329

 · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo
Page 2:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo
Page 3:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo
Page 4:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

DE ZONDE IN HETDEFTIGE DORP

Page 5:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

W ILM K I. !//1

Page 6:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo
Page 7:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

Surtout, it ne faut jamais tricher... Je n'ecrisque d'aprês nature et j'essuie ma plume surun caniche vivant. JULES RENARD.

Page 8:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

EERSTE HOOFDSTUK

N de huiver-druiling dier donkere dagendroop de influenza de lucht uit. Storkwas zelf even besmet: moee oogenin holle, pijn-omrande kassen, rarerillingen boven de dijen, scheuten als

raakte hij toe aan de jicht, en dat ellendigeToen had hij tegen heug en meug sterk

ontbeten: een groot bord porridge, spek en eieren,rhum in de thee; en op zijn oudste fiets, zijn taaiert,de stroeve knarser die maar niet stuk wou, was hijheen en weer naar de stad gesjouwrend, zeven endertig minuten heen, elf de wallen om, niet gestopt,acht en dertig en een halve terug. De stad lag op81 K. M. afstand. Daarop in het bad dat gereedstond; douche na; en terstond er op uit, achter-langsnaar den tuinman op Veldheim. — Nu liep hij weerblootshoofds bij de honden.

De goeierts, je kon het terstond aan ze merken,wanneer hij een dag zich niet met hen bemoeid had.Ze kropen, verlegen, bedelachtig, ze vleiden infaamals arme lui, bij wie een rijke oom op bezoek komt.Nero keek of hij ziek was geweest!

— Ritsj! d'er uit en allemaal mee! Jullie magniet doen als schooiers! Gentlemen ben j'altijd! Ver-staan? — Terwijl hij ze toesprak, commandeerend,brak een kriebel van heeschheid zijn stem. Hij slikte

Page 9:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

6

diep en slikte mist in, zag heel de plaats v66r den stalals een stoombad — wolken tegen de aarde gezakt.Kilstijf staken de staven der hekken dun-hoog opin den witten damp, droef ging het klamme takken-gewar in de wazige dichtheid verloren. Stork rilde.Maar Bruno sprong lomp tegen hem op en hij greet)het dier, hield het overeind, van hem af.

— Nero hier! Beroerde hond, mot Cornelia weerbrommen? Jullie hat niet het huis in te gluipen....Marsch!....

Hij armzwaaide als met een zweep.Nooit ze te slaan, was hem vaste regel. Drie Ulmer

doggen, vier St. Bernard's en een Colli vormdende veelbespotte kolonie. Vrij liet hij ze blaffen, jankenen door den tuin rennen. Maar bij ongehoorzaamheidwerd zijn stem zwaar van gezag en op de gebiedend-heid van zijn gebaar kwam de schuldige, onderworpen.Slechts eenmaal was hij Oen baas gebleven. Zeushad een jonge geit doodgebeten. Deze ruwheid vanZeus had drie gulden gekost en een eindeloos dorps-gepraat. Nu was men aan de honden gewend en ginghij dagelijks met ze den weg op, soms met alle achttegelijk.

— Dokter met z'en kostjongetjes, luidde de vastegeduldige grap, en er bestond een prentbriefkaart:'t omboomde grasveld v66r de kerk midden in denzomer, en daarover, als diagonaal, hij op de fiets ende honden er achter; met hun negenen in de rij vuldenze juist de lengte van 't pad, dat, van een hoek naarden tegenovergestelden, recht heenging door hethooge gras.

Jedes Thierchen hat sein Plaisierchen, en dezebeestjes waren het zijne. De menschenteelt kwam ervoorloopig zonder hem, maar die van de honden zoilhij hervormen. Merkwaardig: een dorp vol aristo-

Page 10:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

7

craten en zoo'n volslagen wansmaak in honden.Iedereen joeg er of liep met een jachthond, maarwat waren het voor kennels! Hij had hier den eerstenhond gebracht, what you call hond, een dier vanfamielje. Nu hield de jonker op Veldheim stamboek:behalve zijn eigen, er een voor zijn hokken. Ja, erwas nu wat liefhebberij, een honden-haute-voleewas ontstaan, dank zij óók Nero en Zeus en Hec,in hun kloeke mannelijkheid.

Stork keek rond in twee van de hokken en riepgeduldig de bende terug. De knecht kwam uit den twingeloopen, handenwrijvend: — Meneer, wa's 't frischjes!

- Zeuren! Als een mensch maar niet luiert. 'k Ganu. Nero mag mee en De Staart.

* * *

- Jongens, hier! En niet van 't erf aflDan bleven die twee wel binnen het hek. Zoo kon

hij bij mevrouw Enschede doen en bij de freules Vanden Bergh. Maar op Lommerlust, bij de Hovinks,was die ellendige keffer-en-bijter van een pincher,die, na zijn opspelen tegen De Staart en Nero, zijnbaas reden zou geven om onrechtvaardig te mopperen,dat de honden van den dokter het grint omwoelden.Daarom liep Stork hier maar eerst even verder, brachthet tweetal in den leegen fietsenstal van Caf6 Belle-vue en ging daarna den pols voelen van grootmoederHovink. Nu informeerde de Heer van Lommerlustnatuurlijk met minzaamheid, waar Dokter zijn hondenzoo gauw had gelaten, en mevrouw beklaagde deacme beesten, en Emmy vroeg voor de vijfde maal,of ze Dokter's kennel mocht zien. Al welke drukkevoorkomendheid afbotste tegen droge leukheid. Datzij veel te weinig zorg besteedden aan het gebrekkige

Page 11:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

8

oude mensch boven, trachtten de wee-burgerlijkeleegloopers zelfs voor hem nog te verbergen.

En deze zelfde dorre deem was hem, toen hij in hetdorp kwam wonen, aangeprezen als mooie partij!

— 1k had gehoord, dat u ziek was, Dokter?— 0, juffrouw Hovink, u is te goed! 1k ziek? Maar

dan verloor ik toch alle vertrouwen. Een dokter,die nog niet eens zich-zelf op de been weet te houden...

— Burgemeester zei gisteravond, dat de influenzaook jou te pakken had, verernstigde papa den toon.

— Heelemaal vrij ben ik niet gebleven. Maar ikheb een pracht van een fiets, Burger, bijna zes jaaroud. Grand prix in een oud-roest-uitstalling....

— U? En u hadt pas een nieuwe fiets!— 0, juffrouw Hovink I 1k heb vier fietsen.

Zoo nu en dan spaar ik voor een nieuwe, maar dandoe ik de ou'e niet weg.... je krijgt er toch zooweinig voor.... Mijn alleroudste is favoriet. Bijzoo'n kleine griep-verrassing doet het trouwe dingwonderen met me. Toen ik vanmorgen wakker werd,excusez le detail, was er de influenza. Maar in zevenen dertig minuten is die brave oudroest met me naarde stad geknarst, en toen ik thuiskwam, was ik weerbeter.

— Wat! in zeven-en-dertig minuten en op eenou'e fiets? Ik doe er meer dan een uur over, Dokter!

Och goeie goden, welke smakeloosheid had hijnu uitgehaald! Nawerking van de pijn om de oogen!Te branien tegen Emmy Hovink! Gemelijk grappigdehij nog: — „'t Was bij wijze van drankje"; vondhierin den overgang tot een aanbeveling in ernst omgrootmama niet van haar poeders te spenen, gafhandjes en verdween.

Gewoonlijk sprak hij bij patienten onvriendelijk-weinig. Niet praktisch: onnoodig vijanden-scheppend.

Page 12:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

9

Maar alles beter dan zulk een gesprek! Hij had gewoonstaan koketteeren. In drie dagen niet naar de ou'emevrouw. Zou toch haar zoon nog maar kort totlast zijn: met of zonder morfinepoeder.

Emmy Hovink als niet-meer-kwijt-te-raken-huis-vrouw.... Om met al de rillingen van de influenzavoor goed behept te blijven. Eerbiedig dien schoon-vader aan te hooren bij zijn nooit maat kennendezelfvoldaanheid wegens de gunst van het stommegeluk, dat hem in tien jaar heeft rijk getabakt; eer-biedig te zwijgen, wanneer ma bij de jongelui opbezoek komt en met dochterlief praat over mode-platen, welke die dochter, althans vddr haar trouwen,toch maar nOdit hebben kunnen leeren, lets dat mooiwas aan te trekken, iets dat een man zijn influenza-landziekigheid zou doen vergeten.... ; eerbiedig meete ijveren in het zenuwachtig-, angstig-, ziek-makendverlangen om óók deftig te doen: deftig als iedereenhier in het dorp, deftig, want rijk en van goedefamilie, of, the) parvenu als in casu, rijk toch, thlschic....

Stork floot en viel tegen Nero uit. — Beroerde hond,hou jij je fatsoen; dat je baas geen vormen heeft, isommers erg genoeg!

Er hing een fijne wazigheid, droomerig stemmend,als rest-van-den-nevel tusschen de boomen. Nu eenseen morgen niet aldoor aan weerszijden van denstraatweg dat doodsche welonderhoudene te hebbenvan steeds dezelfde nette, lage, onschuldige ijzerenpunthekken; geen symmetrische, smalle optrekjes-en buitens-paden met treuzelig bijeengeharkte hoopjesdor-blad; niet die, nooit ook maar eens even uit denband springende, preciesheid vol vriendelijkheid enfatsoen van een heelemaal bijgeharkte natuur....Nu in de duinen, per fiets het strand langs.... Ach,

Page 13:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

I0

welke hemelsche geneuchten onthield hem het nietontfermende gerecht!

— Dag koetsier. Zijn de freules wel? Je hadt, hoopik, geen boodschap voor me?

