Embed Size (px)
Citation preview
1
PU
BL
ICA
TIO
N T
RIM
ES
TR
IEL
LE
-
DR
IEM
AA
ND
EL
IJK
SE
UIT
GA
VE
Vera
ntw.
uitg
ever
/ Ed
it. re
sp. :
Did
ier W
aelke
ns /
KIT
# 19
8
2e Trim
. 202
0 - A
fgift
e ka
ntoo
r / B
urea
u de
dép
ôt :
1850
Grim
berg
en -
No A
gr. P
8011
75
No 1 98
Pour des maquettistes, par des maquettistes Voor modelbouwers, door modelbouwers
IPMS - International Plastic Modellers’ Society
www.ipms.be
M a g a z i n e
Apollo 11Command & Service Module with Lunar Module
Mirage 5BAYellow BA 21
Chibi Hetzer
Grob - ASTIRFord Zakspeed
14
24
22
36
ISSN 1780-9754
3
Organe d’Administration - Bestuursorgaan
Président d’Honneur - Erevoorzitter Didier Waelkens [email protected]
Président National - Nationaal VoorzitterWebmaster Erwin Heylens De Kavee 3, 1790 Affligem M: 0475 75 04 54 • [email protected]
Secrétaire - Secretaris Patrice Dechamps Rue Flanière 140, 6043 Ransart M. 0477-47 69 51 • [email protected]
Trésorier - Schatbewaarder Gestion des membres - Ledenbeheer Christian Perbal Rue des Peupliers 7, 6700 Arlon T. 063-22 26 70 M. 0478-42 21 81 • [email protected]
Foreign Liaison Filip Fraeyman Sint Janstraat 4, 8650 Moorsele T. 056-40 06 30 • [email protected]
Administrateurs - Bestuurders Sean Heylens Dominique Jadoul
Coordination - Coördinatie National Convention Erwin Heylens • [email protected] Michel Pourbaix • [email protected]
Service Documentation BIBLIOKIT (publications IPMS étrangères)
Documentatiedienst BIBLIOKIT (Buitenlandse IPMS publicaties) Bernard Maitrejean Rue des Magnolias 4, 6030 Goutroux [email protected]
Make & Take Marc Deboeck T. 02-253 18 52
www.ipms.be www.plasticandsteel.be
rédaction KIT redactie
Rédacteur en Chef - Hoofdredacteur a.i. Didier Waelkens / [email protected]
Artwork Bob Block
Cartoons Patrick Laurensis
Design Thierry Van den Bogaert / www.graffi.be
5 IPMS News
14 Apollo 11 CSM & LM Part 1 Revell 1/48 Pieter Aerts
22 Chibi Hetzer Pz 38T Meng & RetroTracks Daniel Clamot
24 Mirage 5 BA21 Part 1 Mark I Models 1/144 Daniel Clamot
36 Ford Mustang Zakspeed Tamiya 1/24 Filip Tersago
42 Grob Astir KP Models 1/72 Bob Verhegghen
48 Douglas DC-6B & DC-7C(F) Philippe Lacrosse
52 1st Look : Submarines OKB Grigorov 1/700 Daniel Clamot
54 Bibliokit & Help
55 Agenda
International Plastic Modellers’ SocietyBelgian branch
Par des maquettistes, pour des maquettistesPublication trimestrielle distribuée gratuitement aux membres de l’IPMS BELGIUM a.s.b.l.
Door modelbouwers, voor modelbouwersDriemaandelijkse uitgave gratis verstrekt aan de leden van IPMS BELGIUM v.z.w.
