zijn opdrachten, de voor-rang moet geven aan een permanent overleg en dia-loog.

L. Internationale rol

36. De werkgroep meent dat de internationale rolvan het Agentschap op gestructureerde wijze moetworden ontwikkeld. De respectieve verantwoordelijk-heden van het Agentschap en de toezichthoudendeoverheid op internationaal niveau moeten van elkaarworden losgekoppeld en worden gepreciseerd.

Het Agentschap moet fungeren als aanspreekpuntvoor de internationale organisaties en de veiligheids-autoriteiten van de andere landen.

5 Er moet ook rekening gehouden worden met de door de toekom-stige Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-infor-matie vastgestelde principes (wet van 5 augustus 2006).

5 Il convient également de tenir compte des principes qui serontdéfinis par la future Commission fédérale de recours pour l’accèsaux informations environnementales (loi du 5 août 2006).

Page 61: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

613089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

Le développement du rôle international de l’Agencene doit toutefois pas favoriser une sorte de «tourismede la connaissance». L’introduction d’une comptabilitéanalytique devra mettre en lumière les éventuels abusen la matière.

M. Tâches spécifiques en matière de suivi de laradioprotection et de la protection physique

37. Ayant pris connaissance des résultats de l’auditréalisé par Siemens concernant le système TELERAD,le groupe de travail souligne que la mise en oeuvre etle suivi des recommandations qui y sont formuléesdoivent être prioritaires. Dans ce contexte, il est es-sentiel qu’au sein de l’organigramme de l’Agence, cer-taines personnes soient à même d’assurer cette miseen œuvre ou, à tout le moins, ce suivi. A cette fin,l’Agence devra recruter les personnes adéquates.

38. Le groupe de travail insiste sur la nécessité d’éla-borer, à court terme, une réglementation relative à ladosimétrie active et de garantir aux travailleurs expo-sés à des rayonnements ionisants le suivi médical quis’impose.

L’Agence devrait par ailleurs reprendre la banque dedonnées du SPF Emploi et travail et compléter le planstratégique en prenant en compte cette problématique.

39. Le groupe de travail estime que l’Agence doitfixer, en toute transparence, la procédure qui doit êtresuivie en cas d’incidents ou d’accidents impliquant dumatériel émettant des rayonnements ionisants et im-pliquer, dans cette procédure, le fabricant.

40. Le groupe de travail invite l’Agence à élaborer etexécuter un plan d’action assorti d’un calendrier clairet contraignant en vue de l’enlèvement des paraton-nerres radioactifs.

41. Le groupe de travail recommande à l’Agenced’étudier et de proposer des solutions en ce qui con-cerne les détecteurs de fumée ioniques, la radioacti-vité des ferrailles et le NORM (naturally occuring ra-dioactive materials) .

42. Le groupe de travail demande à l’Agence de com-pléter le plan stratégique dans le domaine des porti-ques et la protection physique.

De uitbouw van de internationale rol van het Agent-schap mag een soort «kennistoerisme» evenwel nietbevorderen. De invoering van een analytische boek-houding zal de eventuele misbruiken terzake aan hetlicht moeten brengen.

M. Specifieke opdrachten inzake opvolging vanstralings- en fysieke bescherming

37. Nadat de werkgroep kennis heeft genomen vande resultaten van de door Siemens uitgevoerde auditover het systeem TELERAD, onderstreept hij dat deuitvoering en de opvolging van de naar aanleiding daar-van gedane aanbevelingen voorrang moeten krijgen. Indat verband is het van essentieel belang dat binnenhet organigram van het Agentschap bepaalde perso-nen voor die uitvoering of, op zijn minst, voor die op-volging kunnen zorgen. Daartoe zal het Agentschap degeschikte personen in dienst moeten nemen.

38. De werkgroep beklemtoont de noodzaak om opkorte termijn een regelgeving uit te werken met betrek-king tot de actieve dosimetrie en te zorgen voor denodige medische begeleiding voor de aan ioniserendestraling blootgestelde werknemers.

Het Agentschap zou overigens de gegevensbank vande FOD Werkgelegenheid en Arbeid moeten overne-men en het strategisch plan aanvullen door die kwes-tie in aanmerking te nemen.

39. De werkgroep is van oordeel dat het Agentschapmet inachtneming van volledige transparantie de pro-cedure moet vastleggen welke moet worden gevolgdbij incidenten of ongevallen waarbij ioniserende stralin-gen afgevend materiaal betrokken is, alsmede de fa-brikant bij die procedure betrekken.

40. De werkgroep nodigt het Agentschap uit om methet oog op de verwijdering van de radioactieve blik-semafleiders een actieplan uit te werken en ten uitvoerte leggen dat gepaard gaat met een duidelijk, dwingendtijdpad.

41. De werkgroep beveelt het Agentschap aan omoplossingen te bestuderen en voor te stellen betref-fende de ioniserende rookdetectoren, de radioactiviteitvan schroot en de naturally occurring radioactivematerials (NORM);

42. De werkgroep vraagt het Agentschap om het stra-tegisch plan voor de detectiepoortjes en de fysiekebescherming te vervolledigen.

Page 62: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

62 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G V A N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

43. Le groupe de travail estime également souhaita-ble que l’Agence procède à des mesures auprès depersonnes qui ne sont pas exposées dans le cadreprofessionnel à la radioactivité, afin de mesurer dansl’intérêt de la santé publique, la radioactivité naturelle.

** *

44. Le groupe de travail souhaite que les initiativeslégislatives nécessaires à l’exécution de ces recom-mandations soient immédiatement prises et que le Par-lement soit régulièrement informés.

** *

Le présent rapport a été approuvé à l’unanimité le29 mars 2007.

Le rapporteur, le président,

Simonne CREYF Philippe DE COENE

43. De werkgroep acht het ook wenselijk dat hetAgentschap metingen verricht bij personen die beroeps-halve niet met radioactiveit in contact komen, teneindede natuurlijke achtergrondstraling te meten in het be-lang van de volksgezondheid.

** *

44. De werkgroep wenst dat voor de uitvoering vandeze aanbevelingen meteen de nodige wettelijkeinitatieven worden genomen en het Parlement op re-gelmatige basis geïnformeerd wordt.

** *

Dit verslag werd eenparig goedgekeurd op 29 maart2007.

De rapporteur, De voorzitter,

Simonne CREYF Philippe DE COENE

Page 63: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

633089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

ANNEXE AU RAPPORT DU GROUPE DE TRAVAIL

PROPOSITIONS DE RECOMMANDATIONSDÉPOSÉES PAR LES GROUPES

BIJLAGE BIJ HET VERSLAG VAN DEWERKGROEP

VOORSTELLEN VAN AANBEVELINGENINGEDIEND DOOR DE FRACTIES

SOMMAIRE

A. Proposition de recommandations du groupe VLD . . . 65

B. Proposition de recommandations du groupe PS . . . . 68

C. Proposition de recommandations du groupe MR . . . . 74

D. Proposition de recommandations du groupesp.a-spirit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77

E. Proposition de recommandations du groupeCD&V . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81

F. Proposition de recommandations du groupe VlaamsBelang . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94

G. Proposition de recommandations d’Ecolo . . . . . . . . . . 97

INHOUD

A. Voorstel van aanbevelingen van de VLD-fractie . . . . 65

B. Voorstel van aanbevelingen van de PS-fractie . . . . . 68

C. Voorstel van aanbevelingen van de MR-fractie . . . . . 74

D. Voorstel van aanbevelingen van desp.a-spirit-fractie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77

E. Voorstel van aanbevelingen van de CD&V-fractie . . . 81

F. Voorstel van aanbevelingen van deVlaams Belang-fractie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94

G. Voorstel van aanbevelingen van Ecolo . . . . . . . . . . . 97

Page 64: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

64 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

Page 65: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

653089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

A. VOORSTEL VAN AANBEVELINGEN VAN DEVLD-FRACTIE

I. — AANBEVELINGEN IN VERBAND MET HETSTATUUT, DE BESTUURSVORM, HET

ORGANIGRAM EN DE OPDRACHTEN VAN HETFANC

· De grote lijnen van het huidige Statuut behou-den.

· De integriteit van het FANC als één Instellingverntwoordelijk voor Regelgeving en Controle behou-den

· Een modern personeelsbeleid invoeren dat ener-zijds voldoende aantrekkingskracht heeft naar hoog-opgeleide ingenieurs en fysici en loopbaanmogelijk-heden biedt maar ook een vruchtbare interne en externepersoneelsrotatie mogelijk maakt en aanmoedigt.

· De Veiligheid van de burger is een taak van deUitvoerend Macht, bijgevolg lijkt het logisch dat de fi-nanciering gebeurt door een jaarlijkse werkingstoelagenaast eventuele retributies.

· De huidige vertikale en horizontale integratie vanKernactiviteiten en Functies behouden.

· Binnen het FANC tot een betere Communicatiete komen tussen de Directies en de Diensten onderlingverder te zetten.

· Verder prioritaire aandacht te besteden aan eenfunctionele reorganisatie via moderene managements-technieken die moet toelaten in «business clusters» tewerken. Dit kan erin bestaan bv alle activiteiten rondKerncentrales of rond Medische toepassingen te groe-peren dit in volle respect van de structurele scheidingvan Regelgeving en Controle binnen het FANC

II. — AANBEVELINGEN IN VERBAND MET DERELATIES MET DE ERKENDE INSTELLINGEN (EI)

· Een strikte scheiding van het FANC en de EIbehouden

· Voor zover nodig het protocol dat de verschil-lende aspecten en niveaus van de nucleaire controle(bv FANC, EI, Kerncentrale) aanvullen en of verduide-lijken.

· De erkenningsprocedure door het FANC van deEI op Belgisch en Europees vlak verduidelijken ook inhet kader van Vrij Verkeer van Diensten, met als

A. PROPOSITON DE RECOMMANDATIONS DUGROUPE VLD

I. — RECOMMANDATIONS EN CE QUICONCERNE LE STATUT, LE MODE DE GESTION,

L’ORGANIGRAMME ET LES MISSIONS DE L’AFCN

· Maintenir les grandes lignes du statut actuel.

· Maintenir l’intégrité de l’AFCN en tant qu’institu-tion unique responsable de la réglementation et du con-trôle.

· Instaurer une politique moderne en matière depersonnel, qui, d’une part, exerce suffisamment d’at-trait auprès des ingénieurs et physiciens hautementqualifiés et offre des perspectives de carrière, maisqui, d’autre part, permette et favorise également unerotation interne et externe productive du personnel.

· Assurer la sécurité du citoyen est une missiondu pouvoir exécutif, il semble dès lors logique que lefinancement s’effectue par le biais d’une allocation an-nuelle de fonctionnement en plus des rétributions éven-tuelles.

· Maintenir l’intégration verticale et horizontaleactuelle des activités centrales et des fonctions.

· Poursuivre les efforts visant à améliorer la com-munication réciproque entre les directions et les servi-ces au sein de l’AFCN.

· Accorder en outre une attention prioritaire à uneréorganisation fonctionnelle par le biais de techniquesmodernes de management, afin de permettre à l’AFCNde fonctionner en «business clusters». Cela peut con-sister, par exemple, à grouper toutes les activités ayanttrait aux centrales nucléaires ou aux applications mé-dicales, tout en respectant intégralement la séparationstructurelle entre réglementation et contrôle au sein del’AFCN.

II. — RECOMMANDATIONS EN CE QUICONCERNE LES RELATIONS AVEC LES

ORGANISMES AGRÉÉS (OA)

· Maintenir une séparation stricte entre l’AFCN etles OA.

· Dans la mesure du nécessaire, compléter oupréciser le protocole relatif aux différents aspects etaux différents niveaux du contrôle nucléaire (par exem-ple, AFCN, OA, Centrale nucléaire).

· Clarifier la procédure d’agrément, par l’AFCN,des OA aux niveaux belge et européen, y compris dansle cadre de la libre circulation des services, en se fixant

Page 66: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

66 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

einddoel optimale bescherming en onfhankelijke con-trole voor ogen. Dit houdt ondermeer respect van in-ternationale normen van toepassing op nucleaire vei-ligheid en EU normen van Total Quality Managementen Quality Assurance end Qualituy Control (TQM, QaQC)

· Het FANC zelf periodiek aan een audit op basisvan deze normen onderwerpen

III. — AANBEVELINGEN IN VERBAND METTELERAD

· Een onmiddelijk rapport over de reële situatievan TELERAD dat de graad van operationaliteit be-schrijft, de stappen die (nog moeten) genomen wordenom aan eventuele nog bestaande tekortkomingen teverhelpen.

· Een studie over een eventuele herverdeling vande meetpunten ondermeer rond de perimeter van dekerncentrales en welke optimalisering van de parame-ters nodig is om aan eventuele nieuwe vormen vanbedreigingen te beantwoorden.

· Het verbeteren van de publieke toegang tot deopenbare gegevens van het TELERADnet.

IV. — AANBEVELINGEN IN VERBAND METTRANSPARANTIE, DOCUMENTATIE EN PUBLIC

RELATIONS

· Het FANC vragen een classificatie voor te leg-gen van types van documenten die niet openbaar kun-nen zijn in verband met de Wetgeving op de Openbaar-heid van Bestuursdocumenten. Openbaarheid moeteerder de regel dan de uitzondering zijn.

· Binnen het FANC de werking van de Dienst PublicRelations te optimaliseren en naast de Pers ook voorhet publiek de toegang tot informatie te vergemakkelij-ken.

· De FANC Website een meer gebruikersvriendelijkkarakter te geven en ook voor een regelmatige updatete zorgen.

V. — AANBEVELINGEN IN VERBAND METMEDISCHE TOEPASSINGEN

· Onmiddellijk klaarheid scheppen en een volle-dige database opzetten in verband met medische toe-passingen van ioniserende straling zoals bv. radiografiein Ziekenhuizen en bij Tandartsen, ondermeer op ba-sis van de RIZIV gegevens.

· Te zorgen voor meer klaarheid voor de Radiogra-fie in Ziekenhuizen en de Medische en Paramedische

comme objectif ultime d’assurer une protection opti-male et un contrôle indépendant. Ceci implique entreautres le respect des normes internationales s’appli-quant à la sécurité nucléaire et des normes européen-nes de Total Quality Management, Quality Assuranceet Quality Control (TQM, QA, QC)

· Soumettre périodiquement l’AFCN elle-même àun audit sur la base de ces normes.

III. — RECOMMANDATIONS CONCERNANTTELERAD

· Établir immédiatement un rapport sur la situa-tion réelle de TELERAD décrivant le degré d’opération-nalité, les mesures (encore) à prendre afin de remé-dier aux éventuels défauts qui existeraient encore.

· Réaliser une étude sur la redistribution éventuelledes balises, notamment dans le périmètre des centra-les nucléaires et sur les besoins d’optimalisation desparamètres afin de répondre à d’éventuelles nouvellesformes de menaces.

· Améliorer l’accès du public aux données publi-ques du réseau TELERAD.

IV. — RECOMMANDATIONS CONCERNANT LATRANSPARENCE, LA DOCUMENTATION ET LES

RELATIONS PUBLIQUES

· Inviter l’AFCN à présenter une classification detypes de documents qui ne peuvent pas être publicsdans le cadre de la législation relative à la publicité del’administration. La publicité doit être la règle plutôt quel’exception.

· Optimaliser le fonctionnement du service desrelations publiques au sein de l’AFCN et faciliter l’ac-cès du public, en plus de la presse, aux informations.

· Améliorer la convivialité du site internet del’AFCN et veiller à une mise à jour régulière.

V. — RECOMMANDATIONS CONCERNANT LESAPPLICATIONS MÉDICALES

· Faire immédiatement toute la clarté et créer unebanque de données complètes au sujet des applica-tions médicales des radiations ionisantes, telles que laradiographie dans les hôpitaux et auprès des dentis-tes, notamment sur la base des données IMANI.

· Veiller à davantage de clarté concernant la ra-diographie dans les hôpitaux et les applications

Page 67: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

673089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

toepassingen in de vergunningsprocedures met unifor-misering van de criteria en de retributieschema’s.

médicales et paramédicales dans les procédures delicence en uniformisant les critères et les schémas deredevances.

Page 68: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

68 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

VOORSTEL VAN AANBEVELINGEN VAN DEPS-FRACTIE

1°. Het behoud van een geïntegreerde structuur in-zake nucleaire controle: vergunningen, controle, sanc-ties en een voorstel voor een reglementering alsmedehet behoud van een autonoom overheidsagentschap.

– De fundamentele doelstellingen van het FederaalAgentschap voor Nucleaire Controle zijn de bescher-ming van het leven en de gezondheid van de werkne-mers en de bevolking, alsmede de bescherming vanhet milieu.

Die doelstellingen moeten worden gehaald door eengeheel van zekerheids- en veiligheidsmaatregelen, dieop geïntegreerde wijze moeten worden toegepast. Diedoelstellingen staan voorop bij de door het IAAE aan-genomen zekerheidsmaatregelen, met name wat deonafhankelijkheid van het Agentschap betreft, meerbepaald jegens de exploitanten. Daaruit vloeit voort dathet statuut van het Agentschap en zijn positie binnenhet hele overheidsapparaat in ruime mate conform metde internationale voorschriften is, en dat er geen en-kele reden bestaat om die ten gronde te wijzigen.

– De controle op de nucleaire installaties en de be-scherming tegen ioniserende stralingen wordt hoofd-zakelijk geregeld bij de wet van 15 april 1994 betref-fende de bescherming van de bevolking en van hetleefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortsprui-tende gevaren en betreffende het Federaal Agentschapvoor Nucleaire Controle. Krachtens artikel 2 van diewet wordt een openbare instelling met rechtspersoon-lijkheid van categorie C opgericht (die dus over eenruime autonomie beschikt): het Federaal Agentschapvoor Nucleaire Controle. Wij wensen de handhavingvan die wetsbepaling.

In die zin wensen wij dat het Federaal Agentschapde adviesverlenende bevoegdheid wat reglementeringbetreft, behoudt.

2°. Toch moet er meer duidelijkheid komen omtrentde bevoegdheden en de werkingsregels van elke be-trokken partij:

– Het parlement. Wij stellen voor dat het Agentschapen het Wetenschappelijk Comité rechtstreeks aan hetparlement rapporteren bij een ad hoc-subcommissiebinnen de Kamercommissie voor de BinnenlandseZaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt. Zozullen terzake «gespecialiseerde» parlementsleden vandie assemblee rechtstreeks controle kunnen uitoefe-nen op de taken inzake nucleaire veiligheid.

PROPOSITION DE RECOMMANDATIONS DUGROUPE PS

1°. Maintien d’une structure intégrée de contrôle nu-cléaire: autorisations, contrôle, sanctions et proposi-tion de réglementation et maintien d’une agence publi-que autonome.

– Les objectifs fondamentaux de l’Agence Fédéralede contrôle nucléaire sont: la protection de la vie et dela santé des travailleurs et de la population ainsi que laprotection de l’environnement par un ensemble de me-sures de sûreté et de sécurité qui doivent s’appliquerde manière intégrée.

Ces objectifs figurent en bonne place dans les prin-cipes fondamentaux de sûreté adoptés par l’AIEA, no-tamment en ce qui concerne l’indépendance de l’Agen-ce, en particulier, vis-à-vis des exploitants. Il en découleque le statut de l’Agence et son positionnement dansl’ensemble de l’appareil gouvernemental correspondlargement aux prescriptions internationales et qu’il n’ya aucune raison de les modifier fondamentalement.

– Le contrôle des installations nucléaires et la pro-tection contre les radiations ionisantes est principale-ment réglée par la loi du 15 avril 1994 relative à laprotection de la population et de l’environnement con-tre les dangers résultant des rayonnements ionisantset relatif à l’Agence fédérale de contrôle nucléaire. L’ar-ticle 2 de cette loi crée un établissement public doté dela personnalité juridique de catégorie C (disposant doncd’une large autonomie): l’Agence fédérale de contrôlenucléaire. Nous souhaitons le maintien de cette dispo-sition légale.

Dans ce sens, nous souhaitons que la compétenced’avis en matière de réglementation reste au sein del’Agence fédérale.

2°. Toutefois, il convient de mieux clarifier les com-pétences et des règles de fonctionnement de chaqueacteur:

– Parlement. Nous proposons que l’Agence et le Co-mité scientifique rapporte directement au Parlement ausein d’une sous- commission ad hoc au sein de la Com-mission de l’Intérieur de la CDR. Cela permettra uncontrôle direct du Parlement sur les missions desûreté nucléaire par des parlementaires «spécialisés»dans cette matière.

Page 69: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

693089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

– De minister van Binnenlandse Zaken en diens toe-zicht. Het FANC is een instelling van openbaar nutvan categorie C. Zulks betekent dat het over een ruimeautonomie beschikt, onder het administratief toezichtvan de regering. Dat toezicht moet beter worden geor-ganiseerd. Thans geschiedt het middels een regerings-commissaris. Wij wensen voortaan een professionali-sering van dat ambt en een duidelijker omschrijvingvan de bevoegdheden en taken die het omvat.

– De raad van bestuur. Deze is een belangrijke spe-ler binnen het Agentschap. De onafhankelijkheid en deernst van het Agentschap staat of valt met de kwaliteiten de onafhankelijkheid van de leden ervan. Terzakebehoort de rol van de regeringscommissaris duidelij-ker te worden bepaald.

De werkingsregels van het Agentschap zouden be-ter moeten worden omschreven, zoals mogelijk is opgrond van artikel 35 van de wet van 1994. De beginse-len van «deugdelijk vennootschapsbestuur» zoudenmoeten worden toegepast. De werking van de NIRASis een voorbeeld dat navolging verdient.

– Het auditcomité. Binnen de raad van bestuur is depermanente auditfunctie cruciaal. Wij wensen dat hetauditcomité gehandhaafd blijft, en dat de taken en wer-king ervan worden verduidelijkt in het huishoudelijk re-glement van de raad van bestuur. Voorts zou die raadbij zijn taak moeten worden bijgestaan door een per-manent auditeur.

– Het directiecomité. Wij wensen de officialiseringvan het directiecomité, bestaande uit de directeur-ge-neraal en zijn adjuncten. Dat comité zou worden belastmet het management en het dagelijkse bestuur van hetAgentschap. De voorzitter zou aan de vergaderingenervan kunnen deelnemen. In dat verband verzoekenwij de raad van bestuur om – op voorstel van de direc-teur-generaal – het aantal directeuren te bepalen over-eenkomstig een nieuwe interne structuur (cf. infra), envervolgens spoedig de afdelingsdirecteuren van hetAgentschap aan te stellen, ter vervollediging van zijnmanagement. Een en ander moet gebeuren met de no-dige aandacht voor de bevoegdheden die reeds binnenhet Agentschap bestaan.

– Het Wetenschappelijk Comité. De taken enwerkingsregels van dat comité zijn vastgelegd bij dewet van 1994 en bij het koninklijk besluit van18 december 2002 tot regeling van de samenstellingen bevoegdheden van de Wetenschappelijke Raad voor

– Ministre de l’Intérieur et sa tutelle: l’AFCN est unOIP de type C, c’est-à-dire qu’il dispose d’une largeautonomie sous le contrôle de tutelle du Gouverne-ment. Il convient de mieux organiser cette tutelle. Ac-tuellement, elle se fait via un commissaire du gouver-nement. Désormais, nous souhaitons une professionna-lisation de cette fonction et une meilleure clarificationde ses compétences et ses missions.

– Conseil d’administration. C’est un acteur impor-tant au sein de l’Agence. La qualité et l’indépendancede ses membres sont des gages de l’indépendance etdu sérieux de l’Agence. Ce qui suppose de régler demanière plus claire le rôle du commissaire du gouver-nement.

Il conviendrait de mieux préciser les règles de fonc-tionnement de l’Agence comme le permet le dernieralinéa de l’article 35 de la loi de 1994. Appliquer lesprincipes du «gouvernement d’entreprise». Le modèlede fonctionnement de l’ONDRAF est à suivre.

– Comité d’audit. Au sein du CA, la fonction d’auditpermanent est essentielle. Nous souhaitons le main-tien du comité d’audit et la clarification de ses mis-sions et de son fonctionnement dans une ROI internedu CA. Il conviendrait aussi qu’il soit aidé dans sa mis-sion par un auditeur permanent.

– Comité de direction. Nous souhaitons l’officialisa-tion du CD composé du DG et de ses adjoints. Il seraitchargé du management et de la gestion journalière del’Agence. Le Président pourrait participer à ses réu-nions. A cet égard, nous invitons le CA – sur proposi-tion du DG - à déterminer le nombre de directeurs enfonction d’une nouvelle structure interne (voir infra) etensuite à désigner rapidement les directeurs des dé-partements de l’Agence afin de compléter son mana-gement tout en étant attentif aux compétences existan-tes déjà à l’interne de l’agence.

– Comité scientifique. Ses missions et règles de fonc-tionnement sont fixé par la loi de 1994 et un AR du18 décembre 2002. Il conviendrait d’évaluer ses mis-sions et fonctionnement. Nous souhaitons un renforce-ment de ce comité scientifique, par l’absorption des

Page 70: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

70 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

Ioniserende Stralingen opgericht bij het Federaal Agent-schap voor Nucleaire Controle. De taken en werkingervan zouden moeten worden geëvalueerd. Wij wen-sen een versterking van dat Wetenschappelijk Comité,door het bevoegdheden te laten overnemen van de metnucleaire aangelegenheden belaste afdeling van deHoge Gezondheidsraad. Die twee instanties overlap-pen elkaar immers, en dat is overbodig.

3°. De banden met de erkende instellingen

Alles draait om de betere integratie van de erkendeinstellingen binnen de voorziening voor overheids-controle die het Agentschap is. In dat verband verschaf-fen de internationale documenten een aantal interes-sante richtsnoeren zoals:

– de totale onafhankelijkheid ten aanzien van de ex-ploitanten;

– de eindverantwoordelijkheid en de primordiale rolvan de overheid;

– de duidelijke afbakening van ieders werkterrein;

– de noodzakelijke technische vakbekwaamheid vanelk van de betrokkenen.

De veiligheidsvoorschriften van het IAAE (GS-R-1)vormen de belangrijkste referentie terzake.

Er moet snel een definitieve oplossing worden ge-vonden, en de tenuitvoerlegging ervan moet geplandgebeuren, volgens een nauwkeurig tijdpad. Die oplos-sing moet formele garanties op een volledige onafhan-kelijkheid jegens de exploitanten bieden.

Onze voorstellen terzake:

1. Duidelijk aangeven dat het de bedoeling is eeneinde te maken aan het optreden van private erkendeinstellingen, zulks met een tweeledig oogmerk:

a) onverkort garanderen dat wie bij de exploitantoptreedt met het oog op de evaluatie en de controlevan de veiligheid, volstrekt onafhankelijk handelt; datmoet zowel de werknemers en de bevolking in het al-gemeen als het milieu ten goede komen;

b) zorgen voor een bestendiging van de knowhowdie voorhanden is binnen de teams bestaande uit top-specialisten wier voortgezette opleiding en verworvenervaring cruciale componenten vormen.

2. Op realistische wijze het tijdpad bepalen dat moetleiden tot een geslaagde integratie.

compétences de la section nucléaire du Conseil supé-rieur d’hygiène. Ces deux instances faisant inutilementdouble usage.

3°. Les liens avec les OA.

Le point crucial est la meilleure intégration des or-ganismes agréés dans la structure de contrôle publicincarnée par l’Agence. A ce sujet, les documents inter-nationaux fournissent un certain nombre de principesdirecteurs intéressants comme:

– l’indépendance totale vis-à-vis des exploitants;

– la responsabilité finale et le leadership de l’Auto-rité publique;

– la délimitation claire des champs d’activité de unset des autres;

– la nécessaire compétence technique de chacunentre autres.

La référence internationale en la matière est essen-tiellement les prescriptions de sécurité de l’AIEA (GS-R-1).

Une solution définitive doit rapidement être trouvéeet sa mise en œuvre planifiée dans le temps selon unéchéancier précis. Cette solution doit donner des ga-ranties formelles de totale indépendance vis-à-vis desexploitants.

Notre proposition à cet égard, est

1. Annoncer clairement la volonté de mettre un termeà l’intervention d’organismes agréés privés, cela dansle double souci:

a) d’une garantie totale de la parfaite indépendancede ceux qui interviennent après l’exploitant dans l’éva-luation et le contrôle de la sécurité au bénéfice tantdes travailleurs que de la population en général et del’environnement;

b) d’une pérennité du know-how disponible dans leséquipes composées de spécialistes pointus dont la for-mation continuée et l’expérience acquise sont des élé-ments cruciaux.