— Vr"eskuus, Dokter. Geen boodschap voor u!Hoeveel jaren zou die ou'e man nu al iederen

morgen aantikken aan de ontbijtkamer der hoogwel-geboren jonkvrouwen Van Lakervelde, om vervolgensmet dezelfde deftige kalmte, waarmee hij het na dekoffie de dikke bruine paarden deed, zijn eigen beenenof to stappen! Maar hij, Doctor Johan Frans Stork:— hoevele jaren van eigenlijk hetzelfde, van althansniet v661 belangrijkers doen, lagen er hier voor hemin het vet! Dat trage eentonigs van 't deftige dorp►

Stork kwam aan den draai van den straatweg.Nu hij in de verte het dorpsplein zag, gleed de tegenzintegen zijn woonplaats weg. Daar lag nog zijns groot-vaders dorp! In even twintig jaar was een ander er omheen gebouwd; een gordel van park-villa's en grooterebuitens; alles 66k deftig doend en ouderwetsch;benepen van angstig, jaloersch fatsoen; vroom, alsnoodzakelijk bij aanzien. Maar de aangeboren, devan zelf sprekende, de beminnelijke vroomheid,de aartsvaderlijk-landelijke deftigheid, was alleen,was wonderbaarlijkerwijze gebleven, (1.6.4r, in diekom, waar de beide straatwegen met nieuwe landgoe-deren op uitliepen; waar alles school onder hooggeboomte; waar op regenachtige zomerdagen hetkleine vertier van een vroeger-eeuwsch boerengedoe:het wit-aangestreken, zwaar gedakte logement meteen huifkar v66r de deur en het zakkenbiljart er-achter; het uitrondende venster met flesschen suiker-boonen der heel den dag brood uitgeurende bakkerij;de vuurvlak uit de meest-van-al donkere smidse;geheimzinnig-bescheiden gekropen leek onder de

Page 14:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

I I

almacht van linden en beuken, boomen die bOvenden kerktoren reikten — uit welke op den achter-grond, die niets was dan een licht scherm van loover,enkel de spits rees van het kasteel, zonbeglansd flikke-rend met het Wapen. Nu, door het kale hout, zagmen meer: muren, de gracht, de hooge brug, reedsop een afstand zag men grauwrood; en meer alserbijbehoorend lag nu de dorpskom, niet zoo wegge-scholen klein thans. De kom leek meer; het kasteeleen ruine.... Maar toch, Stork onderging de poeziedezer oude voornaamheid, juist als wanner hij,knaap, hier logeerde, 's zomers in groen en met kerst-mis in stilte. En nu hij recht toestapte op dat beminds,dat hem twee jaar geleden naar het dorp had ge-trokken, hoewel hij wist wat er was veranderd; nuzakte de ergernis van zijn aanvankelijke wandelingweg, als heel zijn influenza.

Juist had hij omgekeken naar De Staart, die daarrechts, op de groote boerderij van het kasteel, eenbijzonderen vijand had zitten, toen hij, doorloopend,een dienstmeid den straatweg schuin oversteken enop zich afkomen zag. Dina uit de pastorie! Ze naderdeblozend, blijkbaar verlegen. Niet 'er beau jour, demooie deem!

— Dokter, neem u nie' kwalek. 'k Was juis' opweg naar dokters huis. Mevrouw verzocht of dokter'es kwam....

— Zeker! Maar is er 'en zieke, Dina?— Dokter, Jopie hoest weer zoo.— Jopie? Och alweer! Zoo'n deugniet.... 1k kom,

hoor.... He! amice. Aan de wandel?En zich langs de terzijde veOr hem staande dienst-

meid heen wendend naar den man die op hem toege-stapt kwam, stak Stork de hand uit naar Berkemeier.Zij tutoyeerden elkander sinds den bevallingsnacht

Page 15:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

12

van mevrouw. Toen had de wee-en-dee-moeds-demonden grooten schrijver te pakken gekregen. Bekente-nissen van heb-ik-jou-daar, blaadjes zuivere zelfont-leding, in die uren van druk naar de laagte, bij grog uithet levensboek gevallen, waar ie heel zijn leven aancomponeerde, waarover ie natuurlijk ook nu dacht....

— Ellendig weer, he? gromde Berkemeier verkouden.— Vreeselijk! Zeker druk aan het werk?— Aan 't werk? Ik? Och ik werk aldoor, he?- juist. Ik hou' je niet op. Adieu.Stork was nijdiger op zichzelf dan op Berkemeier.

Zoo'n aterling, die daar nog invloog: hij, werken!Twee jaar lang had ie komedie gespeeld, het sensi-tiefjen uitgehangen, dat te zacht was voor deze aarde,onmogelijk op een kantbor kon blijven; en blijkbaarMies Hovink niet aangekeken onder 't beweren datie haar liefhad. Deze geduldige moed, zijn fluweel-oogen, die nu al deerlijk verdoften; en het besef, datMies, met haar neus en schelvisch-gezichts-organen,zonder Berkemeiertje waarschijnlijk nooit tot mevrouwhet zou brengen, hadden de ouders doen berusten;— nu Mies met de baker zat, deden pa en ma Hovinkblij. Als nit ook de inspiratie maar kwam! Moeilijk:— in een dorp als dit; Mies-met-den-neus in de rolvan muze, en bij wijze van geestelijk fonds niets daneen stall met jezelf vervuld zijn! Hê, de vlerk zou hemweer een vlaag van influenza bezorgen. Lammeling, diehijzelf geweest was! want enkel door verlegenheidtegenover de mooie Dina, had hij zich tot amikaliteitjegens Berkie laten verleiden. Pratende tegen haar, hadhij gedacht: kan ik meeloopen met de meid? staat dat?of zal ik hier het boerenerf even op draven om DeStaart van zijn vijand te scheiden? En meteen hadde ontmoeting met Berkie een uitkomst geleken, enhij zich naar den vent gedraaid, zonder van haar

Page 16:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

13

meer notitie te nemen. D'invloed, waarachtig, van't deflige dorp, stands-influenza, fatsoens-bacil.

Daar ging zij. Twintig passen v66r hem. Zij haddendenzelfden weg te doen. Ginds, in de woning, sprakhij haar vaak. Waarom liepen zij nu niet samen?Prachtige meid — die oogen, die neus! Maar het mooistd'er figuur, het geheel. Wie in 't dorp was een dameals Dina. De dagen, toen hij in de pastorie logeerde,had ze met dat zedig-vroolijke van een lach, welkehet heele gezicht deed glanzen, hem bijna van de wijsgebracht. In de voorkamer, te zijner beschikkinggesteld voor het noodzakelijke, onmiddellijk dagelijksgehouden spreekuur, was het — eerst een prettigeafleiding geweest onder het wachten op patientendie niet kwamen, doch de laatste dagen van zijn verblijfeen telkens spannender genot, om, terzij van hetvenster, haar na te oogen, wanneer ze, met den wittenpoedel naast-v66r zich, stapte door het middag-straat-licht, in den linkerarm het teenen mandje, waar nietsdan de Haarlemsche krant in lag, die zij, na dankbarelezing door de pastorie, terug had te brengen op hetkasteel. Zij droeg altijd japonnen van grijs katoen;dat kleedde haar ook verrukkelijk; en Stork had naarden plooienval van den rok, ritselbewegend over derustige, voornaam-gelijkmatige beweging van haarmooi-hooge beenen, bewonderend gekeken en weergekeken, als naar de schoonheid van plooiingslijnenop het oude houten beeld, dat zijn kunstlievende, rijkemakker Van der Burgh op zijn studentekamerstaan had.

In den eersten schrik over het benepen-ordentelijke,het vreeselijk conventioneel-afgepaste van de kleinedorpsmaatschappij, waar hij nu zijn cctrriere moestmaken, waar men hem te benijden vond, omdat hij,als kleinzoon van den eertijds zoo beminden dominee

Page 17:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

14

Stork en neef van den tegenwoordigen predikant,uit /Men tot gemeente-geneesheer was gekozen; —in dat zich vreemd, gansch onthuis voelen, ook bij„neef," den wel goedigen neef en diens kinderlijk-vroom gezin; was Dina hem een verleiding geweest,een blijdschap over w a t moois van het le ve n,en had hij tevens iets van gemeenzaamheid voor haargevoeld, omdat zij maar een eenvoudige meid was,die toch, in het loopen en al haar doen, zoo iets heerlijkwelbewusts toonde.

Hij was volkomen correct gebleven; niets, nietshad hij haar doen blijken. En dezelfde angst om zichte verraden, had nu hem er toe gebracht, bruusk-heer-achtig zich van haar of te wenden en dien misselijkenBerkemeier te begroeten als amice. Thans wroetteweer de vraag in hem op: als zoo'n meisje werkelijkwilde; als het, met heel veel geduldigen takt vanflink zijn en kalm je wench haar toonen, mogelijkzou blijken, dat ze van je ging houden, dat ze nietmaar zich trouwen liet om mevrouw te worden envoor-haar-doen-rijk — wat was er dan tegen zoo'nhuwelijk? Kon een man aan den hevigsten natuur-drang, aan then sterksten, dien hoogsten lust, beter,eerlijker toegeven dan door het recht te krijgen omzoo'n vernikkelijk schepsel als zijn vrouw te beschou-wen? — Doch ook werkte weer het besef van hetkrankzinnige waagstuk, dat hij doen zou: omdathij, eenzaamling geweest als student zonder geld;daarna jaren gevangen op de hei tusschen boerinnen,die schraal waren als heur geboortegrond; nu pasdames kennen • leerde, en alleen Emmy Hovink uital de deftigheid en den rijkdom een gepaste partijvoor hem leek, zou hij als schoonzoon komen teverkeeren bij den tuinknecht Gijs van Rothe&

Hij stak het grasveld voor de kerk over: een onge-

Page 18:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

15

zellige open-plek, thans, tusschen de bijkans kaleboornen. Op het smalle diagonaal-pad liepen niemanddan hij en zij. En nu.... ja, ze had ook nu weer eenfijn-grijze japon aan, van dat zoo flatteerende, 't lichaamals omgoten meidenkatoen, dat alle vrouwen dragenzouden, indien ze wisten wat waarlijk mooi staat;maar het was Stork, of hij opeens een anderen kijkop de meid kreeg: — ze liep niet mooi nu, niet fraaiwas haar rijzigheid; hij vond thans, dat ze iets plompshad, zoo van achteren, volstrekt geen demarche defemme refine....

