48
CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS 198 DOC 50 0182/001 DOC 50 0182/001 CHAMBRE 2e SESSION DE LA 50e LÉGISLATURE KAMER 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE 1999 2000 20 oktober 1999 20 octobre 1999 PROJET DE LOI WETSONTWERP betreffende grensoverschrijdende geldoverschrijvingen (*) relatif aux virements d’argent transfrontaliers (*)

DOC 50 0182/001 DOC 50 0182/001 · 2010-12-08 · théorie, on aurait pu imaginer de prendre des mesures allant beaucoup plus loin mais compte tenu du fait qu’il s’agit ici de

Embed Size (px)

Citation preview

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS

DE BELGIQUE

BELGISCHE KAMER VAN

VOLKSVERTEGENWOORDIGERS

198

DOC 50 0182/001DOC 50 0182/001

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

20 oktober 1999 20 octobre 1999

PROJET DE LOIWETSONTWERP

betreffende grensoverschrijdendegeldoverschrijvingen (*)

relatif aux virementsd’argent transfrontaliers (*)

2 0182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

Abréviations dans la numérotation des publications :

DOC 50 0000/000 : Document parlementaire de la 50elégislature, suivi du n° et du n° consécutif

QRVA : Questions et Réponses écritesHA : Annales (Compte Rendu Intégral)CRA : Compte Rendu AnalytiquePLEN : Séance plénièreCOM : Réunion de commission

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 50 0000/000: Parlementair document van de 50e zittingsperiode +het nummer en het volgnummer

QRVA : Schriftelijke Vragen en AntwoordenHA : Handelingen (Integraal Verslag)BV : Beknopt VerslagPLEN : PlenumCOM : Commissievergadering

Publications officielles éditées par la Chambre des représentantsCommandes :

Place de la Nation 21008 Bruxelles

Tél. : 02/ 549 81 60Fax : 02/549 82 74

www.laChambre.bee-mail : [email protected]

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigersBestellingen :Natieplein 21008 BrusselTel. : 02/ 549 81 60Fax : 02/549 82 74www.deKamer.bee-mail : [email protected]

AGALEV-ECOLO : Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originalesCVP : Christelijke VolkspartijFN : Front NationalPRL FDF MCC : Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le ChangementPS : Parti socialistePSC : Parti social-chrétienSP : Socialistische PartijVLAAMS BLOK : Vlaams BlokVLD : Vlaamse Liberalen en DemocratenVU&ID : Volksunie&ID21

30182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

EXPOSE DES MOTIFS

INTRODUCTION

Le projet de loi qui vous est soumis, vise la transpo-sition de la directive 97/5/CE du Parlement européen etdu Conseil du 27 janvier 1997 concernant les virementstransfrontaliers.

Conformément aux considérants de cette directive,il est essentiel pour les particuliers et notre économie,notamment pour les petites et moyennes entreprises,de pouvoir effectuer des virements rapides, fiables etpeu coûteux entre les différentes parties de la Commu-nauté. Le but de la directive est, dès lors, d’améliorerles services afférents aux virements transfrontaliers.

Comme il s’agit, en l’occurrence d’instaurer un sys-tème grâce auquel, par essence, un certain nombred’aspects des virements transfrontaliers sont réglés, letexte de la directive laisse aux États membres très peude possibilités d’option ou de choix malgré le fait qu’ellene se prononce pas sur un certain nombre de ques-tions, cependant essentielles. En d’autres termes, in-dépendamment de l’adaptation habituelle de la termi-nologie au droit belge, la liberté de mouvement desÉtats membres est limitée aux articles 10 et 11 de ladirective, ce qui signifie que le législateur doit se limi-ter, en première instance, à la simple transposition. Enthéorie, on aurait pu imaginer de prendre des mesuresallant beaucoup plus loin mais compte tenu du fait qu’ils’agit ici de préciser des flux dans le contexte interna-tional, il semble indiqué de se limiter en première ins-tance aux dispositions décrites.

Tout ceci a pour conséquence que le projet de loi,qui se limite nécessairement rationae loci au territoirebelge, peut influer de différentes manières sur un vire-ment transfrontalier. Il va de soi que la loi est d’applica-tion quand le donneur d’ordre ou le bénéficiaire d’unvirement d’argent transfrontalier se situe en Belgique,mais la loi belge peut aussi être appelée à s’appliquerquand ni le donneur d’ordre ni le bénéficiaire ne se trou-vent dans notre pays mais que le virement transfrontalierde sommes d’argent transite par une institution établieen Belgique. On reviendra sur ce point dans le cadreda la discussion des articles.

MEMORIE VAN TOELICHTING

INLEIDING

Het wetsontwerp dat u wordt voorgelegd beoogt deomzetting van de richtlijn 97/5/EG van het EuropeesParlement en de Raad van 27 januari 1997 betreffendegrensoverschrijdende overschrijvingen.

Luidend de overwegingen van deze richtlijn is het voorparticulieren en het bedrijfsleven, met name voor kleineen middelgrote ondernemingen, van het allergrootstebelang snel, betrouwbaar en goedkoop tussen verschil-lende delen van de Gemeenschap overschrijvingen tekunnen verrichten. Het doel van de richtlijn bestaat erdan ook in een verbetering te brengen in de dienstenvoor grensoverschrijdende overschrijvingen.

Aangezien het hier gaat om de invoering van een stel-sel waarbij, uit de aard van de aangelegenheid, eenaantal grensoverschrijdende aspecten geregeld worden,laat de tekst van de richtlijn aan de Lidstaten zeer wei-nig keuze en optiemogelijkheden over en dit, ondankshet feit dat hij geen uitspraak doet over een aantal, niet-temin essentiële aangelegenheden. Met andere woor-den, buiten de klassieke aanpassing van de terminolo-gie naar Belgisch recht, is de bewegingsruimte van deLidstaten beperkt tot de artikelen 10 en 11 van de richt-lijn, hetgeen betekent dat de wetgever zich in eersteinstantie dient te beperken tot de loutere omzetting. Intheorie zou men zich kunnen voorstellen om verder-gaande maatregelen te nemen, maar aangezien hethier gaat om het bepalen van relaties in de internatio-nale sfeer, lijkt het aangewezen in eerste instantie zichte beperken tot de voorgeschreven maatregelen.

Een en ander heeft tot gevolg dat het wetsontwerp,dat ratione loci noodzakelijkerwijze zijn toepassings-gebied tot België beperkt, op verschillende manierenkan inwerken op een grensoverschrijdendeoverschrijving. Uiteraard is de wet van toepassing wan-neer de opdrachtgever of de begunstigde van een grens-overschrijdende geldoverschrijving zich in België situe-ren, maar de Belgische wet kan eveneens geroepenworden een effect te hebben wanneer noch de begun-stigde, noch de opdrachtgever zich in ons land bevin-den maar wanneer de grensoverschrijdendegeldoverschrijving via een in België gevestigde instel-ling transiteert. Hierop zal bij de artikelsgewijze bespre-king worden teruggekomen.

4 0182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

DISCUSSION DES ARTICLES

Article 1er

Disposition introductive

Le premier alinéa de cet article n’appelle pas de com-mentaire particulier.

Le deuxième alinéa est une mention expressémentimposée par le deuxième alinéa de l’article 11, 1 de ladirective.

Article 2

Champ d’application

Cette disposition reprend l’article 1 de la directive entenant compte du fait que la directive 97/5 est d’appli-cation dans tous les états de l’Espace économique euro-péen. Le champ d’application ratione materiae est parailleurs plus amplement précisé à l’article 3 ci-dessous.

Article 3

Définitions

L’article 3 du projet suit fidèlement le schéma desdéfinitions de l’article 2 de la directive en y ajoutant pour-tant les remarques suivantes :

Autres établissements

Au point b), le concept «autres établissements» mé-rite un mot d’explication. On entend viser par là toutprestataire de services, autre qu’un établissement decrédit, qui exécute de manière analogue à celui-ci unvirement transfrontalier. Cela comprend La Poste maisaussi les entreprises spécialisées de virement interna-tional d’argent qui exécutent des virements au départde sommes versées en numéraire. En revanche, la loine vise pas les organismes gestionnaires des systè-mes de paiement (CEC, ELLIPS, la chambre de com-pensation gérés par la Banque Nationale de Belgique),pas plus que les services de courrier électronique telsque Belgacom ou Swift par exemple, dans la mesureoù ces systèmes ou organismes interviennent, soit pourl’acheminement d’un ordre de virement (courriers élec-troniques) soit pour la liquidation ou le règlement decelui-ci (systèmes de paiement). En réalité, lesdits sys-tèmes ou organismes n’exécutent pas des virements àproprement parler.

ARTIKELSGEWIJZE BESPREKING

Artikel 1

Inleidende bepaling

Het eerste lid van dit artikel behoeft geen bijzonderecommentaar.

Het tweede lid is een vermelding die uitdrukkelijk isvoorgeschreven door het tweede lid van artikel 11, 1van de richtlijn.

Artikel 2

Toepassingsgebied

Deze bepaling is een overname van artikel 1 van derichtlijn rekening houdend dat de richtlijn 97/5 in allelanden van de Europese Economische Ruimte van toe-passing is. Ratione materiae wordt het toepassings-gebied ruimer gepreciseerd in hierna volgend artikel 3.

Artikel 3

Definities

Artikel 3 van het ontwerp volgt getrouw het schemavan de definities van artikel 2 van de richtlijn, waarbijevenwel de volgende opmerkingen worden gemaakt :

Andere instellingen

In punt b) verdient het concept «andere instellingen»evenwel nadere uitleg. Men beoogt hierdoor elkedienstverlener te vatten die geen kredietinstelling is maardie op gelijkaardige wijze een grensoverschrijdendeoverschrijving uitvoert. Dit beoogt De Post maar even-eens de gespecialiseerde ondernemingen in interna-tionale geldoverschrijvingen die stortingen uitvoeren tengevolge van overhandigingen van geldsommen. De wetbedoeld evenwel niet de beheersorganismen vanbetalingssystemen (CEC, ELLIPS, de compensatie-kamer beheerd door de Nationale Bank van België), enevenmin de diensten van elektronische post zoals bij-voorbeeld Belgacom of Swift, in de mate waarin dezesystemen of organismen tussenkomen, hetzij voor deverzending van een betalingsopdracht (elektronischepost) hetzij voor de afhandeling of de regeling ervan(betalingssystemen). In werkelijkheid voeren deze sys-temen of organismen geen overschrijving uit in de echtezin van het woord.

50182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

Virements transfrontaliers

Le présent projet de loi s’applique aux virementstransfrontaliers tels que définis au point f), reprenantpour l’essentiel la définition de la directive elle-même.

Il s’applique ainsi aux virements transfrontaliers ini-tiés soit par un versement en espèces du donneur d’or-dre, soit par le débit d’un compte dont il peut disposer(c.-à-d. un compte dont il est titulaire ou sur lequel il aprocuration), à destination d’un bénéficiaire auprès d’unétablissement.

En revanche, il paraît injustifié d’appliquer le projetde loi aux autres moyens de paiement pour les raisonsdéveloppées ci-après.

Les procédures d’exécution des opérations de vire-ment, spécialement en termes de délais d’exécution,ne peuvent être comparées à celles appliquées pourles paiements par cartes (cartes débit, de crédit etprépayées), par chèques, ou au moyen de recouvre-ments (domiciliations).

En effet, l’initiative de l’exécution d’un virement re-vient à l’établissement du donneur d’ordre qui débiterale compte du client après avoir procédé aux vérifica-tions d’usage. La date de début de la transaction (dated’acceptation) peut donc être définie avec certitude. Ilappartiendra ensuite à cet établissement d’utiliser le cir-cuit le plus approprié pour faire parvenir le crédit dansles meilleurs délais à son bénéficiaire final.

Les délais d’exécution applicables aux autres caté-gories de paiement sont en revanche difficilement com-parables dans la mesure où les procédures de traite-ment de ces transactions répondent à une logiquedifférente :

- les cartes de crédit impliquent, par définition, undébit différé du donneur d’ordre ;

- en ce qui concerne les cartes prépayées et pluslargement la monnaie électronique, le débit du don-neur d’ordre s’effectue préalablement et sans lien di-rect avec l’opération de paiement proprement dite ;

- les chèques doivent être remis pour encaissementpar le bénéficiaire. C’est donc ce dernier qui initiera enpratique le paiement. Tous les contrôles de validationet le règlement effectif (ou le refus de paiement) ne pour-

Grensoverschrijdende overschrijving

Dit wetsontwerp is van toepassing op de grens-overschrijdende overschrijvingen zoals omschreven inpunt f), dat in essentie de definitie van de richtlijn zelfoverneemt.

Het is aldus van toepassing op de grens-overschrijdende overschrijvingen ingeleid hetzij door eenstorting in speciën door de opdrachtgever, hetzij doorhet debiteren van een rekening waarover hij kan be-schikken (d. w. z. een rekening waarvan hij houder is ofwaarover hij volmacht heeft), met bestemming van eenbegunstigde bij een instelling.

Daartegenover lijkt het ongerechtvaardigd het wets-ontwerp toe te passen op andere betalingsmiddelen omhierna uiteengezette redenen.

De uitvoeringsprocedures van de overschrijvings-verrichtingen, in het bijzonder in bewoordingen vanuitvoeringstermijnen, kunnen niet worden vergelekenmet deze die toegepast worden op de betalingen metbehulp van kaarten (debet-, krediet- en vooruitbetaaldekaarten), met behulp van cheques, of door middel vaninvorderingen (domiciliëringen).

Het initiatief voor de uitvoering van een overschrijvingkomt inderdaad toe aan de instelling van de opdracht-gever die de rekening van de cliënt zal debiteren naovergegaan te zijn tot de gebruikelijke verificaties. Dedatum van het begin van de transactie (aanvaardings-datum) kan dus met zekerheid worden bepaald. Hetzal vervolgens aan deze instelling zijn om het meestgeëigende kanaal te gebruiken teneinde het krediet bin-nen de korst mogelijke tijd bij zijn eindbegunstigde tedoen komen.