Cotisation - Lidgeld - Membership Fee 2020
+ 18 ans/jaar 25 euro- 18 ans/jaar 18 euroEtranger - Buitenland - Foreign 33 euroFamille - Familie - Family 5 euro (par carte supplémentaire - per extra lidkaart - per additional membership card)
Compte - Rekening - AccountIBAN: BE58 2100 2513 5479 BIC: GEBABEBB IPMS Belgium - 1180 Brussel
ALL CONTENTS STRICTLY COPYRIGHTLa reproduction en tout ou en partie des articles, plans et photocopies publiés dans ce magazine est formellement interdite sans l’accord écrit des auteurs. Les articles de la revue paraissent - avec leurs lacunes ou leurs inexactitutes - sous la seule responabilité de leurs auteurs.Niets uit de inhoud van dit blad mag worden overgenomen in zijn geheel of gedeeltelijk, foto’s, tekeningen of artikels, zonder schriftelijke toestemming van de auteurs. De verantwoordelijkheid voor de teksten berust uitsluitend bij de auteurs.
asbl / vzw n° 412.392.926 - Siège social/Sociale zetel: Av. des Hospices 15, B-1180 Bruxelles/Brussel
Sommaire - Inhoud
No 198 Volume 51 n°2
I P M S N E WS
6
Ref. 9062
www.zvezda.org.ru
Ce sous-marin russe K-114 de la classe Delfin, code OTAN Delta IV, a été construit en 1987. Il mesure 167 m de long, soit environ 48 cm à l’échelle, et peut emporter jusqu’à 16 missiles balistiques. La maquette compte 130 pièces en plastique noir, ce qui n’est pas l’idéal lors de la construction pour voir les petits défauts et autres joints mal bouchés; il faudra inévitablement passer par une couche de primaire gris clair ou similaire. Mais ne soyons pas négativistes car la qualité que nous connaissons bien de Zvezda est au rendez-vous. Vu la longueur du sous-marin, quatre couples ont été prévus pour renforcer la coque. Vous pourrez choisir entre un sous-marin “tout fermé” en plongée ou une version “à quai” avec toutes les superstructures sur le kiosque et même deux silos ouverts, les deux missiles à y placer étant aussi fournis. Un pied en plastique gris clair permettra de bien présenter ce Tula une fois terminé. Les décals offrent bien sûr tout ce qu’il faut pour cette unique version.
Deze Russische onderzeeër K-114 uit de Delfinklasse, NAVO-code Delta IV, liep in 1987 van stapel. Hij is 167 meter lang, zo’n 48 centimeter op deze schaal, en kan tot zestien ballistische raketten meevoeren. Het model telt 130 onderdelen in zwart plastic, niet ideaal om tijdens het bouwen kleine gebreken en slechte afdichtingen op te merken. Je zult dus onvermijdelijk eerst een lichtgrijze of soortgelijke grondverf moeten aanbrengen. Laat ons echter niet kankeren, want de kwaliteit die we intussen verwachten van Zvezda is er. Wegens de lengte van dit model zijn er vier schotten voorzien waarmee je de romp binnenin versterkt. Je kunt kiezen tussen een onderzeeër ‘alles dicht’ bij het duiken of een versie ‘aan de kaai’ met alle delen op de
kiosk en zelfs twee raketsilo’s geopend, waarvoor trouwens twee raketten zijn voorzien. Met een voetstuk uit lichtgrijs plastic kun je het afgewerkte model fraai uitstallen. De transfers bieden uiteraard alles wat u nodig heeft voor deze unieke versie.
Cette nouvelle planche de décals de ce fabricant belge
permet de réaliser 4 véhicules blindés de la Brigade
Piron en 1944 : 2 Daimler Mk.1 AC, un Staghound et un
Dingo; une planche plus ancienne permet également la
réalisation d’une jeep, d’un M3A1 Scout Car, d’un Bedford
QLT et de deux Bren Carrier de la même unité.
Les décals sont d’excellente qualité et ont cette
particularité que le blanc est imprimé en dernier lieu ;
de ce fait, certaines décals doivent être retournées avant
de les placer (il est donc normal qu’elles paraissent un
peu floues sur la planche). D’après les initiés, les
marquages semblent tout à fait exacts.
Notez que Braille Strike édite de nouvelles planches
avec une régularité de métronome ; plus d’infos sur
www.braillestrike.com.
Dit nieuwe decalvel van deze Belgische fabrikant laat
ons toe vier pantservoertuigen van de Brigade Piron te
bouwen uit 1944: twee Daimler Mk.1 AC,
een Staghound en een Dingo; een eerder vel liet toe een
Jeep, M3A1 Scout Car, Bedford QLT en twee Bren Carrier
te bouwen van dezelfde eenheid.
