111
CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS DOC 50 1120/001 DOC 50 1120/001 CHAMBRE 3e SESSION DE LA 50e LÉGISLATURE KAMER 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE 2000 2001 26 februari 2001 26 février 2001 PROJET DE LOI WETSONTWERP ter vergemakkelijking van de uitoefening van het beroep van advocaat en van de vestiging in België van advocaten die onderdaan zijn van een andere lidstaat van de Europese Unie visant à faciliter l’exercice de la profession d’avocat ainsi que l’établissement en Belgique d’avocats ressortissants d’un autre État membre de l’Union européenne Inhoud 1. Samenvatting ............................................................... 3 2. Memorie van toelichting ............................................... 5 3. Voorontwerp ............................................................... 20 4. Advies van de Raad van State ................................... 30 5. Wetsontwerp .............................................................. 41 6. bijlage 1 : Guidelines on the Implementation of the Establishment Directive (98/5/EC of 16 th February 1998) issued by the CCBE for Bars and Law Societies in the European Union ......................................................... 55 7. bijlage 2 : directive 98/5/CE du Parlement européen et du Conseil du 16 février 1998 visant à faciliter l’exercice perma- nent de la profession d’avocat dans un Etat membre autre que celui où la qualification a été acquise ................... 62 8. bijlage 3 : richtlijn 89/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 ter vergemakkelijking van de permanente uitoefening van het beroep van advocaat in een andere lidstaat dan die waar de beroepskwalificatie is ver- worven ....................................................................... 72 9. bijlage 4 : bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek ... 82 Sommaire 1. Résumé ....................................................................... 3 2. Exposé des motifs ....................................................... 5 3. Avant-projet ............................................................... 20 4. Avis du Conseil d’Etat ................................................ 30 5. Projet de loi ................................................................ 41 6. Annexe 1 : Guidelines on the Implementation of the Esta- blishment Directive (98/5/EC of 16 th February 1998) issued by the CCBE for Bars and Law Societies in the European Union ......................................................................... 55 7. Annexe 2 : directive 98/5/CE du Parlement européen et du Conseil du 16 février 1998 visant à faciliter l’exercice per- manent de la profession d’avocat dans un Etat membre autre que celui où la qualification a été acquise ................... 62 8. Annexe 3 : richtlijn 89/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 ter vergemakkelijking van de permanente uitoefening van het beroep van advocaat in een andere lidstaat dan die waar de beroepskwalificatie is ver- worven ...................................................................... 72 9. Annexe 4 : dispositions du Code judiciaire ................. 82 2459

1120-001(mem) - La Chambre · 2010. 12. 8. · ment europ éen et du Conseil du 16 fvrier 1998 vi-sant à faciliter l’exercice permanent de la profession d’avocat dans un État

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

  • CHAMBRE DES REPRÉSENTANTSDE BELGIQUE

    BELGISCHE KAMER VANVOLKSVERTEGENWOORDIGERS

    DOC 50 1120/001DOC 50 1120/001

    C H A M B R E 3 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 3 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2000 2001

    26 februari 2001 26 février 2001

    PROJET DE LOIWETSONTWERP

    ter vergemakkelijking van de uitoefeningvan het beroep van advocaat en vande vestiging in België van advocatendie onderdaan zijn van een andere

    lidstaat van de Europese Unie

    visant à faciliter l’exercice dela profession d’avocat ainsi que

    l’établissement en Belgiqued’avocats ressortissants d’un autre

    État membre de l’Union européenne

    Inhoud

    1. Samenvatting ............................................................... 32. Memorie van toelichting ............................................... 53. Voorontwerp ............................................................... 204. Advies van de Raad van State ................................... 305. Wetsontwerp .............................................................. 41

    6. bijlage 1 : Guidelines on the Implementation of theEstablishment Directive (98/5/EC of 16th February 1998)issued by the CCBE for Bars and Law Societies in theEuropean Union ......................................................... 55

    7. bijlage 2 : directive 98/5/CE du Parlement européen et duConseil du 16 février 1998 visant à faciliter l’exercice perma-nent de la profession d’avocat dans un Etat membre autreque celui où la qualification a été acquise ................... 62

    8. bijlage 3 : richtlijn 89/5/EG van het Europees Parlement ende Raad van 16 februari 1998 ter vergemakkelijking van depermanente uitoefening van het beroep van advocaat in eenandere lidstaat dan die waar de beroepskwalificatie is ver-worven ....................................................................... 72

    9. bijlage 4 : bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek ... 82

    Sommaire

    1. Résumé ....................................................................... 32. Exposé des motifs ....................................................... 53. Avant-projet ............................................................... 204. Avis du Conseil d’Etat ................................................ 305. Projet de loi ................................................................ 41

    6. Annexe 1 : Guidelines on the Implementation of the Esta-blishment Directive (98/5/EC of 16th February 1998) issuedby the CCBE for Bars and Law Societies in the EuropeanUnion ......................................................................... 55

    7. Annexe 2 : directive 98/5/CE du Parlement européen et duConseil du 16 février 1998 visant à faciliter l’exercice per-manent de la profession d’avocat dans un Etat membre autreque celui où la qualification a été acquise ................... 62

    8. Annexe 3 : richtlijn 89/5/EG van het Europees Parlement ende Raad van 16 februari 1998 ter vergemakkelijking van depermanente uitoefening van het beroep van advocaat in eenandere lidstaat dan die waar de beroepskwalificatie is ver-worven ...................................................................... 72

    9. Annexe 4 : dispositions du Code judiciaire ................. 82

    2459

  • 2 1120/001DOC 50

    C H A M B R E 3 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 3 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2000 2001

    Publications officielles éditées par la Chambre des représentantsCommandes :

    Place de la Nation 21008 Bruxelles

    Tél. : 02/ 549 81 60Fax : 02/549 82 74

    www.laChambre.bee-mail : [email protected]

    Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigersBestellingen :Natieplein 21008 BrusselTel. : 02/ 549 81 60Fax : 02/549 82 74www.deKamer.bee-mail : [email protected]

    AGALEV-ECOLO : Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originalesCVP : Christelijke VolkspartijFN : Front NationalPRL FDF MCC : Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le ChangementPS : Parti socialistePSC : Parti social-chrétienSP : Socialistische PartijVLAAMS BLOK : Vlaams BlokVLD : Vlaamse Liberalen en DemocratenVU&ID : Volksunie&ID21

    Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

    DOC 50 0000/000 : Parlementair document van de 50e zittingsperiode +nummer en volgnummer

    QRVA : Schriftelijke Vragen en AntwoordenCRIV : Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het

    Beknopt Verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraalen Beknopt Verslag)

    CRIV : Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groenpapier)

    CRABV : Beknopt Verslag (op blauw papier)PLEN : Plenum (witte kaft)COM : Commissievergadering (beige kaft)

    Abréviations dans la numérotation des publications :

    DOC 50 0000/000 : Document parlementaire de la 50e législature,suivi du n° et du n° consécutif

    QRVA : Questions et Réponses écritesCRIV : Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec

    annexes et CRA, avec renvois entre le CRI et leCRA)

    CRIV : Version Provisoire du Compte Rendu intégral(sur papier vert)

    CRABV : Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)PLEN : Séance plénière (couverture blanche)COM : Réunion de commission (couverture beige)

    De Regering heeft dit wetsontwerp op 26 februari2001 ingediend.

    De «goedkeuring tot drukken» werd op 13 maart 2001door de Kamer ontvangen.

    Le Gouvernement a déposé ce projet de loi le 26février 2001.

    Le «bon à tirer» a été reçu à la Chambre le 13 mars2001.

  • 31120/001DOC 50

    C H A M B R E 3 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 3 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2000 2001

    Dit ontwerp van wet heeft tot doel in het Gerech-telijk Wetboek de bepalingen in te voeren die nood-zakelijk zijn voor de omzetting van richtlijn 98/5/EGvan het Europees Parlement en van de Raad van 16februari 1998 ter vergemakkelijking van de perma-nente uitoefening van het beroep van advocaat ineen andere lidstaat dan die waar de beroeps-kwalificatie is verworven.

    Met het oog op de duidelijkheid wordt de huidigeTitel I bis van Boek III van dit Wetboek betreffendehet vrij verrichten van diensten krachtens dit ont-werp bovendien geherstructureerd.

    Een nieuwe Titel 1 bis wordt ingevoerd, luidendals volgt : «Uitoefening in België van het beroep vanadvocaat door advocaten die onderdaan zijn van eenLidstaat van de Europese Unie» en bestaat uit tweehoofdstukken. Hoofdstuk I heeft betrekking op hetvrij verrichten van diensten, hoofdstuk II op de vrij-heid van vestiging.

    Dit ontwerp voldoet op alle vlakken aan de richt-lijn en is uitgewerkt in samenwerking met de Natio-nale Orde van Advocaten, met de Vereniging vanVlaamse Balies en met de Conférence des Barreauxfrancophones et germanophone.

    Le présent projet de loi a pour objectif d’introduiredans le Code judiciaire les dispositions nécessairesà la transposition de la directive 98/5/CE du Parle-ment européen et du Conseil du 16 février 1998 vi-sant à faciliter l’exercice permanent de la professiond’avocat dans un État membre autre que celui où laqualification a été acquise.

    Ce projet restructure en outre, dans un souci declarté, l’actuel Titre Ier bis du Livre III de ce Codeconcernant la libre prestation de services.

    Un nouveau Titre 1er bis, intitulé « De l’exercice enBelgique de la profession d’avocat par des avocatsressortissants d’un État membre de l’Union euro-péenne » est introduit. Il comprend deux chapitres.Le premier est relatif à la libre prestation de servi-ces, le second au libre établissement.

    Ce projet respecte en tous points la directive et aété élaboré en collaboration avec l’Ordre national desavocats, la Vereniging van Vlaamse Balies et la Con-férence des Barreaux francophones et germano-phone.

    SAMENVATTING RÉSUMÉ

  • 4 1120/001DOC 50

    C H A M B R E 3 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 3 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2000 2001

  • 51120/001DOC 50

    C H A M B R E 3 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 3 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2000 2001

    EXPOSE DES MOTIFS

    MESDAMES, MESSIEURS,

    I. — INTRODUCTION

    Le 16 février 1998, le Parlement européen et le Con-seil ont adopté la directive 98/5/CE visant à faciliterl’exercice permanent de la profession d’avocat dansun État membre autre que celui où la qualification a étéacquise.

    Le 14 mars 1998, jour de sa publication au journalofficiel des Communautés européennes, cette direc-tive est entrée en vigueur. La transposition de ce texteen droit interne par les États membres devait avoir lieuau plus tard le 14 mars 2000.

    Cette directive vise l’établissement, sous son titreprofessionnel d’origine, d’un avocat ressortissant d’unÉtat membre de l’Union européenne et pleinement qua-lifié dans cet État d’origine, dans un autre État mem-bre et facilite l’acquisition par cet avocat du titre del’État d’accueil.

    Le projet de loi qui vous est soumis introduit dans leCode judiciaire les dispositions nécessaires à la trans-position de cette directive.

    Ce projet restructure, en outre, dans un souci declarté, l’actuel Titre Ierbis du Livre III de ce Code con-cernant la libre prestation de services.