De uitvoeringstermijnen die van toepassing zijn opde andere betalingscategorieën zijn daarentegen moei-lijk vergelijkbaar in de mate dat de behandelings-procedures van deze transacties beantwoorden aan eenverschillende logica :

- de kredietkaarten impliceren per definitie een uit-gesteld debet van de opdrachtgever ;

- wat de vooruitbetaalde kaarten betreft, en ruimergezien de elektronische munt, gebeurt het debiterenvan de opdrachtgever voorafgaandelijk en zonder recht-streekse band met de eigenlijke betalingsverrichting;

- de cheques moeten ter incassering door de begun-stigde worden voorgelegd. Het is dus deze laatste diein de praktijk de betaling zal initiëren. Al de controlesvoor geldigverklaring en de daadwerkelijke regeling (of

6 0182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

ront dès lors s’opérer qu’après le renvoi du chèque (oudes informations y relatives) à l’établissement du don-neur d’ordre;

- les domiciliations, qui répondent également à desrègles de traitement spécifiques, ne sont pas intégréesà ce jour dans des systèmes de paiementtransfrontaliers, ce qui devrait les exclure de fait duchamp d’application du projet de loi ;

- enfin, les cartes de débit, qui ne permettaient jus-qu’il y a peu que d’effectuer des retraits aux distribu-teurs de billets à l’étranger, pourront être aussi utili-sées à l’avenir pour effectuer des paiements à desterminaux points de vente. Le traitement électroniquede ces opérations permet toutefois de garantir des dé-lais d’exécution plus rapides que ceux envisagés pourles virements.

Il convient donc d’en rester à la notion de virementstransfrontaliers telle que définie dans le projet de loi.

Taux de référence

Dans le point k), le taux de référence est fixé audouble du taux d’intérêt légal. Il importe, en effet, defixer ce taux de référence à un niveau suffisammenthaut afin d’en accentuer le caractère dissuasif.

Jour bancaire ouvrable

Enfin, au point m) a été définie la notion de « jourbancaire ouvrable ». Le fait d’avoir omis cette définitiondans le texte de la directive constitue une négligenceimpardonnable, compte tenu du fait que cette notionrevient à plusieurs reprises dans différentes dispositionsdu texte et sert de base au calcul des délais qui per-mettront de vérifier si un virement a été effectué à temps.Compte tenu du fait qu’il n’existe pas de définition uni-forme de la notion de « jour bancaire ouvrable », on apréféré, pour l’application du présent projet, lier cettenotion à une opération bien déterminée. Ceci a pourconséquence que les délais peuvent être calculés dif-féremment pour différents virements pour lequels l’or-dre en a été donné le même jour.

de weigering van uitbetaling) zullen bijgevolg slechtskunnen worden uitgevoerd na het terugzenden van decheque (of van daarop betrekking hebbende inlichtin-gen) naar de instelling van de opdrachtgever ;

- de domiciliëringen die eveneens beantwoorden aanspecifieke behandelingsregels zijn tot vandaag niet op-genomen in grensoverschrijdende betalings-systemen, wat ze de facto uit het toepassingsgebiedvan het wetsontwerp zou moeten sluiten ;

- tenslotte zullen de debetkaarten, die tot voor kortslechts geldopnamen toelieten aan geldautomaten inhet buitenland, in de toekomst ook kunnen worden ge-bruikt om betalingen te verrichten bij verkooppunt-terminals. De elektronische behandeling van deze ver-richtingen laat evenwel het waarborgen toe van snellereuitvoeringstermijnen dan deze die voor deoverschrijvingen bedoeld worden.

Men dient zich bijgevolg te houden aan het begripvan grensoverschrijdende overschrijvingen zoals om-schreven in het wetsontwerp.

Referentierentevoet

In punt k) werd de referentierentevoet vastgesteld optweemaal de wettelijke interestvoet. Het komt er inder-daad op aan deze referentierentevoet op een voldoendehoog niveau vast te leggen teneinde het afschrikwek-kend karakter ervan te benadrukken.

Bankwerkdag

In punt m) tenslotte werd het begrip « bankwerkdag »gedefinieerd. Het achterwege laten van deze definitiedoor de tekst van de richtlijn is een onvergeefelijke na-latigheid, aangezien dit begrip in verschillende bepa-lingen van de tekst terugkeert en als middel dient omde termijnen te berekenen aan de hand waarvan kanworden nagegaan of een overschrijving tijdig is gebeurd.Vermits er evenwel geen eenvormige definitie bestaatvan het begrip « bankwerkdag », werd er voor de toe-passing van dit ontwerp de voorkeur aan gegeven hetbegrip te relateren aan een welbepaalde operatie. Ditheeft tot gevolg dat de termijnen anders kunnen bere-kend worden voor verschillende overschrijvingen waar-voor de opdracht dezelfde dag gegeven wordt.

70182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

Article 4

Informations préalables sur les conditionsapplicables aux virements transfrontaliers

Le premier paragraphe de l’article 4 du projet est re-pris de l’article 3 de la directive, sous réserve de quel-ques petites adaptations terminologiques. Ce paragra-phe n’appelle pas de commentaire particulier.

Le second paragraphe stipule que les informationsdu paragraphe précédent font partie du tarif des éta-blissements au sens de la loi sur les pratiques du com-merce. En application de l’article 6 de cette même loi,il appartiendra au Roi de compléter l’arrêté du 23 mars1995 relatif à l’indication des tarifs des services finan-ciers homogènes pour y ajouter les informations viséespar le présent article.

Il va de soi que seules les informations qui s’appli-quent de manière générale à l’ensemble des virementstransfrontaliers devront être reprises dans le tarif. Pourdes cas exceptionnels, il peut être suffisant de men-tionner, pour certaines informations (p. ex. les délais)que le client doit consulter sa banque.

Article 5

Informations postérieures à un virementtransfrontalier

Le premier paragraphe de l’article 5 du projet reprendl’article 4 de la directive.

Néanmoins, le texte ne retient pas la possibilité, pourles clients, de renoncer à un minimum d’informationaprès un virement transfrontalier. On ne comprend pasbien, en effet, quelle possibilité de contrôle a encorece client s’il ne dispose pas lui-même de cette informa-tion.

Cependant, le second paragraphe prévoit la possi-bilité, pour les clients qui ne sont pas des consomma-teurs au sens de la loi du 14 juillet 1991 sur les prati-ques du commerce et sur l’information et la protectiondu consommateur, que ces informations puissent êtreregroupées et transmises selon une périodicité conve-nue (par exemple, tous les mois).

Artikel 4

Informatie vooraf over de voorwaarden voorgrensoverschrijdende overschrijvingen

De eerste paragraaf van artikel 4 van het ontwerp isde overname van artikel 3 van de richtlijn, behoudensenkele kleine taalaanpassingen. Deze paragraaf be-hoeft geen verdere commentaar.

De tweede paragraaf bepaalt dat de informatie vande voorgaande paragraaf deel uitmaakt van het tariefvan de instellingen in de zin van de wet op de handels-praktijken. Bij toepassing van artikel 6 van dezelfde wetkomt het aan de Koning toe het besluit van 23 maart1995 betreffende de aanduiding van de tarieven vanhomogene financiële diensten te vervolledigen om deinformatie bedoeld bij dit artikel eraan toe te voegen.

Het spreekt vanzelf dat enkel de inlichtingen, die opeen algemene manier van toepassing zijn op het ge-heel van de grensoverschrijdende overschrijvingen,zullen moeten opgenomen worden in het tarief. Vooruitzonderingsgevallen, kan het volstaan, voor bepaaldeinlichtingen (bijvoorbeeld de termijnen) te vermelden datde cliënt zijn bank moet raadplegen.

Artikel 5

Informatie na een grensoverschrijdendeoverschrijving

De eerste paragraaf van artikel 5 van het ontwerp isde overname van artikel 4 van de richtlijn.

Evenwel werd de mogelijkheid voor de cliënten omaf te zien van de minimum informatie na een grens-overschrijdende overschrijving, niet weerhouden. Menbegrijpt immers niet goed welke controlemogelijkheideen cliënt nog rest, wanneer hij zelfs niet meer overdeze informatie zou beschikken.

Evenwel bevat de tweede paragraaf de mogelijkheidvoor cliënten die geen consumenten zijn in de zin vande wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijkenen de voorlichting en bescherming van de consumentom deze inlichtingen te groeperen en over te makenvolgens een overeengekomen periodiciteit (bij voor-beeld, elke maand).

8 0182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

Article 6

Engagements spécifiques de l’établissement

L’article 6 du projet reprend l’article 5 de la directiveavec quelques petites adaptations de terminologie.

Article 7

Obligations concernant les délais

L’article 7 du projet reprend l’article 6 de la directive.

Le § 1er traite de la relation entre le donneur d’ordreet son établissement, tandis que le § 2 traite de la rela-tion entre le bénéficiaire et son établissement. Il fautsouligner que le § 2 ne joue pas quand le bénéficiairen’est titulaire d’aucun compte auprès de l’établissementdont le compte est crédité.

De plus, dans le deuxième alinéa du § 2 on a ap-porté une importante modification eu égard au texte dela directive. Alors que la directive se lit « à la fin du jourbancaire ouvrable qui suit le jour où les fonds ont étécrédités sur le compte de l’établissement du bénéfi-ciaire », le texte du projet retient « à la fin du jour ouvra-ble qui suit le jour où les fonds ont été crédités sur lecompte de l’établissement du bénéficiaire ». En effet,compte tenu de la définition de la notion de « jour ouvra-ble bancaire », telle qu’elle découle de l’article 3, pointm) de ce projet, celle-ci ne serait d’application que pourle calcul des délais qui valent entre établissements. Apartir du moment où le compte de l’établissement dubénéficiaire est crédité du montant des fonds, il n’estplus important d’encore s’en référer à cette définition.

Du § 4 il apparaît clairement que l’indemnité due enapplication de cette disposition n’est qu’une indemnitéforfaitaire et que, de surcroît, tout dommage qui estoccasionné par un possible retard peut être indemnisépar les établissements.

Article 8

Obligation d’effectuer le virement transfrontalierconformément aux instructions

L’article 8 reprend l’article 7 de la directive.

Artikel 6

Specifieke verbintenissen van de instelling

Artikel 6 van het ontwerp is de overname van artikel5 van de richtlijn met enkele kleinere terminologischeaanpassingen.

Artikel 7

Verplichtingen aangaande de termijnen

Artikel 7 van het ontwerp is de overname van artikel6 van de richtlijn.

§ 1. handelt over de relatie tussen de opdrachtgeveren zijn instelling, terwijl § 2 de relatie tussen de begun-stigde en zijn instelling beheerst. Op te merken valt dat§ 2 niet speelt wanneer de begunstigde geen rekeningaanhoudt bij de instelling waarvan de rekening met hetgeld is gecrediteerd.

Bovendien werd in het tweede lid van § 2 nog eenopmerkelijke wijziging aangebracht ten opzichte van detekst van de richtlijn. Daar waar de richtlijn spreekt over« het einde van de bankwerkdag volgend op de dagwaarop de rekening van de begunstigde met het geld isgecrediteerd », wordt dit in de tekst van het ontwerp »het einde van de werkdag, volgend op de bankwerkdagwaarop de rekening van de instelling van de begunstigdemet het geld is gecrediteerd ». Inderdaad, rekeninghoudend met de definitie van het begrip « bank-werkdag » zoals dit voortvloeit uit artikel 3, punt m) vandit ontwerp, is deze omschrijving slechts van toepas-sing voor de berekening van de termijnen die tussen deinstellingen gelden. Vanaf het ogenblik dat de rekeningvan de instelling van de begunstigde met het geld isgecrediteerd, is het zonder belang op deze omschrij-ving verder een beroep te doen.

Uit § 4 blijkt duidelijk dat de vergoeding die bij toe-passing van deze bepaling verschuldigd is, slechts eenforfaitaire vergoeding is en dat daar bovenop op de in-stellingen kan verhaald worden, elke schade die dooreen mogelijke vertraging veroorzaakt wordt

Artikel 8

Verplichting tot uitvoering van degrensoverschrijdende overschrijving

overeenkomstig de instructies

Artikel 8 van het ontwerp is de overname van artikel7 van de richtlijn.

90182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

Dans cet article est établi le principe que le virementtransfrontalier doit être exécuté pour l’entièreté du mon-tant, sauf instructions contraires.

Article 9

Obligation de remboursement faiteaux établissements en cas de virements

non menés à bonne fin

L’article 9 reprend l’article 8 de la directive.

Il règle les obligations de garantie des établissementsen cas de virements non menés à bonne fin. Il est ànoter que l’obligation de garantie, telle que prévue parles dispositions de la directive, vaut également pour unmontant inférieur à celui pour lequel la présente loi estd’application conformément à son article 2.

Article 10

Cas de force majeure

L’article 10 du projet reprend l’article 9 de la directive.

En pratique, le juge qualifiera la notion de force ma-jeure eu égard à la jurisprudence existante qui corres-pond déjà à la définition de la directive.

Article 11

Règlement des différends

L’article 11 est le pendant de l’article 10 de la direc-tive.

La directive n’impose pas de sanction spécifique, àl’exception du taux d’intérêt de retard (voir article 3, kdu projet). Par ailleurs, l’article 4, § 2 permet de sanc-tionner, dans le cadre de la loi sur les pratiques ducommerce citée ci-avant, les infractions relatives à l’in-formation qui doit être donnée en vertu du présent pro-jet.

Selon diverses informations, les procédures de ré-clamations prévues dans l’article 10 de la directive peu-vent consister dans le recours à divers services demédiation ou d’ombudsman. Les auteurs du projet ontsuivi cette voie, estimant en outre qu’il n’était pas adé-quat de prévoir des voies de recours spécifiques pour

In dit artikel wordt het principe neergelegd dat degrensoverschrijdende overschrijving voor het volledigebedrag wordt uitgevoerd, behoudens tegengesteldeinstructies.

Artikel 9

Terugbetalingsverplichting vande instellingen bij niet-afwikkeling

van overschrijvingen

Artikel 9 van het ontwerp is de overname van artikel8 van de richtlijn.

Het regelt de garantieverplichtingen van de instellin-gen die bij een grensoverschrijdende overschrijving ingebreke zouden zijn gebleven. Het valt te noteren datde garantieverplichting, overeenkomstig de bepalingenvan de richtlijn, geldt voor een lager bedrag dan hetbedrag waarop deze wet overeenkomstig zijn artikel 2van toepassing is.

Artikel 10

Overmacht

Artikel 10 van het ontwerp is de overname van artikel9 van de richtlijn.

In de praktijk, zal de rechter het begrip overmachtbeoordelen, rekening houdend met de bestaande recht-spraak die reeds met de definitie van de richtlijn over-eenstemt.

Artikel 11

Regeling van de geschillen

Artikel 11 is de tegenhanger van artikel 10 van derichtlijn.

De richtlijn legt geen specifieke sancties op, met uit-zondering van de verwijlinterest (zie artikel 3, k, vanhet ontwerp). Overigens laat artikel 4, § 2 toe, binnenhet kader van voornoemde wet betreffende de handels-praktijken, om de inbreuken te bestraffen met betrek-king tot de informatie die moet geleverd wordt krach-tens dit ontwerp.