2. Définir en terme réaliste l’échéancier pour aboutirà une intégration réussie.

Page 71: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

713089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

Een maximumduur van drie jaar lijkt redelijk.

De integratie zou in fases moeten gebeuren naarge-lang het betrokken type van inrichting, met name klasseI, II dan wel III. De raad van bestuur van het FANC zouhet tijdpad voor de fases en de desbetreffende nadereregels moeten bepalen, in samenspraak met de be-trokken instellingen en met inachtneming van de maxi-mumduur van drie jaar.

Een jaarverslag over de tenuitvoerlegging zou moe-ten worden overgelegd bij de ad hoc-subcommissie vanhet parlement (zie punt 2° van de aanbevelingen).

3. Overgangsperiode

– De herhaalde verlenging van de overgangsperiode(met toepassing van artikel 52bis, § 3, van de wet van15 april 1994) geeft een slecht signaal naar alle secto-ren, en is louter koren op de molen van degenen diekritiek hebben op de ontoereikende onafhankelijkheidvan de controleur.

– Voorts moet het FANC worden verzocht eenoverheidsopdracht uit te schrijven, teneinde die instan-tie de gelegenheid te bieden om tijdens de overgangs-periode (na augustus 2007) rechtstreeks toezicht uitte oefenen op die instellingen.

– Het is bijzonder interessant de bij het FANC opge-starte reorganisatie aan te grijpen als een kans omerin te voorzien dat alle erkende instellingen op termijnin het Agentschap zullen opgaan.

4. Met betrekking tot de interne structurering vanhet Agentschap stellen wij vast dat de huidige organi-satie (twee afzonderlijke afdelingen, met name con-trole en vergunningen) niet langer voldoet. Wij staaneen aanpak voor die meer aandacht heeft voor de ge-sprekspartners van het Agentschap (de gebruikers, deexploitanten, de buurtbewoners, de klanten, de werk-nemers enzovoort). Wij verzoeken de raad van bestuuren de directeur-generaal spoedig vorm te geven aaneen andere interne structurering. Doel daarvan is tezorgen voor doeltreffendheid en doelmatigheid, alsmedevalorisatie van het kapitaal aan expertise dat het per-soneel van het Agentschap heeft opgebouwd. In diecontext ware een inkorting van de door de directeur-generaal vastgelegde termijnen wenselijk.

5. De vigerende reglementering vereenvoudigen. Hetkomt er vooral op aan de vigerende reglementering vlot-ter leesbaar te maken en de procedures te vereenvou-digen, doch zonder van het stelsel van voorafgaandevergunningen en de opdeling in klassen af te zien. Een

Une durée maximale de trois ans paraît raisonna-ble.

L’intégration devrait se faire par étape en fonctiondes types d’établissements, classes I, II et III, concer-nés. L’échéancier des étapes et leurs modalités devraitêtre déterminés par le C.A. de l’AFN en accord avecles organismes concernés et dans le respect de la du-rée maximale de 3 ans.

Un rapport annuel sur la mise en œuvre devrait êtreprésenté à la sous-commission ad hoc du Parlement(cf. point 2° des recommandations).

3. Période transitoire

– La prolongation récurrente de la période transi-toire (application de l’art. 52bis § 3 de la loi du 15 avril94) constitue un mauvais signe pour l’ensemble dessecteurs et ne peut que raviver ceux qui critiquent lemanque d’indépendance du contrôleur.

– Aussi, il faut demander à l’AFN de passer un mar-ché public pour lui permettre d’exercer directement latutelle de ces organismes pendant la période transi-toire (après août 2007).

– Il est particulièrement intéressant de saisir l’op-portunité de la réorganisation lancée à l’AFCN pour yprévoir et y inclure à terme l’ensemble des organis-mes agréés.»

4. Concernant la structuration interne de l’Agence.Nous constatons que l’organisation actuelle (deux dé-partements séparés contrôle et autorisations) n’est plusadaptée et nous prônons une approche plus soucieusedes interlocuteurs de l’Agence (les usagers, les ex-ploitants, les riverains, les clients, les travailleurs, …Nous invitons le CA et le DG de mettre rapidement enœuvre une autre structuration interne dans un soucisd’efficacité, d’efficience et de valorisation du capitald’expertise du personnel de l’Agence. A cet égard, unraccourcissement des échéances fixées par le dg se-rait souhaitable.

5. Simplifier la réglementation actuelle. Il s’agit sur-tout de rendre plus lisible la réglementation actuelle etde simplifier les procédures sans toutefois abandon-ner le système de autorisations préalables et de clas-sification. Une évaluation serait nécessaire. Nous

Page 72: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

72 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

evaluatie ware noodzakelijk. Wij verzoeken het Agent-schap dus terzake voorstellen te doen, vooral wat deinrichtingen van klasse III betreft.

6. Duidelijkheid scheppen omtrent de bestemmingvan de reserve en van het Begrotingsfonds. Momen-teel beschikt het Agentschap over een omvangrijke fi-nanciële reserve. Wij verzoeken het Agentschap spoe-dig een bestemming voor die geldbedragen voor testellen, inzonderheid door te investeren in de bijscho-ling van zijn ambtenaren. Voorts wensen wij dat de fi-nanciële middelen van het Agentschap worden besten-digd en dat wordt nagedacht over de diversificatie vandie middelen.

Er moet een analytische boekhouding worden uitge-bouwd.

7. Wij dringen erop aan dat het Agentschap zijn per-soneelsleden bijschoolt, teneinde hun competenties enknowhow te ontwikkelen.

8. De interne en externe communicatie versterkenen professionaliseren. De transparantie van de sectoris een essentiële vereiste. Wij verwijzen in dat ver-band naar het communicatiebeleid van de Franse nu-cleaire veiligheidsautoriteit.

9. Het strategisch plan aanvullen – inzonderheid –op drie vlakken:

– de detectiepoortjes;– de dosimetrie wat de werknemers betreft;– de fysische bescherming (of de beveiliging) van

de sites.

10. Ervoor zorgen dat het FANC een prominentereinternationale rol gaat spelen. Ondanks de prerogatie-ven van het ministerie van Buitenlandse Zaken en on-verminderd diezelfde prerogatieven, vormt het FANChet officiële aanspreekpunt voor de internationale or-ganisaties (het IAAE, de OESO, de EU, de WHO enzo-voort) en voor de buitenlandse instanties welke be-voegd zijn voor dezelfde aangelegenheden als die welkeonder het FANC ressorteren: nucleaire veiligheid,stralingsbescherming (met inbegrip van ongevalsitua-ties), safeguards, kwaadwillige aanwending van nu-cleaire en radioactieve stoffen alsmede fysische be-scherming tegen nucleaire stoffen. Die taak van hetAgentschap moet dus worden uitgebouwd.

invitons donc l’Agence à présenter des propositions àce sujet. Surtout pour les établissements de classeIII.

6. Clarifier l’affectation de la réserve et du Fond bud-gétaire. Actuellement, l’Agence dispose d’une réservefinancière importante. Nous invitons l’Agence a propo-ser rapidement une affectation de ces montants finan-ciers, notamment en investissant dans la formationcontinue de ses agents. Nous souhaitons aussi lapérennisation des moyens financiers de l’agence et uneréflexion sur la diversification de ceux-ci.

Mettre en place une comptabilité analytique.

7. Nous insistons la formation continue du person-nel de l’Agence afin de développer ses compétenceset son savoir-faire.

8°. Renforcer et professionnaliser la communicationinterne et externe. La transparence du secteur est uneexigence essentielle. Voir à cet égard, la politique decommunication de l’Autorité française de sûreté nu-cléaire.

9°. Compléter le plan stratégique – notamment – danstrois domaines:

– les portiques– le dosimétrie des travailleurs– la protection (ou la sécurisation) physique des si-

tes.

10°. Veiller à développer le rôle international del’AFCN. Nonobstant les prérogatives du Minafet et sanspréjudice de celles-ci, l’AFCN est le point de contactofficiel avec les organisations internationales (AIEA,OCDE, UE, OMS, etc.) et les homologues étrangersdans les matières relevant de l’AFCN: sûreté nucléaire,radioprotection (ces deux y compris les situations ac-cidentelles), safeguards, usage malintentionné des ma-tières nucléaires et radioactives, et protection physi-que des matières nucléaires. Il convient donc dedévelopper cette mission de l’Agence.

Page 73: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

733089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

11. Verbeteringen blijven aanbrengen aan hetTELERAD-controlenetwerk

12. Met betrekking tot de installaties van klasse II Berin voorzien dat de exploitanten over hun eigen dienstvoor fysische controle beschikken.

13. Met betrekking tot de installaties van klasse IIIwerk maken van één enkele facturatievorm, naar hetvoorbeeld van hetgeen gebeurt voor elektriciteit of wa-ter (de kosten van de dienstverlening, in casu de prijsvan de wettelijke controle en de wettelijke bijdrage tenvoordele van het FANC, in één factuur opnemen).

11. Poursuivre l’amélioration du réseau de sur-veillance TELERAD

12. En ce qui concerne les installations de classe IIB, prévoir que les exploitants aient leur propre servicede contrôle physique,

13. En ce qui concerne les installations de classeIII, s’orienter vers une facturation unique, à l’instar dece qui est fait pour l’électricité ou l’eau (intégrer dansla même facture le coût du service, en l’occurrence icile prix du contrôle légal et la redevance légale au profitde l’AFCN).

Page 74: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

74 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

C. VOORSTEL VAN AANBEVELINGEN VAN DEMR-FRACTIE

1. Taken van het FANC (Federaal Agentschap voorNucleaire Controle)

De MR-fractie stelt voor niets te wijzigen aan detaken van het FANC. Het gaat hier immers om eengeïntegreerd geheel waarin verschillende activiteitennauw samenhangen: de voorbereiding van de regelge-ving, de uitwerking van specifieke technische instruc-ties door het FANC, de verlening van vergunningen, decontrole en de inspecties.

De politieke overheid (de wetgever) zet de voorstel-len die het FANC op het punt van regelgeving doet, omin wetten en koninklijke besluiten.

Ervaring en terreinkennis zijn onontbeerlijk om toteen billijke en toepasbare reglementering te komen.

2. Statuut

Het statuut van parastatale instelling van categorieC wordt gehandhaafd. Dat statuut garandeert de onaf-hankelijkheid van het Agentschap en maakt het moge-lijk kwalitatief hoogwaardig personeel in dienst te ne-men. Onafhankelijkheid ten opzichte van de nucleaireexploitanten is van wezenlijk belang.

3. Bestuursorganen

a. Raad van bestuur:

– voorzitter en aanwijzing van twee ondervoorzit-ters, net zoals bij de NIRAS;

– de bestuurders zouden in de toekomst niet langeralleen maar mogen worden aangewezen op grond vanhun wetenschappelijke kwaliteiten, maar ook op grondvan hun managementscapaciteiten.

b. Regeringscommissaris:

Eén enkele commissaris voor de toezichthoudendeminister (minister van Binnenlandse Zaken).

c. Auditcomité:

– Oprichting van een vaste interne auditor, met alstaken: het uitvoeren van kwaliteitscontroles en toezichtop het beheer.

– Invoering van een analytische boekhouding– Certificering van het Agentschap.

C. PROPOSITION DE RECOMMANDATIONS DUGROUPE MR

1. Missions de l’AFCN (Agence fédérale de con-trôle nucléaire)

Le groupe MR propose de ne pas modifier les mis-sions de l’AFCN. En effet, il s’agit d’un ensemble inté-gré de relations étroites entre la préparation de la ré-glementation, l’élaboration d’instructions techniquesspécifiques de l’AFCN, l’octroi d’autorisations, le con-trôle et les inspections.

Le pouvoir politique (législatif) transforme les pro-positions réglementaires de l’AFCN en lois, AR.

L’expérience/connaissance du terrain est indispen-sable pour élaborer une réglementation juste et appli-cable.

2. Statut

Le statut de parastatal de type C est maintenu. Cestatut garantit l’indépendance de l’agence et permetd’embaucher du personnel de qualité. L’indépendancevis-à-vis des exploitants nucléaires est essentielle.

3. Organes de gestion

a. Conseil d’administration:

– président et désignation de deux vice-présidentsà l’instar de l’Ondraf;

– les administrateurs ne devraient plus à l’avenirêtre désignés uniquement en vertu de leurs qualitésscientifiques mais aussi pour leurs qualités managé-riales.

b. Commissaire au gouvernement:

Un seul commissaire du ministre de tutelle (minis-tre de l’Intérieur).

c. Comité d’audit:

– Mise en place d’un auditeur interne permanent aveccomme missions un contrôle de la qualité et un con-trôle de gestion.

– Mise en place d’une comptabilité analytique.– Certification de l’agence.

Page 75: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

753089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

d. Strategisch comité:

Het strategisch comité moet opnieuw worden geac-tiveerd.

4. Interne organisatie

– Directieteam: zes leden (directeur-generaal, ad-junct-directeur-generaal en vier depar tements-directeurs), met inachtneming van het taalevenwicht.Het betreft hier de meest gangbare formule in dezesector - overigens niet alleen in ons land (cf. NIRAS,SCK-CEN, AVN), maar ook in het buitenland.

– Een einde maken aan de tussenschotten die be-staan tussen de departementen Vergunningen en Con-trole

– Snel werk maken van een nieuw organogram, inoverleg met de raad van bestuur

5. Betrekkingen met de erkende instellingen

De MR-fractie is voorstander van een sterke toena-dering tussen het FANC en een nog op te richtendochterinstelling voor de controle op de installaties vande klassen I en II (hoger). De raad van bestuur van diedochterinstelling moet zijn samengesteld uit een voor-zitter en leden, van wie de meerderheid door het FANCis aangewezen. Die formule biedt de volgende voorde-len:

· aldus kan beter worden ingespeeld op de inter-nationale vereisten en aanbevelingen inzake controleop de nucleaire activiteiten

· de wet van 1994 wordt nageleefd· het FANC blijft gegarandeerd de spil inzake ver-

antwoordelijkheid op het stuk van de nucleaire con-trole

· de voorschriften in verband met overheidsaan-bestedingen worden in acht genomen, zonder dat denucleaire controle wordt blootgesteld aan Europeseconcurrentie

· de knowhow blijft in België

6. Telerad

De MR-fractie stelt voor het programma tot moderni-sering van het netwerk voort te zetten, volgens hetstramien van het geactualiseerde businessplan en re-kening houdend met de aanbevelingen die voortvloeienuit de Siemens-audit.

d. Comité stratégique:

Il y a lieu de réactiver le comité stratégique.

4. Organisation interne

– Equipe de direction: six membres (directeur géné-ral, directeur général adjoint et quatre directeurs dedépartements) avec respect de l’équilibre linguistique.C’est la formule la plus utilisée dans ces secteurs enBelgique comme p.ex. à l’ONDRAF, le CEN-SCK, AVN,ainsi qu’à l’étranger.

– Mettre fin à la séparation qui existe entre les dé-partements autorisations et contrôle.

– Mettre en œuvre rapidement un nouvel organi-gramme en concertation avec le C.A.

5. Relations avec les organismes agréés

Le groupe MR préconise un rapprochement fort en-tre l’AFCN et une filiale à créer pour le contrôle sur lesclasses I et II supérieure. Le Conseil d’administrationde la filiale est composé d’un président et d’une majo-rité des membres désignés par l’AFCN. Cette formuleprésente les avantages:

· De répondre au mieux aux exigences et recom-mandations internationales pour un contrôle des acti-vités nucléaires

· De respecter la loi de 1994· D’assurer à l’AFCN le rôle de responsable cen-

tral sur le contrôle nucléaire

· De satisfaire aux impositions de la réglementa-tion sur les marchés publics sans soumettre le con-trôle nucléaire à une concurrence européenne

· De maintenir le know-how en Belgique

6. Telerad

Il est préconisé de poursuivre le programme de mo-dernisation du réseau selon le «business plan» remisà jour en tenant compte des recommandations décou-lant de l’audit SIEMENS.

Page 76: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

76 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

7. Opleiding en communicatie

De MR dringt aan op een permanente opleiding vande mensen die actief zijn op het stuk van de nucleaireveiligheid en controle, alsook op een echt communica-tiebeleid ten aanzien van de bevolking.

8. Een grotere internationale rol voor het Agentschap

7. Formation et communication

Le MR insiste pour la formation continue des agentsdans le domaine de la sûreté et la sécurité nucléaire etpour une véritable politique de communication vis-à-vis du public.

8. Développer le rôle international de l’Agence

Page 77: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

773089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

D. VOORSTEL VAN AANBEVELINGEN VAN DESp.a-Spirit-FRACTIE

1. Ons land heeft nood aan een slagkrachtige nu-cleaire controle in ons land die de bescherming van debevolking, het leefmilieu en de werknemers garandeert.

Wettelijke en organieke context

2. Het statuut van parastale van type C is een goedstatuut voor het Federaal Agentschap voor NucleaireControle (FANC). Het garandeert het agentschap vol-doende flexibiliteit om experten aan te werven. Het isook in overeenstemming met de aanbevelingen van hetInternationaal Agentschap voor Atoomenergie. Aan deandere kant is een optimaal functioneren van en eengoede samenwerking tussen Raad van Bestuur, direc-tie en Regeringscommissaris een noodzakelijke voor-waarde voor een performante instelling, ongeacht hetstatuut van het Agentschap.

3. Het FANC moet jaarlijks rapporteren aan hetparlement over de manier waarop haar opdrachtenworden vervuld en over de opdrachten hierna gefor-muleerd. In de rapportage moet onder meer meldingworden gemaakt van alle incidenten of accidenten innucleaire installaties, de opvolging ervan, het aantalcontroles, inbreuken die werden vastgesteld en hetgevolg dat hieraan werd gegeven.

Structuur van bestuur en management

4. De Raad van Bestuur moet worden uitgebreidmet een ondervoorzitter en regeringscommissaris vande minister van Begroting, zoals ook bij NIRAS hetgeval is.

5. Er moet een structurele nauwe samenwerkingkomen tussen de Raad van Bestuur en het manage-ment op basis van de regels van deugdelijk bestuur(corporate governance). Er moet een uitgebreid directie-comité komen waar directeur-generaal, adjunct-direc-teur-generaal, voorzitter en ondervoorzitters van deRaad van Bestuur en de Regeringscommissarissenzetelen en dat de agenda van de Raad van Bestuurgrondig voorbereidt. De Raad van Bestuur moet overalle relevante documenten op tijd kunnen beschikken.Er moet een afsprakennota komen tussen directie enRaad van Bestuur over de onderwerpen die aan dezelaatste worden voorgelegd.

6. De voogdij over het FANC moet worden geres-ponsabiliseerd. De regeringscommissarissen moetenworden betrokken in het uitgebreid directiecomité vanhet Agentschap.

D. PROPOSITION DE RECOMMANDATIONS DUGROUPE Sp.a-Spirit

1. Notre pays a besoin d’un contrôle nucléaire dy-namique qui garantisse la protection de la population,de l’environnement et des employeurs de notre pays.

Contexte légal et organique

2. Le statut de parastatal de type C convient àl’Agence fédérale de contrôle nucléaire (AFCN). Il ga-rantit à l’agence une flexibilité suffisante pour engagerdes experts. Il est également conforme aux recomman-dations de l’Agence internationale pour l’énergie ato-mique. Par ailleurs, un fonctionnement optimal du con-seil d’administration, de la direction et du commissairede gouvernement, ainsi qu’une bonne collaboration en-tre ces différents organes, constituent une conditionnécessaire à une institution performante, quel que soitle statut de l’Agence.

3. L’AFCN doit faire annuellement rapport au Parle-ment sur la manière dont elle remplit ses missions etsur les missions formulées ci-après. Ce rapport doitnotamment mentionner tous les incidents ou accidentssurvenus dans les installations nucléaires, leur suivi,le nombre de contrôles, les infractions constatées etla suite qui y a été réservée.

Structure administrative et management

4. Le Conseil d’administration doit être étendu etinclure un vice-président et un commissaire du gou-vernement du ministre du Budget, comme c’est le casà l’ONDRAF.

5. Une collaboration structurelle étroite doit êtreorganisée entre le Conseil d’administration et la direc-tion, sur la base des règles de bonne administration(gouvernance d’entreprise). Un comité de directionétendu doit être institué. Il est composé du directeurgénéral, du directeur général adjoint, du président etdes vice-présidents du conseil d’administration ainsique des commissaires du gouvernement et a pour mis-sion de préparer de manière approfondie l’ordre du jourdu conseil d’administration. Le conseil d’administrationdoit pouvoir disposer en temps opportun de tous lesdocuments pertinents. Les dossiers soumis au conseild’administration doivent faire l’objet d’un arrangementécrit entre le conseil d’administration et la direction.

6. La tutelle de l’AFCN doit être responsabilisée.Les commissaires de gouvernement doivent être as-sociés au comité de direction étendu de l’Agence.

Page 78: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

78 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

7. Er moet een sterke samenwerking komen tus-sen de organisatorische eenheden die vergunningenverlenen en zij die de controle van de vergunde instel-lingen uitvoeren. Bij het opstellen van vergunningenmoet er steeds een advies van de betrokken controle-eenheid komen. Op deze manier kunnen controleer-bare voorwaarden worden opgenomen in de vergun-ning.

8. Er moet in het organigram een aparte horizon-tale dienst worden voorzien die reglementering en devoorbereiding van wetgevend werk als taak heeft. Ermoet zorg voor worden gedragen dat deze dienst innauw overleg staat met de controleurs op het terrein,die op deze manier onvolkomenheden in het reglemen-tair kader snel kunnen signaleren.

Externe relaties

9. De relatie tussen de exploitant, de erkende in-stellingen (EI) en het FANC moet worden herzien. Deoverheid (FANC) moet een centrale rol krijgen in denucleaire controle van de instellingen van Klasse I enIIa, zoals in de meeste andere landen en volgens deaanbevelingen van IAEA. Een filialisatie van de con-trole, waarbij het FANC een dochterstructuur krijgt voorde nucleaire controle naar voorbeeld van Belgoprocessals dochter van NIRAS en waarin de huidige EI wordenopgenomen, is wenselijk. Deze dochter kan een nv vanpubliek recht zijn, teneinde een vlotte werking en eenaangepaste verloning mogelijk te maken.

10. De wetgever moet op korte termijn een initiatiefnemen om de controle van de instellingen van Klasse Ien IIa door het FANC bij wet te regelen en de termijnbepalen waarbinnen deze reorganisatie moet zijn vol-tooid. Een maximumtermijn van drie jaar lijkt in dezerealistisch. In afwachting van deze structuur moet hetFANC uitgebreide controlebevoegdheden krijgen overde EI. Het FANC moet in deze overgangsperiode decontroleprogramma’s van de EI ex-ante goedkeuren.Het is niet wenselijk dat de nucleaire controle via een(Europese) aanbesteding zou gebeuren: veiligheid inhet algemeen en nucleaire veiligheid in het bijzonderbehoort tot de kerntaken van de overheid. Bij een Eu-ropese aanbesteding zou ook het risico bestaan dat deexpertise voor deze controles niet langer in ons landaanwezig zou zijn. De EI moeten in de overgangsperiodenaar een filialisatie van de nucleaire controle financieelonafhankelijk worden van de exploitanten.

7. Une collaboration étroite doit être organisée en-tre les unités organisationnelles qui octroient les auto-risations et celles qui réalisent le contrôle des institu-tions autorisées. L’octroi des autorisations doit toujoursfaire l’objet d’un avis de l’unité de contrôle concernée.Des conditions contrôlables peuvent ainsi être inscri-tes dans l’autorisation.

8. Un service horizontal séparé doit être prévu dansl’organigramme. Il sera chargé de la réglementation etde la préparation du travail législatif. Il faut veiller à ceque ce service fonctionne en concertation étroite avecles contrôleurs sur le terrain, qui peuvent ainsi signa-ler rapidement d’éventuelles imperfections dans le ca-dre réglementaire.

Relations externes

9. La relation entre l’exploitant, les établissementsagréés (EA) et l’AFCN doit être revue. Les pouvoirspublics (AFCN) doivent se voir attribuer un rôle centraldans le contrôle nucléaire des établissements de classeI et de classe IIa, comme c’est le cas dans la plupartdes pays et comme le recommande l’AIEA. Unefilialisation du contrôle, dans le cadre de laquelle l’AFCNse verrait dotée d’une filiale pour le contrôle nucléaire,selon l’exemple de Belgoproces en tant que filiale del’ONDRAF, et dans laquelle seraient repris les EA ac-tuels, est souhaitable. Cette filiale peut être une SA dedroit public, afin de permettre un fonctionnement cor-rect et une rémunération adaptée.

10. À court terme, le législateur doit prendre uneinitiative afin de régler par une loi le contrôle des éta-blissements de classe I et de classe IIa par l’AFCN etde fixer le délai dans lequel cette réorganisation doitêtre achevée. Un délai maximum de trois ans sembleréaliste en l’occurrence. Dans l’attente de cette struc-ture, l’AFCN doit être investie de compétences éten-dues en matière de contrôle des EA. Pendant cettepériode de transition, l’AFCN doit approuver les pro-grammes de contrôle des EA ex-ante. Il n’est pas sou-haitable que le contrôle nucléaire s’effectue par le biaisd’une adjudication (européenne). La sécurité, en géné-ral, et la sécurité nucléaire, en particulier, font en effetpartie des missions essentielles des pouvoirs publics.En cas d’adjudication européenne, il existerait un ris-que que l’expertise concernant ces contrôles ne soitplus présente dans notre pays. Pendant la période detransition vers une filialisation du contrôle nucléaire,les EA doivent acquérir une indépendance financièrevis-à-vis des exploitants.

Page 79: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

793089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

Operationele aspecten

11. Er moet binnen het FANC een doorgedreven per-manente opleiding van de medewerkers plaatsvinden,zowel op vlak van kennis van nucleaire veiligheid (teneinde het aantal effectieven dat gekwalificeerd is omcontroles uit te voeren, in het bijzonder op de instellin-gen van Klasse I en IIa, te verhogen van 1 effectieve,zoals nu het geval is, tot een veel groter aantal) als opvlak van algemeen beheer, communicatie, enzovoort.

12. Er is een herindeling van de klassen van ver-gunde instellingen nodig naar de geest van het voor-stel van het FANC van 9 maart 20061. De huidige klasseIIa moet hierbij aan dezelfde voorwaarden voldoen alsklasse I, zodat alle instellingen van beide klassen overeen dienst fysische controle moeten beschikken. Hetorganigram van het FANC moet de verschillende klas-sen van instellingen reflecteren. De WetenschappelijkeRaad van het FANC moet zijn bevoegdheden bij hetverlenen van vergunningen Klasse I uitgebreid zien totKlasse IIa.

13. De rol van het auditcomité binnen de Raad vanBestuur moeten worden verduidelijkt. Een interneauditor moet zorgen dat het FANC geaccrediteerd wordtvoor zijn processen. Hij zal daar ook toezicht en con-trole op uitoefenen op een onafhankelijke wijze.

14. De invoering van een ERP (enterprise resourceplanning) systeem en de sluitende en correcte inningvan de retributies moeten versneld worden in orde ge-bracht. Dit moet gebeuren met een duidelijke timing eneen tussentijdse rapportage moet worden opgelegd aanhet FANC.

15. Voor de inning van retributies moet het FANCovereenkomsten afsluiten met het RIZIV en het FAVVom actuele adresgegevens van retributieplichtigen teverkrijgen en samen te werken voor het opzetten vansluitende retributiesystemen.

16. Het vergunningenstelsel voor de instellingen vanklasse III moet volledig worden herbekeken ten eindehet systeem efficiënt, transparant en administratiefeenvoudig te maken.

17. Jaarlijks (halfjaarlijks) moeten overlegvergade-ringen worden gehouden met representatieve vereni-gingen van tandartsen, veeartsen, radiologen, etc. terevaluatie en verbetering van de reglementering, hetvergunningenbeleid en de controle voor instellingen vanKlasse III.