De decals zijn van zeer hoge kwaliteit en hebben de
bijzonderheid dat het wit als laatste wordt gedrukt, waardoor
je sommige decals moet omdraaien bij het plaatsen (en ze
op het vel zelf wat wazig lijken). Volgens ingewijden zijn de
markeringen overigens accuraat. Noteer dat Braille Strike
met de regelmaat van de klok nieuwe vellen uitbrengt;
meer info op www.braillestrike.com.
Brigade Piron (2)Braille Strike decals, Ref. 72042
Russian Nuclear Ballistic Submarine “Tula”
1/72
1/350
14
Le vol d’Apollo 11 est encore à ce jour l’un des événements les plus marquants de la conquête spatiale et il m’a toujours fasciné. À l’occasion du cinquantième anniversaire des premiers pas sur la Lune, j’ai décidé d’ajouter à ma collection la représentation d’une des phases de ce vol mémorable. Le modèle prévu, au 1/48, se compose du module de commande et de service (CSM, capsule) et du module lunaire (LM, module d’alunissage) pendant le voyage de trois jours vers la Lune.Tout d’abord, il a fallu trouver un kit approprié pour réaliser ce projet. Au fil des ans, différentes maquettes sont sorties à des échelles diverses (Revell, Monogram, Airfix, Dragon...) et il y a donc beaucoup de choix pour représenter cette phase du vol d’Apollo 11. J’ai choisi la boîte Revell (photo 1) car elle offre la combinaison souhaitée à l’échelle souhaitée. Elle permet en outre de monter les jambes de train du module lunaire en position rétractée, ce qui convenait à la phase de vol que je souhaitais représenter. Le kit Revell date de 1994, bien qu’il s’agisse d’une réédition du kit d’origine de la fin des années 1960. Il nécessite beaucoup de travail et de ponçage pour obtenir un résultat acceptable. Le modèle présente par ailleurs quelques erreurs car il semble plus approchant du prototype que du vaisseau spatial Apollo utilisé lors du premier alunissage. Par conséquent, pas mal de corrections devront être effectuées afin d’obtenir une réplique plus exacte. A cette fin, j’ai utilisé les sets de mise à jour de New Ware (NW068 Lunar Module Detail Set et NW204 Apollo CSM Block II Mission Detail), https://mek.kosmo.cz/newware. J’ai également remplacé certaines pièces du kit Revell par des pièces du kit Dragon (Réf. 11007, Command / Service Module CSM 1/48). Pour le
De vlucht van Apollo 11, tot op heden nog altijd de belangrijkste mijlpaal in de geschiedenis van de ruimtevaart, heeft me altijd sterk geboeid. Naar aanleiding van de vijftigste verjaardag van de eerste voetafdruk op de maan besloot ik een van de fases van die memorabele vlucht toe te voegen aan mijn verzameling. Het beoogde model op 1/48 betreft een combinatie van de Command and Service Module (CSM, capsule) en de Lunar Module (LM, maanlander) tijdens de driedaagse reis naar de maan.Allereerst was het zoeken naar een geschikte bouwdoos om dat project te verwezenlijken. Van betrokken ruimtetuigen werden in de loop der jaren verscheidene modellen in diverse schalen uitgebracht (Revell, Monogram, Airfix, Dragon…), waardoor er redelijk wat keuze is om die bewuste fase van de vlucht van Apollo 11 uit te beelden. Ik koos voor de bouwdoos van Revell (foto 1), omdat ze de gewenste combinatie biedt op de gewenste schaal. Bijkomend argument vormt het feit dat de maanlander moet worden gebouwd met opgevouwen landingsgestel en dat je die uitvoering met vermelde bouwdoos kunt maken. De kit van Revell dateert uit 1994, al is dat op zijn beurt een heruitgave van de oorspronkelijke kit (en dus ook van de gietmallen) van eind jaren 1960, wat heel wat lijm- en schuurwerk zal vereisen om tot een aanvaardbaar resultaat te komen. Bovendien zitten er nogal wat fouten in het model dat waarschijnlijk werd ontworpen op basis van eerdere Apollovluchten en dus veeleer een prototype betreft
Apollo 11 Trans lunar Injection
15
11
Command & Service Module with Lunar Module
Apollo 11 Trans lunar Injection
Part
1
Revell 1/48, Ref. 04808Model, tekst & foto’s: Pieter AertsTraduction : François Riga
1/48
22
1
« Chibi » est un terme générique pour désigner les kits représentant des véhicules « déformés », humoristiques. Cela a commencé par l’aviation (« egg planes ») puis s’est étendu aux blindés, navires, sous-marins… et dorénavant, on parle donc de « Chibis ».