    Un nouveau Titre Ierbis, intitulé « De l’exercice enBelgique de la profession d’avocat par des avocats res-sortissants d’un État membre de l’Union européenne »est introduit. Il comprend deux chapitres. Le premierest relatif à la libre prestation de services, le secondau libre établissement.

    Ce projet respecte en tous points la directive et aété élaboré en collaboration avec l’Ordre national desavocats, la Vereniging van Vlaamse Balies et la Confé-rence des Barreaux francophones et germanophone.

    MEMORIE VAN TOELICHTING

    DAMES EN HEREN,

    I. — INLEIDING

    Op 16 februari 1998 hebben het Europees Parlementen de Raad de richtlijn 98/5/EG ter vergemakkelijkingvan de permanente uitoefening van het beroep van ad-vocaat in een andere lidstaat dan die waar de beroeps-kwalificatie is verworven, goedgekeurd.

    Deze richtlijn is in werking getreden op 14 maart1998, te weten de dag van de bekendmaking ervan inhet Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.De omzetting van deze tekst door de lidstaten in hunnationale recht moest uiterlijk op 14 maart 2000 plaats-vinden.

    Naar luid van deze richtlijn kan een advocaat vaneen lidstaat van de Europese Unie, die in deze lidstaatvan herkomst ten volle gekwalificeerd is, zich onderzijn oorspronkelijke beroepstitel in een andere lidstaatvestigen en wordt het voor hem gemakkelijker gemaaktom de beroepstitel van de Staat van ontvangst te ver-werven.

    Krachtens het ontwerp van wet dat u wordt voorge-legd, worden de bepalingen die vereist zijn voor deomzetting van deze richtlijn in het Gerechtelijk Wet-boek ingevoerd.

    Overeenkomstig dit ontwerp wordt de huidige Titel 1bis van Boek III van bedoeld Wetboek betreffende devrije dienstverlening geherstructureerd, zulks met hetoog op de duidelijkheid.

    Een nieuwe Titel 1bis, luidende «Uitoefening in Bel-gië van het beroep van advocaat door advocaten dieonderdanen zijn van een lidstaat van de Europese Unie»wordt ingevoegd. De nieuwe titel bestaat uit twee hoofd-stukken, het eerste hoofdstuk betreft het vrij verrich-ten van diensten, het tweede de vrijheid van vestiging.

    Dit ontwerp voldoet op alle vlakken aan de richtlijnen is uitgewerkt in samenwerking met de Nationale Ordevan Advocaten, met de Vereniging van Vlaamse Baliesen met de Franstalige en de Duitstalige Conférencedes Barreaux.

  • 6 1120/001DOC 50

    C H A M B R E 3 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 3 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2000 2001

    La grande majorité des observations émises par laSection de législation du Conseil d’État ont été suivies.Pour celles qui n’ont pu l’être, une justification est ap-portée dans le commentaire de l’article concerné.

    II. — ELÉMENTS ESSENTIELS DU PROJET

    Un ressortissant d’un État membre de l’Union euro-péenne peut d’ores et déjà s’établir en Belgique et de-mander la reconnaissance de son diplôme en réussis-sant l’épreuve d’aptitude organisée par l’Ordre nationaldes avocats conformément aux articles 428bis à428decies du Code judiciaire (transposition de la di-rective 89/48/CEE du Conseil, du 21 décembre 1988relative à un système général de reconnaissance desdiplômes d’enseignement supérieur qui sanctionnentdes formations professionnelles d’une durée minimalede trois ans).

    Le présent projet offre aux ressortissants d’un Étatmembre de l’Union européenne et y habilités à porterle titre correspondant à celui d’avocat, une voie plusaisée pour s’établir en Belgique.

    A. Ces personnes pourront exercer cette professionen Belgique à titre permanent et, dans un premiertemps, sous leur titre professionnel d’origine.

    Elles devront, notamment, s’inscrire auprès d’unbarreau, sur une liste ad hoc, et maintenir leur inscrip-tion auprès de l’autorité compétente de l’État membred’origine.

    Elles seront soumises aux règles professionnelleset déontologiques belges mais également à celles del’État membre d’origine.

    B. Ces personnes pourront porter le titre d’avocat,et dans ce but, solliciter leur inscription au tableau del’Ordre :

    – Si elles justifient d’une activité effective et régu-lière d’une durée minimale de trois ans en Belgique etdans le domaine du droit belge, y compris le droit com-munautaire.

    Elles devront fournir au conseil de l’Ordre la preuvede cette activité par tout document.

    De grote meerderheid van de opmerkingen gemaaktdoor de Afdeling wetgeving van de Raad van State isovergenomen. In de gevallen waarin zulks niet moge-lijk was, wordt daartoe een verantwoording gegeven inde bespreking van het desbetreffende artikel.

    II. — ESSENTIËLE BESTANDDELENVAN HET ONTWERP

    Een onderdaan van een lidstaat van de EuropeseUnie kan zich nu reeds in België vestigen en de erken-ning van zijn diploma vragen door te slagen voor debekwaamheidsproef die op grond van de artikelen428bis tot 428decies van het Gerechtelijk Wetboek doorde Nationale Orde van Advocaten wordt georganiseerd(omzetting van de richtlijn 89/48/EG van de Raad van21 december 1988 betreffende een algemeen stelselvan erkenning van hoger-onderwijsdiploma’s waarmeeberoepsopleidingen van ten minste drie jaar wordenafgesloten).

    Dit ontwerp biedt de onderdanen van een lidstaatvan de Europese Unie die aldaar gemachtigd zijn omde beroepstitel te voeren die overeenkomt met die vanadvocaat de mogelijkheid om zich gemakkelijker inBelgië te vestigen.

    A. Deze personen kunnen dit beroep in België per-manent uitoefenen en in een eerste fase weliswaaronder hun oorspronkelijke beroepstitel.

    Zij moeten zich inzonderheid inschrijven op een spe-ciaal daartoe bestemde lijst van een balie en hun in-schrijving bij de bevoegde autoriteit van de oorspron-kelijke lidstaat handhaven.

    Zij zijn dan onderworpen aan de Belgische beroeps-en gedragsregels alsook aan die van de oorspronke-lijke lidstaat.

    B. Betrokken personen kunnen de titel van advocaatvoeren en met het oog hierop hun inschrijving op hettableau van de Orde vragen :

    – Indien zij een daadwerkelijke en regelmatigewerkzaamheid van ten minste drie jaar in België op hetstuk van het Belgische recht en gemeenschapsrechtkunnen aantonen.

    Zij moeten de raad van de Orde het bewijs ervanoverleggen door middel van om het even welk docu-ment.

  • 71120/001DOC 50

    C H A M B R E 3 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 3 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2000 2001

    – Si elles justifient d’une activité effective et régu-lière d’une durée minimale de trois ans en Belgique,mais d’une durée moindre dans le domaine du droitbelge.

    L’activité effective et régulière développée en Belgi-que et la capacité à poursuivre l’activité exercée se-ront, dans ce deuxième cas, appréciées lors d’un en-tretien avec le bâtonnier de l’Ordre.

    III. — COMMENTAIRE DES ARTICLES

    Art. 2

    L’article 2 du présent projet contient une actualisa-tion de l’actuel article 428, alinéa 1er, du Code judi-ciaire. L’article unique de la loi du 31 mai 1972 relativeaux effets légaux du grade de licencié en droit prévoiten effet que les effets légaux attachés au grade dedocteur en droit sont étendus au grade de licencié endroit.

    L’article 428, alinéa 2, du Code judiciaire prévoit qu’ilpeut être dérogé à la condition de nationalité dans lescas déterminés par le Roi.

    Un arrêté royal du 24 août 1970 apportant une déro-gation à la condition de nationalité prévue à l’article428 du Code judiciaire relatif au titre et à l’exercice dela profession d’avocat, fixe les conditions que doit rem-plir un étranger non ressortissant d’un État membre del’Union européenne pour pouvoir bénéficier de cettedérogation.

    Le Conseil d’État se pose la question de la cohé-rence du système en projet, qui organise certainesmesures de protection pour les justiciables, et celuiinstauré en vertu de l’article 428, alinéa 2, du Codejudiciaire, lequel ne prévoit pas de telles mesures.

    Les mesures de publicité mises en place par ladirective 98/5/CE précitée afin de protéger les con-sommateurs se justifient par le fait que celle-ci faci-lite le libre établissement en Belgique d’un avocat res-sor tissant d ’un autre État membre de l ’Unioneuropéenne qui dispose d’un diplôme, et donc d’une

    – Indien zij een daadwerkelijke en regelmatigewerkzaamheid van ten minste drie jaar in België kun-nen aantonen maar voor een kortere duur met betrek-king tot het Belgische recht.

    In dit geval worden de daadwerkelijke en regelma-tige werkzaamheid uitgeoefend in België en de be-kwaamheid om de werkzaamheid voort te zetten be-oordeeld tijdens een gesprek met de stafhouder vande Orde.

    III. — ARTIKELSGEWIJZE BESPREKING

    Art. 2

    Artikel 2 van dit ontwerp is een bijgewerkte versievan het huidige artikel 428, eerste lid, van het Gerech-telijk Wetboek. In het enige artikel van de wet van 31mei 1972 betreffende de wettelijke gevolgen verbon-den aan de graad van licentiaat in de rechten, is im-mers bepaald dat de wettelijke gevolgen verbonden aande graad van doctor in de rechten eveneens geldenvoor de graad van licentiaat in de rechten.

    In artikel 428, tweede lid, van het Gerechtelijk Wet-boek is nader bepaald dat van de voorwaarde van na-tionaliteit kan worden afgeweken in de gevallen die deKoning bepaalt.

    In het koninklijk besluit van 24 augustus 1970 totinvoering van een afwijking van de voorwaarde vannationaliteit gesteld bij artikel 428 van het GerechtelijkWetboek betreffende het voeren van de titel en de uit-oefening van het beroep van advocaat zijn de voor-waarden omschreven die vreemdelingen die geen on-derdaan zijn van een lidstaat van de Europese Uniemoeten vervullen om voor die afwijking in aanmerkingte komen.

    De Raad van State heeft evenwel vragen omtrent decoherentie van het ontworpen stelsel, dat voorziet indiverse maatregelen tot bescherming van de recht-zoekenden, en datgene ingesteld krachtens artikel 428,tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, waarin der-gelijke maatregelen niet aan bod komen.

    De maatregelen met betrekking tot de openbaarheidingevoerd krachtens voornoemde richtlijn 98/5/EG terbescherming van de consument worden verantwoorddoor het gegeven dat zij de vrije vestiging in Belgiëvergemakkelijkt van een advocaat die onderdaan is vaneen andere lidstaat van de Europese Unie en houder is

  • 8 1120/001DOC 50

    C H A M B R E 3 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 3 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2000 2001

    formation, délivré par un autre État membre de l’Unioneuropéenne.

    Les personnes visées à l’article 428, alinéa 2, dis-posent quant à elles d’un diplôme belge de docteur oude licencié en droit. Leur formation étant identique àcelle des avocats belges, aucune mesure de protec-tion à l’égard des consommateurs n’est nécessaire.

    Art. 3

    Cette disposition a pour unique objectif de clarifierle texte de l’article 429 du Code judiciaire. Il est pro-posé de préciser que l’article 429 concerne la récep-tion du serment de l’avocat.