Aspects opérationnels

11. Il y a lieu de prévoir, au sein de l’AFCN, uneformation permanente poussée des collaborateurs, tantsur le plan de la connaissance de la sécurité nucléaire(afin de porter le nombre d’effectifs qualifiés pour ef-fectuer les contrôles, en particulier des établissementsde classe I et de classe IIa, d’un effectif, comme c’estle cas actuellement, à un nombre beaucoup plus grand)que sur le plan de la gestion générale, de la communi-cation, etc.

12. Il est nécessaire de procéder à un réaménage-ment des classes des établissements agréés dans l’es-prit de la proposition de l’AFCN du 9 mars 20061. À cetégard, l’actuelle classe IIa devrait satisfaire aux mê-mes conditions que la classe I, de sorte que l’ensem-ble des établissements des deux classes doivent dis-poser d’un service de contrôle physique. L’organigram-me de l’AFCN doit refléter les différentes classes d’éta-blissements. Le Conseil scientifique de l’AFCN doit voirses compétences en matière d’octroi de permis declasse I étendues à la classe IIa.

13. Le rôle du Comité d’audit au sein du Conseil d’ad-ministration doit être précisé. Un auditeur interne doitveiller à ce que l’AFCN soit accréditée pour ses pro-cessus. Il assurera aussi une surveillance et un con-trôle de ces processus d’une manière indépendante.

14. L’instauration d’un système ERP (enterpriseresource planning) et la perception efficace et correctedes rétributions doivent être réglés rapidement. Il con-vient de fixer un calendrier précis à cet effet et d’impo-ser un rapport intermédiaire à l’AFCN.

15. Pour la perception des rétributions, l’AFCN doitconclure des accords avec l’INAMI et l’AFSCA afind’obtenir les coordonnées actuelles des redevables etde coopérer en vue de mettre sur pied des systèmesde rétribution efficaces.

16. Le système de licences pour les établissementsde classe III doit être entièrement revu afin de rendrele système efficace, transparent et simple sur le planadministratif.

17. Chaque année (chaque semestre), des réunionsde concertation doivent avoir lieu avec les associa-tions représentatives des dentistes, des vétérinaires,des radiologues, etc., afin d’évaluer et d’améliorer laréglementation, la politique en matière de licences etle contrôle des établissements de Classe III.

(1) NOTE numéro 006-048-N rev.0 (1) NOTA nummer 006-048-N rev.0

Page 80: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

80 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

18. Een functionerings-, validatie- en controlepro-gramma voor de gehele werking van Telerad moet on-middellijk worden opgezet. Testen van alarm en defectmoeten regelmatig en onvoorzien worden uitgevoerd.De meest dringende aanpassingen om het systeem telaten functioneren moeten op korte termijn gebeuren,zonodig via externe consultancy.

19. Het FANC moet op korte termijn een regelge-ving ontwikkelen in verband met actieve dosimetrie,zodat de bestaande leemte in de regelgeving wordt in-gevuld. Actieve dosimeters met een alarmsignaal kun-nen ongelukken voorkomen of de impact van de be-straling ten gevolge van een incident beperken.

20. Er moet een procedure worden vastgelegd diewordt gevolgd na incidenten of accidenten. Er moetsteeds in overleg de fabrikant worden nagegaan of bij-komende maatregelen zich opdringen voor apparatuurvan hetzelfde type.

21. Er moet een plan van aanpak met een duidelijkeen strakke timing worden opgesteld en uitgevoerd voorde verwijdering van radioactieve bliksemafleiders.

22. Er moet een duidelijk intern en extern communi-catie beleid komen in het FANC.

18. Il convient de mettre immédiatement sur pied unprogramme de fonctionnement, de validation et de con-trôle pour tous les aspects du fonctionnement deTelerad. Il faut régulièrement effectuer, à l’improviste,des tests des alarmes et des pannes. Les adaptationsles plus urgentes en vue du bon fonctionnement dusystème doivent avoir lieu à court terme, en faisantappel, si nécessaire, à une consultance extérieure.

19. L’AFCN doit élaborer, à court terme, une régle-mentation relative à la dosimétrie active, afin de com-bler le vide existant dans la réglementation. Les dosi-mètres actifs dotés d’un système d’alarme peuventpermettre d’éviter des accidents ou de limiter l’impactde l’irradiation à la suite d’un incident.

20. Il convient de fixer une procédure à suivre encas d’incidents ou d’accidents. Il faut toujours vérifier,en concertation avec le fabriquant, si des mesures sup-plémentaires s’imposent pour les appareils du mêmetype.

21. Il convient d’élaborer et d’exécuter un plan d’ac-tion assorti d’un calendrier clair et strict en vue del’enlèvement des paratonnerres radioactifs.

22. Une politique claire de communication interne etexterne doit être mise sur pied à l’AFCN.

Page 81: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

813089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

E. VOORSTEL VAN AANBEVELINGEN VAN DECD&V-FRACTIE

CD&V stelt hierbij een aantal aanbevelingen voor diewij als conclusie willen verbinden aan de werkzaam-heden die in de Werkgroep Nucleaire Veiligheid werdengevoerd. Op het eerste zicht zullen deze aanbevelin-gen technisch lijken. De doelstelling moet echter steedsvoor ogen gehouden worden: een grotere veiligheid eneen betere controle op het gebruik van nucleaire in-stallaties. Dit is een verantwoordelijkheid die wij alspolitieke instantie dragen tegenover onze bevolking.

I. Vaststellingen

1. De belangrijke invloed van de erfenis uit het ver-leden

Het FANC is ontstaan door de samenvoeging vande vroegere diensten van Volksgezondheid en Arbeid.De uitvoeringsbesluiten bij de wet van 15 april 1994,die de overdracht van de diensten naar het FANC moes-ten regelen, werden pas in 2001 uitgevaardigd. Het isonmiskenbaar dat een belangrijke verantwoordelijkheidvoor deze late uitvoering bij de uitvoerende macht lag.

Bij de start van het FANC diende reeds een oplos-sing gevonden te worden voor een omvangrijk pakketvan problemen uit het verleden.

Een greep uit de impliciete dan wel expliciet aange-haalde problemen:

. Een sterk verwaarloosde medische sector meternstige achterstand op vlak van vergunningen en meteen gebrekkige of vrijwel onbestaande opvolging vande beroepsbeoefenaars waartoe het FANC zich moetrichten.

. Het bestaande TELERAD-meetnetwerk getuigdevan een verkeerd ontworpen design waarvan de soft-ware niet gedocumenteerd was en de toegang tot degebruiksdocumentatie onbestaande was. Voor het ge-bruik van TELERAD was de overheid tevens sterk ge-bonden aan een privé-onderneming.

. Gedecentraliseerde databanken van de inrich-tingen vergund door de provincies.

. Overname van de provinciale bevoegdheden in-zake vergunningen. Een deel van de informatie die zichbij deze provinciale diensten bevond, heeft het FANCechter nooit bereikt of vertoonde weinig of geen sa-menhang.

. Een traditionele cultuur van geheimhouding bijde overheid met bovenop twee verschillende culturenbij DBIS en DTVKI. Nadien overname van personeelvanuit de FOD Justitie met weer een eigen cultuur.

E. PROPOSITION DE RECOMMANDATIONS DUGROUPE CD&V

Le CD&V propose ci-après une série de recomman-dations que nous entendons joindre, en guise de con-clusions, aux travaux menés au sein du groupe de tra-vail Sécurité nucléaire. À première vue, ces recomman-dations paraîtront techniques. L’objectif doit toutefoisêtre toujours gardé à l’esprit: une sécurité renforcée etun meilleur contrôle de l’utilisation des installationsnucléaires. C’est une responsabilité qu’en tant qu’ins-tance politique, nous assumons vis-à-vis de notre po-pulation.

I. Constats

1. L’importante influence de l’héritage du passé

L’AFCN est née de la fusion des anciens servicesde la Santé publique et de l’Emploi. Les arrêtés d’exé-cution de la loi du 15 avril 1994, qui devaient régler letransfert des services à l’AFCN, n’ont été promulguésqu’en 2001. Il est indéniable que le pouvoir exécutif estlargement responsable de cette mise en œuvre tar-dive.

Dès l’entrée en lice de l’AFCN il a fallu trouver unesolution à toute une série de problèmes du passé.

Voici un aperçu des problèmes implicites ou explici-tes:

. Un secteur médical fortement négligé souffrantd’un sérieux retard en matière d’autorisations et d’unsuivi lacunaire, voire inexistant des praticiens auxquelsl’AFCN doit s’adresser.

. TELERAD, le réseau de mesure existant, avaitun design mal conçu dont le logiciel n’était pas docu-menté et dont la documentation relative à son utilisa-tion était inaccessible. Pour l’utilisation de TELERAD,les autorités étaient d’ailleurs étroitement liées à uneentreprise privée.

. Banques de données décentralisées des établis-sements agréés par les provinces.

. Transfert des compétences provinciales en ma-tière d’autorisations. Une partie des informations enpossession de ces services provinciaux n’est toute-fois jamais arrivée à l’AFCN ou ne présentait guère decohérence, voire aucune.

. Une culture traditionnelle du secret chez les auto-rités avec, en outre, deux cultures différentes au SPRIet au SSTIN. Ensuite, transfert du personnel du SPFJustice qui avait aussi sa propre culture.

Page 82: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

82 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

. Een groot gebrek aan deskundigheid op vlak vande logistieke diensten (personeels- en financiële dien-sten, informatica, …) en van kwaliteitsborging en on-dersteunende diensten bij DBIS en DTVKI.

Deze menigvuldige problemen dienden aangepakt teworden door een directiecomité dat voorheen nooit hadsamengewerkt, nooit had gewerkt met een raad vanbestuur, samengesteld met leden die ook nooit haddensamengewerkt.

Aan de problemen moest een oplossing worden ge-geven via nieuwe wetten en structuren. In de begin-periode werd wel gestart met onder andere corporategovernance met IKZ, auditcomité, interneauditdienst(geprogrammeerd), strategisch comité, strategisch enoperationeel plan, communicatieplan, analytische boek-houding, personeelsstatuut, m.i.v. een evaluatiesysteemenz., maar het management had niet de competentieen de daadkracht om de overgang naar een autonomeinstelling te maken. Het management heeft hierin dui-delijk gefaald.

2. Onvoldoende aandacht van de opeenvolgende be-voegde ministers voor de nucleaire veiligheid en deuitbouw van het FANC

De disfuncties bij het FANC waren gekend door deVoorzitter en de leden van de Raad van Bestuur endoor de regeringscommissaris. De regeringscommis-saris heeft echter nooit zijn veto gebruikt. Ook de be-voegde minister(s) waren ongetwijfeld op de hoogte vande disfuncties bij het FANC, en toch werd door de be-voegde minister(s) niets ondernomen. Wij durven ookspreken over politisering van de Raad van Bestuur ende politieke steun voor de leden van het bestaandedirectiecomité. Dat personen benoemd werden die niethet geschikte profiel hadden om de hen toevertrouwdetaak uit te voeren is een politieke verantwoordelijkheid.

Wij betreuren dat naast de audit van Korn/Ferry, debevoegde minister geen opdracht heeft gegeven aanhet Internationaal Atoom Energie Agentschap (IAEA)voor een audit of peer review van het FANC. In hetrapport Korn/Ferry werden vier personen doorgelicht,niet de werking van het agentschap. Een audit door hetIAEA had zinvolle aanbevelingen kunnen opleveren voorde werking van het FANC in zijn geheel en niet zozeerrond het functioneren van bepaalde personen in hetbijzonder.

. Un manque flagrant d’expertise dans le domainedes services logistiques (services du personnel et fi-nancier, informatique,…) et de l’assurance de la qua-lité et des services d’appui au SPRI et au SSTIN.

Un comité de direction qui n’avait jamais collaboréprécédemment, qui n’avait jamais travaillé avec unconseil d’administration dont les membres n’avaientnon plus jamais travaillé ensemble, a dû s’attaquer àces multiples problèmes.

Il a fallu résoudre les problèmes en élaborant denouvelles lois et de nouvelles structures. Si, dans unpremier temps, on a effectivement recouru, notamment,à la gouvernance d’entreprise avec PQI, à un comitéd’audit, à un service d’audit interne (programmé), à uncomité stratégique, à un plan stratégique et opération-nel, à un plan de communication, à une comptabilitéanalytique, à un statut du personnel, y compris un sys-tème d’évaluation, la direction ne possédait ni les com-pétences, ni l’énergie nécessaires pour permettre lepassage à un organisme autonome. Le management aclairement échoué en la matière.

2. Attention insuffisante accordée par les ministrescompétents successifs à la sécurité nucléaire et audéveloppement de l’AFCN

Les dysfonctionnements de l’AFCN étaient connusdu président et des membres du Conseil d’Administra-tion ainsi que du commissaire du gouvernement. Cedernier n’a toutefois jamais utilisé son veto. Il n’y aaucun doute que le ou les ministres compétents étaientégalement au courant des dysfonctionnements del’AFCN mais ils n’ont pris aucune mesure pour y re-médier. Nous n’hésitons pas à parler de politisation duConseil d’administration et de soutien politique accordéaux membres du comité de direction existant. Le faitque l’on ait nommé des personnes qui ne possédaientpas le profil adéquat pour exécuter les tâches qui leurétaient confiées est une responsabilité politique.

Nous déplorons qu’à part l’audit de Korn/Ferry, leministre compétent n’ait pas chargé l’Agence interna-tionale de l’énergie atomique (AIEA) de mener un auditou un peer review de l’AFCN. Le rapport Korn/Ferry apassé au crible qautre personnes, mais pas le fonc-tionnement de l’agence. Un audit réalisé par l’AIEA auraitpourtant pu déboucher sur des recommandations inté-ressantes sur le fonctionnement de l’AFCN dans sonensemble, plutôt que sur les activités de certaines per-sonnes en particulier.

Page 83: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

833089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

3. Geen consequente invulling van de wetgeving

De nieuwe organieke wet vroeg opvolging en actiefoptreden van de overheid. De consequenties van hetnieuwe wetgevende kader werden echter niet genomen.De regelgeving werd niet tijdig georganiseerd. Zo duurdehet veel te lang vooraleer de nodige koninklijke beslui-ten werden genomen. De bepalingen in de wet i.v.m. deErkende Instellingen (E.I.) zijn tot nog toe zonder op-lossing gebleven.

4. Vele aanzetten voor verbeteringsprojecten, maarbeperkte resultaten

De raad van bestuur heeft menigvuldig geadviseerddan wel aangedrongen op de modernisering van debeleidsprocessen en de dienstverlening met voorstel-len rond onder andere:

. Een strategisch plan met operationele jaarlijkseplannen en boordtabellen;

. Een analytische boekhouding;

. De invoering van Enterprise Resource Planning(ERP);

. Een systeem van integrale kwaliteitszorg metkwaliteitsborging op basis van ISO 9001;

. Een intern auditsysteem;

. Een intern en extern communicatieplan;

. Een geïntegreerd personeelsstatuut voor statu-taire en contractuele personeelsleden;

. Interne overlegfora;

. Een bestedingsplan voor de reserves.

De directie van het FANC is echter in gebreke ge-bleven in de realisatie van deze modernisering. De lei-ding van het FANC is er ook niet in geslaagd de dienst-verlening in kerndomeinen te verbeteren, zoals demodernisering van de regelgeving met het oog op toe-pasbaarheid en éénduidige interpretatie, tijdige schrif-telijke informatie aan rechtzoekenden, samenwerkingmet beroepsorganisaties op vlak van goede praktijken,tijdige aflevering van de vergunningen, en andere. Deleiding van het FANC had deskundigheid in huis, maarer was een totaal gebrek aan managementcompetentie,zoals duidelijk bleek uit de diverse getuigenissen enuit het rapport Korn/Ferry.

3. Absence d’une concrétisation conséquente de lalégislation

La nouvelle loi organique demandait un suivi et uneintervention active de la part des autorités. On n’a ce-pendant pas tiré les conséquences du nouveau cadrelégislatif. La réglementation n’a pas été organisée àtemps. Ainsi, un délai beaucoup trop long s’est écouléavant la prise des arrêtés royaux nécessaires. Les dis-positions de la loi relatives aux Organismes agréés(O.A.) sont jusqu’à présent restées sans solution.

4. Beaucoup d’impulsions données à des projetsd’amélioration, mais avec des résultats limités

Le conseil d’administration a fréquemment recom-mandé, voire demandé instamment la modernisationdes processus de politique et du service à l’aide depropositions ayant notamment trait à:

. Un plan stratégique assorti de plans annuelsopérationnels et de tableaux de bord;

. Une comptabilité analytique;

. L’instauration de l’Enterprise Resource Planning(ERP);

. Un système de qualité totale avec garantie dequalité sur la base d’ISO 9001;

. Un système d’audit interne;

. Un plan de communication interne et externe;

. Un statut du personnel intégré pour les mem-bres du personnel statutaires et contractuels;

. Des forums de concertation internes;

. Un plan d’affectation des réserves.

Toutefois, la direction de l’AFCN a négligé de mettreen œuvre cette modernisation. Elle n’a pas non plusréussi à améliorer le service dans des domaines pri-mordiaux, comme la modernisation de la réglementa-tion en vue de l’applicabilité et d’une interprétation claire,la transmission dans les temps d’informations écritesaux justiciables, la collaboration avec des organisa-tions professionnelles en ce qui concerne les bonnespratiques, l’octroi des autorisations dans les temps,etc. La direction de l’AFCN disposait d’experts compé-tents, mais la compétence de gestion faisait totalementdéfaut, comme il ressort clairement des divers témoi-gnages et du rapport Korn/Ferry.

Page 84: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

84 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

II. Aanbevelingen

Welke structuur willen we voor het FANC?

1. Organisatie van de nucleaire controle

De nucleaire controle moet op een consistente wijzeworden georganiseerd. De verdeling in de huidige be-staande departementen, met enerzijds een departe-ment vergunningen en regelgeving en anderzijds eendepartement belast met controles en toezicht, is nietefficiënt gebleken.

Er moet ook een duidelijke scheiding zijn tussen decontrole op de nucleaire veiligheid in de instellingenvan Klasse I, en de stralingsbescherming bij de radio-logische toepassingen in industrie en de medische sec-tor. Het gaat om verschillende aspecten die heden tendage in het FANC door elkaar lopen. Één van de oorza-ken van de bestaande problemen is dat men van decontroleurs en de personen die belast zijn met de toe-passing van de reglementering, eist dat zij verregaandgespecialiseerd zijn op te veel uiteenlopende gebie-den.

Wij pleiten voor een specifieke Afdeling in het FANCvoor de regulering van de nucleaire veiligheid in inrich-tingen van Klasse I, naast de organisatie van de stra-lingsbescherming in industriële en medische toepas-singen en andere taken zoals de fysische beveiligingvan het grondgebied tegen terroristische dreigingen entoezicht op de toepassing van de non-proliferatie-verdragen.

Uitgangspunten

Een efficiënte regulering van de nucleaire inrichtin-gen van Klasse I, zoals kerncentrales, nucleaire afval-installaties, bedrijven die in de nucleaire brandstof-cyclus optreden, met inbegrip van het transport, is eenessentieel element voor de publieke aanvaardbaarheidvan deze activiteiten.

Uitgangspunt is dat de exploitanten van nucleaireactiviteiten de volledige verantwoordelijkheid dragenvoor de veilige werking van de installaties.

De Reguleringsautoriteit heeft dan de opdracht teverzekeren dat de exploitanten deze verantwoordelijk-heid opnemen en hun activiteiten op een veilige manieruitoefenen.

Het spreekt vanzelf dat de Reguleringsautoriteit te-genover deze exploitanten de nodige onafhankelijkheiden macht moet hebben, dankzij een wettelijk kader, enmoet kunnen beschikken over de vereiste technischecompetentie en over de nodige personeels- en finan-ciële middelen om de hem opgedragen verantwoorde-lijkheid op te nemen.

II. Recommandations

Quelle structure souhaitons-nous pour l’AFCN?

1. Organisation du contrôle nucléaire

L’organisation du contrôle nucléaire doit être cohé-rente. Il s’est avéré que la répartition dans les dépar-tements existants, d’une part un département «Régle-mentation et Autorisations» et, d’autre part, un dépar-tement chargé de la surveillance et du contrôle, n’estpas efficace.

Il s’impose de distinguer clairement le contrôle de lasécurité nucléaire dans les établissements de classeI, et la radioprotection dans les applications industriel-les et médicales. Il s’agit d’aspects différents qui s’en-chevêtrent actuellement au sein de l’AFCN. Les pro-blèmes existants sont notamment dus au fait que l’onattend des contrôleurs et des personnes chargées del’application de la réglementation qu’ils maîtrisent desspécialisations pointues dans de trop nombreux do-maines divergents.

Nous préconisons l’instauration d’une Division spé-cifique au sein de l’AFCN chargée de la régulation dela sécurité nucléaire dans les établissements de classeI, outre l’organisation de la radioprotection dans lesapplications industrielles et médicales et d’autres mis-sions telles que la protection physique du territoire con-tre les menaces terroristes et le surveillance de l’ap-plication des traités de non-prolifération.

Points de départ

Pour que l’opinion publique admette ces activités, ilest essentiel que les établissements nucléaires declasse I, tels que les centrales nucléaires, les installa-tions de déchets nucléaires, les entreprises interve-nant dans le cycle du combustible nucléaire, y com-pris le transport, fassent l’objet d’une régulation efficace.

Le point de départ est que les exploitants d’activitésnucléaires assument l’entière responsabilité de la sé-curité de fonctionnement des installations.

L’Autorité de régulation est alors chargée de garantirque les exploitants assument cette responsabilité etexercent leurs activités en toute sécurité.

Il va de soi que l’Autorité de régulation doit disposer,à la faveur d’un cadre légal, de l’indépendance et dupouvoir nécessaires face à ces exploitants ainsi quedes compétences techniques requises et des moyenshumains et financiers nécessaires pour assumer la tâ-che qui lui est confiée.

Page 85: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

853089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

Ervaringen in het buitenland kunnen ons inspireren

In de meeste landen wordt de nucleaire sector spe-cifiek gereguleerd. Voorbeelden zijn Zweden, dat 50%van zijn elektriciteit met kernenergie opwekt. Het SKI(Swedish Nuclear Power Inspectorate – www.SKI.se),dat optreedt naast (en soms in samenwerking met) deSSI (Swedish Radioprotection Authority), superviseertalle activiteiten in Zweden die betrekking hebben op denucleaire cyclus. Het SKI is regelgevend en controle-rend en rapporteert aan de regering, het Parlement enhet Zweedse volk.

Naast de controles op installaties, op de nalevingvan reglementen, vergunningsvoorwaarden en veilig-heidsvereisten, wordt ook toegekeken op het preven-tief veiligheidsoptreden van de vergunningshouders enop de follow-up van de aanbevelingen die het maakt.

Technische rapporten en overzichten worden opge-steld over wijzigingen in installaties, R&D-programma’sinzake nucleair afval, enz.

SKI financiert op een extensieve wijze R&D betref-fende de nucleaire veiligheidsproblemen en informeertde media en het grote publiek over deze zaken. Eenintern systeem van kwaliteitscontrole waakt over deconsistentie en de systematiek van de activiteiten.

Een intensieve internationale samenwerking zorgtvoor overdracht van kennis en ervaring.

In Finland heeft men de STUK (Radiation andNuclear Safety Authority), een afdeling van het minis-terie van Volksgezondheid en Sociale Zaken, die 300professionelen tewerkstelt. STUK telt een afdeling voorde regulering van de nucleaire sector en laat de effi-ciëntie van zijn werking regelmatig evalueren doorhet IAEA en door internationale «peer reviews»(www.stuk.fi).

In Zwitserland is het DSN (Division principale deSécurité des Installations Nucléaires), een afdeling vanhet Office Fédéral de l’Energie, dat taken uitoefent in-zake de veiligheid in de nucleaire sector, die analoogzijn aan deze van SKI of STUK. Zijn expertise ligt aande basis van de regelgeving en van de vergunningendie door de bevoegde autoriteiten worden afgeleverd.

Nucleaire regulering in België: een afdeling Nucle-aire Veiligheid.

Het Agentschap in België hoeft dus niet noodzakelij-kerwijze een parastatale van niveau C te zijn, dat be-wijzen ook de voorbeelden uit andere landen.

Les expériences étrangères peuvent nous inspirer

Le secteur nucléaire fait, dans la plupart des pays,l’objet d’une régulation spécifique. Citons, à titre d’exem-ple, la Suède, qui produit 50% de son électricité parl’énergie nucléaire. Le SKI (Swedish Nuclear PowerInspectorate – www.SKI.se), qui intervient aux côtésde la SSI (Swedish Radioprotection Authority) (et par-fois en collaboration avec cette dernière), supervisetoutes les activités ayant trait au cycle nucléaire enSuède. Le SKI est régulateur et contrôleur et rapporteau gouvernement, au parlement et au peuple suédois.

Outre les contrôles des installations, du respect desrèglements, des conditions de licence et des condi-tions de sécurité, le SKI surveille également les ac-tions préventives de sécurité des titulaires de licenceet le suivi des recommandations qu’il formule.

Des relevés et des rapports techniques sont établisconcernant les modifications dans les installations, lesprogrammes de R&D en matière de déchets nucléai-res, etc.

Le SKI finance largement la R&D en matière de pro-blèmes de sécurité nucléaire et informe les médias etle grand public de ces matières. Un système internede contrôle de qualité veille à la cohérence et au ca-ractère systématique des activités.

Une collaboration internationale intensive assure letransfert de connaissance et d’expérience.

En Finlande, l’on a le STUK (Radiation and NuclearSafety Authority), un service du ministère de la Santépublique et des Affaires sociales, qui emploie 300 pro-fessionnels. Le STUK compte une division chargée dela régulation du secteur nucléaire et soumet régulière-ment son fonctionnement à une évaluation réalisée parl’AIEA et à des «peer reviews» à l’échelle internatio-nale (www.stuk.fi).

En Suisse, la DSN (Division principale de Sécuritédes Installations Nucléaires), un service de l’OfficeFédéral de l’Énergie, qui remplit des missions analo-gues à celles du SKI ou du STUK en matière de sécu-rité dans le secteur nucléaire. C’est sur son expertiseque reposent la réglementation et les permis qui sontdélivrés par les autorités compétentes.

Régulation nucléaire en Belgique: une division Sé-curité nucléaire.

L’Agence belge ne doit donc pas nécessairement êtreun organisme parastatal de niveau C, comme le prou-vent également les exemples provenant des autrespays.

Page 86: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

86 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

Het principe dat de nucleaire regulering door de over-heid moet worden uitgeoefend, kan moeilijk betwistworden. Dit is a fortiori het geval voor de zorg voornon-proliferatie, de fysische beveiliging van het grond-gebied, etc.

De «nucleaire sector» in België zou men kunnen om-schrijven als de exploitanten van kerncentrales in Bel-gië, SCK, Belgoprocess, Belgonucléaire, IRE, univer-siteiten in de mate dat zij onderzoeksreactoren hebben,ziekenhuizen die zware radiologische apparatuur ge-bruiken en de exploitanten van nucleaire transporten.

Wat de controle op de nucleaire sector betreft, lijkthet essentieel dat er bij de reguleringsautoriteit eenafdeling voorzien wordt, die gericht is op de specifiekeproblematiek van de veiligheid van nucleaire inrichtin-gen van Klasse I, omdat de problematiek van de nu-cleaire veiligheid hier verschillend is van deze van in-richtingen van andere klassen.

Blijft het probleem van de relaties tussen de Regule-ringsautoriteit en de Erkende Instellingen, in dit speci-fiek geval AVN.

2. Relatie FANC – Erkende Instellingen

De wet van 15 april 1994 voorziet dat het FANC voorde uitoefening van bepaalde opdrachten, beroep kandoen op instellingen die het daartoe heeft erkend (art.28). Zolang dit artikel niet is uitgevoerd, zijn er over-gangsbepalingen (art. 52bis) die stellen dat de huidigeErkende Instellingen die taken toevertrouwd krijgen. Deovergangsmaatregelen werden al meerdere keren ver-lengd. Verschillende voorstellen werden reeds gefor-muleerd, geen enkele kreeg ondertussen de goedkeu-ring van de diverse betrokken partijen.

Vooraleer te spreken over een definitieve oplossingin de relatie tussen het FANC en de Erkende Instellin-gen, is het uiteraard belangrijk dat binnen het FANCzelf eerst de nodige veranderingsprocessen wordenaangevat en dat het FANC zelf eerst behoorlijk functio-neert.