Volgens informatie uit diverse hoeken kunnen deberoepsprocedures bedoeld bij artikel 10 van de richt-lijn bestaan in het beroep op verschillende bemiddelings-en ombudsdiensten. De opstellers van dit ontwerp heb-ben voor deze wet gekozen met de bedenking dat hetniet adequaat was een bijzondere verhaalsprocedure

10 0182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

les virements transfrontaliers sans en faire autant pourles virements domestiques. Ce dernier point demandetoutefois une réflexion plus approfondie étant donné lapluralité de textes applicables à ces virements.

Article 12

Adaptation des dispositions de la loiaux accords ou traités internationaux

Sur base de cet article, le Roi peut, comme cela estdéjà prévu dans d’autres législations, adapter le pré-sent projet aux éventuelles directives européennes ouautres textes internationaux ayant trait aux virementstransfrontaliers.

Article 13

Entrée en vigueur

Le premier alinéa de cette disposition règle l’entréeen vigueur de la présente loi. Bien que le texte de ladirective reprenne le 14 août 1999 comme date ultimede transposition, il ne semble pas indiqué de prévoirune entrée en vigueur rétroactive pour des raisons desécurité juridique.

Le deuxième alinéa de cet article est une dispositiontransitoire qui a pour but de déterminer clairement lesvirements transfrontaliers auxquels la loi s’applique.

Voici, Mesdames et Messieurs, la portée du projetque le Gouvernement a l’honneur de soumettre à votreapprobation.

Le ministre des Finances,

Didier REYNDERS

Le ministre de l’Economie,

Rudy DEMOTTE

te voorzien voor grensoverschrijdende overschrijvingenzonder hetzelfde te bepalen voor binnenlandseoverschrijvingen. Dit laatste punt vraagt evenwel na-dere overwegingen gegeven het feit dat een veelheidvan teksten van toepassing is op deze overschrijvingen.

Artikel 12

Aanpassing van de bepalingen van de wet aaninternationale akkoorden of verdragen

Op grond van dit artikel kan de Koning, zoals ook inandere wetgevingen voorzien, dit wetsontwerp aanpas-sen aan eventuele Europese richtlijnen of andere inter-nationale verdragen die betrekking hebben op grens-overschrijdende overschrijvingen.

Artikel 13

Inwerkingtreding

Het eerste lid van deze bepaling regelt de inwerking-treding van deze wet. Alhoewel de tekst van de richtlijnals uiterste omzettingsdatum 14 augustus 1999 voor-ziet, lijkt het toch niet aangewezen, om reden vanrechtszekerheid, een retroactieve inwerkingtreding tebepalen.

Het tweede lid van dit artikel is een overgangsbepalingom duidelijk vast te stellen op welke grens-overschrijdende overschrijvingen deze wet van toepas-sing is.

Dit is, Dames en Heren, de draagwijdte van het ont-werp dat de Regering de eer heeft u ter goedkeuringvoor te leggen.

De minister van Financiën,

Didier REYNDERS

De minister van Economie,

Rudy DEMOTTE

110182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

TABLE DE CONCORDANCE

Wetsontwerp - Projet de loi

Art.

12

3,a) -l)3, m)4, § 14, § 25, § 15, § 2

678910

11, lid 1 / al. 1er

11, lid 2 / al. 213--

12

OVEREENSTEMMINGSTABEL

Richtlijn - Directive

Art.

–12-3-4-5678910-

111213-

12 0182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

AVANT-PROJET DE LOI

soumis à l’avis du Conseil d’État

Avant-projet de loi relative aux virementsd’argent transfrontaliers

Article 1er

Disposition introductive

La présente loi règle une matière visée à l’article 78 de laConstitution.

Elle transpose les dispositions de la directive 97/5/CE duParlement européen et du Conseil du 27 janvier 1997 concer-nant les virements transfrontaliers.

Art. 2

Champ d’application

La présente loi s’applique aux virements transfrontalierseffectués dans les devises des États membres de l’Union euro-péenne et en euros jusqu’à concurrence d’un montant de lacontre-valeur de 50.000 euros par virement, ordonnés par despersonnes autres que celles visées à l’article 3, points a), b)et c) et exécutés par les établissements de crédit et autresétablissements.

Art. 3

Définitions

Aux fins de la présente loi, on entend par :

a) établissement de crédit : l’établissement visé à l’article1er, alinéa 2, de la loi du 22 mars 1993 relative au statut et aucontrôle des établissements de crédit;

b) autre établissement : toute personne, physique ou mo-rale, autre qu’un établissement de crédit, qui, dans le cadrede ses activités, exécute des virements transfrontaliers;

c) institution financière : une institution telle que définie àl’article 4, alinéa 1er, du Règlement (CE) n°3604/93 du Con-seil du 13 décembre 1993 précisant les définitions en vue del’application de l’interdiction de l’accès privilégié énoncée àl’article 104 A du Traité;

d) établissement : un établissement de crédit ou un autreétablissement; aux fins des articles 7, 8 et 9 de la présente loi,les succursales d’un même établissement de crédit situéesdans des États membres différents de l’Espace ÉconomiqueEuropéen qui par ticipent à l’exécution d’un virementtransfrontalier sont considérées comme des établissementsdistincts;

VOORONTWERP VAN WET

onderworpen aan het advies van de Raad van State

Voorontwerp van wet betreffendegrensoverschrijdende geldoverschrijvingen

Artikel 1

Inleidende bepaling

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel78 van de Grondwet.

Zij zet de bepalingen om van de richtlijn 97/5/EG van hetEuropees Parlement en de Raad van 27 januari 1997 betref-fende de grensoverschrijdende overschrijvingen.

Art. 2

Toepassingsgebied

Deze wet is van toepassing op de in de valuta’s van deLidstaten van de Europese Unie en de in euro verrichte grens-overschrijdende overschrijvingen tot een tegenwaarde van50.000 euro per overschrijving waartoe opdracht wordt gege-ven door andere dan in artikel 3, onder a), b) en c), bedoeldepersonen en die worden uitgevoerd door kredietinstellingenen andere instellingen.

Art. 3

Definities

Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder :

a) kredietinstelling : de instelling bedoeld bij artikel 1, tweedelid van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en hettoezicht op de kredietinstellingen;

b) andere instelling : elke natuurlijke of rechtspersoon diegeen kredietinstelling is en die in het kader van zijn werkzaam-heden grensoverschrijdende overschrijvingen uitvoert;

c) financiële instelling : een instelling zoals omschreven inartikel 4, lid 1, van Verordening (EG) n. 3604/93 van de Raadvan 13 december 1993 tot vaststelling van de definities voorde toepassing van het in artikel 104 A van het Verdrag vastge-legde verbod op bevoorrechte toegang;

d) instelling : een kredietinstelling of een andere instelling;voor de toepassing van de artikelen 7, 8 en 9 van deze wetworden de in de verschillende Lidstaten van de Europese Eco-nomische Ruimte gevestigde bijkantoren van een zelfdekredietinstelling die bij de uitvoering van een grens-overschrijdende overschrijving betrokken zijn, als afzonder-lijke instellingen beschouwd;

130182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

e) établissement intermédiaire : un établissement autre quel’établissement du donneur d’ordre ou du bénéficiaire partici-pant à l’exécution d’un virement transfrontalier;

f) virement transfrontalier : une opération effectuée à l’ini-tiative d’un donneur d’ordre, soit par versement d’espèces,soit par débit d’un compte dont il peut disposer, via un établis-sement, ou une succursale d’établissement, situé dans un Étatmembre, en vue de mettre une somme d’argent à la disposi-tion d’un bénéficiaire dans un établissement, ou dans unesuccursale d’établissement, situé dans un autre État membre;le donneur d’ordre et le bénéficiaire peuvent être une seule etmême personne;

g) ordre de virement transfrontalier : une instruction incon-ditionnelle, quelle que soit sa forme, donnée directement parun donneur d’ordre à un établissement, d’exécuter un vire-ment transfrontalier;

h) donneur d’ordre : une personne physique ou morale quiordonne l’exécution d’un virement transfrontalier en faveur d’unbénéficiaire;

i) bénéficiaire : le destinataire final d’un virementtransfrontalier dont les fonds correspondants sont mis à sadisposition sur un compte dont il peut disposer;

j) client : le donneur d’ordre ou le bénéficiaire, selon le con-texte;

k) taux d’intérêt de référence : un taux d’intérêt représenta-tif d’une indemnisation et qui correspond au double du tauxd’intérêt légal ;

l) date d’acceptation : la date de réalisation de toutes lesconditions exigées par un établissement pour l’exécution d’unordre de virement transfrontalier, et relatives à l’existence d’unecouverture financière suffisante et aux informations nécessai-res pour l’exécution de cet ordre;

m) jour bancaire ouvrable : chaque jour ouvrable pendantlequel tous les établissements impliqués dans un virementtransfrontalier exercent simultanément leurs activités norma-les.

Art. 4

Informations préalables sur les conditionsapplicables aux virements transfrontaliers

§ 1er Les établissements mettent à la disposition de leursclients effectifs et potentiels des informations écrites, y com-pris, le cas échéant, par voie électronique, et présentées sousune forme aisément compréhensible, sur les conditions appli-cables aux virements transfrontaliers. Ces informations com-portent au moins :

e) bemiddelende instelling : een andere instelling dan deinstelling van de opdrachtgever of van de begunstigde, die bijde uitvoering van een grensoverschrijdende overschrijvingbetrokken is;

f) grensoverschrijdende overschrijving : een verrichting opinitiatief van een opdrachtgever, hetzij door een storting inspeciën, hetzij door het debiteren van een rekening waaroverhij kan beschikken, via een instelling of een bijkantoor vaneen instelling in een Lidstaat, teneinde in een instelling of eenbijkantoor van een instelling in een andere Lidstaat een geld-bedrag aan een begunstigde ter beschikking te stellen; deopdrachtgever en de begunstigde kunnen één en dezelfdepersoon zijn;

g) opdracht tot grensoverschrijdende overschrijving : eenin ongeacht welke vorm rechtstreeks door een opdrachtgeveraan een instelling gegeven onvoorwaardelijke instructie omeen grensoverschrijdende overschrijving uit te voeren;

h) opdrachtgever : een natuurlijke of rechtspersoon die op-dracht geeft tot het uitvoeren van grensoverschrijdendeoverschrijving aan een begunstigde;

i) begunstigde : de uiteindelijke ontvanger van een grens-overschrijdende overschrijving, aan wie de overeenstemmendegelden ter beschikking worden gesteld op een rekening waar-over hij kan beschikken;

j) cliënt : naar gelang van het geval de opdrachtgever of debegunstigde;

k) referentierentevoet : een rentevoet die een schadever-goeding belichaamt en die overeenstemt met tweemaal dewettelijke interestvoet ;

l) datum van aanvaarding : datum van vervulling van allevoorwaarden die door een instelling zijn gesteld voor de uit-voering van een opdracht tot grensoverschrijdendeoverschrijving en die betrekking hebben op het bestaan vantoereikende financiële dekking en op de informatie die voorde uitvoering van die overdracht nodig is;

m) bankwerkdag : elke werkdag waarop alle bij een grens-overschrijdende overschrijving betrokken instellingen gelijktij-dig hun gebruikelijke werkzaamheden uitvoeren.

Art. 4

Informatie vooraf over de voorwaarden voorgrensoverschrijdende overschrijvingen

§ 1. De instellingen verstrekken aan hun cliënten en kan-didaat-cliënten, in voorkomend geval mede langs elektroni-sche weg, in een bevattelijke vorm schriftelijke informatie overde voorwaarden voor grensoverschrijdende overschrijvingen.Die informatie dient tenminste te behelzen :

14 0182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

- l’indication du délai nécessaire pour qu’en exécution d’unordre de virement transfrontalier donné à un établissement, lecompte de l’établissement du bénéficiaire soit crédité. Le pointde départ du délai doit être clairement indiqué;

- l’indication du délai nécessaire, en cas de réception d’unvirement transfrontalier, pour que les fonds crédités sur lecompte de l’établissement, soient crédités sur le compte dubénéficiaire;

- les modalités de calcul de toutes les commissions et fraispayables par le client à l’établissement, y compris, le caséchéant, les tarifs;

- la date de valeur éventuellement appliquée par l’établis-sement;

- l’indication des procédures de réclamation et de recoursoffertes aux clients, ainsi que des modalités d’accès à celles-ci;

- l’indication des cours de change de référence utilisés.

§ 2. Les informations visées au paragraphe précédent fontpartie du tarif des établissements, tel que défini à l’article 2,§ 2 de la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerceet sur l’information et la protection du consommateur

Le Roi détermine les modalités d’application du présentparagraphe conformément à l’article 6 de la loi du 14 juillet1991 précitée.

Art. 5

Informations postérieures à un virementtransfrontalier

§ 1er Les établissements fournissent à leurs clients, posté-rieurement à l’exécution ou à la réception d’un virementtransfrontalier, des informations écrites claires, y compris, lecas échéant, par voie électronique, et présentées sous uneforme aisément compréhensible. Ces informations contiennentau moins :

- une référence permettant au client d’identifier le virementtransfrontalier;

- le montant initial du virement transfrontalier;

- le montant de tous les frais et commissions à la charge duclient;

- la date de valeur éventuellement appliquée par l’établis-sement.

Si le donneur d’ordre a spécifié que les frais relatifs au vire-ment transfrontalier devaient être imputés en totalité ou enpartie au bénéficiaire, celui-ci doit en être informé par son pro-pre établissement.

- opgave van de termijn die nodig is om, ter uitvoering vaneen aan de instelling gegeven opdracht tot grens-overschrijdende overschrijving, de rekening van de instellingvan de begunstigde met het geld te crediteren. Het tijdstipwaarop die termijn aanvangt, moet duidelijk worden vermeld;

- opgave van de termijn die bij de ontvangst van een grens-overschrijdende overschrijving nodig is om de rekening vande begunstigde te crediteren met het geld waarmee de reke-ning van de instelling gecrediteerd is;

- de berekeningswijze van alle door de cliënt aan de instel-ling te betalen commissielonen en kosten, in voorkomend ge-val met inbegrip van de tarieven;

- de valutadatum die eventueel door de instelling wordt toe-gepast;

- opgave van de klachten- en beroepsprocedures die voorde cliënt openstaan, en van de wijze waarop hij daartoe toe-gang heeft;

- opgave van de gebruikte referentiewisselkoersen.

§ 2. De informatie bedoeld in de voorgaande paragraafmaakt deel uit van het tarief van de instellingen, zoals be-doeld bij artikel 2, § 2 van de wet van 14 juli 1991 betreffendede handelspraktijken en de voorlichting en de beschermingvan de consument.

De Koning bepaalt de toepassingsmodaliteiten van dezeparagraaf overeenkomstig artikel 6 van de voornoemde wetvan 14 juli 1991.