    Art. 4

    L’article 3, alinéa 1er, de la directive précitée disposeque l’avocat voulant exercer dans un État membre autreque celui où il a acquis sa qualification professionnelleest tenu de s’inscrire auprès de l’autorité compétentede cet État membre.

    En Belgique, ces avocats s’inscriront sur une listedes avocats qui exercent leur profession sous le titreprofessionnel d’un autre État membre de l’Union euro-péenne, tenue par le conseil de l’Ordre.

    Il est donc proposé que l’article 430, point 1, alinéa1er, et point 2 du Code judiciaire, soit modifié pour tenircompte de l’existence de cette liste.

    La modification proposée à l’article 430, point 1, ali-néa 2 du même Code, vise à rencontrer cet objectifmais également à se conformer à la pratique. En effet,à l’heure actuelle, le tableau et la liste des stagiairessont, en pratique, affichés et publiés par les soins dubâtonnier.

    Art. 5

    L’article 431 du Code judiciaire détermine la compo-sition de l’Ordre des avocats.

    van een diploma uitgereikt door een andere lidstaatvan de Europese Unie, en aldaar ipso facto een oplei-ding heeft genoten.

    De personen bedoeld in artikel 428, tweede lid, zijnevenwel houder van een Belgisch diploma van doctorof licentiaat in de rechten. Aangezien hun opleidingovereenstemt met die van de Belgische advocaten, zijnbeschermingsmaatregelen ten aanzien van de consu-ment niet vereist.

    Art. 3

    Deze bepaling strekt enkel ertoe de tekst van arti-kel 429 van het Gerechtelijk Wetboek te verduidelij-ken. Voorgesteld wordt nader te bepalen dat artikel429 betrekking heeft op de aanneming van de eedafleg-ging van de advocaat.

    Art. 4

    In artikel 3, eerste lid, van voornoemde richtlijn isbepaald dat de advocaat die zijn beroep wenst uit teoefenen in een andere lidstaat dan die waar hij zijnberoepskwalificatie heeft verworven, gehouden is zichbij de bevoegde autoriteit van die lidstaat in te schrijven.

    In België moeten die advocaten zich laten inschrij-ven op een lijst van de advocaten die hun beroep uit-oefenen onder de beroepstitel van een andere lidstaatvan de Europese Unie opgemaakt door de raad van deOrde.

    Er wordt dus voorgesteld artikel 430, punt 1, eerstelid, en punt 2 van het Gerechtelijk Wetboek te wijzigenteneinde met het bestaan van die lijst rekening te hou-den.

    De voorgestelde wijziging van artikel 430, punt 1,tweede lid, van hetzelfde Wetboek beoogt niet alleendaaraan tegemoet te komen, maar strekt ook ertoe debepalingen in overeenstemming te brengen met de prak-tijk. In de praktijk worden het tableau en de lijst van destagiairs thans immers aangeplakt en bekendgemaaktdoor toedoen van de stafhouder.

    Art. 5

    Artikel 431 van het Gerechtelijk Wetboek betreft desamenstelling van de Orde van advocaten.

  • 91120/001DOC 50

    C H A M B R E 3 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 3 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2000 2001

    Il est proposé de modifier ce texte pour tenir comptedes avocats qui exercent leur profession en Belgique,sous le titre professionnel d’un autre État membre del’Union européenne.

    Art. 6

    Cet article modifie le texte de l’article 432, alinéa1er, du Code judiciaire qui concerne l’inscription. Le butde cette modification est d’étendre cette dispositionaux avocats exerçant leur profession en Belgique, sousleur titre professionnel d’origine.

    L’article 432, alinéa 2, du même Code, qui prévoit lamotivation du refus d’inscription, s’applique par con-séquent également à ces avocats.

    L’article 9, alinéa 1er, de la directive précitée, quidispose que le refus d’inscription doit être motivé, estainsi transposé.

    L’article 469bis du même Code prévoit la possibilitéd’un recours pour celui qui sollicite une inscription.Cette disposition renvoie à l’article 432. L’article 469bisest, par conséquent, applicable aux avocats qui exer-cent leur profession en Belgique, sous leur titre profes-sionnel d’origine.

    L’article 9, alinéa 2, de la directive précitée, qui pré-voit que les décisions de refus d’inscription sont sus-ceptibles d’un recours, est également transposé.

    Art. 7

    L’article 10 de la directive précitée, qui traite de l’as-similation de l’avocat « communautaire » à l’avocat del’État membre d’accueil, prévoit que pourra accéder àla profession d’avocat de l’État membre d’accueil :

    – l’avocat exerçant sous son titre professionneld’origine, qui justifie et apporte la preuve à l’autoritécompétente de l’État membre d’accueil d’une activitéeffective et régulière d’une durée d’au moins trois ansdans l’État membre d’accueil, et dans le droit de cetÉtat, y compris le droit communautaire;

    – l’avocat exerçant sous son titre professionneld’origine, qui justifie d’une activité effective et régu-lière d’une durée d’au moins trois ans dans l’État mem-bre d’accueil, mais d’une durée moindre dans le droit

    Voorgesteld wordt die tekst te wijzigen teneinde re-kening te houden met advocaten die hun beroep in Bel-gië uitoefenen onder de beroepstitel van een anderelidstaat van de Europese Unie.

    Art. 6

    In dit artikel wordt de tekst van artikel 432, eerstelid, van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de in-schrijving gewijzigd. Deze wijziging is erop gericht diebepaling ook toe te passen op advocaten die hun be-roep in België uitoefenen onder hun oorspronkelijkeberoepstitel.

    Artikel 432, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, waarinis bepaald dat de weigering van inschrijving met rede-nen moet worden omkleed, geldt bijgevolg ook voor dieadvocaten.

    Artikel 9, eerste lid, van voornoemde richtlijn, waarinis bepaald dat de weigering van inschrijving met rede-nen dient te worden omkleed, is aldus omgezet.

    Krachtens artikel 469bis van hetzelfde Wetboek kaniemand die om inschrijving verzoekt, hoger beroep in-stellen. In deze bepaling is gerefereerd aan artikel 432.Artikel 469bis is dan ook toepasselijk op advocatendie hun beroep in België uitoefenen onder hun oorspron-kelijke beroepstitel.

    Artikel 9, tweede lid, van voornoemde richtlijn, naarluid waarvan tegen besluiten tot weigering van inschrij-ving beroep kan worden ingesteld, is eveneens omgezet.

    Art. 7

    In artikel 10 van voornoemde richtlijn betreffende degelijkstelling van advocaten uit een EU-lidstaat met deadvocaten van de lidstaat van ontvangst is bepaalddat de volgende advocaten in de lidstaat van ontvangsttoegang hebben tot het beroep:

    – de onder zijn oorspronkelijke beroepstitel werk-zame advocaat die aantoont gedurende ten minste driejaar daadwerkelijk en regelmatig in het recht van delidstaat van ontvangst, met inbegrip van hetGemeenschapsrecht, werkzaam te zijn geweest;

    – de onder zijn oorspronkelijke beroepstitel werk-zame advocaat die aantoont gedurende ten minste driejaar daadwerkelijk en regelmatig in de lidstaat van ont-vangst, doch gedurende kortere tijd in het recht van

  • 10 1120/001DOC 50

    C H A M B R E 3 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 3 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2000 2001

    de cet État membre, à la condition de bénéficier d’uneappréciation favorable à l’issue d’un entretien avecl’autorité compétente de l’État membre d’accueil.

    Pour transposer cette disposition, il est donc prévude modifier l’article 434 du Code judiciaire, qui fixe lesconditions d’inscription au tableau de l’Ordre.(voir éga-lement ci-dessous l’article 477nonies du même Code)

    Art.8

    L’article 437, alinéa 1er, du Code judiciaire vise lescauses d’incompatibilité avec la profession d’avocat.

    L’article 437, alinéa 2, prévoit, notamment, que s’ilexiste une cause d’incompatibilité, l’omission du ta-bleau ou de la liste des stagiaires est prononcée par leconseil de l’Ordre.

    Il est proposé d’appliquer cette disposition aux avo-cats exerçant en Belgique, sous leur titre profession-nel d’origine.

    Art. 9

    L’article 439 du Code judiciaire concerne la préroga-tive des avocats, qu’ils soient stagiaires ou inscrits autableau, de plaider devant toutes juridictions exceptéesles dispositions particulières relatives à la Cour decassation.

    L’article 439 en projet étend ce droit aux avocatsexerçant en Belgique, sous leur titre professionnel d’ori-gine.

    Art. 10

    Aux termes de l’article 443 du Code judiciaire, leconseil de l’Ordre peut imposer aux avocats le paie-ment de cotisations.

    La modification proposée vise à appliquer cette dis-position aux avocats inscrits à la liste des avocats quiexercent leur profession sous le titre professionnel d’unautre État membre de l’Union européenne.

    deze lidstaat, werkzaam te zijn geweest, op voorwaardedat hij gunstig wordt beoordeeld bij een onderhoud metde bevoegde autoriteit.

    Met het oog op de omzetting van deze bepaling moe-ten wijzigingen worden aangebracht in artikel 434 vanhet Gerechtelijk Wetboek waarin de voorwaarden omop het tableau van de Orde te worden ingeschrevenzijn opgesomd (Cf. infra artikel 477nonies van hetzelfdeWetboek).

    Art. 8

    Artikel 437, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboekbetreft de redenen van onverenigbaarheid met het be-roep van advocaat.

    In artikel 437, tweede lid, is inzonderheid bepaalddat de raad van de Orde de weglating van het tableauof van de lijst van de stagiairs uitspreekt indien eenreden van onverenigbaarheid bestaat.

    Er wordt voorgesteld die bepaling toe te passen opadvocaten die in België onder hun oorspronkelijkeberoepstitel werkzaam zijn.

    Art. 9

    Artikel 439 van het Gerechtelijk Wetboek betreft hetrecht van advocaten om te pleiten voor alle gerechtenvan het Rijk onverminderd de bijzondere bepalingenbetreffende het Hof van Cassatie, zulks ongeacht of zijstagiair zijn of op het tableau ingeschreven staan.

    Krachtens het ontworpen artikel 439 wordt dit rechtook toegepast op advocaten die onder hun oorspron-kelijke beroepstitel in België werkzaam zijn.

    Art. 10

    Overeenkomstig artikel 443 van het GerechtelijkWetboek kan de raad van de Orde advocaten verplich-ten tot het betalen van bijdragen.

    De voorgestelde wijziging strekt ertoe deze bepa-ling toe te passen op advocaten die zijn ingeschrevenop de lijst van de advocaten die hun beroep uitoefenenonder de beroepstitel van een andere lidstaat van deEuropese Unie.

  • 111120/001DOC 50

    C H A M B R E 3 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 3 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2000 2001

    Art. 11

    L’article 449 du Code judiciaire concerne le calculdu nombre de membres composant le conseil de l’Or-dre, en fonction des avocats inscrits au tableau et à laliste des stagiaires.

    Il est nécessaire d’inclure pour ce calcul les avo-cats inscrits à la liste des avocats qui exercent leurprofession sous le titre professionnel d’un autre Étatmembre de l’Union européenne, et, partant de modifieren ce sens l’article 449 précité.