Ondertussen zou de huidige formule kunnen wordengeconsolideerd en verbeterd. Het FANC kan de techni-sche controle overdragen aan Erkende Instellingen,onder haar toezicht en verantwoordelijkheid. In het voor-stel dat de heer Frank Deconinck heeft voorgelegd aande Raad van Bestuur, staan voorstellen voor verbete-ring van de huidige situatie.

Trouwens, nog nergens is gebleken dat het functio-neren van de Erkende Instellingen tot problemen heeftgeleid op het vlak van de controle.

Indien zou blijken dat dit model niet of onvoldoendezou werken omdat de controle in dit kader onvoldoendeimpact krijgt, dan opteren wij niet voor een volledige

Le principe que la régulation nucléaire doit être exer-cée par les pouvoirs publics est difficilement contesta-ble. Cela vaut a fortiori pour le souci de non-proliféra-tion, la protection physique du territoire, etc.

L’on pourrait décrire le «secteur nucléaire» en Belgi-que comme les exploitants des centrales nucléairesen Belgique, CEN, Belgoprocess, Belgonucléaire, IRE,les universités dans la mesure où elles disposent deréacteurs de recherche, les hôpitaux qui utilisent deséquipements radiologiques lourds et les exploitants detransports nucléaires.

En ce qui concerne le contrôle du secteur nucléaire,il semble essentiel de prévoir une division, au sein del’autorité de régulation, qui soit axée sur la problémati-que spécifique de la sécurité des installations nucléai-res de Classe 1, parce qu’à cet égard, la problémati-que de la sécurité nucléaire est différente de celle quitouche les installations des autres classes.

Reste le problème des relations entre l’Autorité derégulation et les Institutions agréées, et dans ce casspécifique l’AVN.

2. Relation AFCN - Organismes agréés

La loi du 15 avril 1994 prévoit que l’AFCN peut faireappel, pour l’exercice de certaines missions, à la col-laboration d’organismes spécialement agréés par elleà cet effet (article 28). Tant que cet article n’a pas étéexécuté, des dispositions transitoires (article 52bis)prévoient que ces missions sont confiées aux organis-mes agréés existants. Les mesures transitoires ont déjàété prolongées à plusieurs reprises. Différentes propo-sitions ont déjà été formulées, aucune n’a reçu, entre-temps, l’approbation des diverses parties concernées.

Avant de parler d’une solution définitive en ce quiconcerne la relation entre l’AFCN et les organismesagréés, il importe, évidemment, que les processus dechangement nécessaires soient d’abord entamés ausein même de l’AFCN et que l’AFCN fonctionne elle-même correctement.

Entre-temps, on pourrait consolider et améliorer laformule actuelle. L’AFCN peut déléguer le contrôle tech-nique aux organismes agréés, sous son contrôle etsous sa responsabilité. La proposition que M. FrankDeconinck a soumise au Conseil d’administration con-tient des suggestions visant à améliorer la situationactuelle.

Il ne s’est d’ailleurs encore nullement avéré que lefonctionnement des organismes agréés a généré desproblèmes sur le plan du contrôle.

S’il s’avérait que ce modèle ne fonctionne pas oufonctionne de manière insuffisante, parce que, dans cecadre, le contrôle aurait un impact insuffisant, nous

Page 87: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

873089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

integratie van de Erkende Instellingen in het FANC. Al-les naar de overheid, lijkt ons niet de geschikte for-mule. Daarom stellen wij een tussenoplossing voor.

De Erkende Instellingen moeten een statuut krijgenwaarbij ze hun knowhow behouden, de onderlinge con-currentie verdwijnt en waarbij de Erkende Instellingenbetrokken zijn bij het openbaar gezag.

Vastgesteld wordt dat het Agentschap en AVN, in-zake inrichtingen van Klasse I met dezelfde aangele-genheden bezig zijn. In een reorganisatie zou AVN decontrole van de nucleaire veiligheid als exclusief werk-gebied krijgen. De andere Erkende Instellingen zoudensamengevoegd worden en vooral optreden bij de an-dere inrichtingen. Het Agentschap zou moeten toezienof en hoe de controles uitgevoerd worden.

Een zekere integratie van het FANC en de ErkendeInstellingen kan een oplossing bieden aan verschillendetijdens de hoorzittingen geciteerde uitdagingen:

. de bundeling van de expertise aanwezig in Bel-gië inzake nucleaire veiligheid, stralingsbescherming,het beheer van het onderzoek naar nucleair afval, enz.;

. de pooling van kennis, de vorming van het per-soneel, de opleiding aan de universiteiten, kennisover-dracht ook voorkomend uit internationale contacten;

. de Europese regelgeving inzake overheidsop-drachten;

. een grotere onafhankelijkheid van de beïnvloe-ding door industriële netwerken en de politiek;

. een grotere transparantie en efficiëntie op hetvlak van de controleresultaten en de follow-up van deaanbevelingen;

. een centrale databank waarin zowel de vergun-ningen als de inspectieresultaten zijn opgenomen;

. de opstelling van een meerjarenplan en de trans-fers van investeringsbudgetten over de jaren.

Om een autonome werking van AVN (en van de sa-mengevoegde andere E.I.) te waarborgen (statuten per-soneel, project- en ervaringsmanagement,…) zou men,zoals gesuggereerd, zich kunnen laten inspireren doorde formule NIRAS-Belgoprocess NV, waarbij Belgo-process als NV een operationele autonomie heeft, dieechter geconditioneerd wordt door de aandeelhouders-structuur van de NV en door de contractuele relatiestussen NIRAS en zijn industriële dochteronderneming.

n’opterions pas pour une intégration complète des or-ganismes agréés dans l’AFCN. Tout confier aux autori-tés ne nous semble pas être la formule adéquate. C’estla raison pour laquelle nous proposons une solutionintermédiaire.

Les organismes agréés doivent recevoir un statutqui leur permet de conserver leur knowhow et qui apour effet de supprimer la concurrence mutuelle et d’as-socier les organismes agréés à l’exercice de l’autoritépublique.

Force est de constater qu’en ce qui concerne lesétablissements de classe I, l’Agence et l’AVN s’occu-pent des mêmes matières. Dans la perspective d’uneréorganisation, le contrôle de la sécurité nucléaire de-viendrait une activité exclusive de l’AVN. Les autresorganismes agréés seraient fusionnés et intervien-draient surtout auprès des autres établissements.L’Agence serait chargée de contrôler l’existence et ledéroulement des contrôles.

Une certaine intégration de l’AFCN et des organis-mes agréés peut apporter une solution à plusieurs dé-fis relevés au cours des auditions:

. la concentration de l’expertise présente en Bel-gique dans le domaine de la sécurité nucléaire, de laradioprotection, de la gestion de la recherche en ma-tière de déchets nucléaires, etc.;

. la mise en commun des connaissances, de laformation du personnel, de la formation aux universi-tés, de la transmission des connaissances, provenantnotamment de contacts internationaux;

. la réglementation européenne en matière demarchés publics;

. une plus grande indépendance vis-à-vis de l’in-fluence des réseaux industriels et de la politique;

. une plus grande transparence et efficacité en cequi concerne les résultats des contrôles et le suivides recommandations;

. une banque de données centrale recensant tantles autorisations que les résultats des inspections;

. la rédaction d’un plan pluriannuel et les trans-ferts de budgets d’investissement d’année en année.

Pour garantir un fonctionnement autonome (statutsdu personnel, gestion de projets et de l’expertise, …)de l’AVN (et des autres organismes agréés fusionnés),on pourrait, comme cela a été suggéré, s’inspirer de laformule ONDRAF-Belgoprocess SA, dans laquelleBelgoprocess dispose, en tant que société anonyme,d’une autonomie opérationnelle, toutefois conditionnéepar l’actionnariat de la SA et par les relations contrac-tuelles entre l’ONDRAF et sa filiale industrielle.

Page 88: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

88 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

In dit perspectief kan het Agentschap een dochteroprichten in de vorm van een nv, waarvan het Agent-schap het kapitaal verschaft. AVN en de andere EI zou-den in deze nv worden ondergebracht. In de Raad vanBestuur van deze nv zou de helft van de bestuursle-den plus de voorzitter door het Agentschap worden aan-geduid, de andere helft door de Erkende Instellingen.De Gewesten zouden op het vlak van het Agentschapvertegenwoordigd moeten zijn.

Deze moeder/dochter-formule kan ook een sluitendeoplossing bieden voor het probleem van de afschermingvan de Belgische markt en de toepasbaarheid van derichtlijnen inzake de overheidsopdrachten, die in dezeformule niet van toepassing zijn.

De verdeling van het takenpakket zou op een con-ventionele basis geregeld worden tussen het Agent-schap en de nv. De nv zou bvb. de opdracht krijgen deinspecties te verrichten, veiligheidsanalyses uit te voe-ren, advies te geven bij de opstelling van normen, etc.

Wat de tarifering en de regeling van de financieringbetreft, kan het Agentschap de betaling verzekeren vande nv in functie van de contracten. Dit is het NIRAS-model.

De exploitanten van Klasse I-inrichtingen (en de an-dere inrichtingen) zouden dus rechtstreeks het Agent-schap betalen voor de bewezen diensten. Eventueelzou, zoals bij NIRAS, een Vast Technisch Comité kun-nen voorzien worden, waarin de exploitanten overlegplegen met het Agentschap.

Naast de financiering van de nv op basis van decontracten met het Agentschap, kan de nv bovendienvoor eigen inkomsten zorgen door eigen opdrachtenuit te voeren, zoals het verlenen van adviezen en bij-stand aan derden (ook in het buitenland), enz.

De rol van de Wetenschappelijke Raad en deToezichtcommissie zouden aan de nieuwe werking aan-gepast kunnen worden.

3. FANC als instelling van openbaar nut van cate-gorie B

Om een betere controle door de bevoegde ministeren door het Parlement mogelijk te maken, kan het FANC,aldus onze aanbeveling, het best haar werkzaamhe-den verder zetten als instelling van openbaar nut vancategorie «B», zoals bepaald in wet van 16 maart 1954.Binnen de raad van bestuur kunnen twee regerings-commissarissen worden aangeduid, waarbij één wordtaangeduid door de minister van Financiën en één doorde minister van Binnenlandse Zaken, onder wiens toe-zicht het agentschap functioneert. Het is onze overtui-ging dat een dergelijke wijziging de verantwoordelijk-heid van de overheid voor de nucleaire veiligheid zalverhogen.

Dans cette perspective, l’Agence peut créer une fi-liale sous la forme d’une SA, dont l’Agence fournirait lecapital. L’AVN et les autres organismes agréés seraientlogés dans cette SA. Au sein du conseil d’administra-tion de cette SA, la moitié des administrateurs, ainsique le président, seraient nommés par l’Agence, l’autremoitié par les organismes agréés. Les régions devraientêtre représentées au niveau de l’Agence.

Cette formule maison mère-filiale peut égalementoffrir une solution valable au problème de la protectiondu marché belge et de l’applicabilité des directives re-latives aux marchés publics, qui ne sont pas d’appli-cation dans cette formule.

La répartition des tâches serait réglée sur une baseconventionnelle entre l’Agence et la SA. La SA seraitpar exemple chargée de procéder aux inspections, deréaliser des analyses de sécurité, de donner un avislors de l’établissement de normes, etc.

En ce qui concerne la tarification et le règlement dufinancement, l’Agence peut assurer le paiement de laSA en fonction des contrats. Il s’agit du modèle del’ONDRAF.

Les exploitants des établissements de classe I (etdes autres établissements) paieraient donc directe-ment à l’Agence pour les services rendus. On pourraitéventuellement prévoir, comme à l’ONDRAF, un Co-mité technique permanent, où les exploitants pourraientse concerter avec l’Agence.

En plus du financement de la SA sur la base descontrats avec l’Agence, la SA peut également s’assu-rer des ressources propres en exécutant des missionspropres, comme la formulation d’avis et l’assistance àdes tiers (y compris à l’étranger), etc.

Le rôle du Conseil scientifique et de la Commissionde surveillance pourraient être adaptés au nouveau fonc-tionnement.

3. L’AFCN en tant qu’organisme d’intérêt public de lacatégorie B

Afin de permettre un meilleur contrôle par le minis-tre compétent et par le Parlement, nous recomman-dons que l’AFCN continue ses activités en tant qu’or-ganisme d’intérêt public de la catégorie «B», commeprévu dans la loi du 16 mars 1954. Deux commissairesdu gouvernement peuvent être désignés au sein duconseil d’administration, l’un par le ministre des Finan-ces et l’autre par le ministre de l’Intérieur, sous le con-trôle duquel fonctionne l’agence. Nous sommes per-suadés qu’une telle modification responsabiliseradavantage les autorités en matière de sécurité nucléaire.

Page 89: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

893089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

4. Regelgeving

De regelgeving dient zich in eerste instantie te be-perken tot de omzetting van de internationale en Euro-pese normering. Geen overregulering.

De opvolging van deze regelgeving gebeurt binnenhet FANC. In het verleden rezen echter problemen,omdat de bevoegde minister niet volgde en het langduurde vooraleer de nodige KB’s werden genomen. Debevoegde minister moet directer op de bal spelen.Daarom is ons voorstel om binnen de beleidscel vande FOD Binnenlandse Zaken, een specifieke subcelop te richten voor het opvolgen van de reglementeringrond nucleaire veiligheid.

5. Raad van Bestuur

Er moet een duidelijk onderscheid gemaakt wordentussen de opdrachten van de directie en deze van deRaad van Bestuur. In het recente verleden is dit hele-maal verkeerd gelopen en heeft de Raad van Bestuurook taken op opgenomen die geen bestuurstaken wa-ren. Het is voor de toekomst heel belangrijk dat derelatie tussen het agentschap en zijn Raad van Be-stuur veel transparanter verloopt en dat de regerings-commissarissen een duidelijk omschreven opdrachtkrijgen als schakel naar de regering toe.

Inzake samenstelling menen wij dat binnen de Raadvan Bestuur niet enkel een bijzondere wetenschappe-lijke kennis aanwezig dient te zijn, maar dat ook degarantie moet ingebouwd worden van aanwezigheid vanmanagementcompetentie. Dientengevolge dient het ar-tikel 35 van de wet van 15 april 1994 te worden aange-past, zodat de leden van de Raad van Bestuur nietenkel worden geselecteerd op basis van hun bijzon-dere wetenschappelijke kennis of professionele kwali-teiten, maar tevens op hun ervaring in management.

Elke zweem van belangenvermenging dient te wor-den voorkomen. Wij pleiten voor een aanpassing vanartikel 38 van de wet van 15 april 1994 in functie vaneen verstrenging van de regels van onverenigbaarheid.

De leden van de Raad van Bestuur moeten meergeresponsabiliseerd worden. Zo kunnen hen beheers-overeenkomsten door de politieke overheid meegege-ven worden met de belangrijkste objectieven op bij-voorbeeld 3 jaar, die zij moeten opvolgen naar uitvoe-ring.

De Raad van Bestuur moet ook de regels toepassenvan goed bestuur en corporate governance. In dit per-spectief dienen de benoeming en het ontslag van dedirecteur-generaal en de leden van het directiecomitéeen bevoegdheid te zijn van de Raad van Bestuur. Dit

4. Réglementation

La réglementation doit se limiter, tout d’abord, à latransposition des normes internationales et européen-nes. Pas de surréglementation.

Le suivi de cette réglementation est assuré au seinde l’AFCN. Des problèmes sont néanmoins déjà sur-venus précédemment, parce que le ministre compé-tent ne suivait pas les dossiers et qu’il fallait attendrelongtemps pour que les arrêtés royaux nécessairessoient pris. Le ministre compétent doit réagir plus di-rectement. Nous proposons dès lors de créer, au seinde la cellule de politique du SPF Intérieur, une sous-cellule spécifique, chargée du suivi de la réglementa-tion en matière de sécurité nucléaire.

5. Conseil d’administration

Il convient d’établir une distinction claire entre lesmissions de la direction et celles du Conseil d’admi-nistration. Récemment, de sérieux problèmes se sontposés à ce niveau et le Conseil d’administration a éga-lement assumé des tâches ne relevant pas de la ges-tion. Il est très important qu’à l’avenir, la relation entrel’agence et son Conseil d’administration gagne beau-coup en transparence et que les commissaires du gou-vernement soient investis d’une mission clairementdéfinie, pour faire office de relais vers le gouverne-ment.

S’agissant de la composition, nous estimons que leConseil d’administration doit avoir non seulement desconnaissances scientifiques particulières, mais qu’ilconvient également de garantir la présence, en sonsein, de compétences en matière de management. Parconséquent, l’article 35 de la loi du 15 avril 1994 doitêtre adapté, afin que les membres du Conseil d’admi-nistration ne soient pas seulement choisis sur la basede leurs connaissances scientifiques ou de leurs qua-lités professionnelles particulières, mais également enfonction de leur expérience en matière de management.

Il y a lieu de prévenir toute possibilité de confusiond’intérêts, aussi infime soit-elle. Nous préconisonsd’adapter l’article 38 de la loi du 15 avril 1994 dans lesens d’un durcissement des règles d’incompatibilité.

Il faut responsabiliser davantage les membres duConseil d’administration. C’est ainsi que les autoritéspolitiques peuvent leur remettre des contrats de ges-tion dont les objectifs principaux sont fixés, par exem-ple, à trois ans, avec l’obligation d’en suivre la mise enœuvre.

Le Conseil d’administration doit également appliquerles règles de bonne administration et de corporategovernance. Dans cette perspective, la nomination etle licenciement du directeur général et des membresdu comité de direction doivent être une compétence du

Page 90: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

90 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

vergt een aanpassing van artikel 41 van de wet van15 april 1994.

De Raad van Bestuur moet worden geleid door eenvoorzitter en een ondervoorzitter van verschillendetaalrol. Deze schikking laat toe dat de bepaling over deverschillende taalrol van de directeur-generaal en devoorzitter van de Raad van Bestuur geschrapt kanworden, zodat de directeur-generaal in volle vrijheid,volgens de noodzakelijke competenties, verkozen kanworden.

Ook de Gewesten moeten een mandaat krijgen inde Raad van Bestuur.

6. De dienstverlening van het FANC

De dienstverlening van het FANC verdient bijzon-dere aandachtspunten waarvoor het naar de betrok-ken bedrijven en naar de publieke opinie toe ServiceLevel Agreements (SLA) dient uit te vaardigen en terealiseren.

Als belangrijke SLA’s kunnen hiervoor genoemdworden:

. Termijnen voor de aflevering van vergunningen;

. Termijnen voor het schriftelijk beantwoorden vanadviesaanvragen;

. Termijnen voor de afhandeling van klachten enonderzoek van incidenten;

. Garanties voor de samenwerking met beroeps-beoefenaars;

. Toezichtsniveau voor de diverse bepalingen uitde regelgeving;

. Beschikbaarheidsniveau van TELERAD.

Deze opsomming is uiteraard niet exhaustief. Dewerkelijke SLA’s zijn door de leden van het directie-comité in samenspraak met het uitvoerend personeelvast te leggen. Hierbij dient een traject van geleidelijk-heid nagestreefd te worden veeleer dan een ambitieusopzet dat nooit zal gerealiseerd worden.

7. Corporate governance

De Raad van Bestuur heeft in 1999 en 2000 de krijt-lijnen goedgekeurd inzake «goed bestuur»:

. De implementatie onder de verantwoordelijkheidvan de directeur-generaal van een interne controle-systeem of een systeem van integrale kwaliteitszorg(IKZ);

Conseil d’administration, ce qui nécessite une adapta-tion de l’article 41 de la loi du 15 avril 1994.

Le Conseil d’administration doit être dirigé par unprésident et un vice-président de rôle linguistique dif-férent. Cet arrangement permet de supprimer la dispo-sition relative au rôle linguistique différent du directeurgénéral et du président du Conseil d’administration, demanière à ce que le directeur général puisse être éluen toute liberté, en fonction des compétences néces-saires.

Les Régions doivent également obtenir un mandatau sein du Conseil d’administration.

6. La prestation de services de l’AFCN

La prestation de services de l’AFCN comporte despoints d’intérêt particuliers pour lesquels l’AFCN doitédicter et mettre en oeuvre des Service Level Agree-ments (SLA) à l’intention des entreprises concernéeset de l’opinion publique.

Comme SLA importants, on peut citer:

. Les délais pour la délivrance d’autorisations;

. Les délais de réponse écrite aux demandesd’avis;

. Les délais de traitement des plaintes et d’exa-men des incidents;

. Les garanties de collaboration avec des profes-sionnels;

. Le niveau de contrôle pour les diverses dispo-sitions de la réglementation;

. Le niveau de disponibilité de TELERAD.

Cette énumération n’est évidemment pas exhaus-tive. Les véritables SLA doivent être fixés par les mem-bres du comité de direction en concertation avec lepersonnel d’exécution. À cet égard, il convient de ten-dre vers une approche progressive, plutôt que vers unprojet ambitieux qui ne sera jamais réalisé.

7. Gouvernance d’entreprise

En 1999 et 2000, le Conseil d’administration a ap-prouvé les grandes lignes en matière de «bonne gou-vernance»:

. Mise en oeuvre, sous la responsabilité du direc-teur général, d’un système de contrôle interne ou d’unsystème de politique de qualité intégrale (PQI);

Page 91: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

913089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

. De oprichting van een onafhankelijke interneauditdienst die de kwaliteit en de effectiviteit van deIKZ dient te evalueren aan de hand van de uitvoeringvan audits en het formuleren van aanbevelingen;

. De oprichting in de schoot van de Raad van Be-stuur van een auditcomité – wat ondertussen inder-daad ook is gebeurd – dat toezicht houdt op de wer-king van de IKZ en van de interne audit.

De destijds genomen beslissing werd echter nooitten volle gerealiseerd, en dient daarom nu volledig teworden uitgevoerd. Dit betekent dat:

. het systeem van IKZ verder dient te worden af-gewerkt;

. het dient te beantwoorden aan internationaal gel-dende certificering, bvb. ISO 9001;

. het alle activiteiten van het FANC dient te om-vatten;

. een onafhankelijke interneauditdienst moet wor-den opgericht die de adequaatheid en de effectiviteitvan IKZ nagaat via het uitvoeren van audits;

. het auditcomité toezicht houdt op de goede wer-king van IKZ en de interne audit.

Het strategisch en het (jaarlijks) operationeel plan(met duidelijke gedefinieerde doelstellingen) dat doorde Raad van Bestuur wordt goedgekeurd, vormt debasis van een mandaat aan de directeur-generaal.

De taakverdeling tussen Raad van Bestuur en dedirecteur-generaal dient duidelijk te worden omschre-ven.

De directeur-generaal rapporteert aan de Raad vanBestuur over de voortgang van het operationeel plan.

Te dien einde wordt een systeem van beheerscontroleingevoerd (opstellen van performantie-indicatoren dietoelaten de realisatie van de doelstellingen van het ope-rationeel plan op te volgen).

De analytische boekhouding moet onmiddellijk wor-den ingevoerd. Hierdoor kan onder meer worden aan-getoond of er al dan niet een evenwicht is tussen degevraagde retributies en de geleverde dienstverlening.

8. Integrale kwaliteitszorg

De kwaliteitswaarborg van het agentschap moet dui-delijk blijken in het bekomen van de ISO 9001certificering en een interneauditdienst. Naar het perso-neel toe moet werk gemaakt worden van een perso-neelsstatuut voor alle medewerkers en een overleg-forum voor de creatie van een eigen bedrijfscultuur.Een intern en extern communicatieplan zorgt voor denodige transparantie en ondersteuning bij de ontwikke-ling van die eigen bedrijfscultuur. Een externe audit moet

. Création d’un service d’audit interne indépendantchargé d’évaluer la qualité et l’efficacité de la PQI eneffectuant des audits et en formulant des recomman-dations;

. Création, au sein du Conseil d’administration,d’un comité d’audit – création qui est intervenue dansl’intervalle – contrôlant le fonctionnement de la PQI etde l’audit interne.

La mise en œuvre de la décision prise à l’époquen’a toutefois jamais été achevée et il convient dès lorsde la finaliser aujourd’hui. Cela signifie:

. qu’il y a lieu de poursuivre la finalisation du sys-tème de PQI;

. que celui-ci doit répondre à la certification envigueur au niveau international, p. ex. ISO 9001;

. qu’il doit englober toutes les activités de l’AFCN;

. qu’il faut créer un service d’audit interne indé-pendant qui examine l’adéquation et l’efficacité de laPQI par le biais d’audits;

. que le comité d’audit contrôle le bon fonctionne-ment de la PQI et de l’audit interne;

Le plan stratégique et le plan opérationnel (annuel)(aux objectifs clairement définis), qui sont approuvéspar le Conseil d’administration, constituent la base dumandat accordé au directeur général.

La répartition des tâches entre le conseil d’adminis-tration et le directeur général doit être définie de façonprécise.

Le directeur général fait rapport au conseil d’admi-nistration sur l’avancement du plan opérationnel.

Un système de contrôle de gestion est instauré àcet effet (établissement d’indicateurs de performancepermettant de suivre la réalisation des objectifs du planopérationnel).

Il s’impose d’introduire immédiatement la comptabi-lité analytique. Cela permet notamment de faire appa-raître s’il y a ou non un équilibre entre les redevancesréclamées et les services fournis.

8. Gestion intégrale de la qualité

La garantie de qualité de l’agence doit se traduirepar l’obtention d’une certification ISO 9001 et l’instal-lation d’un service d’audit interne. En ce qui concernele personnel, il convient d’élaborer un statut du per-sonnel pour l’ensemble des collaborateurs et de déve-lopper un forum de concertation en vue de la créationd’une culture d’entreprise propre. Un plan de commu-nication interne et externe apporte la transparence etl’aide nécessaires au développement de cette culture

Page 92: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

92 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

aanbevelingen opleveren die voor een continue verbe-tering zorgen in de werking van het agentschap. Ookde erkende instellingen dienen regelmatig aan een ex-terne audit onderworpen te worden wat eveneens moetresulteren in een eigen ISO-certificering. Het verliesvan deze certificering betekent meteen ook het verliesals statuut van erkende instelling.

9. Geïntegreerde databanken

De controle van de installaties moet beter wordenopgevolgd. Hierbij dient steeds een terugkoppeling tus-sen het afleveren van de vergunning en de controlevan de installatie te worden voorzien. Bij elke controledient dan ook een verslag te worden opgesteld, ook bijeen positieve controle. Het geheel moet bijgehoudenworden in geïntegreerde databanken.

De opvolging door de exploitanten van de door hetFANC gemaakte rapporten en aanbevelingen dient indeze databank geïntegreerd te worden.

Geïntegreerde databanken voor de vergunningen –al dan niet binnen de invoeringen van het ERP – eninspecties moeten een betere controle en opvolgingvan het FANC mogelijk maken.

10. Financiering

Het FANC is financieel autonoom via retributies. Erzijn evenwel een aantal problemen. Zo klaagt de ordevan tandartsen dat de zware retributies niet in verhou-ding staan tot de dienstverlening. De invoering van deanalytische boekhouding kan gebruikt worden om nate gaan of de geïnde retributies wel in verhouding staanmet de dienstverlening die door het agentschap wordtgeboden. Er zijn reserves, maar deze kunnen niet gaannaar dienstverlenende taken waar geen individuele be-gunstigde tegenover staat. Onze aanbeveling houdt inom de taken die niet in verband kunnen worden ge-bracht met de retributies te financieren in de vorm vaneen bijzondere heffing met een ruimere besteding, zo-als bvb. voor Telerad of de fysieke veiligheid.

Wij kiezen dus voor een gemengd systeem vanretributies en heffingen. De analytische boekhoudingzal onder andere aantonen waar de retributies naartoegaan. De analytische boekhouding zal de geloofwaar-digheid van het systeem van retributies ten goede ko-men.

d’entreprise. Un audit externe doit formuler des recom-mandations permettant une amélioration continue dufonctionnement de l’agence. Les établissements agréésdoivent, eux aussi, faire régulièrement l’objet d’un auditexterne, qui doit déboucher sur une certification ISOpropre. La perte de cette certification implique égale-ment la perte du statut d’établissement agréé.

9. Banques de données intégrées

Le contrôle des installations doit faire l’objet d’unmeilleur suivi. Il convient de prévoir une rétroactionsystématique entre la délivrance d’une licence et lecontrôle de l’installation. Chaque contrôle doit dès lorsdonner lieu à l’établissement d’un rapport, même encas de contrôle positif. L’ensemble doit être conservédans des banques de données intégrées.