Art. 5

Informatie na een grensoverschrijdendeoverschrijving

§ 1. De instellingen verstrekken na het uitvoeren of ont-vangen van een grensoverschrijdende overschrijving hun cliën-ten, in voorkomend geval mede langs elektronische weg, dui-delijke schriftelijke informatie in een bevattelijke vorm. Dezeinformatie behelst tenminste :

- een referentie aan de hand waarvan de cliënt kan vast-stellen om welke grensoverschrijdende overschrijving het gaat;

- het oorspronkelijk bedrag van de grensoverschrijdendeoverschrijving;

- het bedrag van alle door de cliënt verschuldigdecommissielonen en kosten;

- de valutadatum die eventueel door de instelling wordt toe-gepast.

Indien de opdrachtgever bepaald heeft dat de kosten betref-fende de grensoverschrijdende overschrijving geheel of gedeel-telijk de begunstigde moeten worden aangerekend, moet dezedoor zijn eigen instelling daarvan in kennis worden gesteld.

150182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

Lorsqu’il y a eu conversion, l’établissement qui a effectuéla conversion informe son client du taux de change utilisé.

§ 2. Lorsque le client n’est pas un consommateur au sensde la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce etsur l’information et la protection du consommateur, les éta-blissements peuvent convenir avec ces clients que les infor-mations visées au paragraphe précédent leur seront transmi-ses sous une forme agrégée et selon une périodicitédéterminée.

Art. 6

Engagements spécifiques de l’établissement

Sauf s’il ne souhaite pas effectuer un virementtransfrontalier, un établissement doit, à la demande d’un don-neur d’ordre, quant à un virement transfrontalier dont les spé-cifications sont précisées, s’engager sur le délai d’exécutionde ce virement et sur les commissions et frais y relatifs, àl’exception de ceux qui sont liés au cours du change qui seraitappliqué.

Art. 7

Obligations concernant les délais

§ 1er. L’établissement du donneur d’ordre doit effectuer levirement transfrontalier concerné dans le délai convenu avecle donneur d’ordre.

Lorsque le délai convenu n’est pas respecté ou lorsque, enl’absence d’un tel délai, à la fin du cinquième jour bancaireouvrable qui suit la date d’acceptation de l’ordre de virementtransfrontalier, les fonds n’ont pas été crédités sur le comptede l’établissement du bénéficiaire, l’établissement du donneurd’ordre indemnise ce dernier.

L’indemnisation consiste dans le versement d’un intérêtcalculé sur le montant du virement transfrontalier par applica-tion du taux d’intérêt de référence pour la période s’écoulantentre :

- le terme du délai convenu ou, en l’absence d’un tel délai,la fin du cinquième jour bancaire ouvrable qui suit la date d’ac-ceptation de l’ordre de virement transfrontalier, d’une part, et

- la date à laquelle les fonds sont crédités sur le compte del’établissement du bénéficiaire, d’autre part.

De même, lorsque la non-exécution du virementtransfrontalier dans le délai convenu ou en l’absence d’un teldélai avant la fin du cinquième jour bancaire ouvrable qui suitla date d’acceptation de l’ordre de virement transfrontalier estimputable à un établissement intermédiaire, celui-ci est tenud’indemniser l’établissement du donneur d’ordre.

Bij omrekening deelt de instelling die de omrekening ver-richt haar cliënt de daarbij toegepaste wisselkoers mee.

§ 2. Wanneer de cliënt geen consument is in de zin van dewet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en devoorlichting en de bescherming van de consument kunnen deinstellingen met deze cliënten overeenkomen dat de informa-tie bedoeld bij de voorgaande paragraaf hun zal worden mee-gedeeld in een samengevatte vorm en volgens een overeen-gekomen periodiciteit.

Art. 6

Specifieke verbintenissen van de instelling

Een instelling moet zich, op verzoek van een opdrachtge-ver, met betrekking tot een grensoverschrijdende overschrijvingwaarvan de bijzonderheden nauwkeurig omschreven zijn, ver-binden ten aanzien van een termijn voor de uitvoering van dieoverschrijving en de daarmee verband houdende commissie-lonen en kosten, uitgezonderd die welke verband houden metde toe te passen wisselkoers, tenzij ze een grens-overschrijdende overschrijving niet wenst uit te voeren.

Art. 7

Verplichtingen aangaande de termijnen

§ 1. De instelling van de opdrachtgever moet de grens-overschrijdende overschrijving uitvoeren binnen de termijn diemet de opdrachtgever is overeengekomen.

Indien de overeengekomen termijn niet wordt nagekomenof, wanneer geen termijn is overeengekomen, indien de reke-ning van de instelling van de begunstigde aan het einde vande vijfde bankwerkdag volgend op de datum van aanvaardingvan de opdracht tot grensoverschrijdende overschrijving nietmet het geld is gecrediteerd, wordt de opdrachtgever door zijninstelling vergoed.

De vergoeding behelst de uitkering van een rente die bere-kend wordt door de toepassing van de referentierentevoet ophet bedrag van de grensoverschrijdende overschrijving overde periode tussen :

- het einde van de overeengekomen termijn of, wanneergeen termijn is overeengekomen, het einde van de vijfde bank-werkdag volgend op de datum van aanvaarding van de op-dracht tot grensoverschrijdende overschrijving, en

- de datum waarop de instelling van de begunstigde methet geld wordt gecrediteerd.

Indien de niet-uitvoering van de grensoverschrijdendeoverschrijving binnen de overeengekomen termijn of wanneergeen termijn is overeengekomen voor het einde van de vijfdebankwerkdag volgend op de datum aanvaarding van de grens-overschrijdende overschrijving, te wijten is aan een bemidde-lende instelling, is de bemiddelende instelling evenzo verplichtde instelling van de opdrachtgever te vergoeden.

16 0182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

§ 2. L’établissement du bénéficiaire doit mettre les fondsrésultant du virement transfrontalier à la disposition du béné-ficiaire dans le délai convenu avec celui-ci.

Lorsque le délai convenu n’est pas respecté ou, en l’ab-sence d’un tel délai, lorsqu’à la fin du jour bancaire ouvrablequi suit le jour où les fonds ont été crédités sur le compte del’établissement du bénéficiaire, les fonds n’ont pas été crédi-tés sur le compte du bénéficiaire, l’établissement du bénéfi-ciaire indemnise ce dernier.

L’indemnité consiste dans le versement d’un intérêt calculésur le montant du virement transfrontalier par application dutaux d’intérêt de référence pour la période s’écoulant entre :

- le terme du délai convenu ou, en l’absence d’un tel délai,la fin du jour bancaire ouvrable qui suit le jour où les fonds ontété crédités sur le compte de l’établissement du bénéficiaire,d’une part, et

- la date à laquelle les fonds sont crédités sur le compte dubénéficiaire, d’autre part.

§ 3. Aucune indemnisation n’est due en application desparagraphes 1er et 2 lorsque l’établissement du donneur d’or-dre, respectivement, l’établissement du bénéficiaire, peut éta-blir que le retard est imputable au donneur d’ordre, respecti-vement, au bénéficiaire.

§ 4. Les paragraphes 1er, 2 et 3 ne préjugent en rien desautres droits des clients et des établissements ayant participéà l’exécution de l’ordre de virement transfrontalier.

Art. 8

Obligation d’effectuer le virement transfrontalierconformément aux instructions

§ 1er L’établissement du donneur d’ordre, tout établissementintermédiaire et l’établissement du bénéficiaire sont tenus,après la date d’acceptation de l’ordre de virementtransfrontalier, d’exécuter ce virement transfrontalier pour sonmontant intégral, sauf si le donneur d’ordre a spécifié que lesfrais relatifs au virement transfrontalier devaient être imputésen totalité ou en partie au bénéficiaire.

L’alinéa précédent ne préjuge pas de la possibilité, pourl’établissement du bénéficiaire, de facturer à celui-ci les fraisrelatifs à la gestion de son compte, conformément aux règleset usages applicables. Cependant, cette facturation ne peutpas être utilisée par l’établissement pour se dégager des obli-gations fixées par cet alinéa précédent.

§ 2. Sans préjudice de tout autre recours lorsque l’établis-sement du donneur d’ordre ou un établissement intermédiairea procédé à une déduction sur le montant du virementtransfrontalier en violation du § 1er, l’établissement du donneur

§ 2. De instelling van de begunstigde dient het uit de grens-overschrijdende overschrijving resulterende geld aan de be-gunstigde ter beschikking te stellen binnen de met deze over-eengekomen termijn.

Indien de overeengekomen termijn niet wordt nagekomenof, wanneer geen termijn is overeengekomen, indien aan heteinde van de werkdag, volgend op de bankwerkdag waaropde rekening van de instelling van de begunstigde met het geldis gecrediteerd, de rekening van de begunstigde niet met hetgeld is gecrediteerd, dient de instelling van de begunstigdedeze te vergoeden.

De vergoeding behelst de uitkering van rente die berekendwordt door toepassing van de referentierentevoet op het be-drag van grensoverschrijdende overschrijving over de periodetussen :

- het einde van de overeengekomen termijn of, wanneergeen termijn is overeengekomen, het einde van de bank-werkdag volgend op de dag waarop de rekening van de instel-ling van de begunstigde met het geld is gecrediteerd, en

- de datum waarop de rekening van de begunstigde methet geld is gecrediteerd.

§ 3. Indien de instelling van de opdrachtgever, respectie-velijk de instelling van de begunstigde, kan aantonen dat devertraging aan de opdrachtgever, respectievelijk de begun-stigde te wijten is, is geen vergoeding verschuldigd uit hoofdevan de paragrafen 1 en 2.

§ 4. De paragrafen 1, 2 en 3 laten de overige rechten van decliënten en van de bij de uitvoering van de grensoverschrijdendeoverschrijving betrokken instellingen onverlet.

Art. 8

Verplichting tot uitvoering van de grensoverschrijdendeoverschrijving overeenkomstig de instructies

§ 1. De instelling van de opdrachtgever, elke bemiddelendeinstelling en de instelling van de begunstigde zijn verplicht, nade datum van aanvaarding van de opdracht tot grens-overschrijdende overschrijving, de grensoverschrijdendeoverschrijving voor het volledige bedrag daarvan uit te voe-ren, tenzij de opdrachtgever uitdrukkelijk te kennen heeft ge-geven dat de kosten van de grensoverschrijdendeoverschrijving geheel of gedeeltelijk de begunstigde moetworden aangerekend.

Het voorgaande lid belet de instelling van de begunstigdeniet hem de kosten in verband met het beheer van zijn reke-ning aan te rekenen, overeenkomstig de geldende regels engebruiken. Die aanrekening kan evenwel door de instelling nietworden aangevoerd als reden om de haar door het voorgaandelid opgelegde verplichtingen niet na te komen.

§ 2. Onverminderd enige andere vordering is de instellingvan de opdrachtgever, indien zij of een bemiddelende instel-ling, in strijd met § 1, een bedrag in mindering heeft gebrachtop het bedrag van de grensoverschrijdende overschrijving,

170182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

d’ordre est tenu, sur demande du donneur d’ordre, de virer,sans aucune déduction et à ses propres frais, le montant dé-duit au bénéficiaire, sauf si le donneur d’ordre demande quece montant lui soit crédité.

Tout établissement intermédiaire qui procède à une déduc-tion en violation du § 1er est tenu de virer le montant déduit,sans aucune déduction et à ses propres frais, à l’établisse-ment du donneur d’ordre ou, si l’établissement du donneurd’ordre le demande, au bénéficiaire.

§ 3. Lorsque le manquement à l’obligation d’exécuter l’or-dre de virement transfrontalier conformément aux instructionsdu donneur d’ordre est imputable à l’établissement du bénéfi-ciaire et sans préjudice de tout autre recours, l’établissementdu bénéficiaire est tenu de rembourser au bénéficiaire, à sespropres frais, tout montant déduit à tort.

Art. 9

Obligation de remboursement faite aux établissementsen cas de virements non menés à bonne fin

§ 1er Si, à la suite d’un ordre de virement transfrontalieraccepté par l’établissement du donneur d’ordre, les fonds cor-respondants ne sont pas crédités sur le compte de l’établisse-ment du bénéficiaire et, sans préjudice de tout autre recourssusceptible d’être présenté, l’établissement du donneur d’or-dre est tenu de créditer le donneur d’ordre à concurrence de12.500 euros maximum, du montant du virement transfrontaliermajoré :

- d’un intérêt calculé par application du taux d’intérêt deréférence sur le montant du virement transfrontalier pour lapériode s’écoulant entre la date de l’ordre de virementtransfrontalier et la date du crédit, et

- du montant des frais relatifs au virement transfrontalierréglés par le donneur d’ordre.

Ces montants sont mis à la disposition du donneur d’ordredans un délai de quatorze jours bancaires ouvrables après ladate à laquelle le donneur d’ordre a présenté sa demandesauf si, entre-temps, les fonds correspondant à l’ordre de vi-rement transfrontalier ont été crédités sur le compte de l’éta-blissement du bénéficiaire.

Cette demande de dédommagement ne peut être présen-tée avant le terme du délai d’exécution du virementtransfrontalier convenu entre l’établissement du donneur d’or-dre et celui-ci ou, à défaut d’un tel délai, le terme du délaiprévu à l’article 7, § 1er, deuxième alinéa.

De même, chaque établissement intermédiaire ayant ac-cepté l’ordre de virement transfrontalier est tenu de rembour-ser le montant de ce virement, y compris les frais et intérêts yafférents, à ses propres frais, à l’établissement qui lui a donné

verplicht om, op verzoek van de opdrachtgever, het afgetrok-ken bedrag zonder enige inhouding en op eigen kosten aande begunstigde over te maken, tenzij de opdrachtgever ver-langt dat hij voor dat bedrag wordt gecrediteerd.

Elke bemiddelende instelling die in strijd met § 1 een be-drag in mindering brengt, is verplicht het afgetrokken bedragzonder enige inhouding en op eigen kosten aan de instellingvan de opdrachtgever, dan wel, indien de instelling van deopdrachtgever daarom vraagt, aan de begunstigde over temaken.

§ 3. Indien de niet-nakoming van de verplichting de op-dracht tot grensoverschrijdende overschrijving overeenkom-stig de instructies van de opdrachtgever uit te voeren, te wij-ten is aan de instelling van de begunstigde, is deze instelling,onverminderd enige andere vordering, verplicht elk ten on-rechte afgetrokken bedrag op eigen kosten aan de begun-stigde terug te betalen.