Door het tuinhekje ging zij en, om het huis heen,achter binnen. Hij belde aan de voordeur en evenlater deed zij hem met een zacht-lachend: — „O...e, Dokter" open.

— Mevrouw achter? vroeg hij en liep door.De honden speelden op het kerkplein, waar nevel-

slieren, als afgescheurd, treuzelend bengelden tusschende boomen, het klamglinsterende, bijna naakte,knoestig oude hout.

Page 19:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

TWEEDE HOOFDSTUK.

zie je, kerel, ik haat me land!— Zóó! spotlachte Stork op, grappigverrast. En smuigend, in vriendschappe-lijk plagen: — 't Land aan je land,da's 'en ernstig geval!

Jij vindt me mal. Maar begrijp je me? Artiestenzijn met zichzelf vervuld, roekeloos, gêk, 6.1doormet zichzelf. 't Noodzakelijk, natuurlijk gevolg vanhun gaaf en behoefte, om alle dingen van buitenop zich te laten inwerken, zoo sterk als voor kunst-maken noodig is. Door met die gretigheid alle aan-doeningen op de gevoelige-plaat van hun innerlijk-wezen op te vangen, gaan ze zich een middelpuntvoelen, onopzettelijk, onbewust: — het een gebeurteven onwillekeurig als het ander, ten gevolge vanhun kunst-instinct. Met voile zieleteugen nemen zede wereld in zich op en omgekeerd bevolken ze dewereld met zichzelf. Ken je Noodlot van Couperus?Daar zijn twee jonge-mannen in, twee typen, tegen-stellingen. 1k heb 'es 'en stukje van Netscher gelezen,die Couperus goed gekend heeft, waarin duidelijkwerd uitgelegd, hoe het scheppen van twee zulkeroman-figuren eenvoudig de consequentie was vanhet kunstenaarsbesef in den schrijver, dat in hemtwee tegengestelde neigingen vochten als die Bertieen die Frank nu voor den lezer belichamen. Oor-

Page 20:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

17

deelen is vergelijken. Menschen vergelijk je onderling,maar het begin, het uitgangspunt van je kritiekis vergelijking met jezelf, het vaak onbewust tegen-overstellen van wat jij bent, voelt en wilt, met watdie ander toont te zijn. Menschen bestudeeren isniets dan een jezelf voortdurend als tegenwicht ge-bruiken op de weegschaal van je ethische en verdereopvattingen. Daarnet heb jij, na een paar trekjes,me plezier willen doen door dAt een goeie sigaar tenoemen. 't Is trouwens 'en Lommerlust-merk, 'tcompliment komt Papa ten goede. Was het meerdan een vriendelijkheid, dan heb je dit oordeel alleenkunnen krijgen, doordat je tong deze sigaar vergeleekmet je eigen sigaren. Als je nit uit dit geredeneerafleidt, dat ik een egoist ben, beteekent het, dat jij, als jestondt in mijn levensomstandigheden, wenschen zouanders te zijn en te denken dan ik doe. Over anderendenken is dim over jezelf denken. Door dat bezig-zijnmet onszelf, krijgen wij, artiesten, of we komedie-spelen of romans-schrijven, iets ziekelijk impressio-nabels. Une sorte d'ecorche moral, a force de s'etudier,heeft Goncourt zich genoemd. En wie er nu zoo metzichzelf vervuld is, wat vindt die, vraag ik je, in Hol-land? Wat krijgt ie hier, hoe moet ie zich voelen, hoewordt ie er aangekeken, behandeld? Zeg zêlf, watis een schrijver bij ons 1?

Van den lagen, met bonte lappen bedekten, eigen-gemaakten-divan, waarop Berkemeier zich had latenneervallen, onmiddellijk nadat hij zijn gast, bij dekof fie, door de meid gebracht, een kelk groene-char-treuse ingeschonken en het kisje met sigaren voorgezethad, richtte hij half zich op, en, steunend op de uitge-spreide linkerhand, keek hij Stork aan met oogen,die trachtten de zelfvoldaanheid achter deemoeds-verdoffing te verbergen.De zonde in het deftige dorp. 2

Page 21:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

18

In den dokter stak het misnoegen.— „Ellendige acteur, dacht hij, hoe vaak zou'en

die zinnetjes, waarschijnlijk net naar een kunstbladgestuurd, zijn overgeschreven en overgelezen, voor-dat je op mij het effect probeert! Zee kort na denbevallingsnachtl" — Derwijze kropte de wrevel inhem, dat hij, om niet uit te barsten, niets te zeggenvermocht dan:

— NOu....en gulzig een trek deed aan de sigaar.Berkemeier zag daar verlegenheid in, het schuchtere

voorbehoud voorwenden van wie beseft dat de andergelijk heeft.

Er ging een schittering door zijn oogen; toen keekhij den blauw-en-witten rook na, vlug opkrinkelendboven zijn gast.

— \Vat, nou? Overdrijf ik soms? Gisteravond, in desoos, zag ik toevallig de Figaro in. Coppee, de Franschedichter, is ziek. Hij dee' z'en heele leven niet anders.Maar nou schijnt ie d'er slecht aan toe. Reden voorde Fransche kranten, om 'en bulletin op te nemen,door twee dokters onderteekend, net als bier, als deKoningin wat mankeert! Voor een dichter, stel jevoor! Laat Kloos 'es ziek zijn, of, vroeger, Ten Kate. Deeenige, die bij ons ooit als een beetje meer is beschouwd,is Beets geweest. Die leek indertijd te moeten beladenworden met het ontzag, dat heel het land voor allelevende dichters en schrijvers samen bij elkaar konbrengen, net als vroeger bij de joden een bok met dezonden van 't gansche yolk. Voor de andere schrijversschiet over, dat, wanner ze heel beroemd zijn, auto-grammen verzamelende juffrouwen hun d'er albumtoesturen en vergeten postzegels in te sluiten.

— Berkie, nu spreek je uit ondervinding!— Nee, 't is mij nog maar eens gebeurd en nog met

Page 22:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

19

'en nichtje van Mies. Emmy vond het toen zooeer, dat zij voor de frankeering wou zorgen.

— Zie je wel, da's toch al wat. Je hebt toch ookpas twee boeken geschreven.

— Och hoepel op, jij! je wilt niet begrijpen!Terwijl Berkemeier sprak van de autogrammen,

was zijn vrouw binnengekomen: gretig had Storker een aanleiding in gevonden om met een plagerijtjeaan het gesprek de wending te geven.

Berkie kon nu tevreden zijn! VOOr het eten, onderde, overigens prijzenswaardige, Lommerlust-vermouth:niets dan letteren en kunst; aan den feestdisch, van-wege de Lommerlust-keuken met blanke, gaaf vande graat loslatende schelvisch verrijkt: boeken, schrij-vers, en nog eens boeken; en nu, bij de pousse café:deze oratio pro domo. Vermakelijk was het geweest,aan tafel Mies te hooren. Een jaar getrouwd en ookeen oordeel. Mooi, wat ging in de lijn van Berkie:de Nagelaten Bekentenis hemelhoog door Miesjegeprezen, omdat de held uit Berkie's boek iets alseen heel klein Vermeertje was: Emants lief aan eendochter Hovink's. De liefde leidt en leidt in tot alles.En verliefd was Miesje beslist. Ook gelukkig? Bijde vrouw kent de liefde geduld. En Miesje's kindjegroeide flink. Overigens, hoe te deksel verliefd geduldkrasser op de proef te stellen dan in het alle dagen,ochtenden, middagen en avonden terugkeerend huwe-lijksleven met dezen man, ecorchè.... wat zei-d-ieook? Het zijn niet de minst-erge zieken, die precieshun kwalen kennen!—....

— Slaapt ie zoo lekker? lachte Stork de blij-vertellende moeder tegen.

Een knik van verstandhouding kreeg hij tot antwoord.Zelfs uit een Miesje Hovink wist de fee De Moeder-

liefde nog iets van een lieve verschijning te maken.

Page 23:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

20

— As-t-ie 's nachts maar doorslapen wou!Berkemeier, in lievelingshouding gezakt, de slappe

handen tusschen de wijdbeensche knieen gevouwen,hoogdik den rug alsof hij een bult had — en het gezichtvan souffre-douleur. Slachtoffer van zijn vaderschap,nu al. De toon was van zijn zeggen het naarste: datecht-gemeende van klacht over last. Een sarrendbespotten van 't moedergeluk zou, voelde Stork,minder venijnige tegenslag op de guile vreugde vanhet nu juist zeven weken uit het kraambed herrezenjong-vrouwtje geweest zijn dan deze gemeend-nijdigenuchterheid.