Le suivi réservé par les exploitants aux rapports etrecommandations faits par l’AFCN doit être intégré danscette banque de données.

Les banques de données intégrées pour les licen-ces – que ce soit ou non dans le cadre des introduc-tions du ERP – et pour les inspections doivent permet-tre un meilleur contrôle et suivi de l’AFCN.

10. Financement

L’AFCN jouit d’une autonomie financière par le biaisdes redevances. Un certain nombre de problèmes seposent néanmoins. Ainsi, l’ordre des dentistes se plaintque les redevances, substantielles, ne soient pas pro-portionnelles au service fourni. L’instauration de lacomptabilité analytique peut permettre de vérifier si lesredevances perçues sont proportionnelles au serviceproposé par l’agence. Il y a des réserves, mais celles-ci ne peuvent être affectées aux fonctions de servicesqui ne peuvent être associées à des bénéficiaires indi-viduels. Nous recommandons que les tâches qui nepeuvent être mises en rapport avec les redevancessoient financées sous la forme d’une cotisation spé-ciale affectée plus largement, pour financer Telerad oula sécurité physique, par exemple.

Nous optons donc pour un système mixte de rede-vances et de cotisations. La comptabilité analytiquemontrera notamment à quoi les rétributions sont affec-tées et renforcera la crédibilité du système des rede-vances.

Page 93: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

933089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

11. Opvolging van de stralingsbescherming

Telerad

Telerad biedt info over straling op het grondgebied.De werking ervan dient te worden gefinaliseerd in op-volging van de audit van Siemens.

Dosimetrie

Dit betreft de meting van de straling van de werkne-mers. De databank van de FOD WASO moet wordenovergenomen door het FANC.

12. Internationale samenwerking

De Belgische instanties dienen veel nauwer samente werken met de internationaal bevoegde organisatie,het IAEA.

Het IAEA is een ideaal forum van kennisoverdracht.Wel zou een uiterst beperkt aantal personen van degroep (FANC, NV en Wetenschappelijke Raad) met dezecontacten moeten belast worden, om het «kennis-toerisme» van het verleden tegen te werken.

Vooral ook zou het IAEA na verloop van tijd kunnengevraagd worden een evaluatie te maken van de wer-king van het FANC met betrekking tot de haar toe-bedeelde taken. Eveneens zou het IAEA kunnen advi-seren over de samenvoeging van het FANC met deErkende Instellingen met betrekking tot de controle-bevoegdheid die aan het agentschap is toebedeeld.

De uitvoering van de door het IAEA gemaakte aan-bevelingen zou periodiek door deze instelling kunnenworden geëvalueerd.

11. Suivi de la radioprotection

Telerad

Telerad propose des informations concernant lerayonnement sur le territoire. Son fonctionnement doitêtre finalisé consécutivement à l’audit de Siemens.

Dosimétrie

Il s’agit de la mesure du rayonnement absorbé parles travailleurs. L’AFCN doit reprendre la base de don-nées du SPF Emploi et Travail.

12. Coopération internationale

Les instances belges doivent coopérer beaucoupplus étroitement avec l’organisation internationale com-pétente, l’AIEA.

L’AIEA est une enceinte de transfert de connaissan-ces idéale. Toutefois, un nombre extrêmement limitéde personnes du groupe (AFCN, S.A. et Conseil scien-tifique) devraient être chargé de ces contacts, afin delutter contre le «tourisme de la connaissance» que l’ona connu par le passé.

Surtout, il serait également possible de demander àl’AIEA, après un certain laps de temps, d’effectuer uneévaluation du fonctionnement de l’AFCN concernant lestâches qui lui ont été confiées. L’AIEA pourrait égale-ment rendre des avis sur la fusion de l’AFCN et desInstitutions agréées en ce qui concerne la compétencede contrôle attribuée à l’agence.

L’exécution des recommandations formulées parl’AIEA pourrait être évaluée périodiquement par cetteinstitution.

Page 94: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

94 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

F. VOORSTEL VAN AANBEVELINGEN VAN DEVLAAMS BELANG-FRACTIE

1. Het Agentschap werkt volgens de beginselen vanCorporate Governance en hanteert dit beginsel in haarwerkwijze. Het Agentschap stelt daartoe een huishou-delijk reglement op waarin de rol van het Directiecomité,van het Auditcomité, van de directeur-generaal alsmedede betrekkingen van de directeur-generaal met de raadvan bestuur.

2. Het waarborgen van de nucleaire veiligheid en hetbeheer van de nucleaire controle moeten een absolutewaarborg inhouden wat betreft de onafhankelijkheid ende efficiëntie van de controle.

3. Het invoeren van nucleaire controles vereist eenaangepast kader, voldoende middelen, maar ook com-petent en gemotiveerd personeel met een zin voor ver-antwoordelijkheid.

4. Het uitvoeren van nucleaire controles vereist eenduidelijke communicatie tussen de verschillende act-oren, dus ook naar het publiek toe maar ook van deexploitanten naar het FANC toe.

Het Agentschap stelt daartoe een communicatieplanop.

5. Om een einde te stellen aan de tijdelijke overgangs-maatregel inzake het statuut van de erkende controle-organismen (E.I) worden ze als zelfstandige entiteitenof partnerschappen opgenomen in de structuur van hetAgentschap zodat een betere samenwerking en con-trole op de werking van de erkende instellingen tot standkomt. Daarvoor dient er een duidelijke verduidelijkingen afbakening van verantwoordelijkheden te komen.Daartoe kan het voorstel van een partner voor de con-trole van de nucleaire veiligheid (klasse I: kerncentra-les en de kernreactoren) en partner voor de stralings-bescherming (klasse II en III) als basis gebruikt worden.Als uitgangspunt om op korte termijn tot een defini-tieve structuur te komen, wordt de nota van FrankDeconinck (versie 28 november 2006) gebruikt.

6. Jaarlijks stelt het Agentschap een beleids- en stra-tegisch plan op met doelstellingen voor de korte- en demiddellange termijn met inbegrip van een planning voorde aanwending van de beschikbare reserves. In hetbeleids- en strategisch plan worden ook de prioriteitenvastgelegd. De doelstellingen dienen concreet uitge-werkt (incl. kosten) te zijn en worden om de 6 maan-den geëvalueerd door de Raad van Bestuur, welke debeslissingen ook opvolgt en de kosten evalueert. HetAgentschap hanteert een proactieve benadering bij hetuitvoeren van haar doelstellingen.

F. PROPOSITION DE RECOMMANDATIONS DUGROUPE VLAAMS BELANG

1. L’Agence travaille dans le respect des principesde la Corporate Governance et applique ces principesdans sa méthode de travail. L’Agence arrête à cet effetun règlement d’ordre intérieur définissant le rôle ducomité de direction, du comité d’audit, du directeur gé-néral ainsi que les relations du directeur général avecle conseil d’administration.

2. La garantie de la sécurité nucléaire et la gestiondu contrôle nucléaire doivent garantir l’indépendanceet l’efficacité absolues du contrôle.

3. L’instauration de contrôles nucléaires requiert uncadre adapté, des moyens suffisants mais aussi unpersonnel compétent et motivé ayant le sens des res-ponsabilités.

4. La réalisation de contrôles nucléaires requiert unecommunication précise entre les différents acteurs,c’est-à-dire également à l’adresse du public, mais ausside la part des exploitants à l’adresse de l’AFCN.

L’Agence établit un plan de communication à cet ef-fet.

5. Afin de mettre un terme à la mesure transitoireprovisoire relative au statut des organismes de con-trôle agréés (O.A.), ceux-ci sont intégrés en tant qu’en-tités indépendantes ou partenaires dans la structurede l’Agence, et ce, afin d’améliorer la collaboration etle contrôle du fonctionnement des organismes agréés.À cet effet, il s’impose de mieux préciser et définir lesresponsabilités. La proposition visant à s’associer àun partenaire pour le contrôle de la sécurité nucléaire(classe 1: centrales nucléaires et réacteurs nucléai-res) et à un partenaire pour la protection contre lesradiations (classes II et III) peut servir de base à cetégard. La note de Frank Deconinck (version28 novembre 2006) sert de base pour développer unestructure définitive à court terme.

6. Chaque année, l’Agence élabore un plan politiqueet stratégique comportant des objectifs à court et àmoyen terme, y compris une planification de l’affecta-tion des réserves disponibles. Le plan politique et stra-tégique fixe également les priorités. Les objectifs doi-vent être élaborés concrètement (coûts compris) etseront évalués tous les six mois par le Conseil d’admi-nistration, qui assure également le suivi des décisionset évalue les coûts. L’Agence adopte une approcheproactive dans l’exécution de ses objectifs.

Page 95: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

953089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

7. Het Agentschap werkt een transparant organigramuit aangepast aan de te vervullen taken en legt de ver-antwoordelijkheden vast voor de verschillende directie-functies. Ook wordt de rapportering- en de commu-nicatielijnen vastgelegd tussen de operationele- enondersteunende diensten.

8. Het Agentschap voert een analytische boekhou-ding in.

9. De structuur van het Agentschap wordt getoetstaan de doelstellingen en de werking van het Agent-schap, met een specifieke aandacht voor de directie«regelgeving en vergunningen» en de directie «toezichten controle», o.a. wat het niet-bindend advies uitbren-gen bij de opmaak van vergunningen door de directie«toezicht en controle».

De Raad van Bestuur laat zich bijstaan door gespe-cialiseerde comités. Het operationeel bestuur gebeurtdoor een directeur-generaal met zijn directiecomité.

10. Het beslissingsproces binnen de Raad van Be-stuur dient herbeken te worden met duidelijke proce-dures inzake besluitvorming.

De regeringscommissaris is een politieke actor enzetelt in naam van de hele regering en heeft als taakom de regering van de geconstateerde problemen opde hoogte te brengen en in de Raad van Bestuur tereageren op de getroffen beslissingen of het gebrekaan beslissingen

De andere leden van de Raad van Bestuur makenniet langer voorwerp uit van een politieke benoeming.

11. Het Agentschap laat zich certifiëren voor ISO9001 (of equivalent kwaliteitscertificaat) voor dekwaliteitsberging van de dienstverlening en stemt daarhaar structuur op af. Er dient prioriteit gegeven te wor-den aan de certifiëring van de processen «vervoer»(regelgeving en vergunningen) en «toezicht van hetgrondgebied» (controle).

12. Het Agentschap voert een systeem in dat totdoel heeft om de productiviteit van het Agentschap temaximaliseren, de kosten te beheersen en aan klant-vriendelijke dienstverlening te doen.

13. Binnen het Agentschap wordt een systeem vanopvolging en rapportering uitgewerkt en ingevoerd tenaanzien van de beslissingen of voorstellen die aan hetkabinet werden overgemaakt.

14. De opvolging van vergaderingen en het opma-ken van de verslagen dienen verbeterd te worden. Het

7. L’Agence élabore un organigramme transparentadapté aux missions à remplir et fixe les responsabili-tés des différentes fonctions de direction. La façon dontle rapportage et la communication sont assurés entreles services opérationnels et les services d’appui estégalement fixée.

8. L’Agence introduit une comptabilité analytique.

9. La structure de l’Agence sera confrontée aux ob-jectifs et au fonctionnement de cette dernière, une at-tention spécifique étant accordée à la direction «régle-mentations et autorisations» et à la direction «surveil-lance et contrôle», notamment en ce qui concerne laformulation de l’avis non contraignant lors de l’établis-sement des autorisations par la direction «surveillanceet contrôle».

Le Conseil d’administration se fait assister par descomités spécialisés. La direction opérationnelle estassurée par un directeur général assisté de son co-mité de direction.

10. Le processus décisionnel au sein du Conseil d’ad-ministration doit être revu dans le sens de procéduresclaires en matière de prise de décision.

Le commissaire du gouvernement est un acteur po-litique et siège au nom de l’ensemble du gouverne-ment; il a pour mission d’informer le gouvernement desproblèmes constatés et, au sein du Conseil d’adminis-tration, de réagir aux décisions prises ou à l’absencede décision.

Les autres membres du Conseil d’administration nefont plus l’objet d’une nomination politique.

11. L’Agence se fait labelliser ISO 9001 (ou équiva-lent label de qualité) pour la qualité des services of-ferts et y adapte sa structure. La priorité doit être don-née à la labellisation des processus «transport» (régle-mentations et autorisations) et «surveillance du terri-toire» (contrôle).

12. L’Agence instaure un système ayant pour but demaximiser sa productivité, de maîtriser ses coûts etd’assurer un service convivial.

13. Au sein de l’Agence est élaboré et instauré unsystème de suivi et de rapportage concernant les dé-cisions ou propositions qui ont été transmises au cabi-net.

14. Le suivi des réunions et l’établissement des rap-ports doivent être améliorés. À cet effet, l’Agence

Page 96: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

96 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

Agentschap stelt daartoe een procedure op over dewijze van rapportering.

15. Het Agentschap voorziet in een procedure toteen verplichte opvolging van initiatieven en aanbeve-lingen van de Erkende Instellingen.

16. De leden van de Raad van Bestuur beschikkenzonder onderscheid over dezelfde informatie welke tij-dig ter beschikking wordt gesteld.

17. Binnen het Agentschap wordt een regeling uit-gewerkt en ingevoerd die de cumulatie en verenigbaar-heid van functies tussen de Raad van Bestuur en an-dere instellingen onmogelijk maakt.

18. De Raad van Bestuur wordt herleid tot 10 leden(9 + 1 voorzitter) met een evenredige vertegenwoordi-ging van personen met een wetenschappelijke- en tech-nische kennis en beroepservaring binnen het activiteits-gebied van het Agentschap enerzijds en met personenmet managementcapaciteiten en ervaring inzakebedrijfsbeheer anderzijds. Er dienen duidelijke criteriate komen voor de objectieve benoeming van bestuur-ders en dit volgens de taalverhouding van 6 N en 4 F.Ook de 3 gewestregeringen worden in de Raad vanBestuur vertegenwoordigd.

19. Inzake het vergunningenbeleid wordt de vergun-ningen geuniformiseerd zodat er een type vergunningbestaat voor dezelfde soort van instelling/activiteit.

20. Het Agentschap werkt uniforme procedure uit deinning van de retributies en zorgt voor een continu ge-actualiseerd gegevensbestand.

21. Het Agentschap voorziet in een intern communi-catieplan om het personeel op de hoogte te kunnenbrengen van de door de directie genomen beslissin-gen.

établit une procédure concernant le mode de rappor-tage.

15. L’Agence prévoit une procédure de suivi obliga-toire des initiatives et recommandations des établis-sements agréés.

16. Les membres du Conseil d’administration dispo-sent, sans distinction, des mêmes informations, les-quelles doivent être mises à disposition en temps utile.

17. Au sein de l’Agence est élaborée et instauréeune réglementation qui rend impossible le cumul et lacompatibilité de fonctions exercées au Conseil d’admi-nistration et dans d’autres établissements.

18. Le Conseil d’administration est ramené à 10membres (9 + 1 président), avec une représentationproportionnelle de personnes ayant des connaissan-ces scientifiques et techniques et une expérience pro-fessionnelle dans le domaine d’activité de l’Agence,d’une part, et de personnes ayant des capacités demanagement et une expérience en matière de gestiond’entreprise, d’autre part. Il y a lieu de définir des critè-res clairs pour la nomination objective des administra-teurs, et ce, selon le rapport linguistique de 6 N et 4 F.Les trois gouvernements régionaux sont égalementreprésentés au Conseil d’administration.

19. En ce qui concerne la politique en matière depermis, ces derniers sont uniformisés, de manière àce qu’il existe un permis type pour le même type d’éta-blissement/activité.

20. L’Agence élabore une procédure uniforme d’en-caissement des redevances et se charge de l’actuali-sation permanente du fichier de données.

21. L’Agence prévoit un plan de communication in-terne, afin de pouvoir informer le personnel des déci-sions prises par la direction.

Page 97: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

973089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

G. VOORSTEL VAN AANBEVELINGEN VANECOLO

VASTSTELLINGEN NAAR AANLEIDING VAN DEHOORZITTINGEN

Alle hoorzittingen hebben tot dezelfde bezwarendevaststellingen geleid: slechte werking, rivaliteiten, po-litisering, bedreiging van de gezondheid ingevolge nu-cleaire straling.

– Het Agentschap werkte – en werkt nog steeds –heel slecht, en dat baart onrust. Het Agentschap kangeen gegevensbeheer garanderen dat zekerheid biedtinzake een geactualiseerde lijst, een toezicht en eenopvolging van dat beheer ten opzichte van alle exploi-tanten van nucleair materiaal en installaties.

– De relaties tussen het FANC en de erkende instel-lingen zijn verbeterd sinds de wijzigingen in bestuurvan het Agentschap, maar waren catastrofaal tot sep-tember 2006.

Niettemin bestaat nog geen enkel akkoord tussenhet Agentschap en de erkende instellingen over eenovereenkomst die de bevoegdheden, het statuut en deonderlinge relaties van die nochtans complementaireinstanties strikt omschrijft. De gehoorde actoren spre-ken daarentegen van concurrentie in de relaties. Takenen verantwoordelijkheden van eenieder zijn dus niet(of niet meer) duidelijk gedefinieerd.

Een en ander wordt nog verergerd door de kenmer-ken van de nucleaire sector in België: hier zijn weinignucleaire deskundigen. Zij behoren tot een beperktekring technici en universitair geschoolden die samenhebben gestudeerd dan wel les hebben gehad van an-deren uit die omgeving. Als zij (willen) van werk veran-deren, kunnen zij slechts van het Agentschap naar eenerkende instelling of naar een exploitant gaan, of om-gekeerd. Hoe dan zaken aan de kaak stellen? Waaromhet risico lopen met de vinger te worden gewezen?

– Het statuut van parastatale instelling van catego-rie C leek a priori te beantwoorden aan de noodzaakvan onafhankelijkheid van de nucleaire controle-instan-tie ten opzichte van de politieke overheid en van deexploitanten, zoals dat wordt geëist door de internatio-nale nucleaire veiligheidsinstanties.

Een raad van bestuur met ruime bevoegdheden in-zake beheer, organisatie en budget is kenmerkend voordit type parastatale instelling, en moet voor die onaf-hankelijkheid zorgen.

Voorts wordt een regeringscommissaris aangewe-zen, die wordt geacht de band te vormen tussen deraad van bestuur en de minister van Binnenlandse Za-ken.

G. PROPOSITION DE RECOMMANDATIONSD’ÉCOLO

CONSTATS RÉSULTANT DES AUDITIONS

Toutes les auditions ont abouti aux mêmes constatsaccablants: dysfonctionnements, rivalités, politisation,insécurité pour la santé face aux radiations nucléaires.

– Les dysfonctionnements de l’agence étaient et sonttoujours énormes et inquiétants. L’agence ne peut ga-rantir une gestion des données permettant de s’assu-rer un relevé actualisé, une surveillance et un suivi decelle-ci vis-à-vis de l’ensemble des exploitants de ma-tériels et installations nucléaires.

– Les relations entre l’AFCN et les OA sont amélio-rées depuis les changements intervenus dans la di-rection de l’agence mais elles étaient catastrophiquesjusqu’en septembre 06.

Néanmoins aucun accord n’existe encore entreagence et OA sur une convention décrivant stricte-ment les rôles, statuts et relations entre ces organespourtant complémentaires. Au contraire des relationsde concurrence sont évoquées par les acteurs enten-dus. Missions et responsabilités de chacun ne sontdonc pas ou plus clairement définies.

Ceci est encore aggravé par les caractéristiques dumilieu nucléaire: peu de personnes en Belgique sontdes spécialistes en matière nucléaire. Ils appartien-nent à un cercle restreint de techniciens et d’universi-taires qui ont fait leurs études ensemble ou se s ont eucomme professeurs. S’ils changent ou veulent chan-ger de travail, les seules possibilités sont de passerde l’agence à un OA ou à un exploitant ou vice versa.Comment se dénoncer? Comment risquer de se fairemal voir?

– Le statut de parastatal de type C semblait à priorirépondre à la nécessité d’une indépendance de l’or-gane de contrôle nucléaire vis-à-vis du pouvoir politi-que et des exploitants ainsi que demandé par les ins-tances internationales de sécurité nucléaire.

Un conseil d’administration aux pouvoirs étendusquant à la gestion, à l’organisation et au budget carac-térise ce type de parastatal et doit en assurer cetteindépendance.

Un commissaire du gouvernement est égalementdésigné et est sensé faire le lien entre le CA et leministre de l’intérieur.

Page 98: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

98 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

In feite zijn de leden van de raad van bestuur echteruitgekozen door de regering, op grond van hun poli-tieke aanhankelijkheid. Dat betekent niet dat die be-stuurders onbekwaam zijn, wel dat zij in de eersteplaats die positie bekleden dankzij en wegens hun po-litieke kleur. Vullen zij elkaar voldoende aan? Kunnenzij voldoende afstand nemen van de nucleaire sectorzodat belangenverstrengeling kan worden voorkomen?Is er voldoende evenwicht in de samenstelling van deraad van bestuur tussen nucleaire specialisten, orga-nisatie- en beheerspecialisten, veiligheids- en beveili-gingsspecialisten? Die vragen zijn niet voorafgegaanaan de samenstelling van de raad van bestuur.

De directeur-generaal van het Agentschap wordt danweer aangewezen door de regering, via een koninklijkbesluit; de raad van bestuur heeft terzake slechts eenniet-dwingende adviesbevoegdheid. De leden van deraad van bestuur maken zich trouwens geen illusiesover de draagwijdte van een advies dat zij terzake zou-den geven.

Hebben de bestuurders die verklaarden op de hoogtete zijn van de slechte werking en van de grote gebre-ken van de directeur-generaal en de departements-directeuren, om die reden toen gezwegen? Hebben zijom die reden ook geprobeerd zelf die gebreken te on-dervangen, ze te camoufleren voor de buitenwereld,wetende dat de benoeming van de bestuurders in elkgeval ook hier in handen was van de politici?

– De personeelsleden dan weer zijn afkomstig vande verschillende diensten die controletaken inzake nu-cleaire veiligheid uitoefenden vóór de oprichting vanhet Agentschap. Ze komen dus vooral van de departe-menten Volksgezondheid en Werkgelegenheid.

Het is kennelijk nooit de bedoeling geweest sinds2001, de oprichtingsdatum van het Agentschap, om dieambtenaren te verenigen rondom een gemeenschap-pelijk project. Integendeel, het lijkt erop dat de strijdtussen de departementen hard is geweest, ook omdatde departementshoofden terzake een politieke bril had-den opgezet.

De noodzakelijke autonomie van het Agentschap eneen dynamische en proactieve invulling van zijn taakis dus ook niet tot stand gekomen.

De hoorzittingen hebben met andere woorden eenpassief bestuur beschreven, dat werd afgeblokt doorde top wanneer er initiatief werd genomen.

– Er moest een externe audit aan te pas komen op-dat kon worden gezegd en aangetoond wat iedereenwist: de leiding van het Agentschap had niet de be-kwaamheden om die functie uit te oefenen; sommigebestuurders waren funest, of zelfs rampzalig voor deinstantie. Zij maken een doeltreffende coördinatie tus-sen de erkende instellingen en de exploitanten onmo-gelijk.

Mais dans les faits, les membres du CA ont été choi-sis par le gouvernement sur base des appartenancespolitiques. Cela ne signifie pas que ces administrateurssoient sans compétences mais cela signifie qu’ils sontd’abord là grâce et pour leur couleur politique. Sont-ilssuffisamment complémentaires entre eux? Sont-ilssuffisamment hors conflit d’intérêt vis-à-vis du milieunucléaire? Y a-t-il une mixité suffisante entre spécia-listes en nucléaire, spécialistes en organisation – ges-tion, spécialistes en sûreté – sécurité? Ces questionslà n’ont pas précédé la composition du CA.

Le directeur général de l’agence est quant à lui dési-gné par le gouvernement, via un AR, le CA n’ayantqu’un pouvoir d’avis non contraignant. Les membresdu CA sont d’ailleurs sans illusion sur la portée d’unavis qu’ils pourraient rendre en la matière.

Est-ce cela qui explique que les administrateurs quise sont dits conscients des dysfonctionnements et deslacunes importantes du directeur général et des direc-teurs de département, se sont tus et ont essayé depallier eux-mêmes à ces manquements, les camou-flant vis-à-vis de l’extérieur et sachant que de toutefaçon le pouvoir quant aux nominations des dirigeantsétait ici aussi aux mains des politiques?

– Quant aux membres du personnel, ils proviennentdes différentes administrations qui assumaient desmissions de contrôle de sécurité nucléaire avant laconstitution de l’agence et donc essentiellement santé,emploi.

Il n’y a manifestement eu aucune volonté depuis 2001,date de création, pour réunir ces fonctionnaires autoursd’un projet commun. Au contraire, il semble que la guerreentre les départements a été dure, teintée là aussi decolorations politiques dans le chef des responsablesde départements.

La nécessaire autonomie de l’agence et l’appropria-tion de sa mission de manière dynamique et proactiven’a pas non plus été développée.

Les auditions ont donc décrit une administration pas-sive et cassée par les dirigeants lorsqu’il y avait initia-tive.

– Il a fallu un audit externe pour qu’il puisse être ditet argumenté ce que tout le monde savait: les dirigeantsde l’agence n’ont pas les compétences pour assurerleur fonction, certains sont même nuisibles, voire toxi-que à l’organisation. Ils rendent impossible la coordi-nation efficace avec les OA et les exploitants.

Page 99: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

993089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

Op dit ogenblik zijn nieuwe personen benoemd aande top, maar geen enkele ontslagen topfiguur is volle-dig geweerd uit het Agentschap.

De politieke banden hebben ook nog sterk gespeeldbij de aanwijzing van de nieuwe leiding.

Niemand binnen het Agentschap lijkt te geloven ineen echte verandering en nog steeds durft niemanddus initiatieven te nemen.

– Politisering, slechte werking van overheidsin-stellingen, te passieve raden van bestuur: het klopt datniet alleen het FANC die symptomen vertoont. DatAgentschap heeft echter als belangrijkste taak onzebevolking en ons milieu te beschermen tegen schade-lijke blootstelling aan nucleaire straling.

De vastgestelde slechte werking van die instantie,die we kort hebben geschetst, brengt echter mee datniet alle tandartsen, dierenartsen en radiologiedienstendoor het Agentschap zijn gerepertorieerd. Wij kunnende artsen, dierenartsen, tandartsen en patiënten nietgaranderen dat de gebruikte apparaten goed afgesteldzijn, of nog dat die wel degelijk toegelaten en beperktewaarden afgeven.

Wij weten daarentegen wel dat velen regelmatig aante grote stralingswaarden worden blootgesteld. Het feitdat het Agentschap niet over performante instrumen-ten beschikt om de opvolging van zijn controletaak teverzekeren, verhindert die controle of maakt die ge-brekkig en dus gevaarlijk.

Daarenboven is er een tekort aan stralingsfysici entechnici die gespecialiseerd zijn in die apparaten waarinnucleair materiaal voorkomt. De nucleaire sectoren metmedische gebruikstoepassingen zijn essentieel voorde gezondheidszorg. De nucleaire sector doet er mis-schien goed aan zich dat te herinneren en de kwaliteitvan zijn opvolging te verbeteren om nieuwe studentenaan te trekken.

– Vlakbij centrales en onderzoeksinstituten op onsgrondgebied is de controle op blootstelling van buurt-bewoners aan straling evenmin doeltreffend en perma-nent gegarandeerd. Uit de hoorzittingen maar ook uitde parlementaire vragen in dat verband, blijkt immersdat het TELERAD-controlesysteem en zijn meetbakensdie rondom sites zijn opgesteld, in tal van opzichteneen maat voor niets zijn. Het Agentschap is geen mees-ter over zijn werkinstrument, het is niet bij machte omte voorzien in de opvolging van gemelde abnormalemetingen (als zulks al gebeurt), en het kan niet garan-deren dat de controle van de werking van de bakensjuist wordt uitgevoerd. Telecommunicatielobby’s aan wiehet Agentschap (of beter zijn verpolitiekte verantwoor-delijken) de uitwerking van dat controlesysteem hadtoevertrouwd, zouden de intellectuele eigendom van

Aujourd’hui, de nouvelles personnes sont nomméesaux postes de direction mais tous les responsablesdémis n’ont pas été totalement écartés de l’agence etles appartenances politiques ont encore joué fortementdans la désignation des nouveaux.