    Art. 12

    L’article 6, alinéa 2, de la directive précitée prévoitqu’une représentation appropriée des avocats exerçantsous leur titre professionnel d’origine dans les instan-ces professionnelles de l’État membre d’accueil doitêtre assurée et que cette représentation comporte aumoins le droit de vote lors des élections des organesde celles-ci.

    Il est prévu que les avocats qui exercent leur pro-fession en Belgique sous leur titre professionnel d’ori-gine soient, pour les élections des membres du con-seil de l’Ordre, non seulement électeurs, maiségalement éligibles.

    Il est, dès lors, proposé de modifier en ce sens l’ar-ticle 450 du Code judiciaire, lequel organise précisé-ment les modalités des élections des membres du con-seil de l’Ordre.

    Art. 13

    L’article 460, alinéa 1er, du Code judiciaire détermineles peines disciplinaires pouvant être infligées par leconseil de l’Ordre. Cette disposition vise, notamment,la radiation du tableau ou de la liste des stagiaires.

    Il est proposé d’appliquer cette disposition aux avo-cats inscrits à la liste des avocats qui exercent leurprofession sous le titre professionnel d’un autre Étatmembre de l’Union européenne.

    Art. 14 et 15

    Il est proposé de compléter les articles 461 et 462,relatifs à la discipline, afin de tenir compte de la liste

    Art. 11

    Artikel 449 van het Gerechtelijk Wetboek heeft be-trekking op de berekening van het aantal leden van deOrde naar gelang van de advocaten die ingeschrevenzijn op het tableau en op de lijst van stagiairs.

    Bij deze berekening moeten ook de advocaten wor-den gerekend die ingeschreven zijn op de lijst van deadvocaten die hun beroep uitoefenen onder de beroeps-titel van een andere lidstaat van de Europese Unie,zodat ook het voornoemde artikel 449 in die zin moetworden aangepast.

    Art. 12

    In artikel 6, tweede lid, van voornoemde richtlijn isbepaald dat de onder hun oorspronkelijke beroepstitelwerkzame advocaten op passende wijze in de beroeps-organisaties van de lidstaat van ontvangst vertegen-woordigd dienen te zijn en dat die vertegenwoordigingten minste het recht inhoudt te stemmen bij de verkie-zingen van de organen van die organisaties.

    Er is bepaald dat onder hun oorspronkelijke beroeps-titel in België werkzame advocaten bij die verkiezin-gen niet alleen stemgerechtigd, maar ook verkiesbaarzijn.

    Derhalve is voorgesteld wijzigingen aan te brengenin artikel 450 van het Gerechtelijk Wetboek, waarin denadere regels inzake de verkiezing van de leden vande raad van de Orde zijn vastgesteld.

    Art. 13

    In artikel 460, eerste lid, van het Gerechtelijk Wet-boek zijn de tuchtstraffen die de raad van de Orde kanopleggen nader omschreven. Deze bepaling betreft in-zonderheid de mogelijkheid tot schrapping van het ta-bleau of van de lijst van stagiairs.

    Voorgesteld wordt deze bepaling tevens toe te pas-sen op de advocaten ingeschreven op de lijst van ad-vocaten die hun beroep uitoefenen onder de beroeps-titel van een andere lidstaat van de Europese Unie.

    Art. 14 en 15

    Voorgesteld wordt om de artikelen 461 en 462, welkebetrekking hebben op de tucht, aan te vullen teneinde

  • 12 1120/001DOC 50

    C H A M B R E 3 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 3 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2000 2001

    des avocats qui exercent leur profession sous le titreprofessionnel d’un autre État membre de l’Union euro-péenne.

    L’article 462 a également été complété pour tenircompte de la liste des stagiaires et combler ainsi unelacune.

    Art. 16

    L’article 9, alinéa 1er, de la directive précitée prévoit,notamment, que les décisions prononçant des sanc-tions disciplinaires doivent être motivées.

    Bien que toute décision disciplinaire soit, en prati-que, motivée, il est proposé de modifier l’article 468 duCode judiciaire afin que cette obligation soit expressé-ment inscrite dans la loi.

    Art. 17

    L’article 471 du Code judiciaire concerne la réins-cription après radiation.

    Cette disposition autorise la réinscription, moyen-nant le respect des conditions qu’elle édicte, à savoir :«aucun avocat rayé ne peut être inscrit à un tableau del’Ordre ou porté sur une liste de stagiaires qu’aprèsl’expiration d’un délai de dix ans depuis la date où ladécision de radiation est passée en force de chosejugée et si des circonstances exceptionnelles le justi-fient».

    Il est proposé d’étendre cette disposition aux avo-cats inscrits à la liste des avocats exerçant leur pro-fession sous le titre professionnel d’un autre État mem-bre de l’Union européenne.

    Art. 18

    Il est prévu de modifier le libellé de l’actuel Titre Ier

    bis du Livre III du Code judiciaire, qui vise la seuleprestation de services, comme suit : «De l’exercice enBelgique de la profession d’avocat par des avocats res-sortissants d’un État membre de l’Union européenne».

    Il est dès lors proposé de traiter sous un même ti-tre, le Titre Ierbis , d’une part, la libre prestation deservices, qui fera l’objet du Chapitre Ier et, d’autre part,le libre établissement, qui fera l’objet du Chapitre II.

    rekening te houden met de advocaten die hun beroepuitoefenen onder de beroepstitel van een andere lid-staat van de Europese Unie.

    Artikel 462 is tevens op zodanige wijze aangevulddat rekening wordt gehouden met de lijst van stagiairsen zodoende een leemte wordt aangevuld.

    Art.16

    Artikel 9, eerste lid, van de voornoemde richtlijn be-paalt met name dat de beslissingen die een tuchtsanctieinhouden, gemotiveerd moeten worden.

    Ook al zijn in de praktijk alle tuchtsancties met re-denen omkleed, toch wordt voorgesteld artikel 468 vanhet Gerechtelijk Wetboek te wijzigen opdat dezemotiveringsplicht uitdrukkelijk in de wet zou zijn inge-schreven.

    Art. 17

    Artikel 471 van het Gerechtelijk Wetboek betreft dewederinschrijving na schrapping.

    Krachtens deze bepaling is wederinschrijving enkelmogelijk als de daarin gestelde voorwaarden wordennageleefd, te weten: «Een geschrapt advocaat kan opeen tableau van de Orde of op een lijst van stagiairsniet worden ingeschreven dan na het verstrijken vaneen termijn van tien jaar nadat de beslissing tot schrap-ping in kracht van gewijsde is gegaan en indien buiten-gewone omstandigheden het wettigen.».

    Er wordt voorgesteld die bepaling ook toe te passenop advocaten die zijn ingeschreven op de lijst van deadvocaten die hun beroep uitoefenen onder de beroeps-titel van een andere lidstaat van de Europese Unie.

    Art. 18

    Het opschrift van de huidige Titel I bis van Boek IIIvan het Gerechtelijk Wetboek, die enkel betrekking heeftop de dienstverlening wordt gewijzigd als volgt : «Uit-oefening in België van het beroep van advocaat dooradvocaten die onderdaan zijn van een lidstaat van deEuropese Unie».

    Er wordt bijgevolg voorgesteld het vrij verrichten vandiensten waarop Hoofdstuk I betrekking heeft, en devrijheid van vestiging waarop Hoofdstuk II betrekkingheeft, te behandelen onder dezelfde Titel 1bis.

  • 131120/001DOC 50

    C H A M B R E 3 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 3 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2000 2001

    Le Chapitre Ier concernera la libre prestation de ser-vices.

    Les articles 477bis à 477sexies du Code judiciaire,qui visent actuellement la libre prestation de services,sont remplacés par des textes nouveaux. Il a, en effet,paru opportun de profiter de la transposition de la di-rective précitée pour améliorer la lisibilité de ces dis-positions. Les modifications tendent donc principale-ment à clarifier et à restructurer les règles concernantcette matière.

    La libre prestation sera dorénavant visée par les ar-ticles 477bis à 477quater du même Code.

    L’actuel article 477ter du Code judiciaire qui devien-dra l’article 477ter, § 3, du même Code a été modifiépour mettre les avocats « communautaires » sur unpied d’égalité avec les avocats belges. L’objectif estd’être en parfaite conformité avec la directive du Con-seil des Communautés européennes du 22 mars 1977tendant à faciliter l’exercice effectif de la libre presta-tion de services par les avocats (transposée en droitbelge par la loi du 2 décembre 1982) et, par consé-quent, de répondre à un souhait de la Commission euro-péenne.

    L’actuel article 477sexies du Code judiciaire qui de-viendra l’article 477quater du même Code a égalementété modifié pour réaliser ce même objectif d’égalitéentre avocats « communautaires » et avocats belges,suite à une observation du Conseil d’État.

    En vertu de l’alinéa 1er, de l’actuel article 477sexies,l’article 458 du Code judiciaire n’est pas rendu appli-cable aux avocats établis dans un autre État de l’Uniondispensant des services sur le territoire belge.

    Le Conseil d’État estime que cela engendre une dis-crimination au détriment des avocats belges, qui sontsoumis à des règles plus strictes. Le Conseil d’Étatestime donc qu’il est nécessaire d’adapter le texte del’article 458 pour les avocats ressortissants d’un autreÉtat membre de l’Union.

    L’article 477quater, § 1er, alinéa 2, en projet tientcompte de cette observation.

    Le libre établissement, quant à lui, fera partie duChapitre II. Ce dernier comprendra les ar ticles477quinquies à 477nonies du Code judiciaire.

    Hoofdstuk I heeft betrekking op het vrij verrichtenvan diensten.

    De artikelen 477 bis tot 477 sexies van het Gerech-telijk Wetboek die thans betrekking hebben op het vrijverrichten van diensten, worden vervangen door nieuweteksten. Het leek inderdaad gepast om van de omzet-ting van voornoemde richtlijn gebruik te maken om deleesbaarheid van deze bepalingen te verbeteren. Dewijzigingen zijn hoofdzakelijk erop gericht de regelge-ving terzake te verduidelijken en te herstructureren.

    Het vrij verrichten van diensten wordt voortaan om-schreven in de artikelen 477bis tot 477quater van be-doeld Wetboek.

    Het huidige artikel 477ter van het Gerechtelijk Wet-boek, dat artikel 477ter, § 3, van hetzelfde Wetboekwordt, werd gewijzigd teneinde de «communautaire »advocaten op gelijke voet te plaatsen met de Belgischeadvocaten, zulks om in overeenstemming te zijn metde richtlijn van de Raad van de Europese Gemeen-schappen van 22 maart 1977 tot vergemakkelijking vande daadwerkelijke uitoefening door advocaten van hetvrije verrichten van diensten ( omgezet in Belgischrecht door de wet van 2 december 1982 ) en bijgevolgtegemoet te komen aan de wens van de EuropeseCommissie.

    Het huidige artikel 477sexies van het GerechtelijkWetboek, dat artikel 477quater van hetzelfde Wetboekwordt, is gewijzigd opdat, gelet op de opmerkingen vande Raad van State, advocaten die onderdaan zijn vaneen andere lidstaat van de Unie en Belgische advoca-ten op voet van gelijkheid zouden zijn geplaatst.