Schuw had Mies snel naar haar man gekeken,er was in haar gelaat iets vergleden. Toen, glim-lachen willend:

— Dokter, nog koffie?— Dank u, Mevrouw! .... Ze was wel heel lekker!— He, en u weigert. . . .Half zich wendend, vooroverreikend, beweging

van gastvrouwen vaak zoo bevallig, stak zij de handuit naar Stork's kopje, waar hij schielijk de zijnev66r hield. Nu lachte zij gul:

— Dan gauw de thee!Toen de portiere van nagemaakt-Turksch, achter

haar plooiend, tot rust terugzonk, was het, als lietzij het zwijgen achter tusschen die, straks druk pra-tende mannen, in die kleine, doorrookte kamer,waaraan de bonte doeken en lappen met de warm-gelekap der zacht lichtende petroleumlamp voor Stork'sgewaarwording iets zonderlings, alkoofachtigs gaven,dat hem voor een werkkamer ongeschikt leek. Mieswas, daarnet, wel gewoon geweest. Maar leelijk ... .In een wrevel-van-meelij dacht Stork aan het wreed-noodlottige voor zoo'n vrouwtje, dat, vol liefderijk,moedig geluksbegeeren, haar best deed om aan haar man

Page 24:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

21

te behagen, met hem meepratend, trachtend met hemmee te voelen; maar dat in haar streven om een liefde-loozen zwakkeling te boeien, werd tegengewerkt,gestadig gehinderd, door de hopelooze onbevalligheidvan haar lichaam. Toch voelde, kende ze de bekoringvan innemende bewegingen: — de manier, waaropzij daareven, met een gemeenzaam slechts half zichomkeeren, over de tafel hier, naar dat kopje hadgebogen, het was de huiselijkheid brengende kalmtevol vriendelijkheid eener volmaakte gastvrouw. Maarhaar hand was te groot en haar arm zoo dun, haarlichaam miste alle proportie, haar lachen was aller-liefst bedoeld, maar de klank was onaangenaam,en het gezicht stootte, ook bij een lach, door te groveleelijkheid af.

Peinzend had Stork de oogen op een prent aan denmuur gericht. Hij voelde, dat zijn gastheer hem be-gluurde. Daarom zei hij:

— Een mooie plaat, zeg!— Een ets van Zilcken naar Jaap Maris.... Dit

is mooi, van Thijs, The Walk.Vlug was Berkemeier opgerezen en had van den

wand de plaat genomen, die hij Stork nu voorhield.— 'k Zie niet wat het voorstelt, bekende deze.— 't Is maar een prent uit een tijdschrift gescheurd.

Maar wat komt dat er in Gods naam op aan?....'t Is prachtig!

— Ja, je weet, ik ben maar een leek.Berkemeier zweeg en hing de plaat op. Dat „prach-

tig," vond Stork, was er zêlfs niet schoolmeesterig uitgekomen. Berkie had argeloos-plotseling toegegevenaan een lust tot overbluffen, en, waarschijnlijk altoen hij met de prent vOOr hem stond, moeten denken:neen, bij Stork gaan die dingen niet op. Stork wistvan Matthijs Maris niet veel, had het opstel van Van

Page 25:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

22

Deyssel gelezen en vroeg zich af, waarom de schrijvervan Euthanasia anderen zou wenschen op te dringen,dat hij voor teere droomen veel voelde.

Toen hoorde hij tot zijn schrik:— Om nog even terug te komen op schrijverij....En er volgde een aanval op een aan Stork volslagen

onbekende bewering van Berkemeier's vriend, dendichter Kleestra, drager van den schuilnaam Endymion.Deze bleek het schrijven een eerewerk te vinden,nam honorarium slechts aan uit noodzaak en steldezich gelijk met burgemeesters, rechters en dergelijkedienaren van het rijk, die, wanneer ze hun betrekkingkiezen, weten slecht bezoldigd te zullen worden.

— Ik heb hem gevraagd, spotte Berkemeier, watde kleinste gemeente was van ons land. Hij wisthet niet. Ik heb hem verzekerd, dat de burgemeestervan die schoone plaats, al ging hij er maar een weeklogeeren, hem met z'en collegialiteit in eerebaantjeswel anders zou leeren. Schrijven is bij ons heelemaalgeen baantje! En dat zit 'em alleen in het geld....Hadden we maar de Berner Conventie!

Verveeld vroeg Stork:— Zou dat helpen, geloof je?Hij dacht aan de thee, die Mies had beloofd.Berkemeier was blijkbaar verheugd, over de waarde

der Berner Conventie een leek te kunnen inlichten.Nu meende Stork hem te begrijpen. De subsidie vanLommerlust plaagde of moest althans worden goed-gepraat. 't Kwam zoo ronduit mogelijk:

— Vrinden hebben me verweten, dat ik een vrouwmet geld heb getrouwd. 't Verwijt zou misschienopgaan, of .... eerder opgaan, als ik Mies Om d'ergeld had genomen. Maar zelfs als ik heelemaal nietvan d'er hield, zou voor mij eenvoudig de vraag zijn:wat is beter, te leven met een betrekking waar je nets

Page 26:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

23

voor voelt of met een vrouw waar je niets voor voelt.Mariage de raison, fi done! Maar een betrekkingde raison! Voor de gemeenschap toch ook niet voor-deelig, en voor jezeif? als je ildoor je opvreet, omdatje nooit, nooit iets doet met plezier, integendeel dage-lijks doen mkt met weerzin?

Stork aarzelde of hij de kwestie zou rekken doorbescheiden aan te voeren, dat er nog wel een tusschen-weg was, maar juist werd er geklopt op de deur eneindelijk bracht de meid de uitnoodiging, of de heerenkwamen theedrinken.

Door het nauwe kleine gangetje met het Turkschelampje van rooden schijn, dat Stork de avonden vande bevallingsweek had geergerd als opzettelijk-artistieken als onpraktisch, daar het onvoldoend licht gaf enstonk of het drupte, kwamen zij in de achterkamerterug, waar zij straks gegeten hadden, de eenige ruimekamer van het ouderwetsche, verdiepinglooze huisje.Die kamer, 's zomers verrukkelijk, daar men door detwee raamdeuren over het kleine eigen tuintje in hetgroen van het kasteel keek, was nu nog feestelijkerdan onder den maaltijd, want behalve de lamp bovende middentafel brandde er een hooge staande metgroote kap, en daarvoor stond in een hoek de thee-tafel, waarbij de wel zeer behagelijke leunstoel wasaangeschoven voor den gast.

Stork leefde op, nu was het gezellig; en om hetgesprek vooral van de literatuur of te houden, begonhij schielijk over de deugden dezer kamer, die hijin den langen nacht van Maurits' geboorte onvoldoendehad kunnen waardeeren: natuurlijk, doordat Mevrouwontbrak.

— Doordat deze lamp niet gevuld was! lachte Mies.Haar man zei:— Wat ben jij toch complimenteus.

Page 27:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

24

Stork bleef de kamer en het uitzicht prijzen; betoogde,dat een ouderwetsche gezelligheid, als hier 's zomersbekoorde, enkel mogelijk was in de kom, in het echteoude dorp; en bracht zoo het onderhoud op het kasteel.

— 'k Heb nog altijd geen kaart, klaagde Berke-meier.

In de bevallingsdagen had Stork hem beloofd, denrentmeester een kaart tot vrije wandeling in het boschte zullen vragen. Maar de Baron zelf teekende diedingen tegenwoordig af en was er nu eenmaal moeilijkmee, in zijn toorn over de verandering van het dorp,waar hij nooit voordeel van had getrokken, daar grond-speculanten hem de bosschen en akkers haddenafgekocht, voordat hij bedacht raakte op een villa-park.

— Nu wil hij den last van de drukte niet hebben.— Papa is zelf een kaart gaan vragen, ijverigde Mies.— Maar heeft er evenmin een gekregen!— lk zeg u, hij geeft ze bijna aan niemand.Van den rentmeester wist Stork, hoe juist het aan-

matigende bezoek van den indringerigen Hovink denouden edelman had gestijfd in zijn halsstarrig verzet.Zoo'n parvenu, met spekuleeren meneer geworden:het chirp zou hij hem hebben ontzegd, als het nogin zijne macht stond!

Alsof Berkemeier Stork's gedachten had gevolgden zich nu met de Hovink's mee beleedigd voelde,begon hij af te geven op den pauvre gentilhomme,die met middeleeuwsche begrippen een gevangenis-leven sleet in dat tochtgat van een ruine, net als deburchtheer uit Les Bouttons, het stuk van SarahBernhardt, dat Mies en hij op hun huwelijksreis teParijs hadden gezien.

Mies lachte vermaakt, maar niet spotlust wektehaar vroolijkheid: het was de vreugde, dat Berkiedacht aan dien tijd . . . .

Page 28:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

25

— Tochtgat?.... Zeió erg is 't niet, hoor.— Beg your pardon, o huisvriend van adellijke

hanzen I ik heb het maar van hooren zeggen!— Maar, Marini& U komt er als dokter, he?— Net als de slager en de barbier.— Is 't er rijk? Zijn er mooie dingen?— Mooie dingen? Ja zeker, een massa. Rijk? Och

kijk, niet rijk voor hen. Je ziet, dat de boel niet wordtonderhouden. Maar vergeet u ook niet, dat zou schattenkosten.

— Waarom blijft de vent er dan wonen?Stork voelde toorn: de aterling! Die straks zelf den

aristocraat uithing, den schrijver-Uebermensch naarHet Woord Nietzsche; en die niets bleek te voelen,nu, voor de hoogheid, den in zijn hardnekkigheidprachtigen trots van zulk een, nooit anders dan vanverarming geweten hebbenden, edelman. De eenigekans om het adellijk vermogen wat te herstellen:de zeer voordeelige verkoop van tot park bestemdengrond, was den Baron door de kortzichtigheid ofiets anders van den vorigen rentmeester, sedert inzijn Heer en Heiland ontslapen, ontgaan; en nu bleefde hooghartige heldhaftig veinzen, niets te zien vanal de nieuwerwetsche weelde, door villa's- en buitens-eigenaren, als verre beneden hem staanden bijna aliendoor hem genegeerd, in een aldoor nauwer aange-trokken gordel om den verweerden steenklomp vanzijn Ahnenschloss tentoongespreid.