Il apparaît qu’au sein de l’agence personne ne croità un véritable changement et personne n’ose donc tou-jours prendre des initiatives.

– Politisation, dysfonctionnements d’organismes pu-blics, CA trop passifs: il n’y a pas que l’AFCN qui pré-sente ces symptômes, d’accord. Par contre, cetteagence a pour mission première de protéger notre po-pulation et notre environnement contre des expositionsnocives aux radiations nucléaires.

Or les dysfonctionnements constatés dans l’organi-sation que nous venons de balayer rapidement abou-tissent à ce que dentistes, vétérinaires, services deradiologie ne sont pas tous répertoriés par l’agence.Nous ne pouvons garantir aux médecins, vétérinaires,dentistes et patients que les appareils utilisés sont bienréglés, que ceux-ci envoient bien les doses autoriséeset limitées.

Nous savons par contre que nombreux sont ceuxqui sont régulièrement soumis à des doses trop impor-tantes de radiations. Le fait que l’agence ne disposepas d’outils performants pour assurer le suivi de sontravail de contrôle, empêche ce contrôle ou le renddéficient et donc dangereux.

Il manque de plus de radiophysiciens et de techni-ciens spécialisés dans ces appareils contenant dumatériel nucléaire. Or le nucléaire à usage médical estun secteur des soins de santé essentiel. Le milieu nu-cléaire ferait peut-être bien de s’en souvenir et d’amé-liorer la qualité de son suivi pour attirer de nouveauxétudiants.

– L’absence de garantie quant au contrôle des expo-sitions des habitants aux rayonnements n’est pas nonplus garantie de manière efficace et permanente auxabords des centrales et instituts de recherche situéssur notre territoire. Il ressort en effet des auditions maisaussi des questions parlementaires sur le sujet, que lesystème de surveillance TELERAD et ses balises demesure réparties autour des sites est à bien des égardsun leurre. L’agence ne maîtrise pas son outil, elle estincapable d’assurer le suivi des mesures anormalessignalées quand elles le sont, elle est incapable des’assurer que le contrôle du fonctionnement desbalises en place est effectué correctement. Des lobbyde la télécommunication à qui l’agence, ou plutôt sesresponsables politisés, avait confié l’élaboration de cesystème de surveillance se seraient accaparé la

Page 100: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

100 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

dat systeem hebben ingepalmd. Die telecommunicatie-specialisten werden uiteraard rijkelijk betaald, maarhebben vooral het Agentschap van hen afhankelijk ge-maakt, wat nog veel erger is.

– Ten slotte een vaststelling die op de eerste plaatsmoest komen, gelet op de ernst ervan, maar die wepas nu meegeven omdat moet zijn geweten wat voor-afgaat om te begrijpen hoe men in die situatie is te-rechtgekomen: de bescherming van de werknemers indie nucleaire installaties is niet gegarandeerd.

Wij hebben vastgesteld dat vele gebruikers van me-dische en radiologische apparaten te dikwijls het risicoliepen blootgesteld te worden aan te hoge stralings-waarden zonder het te weten, of er zelfs daadwerkelijkaan werden blootgesteld. Hetzelfde geldt voor de werk-nemers van diverse onderzoekscentra, en misschienvan kerncentrales.

Aangezien de gebuikte dosismeters moesten wor-den erkend en het Agentschap alleen de passieve dosis-meters erkende, weet een werknemer immers slechtsachteraf of hij teveel werd bestraald, waardoor hij ge-durende het aantal dagen dat nodig is om de toegela-ten bestralingsratio te verminderen, van de site wordtverwijderd.

Aanbevelingen en voorstellen van Ecolo

Ecolo stelt op grond van een en ander voor de vol-gende maatregelen te nemen ten opzichte van hetAgentschap, wat had moeten gebeuren in 2001 bij deoprichting ervan en wat is gebeurd voor het FAVV. Ditwil zeggen:

– een einde maken aan het bestaande Agentschapwant daar zijn slechts personen samengebracht dieniet rond een gemeenschappelijk project zijn georgani-seerd;

– een nieuw Agentschap oprichten, dat is opgebouwdrond een gemeenschappelijk project en zich engageertin een certificatieproces en deugdelijk bestuur.

Zulks houdt in dat alle leden van het Agentschapworden betrokken bij de uitwerking van de werk-methoden, bij de evaluatie en op structurele wijze bijde besluitvorming.

Dat Agentschap moet de op internationaal vlak ge-formuleerde vereisten vervullen, namelijk:

– een garantie van onafhankelijkheid ten opzichtevan de gecontroleerde entiteiten, maar ook, en dit iseven belangrijk, ten opzichte van de politiek en haarkeuzen wat de nucleaire energie betreft;

propriété intellectuelle du système. Ces spécialistesdes télécommunications ont été grassement payés biensûr mais ont surtout rendu l’agence dépendante à leurégard. Ce qui est bien plus grave encore.

– Enfin, constat qui devrait être mis en tête vu sagravité mais que nous inscrivons en dernier lieu parcequ’il faut avoir connaissance des précédents pour com-prendre comment on se trouve dans cette situation: laprotection des travailleurs dans les installations nu-cléaires n’est pas garantie.

Nous avons vu que les nombreux utilisateurs d’ap-pareils médicaux et de radiologie risquaient et étaienttrop souvent exposés à des doses de radiations tropélevées sans le savoir. Il en est de même pour lestravailleurs de différents sites de recherche et peut-être dans les centrales nucléaires.

En effet, les dosimètres utilisés devant être agrééset l’agence n’ayant agréé que les dosimètres passifs,c’est après coup qu’un travailleur sait qu’il a été ex-posé de manière trop importante et qu’il se voit alorsécarté le nombre de jours nécessaires à la diminutiondu taux autorisé.

Recommandations et propositions d’Ecolo

Ecolo propose dès lors d’appliquer à l’agence ce quiaurait dû être fait en 2001 au moment de sa création etqui a été fait pour l’AFSCA. C’est-à-dire:

– de mettre fin à l’agence existante car elle n’estqu’une juxtaposition de personnes non organiséesautour d’un projet commun.

– de créer une nouvelle agence organisée autourd’un projet commun et qui s’engagerait dans un pro-cessus de certification et de bonne gouvernance.

Ce qui implique la participation de l’ensemble desmembres de l’agence dans l’élaboration des méthodesde travail, dans l’évaluation et de manière structuréedans les processus décisionnels.

Cette agence devra rencontrer les exigences formu-lées sur le plan international, à savoir:

– une garantie d’indépendance vis-à-vis des entitéscontrôlées mais aussi, et c’est tout aussi important,vis-à-vis du niveau politique et de ses options par rap-port à l’énergie nucléaire;

Page 101: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

1013089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

– een garantie van behoud van de regelgevings-bevoegdheid. Er moet immers over worden gewaaktdat de bestuurders, de verantwoordelijken en de ledenvan het Agentschap wel degelijk handelen in het alge-meen belang, en niet de gevestigde belangen verdedi-gen;

– een garantie van permanente opvolging en evalua-tie van de verplichtingen en controletaken, controle enreglementering op grond van doelstellingen, duidelijkecriteria, een gekend tijdpad;

– een garantie van verspreiding van en toegang totinformatie tussen de leden en de diensten van hetAgentschap, tussen het Agentschap en zijn partners,tussen het Agentschap en de burgers, tussen het Agent-schap en de politiek verantwoordelijken;

– een garantie van kundig omgaan met de werk-instrumenten die de controles en de evaluatie ervanorganiseren. De controlesoftware en –programma’smoeten de eigendom van het Agentschap zijn. Het moetdie kunnen aanpassen aan de evolutie van de techno-logie en enige voorkomende beperkingen. Het Agent-schap moet bovendien sanctioneringsbevoegdheid heb-ben bij niet-naleving van de regels en van de verplich-tingen.

Dat Agentschap moet kunnen optreden binnen eenafgebakend wettelijk kader dat duidelijke en onbetwist-bare bepalingen bevat die voor zo weinig mogelijk in-terpretatie vatbaar zijn, door het een duidelijke taakvan regelgever en toezichthouder op de andere act-oren te geven.

Naast de doelstelling van de verbetering van de wer-king van het Agentschap moeten die wijzigingen deexploitanten ertoe brengen wel degelijk hun verantwoor-delijkheid te nemen ten aanzien van hun verplichtingom een maximale veiligheid te garanderen.

Het Agentschap zal moeten gezien worden als dewaakzame hoeder, met sanctioneringsbevoegdheid, vande kwaliteit van de inspecties en aan erkende instellin-gen toevertrouwde taken. Het zal zich dus moeten or-ganiseren om in de werkelijkheid, in de relaties en inde houding van zijn leden te garanderen dat er eenopvolging en een controle komt van de naleving van detoewijzingscriteria van erkenningen aan de exploitan-ten, van de kwaliteit van de fysische controles en vande inachtneming van de reglementering.

– une garantie de conservation du pouvoir de régu-lation. Il faut veiller à ce que les administrateurs, lesresponsables et les membres de l’agence agissent biendans l’intérêt public et non pour défendre les intérêtsétablis;

– une garantie du suivi et d’une évaluation perma-nente des obligations et des tâches de surveillance,contrôle et réglementation sur base d’objectifs, de cri-tères clairs, de timings connus;

– une garantie de diffusion et d’accès aux informa-tions entre les membres et services de l’agence, entrel’agence et ses partenaires, entre l’agence et les ci-toyens, entre l’agence et les responsables politiques;

– une garantie de maîtrise des outils organisant cescontrôles et leur évaluation. Les logiciels et programmede contrôle doivent être la propriété de l’agence. Elledoit pouvoir les adapter aux évolutions des technolo-gies et des contraintes. Elle doit en outre disposer dela latitude qui lui permettra de sanctionner en cas denon respect des règles et obligations.

Cette agence devra bénéficier d’un cadre légal claircontenant des dispositions claires et indiscutables avecle moins d’interprétations possibles et lui confiant unmandat clair de régulateur et de superviseur vis-à-visdes autres acteurs.

Outre l’objectif d’amélioration du fonctionnement del’agence, ces modifications devront aboutir à ce queles exploitants assument bien leur responsabilité faceà leur obligation de garantir une sécurité maximale.

L’agence devra être et être perçue comme le garantvigilant et contraignant de la qualité des inspections etdes missions confiées aux OA et devra donc s’organi-ser pour pouvoir assurer dans les faits, relations etattitudes un suivi et un contrôle du respect des critè-res accordant les agréments aux exploitants, de la qua-lité des contrôles physiques et du respect des régle-mentations.

Page 102: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

102 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

Bijgestuurde werking van het nieuwe Agentschapvoor de nucleaire controle

1. Beter afgebakende betrekkingen tussen de over-heden en het Agentschap

1.1. Statuut van het Agentschap

Het statuut van parastatale instelling van categorieC waarborgt de onafhankelijkheid en de responsabilise-ring van het Agentschap. Daardoor kan artikel 8 vande convention on nuclear safety in acht worden geno-men, volgens hetwelk de werkzaamheden van de re-gering moeten worden gescheiden van die van deregulator van de nucleaire veiligheid, teneinde poten-tiële belangenconflicten te voorkomen; de regulatormoet zich immers volledig concentreren op de veilig-heid, terwijl de regering er tevens moet op toezien datde energiebevoorrading gewaarborgd is.

In de praktijk impliceert zulks dat de benoemings-procedure in België objectiever moet verlopen. Aange-zien de beleidswerking in België jammer genoeggepolitiseerd is, en de nucleaire sector in ons landjezo gering in omvang is, zullen met het oog op dieobjectivering, de competenties permanent moeten wor-den geëvalueerd; bovendien zullen de werking en hetmiddelenbeheer moeten worden gecontroleerd door eenexterne instantie, zoals Korn/Ferry. Het ligt in de be-doeling een certificatieproces in te stellen.

De raad van bestuur is het belangrijkste beheers-orgaan, dat ter verantwoording kan worden geroepenen onafhankelijk moet optreden. Tevens vormt die raadde schakel met de toezichthoudende minister, via deregeringscommissaris. De raad moet opnieuw auto-noom kunnen werken; bovendien moet hem meer ver-antwoordelijkheid worden verleend.

Dat in de raad van bestuur personen met een poli-tieke signatuur zitting hebben, vormt geen probleemop zich, op voorwaarde evenwel dat die vertegenwoor-digers kleur bekennen, én dat alle democratische par-tijen in de raad vertegenwoordigd zijn.

De onverenigbaarheden – uiteraard naast van diejegens de exploitanten, waar het onvermijdelijk totbelangenconflicten komt – moeten onverkort gehand-haafd worden, ook al is zulks niet makkelijk, gezien debeperktheid en de beslotenheid van de nucleaire sec-tor. Zo is de directeur van de NIRAS tevens lid van deraad van bestuur, lid van Belgonucleaire én van de raadvan bestuur van het Agentschap. Zelf betreurt hij diecumulatie van ambten.

De raad van bestuur moet anders worden samenge-steld: geen dan wel slechts een minderheid van de le-den mag uit de nucleaire sector komen, het accentmoet worden gelegd op het organisatorische aspect en

La nouvelle agence de contrôle nucléaire devra ren-contrer les corrections suivantes

1. Assainir les relations entre les pouvoirs publicset l’agence

1. 1. Le statut de l’agence

Le statut de parastatal de type C rencontre les ob-jectifs d’indépendance et de responsabilisation del’agence. Il permet de respecter l’article 8 de la con-vention on Nuclear Safety qui exige la séparation dugouvernement et du régulateur en sécurité nucléaireafin d’éviter les potentiels conflits d’intérêt entre le ré-gulateur devant se concentrer totalement sur la sécu-rité et le gouvernement devant aussi veiller à l’approvi-sionnement énergétique.

Dans les faits, en Belgique, cela implique que l’ob-jectivation des nominations soit améliorée. La politisa-tion faisant malheureusement partie du fonctionnementpolitique belge, et le milieu nucléaire étant si restreintdans notre petit pays, cette démarche nécessitera lerecours permanent à des évaluations de compétenceset à une supervision du fonctionnement et de la ges-tion des ressources via, un organe extérieur tel Kornferry. L’objectif étant d’aboutir à un processus de certi-fication…

Concernant le CA, organe par excellence de ges-tion, de responsabilité et d’indépendance tout en assu-rant le lien avec le ministre de tutelle via le commis-saire du gouvernement. Il faut lui rendre son autonomiede fonctionnement tout en renforçant ses responsabili-tés.

Le fait que des relais politiques soient nommés auCA n’est pas un problème en soi à la condition que cesreprésentants y soient en tant que tels et que l’ensem-ble des partis démocratiques y soit représentés.

Les incompatibilités, outre celles prévues évidem-ment vis-à-vis des exploitants, où les conflits d’intérêtsont inévitables doivent être interdits même si celas’avère difficile vu le milieu restreint et fermé du nu-cléaire. Par exemple, le directeur de l’ONDRAF est éga-lement membre du CA, membre de Belgonucléaire etdu CA de l’Agence. Lui-même regrette ces cumuls defonctions.

Il faudra modifier la composition du CA: pas desmembres issus de la communauté du nucléaire ou alorsde manière minoritaire, accent mis sur la dimensionorganisationnelle, responsabilisation des acteurs,

Page 103: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

1033089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

de actoren moeten worden geresponsabiliseerd; tevensmogen alle democratische partijen en de ministers diedirect dan wel indirect, via hun bevoegdheden voor ener-gie en veiligheid, in die raad – zelfs officieel – verte-genwoordigd zijn, maar dan wel in alle transparantie.

De directeur-generaal van het Agentschap zal doorde raad van bestuur worden benoemd, nadat eenexterne instantie een selectieprocedure heeft uitge-voerd. De minister kan zich tegen die benoeming ver-zetten door een aantal tegenargumenten aan te dra-gen, maar kan geen andere kandidaat ambtshalveaanwijzen.

Zo de regering niet kan weerstaan aan die drangnaar een ongezonde politisering van het Agentschap,met de bedoeling haar pionnen uit te zetten om haargezag te vestigen en alle staatsinstellingen in de greepte hebben, dan moet het statuut van het Agentschapworden gewijzigd in dat van een parastatale instellingvan categorie A. In dat geval zal het Agentschap nietlanger over een raad van bestuur beschikken, en is deminister rechtstreeks verantwoordelijk, samen met eendoor de regering benoemde directeur.

We moeten erop toezien dat artikel 8 van de conven-tion on nuclear safety niet wordt geschonden – hoewelnu slechts de schijn wordt hooggehouden dat het inacht wordt genomen. De statutenwijziging zou evenwelhet voordeel inhouden dat de minister van BinnenlandseZaken en de regering rechtstreeks verantwoordelijk zijn.In dat geval zouden zij zich niet langer kunnen ver-schuilen achter de disfunctie van en de «personen-kwesties» in het Agentschap.

Het FAVV is een parastatale instelling van categorieA, en het is duidelijk dat zowel de leiding van dat Agent-schap als de bevoegde minister er, gezien de risico’svoor de voedselketen, alle belang bij hebben hun werknaar behoren te verrichten. Elk van de beide partnersis er door de andere toe gebonden zijn rol en taken opeen degelijke manier op te nemen.

Het Planbureau is een ander voorbeeld van eenparastatale instelling van categorie A die haar onaf-hankelijkheid ten aanzien van de regering heeft wetente behouden.

Gesteld dat zulks de uiteindelijke conclusie is, danis de nood aan een volledige herziening van het con-cept van het Agentschap dringender dan ooit.

1.2. Oprichting van een comité N

Er moet worden voorzien in een permanente parle-mentaire controle door een comité N op te richten, dataan het parlement verantwoording moet afleggen.

Het voorstel om in het parlement een werkgroep «nu-cleaire veiligheid» op te richten, illustreert duidelijk de

transparence et pourquoi pas de manière officielle desreprésentants de l’ensemble des partis démocratiqueset des ministres concernés directement ou indirecte-ment via leurs compétences en énergie et en sécurité.

C’est le CA qui devra nommer le directeur généralde l’agence sur base d’une sélection via un organeexterne. Le ministre pourra s’opposer en motivant maisne pourra pas désigner quelqu’un d’autre d’office.

Si le gouvernement s’avère incapable de surmontercette propension à la politisation malsaine de l’agence,c’est-à-dire avec l’objectif de placer ses gens pour as-seoir son pouvoir et contrôler tous les organes de l’Etat,alors, il faut changer le statut de l’agence en unparastatal de type A. Il n’y a plus de CA dans ce cas,la responsabilité du ministre est directe en lien avecun directeur nommé par le gouvernement.

Nous devrons veiller à ne pas être en contradictionavec l’article 8 de la convention on nuclear safety quenous respectons aujourd’hui en façade mais cela aural’avantage d’engager directement la responsabilité duministre de l’Intérieur et du gouvernement. Ceux-ci nepourront plus se cacher derrière les dysfonctionne-ments et «les questions de personnes» au sein del’agence.

L’AFSCA est un parastatal de type A où il apparaîtclairement que tant les responsables de l’agence quele ministre compétent ont intérêt à bien faire leur tra-vail face aux risques alimentaires. Chacun des deuxpartenaires est tenu par l’autre dans l’obligation d’as-sumer correctement son rôle et ses missions.

Le Bureau du Plan est un autre exemple de parastatalde type A qui a su préserver son indépendance vis-à-vis du gouvernement.

Si nous devions arriver à cette conclusion, la né-cessité de reconstruire entièrement le concept del’agence deviendrait encore plus criante.

1. 2. Mettre en place un comité N

Il faut organiser un contrôle parlementaire perma-nent en Instituant un comité N sous la responsabilitédu parlement.

La mise en place d’un groupe de travail «sécuriténucléaire» au sein du Parlement traduit bien cette

Page 104: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

104 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

nood aan politiek toezicht op de keuzes van de rege-ring inzake nucleaire veiligheid, alsook op de werkingvan de instrumenten van die controle.

Net als dat voor het comité P en het comité I hetgeval is, stelt de oprichting van een comité N de factoeen resultaatsverbintenis in voor de regering en voorde bevoegde minister, en derhalve ook voor het Agent-schap.

Via die weg wordt ook het parlement met zijn ver-antwoordelijkheid geconfronteerd. In plaats van louterparlementaire vragen te stellen, hoorzittingen te orga-niseren en voorstellen in te dienen, zal het voortaanmoeten waarborgen dat de «controle van de controle»kwalitatief wordt getoetst.

1.3. De toegang tot de documenten en de controle-gegevens moet zeker transparant zijn

Hoewel het paradoxaal kan lijken dat een gewaar-borgd waterdichte nucleaire veiligheid afhangt van detransparante en kwaliteitsvolle gegevensoverdracht,hebben de internationale instanties voor nucleaire vei-ligheid die vaststelling nochtans tot een aanbevelingverheven.

Ook de hoorzittingen die door de parlementaire werk-groep «nucleaire veiligheid» en de audits die bij hetAgentschap werden georganiseerd, leiden ons tot dieconclusie.

Dat geen sprake was van informatie-uitwisseling tus-sen de leiding en de ambtenaren van het Agentschap,en vooral dat men zich ten onrechte heeft verscholenachter de vertrouwelijke aard van de nucleaire aange-legenheden en de industriële belangen, heeft

– geleid tot partijdige, en wellicht soms onwettigebeslissingen, over de erkenning van exploitanten ennucleaire installaties;

– verhinderd dat een regeling voor de systemati-sche evaluatie en opvolging werd ingesteld, die dusniet uitsluitend afhankelijk was geweest van de wil vande actoren; bovendien werd voorkomen dat een analy-tische boekhouding werd gevoerd;

– verhinderd dat de raad van bestuur binnen rede-lijke termijnen toegang zou hebben tot de resultatenvan studies en evaluaties, waardoor die niet de ver-eiste beslissingen kon nemen;

– verhinderd dat de toeziende minister over alle ver-eiste gegevens zou beschikken om beleidsbeslissingente nemen.

Naar aanleiding van parlementaire vragen werd deCommissie voor de Toegang tot Bestuursdocumentenom advies verzocht. In haar advies bevestigt de

nécessité d’un contrôle politique sur les choix gouver-nementaux en matière de sécurité nucléaire ainsi quesur le fonctionnement des outils de ce contrôle.

A l’instar des comités P et R, la création d’un co-mité N introduit de facto, une obligation de résultat dugouvernement et donc du ministre compétent et doncde l’agence.

Le Parlement est également par ce biais, confronterà sa responsabilisation également. Il ne suffira pus deposer des questions parlementaires, d’organiser desauditions et de faire des propositions. Il s’agira d’assu-rer la qualité du contrôle du contrôle.

1.3. Garantir l’accès aux documents et aux donnéesde contrôles: transparence

Il peut paraître paradoxal d’affirmer que la garantied’une bonne sécurité en matière nucléaire repose surla transparence et la qualité de la transmission desinformations. C’est pourtant une constatation devenuerecommandation dans les instances internationalesconsacrées à la sécurité nucléaire.

C’est aussi une conclusion qu’il faut tirer des audi-tions du GT «sécurité nucléaire» du Parlement et auditsréalisés au sein de l’agence.

La non transmission des informations entre les diri-geants et les fonctionnaires de l’agence et surtout lavolonté de se cacher de manière abusive derrière laconfidentialité due au matériel nucléaire ou aux inté-rêts industriels:

– a permis des décisions partiales, peut-être parfoisillégales concernant l’agrément d’exploitants et d’ins-tallations nucléaires,

– a empêché la mise en place de système d’évalua-tion et de suivi systématisé et donc ne dépendant pasexclusivement de la volonté des intervenants ainsi quel’installation d’une comptabilité analytique,

– a empêché le CA d’avoir accès à résultats d’étu-des et d’évaluation dans des délais raisonnables, l’em-pêchant à son tour de prendre les décisions nécessai-res,

– a empêché le ministre de tutelle d’avoir toutes lesinformations nécessaires aux prises de décisions poli-tiques.

La commission d’accès aux documents administra-tifs a été saisie suite à des questions parlementaireset a rendu un avis qui confirme cet usage abusif des

Page 105: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

1053089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

Commissie dat het Agentschap misbruik heeft gemaaktvan de vertrouwelijkheidsregels, en dat de wet op detoegang tot de bestuursdocumenten niet in acht werdgenomen.

De internationale ngo WENRA, die de «regelgevendeautoriteiten op nucleair gebied» van 17 Staten vere-nigt, streeft ernaar de nucleaire veiligheid op te voe-ren. In de besluiten merkt ook WENRA op dat in onsland sprake is van een gebrekkige informatiedoor-stroming, (onder meer over de te volgen richtlijnen)van en naar de actoren die betrokken zijn bij de nucle-aire veiligheid, en dat zij slechts beperkt toegang heb-ben tot die informatie.

Derhalve mag niet worden toegegeven aan de ver-leiding om de wet op de toegang tot de bestuurs-documenten te wijzigen en de uitzonderingen met be-trekking tot de nucleaire sector aan te scherpen. Er isveeleer nood aan regelingen die een goede communi-catie waarborgen tussen de leden van het Agentschap,tussen het Agentschap en de andere actoren (zoals deerkende instellingen en de exploitanten), tussen hetAgentschap en de toeziende minister, tussen deze laat-sten en het parlement, en ten slotte tussen deze laat-sten en de burgers. Nog in dit verband wordt aanbevo-len de EMAS-certificering in te stellen, alsook eenberoep te doen op een externe instantie om toezicht tehouden en één en ander te begeleiden.

Voorts is het van belang dat de regering de bevoegd-heden van de Commissie voor de Toegang tot Bestuurs-documenten aanscherpt, en die meer betrekt bij de or-ganisatie van de toegang tot de informatie met betrek-king tot het Agentschap. De regering moet een con-sensus uitwerken om de samenstelling van de Com-missie te versterken en haar de nodige administratieveondersteuning te bieden. De CTB heeft immers meternstige werkingsproblemen af te rekenen (ontslagen,gebrek aan administratieve steun enzovoort).

2. Vereenvouding en verduidelijking van de betrek-kingen tussen het Agentschap, de erkende instellingenen de exploitanten

2.1. De taken en verantwoordelijkheden verduidelij-ken

De verantwoordelijkheden van elkeen moeten op-nieuw worden gepreciseerd, net als de wijze waaropde opdrachten, de taken en de rol van elke partij wor-den georganiseerd. Ongetwijfeld zal de wetgever moe-ten optreden om klaarheid te scheppen, alle dubbelzin-nigheid weg te werken en de interpretatiemarge tot eenminimum terug te brengen.

De kwaliteit van de controles, alsook van het toe-zicht daarop door het Agentschap, moet worden ge-waarborgd:

règles de confidentialité par l’agence et que la loi surl’accès aux documents administratifs n’était pas res-pectée.

Le groupe international WENRA qui réunit les res-ponsables des Etats nucléarisés afin d’améliorer lasécurité nucléaire, relève aussi dans ses conclusionsque la Belgique se caractérise par un déficit dans latransmission et l’accès aux informations entre les ac-teurs impliqués dans la sécurité nucléaire, dont lesconsignes à suivre.

Il importe dès lors, de résister à la tentation de mo-difier la loi d’accès aux documents en renforçant lesexceptions relatives au secteur nucléaire mais au con-traire de mettre en place des mécanismes qui assu-rent une bonne communication entre les membres del’agence, entre l’agence et les autres intervenants quesont les OA et les exploitants, entre l’agence et le mi-nistre de tutelle, entre ceux-ci et le parlement et enfinentre ceux-ci et la population. Le recours à un proces-sus de certification EMAS accompagné par un organeextérieur de supervision et d’accompagnement est iciencore à recommander.

Il importe par ailleurs que le gouvernement ren-force la CADA et l’associe plus dans l’organisation del’accès à l’information vis-à-vis de l’agence. Le gou-vernement doit se mettre d’accord sur un renforcementde la composition de la commission et lui donner lesoutien administratif nécessaire. En effet, la CADA con-naît des problèmes sérieux de fonctionnement (démis-sions, manque de soutien administratif, …)

2. Simplifier et clarifier les relations entre l’agence,les OA et les exploitants

2.1. Clarifier les rôles, missions et responsabilités.

Les responsabilités de chacun doivent être repréci-sées ainsi que la manière d’organiser les missions,tâches et rôles de chacun. Des clarifications législati-ves seront sans doute nécessaires afin d’enlever touteambigüité et de réduire au minimum les marges d’in-terprétation.