J’ai flashé sur le kit de conversion de RetrokiT pour le Pz 38T de Meng, qui permet d’en faire un Hetzer, un petit chasseur de chars que j’ai toujours trouvé bien joli… Il nous faut donc le Pz 38T Meng (photo 1) et le set de conversion RetroTracks RTE022 (photo 2). Ce set de conversion se compose de la superstructure Hetzer, du canon, de l’échappement ainsi que de la plaque de blindage avant.
Le plus gros travail consistera en un peu de chirurgie : pour pouvoir placer la superstructure du Hetzer, il faudra en effet scier un peu l’avant du bas de caisse Meng, comme indiqué dans les instructions du set de conversion (photo 3). La superstructure Hetzer vient alors se placer tout en douceur… (photo 4).
“Chibi” is een algemene term voor kits die “vervormde”, humoristische voertuigen voorstellen. Het begon met de luchtvaart (“egg planes”) en breidde zich vervolgens uit naar pantservoertuigen, schepen, onderzeeërs... en voortaan spreken we van “Chibis”.
Ik heb mijn zinnen gezet op de conversie kit van RetrokiT voor de Pz 38T van Meng, waarmee ik een Hetzer kan maken; een kleine tankjager die ik altijd erg leuk vond... We hebben dus de Pz 38T Meng nodig (foto 1) samen met de conversieset RetroTracks RET022 (foto 2). Deze conversieset bestaat uit het Hetzer bovenbouw, het kanon, de uitlaat en de
Chibi Hetzer
Pz 38T Meng & conversion set RetroTracks Ref. WWT-011 & RTE022 Maquette et texte : Daniel ClamotPhotos : Daniel Clamot et Dominique JadoulVertaling: Jacques Schelfaut
No
Scale
24
© Daniel Brackx
Ce n’est pas parce qu’un kit est tout petit qu’il se monte rapidement et facilement… Tel est le cas de ce Mirage 5, qui vous a été présenté dans IPMS News de KIT 193. La maquette est un peu « générique » puisqu’il y a possibilité d’en faire aussi bien un Mirage III qu’un Mirage 5. Bien évidemment, je vais construire un « petit belge », ce qui va demander pas mal de travail mine de rien… La décoration proposée dans la boîte pour un 5BA est celle du BA-21 ayant participé à un exercice DACT (Dissimilar Air Combat Training, combat aérien d’avions de différents types). Il a non seulement le gouvernail de direction peint en jaune comme indiqué sur le plan de montage, mais aussi les élevons externes, tant sur les surfaces supérieures que sur les surfaces inférieures ce qui est bien visible sur les quelques photos connues de cet exercice.
Dat een kit piepklein is, betekent nog niet dat hij zich snel en makkelijk laat bouwen. Dat is alvast een feit voor deze Mirage 5, die jullie in IPMS News in KIT 193 werd voorgesteld. Het model is enigszins generiek, aangezien je er zowel een Mirage III als een Mirage 5 van kunt maken. Uiteraard bouw ik een ‘kleine Belg’, wat uiteindelijk verrassend veel werk zal blijken... De in de doos voorgestelde decoratie voor de 5BA is die van de BA 21 die deelnam aan een oefening in Dissimilar Air Combat Training (DACT), luchtgevechten tussen diverse types vliegtuigen. Van dat toestel was niet enkel het richtingsroer geel geschilderd, zoals aangegeven in het bouwplan, maar ook de buitenste elevons, zowel aan de boven- als aan de onderzijde, wat dan weer duidelijk is te zien op de weinige foto’s die van deze oefening bekend zijn.