Art. 9

Terugbetalingsverplichting van de instellingen bijniet-afwikkeling van overschrijvingen

§ 1. Indien, na aanvaarding van een opdracht tot grens-overschrijdende overschrijving door de instelling van de op-drachtgever, de rekening van de instelling van de begunstigdeniet met het daarmee overeenkomende geld wordtgecrediteerd, is de instelling van de opdrachtgever, onvermin-derd enige andere vordering, verplicht de opdrachtgever tenbelope van maximaal 12.500 euro te crediteren voor het be-drag van de grensoverschrijdende overschrijving, vermeerderdmet :

- rente die berekend wordt door toepassing van dereferentierentevoet op het bedrag van de grensoverschrijdendeoverschrijving over de periode tussen de datum van de op-dracht tot grensoverschrijdende overschrijving en decrediteringsdatum, en

- het bedrag van de met de grensoverschrijdendeoverschrijving verband houdende kosten die door de opdracht-gever zijn betaald.

Deze bedragen worden ter beschikking van de opdracht-gever gesteld binnen een termijn van veertien bankwerkdagenna de datum waarop de opdrachtgever zijn verzoek heeft in-gediend, tenzij de rekening van de instelling van de begun-stigde inmiddels met het met de opdracht tot grens-overschrijdende overschrijving overeenkomende geld isgecrediteerd.

Het verzoek tot schadevergoeding mag niet worden inge-diend voor het verstrijken van de tussen de opdrachtgever endiens instelling voor de uitvoering van de grensoverschrijdendeoverschrijving overeengekomen termijn of, wanneer geen ter-mijn is overeengekomen, het verstrijken van de in artikel 7,§ 1, tweede lid, bedoelde termijn.

Elke bemiddelende instelling die een opdracht tot grens-overschrijdende overschrijving heeft aanvaard, is evenzo ver-plicht het bedrag van die overschrijving, inclusief de daaraanverbonden kosten en rente, op eigen kosten terug te betalen

18 0182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

l’instruction de l’effectuer. Si le virement transfrontalier n’a pasété mené à bonne fin à cause d’une erreur ou omission dansles instructions données par ce dernier établissement, l’éta-blissement intermédiaire doit s’efforcer, dans la mesure dupossible de rembourser le montant du virement transfrontalier.

§ 2. Par dérogation au § 1er, si le virement transfrontaliern’a pas été mené à bonne fin du fait de sa non-exécution parun établissement intermédiaire choisi par l’établissement dubénéficiaire, ce dernier établissement est tenu de mettre lesfonds à la disposition du bénéficiaire jusqu’à concurrence de12.500 euros.

§ 3. Par dérogation au § 1er, si le virement transfrontaliern’a pas été mené à bonne fin à cause d’une erreur ou omis-sion dans les instructions données par le donneur d’ordre àson établissement ou du fait de la non-exécution de l’ordre devirement transfrontalier par un établissement intermédiaireexpressément choisi par le donneur d’ordre, l’établissementdu donneur d’ordre et les autres établissements qui sont inter-venus dans l’opération doivent s’efforcer, dans la mesure dupossible, de rembourser le montant du virement.

Lorsque le montant a été récupéré par l’établissement dudonneur d’ordre, cet établissement est tenu de le créditer audonneur d’ordre. Dans ce cas, les établissements, y comprisl’établissement du donneur d’ordre, ne sont pas tenus de rem-bourser les frais et intérêts échus et peuvent déduire les fraisoccasionnés par la récupération pour autant que ceux-ci soientspécifiés.

Art. 10

Cas de force majeure

Sans préjudice des dispositions de la loi du 11 janvier 1993relative à la prévention de l’utilisation du système financieraux fins de blanchiment de capitaux, les établissements parti-cipant à l’exécution d’un ordre de virement transfrontalier sontlibérés des obligations prévues par les dispositions de la pré-sente loi, dans la mesure où ils peuvent invoquer des raisonsde force majeure.

Art. 11

Règlement des différends

En vue de régler les différends éventuels entre un donneurd’ordre et son établissement ou entre un bénéficiaire et sonétablissement, les établissements mettent en place une pro-cédure de réclamation et de recours adéquate, exercée parun organisme autonome dont les décisions sont acceptéespar les établissements.

Le nom et l’adresse des organismes visés à l’alinéa précé-dent font partie des informations qui doivent être reprises dansle tarif visé à l’article 4, § 2.

aan de instelling die haar opdracht tot die overschrijving heeftgegeven. Indien de grensoverschrijdende overschrijving nietis afgewikkeld ingevolge foutieve of onvolledige instructies vanlaatstgenoemde instelling, moet de bemiddelende instellingal het mogelijke doen om het bedrag van de grens-overschrijdende overschrijving terug te betalen.

§ 2. Indien de grensoverschrijdende overschrijving niet isafgewikkeld ingevolge de niet-uitvoering van de grens-overschrijdende overschrijving door een bemiddelende instel-ling die gekozen is door de instelling van de begunstigde, isdeze laatste instelling, in afwijking van § 1, verplicht het geldtot een bedrag van 12.500 euro ter beschikking van de begun-stigde te stellen.

§ 3. Indien de grensoverschrijdende overschrijving niet isafgewikkeld ingevolge foutieve of onvolledige instructies vande opdrachtgever aan zijn instelling, of ingevolge niet-uitvoe-ring van de grensoverschrijdende overschrijving door een be-middelende instelling die uitdrukkelijk door de opdrachtgeveris gekozen, doen de instelling van de opdrachtgever en deandere bij de transactie betrokken instellingen, in afwijking van§ 1., al het mogelijke om het bedrag van de overschrijving te-rug te betalen.

Wanneer het bedrag door de instelling van de opdrachtge-ver is terugverkregen, is deze instelling verplicht de opdracht-gever voor dat bedrag te crediteren. In dit geval zijn de instel-lingen, met inbegrip van de instelling van de opdrachtgever,niet verplicht de ontstane kosten en rente terug te betalen enkunnen zij de aan de terugverkrijging verbonden kosten inmindering brengen, mits deze worden gespecificeerd.

Art. 10

Overmacht

Onverminderd de bepalingen van de wet van 11 januari1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelselvoor het witwassen van geld, zijn de instellingen die bij deuitvoering van een grensoverschrijdende overschrijving zijnbetrokken, vrijgesteld van de bij deze wet opgelegde verplich-tingen indien zij redenen van overmacht kunnen aanvoeren.

Art. 11

Regeling van de geschillen

Ten einde de eventuele geschillen te regelen tussen eenopdrachtgever en zijn instelling of tussen een begunstigde enzijn instelling, stellen de instellingen een aangepaste klach-ten- en beroepsprocedure in, waarin wordt voorzien door eenzelfstandig organisme waarvan de beslissingen worden aan-vaard door de instellingen.

De naam en het adres van de organismen bedoeld bij hetvoorgaande lid maken deel uit van de informatie die moet her-nomen worden in het tarief bedoeld bij artikel 4, § 2.

190182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

Art. 12

Adaptation des dispositions de la loi aux accordsou traités internationaux

§ 1er Le Roi peut, par arrêté délibéré en Conseil des Minis-tres, adapter les dispositions de la présente loi aux obliga-tions découlant pour la Belgique d’accords ou de traités inter-nationaux, dans la mesure où il s’agit de matière que laConstitution ne réserve pas au législateur.

§ 2. Les projets d’arrêté royaux dont question au § 1er sontsoumis à l’avis de la section de législation du Conseil d’État.

L’avis du Conseil d’État est publié en même temps que lerapport au Roi et l’arrêté royal y relatif.

§ 3. Les arrêtés royaux pris en exécution du § 1er sont abro-gés lorsqu’il n’ont pas été confirmés par la loi dans l’année quisuit leur publication au Moniteur belge.

Art. 13

Entrée en vigueur

La présente loi entre en vigueur le 14 août 1999.

Elle n’est pas d’application aux virements transfrontaliersdont la date d’acceptation de l’ordre précède l’entrée en vi-gueur de la présente loi.

Art. 12

Aanpassing van de bepalingen van de wet aaninternationale akkoorden of verdragen

§ 1. De Koning kan, bij een in de Ministerraad overlegdbesluit, de bepalingen van deze wet aanpassen aan de ver-plichtingen die voor België voortvloeien uit internationale ak-koorden of verdragen voor zover het gaat om aangelegenhe-den die niet krachtens de Grondwet aan de wetgever zijnvoorbehouden.

§ 2. De ontwerpen van koninklijke besluiten waarvansprake in § 1 worden aan de afdeling wetgeving van de Raadvan State ter advies voorgelegd.

Het advies van de Raad van State wordt samen met hetverslag aan de Koning en het betrokken koninklijk besluit open-baar gemaakt.

§ 3. De met toepassing van § 1 genomen koninklijke be-sluiten worden opgeheven indien niet bij wet bevestigd binnenhet jaar na hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Art. 13

Inwerkingtreding

Deze wet treedt in werking op 14 augustus 1999.

Zij vindt geen toepassing op de grensoverschrijdendeoverschrijvingen waarvan de datum van aanvaarding van deopdracht de in werkintreding van deze wet voorafgaat.

20 0182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

AVIS DU CONSEIL D’ÉTAT

Le CONSEIL D’ÉTAT, section de législation, première cham-bre, saisi par le Ministre de l’Economie, le 22 mars 1999, d’unedemande d’avis, dans un délai ne dépassant pas trois jours,sur un avant-projet de loi «relative aux virements d’argenttransfrontaliers», a donné le 25 mars 1999 l’avis suivant :

Conformément à l’article 84, alinéa 1er, 2°, des loiscoordonnées sur le Conseil d’État, la demande d’avis doitindiquer les motifs qui en justifient le caractère urgent.

En l’occurrence, le caractère urgent est motivé :

«par la considération que le délai de transposition (de ladirective 97/5/CE du Parlement européen et du Conseil du27 janvier 1997) expire le 14 août 1999 et que cette directivene peut être appliquée que si tous les États membres impliquésdans un virement transfrontalier l’ont transposée dans leursdroits nationaux».

** *

En application de l’article 84, alinéa 2, des lois coordonnéessur le Conseil d’État, la section de législation s’estessentiellement limitée à «l’examen du fondement juridique,de la compétence de l’auteur de l’acte ainsi que del’accomplissement des formalités prescrites».

Cet examen requiert de faire les observations suivantes.

PORTEE DE L’AVANT-PROJET

L’avant-projet de loi soumis pour avis vise à transposer ladirective 97/5/CE du Parlement européen et du Conseil du 27janvier 1997 concernant les virements transfrontaliers dansl’ordre juridique interne.

Aux termes de ses considérants, cette directive a pour but,afin d’assurer la transparence, d’imposer des exigencesminimales, nécessaires pour assurer un niveau adéquatd’information de la clientèle, tant préalablement quepostérieurement à l’exécution d’un virement transfrontalier. Cesexigences consistent notamment à indiquer les procéduresde réclamation et de recours offertes aux clients, ainsi que lesmodalités d’accès à celles-ci.

ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE

De RAAD VAN STATE, afdeling wetgeving, eerste kamer,op 22 maart 1999 door de Minister van Economie verzochthem, binnen een termijn van ten hoogste drie dagen, van ad-vies te dienen over een voorontwerp van wet «betreffendegrensoverschrijdende geldoverschrijvingen», heeft op 25 maart1999 het volgende advies gegeven :

Volgens artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerdewetten op de Raad van State moeten in de adviesaanvraagde redenen worden opgegeven tot staving van het spoedeisendkarakter ervan.

In het onderhavige geval wordt het spoedeisend karaktergemotiveerd :

«par la considération que le délai de transposition (de ladirective 97/5/CE du Parlement européen et du Conseil du27 janvier 1997) expire le 14 août 1999 et que cette directivene peut être appliquée que si tous les Etats membres impliquésdans un virement transfrontalier l’ont transposée dans leursdroits nationaux».

** *

Met toepassing van het bepaalde in artikel 84, tweede lid,van de gecoördineerde wetten op de Raad van State heeft deafdeling wetgeving zich in hoofdzaak beperkt tot «het onder-zoek van de rechtsgrond, van de bevoegdheid van de stellervan de handeling, alsmede van de vraag of aan de voorge-schreven vormvereisten is voldaan».

Dat onderzoek noopt tot het maken van de volgende op-merkingen.

STREKKING VAN HET VOORONTWERP

Het om advies voorgelegde voorontwerp van wet strekt totomzetting in de interne rechtsorde van de richtlijn 97/5/EG vanhet Europees Parlement en de Raad van 27 januari 1997 be-treffende grensoverschrijdende overmakingen.

Volgens haar consideransen beoogt deze richtlijn, ter willevan de doorzichtigheid, minimumeisen op te leggen, die nood-zakelijk zijn opdat cliënten adequate informatie ontvangen,zowel vóór, als na de uitvoering van een grensoverschrijdendegeldoverschrijving. Die eisen bestaan er onder meer in datwordt aangegeven welke klachten- en beroepsprocedures decliënt worden geboden en op welke wijze deze daarvan ge-bruik kan maken.

210182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

EXAMEN DU TEXTE

Article 6

Le début de l’article 5 de la directive à transposer s’énoncecomme suit :

«Sauf s’il ne souhaite pas entrer en relation d’affaires (1 )

avec un client, un établissement doit, à la demande de ce client,à propos d’un virement transfrontalier dont les spécificationssont précisées, s’engager sur le délai d’exécution (...)».

L’article 6 de l’avant-projet, qui vise à transposer l’articleprécité de la directive, dispose que :

«Sauf s’il ne souhaite pas effectuer un virementtransfrontalier, un établissement doit, à la demande d’undonneur d’ordre, quant à un virement transfrontalier dont lesspécifications sont précisées, s’engager sur le délai d’exécution(...).».

Eu égard à la définition de la notion de «client» donnée àl’article 2, j), de la directive («le donneur d’ordre ou lebénéficiaire, selon le contexte») et compte tenu de la teneurdu texte français de la directive, il y a lieu de remplacer lepassage de l’article 6 de l’avant-projet «Sauf s’il ne souhaitepas effectuer un virement transfrontalier» par «Sauf s’il nesouhaite entrer en relation d’affaires ni avec le donneur d’ordre,ni avec le bénéficiaire, (...)».

Article 7

A l’alinéa 2 du paragraphe 2, le texte français («jour bancaireouvrable qui suit le jour») diverge du texte néerlandais («werk-dag, volgend op de bankwerkdag»).

Selon le délégué du gouvernement, c’est le textenéerlandais qui correspond à l’intention des auteurs de l’avant-projet. Il conviendra d’adapter le texte français enconséquence.

Article 10

L’article 9 de la directive définit les raisons de force majeure (2).L’article 10 de l’avant-projet, qui vise à transposer cet article 9, nementionne toutefois pas ces raisons. Selon l’exposé des motifs,la qualification de la notion de «force majeure» est laissée aujuge.

Afin de transposer entièrement la directive, il convientcependant de reproduire les raisons de force majeuresusvisées dans le texte de l’avant-projet.