    Naar luid van het eerste lid van het huidige artikel477sexies, is artikel 458 van het Gerechtelijk Wetboekniet van toepassing op de advocaten die in een anderelidstaat van de Unie zijn gevestigd en op het Belgischegrondgebied diensten verstrekken.

    Volgens de Raad van State leidt zulks tot discrimi-natie ten nadele van de Belgische advocaten, voor wiestrengere regels gelden. Derhalve is het volgens deRaad van State vereist de tekst van artikel 458 aan tepassen met betrekking tot de advocaten die onderdaanzijn van een andere lidstaat van de Europese Unie.

    In het ontworpen artikel 477quater, tweede lid, ismet die opmerking rekening gehouden.

    De vrijheid van vestiging wordt behandeld in Hoofd-stuk II, en meer bepaald in de artikelen 477 quinquiestot 477nonies van het Gerechtelijk Wetboek.

  • 14 1120/001DOC 50

    C H A M B R E 3 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 3 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2000 2001

    L’article 477quinquies, § 1er, du Code judiciaire déli-mite le champ d’application ratione personae.

    Pourra exercer la profession d’avocat en Belgique àtitre permanent et, dans un premier temps, sous sontitre professionnel d’origine, toute personne, ressortis-sant d’un État membre de l’Union européenne et y ha-bilitée à porter le titre correspondant à celui d’avocat.Cette personne doit être pleinement qualifiée dans sonÉtat membre d’origine, compte tenu de la réglementa-tion locale. N’entrent de ce fait pas dans le champ d’ap-plication du présent projet, ni dans celui de la directiveprécitée d’ailleurs, les avocats stagiaires.

    L’article 477quinquies, § 2, du même Code trans-pose en droit belge les articles 3 et 4 de la directiveprécitée.

    Ainsi, en Belgique, l’avocat «communautaire» seratenu de s’inscrire auprès du conseil de l’Ordre, de luifournir l’attestation de son inscription auprès de l’auto-rité compétente de l’État membre d’origine, de mainte-nir son inscription auprès de cette dernière et d’exer-cer la profession sous son titre professionnel d’origine.

    L’attestation susvisée contiendra la mention des pro-cédures disciplinaires intentées dans l’État membred’origine. Les observations du Conseil d’État sur cedernier point n’ont pas été suivies. Le Conseil d’Étatestime que l’exigence de la mention des procéduresdisciplinaires doit être supprimée, celle-ci n’étant pasprévue par la directive précitée. Cette exigence, sou-haitée par les barreaux belges, a néanmoins été main-tenue dans un souci de protection des justiciables.Cette disposition fait, d’ailleurs, partie des recomman-dations du Conseil des barreaux de l’Union européennepour la transposition de la directive concernée (en an-nexe).

    Cet avocat « communautaire » sera également tenu,conformément à l’article 477quinquies, § 3, du mêmeCode, dans un souci de protection et d’information desconsommateurs et des tiers, de mentionner, dans tousles documents et pièces émis par lui dans le cadre deson activité professionnelle, donc chaque fois qu’il faitusage de sont titre: le barreau auquel il est inscrit enBelgique, son titre professionnel d’origine, l’organisa-tion professionnelle dont il relève dans l’État membred’origine ou la juridiction auprès de laquelle il est ad-mis en application de la législation de l’État membred’origine.

    Op grond van artikel 477quinquies, § 1, van het Ge-rechtelijk Wetboek wordt het toepassingsgebied afge-bakend ratione personae.

    Personen die onderdaan zijn van een lidstaat van deEuropese Unie en aldaar gerechtigd zijn een titel tevoeren welke overeenstemt met die van advocaat, kun-nen het beroep van advocaat in België aanvankelijkonder hun oorspronkelijke beroepstitel permanent uit-oefenen. Bedoelde personen moeten volledig bevoegdzijn, rekening houdend met de regelgeving in hun lid-staat van herkomst. Dit ontwerp en voornoemde richt-lijn zijn bijgevolg niet van toepassing op advocaten-stagiairs.

    Krachtens artikel 477quinquies, § 2, van hetzelfdeWetboek worden de artikelen 3 en 4 van voornoemderichtlijn in het Belgische recht omgezet.

    De advocaat die afkomstig is uit een lidstaat van deEuropese Unie moet zich in België bijgevolg bij de raadvan de Orde inschrijven, hem het bewijs voorleggenvan zijn inschrijving bij de bevoegde autoriteit van delidstaat van herkomst, zijn inschrijving bij laatstge-noemde handhaven en zijn beroep onder zijn oorspron-kelijke beroepstitel uitoefenen.

    In voornoemd bewijs wordt opgave gedaan van detuchtprocedures ingesteld in de lidstaat van oorsprong.Er is geen rekening gehouden met de opmerkingen vande Raad van State terzake. Volgens de Raad van Statemoet de verplichting om de tuchtprocedures te ver-melden worden geschrapt, aangezien daarin in de richt-lijn niet is voorzien. Deze vereiste, ingevoegd op ver-zoek van de Belgische balies, is evenwel behoudenmet het oog op de bescherming van de rechtzoeken-den. Deze bepalingen maakt trouwens deel uit van deaanbeveling van de Raad van balies van de EuropeseUnie met betrekking tot de omzetting van bedoelde richt-lijn (zie bijlage).

    Met het oog op de bescherming van en op deinformatieverstrekking aan consumenten en derdenmoet de «communautaire» advocaat krachtens artikel477quinquies, § 3, van hetzelfde Wetboek in alle docu-menten en stukken die door hem zijn opgemaakt in hetkader van zijn beroepsbezigheid, met andere woordentelkens wanneer hij zijn beroepstitel gebruikt, meldingmaken van : de balie waarbij hij in België is geschre-ven, zijn oorspronkelijke beroepstitel, de beroeps-organisatie waartoe hij in de lidstaat van herkomst be-hoort of het gerecht waarbij hij overeenkomstig dewettelijke regeling van de lidstaat van herkomst is toe-gelaten.

  • 151120/001DOC 50

    C H A M B R E 3 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 3 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2000 2001

    L’article 477sexies, § 1er, du Code judiciaire trans-pose l’article 5 de la directive précitée.

    Cet article 5 prescrit que l’avocat exerçant sous sontitre professionnel d’origine pratique les mêmes activi-tés professionnelles que l’avocat exerçant sous le titreprofessionnel approprié de l’État membre d’accueil.

    Cette disposition communautaire prévoit, en outre,que l’État membre d’accueil peut, pour l’exercice desactivités relatives à la représentation et à la défensed’un client en justice, imposer aux avocats « commu-nautaires » d’agir de concert, soit avec un avocat exer-çant auprès de la juridiction saisie soit avec un avouéexerçant auprès d’elle.

    En Belgique, pour les actes de représentation et dedéfense en justice, l’avocat « communautaire » seraprésenté, avant l’audience, au président de la juridic-tion devant laquelle il comparaît par un avocat inscritau tableau.

    Le rôle de l’avocat inscrit au tableau se limitera doncà la présentation de l’avocat « communautaire » à lajuridiction saisie sans entraîner de responsabilité dansson chef par rapport au dossier des justiciables.

    L’article 477sexies, § 2, transpose en droit positifl’article 6, alinéa 1er, de la directive précitée qui prévoitque l’avocat communautaire est soumis non seulementaux règles professionnelles et déontologiques de l’Étatmembre d’accueil mais également à celles de l’Étatmembre d’origine.

    L’article 477sexies, § 3, du Code judiciaire trans-pose l’article 6, alinéa 3, de la directive qui concernela couverture de la responsabilité professionnelle del’avocat « communautaire ».

    En Belgique, le conseil de l’Ordre pourra imposeraux avocats y exerçant leur profession sous leur titreprofessionnel d’origine, que leur responsabilité soit cou-verte par une assurance, si ceux ci ne disposent pasd’une couverture équivalente dans l’État membre d’ori-gine. Si l’équivalence de la couverture n’est que par-tielle, le conseil de l’Ordre pourra exiger la souscrip-tion d’une assurance complémentaire. Cependant, sila personne le demande, elle pourra fournir toute autregarantie complémentaire équivalente.

    Artikel 477sexies, § 1, van het Gerechtelijk Wetboekbetreft de omzetting van artikel 5 van voornoemde richt-lijn.

    Naar luid van artikel 5 oefent de onder zijn oorspron-kelijke beroepstitel werkzame advocaat dezelfde werk-zaamheden uit als de onder de relevante beroepstitelvan de lidstaat van ontvangst werkzame advocaat.

    Krachtens deze bepaling uit het Gemeenschapsrechtkan de lidstaat van ontvangst ter zake van de uitoefe-ning van de werkzaamheden die met de vertegenwoor-diging en de verdediging van een cliënt in rechte ver-band houden, een advocaat van een lidstaat van deEuropese Unie bovendien ertoe verplichten samen tewerken met een advocaat die bij de geadieerde rech-terlijke instantie optreedt of met een bij die rechterlijkeinstantie optredende «avoué».

    In België wordt de advocaat die onderdaan is vaneen andere lidstaat van de Unie op het stuk van han-delingen van vertegenwoordiging en verdediging voorhet begin van de terechtzitting aan het gerecht waarbijhij optreedt voorgesteld door een advocaat ingeschre-ven op het tableau.

    De rol van de advocaat ingeschreven op het tableauis dus beperkt tot het voorstellen aan het gerecht waarbijhij optreedt van de advocaat die onderdaan is van eenandere lidstaat van de Unie en heeft voor eerstge-noemde advocaat geen gevolgen met betrekking tothet dossier van de rechtzoekenden.

    Krachtens artikel 477sexies, § 2, wordt artikel 6,eerste lid, van voornoemde richtlijn omgezet in het po-sitieve recht op grond waarvan de betrokken advocaatniet enkel is onderworpen aan de beroeps- en gedrags-regels van de lidstaat van ontvangst, maar ook aan dievan de lidstaat van herkomst.

    Overeenkomstig artikel 477sexies, § 3, van het Ge-rechtelijk Wetboek wordt artikel 6, derde lid, van derichtlijn omgezet dat betrekking heeft op de beroeps-aansprakelijkheid van de advocaat die onderdaan isvan een andere lidstaat van de Europese Unie.

    In België kan de raad van de Orde de in ons landonder zijn oorspronkelijke beroepstitel werkzame ad-vocaat verplichten zijn aansprakelijkheid te dekken dooreen beroepsaansprakelijkheidsverzekering, indien hijover een gelijkwaardige dekking niet beschikt in de lid-staat van herkomst. Indien de dekking slechts gedeel-telijk gelijkwaardig is, kan de raad van de Orde eenaanvullende verzekering eisen. Indien de persoon zulksvraagt, kan hij evenwel een andere gedeeltelijke ga-rantie verstrekken die gelijkwaardig is.

  • 16 1120/001DOC 50

    C H A M B R E 3 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 3 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2000 2001

    L’article 477sexies, § 4, du Code judiciaire trans-pose en droit belge l’article 8 de la directive susmen-tionnée. Cette dernière disposition vise l’exercice de laprofession en qualité d’avocat salarié.