Zoals gezegd, heb ik heel wat voor de kiezen. Om te beginnen een detail: een ongelukkig gepositioneerde uitwerppin onder de cockpitvloer moet beslist worden
Mirage 5BA
Mark I Models 1/144, Ref. MKM144101 Maquette et texte : Daniel ClamotPhotos : Daniel Clamot et Didier WaelkensVertaling: Peter Gorts
1/144
25
Coll. Daniel Brackx
Mirage 5BAYellow BA 21
36
Ford Zakspeed Turbo Capri
Tamiya 1/24, Ref. 24329Model, tekst & foto’s : Filip TersagoTraduction : François Riga
1/24
37
© Patrick Laurensis
Image emblématique d’une voiture de course “Groupe 5” typique, conçue à la fin des années 1970. Avec un bloc standard de 1.472 cm3 (tel que requis par la réglementation), gonflé par un turbo géant, ces voitures de course ont atteint une puissance énorme de 375 cv pour seulement 790 kg ! Elles n’étaient évidemment pas faciles à piloter mais, heureusement, la réglementation permit d’ajuster le châssis et à peu près tout hormis une partie du bloc moteur. Cela en fit à l’époque une sorte de laboratoire roulant qui pouvait se frotter aux Porsche, avec leurs moteurs de 3 litres, et même gagner si le moteur tenait jusqu’à l’arrivée... Klaus Ludwig devint champion du monde en 1981 avec cette version “Würth” et remporta 10 des 13 courses.Cette maquette est un des classiques de Tamiya au 1/24 et la Ford Capri “Zakspeed” que j’avais en stock me tentait depuis longtemps. A la demande de mon fils, la décision fut prise d’entamer son montage. Heureusement, je disposais de la boîte avec les décals Cartograf et le montage allait être “straight from the box”... ou pas tout à fait...Dans un passé lointain, les maquettes Tamiya de cette série incluaient un petit moteur avec une batterie à l’arrière pour permettre à votre modèle de rouler. Ce n’est plus le cas mais pour cette raison certains détails peuvent être assez
Een iconisch beeld van een typische “Groep 5” racewagen, ontworpen eind 70’er jaren. Met een standaardblok van 1.472cc (zo vereiste het reglement), opgeblazen door een reusachtige turbo, haalden deze racewagens maar liefst 375pk voor slechts 790kg! Het spreekt voor zich dat ze niet eenvoudig te besturen waren, maar gelukkig liet het reglement toe dat het chassis en zowat alles behalve (een deel van) het motorblok werd aangepast. Dit maakte er destijds rijdende laboratoria van, die het opnamen tegen de Porsches met hun 3 litermotoren, en nog wonnen ook voor zover de motor de finish haalde ... Klaus Ludwig slaagde er weliswaar in om met deze “Würth” uitvoering in 1981 wereldkampioen te worden en 10 van de 13 races te winnen.
Dit model is een van de klassiekers van Tamiya op 1/24, en dus stond de Ford Capri “Zakspeed” allang te blinken in mijn
42
Astir PL71, Weelde Aug 2004 © Jean-Luc Debroux
Kovozávody Prostějov is een Tsjechisch merk dat recent een comeback maakte na menige jaren van de markt te zijn verdwenen. Het merk kende hoogdagen tijdens de Koude Oorlog en was bekend voor enkele mooie kits van toestellen uit het Oostblok (MiG-19, L-29 Delphin, Avia 534 en andere) naar de standaard van toen. Vandaag produceert KP enkele originele toestellen waaronder deze kleine « Astir » op schaal 1/72. Het merk brengt ook een Piper Pawnee uit die eventueel dienst kan doen als sleeptoestel in een klein diorama mocht dat je ding zijn.