ONDERZOEK VAN DE TEKST

Artikel 6

Artikel 5 van de om te zetten richtlijn vangt aan als volgt :

«Een instelling moet zich, tenzij zij met een cliënt geen re-latie (1 ) wenst aan te gaan, op verzoek van de cliënt, met be-trekking tot een grensoverschrijdende overmaking waarvande specificaties nauwkeurig omschreven zijn, verbinden tenaanzien van een termijn voor de uitvoering (...)».

Artikel 6 van het voorontwerp, waarmee wordt beoogd deaangehaalde bepaling van de richtlijn om te zetten, bepaalthetgeen volgt :

«Een instelling moet zich, op verzoek van een opdrachtge-ver, met betrekking tot een grensoverschrijdende overschrijvingwaarvan de bijzonderheden nauwkeurig omschreven zijn, ver-binden ten aanzien van een termijn voor de uitvoering (...),tenzij ze een grensoverschrijdende overschrijving niet wenstuit te voeren.»

Gelet op de definitie van het begrip «cliënt» in artikel 2, j),van de richtlijn («naar gelang van het geval de opdrachtgeverof de begunstigde») en rekening gehouden met de Fransetekst van de richtlijn, dient in artikel 6 van het voorontwerp infine de zinsnede «tenzij ze een grensoverschrijdendeoverschrijving niet wenst uit te voeren» te worden vervangendoor «(...) tenzij ze noch met de opdrachtgever, noch met debegunstigde een zakelijke relatie wil aangaan».

Artikel 7

In het tweede lid van paragraaf 2 verschilt de Franse tekst(«jour bancaire ouvrable qui suit le jour») van de Nederlandsetekst («werkdag, volgend op de bankwerkdag»).

Volgens de gemachtigde van de regering beantwoordt deNederlandse tekst aan de bedoeling van de stellers van hetvoorontwerp. De Franse tekst zal bijgevolg moeten wordenaangepast.

Artikel 10

Artikel 9 van de richtlijn geeft een omschrijving van de re-denen van overmacht (2 ). Artikel 10 van het voorontwerp datdit artikel 9 beoogt om te zetten, vermeldt echter deze rede-nen niet. Volgens de memorie van toelichting wordt de invul-ling van het begrip «overmacht» aan de rechter overgelaten.

Teneinde echter de richtlijn volledig om te zetten, dient dieomschrijving van de redenen van de bedoelde overmacht weldegelijk in de tekst van het voorontwerp te worden overgeno-men.

(1) Dans le texte néerlandais, il est question de «relation» (relatie)

et pas de «relation d’affaires».(2) «Circonstances étrangères à celui qui l’invoque (la force ma-jeure), anormales et inprévisibles, dont les conséquenses n’auraientpas été évitées malgré toutes les diligences déployées».

(1) In de Franse tekst van de richtlijn wordt de term «relations

d’affaires» gebruikt.(2) «Abnormale en onvoorzienbare omstandigheden die onaf-hankelijk zijn van de wil van diegene die zich erop beroept enwaarvan de gevolgen ondanks alle voorzorgsmaatregelen nietkonden worden vermeden».

22 0182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

Article 11

Selon l’article 10 de la directive, les États membres veillentà ce qu’il existe des «procédures de réclamation et de recours»adéquates et efficaces pour le règlement des différendséventuels entre un donneur d’ordre et son établissement ouentre un bénéficiaire et son établissement.

A l’article 11 de l’avant-projet, qui vise à transposer l’article10 précité, il est fait mention d’une «procédure de réclamationet de recours» devant être prévue par les établissements.Selon l’exposé des motifs, toutefois, la disposition en projetne traite que de «services de médiation ou d’ombudsman».Normalement, il n’est pas obligatoire de suivre de telles pro-cédures, et il ne s’agit aucunement de recours juridictionnels.

Par conséquent, on supprimera les mots «et de recours» àl’alinéa 1er de l’article 11, et on remplacera les mots «sontacceptées» par «peuvent être acceptées» dans ce mêmealinéa.

Article 12

D’un point de vue juridique, il serait plus correct de remplacerles mots «sont abrogés» par «cessent de produire leurs effets»à l’article 12, paragraphe 3.

La chambre était composée de

MessieursD. VERBIEST, président de chambre

M. VAN DAMME,J. SMETS, conseillers d’État

G. SCHRANS, assesseurs de laE. WYMEERSCH, section de législation

MadameA. BECKERS, greffier

La concordance entre la version néerlandaise et la versionfrançaise a été vérifiée sous le contrôle de M. W. DEROOVER,président de chambre.

Le rapport a été présenté par M. P. DEPUYDT, premierauditeur. La note du Bureau de coordination a été rédigée etexposée par M. J. DRIJKONINGEN, référendaire.

LE GREFFIER, LE PRESIDENT,

A. BECKERS D. VERBIEST

Artikel 11

Luidens artikel 10 van de richtlijn dragen de Lidstaten erzorg voor dat er adequate en doeltreffende «klachten- enberoepsprocedures» zijn voor de regeling van eventuele ge-schillen tussen een opdrachtgever en zijn instelling of tusseneen begunstigde en zijn instelling.

In artikel 11 van het voorontwerp, dat het voormelde arti-kel 10 beoogt om te zetten, wordt gewag gemaakt van een«klachten- en beroepsprocedure», waarin door de instellin-gen moet worden voorzien. Volgens de memorie van toelich-ting echter worden met de ontworpen bepaling enkel «bemid-delings- en ombudsdiensten» bedoeld. Dergelijke proceduresdienen normalerwijze niet verplicht te worden doorlopen, enzijn geenszins jurisdictionele beroepen.

Om die reden vervange men in het eerste lid van artikel 11de woorden «klachten- en beroepsprocedure» door «klachten-procedure» en moeten in datzelfde lid de woorden «wordenaanvaard» worden vervangen door «kunnen worden aan-vaard».

Artikel 12

Het ware juridisch correcter indien in artikel 12 de woorden«worden opgeheven» werden vervangen door «houden opuitwerking te hebben».

De kamer was samengesteld uit

de HerenD. VERBIEST, kamervoorzitter

M. VAN DAMME,J. SMETS, staatsraden

G. SCHRANS, assessoren van deE. WYMEERSCH, afdeling wetgeving

MevrouwA. BECKERS, griffier

De overeenstemming tussen de Nederlandse en de Fransetekst werd nagezien onder toezicht van de H. W. DEROOVER,kamervoorzitter.

Het verslag werd uitgebracht door de H. P. DEPUYDT, eer-ste auditeur. De nota van het Coördinatiebureau werd opge-steld en toegelicht door de H. J. DRIJKONINGEN, referendaris.

DE GRIFFIER, DE VOORZITTER,

A. BECKERS D. VERBIEST

230182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

PROJET DE LOI

ALBERT II, ROI DES BELGES

A tous présents et à venir,SALUT.

Sur la proposition de Notre Ministre des Finances etde Notre Ministre de l’Économie,

NOUS AVONS ARRÊTÉ ET ARRÊTONS :

Notre Ministre des Finances et Notre Ministre del’Économie sont chargés de présenter en Notre Nom,aux Chambres législatives et de déposer à la Chambredes Représentants, le projet de loi dont la teneur suit :

Article 1er

Disposition introductive

La présente loi règle une matière visée à l’article 78de la Constitution.

Elle transpose les dispositions de la directive 97/5/CE du Parlement européen et du Conseil du 27 janvier1997 concernant les virements transfrontaliers.

Art. 2

Champ d’application

La présente loi s’applique aux virementstransfrontaliers effectués dans les devises des Étatsmembres de l’Espace économique européen et en eurosjusqu’à concurrence d’un montant de la contre-valeurde 50.000 euros par virement, ordonnés par des per-sonnes autres que celles visées à l’article 3, points a),b) et c) et exécutés par les établissements de crédit etautres établissements.

Art. 3

Définitions

Aux fins de la présente loi, on entend par :

a) établissement de crédit : l’établissement visé à l’ar-ticle 1er, alinéa 2, de la loi du 22 mars 1993 relative austatut et au contrôle des établissements de crédit;

WETSONTWERP

ALBERT II, KONING DER BELGEN

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen,ONZE GROET.

Op voordracht van Onze Minister van Financiën enOnze Minister van Economie,

HEBBEN WIJ BESLOTEN EN BESLUITEN WIJ :

Onze Minister van Financiën en Onze Minister vanEconomie zijn gelast het ontwerp van wet, waarvan detekst volgt, in Onze Naam aan de Wetgevende Kamersvoor te leggen en bij de Kamer van Volksvertegenwoor-digers in te dienen :

Artikel 1

Inleidende bepaling

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld inartikel 78 van de Grondwet.

Zij zet de bepalingen om van de richtlijn 97/5/EG vanhet Europees Parlement en de Raad van 27 januari 1997betreffende de grensoverschrijdende overschrijvingen.

Art. 2

Toepassingsgebied

Deze wet is van toepassing op de in de valuta’s vande Lidstaten van de Europese Economische Ruimte ende in euro verrichte grensoverschrijdendeoverschrijvingen tot een waarde van 50. 000 euro peroverschrijving waartoe opdracht wordt gegeven doorandere dan in artikel 3, onder a), b) en c), bedoeldepersonen en die worden uitgevoerd door krediet-instellingen en andere instellingen.

Art. 3

Definities

Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan on-der :

a) kredietinstelling : de instelling bedoeld bij artikel 1,tweede lid, van de wet van 22 maart 1993 op het sta-tuut en het toezicht op de kredietinstellingen;

24 0182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

b) autre établissement : toute personne, physique oumorale, autre qu’un établissement de crédit, qui, dansle cadre de ses activités, exécute des virementstransfrontaliers;

c) institution financière : une institution telle que défi-nie à l’article 4, alinéa 1er, du Règlement (CE) n° 3604/93 du Conseil du 13 décembre 1993 précisant les défi-nitions en vue de l’application de l’interdiction de l’ac-cès privilégié énoncée à l’article 104 A du Traité;

d) établissement : un établissement de crédit ou unautre établissement; aux fins des articles 7, 8 et 9 de laprésente loi, les succursales d’un même établissementde crédit, situées dans des États membres de l’EspaceÉconomique Européen qui participent à l’exécution d’unvirement transfrontalier sont considérées comme desétablissements distincts;

e) établissement intermédiaire : un établissementautre que l’établissement du donneur d’ordre ou du bé-néficiaire par ticipant à l’exécution d’un virementtransfrontalier;

f) virement transfrontalier : une opération effectuée àl’initiative d’un donneur d’ordre, soit par versement d’es-pèces, soit par débit d’un compte dont il peut disposer,via un établissement, ou une succursale d’établisse-ment, situé dans un État membre de l’Espace économi-que européen, en vue de mettre une somme d’argent àla disposition d’un bénéficiaire dans un établissementou dans une succursale d’établissement, situé dans unautre État membre; le donneur d’ordre et le bénéficiairepeuvent être une seule et même personne;

g) ordre de virement transfrontalier : une instructioninconditionnelle, quelle que soit sa forme, donnée di-rectement par un donneur d’ordre à un établissement,d’exécuter un virement transfrontalier;

h) donneur d’ordre : une personne physique ou mo-rale qui ordonne l’exécution d’un virement transfrontalieren faveur d’un bénéficiaire;

i) bénéficiaire : le destinataire final d’un virementtransfrontalier dont les fonds correspondants sont misà disposition sur un compte dont il peut bénéficier;

j) client : le donneur d’ordre ou le bénéficiaire, selonle contexte;

b) andere instelling : elke natuurlijke of rechtspersoondie geen kredietinstelling is en die in het kader van zijnwerkzaamheden grensoverschrijdende overschrijvingenuitvoert;

c) financiële instelling : een instelling zoals omschre-ven in artikel 4, lid 1, van de verordening (EG) nr. 3604/93 van de Raad van 13 december 1993 tot vaststellingvan de definities voor de toepassing van het in artikel104 A van het Verdrag vastgelegde verbod op bevoor-rechte toegang ;

d) instelling : een kredietinstelling of een andere in-stelling; voor de toepassing van de artikelen 7, 8 en 9van deze wet worden de in de verschillende Lidstatenvan de Europese Economische Ruimte gevestigde bij-kantoren van een zelfde kredietinstelling die bij de uit-voering van een grensoverschrijdende overschrijvingbetrokken zijn, als afzonderlijke instellingen beschouwd ;

e) bemiddelende instelling : een andere instelling dande instelling van de opdrachtgever of van de begun-stigde, die bij de uitvoering van een grens-overschrijdende overschrijving betrokken zijn;

f) grensoverschrijdende overschrijving : een verrich-ting op initiatief van een opdrachtgever, hetzij door eenstorting in speciën, hetzij door het debiteren van eenrekening waarover hij kan beschikken, via een instel-ling of een bijkantoor van een instelling in een Lidstaatvan de Europese Economische Ruimte, teneinde in eeninstelling of een bijkantoor van een instelling in een an-dere Lidstaat een geldbedrag aan een begunstigde terbeschikking te stellen; de opdrachtgever en de begun-stigde kunnen één en dezelfde persoon zijn;

g) opdracht tot grensoverschrijdende overschrijving :een in ongeacht welke vorm rechtstreeks door een op-drachtgever aan een instelling gegeven onvoorwaarde-lijke instructie om een grensoverschrijdendeoverschrijving uit te voeren;

h) opdrachtgever : een natuurlijke of rechtspersoondie opdracht geeft tot het uitvoeren van een grens-overschrijdende overschrijving aan een begunstigde;

i) begunstigde : de uiteindelijke ontvanger van eengrensoverschrijdende overschrijving, aan wie de over-eenstemmende gelden ter beschikking worden gesteldop een rekening waarover hij kan beschikken;

j) cliënt : naar gelang van het geval de opdrachtgeverof de begunstigde;

250182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

k) taux d’intérêt de référence : un taux d’intérêt re-présentatif d’une indemnisation et qui correspond audouble du taux d’intérêt légal;

l) date d’acceptation : la date de réalisation de toutesles conditions exigées par un établissement pour l’exé-cution d’un ordre de virement transfrontalier, et relati-ves à l’existence d’une couverture financière suffisanteet aux informations nécessaires pour l’exécution de cetordre;

m) jour bancaire ouvrable : chaque jour ouvrable pen-dant lequel tous les établissements impliqués dans unvirement transfrontalier exercent simultanément leursactivités habituelles.