— Ga 't hem eens vragen! antwoordde Stork opBerkie's uitval en stond op.

— He, gaat u weg? Het is net zoo gezellig!— Mevrouwtje: uw gast denkt precies als u; maar

uw dokter stuurt u naar bed.— Blijft u dan met me man nog wat praten.— En de gezelligheid?.... Bovendien, het huis

Page 29:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

26

is gehoorig, dan waren we u hiernaast nog tot last.— Die nacht hebt u toch ook niet gezwegen?— 1k? meest wel. Uw man heeft gepraat. Maar

och hemel, zoo zacht en voorzichtig, de vent was ondereen hoedje te vangen!

— Jammer, dat het zoo kort geduurd heeft!— Dat ligt aan u! U verwent hem te veel.... Maar

dat doet u hem niet alleen....En met een complimenteus bedankje voor de guile

ontvangst nam Stork afscheid.Berkemeier wilde hem naar huis brengen. Hij deed

's avonds graag nog een loopje.— Mies, ga jij dan vast naar bed....De dorpskom lag in volle-maan-glans, was licht,

nu met de kale boomen, gezellig-diep onder het hoog-gespreide netwerk van takken. Vettig druilde licht-schijn door de ruiten der bakkerij; uit de gelagkamerbij Westrik botsten losse geluiden naar buiten; opden straatweg links knarste een rad: vast de voermanuit de stad — dan kreeg men zijn goed alweer pasmorgen.

Een enkel zeggen en beamen, dat het lekker in delucht was, en de mannen zwegen, daar alles zweeg.Maar vOOr de pastorie stonden menschen — een manen een vrouw dicht tegen elkander.

— GOeienavond, groette Stork.Doorloopend naast hem, aan den buitenkant, keek

Berkemeier nog eens om.— Zoo? heeft de mooie Dina 'en vrijer'— Och kerel, 'et is d'er wader.Stork zei het nijdig. Die Berkemeier! Wat ging het

hem aan, of die meld een vrijer had.En nu begon hij waarachtig weer over literatuur.

Een confidentie: waar hij aan werkte. Dat hij graigschrijven zou voor het tooneel. Want het tooneel....

Page 30:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

27

Stork liet hem praten. Beklaagde zich over zijnavond toch niet. Lang genoeg had hij geweigerd.Ook laatst nog, voor het „famieljediner": hij met deLommerlustelingen. Maar Miesjes hartelijkheid hadgewonnen. 't Vrouwtje was 266 blij met haar kind,daarom moest Dokter per se getrakteerd. Nu, 't hadgesmaakt en hij mocht die Mies wel. Arm kind, zouze nu naar dien man verlangen? In het maanlichtkeek Stork zijn gezel er op aan.

Page 31:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

DERDE HOOFDSTUK.

S. Wedelaar schreef zijn preeken, hijhad volgehouden het te doen — bijkansdertig jaar was hij predikant. DesMaandagsmorgens begon hij veelal; nazich des Zondags verweten te hebben,

dit.... en dat.... te hebben verzuimd in de voor-of namiddagpreek, repte hij van het ontbijt zich wegin een ijver van verlichting, daar de rustdag wasgeeindigd en hij than aan den arbeid kon, een tekort-koming goed ging maken met zijn preek voor devolgende week. Om elf uur had hij katechisatie:twee uren restten hem, die hij niet prijs gaf, tenzijvoor bezoek bij een ernstigen zieke. Eerst schreef hijde punten, hem den vorigen dag door het hoofd gegaan,vluchtig op, met een angstige haast die zijn geestontlastte: waarna hij in peinskwelling zocht: is ditalles? Want opgeschreven, viel het niet mee, bleek voorde gehouden preek ongeschikt, voor een nieuwe weinigbelangrijk, zelden stof op zichzelf te gebruiken, nooitgrondslag tot een gansche rede. Of, starende op zijnaanteekening, herinnerde Ds. Wedelaar zich: eenschrijver, die hetzelfde betoogd had, iets soortgelijks,maar dan veel beter.... En, schoon gekrenkte eigen-liefde dezen deemoedige niet kon plagen; hij ook geenbezwaar er in zag, ten bate van het werk in den Wijn-gaard, bij „de getuigenis van zijn geweten," naar

Page 32:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

29

Paulus' woord aan die van Corinthe, eens andersgedachte mede te deelen, „die God (dezen) gegevenheeft, om zijnen dienstknecht te toonen," gelijk hetheet in de Openbaring; — na het zelfverwijt van denZondag, zat hij ontnuchterd, ontmoedigd vaak neer,daar zijn predikersgeweten hem weder noodelooszorg gebaard had, maar tevens uitzicht geopend opiets, waarmede hij stichten zou of vermanen. Veelalliet hij daarna zich gaan, voortlezend in een der opge-slagen boeken; bij de stichting van deze lectuur, debelangstelling in eenig godgeleerd vraagstuk, dooreen meester daar behandeld, de nieuwe teleurstellingvan eigen geringheid vergetend.... totdat hij, somseerst op den klokslag, dacht aan de katechisatievan elven.

Onder het vele, door en in zijn tweede huwelijk omhem heen en voor hem veranderd, was het verloopvan den Maandagmorgen. Tot het hooge geluk vanhet eerste jaar met zijne innig beminde Aleida be-hoorden de wandelingen op Zondag tusschen denamiddag-kerk en het eten. Zij had hem daartoeovergehaald. De predikant 's Zondags wandelen, gingdat? Lachende had zij voor hem beslist. Samen-sprekende over de preek, zeide zij vrijmoedig haaroordeel, maakte hij haar deelgenoot van wat hembezwaarde als straks vergeten. Haar blijmoedigheidpraatte zijn kommer vaak weg. Meermalen ook hadzij een gedachte. En 's Maandags kwam hij daaropterug, na het lezen met de boden, terwijl Aleid deontbijtkopjes wiesch. Het was hem zalk een anderleven dan de dertien jaar van zijn weduwnaarschap:een nooit voorziene bloei van geluksvreugd, somtijdsbijna overstelpend Jopie's geboorte had weerveranderd, Mies in 't huiselijk leven gewijzigd, hemvoerende tot een weeldegevoel, waar hij zijn God nooit

Page 33:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

30

genoeg voor dankte, maar dat hem somtijds klein-moedig maakte, als drukte de last zijner jaren te zeer.In alles was er verschil met vroeger. Nu — dit dorp;deze pastorie; en zijne lieve, fijne Aleid, beide, domi-neesvrouw en moeder, uitmuntend, maar tevenshaars ondanks blijvende de adellijke-jonkvrouw, opge-groeid, wel niet bij aardschen overvloed, maar tochin een van-zelf-sprekende omgeving van verzorgingdoor het, op eigen gezag de huishouding bestierende,dienstpersoneel. Vroeger — een gemeente van louterboeren; een vervallen pastorie met zolderkamertjesals verdieping en een witgemuurde studeerkamervlak naast de keuken; maar zijn kloeke, gezondeKathrien, huishoudster sedert de kinderjaren, schen-kend hem. . . . alles ging toen zoo van zelf, twee knapen,rond en frisch als hun moeder — slachtoffer, plots'ling,zij ook, van de ziekte, die het dorp had uitgemoord.De Heere had hem de kracht gegeven een wader voorde twee halve-weezen te zijn; dertien jaren was hijgesterkt om het eenzame leven te gaan, onder dedikwijls moeilijke luimen zijner goed-willende, maarnu eenmaal weinig opgevoede, stijfhoofdige, dadelijkdwarse juffrouw Wilmerdink; doch deze tijd hadhem vroeg verouderd, dat werd hij zich wel vaak ge-waar. En wanneer nu zijn blonde prachtjongen methet engelekopje, bleek of roodgezwollen van hoest,hulpbehoevend neerlag in het bevallige, witijzerenbedje, kwam er over hem een bezorgdheid, welkehij vroeger nooit had gekend, een angst, waar hijin ootmoed vergiffenis voor vroeg aan den Vaderdaarboven, maar die hem niet losliet trots alien strijd;hem vervolgend onder zijn herderlijk werk, ganschedagen, in de gemeente; hem folterend in het studeer-vertrek, nadat hij zich aan zijn preek gezet had.

De gewoonte der wandeling 's Zondags-namiddags

Page 34:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

3 1

poogde Aleida in eere te houden. Slechts dorst zijop de uitgangsbeurten van Dina de kinderen, althanswanneer er een niet wel was, noode aan Neeltje over-laten. Haast beschroomd trok hij dan alleen.

Maar van het napraten 's Maandagsmorgens konhelaas nooit meer sprake zijn. Het huishouden druk...gesukkel van kinders.... Aleida zelf ongesteld ofte-moe.... want sterk was zij niet, zijne dierbarevrouw, hoe zij zich ophield en anders wilde I

Ook nu was Aleida gansch niet in orde. En Joophad bijna chronisch bronchitis. Het werd een bangelange winter.

Ruggekromd was Dominee als weggeslopen vanden eenzamen ontbijtdisch, terwijl Dina met kieschebewegingen omwiesch en wegredderde. De Haar-lemmer van Zaterdagavond, een half uur geleden aange-reikt, had hij maar even geopend gehouden, met deonverschilligheid van wie in gedachten over het ge-drukte heenziet. Er waren twee brieven, daar sloophij mee weg — den eenen had Dina zoo graag gelezen,zij had hem gekeerd en bevoeld en tegen het lichtgehouden, toen zij hem in de gang uit de bus nam.