De stamboom van de G-102 AstirDe Duitse firma Burkhart Grob vervaardigde oorspronkelijk werktuigmachines voor de automobielindustrie. De eigenaar, Burkhart Grob, zelf een (zweef-)vliegtuigpiloot, besloot zich toe te leggen op de productie van zweefvliegtuigen en het bedrijf bouwde tussen 1971 et 1975, onder licentie van Schempp-Hirth, 200 Standard Cirrus toestellen. Met de aldus opgedane expertise met composietmaterialen besloot de firma om zelf aan concurrerende prijzen zweefvliegtuigen voor gebruik binnen vliegclubs te ontwikkelen, in plaats van de meer competitieve markt te betreden van de modellen met hoge prestaties. Zo ontstond in 1974 de Grob Astir in de Standaardklasse die een onmiddellijk succes kende. De Astir is ontwikkeld als een eenvoudige, stevige, comfortabele en veilige zwever met intrekbaar landingsgestel en waterballast. Met een groot vleugeloppervlak en lage vleugelbelasting heeft het zeer goede vliegeigenschappen ondanks het feit dat het niet tot de meest performante toestellen voor vluchten aan hoge snelheid behoort. Met een glijgetal van 35 is het toestel niet echt een super « circuit vlieger » maar is het wel perfect gesitueerd voor de debutant met weinig ervaring. Tot in 1977 werden er 536 exemplaren gebouwd waarna de fakkel werd overgenomen door de Astir CS 77 met een verfijnde romp en lichtjes aangepast staartvlak, maar met nog steeds dezelfde vleugel (foto 1). De CS77 reeks klokte af op 244 stuks. Datzelfde jaar
Kovozávody Prostějov est une marque tchèque qui a fait son come-back il y quelque temps après une absence de nombreuses années. Elle existait en effet du temps de la guerre froide et avait à son actif quelques belles maquettes d’avions de l’Est (MiG-19, L-29 Delphin, Avia 534 entre autres) aux standards de l’époque bien entendu. KP propose aujourd’hui des sujets originaux comme ce petit « Astir » au 1/72e. Elle vient de sortir également un Piper Pawnee qui pourra servir d’avion remorqueur dans un petit diorama si le cœur vous en dit.
La lignée des G-102 AstirLa société allemande Burkhart Grob était à l’origine active dans la production de machines-outils pour l’industrie automobile. Son propriétaire, Burkhart Grob, pilote d’avion et de planeur, se lança dans la construction de planeurs en produisant, entre 1971 et 1975, 200 Standard Cirrus sous licence Schempp-Hirth. Forte de l’expertise ainsi acquise avec les matériaux composites, la société décide de se lancer elle-même dans la conception de planeurs à des prix compétitifs destinés à un usage en club, plutôt que de rentrer en compétition sur le marché des planeurs de haute performance. Ainsi naquit en 1974 le Grob Astir de la classe standard qui allait connaître un succès immédiat. L’Astir est conçu comme un planeur solide, simple et sûr, confortable, à train rentrant et water-ballast. Avec une surface alaire élevée et charge alaire faible, il donne de bonnes caractéristiques de vol, mais n’est pas des plus performants pour les vols à grande vitesse. Avec environ 35 de « finesse max », ce n’est pas un super « circuiteur » mais il est parfaitement adapté à des pilotes débutants encore peu expérimentés. Construit à 536 exemplaires jusqu’en 1977, il donna naissance à l’Astir CS 77, version à fuselage aminci et dérive légèrement revue mais avec la même aile (photo 1). Il fut construit à 244 exemplaires. La même année apparut l’Astir Jeans, identique au CS77, mais annoncé en classe « club » du fait de son train fixe. Deux cent vingt-huit sortirent des ateliers. La dénomination « Jeans » vient du fait que l’habillage du cockpit était en denim bleu comme le tissu
KP Models, Ref. KPM0130 & 0133 Maquette et texte : Bob VerhegghenPhotos : Bob Verhegghen & Didier WaelkensVertaling: Luc Colin
1/72
43
2
1 Astir CS 77 D-9649 de/van CAP Vol à Voile, Temploux (Namur).
Astir PL71, Weelde Aug 2004 © Jean-Luc Debroux
Astir PL 74, Weelde Aug 2004 © Daniel Brackx.