    Vu les observations émises par le Conseil d’État etafin d’établir une totale égalité entre les avocats bel-ges et les avocats « communautaires » l’article477sexies, § 4, du Code judiciaire reprend les termesde l’article 437, alinéa 1er, 4°, du même Code.

    Actuellement, les règles déontologiques (la déonto-logie relève des Ordres) n’admet pas qu’un avocat ins-crit au tableau ou à la liste des stagiaires puisse exer-cer ses activités d’avocat dans un quelconque lien desubordination.

    L’article 477septies transpose en droit belge l’article7 de la directive précitée, qui concerne les procéduresdisciplinaires.

    Les avocats exerçant en Belgique sous leur titre pro-fessionnel d’origine seront soumis aux Chapitres IV etV du Titre 1er du Livre III du Code judiciaire, qui con-cernent respectivement la discipline et les conseils dediscipline d’appel.

    Le régime disciplinaire des avocats belges leur estdonc applicable, outre celui de leur État d’origine.

    En cette matière, l’article 477septies prévoit uneétroite collaboration entre le bâtonnier et l’autorité com-pétente de l’État membre d’origine, comme l’exige ladirective précitée.

    L’article 477octies transpose en droit positif l’article11 de la directive précitée, qui concerne l’exercice engroupe de l’activité d’avocat.

    L’article 11 énonce certaines règles à appliquer im-pérativement lorsque l’exercice en groupe est permisdans l’État membre d’accueil pour les avocats de cetÉtat.

    En Belgique, l’exercice en groupe étant autorisé souscertaines conditions, les dispositions prévues à l’arti-cle 11 ont été textuellement reprises à l’article477octies.

    Op grond van artikel 477sexies, § 4, van het Ge-rechtelijk Wetboek wordt artikel 8 van voornoemde richt-lijn in het Belgische recht omgezet. Deze bepaling be-treft de uitoefening van het beroep van advocaat inloondienst.

    Gelet op de opmerkingen van de Raad van State enteneinde te voorzien in volledige gelijkwaardigheid tus-sen de Belgische advocaten en de advocaten die on-derdaan zijn van een andere lidstaat van de EuropeseUnie, zijn in artikel 477sexies, § 4, van het Gerechte-lijk Wetboek de woorden van artikel 437, eerste lid, 4°,van hetzelfde Wetboek overgenomen.

    Thans is het krachtens de deontologische regels (dedeontologie ressorteert onder de Orden) niet mogelijkdat een advocaat ingeschreven op het tableau of op delijst van stagiairs zijn werkzaamheden van advocaatuitoefent in het kader van een band van ondergeschikt-heid.

    Overeenkomstig artikel 477septies wordt artikel 7van voornoemde richtlijn betreffende de tuchtproceduresin het Belgische recht omgezet.

    De advocaten die in België onder hun oorspronke-lijke beroepstitel werkzaam zijn, worden onderworpenaan de Hoofdstukken IV en V van Titel 1 van Boek IIIvan het Gerechtelijk Wetboek, die respectievelijk be-trekking hebben op de tucht en op de tuchtraden vanberoep.

    Bijgevolg geldt voor hen niet enkel het tuchtstelselvan hun lidstaat van herkomst maar ook dat van deBelgische advocaten.

    Conform het bepaalde in voornoemde richtlijn voor-ziet artikel 477septies terzake in een nauwe samen-werking tussen de stafhouder en de bevoegde autori-teit van de lidstaat van herkomst.

    Artikel 11 van voornoemde richtlijn betreffende deberoepsuitoefening in groepsverband wordt krachtensartikel 477octies in het positieve recht omgezet.

    Artikel 11 bevat bepaalde regels die verplicht moe-ten worden toegepast wanneer de beroepsuitoefeningin groepsverband voor de advocaten van de lidstaatvan ontvangst van die Staat is toegestaan.

    Aangezien de beroepsuitoefening in groepsverbandin België onder bepaalde voorwaarden is toegestaan,is het bepaalde in artikel 11 letterlijk overgenomen inartikel 477octies.

  • 171120/001DOC 50

    C H A M B R E 3 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 3 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2000 2001

    L’article 11, § 5, offre cependant un choix à l’Étatmembre d’accueil. En effet, cette disposition prévoitque cet État peut - dans la mesure où il interdit auxavocats exerçant sous leur propre titre professionnel,l’exercice de la profession d’avocat au sein d’un groupecomportant des personnes extérieures à la profession- refuser à un avocat inscrit sous son titre profession-nel d’origine d’exercer sur son territoire en qualité demembre d’un tel groupe.

    La Belgique a choisi de faire usage de cette restric-tion et propose de permettre aux autorités du barreau,seules compétentes en ce qui concerne la déontolo-gie, de refuser l’établissement en Belgique d’avocatsqui exercent leurs activités au sein d’un groupe com-portant des personnes extérieures à la profession.

    L’avis du Conseil d’État n’a pas été suivi en ce qu’ilexige que les formes juridiques d’un groupe d’avocatset d’une succursale, ainsi que les règles fondamenta-les qui régissent la profession d’avocat soit clairementindiquées afin que celles-ci ne varient pas d’un arron-dissement judiciaire à l’autre.

    Le Code judiciaire donne une large autonomie auxOrdres et confie à eux seuls la compétence de fixerles règles qui gouvernent la profession. Seules quel-ques règles fondamentales, notamment l’indépendancede l’avocat, la dignité, la probité et la délicatesse de laprofession, sont imposées par le Législateur.

    Il appartient, d’ailleurs toujours, dans l’état actuelde la législation, au Conseil général de l’Ordre nationaldes avocats d’unifier les règles et usages de la profes-sion (article 494).

    Fixer ces règles dans le cadre de la transposition dela directive précitée irait à l’encontre de la philosophiedu Code judiciaire et engendrerait, en outre, au profitdes avocats « communautaires » une discrimination àrebours. L’avocat « communautaire » qui souhaite s’ins-crire à un Ordre se renseignera, tout comme le fait unavocat belge, sur les règles en vigueur au sein de cetOrdre.

    Artikel 11, § 5, geeft de keuze aan de lidstaat vanherkomst. Deze bepaling voorziet inderdaad erin datdeze lidstaat een onder zijn oorspronkelijke beroeps-titel ingeschreven advocaat het recht kan ontzeggen inde hoedanigheid van lid van een groep waarvan buitenhet beroep staande personen deel uitmaken op hetgrondgebied van die lidstaat werkzaam te zijn, voorzo-ver deze lidstaat aan de advocaten die aldaar onderhun eigen beroepstitel werkzaam zijn, niet toelaat hetberoep van advocaat uit te oefenen in een dergelijkegroep.

    België heeft ervoor gekozen gebruik te maken vandeze beperking en stelt voor aan de overheden van debalies, bevoegd inzake deontologie, de mogelijkheid tebieden om de vestiging in België van advocaten te wei-geren die hun activiteiten uitoefenen in een groep waar-van buiten het beroep staande personen deel uitma-ken.

    De Raad van State heeft in zijn advies gesteld datde rechtsvorm van een groep van advocaten of vaneen filiaal, alsmede de basisregels die het beroep vanadvocaat beheersen duidelijk moesten worden vastge-steld, teneinde te voorkomen dat zij zouden verschil-len naar gelang van het gerechtelijk arrondissement.Bedoeld advies is niet gevolgd.

    Het Gerechtelijk Wetboek kent aan de Orden eenruime autonomie toe en verleent enkel voornoemdeOrden de bevoegdheid de regels vast te stellen die ophet beroep van toepassing zijn. De wetgever legt al-leen een aantal basisregels op, inzonderheid de onaf-hankelijkheid van de advocaat, de waardigheid, derechtschapenheid en de kiesheid van het beroep.

    In de huidige stand van de wetgeving komt het ove-rigens nog steeds de algemene raad van de NationaleOrde van Advocaten toe eenheid te brengen in de re-gels en gebruiken van het beroep van advocaat.

    De nadere omschrijving van deze regels in het ka-der van de omzetting van voornoemde richtlijn zou strij-dig zijn met de geest van het Gerechtelijk Wetboek enzou ten aanzien van de advocaten die onderdaan zijnvan een andere lidstaat van de Europese Unie trou-wens leiden tot een omgekeerde discriminatie. De ad-vocaat die onderdaan is van een andere lidstaat vande Unie en zich wenst in te schrijven bij een Orde moetinformeren naar de regels welke binnen die Orde gel-den, zoals trouwens het geval is voor een Belgischeadvocaat.

  • 18 1120/001DOC 50

    C H A M B R E 3 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 3 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2000 2001

    L’article 477nonies transpose en droit positif l’article10 de la directive précitée, lequel concerne l’intégra-tion de l’avocat « communautaire ».

    L’avocat exerçant en Belgique sous son titre profes-sionnel d’origine pourra, moyennant le respect de cer-taines conditions, être assimilé à un avocat belge.

    Deux hypothèses sont prévues par la directive. El-les sont reprises dans le présent projet, la première àl’article 477nonies, § 1er, du Code judiciaire. La secondeà l’article 477nonies, § 2, du même Code. Toutes deuxsupposent une activité effective et régulière d’au moinstrois ans en Belgique.

    L’article 477nonies, § 1er, du Code judiciaire visel’avocat « communautaire » qui justifie d’une activitéeffective et régulière non seulement d’une durée mini-male de trois ans en Belgique mais également dans ledomaine du droit belge, y compris le droit communau-taire.

    Cet avocat pourra porter le titre belge d’avocat, enexercer la profession et dans ce but solliciter son ins-cription au tableau de l’Ordre, s’il fournit au conseil del’Ordre, la preuve de cette activité.

    L’article 477nonies, § 2, du Code judiciaire vise l’avo-cat « communautaire » qui justifie d’une activité effec-tive et régulière d’une durée minimale de trois ans enBelgique mais d’une durée inférieure dans le domainedu droit belge.

    Cet avocat pourra être assimilé à un avocat belges’il obtient l’appréciation favorable du Conseil de l’Or-dre. Cette appréciation se basera notamment sur lerésultat d’un entretien avec le bâtonnier.

    Overeenkomstig artikel 477nonies wordt artikel 10van voornoemde richtlijn, dat betrekking heeft op degelijkstelling van de advocaat uit de Europese Unie, inhet positieve recht omgezet.

    De advocaat die in België onder zijn oorspronkelijkeberoepstitel werkzaam is, kan onder bepaalde voor-waarden met een Belgische advocaat worden gelijkge-steld.

    De richtlijn voorziet in twee gevallen. In dit ontwerpworden zij respectievelijk opgenomen in ar tikel477nonies, § 1, en in artikel 477nonies, § 2, van hetGerechtelijk Wetboek. Beide gevallen onderstellen eenwerkelijke en regelmatige werkzaamheid in België ge-durende ten minste drie jaar.

    Artikel 477nonies, § 1, van het Gerechtelijk Wet-boek heeft betrekking op de advocaat uit een Euro-pese lidstaat die kan bewijzen dat hij in België werke-lijk en regelmatig en gedurende ten minste drie jaareen werkzaamheid heeft verricht op het stuk van hetBelgisch recht, met inbegrip van het Gemeenschaps-recht.