Art. 4

Informations préalables sur les conditionsapplicables aux virements transfrontaliers

§ 1er Les établissements mettent à la disposition deleurs clients effectifs et potentiels des informations écri-tes y compris, le cas échéant, par voie électronique, etprésentées sous une forme aisément compréhensible,sur les conditions applicables aux virementstransfrontaliers. Ces informations comportent au moins :

- l’indication du délai nécessaire pour qu’en exécu-tion d’un ordre de virement transfrontalier donné à unétablissement, le compte de l’établissement du bénéfi-ciaire soit crédité. Le point de départ du délai doit êtreclairement indiqué;

- l’indication du délai nécessaire, en cas de récep-tion d’un virement transfrontalier, pour que les fonds cré-dités sur le compte de l’établissement, soient créditéssur le compte du bénéficiaire ;

- les modalités de calcul de toutes les commissionset frais payables par le client à l’établissement, y com-pris le cas échéant, les tarifs ;

- la date de valeur éventuellement appliquée par l’éta-blissement ;

- l’indication des procédures de réclamation et de re-cours offertes aux clients, ainsi que des modalités d’ac-cès à celles-ci ;

- l’indication des cours de change de référence utili-sés.

§ 2. Les informations visées au paragraphe précé-dent font partie du tarif des établissements, tel que dé-

k) referentierentevoet : een rentevoet die een scha-devergoeding belichaamt en die overeenstemt met twee-maal de wettelijke interestvoet;

l) datum van aanvaarding : datum van vervulling vanalle voorwaarden die door een instelling zijn gesteld voorde uitvoering van een opdracht tot grensoverschrijdendeoverschrijving en die betrekking hebben op het bestaanvan toereikende financiële dekking en op de informatiedie voor de uitvoering van die overdracht nodig is;

m) bankwerkdag : elke werkdag waarop alle bij eengrensoverschrijdende overschrijving betrokken instellin-gen gelijktijdig hun gebruikelijke werkzaamheden uit-voeren.

Art. 4

Informatie vooraf over de voorwaarden voorgrensoverschrijdende overschrijvingen

§ 1. De instellingen verstrekken aan hun cliënten enkandidaat-cliënten, in voorkomend geval mede langselektronische weg, in een bevattelijke vorm schriftelijkeinformatie over de voorwaarden voor grens-overschrijdende overschrijvingen. Die informatie dienttenminste te behelzen :

- opgave van de termijn die nodig is om, ter uitvoe-ring van een aan de instelling gegeven opdracht totgrensoverschrijdende overschrijving, de rekening vande instelling van de begunstigde met het geld te credit-eren. Het tijdstip waarop die termijn aanvangt, moetduidelijk worden vermeld ;

- opgave van de termijn die bij de ontvangst van eengrensoverschrijdende overschrijving nodig is om de re-kening van de begunstigde te crediteren met het geldwaarmee de rekening van de instelling gecrediteerd is ;

- de berekeningswijze van alle door de cliënt aan deinstelling te betalen commissielonen en kosten, in voor-komend geval met inbegrip van de tarieven ;

- de valutadatum die eventueel door de instelling wordttoegepast;

- opgave van de klachten- en beroepsprocedures dievoor de cliënt openstaan, en van de wijze waarop hijdaartoe toegang heeft ;

- opgave van de gebruikte referentiewisselkoersen.

§ 2. De informatie bedoeld in de voorgaande para-graaf maakt deel uit van het tarief van de instellingen,

26 0182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

fini à l’article 2, § 2 de la loi du 14 juillet 1991 sur lespratiques du commerce et sur l’information et la protec-tion du consommateur.

Le Roi détermine les modalités d’application du pré-sent paragraphe conformément à l’article 6 de la loi du14 juillet 1991 précitée.

Art. 5

Informations postérieures à un virementtransfrontalier

§ 1er. Les établissements fournissent à leurs clients,postérieurement à l’exécution ou à la réception d’un vi-rement transfrontalier, des informations écrites claires,y compris, le cas échéant, par voie électronique et pré-sentées sous une forme aisément compréhensible. Cesinformations contiennent au moins :

- une référence permettant au client d’identifier le vi-rement transfrontalier ;

- le montant initial du virement transfrontalier ;

- le montant de tous les frais et commissions à lacharge du client ;

- la date de valeur éventuellement appliquée par l’éta-blissement.

Si le donneur d’ordre a spécifié que les frais relatifsau virement transfrontalier devaient être imputés en to-talité ou en partie au bénéficiaire, celui-ci doit en êtreinformé par son propre établissement.

Lorsqu’il y a eu conversion, l’établissement qui a ef-fectué la conversion informe son client du taux dechange utilisé.

§ 2. Lorsque le client n’est pas un consommateur ausens de la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques ducommerce et sur l’information et la protection du con-sommateur, les établissements peuvent convenir avecces clients que les informations visées au paragrapheprécédent leur seront transmises sous une forme abré-gée et selon une périodicité déterminée.

zoals bedoeld bij artikel 2, § 2 van de wet van 14 juli1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlich-ting en de bescherming van de consument.

De Koning bepaalt de toepassingsmodaliteiten vandeze paragraaf overeenkomstig artikel 6 van de voor-noemde wet van 14 juli 1991.

Art. 5

Informatie na een grensoverschrijdendeoverschrijving

§ 1. De instellingen verstrekken na het uitvoeren ofontvangen van een grensoverschrijdende overschrijvinghun cliënten, in voorkomend geval mede langs elektro-nische weg, duidelijke schriftelijke informatie in een be-vattelijke vorm. Deze informatie behelst tenminste :

- een referentie aan de hand waarvan de cliënt kanvaststellen om welke grensoverschrijdendeoverschrijving het gaat ;

- het oorspronkelijk bedrag van de grens-overschrijdende overschrijving ;

- het bedrag van alle door de cliënt verschuldigdecommissielonen en kosten ;

- de valutadatum die eventueel door de instelling wordttoegepast.

Indien de opdrachtgever bepaald heeft dat de kostenbetreffende de grensoverschrijdende overschrijving ge-heel of gedeeltelijk de begunstigde moeten worden aan-gerekend, moet deze door zijn eigen instelling daarvanin kennis worden gesteld.

Bij omrekening deelt de instelling die de omrekeningverricht haar cliënt de daarbij toegepaste wisselkoersmee.

§ 2. Wanneer de cliënt geen consument is in de zinvan de wet van 14 juli 1991 betreffende de handels-praktijken en de voorlichting en de bescherming van deconsument kunnen de instellingen met deze cliëntenovereenkomen dat de informatie bedoeld bij de voor-gaande paragraaf hun zal worden meegedeeld in eensamengevatte vorm en volgens een overeengekomenperiodiciteit.

270182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

Art. 6

Engagements spécifiques de l’établissement

Sauf s’il ne souhaite pas entrer en relation d’affairesni avec le donneur d’ordre, ni avec le bénéficiaire, unétablissement doit, à la demande d’un donneur d’ordre,quant à un virement transfrontalier dont les spécifica-tions sont précisées, s’engager sur le délai d’exécutionde ce virement et sur les commissions et frais y relatifs,à l’exception de ceux qui sont liés au cours du changequi serait appliqué.

Art. 7

Obligations concernant les délais

§ 1er. L’établissement du donneur d’ordre doit effec-tuer le virement transfrontalier concerné dans le délaiconvenu avec le donneur d’ordre.

Lorsque le délai convenu n’est pas respecté ou lors-que, en l’absence d’un tel délai, à la fin du cinquièmejour bancaire ouvrable qui suit la date d’acceptation del’ordre de virement transfrontalier, les fonds n’ont pasété crédités sur le compte de l’établissement du bénéfi-ciaire, l’établissement du donneur d’ordre indemnise cedernier.

L’indemnisation consiste dans le versement d’un in-térêt calculé sur le montant du virement transfrontalierpar application du taux d’intérêt de référence pour lapériode s’écoulant entre :

- le terme du délai convenu ou, en l’absence d’un teldélai, la fin du cinquième jour bancaire ouvrable qui suitla date d’acceptation de l’ordre de virementtransfrontalier, d’une part, et

- la date à laquelle les fonds sont crédités sur lecompte de l’établissement du bénéficiaire d’autre part.

De même, lorsque la non-exécution du virementtransfrontalier dans le délai convenu ou en l’absenced’un tel délai avant la fin du cinquième jour bancaireouvrable qui suit la date d’acception de l’ordre de vire-ment transfrontalier est imputable à un établissementintermédiaire, celui-ci est tenu d’indemniser l’établisse-ment du donneur d’ordre.

Art. 6

Specifieke verbintenissen van de instelling

Een instelling moet zich, op verzoek van een op-drachtgever, met betrekking tot een grens-overschrijdende overschrijving waarvan de bijzonder-heden nauwkeurig omschreven zijn, verbinden tenaanzien van een termijn voor de uitvoering van dieoverschrijving en de daarmee verband houdendecommissielonen en kosten, uitgezonderd die welke ver-band houden met de toe te passen wisselkoers, tenzijze noch met de opdrachtgever, noch met de begunstigdeeen zakelijke relatie wil aangaan.

Art. 7

Verplichtingen aangaande de termijnen

§ 1. De instelling van de opdrachtgever moet de grens-overschrijdende overschrijving uitvoeren binnen de ter-mijn die met de opdrachtgever is overeengekomen.

Indien de overeengekomen termijn niet wordt nage-komen of, wanneer geen termijn is overeengekomen,indien de rekening van de instelling van de begunstigdeaan het einde van de vijfde bankwerkdag volgend opde datum van aanvaarding van de opdracht tot grens-overschrijdende overschrijving niet met het geld isgecrediteerd, wordt de opdrachtgever door zijn instel-ling vergoed.

De vergoeding behelst de uitkering van een rente dieberekend wordt door de toepassing van de referentie-rentevoet op het bedrag van de grensoverschrijdendeoverschrijving over de periode tussen :

- het einde van de overeengekomen termijn of, wan-neer geen termijn is overeengekomen, het einde vande vijfde bankwerkdag volgens op de datum van aan-vaarding van de opdracht tot grensoverschrijdendeoverschrijving, en

- de datum waarop de instelling van de begunstigdemet het geld wordt gecrediteerd.

Indien de niet-uitvoering van de grensoverschrijdendeoverschrijving binnen de overeengekomen termijn ofwanneer geen termijn is overeengekomen voor het eindevan de vijfde bankwerkdag, volgend op de datum vanaanvaarding van de grensoverschrijdendeoverschrijving, te wijten is aan een bemiddelende in-stelling, is de bemiddelende instelling evenzo verplichtde instelling van de opdrachtgever te vergoeden.

28 0182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

§ 2. L’établissement du bénéficiaire doit mettre lesfonds résultant du virement transfrontalier à la disposi-tion du bénéficiaire dans le délai convenu avec celui-ci.

Lorsque le délai convenu n’est pas respecté ou, enl’absence d’un tel délai, lorsqu’à la fin du jour ouvrablequi suit le jour bancaire ouvrable où les fonds ont étécrédités sur le compte de l’établissement du bénéficiaire,les fonds n’ont pas été crédités sur le compte du béné-ficiaire, l’établissement du bénéficiaire indemnise cedernier.

L’indemnité consiste dans le versement d’un intérêtcalculé sur le montant du virement transfrontalier parapplication du taux d’intérêt de référence pour la pé-riode s’écoulant entre :

- le terme du délai convenu ou, en l’absence d’un teldélai, la fin du jour bancaire ouvrable qui suit le jour oùles fonds ont été crédités sur le compte de l’établisse-ment du bénéficiaire, d’une part, et

- la date à laquelle les fonds sont crédités sur lecompte du bénéficiaire, d’autre part.

§ 3. Aucune indemnisation n’est due en applicationdes paragraphes 1er et 2 lorsque l’établissement du don-neur d’ordre, respectivement, l’établissement du béné-ficiaire, peut établir que le retard est imputable au don-neur d’ordre, respectivement, au bénéficiaire.

§ 4. Les paragraphes 1er, 2 et 3 ne préjugent en riendes autres droits des clients et des établissements ayantpar ticipé à l’exécution de l’ordre de virementtransfrontalier.

Art. 8

Obligation d’effectuer le virement transfrontalierconformément aux instructions

§ 1er. L’établissement du donneur d’ordre, tout établis-sement intermédiaire et l’établissement du bénéficiairesont tenus, après la date d’acceptation de l’ordre devirement transfrontalier, d’exécuter ce virementtransfrontalier pour son montant intégral, sauf si le don-neur d’ordre a spécifié que les frais relatifs au virementtransfrontalier devaient être imputés en totalité ou enpartie au bénéficiaire.

§ 2. De instelling van de begunstigde dient het uit degrensoverschrijdende overschrijving resulterende geldaan de begunstigde ter beschikking te stellen binnende met deze overeengekomen termijn.

Indien de overeengekomen termijn niet wordt nage-komen of, wanneer geen termijn is overeengekomen,indien aan het einde van de werkdag, volgend op debankwerkdag waarop de rekening van de instelling vande begunstigde met het geld is gecrediteerd, de reke-ning van de begunstigde niet met het geld isgecrediteerd, dient de instelling van de begunstigde dezete vergoeden.

De vergoeding behelst de uitkering van rente die be-rekend wordt door toepassing van de referentierente-voet op het bedrag van grensoverschrijdendeoverschrijving over de periode tussen :

- het einde van de overeengekomen termijn of, wan-neer geen termijn is overeengekomen, het einde vande bankwerkdag volgend op de dag waarop de reke-ning van de instelling van de begunstigde met het geldis gecrediteerd, en

- de datum waarop de rekening van de begunstigdemet het geld is gecrediteerd.

§ 3. Indien de instelling van de opdrachtgever, res-pectievelijk de instelling van de begunstigde, kan aan-tonen dat de vertraging aan de opdrachtgever, respec-tievelijk de begunstigde te wijten is, is geen vergoedingverschuldigd uit hoofde van de paragrafen 1 en 2.

§ 4. De paragrafen 1, 2 en 3 laten de overige rechtenvan de cliënten en van de bij de uitvoering van de grens-overschrijdende overschrijving betrokken instellingenonverlet.

Art. 8

Verplichting tot uitvoering van degrensoverschrijdende overschrijving

overeenkomstig de instructies

§ 1. De instelling van de opdrachtgever, elke bemid-delende instelling en de instelling van de begunstigdezijn verplicht, na de datum van aanvaarding van de op-dracht tot grensoverschrijdende overschrijving, de grens-overschrijdende overschrijving voor het volledige bedragdaarvan uit te voeren, tenzij de opdrachtgever uitdruk-kelijk te kennen heeft gegeven dat de kosten van degrensoverschrijdende overschrijving geheel of gedeel-telijk de begunstigde moet worden aangerekend.

290182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

L’alinéa précédent ne préjuge pas de la possibilité,pour l’établissement du bénéficiaire, de facturer à celui-ci les frais relatifs à la gestion de son compte, confor-mément aux règles et usages applicables. Cependant,cette facturation ne peut pas être utilisée par l’établis-sement pour se dégager des obligations fixées par cetalinéa précédent.