Grob - ASTIR CS 77 or Jeans
bien connu. D’autres versions verront encore le jour en 1979 dont 61 Astir Club (= train fixe)/Standard II et 152 Astir Club/Standard III. La lignée se terminera avec le Grob Club IIIb. Une version biplace fut développée en 1976, le G-103 Twin Astir, qui connaîtra également un très beau succès avec plus de 800 exemplaires de diverses versions. Parmi les faits d’armes de l’Astir, notons un record mondial d’altitude atteint le 17 février 1986 par l’Américain Robert Harris avec 14.938 m. Ce record ne tombera qu’en 2006. Grob a définitivement arrêté la construction de planeurs en 1996 et se consacre depuis lors aux avions légers et motoplaneurs.
La maquette KPConstruit à plus de 1.200 exemplaires à l’échelle 1/1, l’Astir semble être le choix tout indiqué pour une maquette de planeur. On le trouve dans de nombreux clubs et rares sont les vélivoles qui ne l’ont jamais piloté. KP décline son
verscheen ook de Astir Jeans, identiek aan de CS77 maar in de « Club » klasse vanwege zijn vast landingsgestel. Hiervan werden 228 toestellen geproduceerd. De benaming « Jeans » werd gegeven vanwege het feit dat de aankleding van de cockpit in dezelfde blauwe denim kleur was uitgevoerd als de welbekende stof. Nog andere versies zagen het licht in 1979 waaronder de 61 Astir Club (= vast landingsgestel)/Standard II en de 152 Astir Club/Standard III. De stamboom eindigt met de Grob Club IIIb. In 1976 werd een tweezitter ontwikkeld, de G-103 Twin Astir, die ook vrij succesvol was met een productie van meer dan 800 stuks in verschillende uitvoeringen. Onder de wapenfeiten van de Astir tellen we een wereldrecord hoogtevlucht op 17 februari 1986 door de Amerikaan Robert Harris die 14.938 m bereikte. Dit record sneuvelde slechts in 2006.
Grob heeft in 1996 definitief de productie van zweefvliegtuigen ingesteld en heeft zich sindsdien toegespitst op lichte vliegtuigen en motorzwevers.
DC
48
1
Un peu d’histoireJe ne vais pas vous faire un historique complet de ces avions car il fut déjà écrit et relaté maintes fois dans plusieurs livres, revues spécialisées ainsi que sur le net. Je vais donc me concentrer sur les DC-6 qui furent utilisés par la Sabena entre 1947 et 1971, en même temps que le Douglas DC-7C « Seven Seas » qui lui, fut opéré entre les mois de novembre 1956 et novembre 1967. La Sabena opéra les trois types de DC-6 : le DC-6, le DC-6A et le DC-6B, plus long de 1,25 mètres que ses deux prédécesseurs et surnommé « Super DC-6 » (photos 1 et 2).
Cet avion, successeur du Douglas DC-4 et doté d’une cabine pressurisée, permit de développer le réseau long courrier de la Sabena vers les Etats-Unis et l’Afrique, conjointement avec son grand frère, le Douglas DC-7C « Seven Seas » et ce, jusqu’à l’arrivée du Boeing 707-329 « Intercontinental » en décembre 1959. Avec l’augmentation du nombre de Boeing 707 livrés à la compagnie, une partie des Douglas DC-6 fut vendue tandis que les autres furent progressivement redéployés vers le réseau européen. Quant aux Douglas DC-7C, ils furent rapidement vendus anticipativement ou bien convertis en avion-cargo, devenant dès lors des Douglas DC-7CF. Seulement 11 ans après leur entrée en service, les deux derniers Douglas DC-7CF (OO-SFB et OO-SFC, stockés depuis plus d’un an) quittèrent définitivement la compagnie nationale en octobre 1969, suite à leur vente à la compagnie charter espagnole Spantax.
Een beetje geschiedenisDe ganse geschiedenis van deze vliegtuigen ga ik je niet vertellen want die is al vaak in diverse boeken, tijdschriften of op het internet verhaald. Ik beperk me tot de DC-6 toestellen die Sabena tussen 1947 en 1971 heeft gebruikt, net als de Douglas DC-7C ‘Seven Seas’ die werd ingezet van november 1956 tot november 1967. Sabena heeft drie types DC-6 gebruikt: de DC-6, de DC-6A en de DC-6B, die 1,25 m langer was dan zijn beide voorgangers en ‘Super DC-6’ werd genoemd (foto’s 1 & 2).