    Betrokken advocaat kan de titel van Belgisch advo-caat voeren, dat beroep uitoefenen en met het oogdaarop om zijn inschrijving op het tableau verzoekenindien hij aan de raad van de Orde het bewijs van diewerkzaamheid kan leveren.

    Artikel 477nonies, § 2, van het Gerechtelijk Wet-boek heeft betrekking op de advocaat uit een Euro-pese lidstaat die kan bewijzen dat hij in België werke-lijk en regelmatig een werkzaamheid gedurende tenminste drie jaar heeft verricht, maar voor een kortereduur met betrekking tot het Belgisch recht.

    Betrokken advocaat kan met een Belgische advo-caat worden gelijkgesteld op voorwaarde dat de raadvan de Orde terzake gunstig oordeelt. Zulks geschiedtinzonderheid op grond van een gesprek met de staf-houder.

  • 191120/001DOC 50

    C H A M B R E 3 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 3 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2000 2001

    L’article 477nonies, § 4, du Code judiciaire vise lesconditions dans lesquelles l’inscription au tableau peutêtre refusée. La demande d’inscription peut être reje-tée, notamment, s’il apparaît que l’ordre public est at-teint en raison d’incidents. Cette notion vise tout évé-nement, contraire à l’ordre public, dans lequel l’avocataurait été impliqué. Le conseil de l’Ordre pourrait doncne pas accorder l’inscription à l’avocat qui aurait com-mis un acte ou un comportement contraire aux princi-pes de dignité, de probité et de délicatesse qui font labase de la profession, conformément à l’article 456 duCode judiciaire.

    MESDAMES, MESSIEURS,

    Le Gouvernement a la conviction que vous réserve-rez un accueil favorable à ce projet de loi, puisqu’iltranspose dans la législation belge la directive préci-tée d’une façon tout à fait conforme au droit européenet sans pour autant introduire de dispositions exorbi-tantes du droit national.

    Le ministre de la Justice,

    Marc VERWILGHEN

    Artikel 477nonies, § 4, van het Gerechtelijk Wet-boek betreft de voorwaarden onder welke de inschrij-ving op het tableau kan worden geweigerd. De vraagop het tableau te worden ingeschreven kan worden ge-weigerd als inzonderheid wegens incidenten de open-bare orde in het gedrang is gebracht. De notie «inci-denten» betreft alle gebeurtenissen die strijdig zijn metde openbare orde en waarbij een advocaat betrokkenzou zijn geweest. Bijgevolg zou de raad van de Ordegeen inschrijving kunnen verlenen aan een advocaatdie een daad heeft gesteld die of blijk heeft gegevenvan gedrag dat strijdig is met de beginselen van waar-digheid, rechtschapenheid en kiesheid die overeenkom-stig artikel 456 van het Gerechtelijk Wetboek aan hetberoep ten grondslag liggen.

    DAMES EN HEREN,

    De Regering is ervan overtuigd dat u dit ontwerpvan wet gunstig zal beoordelen, aangezien het voor-noemde richtlijn in het Belgisch recht omzet op eenwijze die overeenkomt met het Europees recht en zon-der dat in het nationaal recht evenwel buitensporigebepalingen worden ingevoegd.

    De minister van Justitie,

    Marc VERWILGHEN

  • 20 1120/001DOC 50

    C H A M B R E 3 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 3 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2000 2001

    pp3348j(avp)-DP2

    AVANT-PROJET DE LOI

    soumis à l’avis du Conseil d’État

    avant-projet de loi visant à la transposition de ladirective 98/5/CE du Parlement européen et du

    Conseil du 16 février 1998 visant à faciliter l’exercice permanent de la profession d’avocat

    dans un Etat membre autre que celuioù la qualification a été acquise

    Article 1er

    La présente loi règle une matière visée à l’article 77 de laConstitution.

    Art. 2

    L’article 428, alinéa 1er, du Code judiciaire, est remplacé parl’alinéa suivant :

    « Nul ne peut porter le titre d’avocat ni en exercer la profes-sion s’il n’est Belge ou ressortissant d’un État membre de l’Unioneuropéenne, porteur du diplôme de docteur ou de licencié endroit, s’il n’a prêté le serment déterminé par la loi et s’il n’estinscrit au tableau de l’Ordre ou sur la liste des stagiaires.».

    Art. 3

    Dans l’article 429, alinéa 1er, du même Code, les mots «duserment de l’avocat» sont insérés entre les mots «réception»et «a».

    Art. 4

    A l’article 430 du même Code, sont apportées les modifica-tions suivantes :

    a) sous le point 1, alinéa 1er, les mots «, une liste des avo-cats qui exercent leur profession sous le titre professionnel d’unautre État membre de l’Union européenne» sont insérés entreles mots «avocats» et «et»;

    b) le même point, alinéa 2, est remplacé par le texte suivant :

    «Le tableau et les listes sont affichés et publiés par les soinsdu bâtonnier, qui veille à leur mise à jour.»;

    VOORONTWERP VAN WET

    onderworpen aan het advies van de Raad van State

    voorontwerp van wet tot omzetting van richtlijn98/5/EG van het Europees Parlement en van de

    Raad van 16 februari 1998 ter vergemakkelijkingvan de permanente uitoefening van het beroep

    van advocaat in een andere lidstaat dan die waarde beroepskwalificatie is verworven

    Artikel 1

    Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel77 van de Grondwet.

    Art. 2

    Artikel 428, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek wordtvervangen door het volgende lid :

    « Niemand kan de titel van advocaat voeren of het beroepvan advocaat uitoefenen indien hij geen Belg of onderdaan vaneen Lidstaat van de Europese Unie is, niet in het bezit is vanhet diploma van doctor of licentiaat in de rechten, niet de bij dewet voorgeschreven eed heeft afgelegd en niet is ingeschre-ven op het tableau van de Orde of op de lijst van de stagiairs.».

    Art. 3

    In artikel 429, eerste lid, van hetzelfde Wetboek worden tus-sen de woorden «aanneming» en «heeft» de woorden «van deeedaflegging van de advocaat» ingevoegd.

    Art. 4

    In artikel 430 van hetzelfde Wetboek worden de volgendewijzigingen aangebracht :

    a) in het eerste lid van punt 1 worden tussen de woorden«advocaten» en «en» de woorden «, een lijst van de advocatendie hun beroep uitoefenen onder de beroepstitel van een an-dere Lidstaat van de Europese Unie» ingevoegd;

    b) het tweede lid van hetzelfde punt wordt vervangen doorde volgende bepaling :

    «Het tableau en de lijsten worden aangeplakt door toedoenvan de stafhouder, die ervoor zorgt dat zij worden bijgewerkt.»;

  • 211120/001DOC 50

    C H A M B R E 3 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 3 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2000 2001

    c) le point 2, alinéa 2, est remplacé par l’alinéa suivant :

    «L’Ordre français des avocats du barreau de Bruxelles estcomposé des avocats ayant leur cabinet dans l’arrondissementadministratif de Bruxelles-Capitale et qui ont obtenu leur ins-cription au tableau, à la liste des avocats qui exercent leur pro-fession sous le titre professionnel d’un autre État membre del’Union européenne ou, depuis deux ans, à la liste des stagiai-res.»;

    d) le même point, alinéa 3, est remplacé par l’alinéa suivant :

    «L’Ordre néerlandais des avocats du barreau de Bruxellesest composé des avocats ayant leur cabinet dans l’arrondisse-ment administratif de Bruxelles-Capitale et dans l’arrondisse-ment administratif de Hal-Vilvorde et qui ont obtenu leur inscrip-tion au tableau, à la liste des avocats qui exercent leur professionsous le titre professionnel d’un autre État membre de l’Unioneuropéenne ou, depuis deux ans, à la liste des stagiaires.»;

    e) le même point, alinéa 4, est remplacé par l’alinéa suivant :

    «L’Ordre français des avocats du barreau de Bruxelles dressela liste des avocats qui exercent leur profession sous le titreprofessionnel d’un autre État membre de l’Union européenne etla liste des stagiaires, qui ont installé leur cabinet dans l’arron-dissement administratif de Bruxelles-Capitale.»;

    f) le même point, alinéa 5, est remplacé par l’alinéa suivant :

    «L’Ordre néerlandais des avocats du barreau de Bruxellesdresse la liste des avocats qui exercent leur profession sous letitre professionnel d’un autre État membre de l’Union européenneet la liste des stagiaires, qui ont installé leur cabinet dans lesarrondissements administratifs de Bruxelles-Capitale et de Hal-Vilvorde.».

    Art. 5

    Dans l’article 431 du même Code, les mots «, à la liste desavocats qui exercent leur profession sous le titre professionneld’un autre État membre de l’Union européenne» sont insérésentre les mots «tableau» et «ou».

    Art. 6

    L’article 432, alinéa 1er, du même Code, est remplacé parl’alinéa suivant :

    «Les inscriptions au tableau, à la liste des avocats qui exer-cent leur profession sous le titre professionnel d’un autre Étatmembre de l’Union européenne et au stage sont décidées parle conseil de l’Ordre, maître du tableau, de la liste précitée et dela liste des stagiaires.».

    c) het tweede lid van punt twee wordt vervangen door hetvolgende lid :

    «De Franse Orde van advocaten bij de balie te Brussel be-staat uit de advocaten die hun kantoor hebben in het admini-stratief arrondissement Brussel-Hoofdstad en die zijn ingeschre-ven op het tableau, op de lijst van de advocaten die hun beroepuitoefenen onder de beroepstitel van een andere Lidstaat vande Europese Unie of, sedert twee jaar, op de lijst van destagiairs.»;

    d) het derde lid van hetzelfde punt wordt vervangen door hetvolgende lid :

    «De Nederlandse Orde van advocaten bij de balie te Brus-sel bestaat uit de advocaten die hun kantoor hebben in het ad-ministratief arrondissement Brussel-Hoofdstad en in het admi-nistratief arrondissement Halle-Vilvoorde en die zijningeschreven op het tableau, op de lijst van de advocaten diehun beroep uitoefenen onder de beroepstitel van een andereLidstaat van de Europese Unie of, sedert twee jaar, op de lijstvan de stagiairs.»;

    e) het vierde lid van hetzelfde punt wordt vervangen door hetvolgende lid :

    «De Franse Orde van advocaten bij de balie te Brussel maaktde lijst op van de advocaten die hun beroep uitoefenen onderde beroepstitel van een andere Lidstaat van de Europese Unie,alsook de lijst van de stagiairs die hun kantoor gevestigd heb-ben in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad.»;

    f) het vijfde lid van hetzelfde punt wordt vervangen door hetvolgende lid :

    «De Nederlandse Orde van advocaten bij de balie te Brus-sel maakt de lijst op van de advocaten die hun beroep uitoefe-nen onder de beroepstitel van een andere Lidstaat van de Eu-ropese Unie, alsook de lijst van de stagiairs die hun kantoorgevestigd hebben in de administratieve arrondissementen Brus-sel-Hoofdstad en Halle-Vilvoorde.».

    Art. 5

    In artikel 431 van hetzelfde Wetboek worden tussen de woor-den «tableau» en «of» de woorden «, op de lijst van de advoca-ten die hun beroep uitoefenen onder de beroepstitel van eenandere Lidstaat van de Europese Unie» ingevoegd.