Zuchtend schoof Ds. Wedelaar den stoel voor zijnschrijftafel achteruit. Wat zijn lieve veeljarige vriendinfreule Constance van Lakervelde schreef over harebereidvaardigheid om den nood van het gezin Pols-broek te lenigen, verblijdde zijn herderlijk gevoel;maar als prediker bleef hij peinzend staren op watzij in een post-scriptum meende van zijn preek vangisterenochtend: zeer vriendelijk, maar niet welbegrepen, want hij had waarlijk het anders bedoeld.Dus was hij onvoldoend helder geweest, daar dezewellicht best-verstaande uit zijn gehoor aan zijnzeggen een onjuiste uitlegging gaf. Hij wist het: devorm, altijd de vorm, Aleid placht schalks hem er mede

Page 35:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

32

te plagen: „Jou eindelooze boekezinnen, heusch, demenschen begrijpen je niet...." Nu dus weer niet een-voudig genoeg, afgedwaald was hij naar de geleerdheid;ach, die geleerdheid, die — droom van zijn jeugd....

Zenuwachtig zijn bril verschuivend en daarnaden duim zettend aan den linkerslaap, tikte Ds. Wede-laar met de toppen van wijs- en middenvinger, tweeblanke, slanke, maar stijve vingers, tegen het niethooge maar rechte voorhoofd, als drukte hij gedachtenterug. Tusschen de vingers bleef de diepe voor, die hethoofd over de gansche breedte doorgroefde. „HermanWedelaar, Godgeleerde".... Hoe vurig had hij datgehoopt! Het was lang geleden. Er was veelgebeurd. De Heer had hem langs andere wegen geleid.Doch nu was daar op eenmaal die spanning, of letsvan dit er nog zou wezen met zijnen zoon! Zijn eerst-geborene, weder een Herman, Herman Wedelaar Jr.Maar — werd dit anders dan ijdelheid? 0! bij dezedingen voelde hij nu ook vrees voor zichzelven. Wanter was een aanvechting in hem om toe te geven aanhet dringen van den jongen — niet enkel uit zwakheidvan vaderliefde, en nog minder, helaas, uit de eenigeovertuiging, die hem het recht zou hebben geschonkentoe te stemmen. Zijn oudste toch nog theologant!Die wiegewensch, tot zijn smart niet vervuld, nualsnog verwezenlijkt' Maar het kon, het mochtniet zijn — hij moest blijven stremmen, tegenhouden,wat onmogelijk zoo opeens emstig begeerd werd,uit beproefden innigsten aandrang der ziel. En niette-min, zoo het wel Gods weg was? ... .

Schuin voor zijn schrijftafel gezeten, het lijf voor-over, met den arm van de hand, die den brief hield,leunende op het tafelvlak, liet de vader het geslotencouvert nu met dezen, dan met dien hoek nederkomen,en bestaarde het adres, keek in gedachten naar den

Page 36:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

33

buitenlandschen postzegel, maar kon niet besluitenden brief te lezen.

Na een uiterst onrustigen nacht, daar hij, om zijnAleida te sparen, telkens opgestaan was bij Jopie envoor den inademtoestel gezorgd had, die stoomrazendvuurvlamde, juist in zijn oog, tot Aleida te raden wist:„trek er het scherm voor;" had hij het slaapvertrekverlaten, niet onbekommerd, want het ventje bleekbij het ontwaken weer koortsig en Aleid zag er zeirmoe uit. Het mocht niet langer, dat zij den hoesterin hunne kamer hielden; Aleida deed geen oog 'snachtstoe; met het scherm om Jopie's bedje, zouden Loesen Wim er wel doorheen slapen en Dina was gewilliggenoeg; desnoods kon zij den wekker zetten, omwakker te worden voor het bijvullen van den inhaleur.

Beneden den brief van Herman vindend, had hij hetbesef gekregen, dat er over de kleinere zorgen, alseen rukwind over een bries, plotseling schokkendeen angstgevoel heenviel, voor iets van veel ernstigeraard. Zijne beide jongens konden hem niet verwijten,tengevolge van zijn hertrouwen aan vaderliefde te kortte schieten. Doch zijn hand lag niet meer over hen.Lichamelijk waren beiden volwassen; die zorg vaninnige huiselijkheid, noodig hier voor zijn eigen nestje,behoefden zij maar zelden meer. Maar nu vroeg Hermanden emstigsten bijstand! Was hij niet bij machte zijnzoon nu te helpen? God wilde misschien hen beidenbeproeven. En hij aarzelde, hij was bang, terwijl zijnkind zijn hulp behoefde ....

Een oogenblik sloot Ds.Wedelaar achter de glimmend-dikke brilleglazen de oogleden. Toen richtte hij metbeslistheid uit de gebogen houding zich op, een vingerplukte door het couvert heen, hij ontvouwde denbrief: — zeven zijdjes! en dat de derde in eerieweek!De zonde in het deftige dorp. 3

Page 37:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

34

Met den benedenrug zwaar tegen de ronde leuningvan zijn schrijfstoel steunend, den brief in de opge-heven linkerhand voor het gelaat, las Ds. Wedelaar.Nu en dan hield hij even op en keek in gedachtenlangs het papier heen. Bezorgd zuchtende, herbegonhij. Toen hij de lezing had voleindigd, hield hij de handvoor de oogen. Hij begreep zijn kind niet meer! Wedernam hij den brief van de tafel, doch toen hij nogmaalslezen wilde, bemerkte hij vocht voor het brilleglas.Hij nam den bril van het gezicht weg, en terwijl hijde glazen droogwreef, waren de ontbloote oogen, dieplots den glans der bedeksels misten, in een als ont-stoken omranding, van een deemiswaardige zwakte.Vooruitschuivend op den stoel en vooroverbuigend,ontsloot hij met een sleuteltje uit zijn vestzak eenzijlaadje van het bovenstuk zijner schrijftafel en namdaar twee brieven uit.

Nu ging hij uit de drie vergelijken. Ze sloten niet!in deze eene week sprak de jongen zich herhaaldelijktegen! Wel doorleefde zijn Herman een crisis! Stonder niet in hetzelfde hoofdstuk der Klaagliederen vanJeremia: „Het is goed voor eenen man dat hij hetjuk in zijne jeugd draagt. Hij zitte eenzaam, en zwijgestil, omdat Hij het hem opgelegd heeft." En: „DeHeere is goed dengenen, die Hem verwachten, derziele, die Hem zoekt"? Ach ja, zoeken deed Hermanwel.... maar toch .... de vader dorst niet gelooven.Er was hier ook een licht overtuigd zijn, een plotselingeheftigheid, een ijver die slechts een stroovuur konblijken. Want gelijk Herman nu zich voordeed, washij nooit geweest. Bedrog was daar niet in — maarzelfbedrog? In de groote vacantie moest de jongenal iets vreemds over zich gehad hebben. Hem, denvader, was 't niet gebleken; slechts had hij met leed-wezen opgemerkt, dat de verhouding tusschen zijn

Page 38:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

35

twee oudste zoons nog minder innig dan vroegergeweest was. Doch Aleid, met wie hij, na de ontvangstvan den tweeden brief, eergisteren over Herman'snieuwe plannen had gesproken, had toen bekendreeds in Augustus over zijn doen zich te hebben ver-wonderd. Toen waren, al spoedig na den terugkeernaar Edinburg, de ontmoedigde brieven gekomen:dat de studie toch veel te zwaar was, dat hij niethoopte er ooit te komen. Daarop een periode van bijnageen tijding: de wekelijksche brief, geschreven klaar-blijkelijk enkel als plichtsvervulling, zonder ooit eenwoord uit het hart, zonder eenig zieleleven. En nuop eenmaal: Vader, ik vraag u vergeving, maar ikdeug niet voor medische studie; wat ik begeer, is detheologie. 0, ware hier niets aan voorafgegaan!Geen moedeloos de medicijnen verwenschen, geenklachten: ik kom niet door het examen. Want al zou,na het star, stelselmatig verzet uit den knapetijd tegenelk voorzichtig voorstel, elken zachten raad om theolo-gant te worden, de plotseling blijkende begeerte omnog voor predikant te beginnen, ook dan voor denvader een beangstigende verrassing gebleven zijn;die schrikkelijke gedachte, die vrees, waarmee hijhet teerste, het heiligste in de zieleroerselen van zijneigen kind kon kwetsen: dat luiheid, oppervlakkigheidHer' van een nieuwe studie deed spreken om af te zijnvan de medicijnen — deze hartepijn zou der vader-liefde bespaard zijn gebleven.

Met den derden brief vond hij zich niets gevorderd —integendeel. Hier was ongeduld, dat zich veront-waardigde, dat tOOrnde tegen vaderlijke bedachtzaam-heid, tegen den eisch eens vaders, die beraad verlangdetot zulk een stap; die smeeken dorst: mijn zoon,keer in tot uwe binnenkamer en laat niet af in hetgebed en keer uw gedachten om en om, opdat gij

Page 39:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

36

weten zult wat recht is in de oogen des Heeren. Ennog verontrustte niet het opbruisende in enkele passa-ges den vader het meest. Daar waren, onder aan hetvijfde zijdje, in een wijder uiteen, naar het leek nietonmiddellijk na het voorafgaande, geschreven ge-deelte, twee zinnen: — hij had ze gelezen, en derechterhand die op de ronde stoelleuning lag, had,als bij een onverwachte lichaamspijn, het houten uit-einde omknepen; en bij het herlezen van gedeeltenuit den brief had hij, midden aan het vijfde zijdjegekomen, schielijk omgeslagen; doch nu hij zichdwong tot nogmaals lezen, den brief met de linkerhandop de knie, bleef hij peinsstaren, hoofdgekromd.