Dit toestel was de opvolger van de Douglas DC-4 en bezat een drukcabine. Daardoor kon Sabena zijn langeafstandsnet naar de Verenigde Staten en Afrika uitbouwen, samen met de grote broer, de Douglas DC-7C ‘Seven Seas’ en dat tot aan de komst van de Boeing 707-329 ‘Intercontinental’ in december 1959. Door het stijgende aantal Boeings 707 die aan de maatschappij werden geleverd, werd een deel van de Douglas DC-6 verkocht, terwijl de andere geleidelijk naar het Europese net werden verplaatst. De Douglas DC-7C daarentegen, werden al snel doorverkocht of omgebouwd tot vrachtvliegtuig met de typenaam Douglas DC-7CF. Pas 11 jaar na hun indienstname verlieten de laatste twee Douglas DC-7CF (OO-SFB en OO-SFC, al meer dan een jaar gestockeerd) in oktober 1969 voorgoed de nationale maatschappij. Ze werden verkocht aan de Spaanse chartermaatschappij Spantax.
De laatste DC-6B van Sabena (OO-CTN) werd verkocht in
Douglas DC-6B & DC-7C(F) « Seven Seas » Part 1
Article & maquettes : Philippe LacrossePhotos : Coll. Philippe LacrosseVertaling: Bill Tersago
1/72
DC
49
2
Douglas DC-6B & DC-7C(F) « Seven Seas » Part 1
oktober 1971. Daarmee kwam er een einde aan het gebruik van viermotorige toestellen (met zuigermotoren) door onze nationale maatschappij (foto 3). In totaal heeft Sabena 17 Douglas DC-6 in
Le dernier DC-6B de la Sabena (OO-CTN) fut vendu en octobre 1971, clôturant l’exploitation des quadrimoteurs (moteurs à pistons) par notre compagnie nationale (photo 3). Au total, la
Texte & photos : Daniel ClamotVertaling: Peter Gordts
52
OKB Grigorov nous a transmis une série de boîtes de mini-sous-marins dont les masters ont été réalisés par impression 3D. Chaque boîte contient une poignée (voire moins) de pièces en résine : en général, le corps du sous-marin et selon le modèle, des petites pièces de détails, un présentoir (en quatre éléments) ainsi que l’hélice en photodécoupe et, selon les boîtes, d’autres pièces en photodécoupe. La plupart des boîtes ne contiennent pas de plan. Pour bien placer les petites pièces, il faudra se documenter sur le net ou compulser sa doc personnelle…
Swedish submarine class Sjöormen (Réf. 700106).Longueur de la maquette : 7 cm. 8 pièces en résine, hélice et présentoir en photodécoupe. Pas de plan de montage.
German submarine Type 201 (700123).Longueur 6,1 cm. Une seule pièce en résine, présentoir et deux pièces en photodécoupe dont l’hélice. Pas de plan de montage.
OKB Grigorov zond ons een serie dozen met mini-onderzeeërs waarvan de masters werden gemaakt met behulp van 3D-printing. Elke doos bevat een handvol (of nog minder) onderdelen uit giethars: meestal de romp van de onderzeeër en, afhankelijk van het model, kleinere details, een display (soms in vier elementen), de schroef en – afhankelijk van de doos – andere onderdelen uit foto-ets. De meeste bouwdozen bevatten geen plan. Om de kleine onderdelen correct te plaatsen, zal je bijgevolg het internet moeten raadplegen of je persoonlijke documentatie...
Swedish Submarine Class Sjöormen (Ref. 700106)Lengte: 7 centimeter. Acht onderdelen uit hars, schroef en displaystand uit foto-ets. Geen bouwplan meegeleverd.
German Submarine Type 201 (700123)Lengte: 6,1 centimeter. Eén onderdeel uit giethars, displaystand en twee onderdelen uit foto-ets, waaronder de schroef. Geen bouwplan.
Enrico Toti Class Submarine (700116)Lengte: 6,5 centimeter. Twee onderdelen uit hars, displaystand en schroef uit foto-ets. Zonder bouwplan.