§ 2. Sans préjudice de tout autre recours, lorsquel’établissement du donneur d’ordre ou un établissementintermédiaire a procédé à une déduction sur le montantdu virement transfrontalier en violation du § 1er, l’éta-blissement du donneur d’ordre est tenu, sur demandedu donneur d’ordre, de virer, sans aucune déduction età ses propres frais, le montant déduit au bénéficiaire,sauf si le donneur d’ordre demande que ce montant luisoit crédité.

Tout établissement intermédiaire qui procède à unedéduction en violation du §1er est tenu de virer le mon-tant déduit, sans aucune déduction et à ses propresfrais, à l’établissement du donneur d’ordre ou, si l’éta-blissement du donneur d’ordre le demande, au bénéfi-ciaire.

§ 3. Lorsque le manquement à l’obligation d’exécuterl’ordre de virement transfrontalier conformément auxinstructions du donneur d’ordre est imputable à l’éta-blissement du bénéficiaire et sans préjudice de tout autrerecours, l’établissement du bénéficiaire est tenu de rem-bourser au bénéficiaire, à ses propres frais, tout mon-tant déduit à tort.

Art. 9

Obligation de remboursement faite auxétablissements en cas de virements

non menés à bonne fin

§ 1er. Si, à la suite d’un ordre de virementtransfrontalier accepté par l’établissement du donneurd’ordre, les fonds correspondants ne sont pas créditéssur le compte de l’établissement du bénéficiaire et, sanspréjudice de tout autre recours susceptible d’être pré-senté, l’établissement du donneur d’ordre est tenu decréditer le donneur d’ordre à concurrence de 12.500euros maximum, du montant du virement transfrontaliermajoré :

- d’un intérêt calculé par application du taux d’intérêtde référence sur le montant du virement transfrontalierpour la période s’écoulant entre la date de l’ordre devirement transfrontalier et la date du crédit, et

Het voorgaande lid belet de instelling van de begun-stigde niet hem de kosten in verband met het beheervan zijn rekening aan te rekenen, overeenkomstig degeldende regels en gebruiken. Die aanrekening kanevenwel door de instelling niet worden aangevoerd alsreden om de haar door het voorgaande lid opgelegdeverplichtingen niet na te komen.

§ 2. Onverminderd enige andere vordering is de in-stelling van de opdrachtgever, indien zij of een bemid-delende instelling, in strijd met § 1, een bedrag in min-dering heeft gebracht op het bedrag van degrensoverschrijdende overschrijving, verplicht om, opverzoek van de opdrachtgever, het afgetrokken bedragzonder enige inhouding en op eigen kosten aan de be-gunstigde over te maken, tenzij de opdrachtgever ver-langt dat hij voor dat bedrag wordt gecrediteerd.

Elke bemiddelende instelling die in strijd met § 1 eenbedrag in mindering brengt, is verplicht het afgetrokkenbedrag zonder enige inhouding en op eigen kosten aande instelling van de opdrachtgever, dan wel, indien deinstelling van de opdrachtgever daarom vraagt, aan debegunstigde over te maken.

§ 3. Indien de niet-nakoming van de verplichting deopdracht tot grensoverschrijdende overschrijvingovereenkomstig de instructies van de opdrachtgever uitte voeren, te wijten is aan de instelling van de begun-stigde, is deze instelling, onverminderd enige anderevordering, verplicht elk ten onrechte afgetrokken bedragop eigen kosten aan de begunstigde terug te betalen.

Art. 9

Terugbetalingsverplichting van de instellingen bij niet-afwikkeling van overschrijvingen

§ 1. Indien, na aanvaarding van een opdracht totgrensoverschrijdende overschrijving door de instellingvan de opdrachtgever, de rekening van de begunstigdeniet met het daarmee overeenkomende geld wordtgecrediteerd, is de instelling van de opdrachtgever, on-verminderd enige andere vordering, verplicht de op-drachtgever ten beloop van maximaal 12.500 euro tecrediteren voor het bedrag van de grensoverschrijdendeoverschrijving, vermeerderd met :

- rente die berekend wordt door toepassing van dereferentierentevoet op het bedrag van de grens-overschrijdende overschrijving over de periode tussende datum van de opdracht tot grensoverschrijdendeoverschrijving en de crediteringsdatum, en

30 0182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

- du montant des frais relatifs au virementtransfrontalier payés par le donneur d’ordre.

Ces montants sont mis à la disposition du donneurd’ordre dans un délai de quatorze jours bancaires ouvra-bles après la date à laquelle le donneur d’ordre a pré-senté sa demande sauf si, entre-temps, les fonds cor-respondant à l’ordre de virement transfrontalier ont étécrédités sur le compte de l’établissement du bénéficiaire.

Cette demande de dédommagement ne peut êtreprésentée avant le terme du délai d’exécution du vire-ment transfrontalier convenu entre l’établissement dudonneur d’ordre et celui-ci ou, à défaut d’un tel délai, leterme prévu à l’article 7, § 1er, deuxième alinéa.

De même, chaque établissement intermédiaire ayantaccepté l’ordre de virement transfrontalier est tenu derembourser le montant de ce virement, y compris lesfrais et intérêts y afférents, à ses propres frais, à l’éta-blissement qui lui a donné l’instruction de l’effectuer. Sile virement transfrontalier n’a pas été mené à bonne finà cause d’une erreur ou omission dans les instructionsdonnées par ce dernier établissement, l’établissementintermédiaire doit s’efforcer, dans la mesure du possi-ble de rembourser le montant du virement transfrontalier.

§ 2. Par dérogation au § 1er, si le virementtransfrontalier n’a pas été mené à bonne fin du fait desa non-exécution par un établissement intermédiairechoisi par l’établissement du bénéficiaire, ce dernierétablissement est tenu de mettre les fonds à la disposi-tion du bénéficiaire jusqu’à concurrence de 12.500euros.

§ 3. Par dérogation au §1er, si le virementtransfrontalier n’a pas été mené à bonne fin à caused’une erreur ou omission dans les instructions donnéespar le donneur d’ordre à son établissement ou du faitde la non-exécution de l’ordre de virement transfrontalierpar un établissement intermédiaire expressément choisipar le donneur d’ordre, l’établissement du donneur d’or-dre et les autres établissements qui sont intervenus dansl’opération doivent s’efforcer, dans la mesure du possi-ble, de rembourser le montant du virement.

Lorsque le montant a été récupéré par l’établisse-ment du donneur d’ordre, cet établissement est tenu dele créditer au donneur d’ordre. Dans ce cas, les établis-sements, y compris l’établissement du donneur d’ordre,

- het bedrag van de met de grensoverschrijdendeoverschrijving verband houdende kosten die door deopdrachtgever zijn betaald.

Deze bedragen worden ter beschikking van de op-drachtgever gesteld binnen een termijn van veertienbankwerkdagen na de datum waarop de opdrachtge-ver zijn verzoek heeft ingediend, tenzij de rekening vande instelling van de begunstigde inmiddels met het metde opdracht tot grensoverschrijdende overschrijvingovereenkomende geld is gecrediteerd.

Dit verzoek tot schadevergoeding mag niet wordeningediend voor het verstrijken van de tussen de op-drachtgever en diens instelling voor de uitvoering vande grensoverschrijdende overschrijving overeengeko-men termijn of, wanneer geen termijn is overeengeko-men, het verstrijken van de in artikel 7, § 1, tweede lid,bedoelde termijn.

Elke bemiddelende instelling die een opdracht totgrensoverschrijdende overschrijving heeft aanvaard, isevenzo verplicht het bedrag van die overschrijving, in-clusief de daaraan verbonden kosten en rente, op ei-gen kosten terug te betalen aan de instelling die haaropdracht tot die overschrijving heeft gegeven. Indien degrensoverschrijdende overschrijving niet is afgewikkeldingevolge foutieve of onvolledige instructies van laatst-genoemde instelling, moet de bemiddelende instellingal het mogelijke doen om het bedrag van de grens-overschrijdende overschrijving terug te betalen.

§ 2. Indien de grensoverschrijdende overschrijvingniet is afgewikkeld ingevolge de niet-uitvoering van degrensoverschrijdende overschrijving door een bemid-delende instelling die gekozen is door de instelling vande begunstigde, is deze laatste instelling, in afwijkingvan § 1, verplicht het geld tot een bedrag van 12.500euro ter beschikking van de begunstigde te stellen.

§ 3. Indien de grensoverschrijdende overschrijvingniet is afgewikkeld ingevolge foutieve of onvolledige in-structies van de opdrachtgever aan zijn instelling, of in-gevolge niet-uitvoering van de grensoverschrijdendeoverschrijving door een bemiddelende instelling die uit-drukkelijk door de opdrachtgever is gekozen, doen deinstelling van de opdrachtgever en de andere bij de trans-actie betrokken instellingen, in afwijking van § 1 al hetmogelijke om het bedrag van de overschrijving terug tebetalen.

Wanneer het bedrag door de instelling van de op-drachtgever is terugverkregen, is deze instelling verplichtde opdrachtgever voor dat bedrag te crediteren. In ditgeval zijn de instellingen, met inbegrip van de instelling

310182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

ne sont pas tenus de rembourser les frais et intérêtséchus et peuvent déduire les frais occasionnés par larécupération pour autant que ceux-ci soient spécifiés.

Art. 10

Cas de force majeure

Sans préjudice des dispositions de la loi du 11 jan-vier 1993 relative à la prévention de l’utilisation du sys-tème financier aux fins de blanchiment de capitaux, lesétablissements participant à l’exécution d’un ordre devirement transfrontalier sont libérés des obligations pré-vues par les dispositions de la présente loi, dans lamesure où ils peuvent invoquer des raisons de forcemajeure (à savoir des circonstances étrangères à celuiqui l’invoque, anormales et imprévisibles, dont les con-séquences n’auraient pu être évitées malgré toutes lesdiligences déployées) pertinentes au regard des dispo-sitions de la présente loi.

Art. 11

Règlement des différends

En vue de régler les différends éventuels entre undonneur d’ordre et son établissement ou entre un bé-néficiaire et son établissement, les établissements met-tent en place une procédure de réclamation adéquate,exercée par un organisme autonome dont les décisionspeuvent être acceptées par les établissements.

Le nom et l’adresse des organismes visés à l’alinéaprécédent font partie des informations qui doivent êtrereprises dans le tarif visé à l’article 4, § 2.

Art. 12

Adaptation des dispositions de la loiaux accords ou traités internationaux

§ 1er. Le Roi peut, par arrêté délibéré en Conseil desMinistres, adapter les dispositions de la présente loi auxobligations découlant pour la Belgique d’accords ou detraités internationaux, dans la mesure où il s’agit dematière que la Constitution ne réserve pas au législa-teur

van de opdrachtgever, niet verplicht de ontstane kostenen rente terug te betalen en kunnen zij de aan deterugverkrijging verbonden kosten in mindering bren-gen, mits deze worden gespecificeerd.

Art. 10

Overmacht

Onverminderd de bepalingen van de wet van 11 ja-nuari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het fi-nanciële stelsel voor het witwassen van geld, zijn deinstellingen die bij de uitvoering van een grens-overschrijdende overschrijving zijn betrokken, vrijgesteldvan de bij deze wet opgelegde verplichtingen, indien zijredenen van overmacht (abnormale en onvoorzienbareomstandigheden die onafhankelijk zijn van de wil vandegene die zich erop beroept en waarvan de gevolgenondanks alle voorzorgsmaatregelen niet konden wor-den vermeden) kunnen aanvoeren die met betrekkingtot de bepalingen van deze wet relevant zijn.

Art. 11

Regeling van de geschillen

Ten einde de eventuele geschillen te regelen tusseneen opdrachtgever en zijn instelling of tussen een be-gunstigde en zijn instelling, stellen de instellingen eenaangepaste klachtenprocedure in, waarin wordt voor-zien door een zelfstandig organisme waarvan de be-slissingen kunnen worden aanvaard door de instellin-gen.

De naam en het adres van de organismen bedoeldbij het voorgaande lid maken deel uit van de informatiedie moet hernomen worden in het tarief bedoeld bij ar-tikel 4, § 2.

Art. 12

Aanpassing van de bepalingen van de wet aaninternationale akkoorden of verdragen

§ 1. De Koning kan, bij een in de Ministerraad over-legd besluit, de bepalingen van deze wet aanpassenaan de verplichtingen die voor België voortvloeien uitinternationale akkoorden of verdragen voor zover hetgaat om aangelegenheden die niet krachtens de Grond-wet aan de wetgever zijn voorbehouden.

32 0182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

§ 2. Les projets d’arrêté royaux dont question au § 1er

sont soumis à l’avis de la section de législation du Con-seil d’État.

L’avis du Conseil d’État est publié en même tempsque le rapport au Roi et l’arrêté royal y relatif.

§ 3. Les arrêtés royaux pris en exécution du § 1er

cessent de produire leurs effets lorsqu’il n’ont pas étéconfirmés par la loi dans l’année qui suit leur publica-tion au Moniteur belge.

Art. 13

Entrée en vigueur

La présente loi entre en vigueur le jour de sa publica-tion au Moniteur belge.

Elle n’est pas d’application aux virementstransfrontaliers dont la date d’acceptation de l’ordre pré-cède l’entrée en vigueur de la présente loi.

Donné à Bruxelles, le 13 octobre 1999

ALBERT

PAR LE ROI :

Le ministre des Finances,

Didier REYNDERS

Le ministre de l’Economie,

Rudy DEMOTTE

§ 2. De ontwerpen van koninklijk besluiten waarvansprake in § 1 worden aan de afdeling wetgeving van deRaad van State ter advies voorgelegd.

Het advies van de Raad van State wordt samen methet verslag aan de Koning en het betrokken koninklijkbesluit openbaar gemaakt.

§ 3. De met toepassing van § 1 genomen koninklijkebesluiten houden op uitwerking te hebben indien nietbij wet bevestigd binnen het jaar na hun bekendmakingin het Belgisch Staatsblad.

Art. 13

Inwerkingtreding

Deze wet treedt in werking de dag waarop zij in hetBelgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Zij vindt geen toepassing op de grensoverschrijdendeoverschrijvingen waarvan de datum van aanvaardingvan de opdracht de in werkintreding van deze wet voor-afgaat.

Gegeven te Brussel, 13 oktober 1999

ALBERT

VAN KONINGSWEGE :

De minister van Financiën,

Didier REYNDERS

De minister van Economie,

Rudy DEMOTTE

330182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

BIJLAGE

ANNEXE

34 0182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

350182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

36 0182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

370182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

38 0182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

390182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

40 0182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

410182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

42 0182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

430182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

44 0182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

450182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

46 0182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

470182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

48 0182/001DOC 50

C H A M B R E 2 e S E S S I O N D E L A 5 0 e L É G I S L A T U R EK A M E R 2 e Z I T T I N G V A N D E 5 0 e Z I T T I N G S P E R I O D E 1999 2000

Centrale drukkerij van de Kamer - Imprimerie centrale de la Chambre