„En ik, die hoopte U te verblijden, niet alleen UweChristenziel, omdat ik begeerte gevoel te getuigen,maar, Vader, ook uw vaderhatt! Want U, die eensmet zooveel vreugde en dankbaarheid in de pastorievan uw Grootvader zijt gekomen, U hebt het immersvurig gewenscht, dat uw oudste zoon predikant zouworden, en nu kan ik het worden in een tijd vannieuwe hope, onder hOeveel gisting, voor ons Hol-landsch Christenvolk."

Vergiste hij zich ten eenenmale of stond daar be-leden wat hij vreesde? Die laatste woorden, bevestigdenzij niet, wat Aleida in het gesprek over den tweedenbrief aarzelend bekend had, de drijfveer tot Herman'sbesluit te achten? „Nieuwe hope, onder hOeveelgisting" .... De jongen had vrienden aan de VrijeUniversiteit, hij was voor eigen rekening geabonneerdop de Standaard, aan tafel was hij in de vacantie telkensover politiek begonnen en Aleid had zich een gesprekherinnerd op een avond van katechisatie. Het wasaan de thee onder de veranda; Herman en Leonardhadden aldoor gekibbeld, en, zooals Aleid zich nugeestig had uitgedrukt, het was haar bij het aanhooren

Page 40:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

37

van de twee broers geweest, of zij beurtelings in deStandaard en in de Stemmen las.

Indien wereldsche eerzucht Herman dreef Ja, Aleida had gelijk: hij deed dan beter, terug tekeeren uit Schotland en hier in de rechten te studeeren.Dan lag een staatkundige loopbaan vrij. Ach! indienhet dat wa.irlijk was . ...

Ds. Wedelaar voelde zich gegriefd in zijn eerbiedigsteambtstoewijding. Zijn heerlijk ambt, zijnheiligambt! Dathem inderdaad zoo mOgelijk nog dierbaarder was,omdat het, in ditzelfde dorp, twee-en-veertig jaarlang was bekleed door zijn diep vereerden grootvader,omdat twee ooms Stork predikant geweest waren,omdat in het midden der achttiende eeuw een Wedelaar,zoon van een Amersfoortsch bedienaar des Woords,als predikant gestaan had te Amsterdam. Maar dathij rein gehouden wilde in zuiver geestelijke waarde.En nu zou zijn zoon, zijn eigen zoon, the) slecht zijnsvaders begeeren begrijpen, de roeping, den drangvan zijns vaders leven, dat hij wereldsche eerzuchtvermoed zou hebben achter dien wench, een zoonte bezitten, aan den Heiligen Dienst zich wij-dend? ....

Ach, de roerselen dezer dagen, die zijn arme kindonderging! Want deze denkbeelden en opvattingenwaren hem van buiten bijgebracht. Zeker gaf hijom wereldsche dingen en hij had de oppervlakkigheidvan den opbruisende, die schielijk toornt maar ookgemakkelijk zich laat winnen. Doch een karakter,dat in staat is het geestelijke te ontheiligen door hette misbruiken voor aardsche bedoelingen, neen,dat had zijn Herman niet. En zoo zou hij moeten zijn,om, gedreven door een eerzucht als Aleida in hemonderstelde, het predikambt te wenschen voor dewereldsche invloeden, die men er aan ontleenen kan.

Page 41:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

38

Zijn lieve Aleida zag daarin te zwart. Gelijk zij, ijverigelezeres der Stemmen en te Utrecht opgevoed, te gereede-lijk in den levensloop van een Kuyper of een Talmaopzettelijke zwenking zag naar een wereldsche bestem-ming. Ongetwijfeld was er onheiligs in de drijfveerentot openbare actie onder ons christenvolk. Maar moestmen ook achter deze dingen niet zoeken naar denvinger Gods? En ging het dan aan, zulk arglistig over-leg, als de gedachte wezen zou, uit staatkundigeeerzucht predikant te willen worden, te onderstellenbij een student? Toch moest het Herman alles geschre-ven. Zelfs indien de politieke hartstocht in de taalvan een Standaard hem mocht hebben opgewonden,de vreugde van Vrije-Universiteits-discipelen overde zege van Kuyper's ideeên op hem van invloedgeweest moest zijn, tot een opzettelijke verontheiligingwas zijn zoon niet in staat. Tenzij .... 0, Ds. Wedelaarsloeg in droefheid zich de uitgespreide hand voor hetgelaat; deze twijfelzucht! deze kleinmoedigheid! —en toch gebOOd zijn plicht als wader, elke mogelijkheidte doorzoeken . . tenzij daarginds iets was van dienaard, dat zijn jongen kon hebben veranderd.

Nu voelde Ds. Wedelaar wroeging. Nu priemde in zijngeweten de vraag, of niet het geluk, in zijn tweedegezin gevonden, hem te weinig bevreesd gemaakthad voor de bezwaren en gevaren, aan een wegzendingvan zijn zoon naar het vreemde land verbonden.Aleida's neef Van Woest van Laren had hem op hetidee gebracht. Diens jongen had het te Edinburg,in het eigenaardige tehuis, dat de studenten er zichdoor samenwoning weten te scheppen, zoo aangenaamen goed gehad. Van Woest had ook voor Herman ge-schreven, feitelijk alles in dezen beredderd. HadDs. Wedelaar het niet te veel overgelaten? Maar dedegelijke Van Woest! — en freule Constance had

Page 42:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

39

immers ook nog geinformeerd bij haar vriendinLady Arran in Den Haag.... „Niets wordt lichtermiskend dan de aandoeningen, die een vroom hartin de wijdingsure van heilige geestdrift vervullen."

Ontroerd was Wedelaar opgestaan. Wat bracht hemplotseling dit vriendelijke woord van Draseke tebinnen? Was de heilige geestdrift bij Herman? Bovenzijn brief had de jongen „Hand. IX, 6 en i5" ge-schreven! Als het Herman's Damaskus-reize was....Had hij, de vader, niet als Abraham de hand uitge-strekt om zijnen zoon te slachten?

Verwezen bleef Ds. Wedelaar staan. Hij staardeden tuin in, op een hulststruik, aan welks blader-puntjes droppels glinsterden in het licht. Hij waszijn gedachtenloop niet meester. Voelde slechts zichvan een druk ontlast.

Daar was opeens een getik aan zijn deur.— Binnen, riep hij.Het was Dina.— Domenee, denkt Domenee an de katechesatie,

't zal dadelik ellef uur slaan.— E.... ja Dina. — Ik dank je wel.Die Dina, z66 attent tegenwoordig. Het was waar,

hij moest nu gaan. Zijn bril was weer vochtig, nogvan zooeven — Dina zou 't wel niet hebben bemerkt:— Ach, zijn jongen, zijn lieve jongen'

Terwijl hij de glazen een voor een droogwreef,bedacht hij, hoe Joop den bril dezer dagen in zijn kleineknuistjes had gehouden en deze glinsterschijven,zoo aardig, „ijs" genoemd. Een gansch ander kinddan Herman eens — ook de moeders verschildenz6Oveel.... Wat zou er uit (tat jongske worden?Welk een tijd nog, eer die groot was.... Een rijkdom,het vader-zijn, maar als men oud wordt....

Daar sloeg de kerkklok. Elf uur. Hij had freule

Page 43:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

40

Constance nog willen antwoorden. Dan moest datmaar in den namiddag. Het zou voldoende zijn,de freule te vragen Mattheus XIII, 44, den tekst,te vergelijken met Filippensen III, 7. Daarmee bleekzijn bedoeling van zelf. Dina kon het brief je dan evenbij Westrik brengen, voor den koetsier, wanneer dielangs kwam.

Ds. Wedelaar schoof het raam aan den tuinkantop en wilde zich nu naar beneden reppen, den tuindoor, naar de katechisatie. Doch toen hij de kamer-deur opende, botste hij bijkans op tegen Stork.

— Hoy Neem me niet kwalijk! lachte deze.Moet je weg?

— Ik heb katechisatie.— 0.... Nou, dan een andere keer....— Hadt je iets?— Het heeft geen haast.... Joop heeft nog koorts,

maar de hoest is iets losser.— Dank je.... knikte Dominee in hartelijke

verstandhouding.

'V'

Page 44:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

VIERDE HOOFDSTUK.

et is een vreemde man, zei langzaamen met voornaam-geringe mondopeningfreule Clara van Lakervelde, terwijl zij,behoedzaam het hoofd langs het overgor-dijn heenbuigend, zag, hoe dokter Stork,

juist als de slagersjongen te doen placht, zijn fiets,die tegen een der colonnes van de portiek had gestaan,naast zich voortduwde tot een vaartje, om terstonder op te springen, doch zich bedacht en, onhandiginhoudend, eerst even den hoed oplichtte.

Haar gezegde was een beaming van de klacht harerzuster, dat deze Stork nu letterlijk in niets herinnerdeaan zijn waardigen grootvader dominee Stork en even-min eenige familiegelijkenis toonde met den bravenWedelaar.

— 't Is jammer, dat Wedelaar, weer te goedig,het dorp met hem heeft opgescheept!