    Art. 6

    Artikel 432, eerste lid, van hetzelfde Wetboek wordt vervan-gen door het volgende lid :

    «Over de inschrijving op het tableau, op de lijst van de advo-caten die hun beroep uitoefenen onder de beroepstitel van eenandere Lidstaat van de Europese Unie en voor de stage beslistde raad van de Orde, die meester is over het tableau, over voor-noemde lijst en over de lijst van de stagiairs.».

    pp3348j(avp)-DP2

  • 22 1120/001DOC 50

    C H A M B R E 3 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 3 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2000 2001

    Art. 7

    L’article 434 du même Code, est remplacé par la dispositionsuivante :

    «Art. 434. Pour être inscrit au tableau de l’Ordre, il est né-cessaire d’avoir accompli trois ans de stage ou, pour les per-sonnes inscrites à la liste des avocats qui exercent leur profes-sion sous le titre professionnel d’un autre État membre de l’Unioneuropéenne, de remplir les conditions fixées à l’article477nonies.».

    Art. 8

    Dans l’article 437, alinéa 2, du même Code, les mots «, de laliste des avocats qui exercent leur profession sous le titre pro-fessionnel d’un autre État membre de l’Union européenne» sontinsérés entre les mots «tableau» et «ou».

    Art. 9

    Dans l’article 439 du même Code, les mots «, à la liste desavocats qui exercent leur profession sous le titre professionneld’un autre État membre de l’Union européenne» sont insérésentre les mots «Ordre» et «ou».

    Art. 10

    Dans l’article 443, alinéa 1er, du même Code, les mots «, auxavocats qui exercent leur profession sous le titre professionneld’un autre État membre de l’Union européenne, » sont insérésentre les mots «tableau, » et «aux».

    Art. 11

    Dans l’article 449 du même Code, les mots «de seize mem-bres si le nombre des avocats inscrits au tableau et à la listedes stagiaires est de cinq cents ou au-dessus; » sont rempla-cés par les mots «de seize membres si le nombre des avocatsinscrits au tableau, à la liste des avocats qui exercent leur pro-fession sous le titre professionnel d’un autre État membre del’Union européenne et à la liste des stagiaires est de cinq centsou au-dessus;».

    Art. 12

    A l’article 450 du même Code, sont apportées les modifica-tions suivantes :

    a) dans l’alinéa 1er, les mots «, à la liste des avocats quiexercent leur profession sous le titre professionnel d’un autreÉtat membre de l’Union européenne » sont insérés entre lesmots «tableau» et «ou» ;

    Art. 7

    Artikel 434 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door devolgende bepaling :

    «Art. 434. Om op het tableau van de Orde te worden inge-schreven, moeten drie jaar stage worden verricht of voor per-sonen ingeschreven op de lijst van de advocaten die hun be-roep uitoefenen onder de beroepstitel van een andere Lidstaatvan de Europese Unie, moet voldaan zijn aan de voorwaardengesteld in artikel 477nonies.».

    Art. 8

    In artikel 437, tweede lid, van hetzelfde Wetboek worden tus-sen de woorden «tableau» en «of» de woorden «, van de lijstvan de advocaten die hun beroep uitoefenen onder de beroeps-titel van een andere Lidstaat van de Europese Unie» ingevoegd.

    Art. 9

    In artikel 439 van hetzelfde Wetboek worden tussen de woor-den «Orde» en «of» de woorden «, op de lijst van de advocatendie hun beroep uitoefenen onder de beroepstitel van een an-dere Lidstaat van de Europese Unie» ingevoegd.

    Art. 10

    In artikel 443, eerste lid, van hetzelfde Wetboek worden tus-sen de woorden «advocaten, » en «de» de woorden «, de ad-vocaten die hun beroep uitoefenen onder de beroepstitel vaneen andere Lidstaat van de Europese Unie, » ingevoegd.

    Art. 11

    In artikel 449 van hetzelfde Wetboek worden de woorden «uit zestien leden, indien vijfhonderd of meer advocaten inge-schreven zijn op het tableau en op de lijst van stagiairs;» ver-vangen door de woorden «uit zestien leden, indien vijfhonderdof meer advocaten ingeschreven zijn op het tableau, op de lijstvan de advocaten die hun beroep uitoefenen onder de beroeps-titel van een andere Lidstaat van de Europese Unie en op delijst van de stagiairs;».

    Art. 12

    In artikel 450 van hetzelfde Wetboek worden de volgendewijzigingen aangebracht :

    a) in het eerste lid worden tussen de woorden «op het ta-bleau ingeschreven advocaten» en «en alle» de woorden «, alleadvocaten ingeschreven op de lijst van de advocaten die hunberoep uitoefenen onder de beroepstitel van een andere Lid-staat van de Europese Unie» ingevoegd;

  • 231120/001DOC 50

    C H A M B R E 3 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 3 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2000 2001

    b) l’alinéa 2 est complété comme suit :

    «ou à la liste des avocats qui exercent leur profession sousle titre professionnel d’un autre État membre de l’Union euro-péenne.».

    Art. 13

    Dans l’article 468 du même Code, les mots «sont motivéeset» sont insérés entre les mots «acquittement,» et «sont».

    Art. 14

    Dans l’article 471, alinéa 1er, du même Code, les mots «surune liste des avocats qui exercent leur profession sous le titreprofessionnel d’un autre État membre de l’Union européenneou» sont insérés entre les mots «porté» et «sur».

    Art. 15

    Le Titre Ier bis du Livre III du même Code, comprenant lesarticles 477bis à 477sexies, est remplacé par les dispositionssuivantes :

    «TITRE Ierbis. DE L’EXERCICE EN BELGIQUE DE LA PRO-FESSION D’AVOCAT PAR DES AVOCATS RESSORTIS-SANTS D’UN ÉTAT MEMBRE DE L’UNION EUROPÉENNE

    CHAPITRE IER

    De la libre prestation de services

    Article 477bis. § 1er. Toute personne, ressortissant d’un Étatmembre de l’Union européenne et y habilitée à porter le titrecorrespondant à celui d’avocat, conformément aux directivesde l’Union européenne, peut faire usage de ce titre en Belgique.

    La personne visée à l’alinéa 1er, est celle qui, dans l’Étatmembre de provenance, est habilitée par l’autorité compétentede cet État membre à y exercer la profession sous le titre cor-respondant au titre d’avocat, après avoir reçu la formation ouaccompli toutes les formalités d’effet équivalent, telles que cel-les-ci peuvent être imposées par la législation de cet État mem-bre.

    § 2. La personne visée au §1er, doit, lors d’une prestation deservice en Belgique, faire usage de son titre exprimé dans la oul’une des langues de l’État membre dans lequel elle est établie,avec l’indication de l’organisation professionnelle dont elle re-lève ou de la juridiction auprès de laquelle elle est admise enapplication de la législation de cet État.

    Il peut lui être demandé, lors de cette prestation, d’établir saqualité d’avocat.

    b) het tweede lid wordt aangevuld als volgt :

    «of uit de lijst van de advocaten die hun beroep uitoefenenonder de beroepstitel van een andere Lidstaat van de Euro-pese Unie.».

    Art. 13

    In artikel 468 van hetzelfde Wetboek worden tussen dewoorden «tuchtzaken,» en «gewezen» de woorden «die metredenen moeten worden omkleed,» ingevoegd.

    Art. 14

    In artikel 471, eerste lid, van hetzelfde Wetboek worden tus-sen de woorden «of» en «op» de woorden «op een lijst vanadvocaten die hun beroep uitoefenen onder de beroepstitel vaneen andere Lidstaat van de Europese Unie of» ingevoegd.

    Art. 15

    Titel Ibis van Boek III van hetzelfde Wetboek, dat de artike-len 477bis tot 477sexies bevat, wordt vervangen door de vol-gende bepalingen :

    «TITEL Ibis. UITOEFENING IN BELGIË VAN HET BEROEPVAN ADVOCAAT DOOR ADVOCATEN DIE ONDERDAANZIJN VAN EEN LIDSTAAT VAN DE EUROPESE UNIE

    HOOFDSTUK I

    Vrij verrichten van diensten

    Artikel 477bis. § 1. Personen die onderdaan zijn van een Lid-staat van de Europese Unie en aldaar overeenkomstig de richt-lijnen van de Europese Unie gerechtigd zijn een titel te voerenwelke overeenstemt met die van advocaat, kunnen in Belgiëvan die titel gebruik maken.

    De persoon bedoeld in het eerste lid is diegene die, in deLidstaat van herkomst gerechtigd is door de bevoegde over-heid van deze Lidstaat er zijn beroep uit te oefenen onder detitel die overeenstemt met die van advocaat, na een opleiding tehebben genoten of alle formaliteiten met een gelijkwaardig ef-fect te hebben vervuld die door de wetgeving van deze Lidstaatkunnen worden opgelegd.

    § 2. De in de eerste paragraaf bedoelde personen moeten bijhet verrichten van een dienst in België gebruik maken van huntitel uitgedrukt in de taal of in een van de talen van de Lidstaatwaar zij gevestigd zijn, alsook melding maken van de beroeps-organisatie waarvan zij afhangen of van het gerecht waarbij zijvolgens de wettelijke regeling van die Staat zijn toegelaten.

    Bij die dienstverlening kan hen worden gevraagd van hunhoedanigheid van advocaat te doen blijken.

  • 24 1120/001DOC 50

    C H A M B R E 3 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 3 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 2000 2001

    Article 477ter. § 1er. Toute personne visée à l’article 477bispeut accomplir en Belgique les mêmes activités professionnel-les que les membres des barreaux belges.

    Pour les actes de représentation et de défense en justice,celle-ci est cependant tenue :

    1° d’agir de concert avec un avocat inscrit au tableau;

    2° d’être introduite avant l’audience par cet avocat :

    a) auprès du bâtonnier du barreau dans lequel la juridictiona son ressort;

    b) auprès du président de la juridiction devant laquelle ellese présente.

    § 2. Sans préjudice des obligations qui leur incombent dansl’État membre de provenance, les activités professionnelles despersonnes visées à l’article 477bis sont exercées selon les rè-gles, quelle qu’en soit la source, qui régissent la profession enBelgique, à l’exclusion de toute condition de résidence ou d’ins-cription.

    Pour les activités étrangères à la représentation et à la dé-fense en justice, ces personnes sont, sans préjudice des con-ditions et règles professionnelles de l’État membre de prove-nance, soumises aux règles visées à l’alinéa 1er, pour autantque :

    1° celles-ci puissent être observées par un avocat non éta-bli en Belgique;

    2° leur observation se justifie objectivement pour assurerl’exercice correct des activités d’avocat, la dignité de la profes-sion et le respect des incompatibilités.

    § 3. Les personnes visées à l’article 477bis ne peuvent exer-cer la profession en qualité d’avocat salarié d’un autre avocat,d’une association ou société d’avocats, ou d’une entreprisepublique ou privée que si cette activité salariée ne met en périlni l’indépendance de l’avocat, ni la dignité du barreau.

    Article 477quater. Les articles 445 et 761 ainsi que les dis-positions du chapitre IV, hormis les articles 458 et 471, et duchapitre V du Titre Ier du Livre III sont applicables aux person-nes visées à l’article 477bis, sans préjudice des règles profes-sionnelles et déontologiques a