Il est impératif de garantir la qualité des contrôles etde la supervision de ceux-ci par l’agence.

Page 106: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

106 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

– het FANC moet zijn controle op de erkende instel-lingen en de exploitanten aanscherpen;

– het Agentschap moet, samen met de erkende in-stellingen, bepalen wat moet worden geïnspecteerd enhoe die inspecties bij de uiteenlopende exploitantenmoeten verlopen;

– het Agentschap moet de kans krijgen om concreteinspectieprogramma’s die zijn uitgewerkt door de ex-ploitanten en de erkende instellingen, goed te keurenvooraleer zij worden uitgevoerd;

– het Agentschap zal aldus over duidelijke en trans-parante instrumenten beschikken om de kwaliteit vande door de erkende instellingen uitgevoerde controleste kunnen nagaan.

2.2. Capture of the regulation door de erkende in-stellingen voorkomen

Aangezien in de besloten nucleaire sector slechtsenkele specialisten actief zijn, die dan nog allemaaldezelfde opleiding hebben gevolgd en beroepshalvehetzelfde traject hebben afgelegd, waardoor een ze-kere onderlinge verbondenheid ontstaat, moet te allenprijze worden voorkomen dat het in de internationaleinstanties welbekende verschijnsel van capture of theregulation de kop opsteekt. Dat verschijnsel doet zichvoor wanneer ambtenaren of politici, die worden ge-acht in het openbaar belang te handelen, in feite han-delen om gevestigde belangen te verdedigen.

Om die redenen moeten inzake de betrekkingen tus-sen het Agentschap en de door het Agentschap gecon-troleerde instanties (de exploitanten dan wel de erkendeinstellingen):

– duidelijke en afzonderlijke regels met betrekkingtot de vertegenwoordiging worden vastgesteld;

– duidelijk worden gesteld dat het verboden is «voor-delen of geschenken» te ontvangen of te geven, omgeen aanleiding te geven tot het vermoeden dat ersprake is van een bevoorrechte relatie;

– voor het personeel dat rechtstreeks contact heeftmet de andere actoren, geregeld een toerbeurt wordeningesteld, teneinde te voorkomen dat door het beroeps-matig contact een persoonlijke band ontstaat;

– de beslissingen ten aanzien van de gecontroleerdeinstanties collectief worden genomen, opdat de ver-antwoordelijkheid voor zowel de gunstige als de on-gunstige beslissingen niet door één enkel individu moetworden gedragen.

– L’AFCN doit exercer son contrôle sur les OA et lesexploitants de manière renforcée;

– l’Agence doit déterminer avec les OA les conte-nus et méthodes des inspections qui devront être exé-cutées auprès des exploitants des différents types;

– l’agence doit pouvoir approuver les programmesd’inspections concrets qui sont conclus entre les ex-ploitants et l’OA afin de les avaliser avant qu’ils n’en-trent en fonction;

– l’Agence disposera ainsi d’outils clairs et transpa-rents lui permettant de vérifier la qualité des contrôlesréalisés par les OA.

2. 2. Eviter la capture de la régulation par les orga-nes contrôlés.

Il est primordial d’éviter le phénomène bien connuvu la petitesse du milieu nucléaire où ces quelquesspécialistes ont tous le même background de formatifet professionnel et donc aussi relationnel, qui est ap-pelé «the capture of the regulation» dans les instancesinternationales. Ce phénomène apparaît lorsque desfonctionnaires ou des politiques censés agir dans l’in-térêt public, agissent en fait pour défendre des intérêtsétablis.

Il importe dès lors de mettre en place dans les rela-tions entre l’agence et les organes contrôles par cel-les-ci que ce soit les exploitants ou les OA:

– des règles claires et distinctes pour la représenta-tion;

– une définition claire de l’interdiction de recevoir oud’accorder des «avantages ou cadeaux», rien ne lais-ser supposer une relation privilégiée;

– une alternance du personnel en lien direct avecles autres intervenants de manière à éviter des rela-tionnelles personnelles qui se développeraient au-delàdes relations professionnelles;

– des prises de décisions collectives vis-à-vis desorganes contrôlés de manière à ce que ce ne soit pasun individu seul qui doive assumer les décisions posi-tives et négatives.

Page 107: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

1073089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

2.3. Het statuut van de erkende instellingen en hunprestatievergoeding beter organiseren

De erkende instellingen worden door de exploitan-ten gekozen. Sommige controles bij de exploitanten,die door het Agentschap moeten worden uitgevoerd,worden aan door het Agentschap aangewezen erkendeinstellingen gedelegeerd. In dat verband moet hetAgentschap de regels inzake overheidsopdrachten inacht nemen en een algemene offerteaanvraag ten be-hoeve van de erkende instellingen uitschrijven, die ver-volgens voor vijf jaar worden erkend. Die procedure ishelemaal niet naar de zin van het Agentschap, nochnaar die van de erkende instellingen, temeer daar in deEuropese context naar liberalisering wordt gestreefd.

Daarom streven sommigen ernaar de erkende in-stellingen in het Agentschap te integreren, veeleer danze hun statuut van vzw te laten behouden. Als over-gang zou het interessant zijn dat de erkende instellin-gen hun statuut van vzw behouden, maar wel met an-dere werkingsregels tussen de erkende instellingen,de exploitanten en het Agentschap. Gelet op de ge-brekkige werking van het Agentschap (het zal meer-dere jaren vergen om die bij te sturen), lijkt ons dat debeste oplossing. De onafhankelijkheid van de controle-organen ten aanzien van de exploitanten garanderen.

De tarieven moeten dus door het Agentschap wor-den bepaald, met een beschrijving van de minimaletaken, door wie ze moeten worden volbracht en welkeopleiding daartoe vereist is.

Alle taken moeten worden getarifeerd als ze recht-streeks verband houden met de verplichtingen inzakenucleaire veiligheid. Voor de andere samenwerkingentussen een erkende instelling en een exploitant moetgeen vaste prijs worden vastgesteld.

Gelet op de huidige werking van het Agentschap zouhet wenselijk zijn dat de exploitanten blijven betalenaan de erkende instellingen maar volgens door hetAgentschap bepaalde tarieven.

Wanneer een nieuw agentschap correct zal functio-neren, kan worden overwogen de erkende instellingenop meer formele en institutionele wijze te integrerenals uitvoerende diensten van het Agentschap, maar diezullen dan wel in de parastatale organisatie van hetAgentschap geïntegreerd zijn.

Sommige vertegenwoordigers van het Agentschapdenken thans evenwel dat mochten de retributies vande exploitanten rechtstreeks aan de erkende instellin-gen worden gestort en niet meer aan het Agentschap,dat niet langer «retributies voor gepresteerde diensten»zijn. Het is echter bekend dat de kleine exploitanten,onder meer de tandartsen, klagen over het bedrag vande retributie, dat aanzienlijk hoger ligt dan de dienstendie ze daarvoor krijgen.

2.3. Mieux organiser le statut des Organes agrééset le paiement de leurs prestations.

Le choix de l’OA est réalisé par les exploitants.L’agence désigne également des OA auprès des ex-ploitants pour exercer des contrôles qui lui incombentmais qu’elle délègue. L’Agence doit alors respecter lesrègles des marchés publics et lancer un appel d’offresauprès des OA qu’elle agréera pour une durée de 5ans. Cette procédure contrarie fortement tant l’Agenceque les OA, et ce plus particulièrement dans le con-texte européen de libéralisation. D’où la volonté chezcertains d’intégrer les OA au sein de l’agence plutôtque de les laisser sous le statut d’asbl.

De manière intermédiaire, et cela me semble être lavoie à privilégier vu les disfonctionnements de l’Agencequi nécessiteront plusieurs années de correction, ilserait intéressant de conserver aux OA le statut d’asblmais en modifiant les règles de fonctionnement entreles OA, les exploitants et l’agence: garantir une indé-pendance aux organes de contrôle face aux exploitants.

Il faut donc que les barèmes soient fixés par l’Agenceavec un descriptif des tâches minimales à accomplirpar qui avec quelle formation.

Une barémisation de toutes les tâches doit être as-surée lorsque ces tâches sont en lien direct avec lesobligations de sécurité nucléaire. Les autres collabo-rations entre un OA et un exploitant pouvant être libresde prix.

Vu le fonctionnement actuel de l’Agence, il seraitprudent de garder le paiement des exploitants aux OAmais selon des barèmes fixés par l’Agence.

Lorsqu’une nouvelle agence fonctionnera correcte-ment, il peut être envisagé d’intégrer de manière plusformelle et institutionnelle les OA en tant que servicesexécutants de l’agence mais intégrés dans l’organisa-tion parastatale de l’agence.

Attention: Aujourd’hui, certains représentants del’Agence pensent que si les redevances des exploi-tants étaient versées directement aux OA et non plusà l’Agence, on pourrait échapper à l’appellation de re-devances pour services prestés. Or, on sait que lespetits exploitants, dentistes notamment, se plaignentdu montant de la redevance bien supérieur aux servi-ces qu’ils reçoivent en échange.

Page 108: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

108 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

In feite zou dit vooral het Agentschap de mogelijk-heid bieden de steeds beloofde maar nooit verwezen-lijkte analytische boekhouding niet te moeten voeren.Die analytische boekhouding is nochtans een instru-ment ter controle van het bijwerken van de exploitanten-lijsten en van de al dan niet uitgevoerde controles.

Ten slotte is het verband tussen de betaling en degeleverde dienst een principe van billijkheid en vanverplichting van kwaliteit van die dienst.

Het is dus van belang dat de regering niet ingaat opdie vraag, zeker niet vóór het Agentschap grondig werdgeherstructureerd. Die voorzorg is des te belangrijkeromdat er een grote ongelijkheid bestaat tussen de er-kende instellingen wat hun grootte, hun bestaansduur,hun financiële middelen en hun ervaring betreft. Thansvoert één enkele erkende instelling de externe con-trole van de veiligheid van de kerncentrales uit.

Aangezien de centrales een kennelijk gevaarlijke bronzijn, lijken de controlegaranties beter gewaarborgd. Decontrole van de kleine installaties die zich een beetjeoveral in aanvankelijk niet-nucleaire omgevingen be-vinden (tandartsen, dierenartsen en ziekenhuizen) ismoeilijk of zelfs soms onmogelijk gelet op het ontbre-ken van lijsten, het tekort aan kernfysici en het gebrekaan bewustmaking van de gebruikers.

Tussen de beide bevinden zich de exploitanten diemet afvalbeheer, onderzoek en kernresearch belast zijnen die zich heel bewust zijn van de noodzaak te zor-gen voor de veiligheid, maar bij wie het soms grenze-loze geloof in de kernenergie een probleem inzake vei-ligheid doet rijzen.

2.4. De controlerelaties met de exploitanten organi-seren en op zich nemen

Ook inzake de relaties met en de eisen ten aanzienvan de exploitanten moet voor duidelijkheid wordengezorgd, alsmede over de rangschikking van de ex-ploitaties, die niet de mogelijkheid biedt aangepastekwaliteitscontroles uit te voeren.

Wij zijn het eens met de voorstellen van het huidigemanagement van het Agentschap, met name:

– de rollen en de verantwoordelijkheden van de di-verse actoren beter definiëren. Het beroep op erkendeinstellingen moet de exploitanten er niet van vrijstelleneen permanente interne controle uit te voeren die demogelijkheid biedt het gevaar op te sporen, te waar-schuwen en het gevaar te bezweren;

– de exploitanten inventariseren op een manier diebeter aansluit bij de risico’s en de noden inzake con-trole.

En fait, ceci permettrait surtout à l’Agence de nepas devoir mettre en place une comptabilité analytiquetoujours promise et jamais concrétisée. Pourtant, cettecomptabilité analytique est un outil de contrôle de latenue à jour des listings d’exploitants et des contrôleseffectués ou non.

Enfin, le lien entre paiement et service rendu est unprincipe d’équité et d’obligation de qualité de servicerendu.

Il importe donc que le gouvernement ne réponde pasfavorablement à cette demande et surtout pas avantd’avoir restructuré l’agence dans sa globalité. Cetteprécaution est d’autant plus importante qu’il existe uneinégalité importante entre les OA au niveau de leurtaille, de leur ancienneté, de leurs moyens financierset de leur expérience.Un seul exerce aujourd’hui le con-trôle extérieur de sécurité des centrales nucléaires.

Les centrales étan t une source visiblement dange-reuse, les garanties de contrôles semblent mieux ga-ranties. Mais le contrôle des petites installations dis-séminées dans des milieux non nucléaires au départ:dentistes, vétérinaires et hôpitaux est difficile voireparfois impossible vu l’absence de listing, le manquede radiophysiciens et le manque de conscientisationdes utilisateurs.

Entre les deux, il y a les exploitants chargés de lagestion des déchets, d’études et de recherches nu-cléaires où il y a une conscience importante de la né-cessité d’assurer la sécurité, mais où la croyance par-fois sans limite dans le nucléaire induit un problème desûreté.

2.4. Organiser et assumer les relations de contrôleavec les exploitants

Les relations et exigences vis-à-vis des exploitantsdoivent donc elles aussi être clarifiées ainsi que la clas-sification des exploitations qui ne permet pas d’exer-cer des contrôles de qualité adaptés.

Nous partageons les propositions faites par le ma-nagement actuel de l’agence, à savoir:

– Mieux définir les rôles et responsabilités des dif-férents acteurs. Le recours à des OA ne doit pas dis-penser les exploitants d’effectuer un contrôle internepermanent permettant de détecter, d’alerter et d’écar-ter le danger;

– répertorier les exploitants de manière plus confor-mes aux risques et besoins de contrôles. En effet, lesclasses actuelles I, II, III ne sont pas uniformes et cou-vrent bien plus de réalités diversifiées.

Page 109: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

1093089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

De huidige klassen I, II en III zijn immers niet een-vormig en dekken veel meer uiteenlopende realiteiten.Het is weliswaar duidelijk dat alle klassen I een internecontroledienst hebben, dat ze worden geïnspecteerddoor voor de klassen I erkende instellingen in samen-hang met de van nabij gevolgde controle van het Agent-schap, en dat ze beschikken over technici met aange-paste kwalificaties. Zulks is evenwel niet het geval voorde overige klassen.

Maar weinig klassen II en III beschikken over eeninterne dienst voor fysische controle en over stralings-fysici. Van de 500 klassen II en de 7500 klassen IIIhebben er slechts 15 een interne dienst voor fysischecontrole, en daarbij is nog geen rekening gehouden metde klassen III die niet in de inventaris zijn opgenomen.De tandartsen zouden nog 70.000 euro aan retributiesmoeten betalen.

– Zorgen voor een systeem van analytische voort-gangsbewaking dat de mogelijkheid biedt voortdurenden automatisch een bijgewerkt overzicht te hebben vande exploitanten, van hun conformiteit aan de veiligheids-vereisten, van de voortgangsbewaking van de uitge-voerde controle en van de aanbevelingen die daaruitvoorvloeien, van de follow-up van de erkenningen envan de betaling van de retributies.

Wij kunnen echter geen genoegen nemen met dieontoereikende voorstellen.

– Een dergelijke analytische boekhouding zou vanbij de oprichting van het Agentschap moeten hebbenbestaan. De raad van bestuur vraagt en belooft ze sinds2003. Volgens de hoorzittingen zou worden gewerktaan een ERP-systeem (database met de boekhoudingvan het Agentschap) dat aanzienlijke vooruitgang mo-gelijk zou maken in de facturatie en de follow-up vande retributieplichtigen. Volgens recente informatie vanhet Agentschap zou men van dat systeem opnieuwhebben afgezien.

Wij kunnen dus geen genoegen nemen met de be-loften en verbintenissen van de raad van bestuur ofvan de directie van het Agentschap. Bovendien moe-ten wij ervoor uitkijken dat de computerlobby’s het in-strument niet in handen nemen zoals ze dat metTELERAD hebben gedaan, aangezien het Agentschapniet in staat is om dat instrument tot stand te brengen.

Uit de hoorzittingen is ook naar voren gekomen datde personeelsleden die hebben getracht een dergelijkbeheer van de gegevens tot stand te brengen, werdenontslagen of ontslag hebben genomen als gevolg vanwat op mobbing leek.

Dat versterkt de noodzaak een nieuw agentschapop te richten, dat gebruik maakt van een certificerings-proces en wordt begeleid door een externe dienst die

S’il est clair pour les classes I que celles-ci ont tou-tes un service interne de contrôle, qu’elles sont ins-pectées par des OA agréés pour les classes I en lienavec contrôle de l’Agence suivi de près, et qu’ellesdisposent de techniciens aux qualifications adéquates,ce n’est pas le cas pour les autres classes.

Peu de classes II et III disposent d’un service decontrôle physique interne et de radiophysiciens. Seu-lement 15 sur les 500 classes II et 7500 classes 3 ontun Service interne de Contrôle Physique et ce, sanscompter les classes III non répertoriés. Le montantdes redevances non payées par les dentistes s’élève-rait encore à 70.0000 euros.

– Installer un système de suivi analytique permet-tant le relevé actualisé de manière permanente et auto-matique des exploitants, de leur conformité aux exi-gences de sécurité, du suivi du contrôle effectué etdes recommandations qui en résulte, du suivi des agré-ments et du paiement des redevances.

Mais nous ne pouvons nous satisfaire de ces propo-sitions insuffisantes.

– Une telle comptabilité analytique aurait du existerdès la création de l’agence. Elle est promise et de-mandé par le CA depuis 2003. D’après les auditions,un système ERP (base de données comprenant lacomptabilité de l’Agence) serait en cours d’élaborationet permettrait des progrès substantiels dans la factu-ration et le suivi des redevables. D’après des informa-tions récentes venant de l’agence, ce système serait ànouveau abandonné.

Nous ne pouvons donc nous satisfaire des promes-ses et engagements du CA ni de la direction de l’agence.Nous devons en outre nous méfier du risque que deslobby de la programmation informatique ne s’accaparela maîtrise de l’outil comme ils l’ont fait pour Telerad,vu l’incapacité de l’agence à résoudre mettre en placeun tel outil.

Les auditions nous ont également appris que lesmembres du personnel qui ont essayé de mettre enplace une telle gestion des données se sont fait ren-voyés ou ont démissionnés suite à ce qui devait res-sembler à du harcèlement moral.

Ceci renforce la nécessité de recréer une nouvelleagence et que celle-ci se construise via un processusde certification accompagné par un service extérieur

Page 110: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

110 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

bevoegd is inzake organisatorisch beheer en niet innucleaire aangelegenheden.

– De rangschikking van de instellingen moet uiter-aard worden bijgesteld, teneinde beter aan te sluitenbij de realiteiten en de controlecapaciteiten van de ex-ploitanten. Er zullen wellicht meer categorieën moetenzijn. De vereisten inzake interne controle en die metbetrekking tot de externe controles die er door de erken-de instellingen moeten worden uitgevoerd, zullen nauw-keuriger moeten zijn, naargelang de categorieën.

Maar het overzicht van de bestaande exploitantenmoet echter eerst worden verbeterd via een samen-werking met het RIZIV voor de ziekenhuizen, de art-sen en de tandartsen, en met het FAVV voor de dieren-artsen. De blootstelling van patiënten aan stralingenwordt immers geregeld aan de kaak gesteld als gevolgvan het gebrek aan controle op de kwaliteit van deinstrumenten en van de werking ervan, en niet alleendoor het tekort aan stralingsfysici.

– Idealiter zou een erkende instelling niet als consul-tant mogen werken met een exploitant die ze contro-leert, maar de nucleaire sector in België is te klein endaarom moeten naast de verdeling van de toegestanetaken gedragsregels worden bepaald.

Als een nieuw agentschap correct zal functionerenop grond van de onderstaande voorstellen, zal het moe-ten zorgen voor een dienst voor raad en opleiding tenbehoeve van alle exploitanten. Die dienst zal toegan-kelijk moeten zijn, ook voor de kleinste dierenarts.

3. De werking en de organisatie van het Agentschapgrondig herzien

3.1. Een nieuw Agentschap, geen vernieuwd Agent-schap

Zoals wij in het eerste deel van onze aanbevelingenhebben aangegeven, moet met alle actoren een nieuwproject worden uitgewerkt op grond van gemeenschap-pelijke doelstellingen.

Een en ander moet tot stand komen door een certifi-ceringsproces te implementeren. Dat proces moet op-leiding, werkmethodes en management omvatten, als-mede organisatie van de betrekkingen, betrokkenheidvan de werknemers en valorisatie van hun bekwaam-heden, duidelijkheid van de rollen en de taken van deverschillende organen, rondzending van de informatieen verbetering van de relaties met de externe actorenen de medewerkers. Dat is de oplossing die de NIRASheeft gekozen. Die instelling functioneert goed, maarde directeur ervan is dan ook een heel bekwaam ie-mand en de NIRAS heeft niet te kampen met het pas-sief van de slechte werking van het Agentschap.

compétent dans la gestion organisationnelle et non dansle nucléaire.

– Concernant la classification des établissements.Evidemment, La classification des établissements doitêtre revue pour correspondre mieux aux réalités et ca-pacités de contrôle des exploitants. Les catégories de-vront sans doute être plus nombreuses. Les exigencesde contrôle interne ainsi que celles relatives aux con-trôles externes à y effectuer via les OA devront êtreplus précises en fonction des catégories.

Mais, au préalable, une amélioration du relevé desexploitants existants est à concrétiser via une collabo-ration avec l’INAMI pour les hôpitaux, médecins et den-tiste et l’AFSCA pour les vétérinaires. Les expositionsaux radiations de la part des patients sont en effet ré-gulièrement dénoncées par manque de contrôle de laqualité des instruments, de leur fonctionnement et passeulement par manque de radiophysiciens.

– Il faudrait idéalement qu’un OA ne puisse travaillercomme consultant avec un exploitant qu’il contrôle maisle milieu nucléaire étant trop restreint en Belgique, desrègles déontologiques sont à définir au-delà de la ré-partition des tâches autorisées.

Lorsqu’une nouvelle agence fonctionnera correcte-ment sur base des propositions qui vont suivre, unservice de conseil et formation devra être assuré parl’agence à destination de tous les exploitants et ce demanière accessible, y compris pour le plus petit desvétérinaires.

3. Revoir entièrement le fonctionnement et l’organi-sation de l’agence

3.1. Une nouvelle agence et non une agence rema-niée

Nous l’avons développé dans la première partie denos recommandations, il faut recréer un nouveau pro-jet qui rassemble l’ensemble des acteurs autour d’ob-jectifs partagés.

Ceci doit se construire en implémentant un proces-sus de certification qui implique formation, méthodesde travail et de management, organisation des rela-tions, implication des travailleurs et valorisation de leurscompétences, clarté des rôles et missions des diffé-rents organes, circulation de l’information et améliora-tion des relations avec les acteurs externes et collabo-rateurs. L’ONDRAF a choisi cette voie et fonctionnebien mais son directeur est aussi une personne degrande qualité et l’ONDRAF ne «bénéficie pas du pas-sif de dysfonctionnement de l’agence».

Page 111: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

1113089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

Die oplossing, in samenwerking met een externedienst voor begeleiding en certificering, lijkt nietteminde enig verdedigbare. Er moet worden verhinderd dathet Agentschap in een gesloten kring werkt.

3.2. Een andere organisatie van de departementenvan het Agentschap

Het Agentschap bestaat uit twee departementen,overkoepeld door een algemeen secretariaat.

– «Regelgeving en Vergunningen»: er is nog altijdgeen computerbestand met de klanten van het Agent-schap. Het bestand met de vergunningen betreffendeinstallaties en personen door wie ze worden gebruikt,dat wil zeggen het repertorium, moet dubbel zijn enwordt niet bijgewerkt. Het lijkt onmogelijk te waarbor-gen welke vergunning voor een persoon overeenstemtmet deze of gene vergunning voor een installatie in deklassen III. Dat gaat echter om de medische sector enhet betreft dus de gezondheid van de patiënten en vande betrokken werknemers;

– «Toezicht en Controle»: hoe kan men toezicht hou-den op installaties en gebruikers en ze controleren alsmen niet over volledige repertoria beschikt?

Er bestonden ernstige communicatieproblemen tus-sen de diverse departementen, maar dat lijkt stilaanopgelost te raken sinds de verandering van de directievan het Agentschap. Het blijkt niettemin noodzakelijkde organisatie van de departementen bij te sturen.

De nieuwe directeur-generaal stelt een opdeling in 5departementen voor, die allemaal een dimensie regle-mentering, vergunning en controle zouden hebben.

Die oplossing ziet er interessant uit maar ze moetworden geïntegreerd in het meer algemene project vande oprichting van een nieuw Agentschap.

Wij komen dus steeds uit op dezelfde vaststellingenen dezelfde noodzaak met nieuwe krijtlijnen te werken,alsook alle reeds gedane voorstellen als een geheel tebundelen. Iedere andere oplossing zal van bij het be-gin scheeflopen.

Niettemin moeten daar nog nieuwe voorstellen wor-den aan toegevoegd:

– het koninklijk besluit van 20 juli 2001 (hoofdstuk6) inzake de vergunning voor de installaties en de ge-bruikers van medisch materieel zou niet duidelijk ge-noeg zijn en zou uiteenlopende behandelingen van devergunningsaanvragen mogelijk maken. Een en andermoet worden verduidelijkt;

– er moet worden gezorgd voor een toerbeurt in hetpersoneel van het Agentschap tussen de verschillendedepartementen om te verhinderen dat sociale en affec-tieve relaties tot stand komen, of dat het personeel dat

Néanmoins cette piste installée en collaboration avecun service externe d’accompagnement de certificationsemble la seule solution à défendre. Il faut empêcherl’Agence de fonctionner en cercle fermé.

3. 2. Une autre organisation des départements del’agence.

L’agence est organisée en deux départements cha-peautés par un secrétariat général.

– Réglementation et autorisation: un fichier informa-tique des clients de l’Agence n’existe toujours pas. Lesautorisations concernant des installations et des per-sonnes utilisant ces installations, soit le répertoire, doitêtre double et n’est pas tenu à jour. Il semble qu’il soitimpossible de garantir quelle autorisation de personnecoïncide avec telle autorisation d’installation dans lesclasses III. Or on touche là le secteur médical et doncla santé des patients et des travailleurs concernés.

– Contrôle et surveillance: comment surveiller etcontrôler des installations et des utilisateurs sans dis-poser de répertoires complets???

Des problèmes graves de communication entre lesdifférents départements existaient mais cela semblese résoudre depuis le changement de direction del’Agence. Néanmoins, il apparaît nécessaire de revoirl’organisation des départements.

Le nouveau DG propose une division en 5 départe-ments qui contiendraient chacun la dimension régle-mentation, autorisation et contrôle.

Cette piste semble intéressante mais elle doit êtreintégrée dans le projet plus global de construction d’unenouvelle agence.

Nous en revenons donc toujours aux mêmes cons-tats et à la même nécessité de repartir sur de nouvel-les bases et de travailler de concert l’ensemble despropositions déjà répertoriées. Toute autre piste seraitbiaisée dès le départ.

Il faut néanmoins y ajouter de nouvelles proposi-tions encore:

– l’AR du 20 juillet 2001 (chapitre 6) d’autorisationpour les installations et utilisateurs de matériel médi-cal manquerait de clarté et permettrait des traitementsdifférenciés des demandes d’autorisation. Il est impé-ratif de clarifier;

– il faut organiser une rotation dans le personnel del’agence entre les différents départements afin d’éviterle développement de relations sociales et affectives oude perte de pouvoir entre le personnel qui doit

Page 112: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

112 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

moet controleren en dus aan de gecontroleerde perso-nen sancties kan opleggen aan macht verliest.

3.3. Een doorlichting van TELERAD, teneinde hetnetwerk om te vormen tot een performant instrumenttot bescherming van de bevolking

TELERAD is een netwerk dat bedoeld is voor hetmeten en opsporen van stralingsproblemen op onsgrondgebied. Allereerst een aantal schrijnende vast-stellingen: de slechte werking van het Agentschap, degreep van externe telecommunicatiemaatschappijen ophet beheer van het netwerk en de daaruit voortvloeiendeonmacht van het Agentschap om de voor zijn opdrach-ten vereiste waakzaamheid aan de dag te leggen, als-ook de onbekwaamheid van de directieleden en de raadvan bestuur als het erop aankomt een performant in-strument uit te bouwen. Stuk voor stuk vaststellingendie hierna nog verder worden uitgediept en die nopentot een dringende politieke beslissing, te weten eenernstige geactualiseerde doorlichting, op verzoek vande regering en zodanig opgevat dat de resultaten er-van niet opnieuw worden verborgen gehouden of dood-gezwegen binnen het Agentschap.

Behalve een analyse van de performantie en van degreep op het instrument, moet die doorlichting ook eengrondige analyse bevatten van de straling waaraan debuurtbewoners van de installaties zijn blootgesteld. Eenmedisch onderdeel is onontbeerlijk.

Bovendien moet een antwoord worden gegeven opde volgende vragen:

– Is de software die voor de uitbouw van het controle-systeem door FABRICOM en zijn dochterondernemin-gen werd ontworpen, de eigendom van het Agentschapof van Fabricom?

– Wat stond er in de contracten tussen het Agent-schap en die economische actoren?

– Hoe zit dat vandaag? Wat met EPR of SLA? Klopthet dat men die systemen opnieuw laat vallen? Is hetAgentschap volledig vrij zijn eigen software te ontwik-kelen of is het opnieuw gebonden door een contractmet die telecommunicatieactoren, waarvan sommigevandaag deel uitmaken van Suez?

– Is iemand binnen het Agentschap bij machte hetsysteem te herstellen in geval van een defect?

– Waarom werd het Phenix-project niet voortgezet?Kan daarop een ander antwoord worden gegeven dan«we hebben voor iets anders gekozen»?

– Klopt het dat het Agentschap de stralingspercen-tages vanaf wanneer door de meetbakens alarm wordtgeslagen, heeft verhoogd omdat de vorige percenta-ges te vaak werden bereikt?

contrôler et qui est donc susceptible de sanctionner etles personnes soumises aux contrôles.

3. 3. Un audit de TELERAD pour en faire un outilperformant de protection de la population.

TELERAD est ce réseau sensé mesurer et détecterles problèmes de radiation sur notre territoire. Lesdysfonctionnements de l’agence, l’emprise de firmesextérieures de télécommunication sur la maîtrise del’outil et donc l’impuissance de l’agence à assurer lavigilance attendue de par ses missions, l’incapacitédes directions et du CA à créer un outil performant,tous ces constats accablants relatés dans les lignesqui suivent appellent une décision politique urgente: unaudit sérieux actualisé, demandé par le gouvernementde manière à ce que les résultats ne soient pas à nou-veau cachés ou tus au sein de l’agence.

Outre la performance et la maîtrise de l’outil, cetaudit devra intégrer dans son étude une analyse ap-profondie des expositions aux radiations des riverainsdes installations. Un volet médical est indispensable.

Il faut en outre des réponses aux questions suivan-tes:

– les logiciels des programmes conçus par Fabricomet ses filiales pour élaborer le système de surveillancesont-ils la propriété de l’agence ou de Fabricom?

– que contenaient les contrats entre l’agence et cesacteurs économiques?

– qu’en est-il aujourd’hui? Où en sont les outils EPRou SLA? Est-il vrai qu’ils sont abandonnés à nouveau?L’agence a-t-elle toute liberté de développer ses pro-pres logiciels ou est-elle à nouveau liée par un contratavec ces acteurs de la télécommunication dont cer-tains sont aujourd’hui partie de SUEZ?

– Si le système tombe en panne, y a-t-il quelqu’unau sein de l’agence capable de le réparer? Qui?

– Pourquoi avoir abandonné la piste Phoenix? Peut-on répondre à cette question autrement que par «nousavons choisi une autre option?

– Est-il vrai que l’agence a relevé le taux de radia-tions à partir duquel les balises signalent un problèmecar les taux antérieurs étaient trop souvent atteints?

Page 113: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

1133089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

– Wat betekenen precies de op de website van hetFANC bekendgemaakte gegevens die afkomstig zijnvan de meetbakens? Is de toelichting bij de gesigna-leerde overschrijdingen en problemen gebaseerd op eensystematische verificatie de visu of gaat het om auto-matische boodschappen? Is het mogelijk zich ervan tevergewissen dat ter plaatse verificaties worden uitge-voerd?

Waarom dit catastrofescenario?

In februari 2000 bleek duidelijk dat het gebruikte sys-teem er niet in slaagde de stralingsbronnen te detecte-ren. Vandaar dat een doorlichting plaatsvond, waaropin december 2000 de regering besliste dat het Agent-schap voortaan zou zorgen voor het beheer en de ex-ploitatie van het netwerk. Vanaf dan viel TELERAD dusonder het departement Controle en Toezicht.

90% van het netwerk berust op een informatica- entelecommunicatienetwerk; de rest bestaat uit appara-tuur om de radioactiviteit te meten (de bakens).

Het onderhoud van de bakens gebeurt door een ex-terne partner, met name BAI, dat in 1991 de softwarevoor die bakens had ontwikkeld.

Eigenlijk werd het netwerk uitgebouwd door FABRI-COM, dat het werk dus heeft uitbesteed aan BAI. Kost-prijs: 800 miljoen euro en 200 miljoen euro voor hetjaarlijks onderhoud.

Volgens de vertegenwoordigers van de raad vanbestuur en de huidige directie werd heel wat geïnves-teerd om het TELERAD-systeem te verbeteren. Ze ga-ven onlangs ook nog aan dat de raad van bestuur, opinitiatief van de minister, een Service Level Agreement(SLA) heeft goedgekeurd, te weten een akkoord overde kwaliteit van de diensten. Aldus konden performantie-indicatoren worden ontwikkeld, normen vastgesteld eneen rapporteringsysteem (maandelijks, driemaandelijksen jaarlijks) uitgewerkt.

Zij stelden dat de verantwoordelijkheid voor de in2000 vastgestelde problemen bij TELERAD volledig toete schrijven zijn aan FABRICOM, de privéondernemingdie het netwerk moest uitbouwen. Het Agentschap zouterzake geen verantwoordelijkheid dragen.

Voorts toonden die personen zich tevreden over hetingevoerde rapporteringsysteem. Zij verklaarden bo-vendien dat zij de minister bij de invoering van het SLA-systeem hebben bevestigd dat het de raad van bestuurtoekomt de juistheid te garanderen van de in deperformantierapporten opgenomen informatie.

Er werd geïnvesteerd in informatica en telecommuni-catie, opdat de informatie van de meetpunten, met in-begrip van de automatische doorsturing van de alar-men, automatisch zou worden geregistreerd in hetfederaal rekencentrum van het Agentschap.

– Que représentent réellement les données relati-ves aux balises publiées sur le site? Les textes expli-catifs des dépassements et problèmes signalés résul-tent-ils d’une vérification de visu systématique ou sont-ils des messages automatiques? A-t-on la possibilitéde s’assurer qu’une vérification sur place a lieu?

Pourquoi cette approche catastrophique?

En février 2000, l’incapacité de ce système à détec-ter des sources de radiation est mise en évidence, d’oùun audit et en décembre 2000, le Gouvernement dé-cide que l’agence sera désormais responsable de lagestion et de l’exploitation du réseau. TELERAD relèvedès lors du département le contrôle et la surveillance.

90% du réseau repose sur un réseau informatiqueet de télécommunication, le reste consiste en appa-reillage de mesure de radioactivité (les balises).

L’entretien des balises est effectué par la firme ex-terne BAI qui avait conçu le software des balises en91.

Le réseau a été élaboré en 91 par FABRICOM qui adonc sous traité le système des balises à BAI. Coût:800 millions et 200 millions par an pour les entretiensannuels.

D’après les représentants du CA et de la directionactuelle, il est dit que plusieurs investissements ontété consentis afin d’améliorer le système TELERAD etque dernièrement, à l’initiative du ministre, le CA a ap-prouvé un Service Level Agreement (SLA), c’est-à-direun accord sur la qualité des services via lequel desindicateurs de performance ont été développés, desnormes définies et un système de rapportage (men-suel, trimestriel et annuel) a été mis sur pied.

Leur analyse des problèmes rencontrés parTELERAD en 2000 incombe entièrement selon eux àFABRICOM, société privée chargée de s’en occuper,l’agence n’a aucune responsabilité.

Ils se disent satisfait du système de rapportage misen place et signalent qu’ils ont d’ailleurs confirmé auMinistre lors de la mise en place du SLA que le CAétait responsable pour la garantie de l’intégrité de l’in-formation contenue dans les rapports de performance.

Des investissements en informatique et télécommu-nication ont été consentis afin que les informations etpoints de mesure réalisés, dont la transmission auto-matique des alarmes, soient automatiquement enre-gistrés au centre fédéral de calcul de l’Agence.

Page 114: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

114 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

Een ander geluid komt echter van de werknemersdie hebben gepoogd TELERAD te beheren. Zij vertel-den ons niet alleen dat de in de rapporten vermeldeinformatie onbetrouwbaar is, maar – erger nog – dat desoftware voor het TELERAD-systeem speciaal doorFABRICOM voor het Agentschap werd ontwikkeld, zon-der dat het FANC er echter een handleiding bij kreegom die software en de werking ervan te doorgronden.Het was dus onmogelijk elementen in de programma’sbij te sturen. Idem wat de software in de meetbakensbetreft. Mochten die niet naar behoren werken, staathet volgens de betrokkenen haast vast dat het Agent-schap weinig anders kan doen dan BAI in te schakelenom de nodige correcties uit te voeren.

TELERAD werd ontwikkeld in de nasleep van deramp in Tsjernobyl, om grote stralingsdoses tedetecteren. Toch is het niet eens zeker dat het sys-teem in staat is kleinere incidenten op te sporen, bij-voorbeeld in Fleurus of Tihange.

Volgens voormelde getuigenissen woog FABRICOMte zwaar door in de beslissingen, ook al omdat hetvolledig greep had op het informaticasysteem.

De door FABRICOM gevraagde honoraria zijn bui-tensporig en onverantwoord, terwijl het Agentschap zelfzou kunnen zorgen voor het informaticabeheer en hetonderhoud van de meetbakens, uiteraard op voor-waarde dat het over daartoe goed opgeleid personeelbeschikt.

Het Agentschap kan op geen enkele wijze het werkvan FABRICOM controleren.

Er zijn geen garanties dat de meetbakens allemaalgoed werken mochten zich problemen voordoen en,vooral, mochten meerdere bakens tegelijkertijd inci-denten registreren.

Een door PWC uitgevoerde externe doorlichting uit2001 heeft al die knelpunten aan het licht gebracht.

In 2002 werden er heel wat personele en financiëlemiddelen gepompt in de uitbouw van een netwerk datdoor het Agentschap zou worden beheerd en bediend,ter vervanging van het hermetische systeem vanFABRICOM. Dat nieuwe systeem werd Phenix ge-noemd.

Uiteraard kostte de uitbouw ervan veel minder dande gevraagde honoraria.

Phenix bevatte een EPR-systeem dat het mogelijkmaakte problemen via een standaardprocedure op telossen, de procedures voor de controle van de meet-bakens te automatiseren en het boekhoudkundig be-heer van het Agentschap te verbeteren.

Eind 2003 braken de raad van bestuur en de directiehet Phenix-project echter af.

Het door het onderaannemingsbedrijf Dornier uitge-werkte spreidingsmodel zou al evenmin ooit hebbengewerkt. Het werd bij de overgang naar het jaar 2000uit dienst genomen, omdat het niet gegarandeerd

D’autres versions nous parviennent de travailleursayant essayé de gérer TELERAD. Ceux-ci nous disentque les informations transmises dans les rapports nesont pas fiables mais, plus grave encore: le logiciel duréseau TELERAD a été conçu par FABRICOM tout spé-cialement pour l’Agence mais aucun mode d’emploi n’aété livré à l’Agence pour lui permettre de comprendrele logiciel et son fonctionnement: impossible donc demodifier des éléments dans les programmes. Idem pourle logiciel interne des balises. En cas d’anomalie dansle fonctionnement des balises, il est probable seloneux, que l’Agence ne pourra rien faire, à moins de de-mander à BAI de procéder à la correction.

TELERAD a été conçu pour détecter des radiationsimportantes suite à l’accident de Tchernobyl mais nousn’avons aucune garantie sur le fait qu’il peut mesurerdes incidents de moindre ampleur, à Fleurus ou àTihange par exemples.

D’après ces témoignages FABRICOM avait, a unpouvoir de décision trop important aggravé par sa maî-trise monopolistique du système informatique.

Les honoraires sont disproportionnés et non justi-fiés, alors que l’Agence pourrait elle-même assurer lagestion informatique et l’entretien des balises, à condi-tion évidemment d’avoir le personnel bien formé.

Aucun contrôle du travail de FABRICOM n’est pos-sible de la part de l’Agence.

Il n’existe aucune garantie que les balises fonction-nent bien toutes en cas de problème et, surtout, encas d’incidents simultanément enregistrés par plusieursbalises.

Un audit externe réalisé par PWC mettait tous ceséléments en évidence en 2001.

En 2002, des moyens humains et financiers ont étéinvestis pour élaborer un réseau qui soit géré et maî-trisé par l’Agence, au lieu du système hermétique deFABRICOM. Ce système a été baptisé Phoenix.

Son coût était évidemment nettement inférieur auxhonoraires demandés.

Il comportait un EPR permettant la résolution desproblèmes de manière standardisée, l’automatisationdes procédures de contrôle des balises et l’améliora-tion de la gestion comptable de l’agence.

Mais fin 2003, Phoenix est abandonné par le CA etla direction.

Le modèle de dispersion réalisé par la société soustraitante Dornier n’aurait jamais fonctionné non plus. Ila été désactive au passage à l’an 2000, car le sys-tème ne garantissait pas la résistance au bug et,

Page 115: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

1153089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

depuis, le choix d’un nouveau modèle serait toujoursen cours.

Il semble que ce qui permet aujourd’hui à Telerad defonctionner mieux, même si ce n’est pas toujours suf-fisamment fiable, soit dû à un système alternatif misen place par quelques informaticiens de l’Agence. Celapermet d’interroger les balises par voie détournée sansl’accord de FABRICOM.

Quant à la publication des mesures sur internet: ilne s’agirait que d’une impression de transparence etnon d’une réelle transparence.

L’EPR était indispensable pour détecter les dysfonc-tionnements des balises or il n’a pas été mis en œuvre.Les résultats mis sur le site ne sont donc pas certifiés.Un système de programmation conçu à l’interne auraitpermis d’expliquer les causes des alarmes depuis 2003mais il n’a été exploité qu’à partir de 2005.

Les textes explicatifs publiés lors des dépassementsde normes seraient néanmoins des messages auto-matiques sans validation de visu.

Il semblerait que l’incident de Fleurus, où la causeprobable mentionnée était «problème technique de labalise», ait amené à des améliorations.

Malgré l’audit externe réalisé par PWC après la miseen évidence du non fonctionnement des balises en 2000,qui recommandait un système de contrôle externe,l’Agence a opté pour un contrôle interne. Les résultatsdes balises étant mauvais et trop de balises dysfonc-tionnant, il aurait été décidé de ne plus tenir compte decertaines alarmes, ceci permettant d’atteindre les ob-jectifs de performance fixés.

Il faut une évaluation transparente du système, uneconnaissance du contrat FABRICOM et de ses soustraitants, il faut une maîtrise par l’Agence de son outil.Nous n’avons pas eu d’argument autre que «nous avonschoisi une autre option», pour expliquer le refus de pour-suivre Phoenix, et nous n’avons eu aucune explicationsatisfaisante sur ce qui a été choisi.

L’approfondissement de ceci doit permettre, soit derompre les relations avec FABRICOM en faveur d’unemaîtrise de l’outil par l’Agence, soit de modifier lestermes du contrat et d’en revoir le coût.

bugbestendig zou zijn geweest. Sindsdien is het nogsteeds wachten op de keuze voor een nieuw systeem.

Als TELERAD vandaag beter (zij het nog niet altijdvoldoende betrouwbaar) functioneert, dan komt datkennelijk doordat een aantal informatici van het Agent-schap een alternatief systeem hebben uitgedacht,waardoor via een omweg informatie van de meetbakenskan worden opgevraagd, buiten de toestemming vanFABRICOM om.

De publicatie van de meetresultaten op het internetzou er dan weer veeleer op gericht zijn een indruk vantransparantie te wekken, dan voor échte transparantiete zorgen.

Het EPR-systeem was onontbeerlijk om slecht func-tionerende meetbakens te detecteren, maar het werdniet in werking gesteld. De informatie op de website isdus niet gecertificeerd. Intern ontwikkelde software zouer sinds 2003 toe hebben kunnen leiden dat men teweten kwam waarom er soms alarmwaarden werdengemeld, maar die software werd pas vanaf 2005 in ge-bruik genomen.

De uitleg die werd gegeven bij overschrijdingen vande stralingsnormen zouden echter niet meer dan auto-matische boodschappen zijn geweest, die niet de visuzouden zijn gevalideerd.

Kennelijk heeft het incident in Fleurus, waarbij werdvermeld dat het wellicht te wijten was aan een tech-nisch defect aan het meetbaken, tot verbeteringen aan-leiding gegeven.

Nadat in 2000 bleek dat de meetbakens niet functio-neerden, voerde PWC een doorlichting uit en kwam totde bevinding kwam dat het systeem extern moest wor-den gecontroleerd. Toch heeft het Agentschap geko-zen voor een interne controle. Aangezien de meet-resultaten van de bakens slecht waren en te veelbakens niet naar behoren functioneerden, zou zijn be-slist vanaf dan bepaalde alarmsignalen te negeren,waardoor de vooropgezette performantiedoelstellingenkonden worden gehaald.

Er is nood aan een transparante evaluatie van hetsysteem, met inzage van het contract met FABRICOMen zijn onderaannemers. Voorts moet het Agentschapzelf zijn instrumenten kunnen beheren. Op de vraagwaarom het Phenixproject werd stopgezet, kregen wijenkel te horen dat het Agentschap «voor iets andershad gekozen». Bovendien hebben wij voor die anderekeuze geen enkele bevredigende uitleg gekregen.

Dit aspect moet worden uitgespit, wat moet leidentot, hetzij een verbreking van de samenwerking metFABRICOM ten voordele van een beheer van het sys-teem door het Agentschap zelf, hetzij een aanpassingvan de contractuele voorwaarden en de kostprijs vandie samenwerking.

Page 116: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

116 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

Il faut un système fiable permettant de suivre le fonc-tionnement des balises, de certifier leurs résultats, deles dispatcher et de les expliquer.

3.4. Oser une gestion financière de l’Agence.

Tout est à revoir dans la gestion annuelle et sonsuivi. Des réserves énormes ont été constituées grâceà l’inertie de l’agence. Elles doivent être investies dansdes projets de recherche à long terme utiles à l’amé-lioration de la sécurité et devront également servir à lacréation de la nouvelle agence qu’il nous faut mettreen place. Une comptabilité analytique et une systèmed’évaluation et de suivi permanent et automatique doi-vent faire partie de cette rénovation.

– Les réserves financières de l’Agence et leur utili-sation.

La loi de 1994 prévoyait l’existence d’une AFCN. C’estseulement en 1998 qu’elle est créée et en 2001 qu’elleest réellement mise en place pour fonctionner.

Son financement via les exploitants date de 98, unepart importante de ces financements constituent dèslors les réserves importantes- trop importantes – del’Agence: 33 millions euors en 2006. Sachant que lebudget de 2007 est de 18 millions, on se rend comptede l’importance des réserves.

La Cour des comptes, dans son rapport relatif à2003-2004, recommandait d’ailleurs un plan chiffré del’utilisation de ces réserves.

En réponse à cela, le président du comité d’auditnous a révélé que le CA avait demandé le 8 septem-bre 2005 à l’Agence d’identifier des projets d’utilisa-tion de ces réserves dans le but d’améliorer la protec-tion de la population, des travailleurs et de l’environ-nement contre les dangers des rayonnements ionisants.

C’est un minimum ! Et un minimum des budgets de-vrait être réservé et investi au plus vite les étudesrelatives à la sûreté et la sécurité pendant le démantè-lement des centrales nucléaires et la période de refroi-dissement avant le démantèlement, puisqu’il n’existeaucune expérience au monde.

– Gestion annuelleLe CA du 22 septembre 2006 a approuvé le budget

2007 qui inclut dans ses dépenses des projets relatifsà Telerad et à la dosimétrie. Enfin !!!

Er is nood aan een betrouwbaar systeem voor deopvolging van de werking van de meetbakens, waar-van de resultaten moeten worden gecertificeerd, ver-spreid en toegelicht.

3.4. Een financieel beheer van het Agentschap uit-bouwen

Het jaarbeheer van het Agentschap en de opvolgingdaarvan zijn aan een volledige ommezwaai toe. Dank-zij zijn inertie heeft het Agentschap enorme financiëlereserves opgebouwd. Die moeten nu worden geïnves-teerd in langetermijnonderzoeksprojecten ter verbete-ring van de veiligheid, alsook in de uitbouw van het«nieuwe» Agentschap. Die vernieuwing moet gepaardgaan met de invoering van een analytische boekhou-ding en een permanent en automatisch evaluatie- enopvolgingssysteem.

– De financiële reserves van het Agentschap en debesteding ervan.

De wet van 1994 behelsde de oprichting van het FANC.Pas in 1998 kwam het Agentschap er, en dan was hetnog wachten tot 2001 vooraleer het écht operationeelkon worden.

De financiering via de exploitanten ving aan in 1998en een aanzienlijk deel van dat geld zit nu in de grote –té grote – financiële reserves van het Agentschap: 33miljoen euro in 2006. Een enorm bedrag, als men be-denkt dat de begroting 2007 van het Agentschap 18miljoen euro bedraagt.

In zijn verslag 2003-2004 beval het Rekenhof overi-gens de opmaak aan van een planning (met cijfer-gegevens) voor de aanwending van die reserves.

Daarop zou, volgens de voorzitter van het audit-comité, de raad van bestuur op 8 september 2005 aanhet Agentschap hebben gevraagd welke projecten terbesteding van die reserves konden worden uitgewerktteneinde de bevolking, de werknemers en het milieubeter te beschermen tegen de gevaren van ioniserendestraling.

Dat is een minimum! En een minimum van die bud-getten zou moeten worden voorbehouden en zo spoe-dig mogelijk besteed aan studies inzake de veiligheidtijdens de ontmanteling van de kerncentrales en aande afkoelingsperiode vóór de ontmanteling; geen enkelland ter wereld heeft daar trouwens ervaring mee.

– JaarbeheerOp 22 september 2006 heeft de raad van bestuur

van het Agentschap eindelijk de begroting 2007 goed-gekeurd, met daarin uitgaven voor de projecten betref-fende TELERAD en de dosismeters.

Page 117: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

1173089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

L’Agence est soumise aux règles du code des so-ciétés et les comptes sont vérifiés par un réviseur d’en-treprises agréé.

Les recettes annuelles via les redevances payéespar les exploitants sont de 16 millions d’euros sur les18 millions de budget annuel. Electrabel assure à luitout seul des recettes de 12 millions.

Un système ERP (base de données comprenant lacomptabilité de l’Agence) serait en cours d’élaborationet permettrait des progrès substantiels dans la factu-ration et le suivi des redevables. C’est évidemmentnécessaire, vu que le répertoire des installations etutilisateurs de ces installations de type III reste tou-jours incomplet et qu’il est impossible d’assurer unpaiement régulier des redevances. Rien que pour lesdentistes, on parle de 70.000 euros impayés, mais ilest souvent impossible de savoir qui doit combien etpourquoi. (cfr relations OA – Agence).

Ce projet aurait à nouveau été abandonné selon dif-férentes sources.

Ceci ne fait que conforter nos propositions radicalesexpliquées dans les différents paragraphes de cettenote.

4. Mettre la protection des travailleurs au centre despréoccupations

Il ne s’agit pas seulement des travailleurs dans lescentrales nucléaires. Il s’agit de tous les travailleursqui risquent ou qui sont exposés à des radiations et quisont entièrement dépendants de la qualité des systè-mes de protection, détection et suivi. Aux centraless’ajoutent les centres de recherche, les centres de trai-tement et de conservation des déchets mais aussi lestravailleurs vétérinaires, médecins, infirmiers travaillantdans les services de radiologie et de traitement viaradiations.

Or des inquiétudes sérieuses résultent des incidentset accidents récents ainsi que des auditions du groupede travail parlementaire et des réponses aux questionsparlementaires posées sur le sujet.

Des mesures urgentes doivent être prises:

– les mesures des radiations doivent s’accompa-gner de seuils d’exposition justifiés, connus et vérifia-bles à tout moment.

– les dosimètres doivent donner en permanence auxtravailleurs les taux d’exposition aux radiations dans

Het Agentschap moet zich houden aan de voorschrif-ten van het Wetboek van vennootschappen en de re-keningen worden onderzocht door een erkend bedrijfs-revisor.

De jaarlijkse ontvangsten via retributies van de ex-ploitanten zijn goed voor 16 miljoen euro van de 18miljoen euro die in de FANC-jaarbegroting zijn inge-schreven. Electrabel alleen al betaalt daar 12 miljoeneuro van.

Momenteel zou worden gewerkt aan een ERP-sys-teem (gegevensbank met daarin de boekhouding vanhet Agentschap). Aldus zou het mogelijk worden sub-stantiële vooruitgang te boeken bij de facturatie en deopvolging van de retributieplichtigen. Dat is uiteraardnoodzakelijk, aangezien het repertorium van het aan-tal installaties van klasse III, alsook van de gebruikerservan, nog altijd onvolledig is. Daardoor kunnen deretributies nog steeds niet op geregelde basis wordengeïnd. Alleen al voor de tandartsen zou het gaan omeen verschuldigd bedrag van 70.000 euro. Vaak is hetechter onmogelijk na te gaan wie hoeveel moet betalenen waarom (zie de betrekkingen tussen de erkendeinstellingen en het Agentschap).

Volgens verschillende bronnen zou dit project ech-ter opnieuw zijn stopgezet.

Dat alles onderbouwt alleen maar de radicale voor-stellen die wij in de diverse onderdelen van deze tekstnaar voren schuiven.

4. Prioritaire aandacht voor de veiligheid van de werk-nemers

Het gaat niet alleen om de werknemers van de kern-centrales, maar die van alle werknemers die aan stra-ling zijn blootgesteld of dat dreigen te zijn, en die volle-dig afhangen van de kwaliteit van de beschermings-,detectie- en opvolgingssystemen. Behalve de kerncen-trales betreft het hier ook de onderzoekcentra, de cen-tra voor de verwerking en berging van afval, evenalsde dierenartsen, de artsen en de verpleegkundigen diewerken in radiologische diensten en in diensten waarbehandelingen via straling worden toegediend.

Er is namelijk grote ongerustheid gerezen na eenaantal recente incidenten en ongevallen, alsook inge-volge de hoorzittingen die de parlementaire werkgroepterzake heeft gehouden en de antwoorden die de par-lementsleden op hun vragen hebben gekregen.

De volgende maatregelen moeten dringend wordengenomen:

– de stralingsmeting moet geschieden rekening hou-dend met verantwoorde, bekende en permanentverifieerbare stralingsdrempels;

– de dosismeters moeten de werknemers perma-nent informatie geven over de straling waaraan zij

Page 118: 3089/001DOC 51 3089/001 3 KAMER 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE 2007 CHAMBRE2006 5e SESSION DE LA 51e LÉGISLATUREDames en Heren, Uw commissie heeft het …

118 3089/001DOC 51

C H A M B R E 5e S E S S I O N D E L A 5 1e L É G I S L A T U R EK A M E R 5e Z I T T I N G VA N D E 5 1e Z I T T I N G S P E R I O D E 2006 2007

lesquels ils se trouvent. Il faut donc remplacer ceuxqui sont utilisés et agréer des dosimètres «actifs».

– un suivi médical à vie doit être accordé et réaliséfinement vis-à-vis de tous les travailleurs exposés ré-gulièrement aux radiations.

blootstaan. De thans gebruikte dosismeters moeten dusworden vervangen door erkende «actieve» dosis-meters;

– alle werknemers die geregeld aan straling wordenblootgesteld, moeten levenslang recht hebben omnauwgezet medisch te worden gevolgd.

Centrale drukkerij – Deze publicatie wordt uitsluitend gedrukt op volledig gerecycleerd papierImprimerie centrale – Cette publication est imprimée exclusivement sur du papier entièrement recyclé