Freule Constance veroorloofde zich, met dezescherpe franchise het fonds van hare gedachten tegeven, daar het doktersbezoek haar dezen ochtendbijzonder onvoldaan had gelaten. Omdat zij den vorigendag in de kerk blijkbaar weder had kou gevat, waser vroeg om den dokter gezonden; Mijntje, de kamenier,was er vOtir het ontbijt nog heengegaan. Toch wasStork eerst na elven gekomen en hij had zich weerzoo onverschillig getoond! Die man was altijd in de

Page 45:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

42

contramine; klaagde een patient, hij behandeldehet geval en bagatelle; durfde een zieke optimistzijn, Stork deed zijn best om neer te drukken. Maardezen keer scheen hij met zijn gedachten mijlen ver af.Aileen toen freule Constance over vrouw Polsbroekwas begonnen, kwam hij bij en maakte zich warm,hoewel er nu toch voor die menschen gezorgd werd.Soms kon hij juist als een socialist spreken en danweer hard, op het cynische af, over de nooden vanhet yolk oordeelen. Clara had gelijk: hij was vooralvreemd, meer vreemd dan onaangenaam; maarwêlk een verschil met den vroegeren dokter, dienhartelijken, en toch 66k kundigen Slinkers '

Stork trapte zijn wiel voort op den straatweg, traag,onvast, als aarzelde hij, waarheen het te richten.Hij had weer zijn dag van dorpshaterij. Die freulemet 'er tics en migraines, die minzaam sprak van„uw grootvader Stork," op een toon, .als Wilde zedoen beseffen: om hem duld ik nu jou in mijn huis'Verwijterig vol van de hemelsche dingen en bijhet minste kouvatten bângl 't Was Huize Beuk-en-Beek goed wonen, al deden de talrijke bonte teksten,Engelsch, Duitsch, ook Fransch, geen Hollandsch,aan reclames in een Bodega denken. Beter wonen danin vrouw Polsbroek d'er heihut. Ach, die zelfvoldanehulp, waar het wijf d'er zoon niet mee weerkreeg,den wilddief, soldaat uit baloorigheid nu, zoodat hetdorp hem tijdelijk kwijt was, wat eenige christen-liefde verdiende. Ze leken gepikeerd, de freules,toen hij van „robuusten knaap" had gesproken.Incompatibilite d'humeur....

Zoon Polsbroek en Het Deftige Dorp: — de tegen-stelling was al te vierkant! Hoe had de vent durvenademen? „Natuurlijke zoon", steeds in Mies . . . natuur,

Page 46:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

43

verpersoonlijkte hij een reactie op het bijgeharktfatsoen dezer omhekte buitenplaatsen met als be-woners „heeren-jagers", die, dom, zijn hulp nochzijn onderricht vroegen.

Daar kwam Van Laer juist, ook al zoo'n nimrod;groette „den dokter" Mast als gelijke: zoo hij giste,wat hier op de fiets overlegd werd'

Stork trapte opeens met beslistheid voort. Hij kOnnu niet naar Lommerlust gaan, zou wel tijd makenin den namiddag. Lommerlust was het allerergste.

Met den tuinman op Veldheim was hij den dagbegonnen. Toen naar zijn kleine typhuspatientje,de eenige, nu, die hem waarlijk kon schelen. 't Kindlag verlaten in het groote huis, schoon een verpleegsterde kamenier hielp: droef telgje van overwerkt ge-slacht, van ouders, beiden zenuwlijders, nu even inhun lusteloos niets-doen, reactie op beider grootvadersen beider vaders overijverig geldgeschraap, opgeschriktdoor den angst voor den dood, maar lui: te laf, teweek-zelfzuchtig, om zelf nog iets aan hun kind teverrichten, om bij het wicht te durven toeven, denkorten tijd dat het er nog zijn zou.

Overgestoken naar Bloemenheuvel: naar Jhr. Mr.van Wanderen Renck, eigenaardigerwijs gewoon,zoowel des winters als des zomers een katoenenhuisjasje van roode en witte streepjes te dragen, blijk-baar verheven boven de vrees, voor den huisknechtte worden gehouden. 't Zelfde onschendbaarheids-besef had Renck de dochter van een zijner boerendoen trouwen, eenmaal zeker een struische meid,nu een ruine, kribbig en.... hoog, kinderlooze Hoog-welgeboren Vrouwe.

Het paleis, waar de kleine Adeline geen vreugdegekend had en nu ging sterven; en het naargeestigeBloemenheuvel, waarop uit de verte steil-vrome

Page 47:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

44

erven van den, in zijn mesalliance door God gestraften,edelman met strakke nauwlettendheid toezicht hielden,waren de eenige ook 's winters bewoonde villa'sdezer wijk, midden in een Lange rij buitens, welke,dichtgesloten, weinig somberder in 't bladerloozehout stonden dan die twee, met hun, zomer en winterenkel op deftigheid berekende, openbaring van leven.

Schielijk was Stork van Bloemenheuvel naar dekom getrapt. Even het geloovig geduld der oudefreule Sitsen bewonderd; bij den bakker om frisschelucht gevraagd in het rookerige hoekje, waar hethoestende meisje lag; toen naar Jopie Wedelaar....

Toen dat....Hij moist het — hij was zich niet meer goed meester.

Freule Constance zou waarschijnlijk den dag doorweeklagen over het verlies van Slinkers. Doch hetbesef, het bij die weer verkorven to hebben, lei hemnog de vuurproef der Hovink's niet op! t Was bijtwaalven: achter De Horst om, zou hij kwart overtwaalven thuis zijn. Zooveel verre patienten warener niet, of er schoot in den namiddag nog wel eenhalf uur voor Lommerlust over.

Even moest hij zich vertreden. Nu beslist nietdenken aan dat. Ritje voor plezier! Door het dorp!Door zijn veelgehate woonplaats, waar hij, laf-prak-tisch, niet uittrekken dorst.

Stork was het nooit met zichzelven eens, wanneerhij het Deftige Dorp minder onaangenaam vond,met of zonder de zomervogels. 't Was, 't bleef stijf:o! bijgeharkt — hij kende daar geen beter woordvoor. Het slaafsch-geduldig treuzelen van een harken-den tuinjongen over een saai-recht voetpad tusschenrechtstandig afgesneden grasvelden, achter de dulde-looze vervelendheid der stijve, glimmend zwart ijzerenhekken, verzinnebeeldde hier de landelijke bedrijvig-

Page 48:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

45

heid, als het forsch-vast-langzame van boerenarbeiddie in echte dorpen. De boodschappen-loopendekoetsiers met livreipet kenschetsten den loondiensteven zuiver; zij waren 's winters wat minder talrijk.Een typeerings-vreugd, enkel van 's zomers, vandagen, dat er bijna geen nacht is, met wolkloozeluchten, maar wolken van stof tusschen al het gerijop den straatweg, was de vader der smidse, Egberts.Dokteren deed de oude niet meer, ongeneeslijk wisthij zijn jicht; hij duchtte sedert jaren den dood, be-wegingloos kromgedrukt in den leunstoel, welke,in de opkarner der smederij, tegen den schoorsteen-wand stond gedrongen; waar hij klagen bleef overkou, doch onder alle pijn nijdig beluisterde elk geluid,dat verried of er wel gewerkt werd. Zijn bonte zakdoek,het kwispe-door, zijn pijp met de lucifers en de bijbelmoesten steeds op de tafel onder zijn bereik blijven.De twee kleine vensters mochten nooit opgeschoven.Maar in den midzomer zat Egberts plotseling buiten,onder de opkamervensters op stoep, naast de zwartegaping met roode vuurvlakken der smidse. Een bank,waar nooit een ander op plaats nam; den zakdoek bijzich, de pijp in gebruik meest, zonder het kwispedooren den bijbel. Eindelooze hitte-middagen zat hij daar,weliswaar onder het dichte looverdak der hoogeboomen, doch met de smederij-gloeiing naast, enonmiddellijk voor zich de stofplaag der vele rijtuigen,aan- en afrijdend bij Westrik of in voile stuiving voor-bijgaand. Op zijn gezicht, als vastgehaakt, het lachjevan den goedigen, in God geloovenden oude. Maardan de sport van den jichtlijder Egberts! Hij groettealle dorpelingen. En elke groet was een standsbe-paling. Sprekend groeten bleef uitzondering, bewaardvoor „Dokter," „Daumenee." Standgenooten kregeneen hoofdknik; dienstmeisjes van klanten, jonge kin-

Page 49:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

46

deren van klanten, een beweging der stramme hand,halfweg van de knie tot de pet. Egberts' dorpsbesef,zijn overtuiging en zijn vernuft, uitten zich in de feilendenoch ooit falende, toch uiterst fijn berekende scha-keering of graduatie zijner petgroeten. Het minstewas een tik aan de pet. Het meeste was, dat Egbertsmet van een jichtlijder verwonderlijke vlugheid,opstond van de bank en de pet deed dalen metstatigen armzwaai, langzaam doch verrassend be-hendig. Hoe dringend sommig hekwerk van hetkasteel vernieuwing noodig had, dit supreme hulde-betoon was langen tijd uitsluitend voorbehoudenaan den heer van het dorp, Baron van der Waele.Burgemeester Klincker van Garderen, niet van adel,wel met een freule gehuwd, had zich met een opstaanen de pet afnemen moeten tevreden stellen, totdatzijn zoon het pleegkind en de voile nicht van Baronvan der Waele had getrouwd. De wijziging in Egberts'groet bewees, dat voor het dorpsbewustzijn met dathuwelijk der fortuinlooze freule, de van elders ge-komen Klincker's tot bij het hoogste aanzien gestegenwaren. Door den duur van zijn opstaan, de dieptevan zijn pet-afnemen, wist Egberts in de groeten voorzijn luisterrijkste clienten nog allerhand maten uitte drukken. Dan kwamen de menschen, voor wie hijbleef zitten. Tal van toch nog zeer deftige lieden.Maar sommigen zagen een krenking er in. Dat detegenwoordige eigenaar van het, een halve eeuw doorAmsterdamsche patriciers bewoonde, Lommerlust,toen hij geuren wilde en de mooi-dichte beukenhaagonmiddellijk na den aankoop door een ijzeren hekdeed vervangen, zoo gesteld op het, trouwens pasgewonnen, geld zich toonde, dat hij de karwei aanbe-steedde, had hem de, nu niet meer te boven te komen,geringschatting van Egberts berokkend; at gingen

Page 50:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

47

de knechts er voor de kachels en telkens voor allerhandreparatie, de smid dicht 's zomers aan geen opstaan,wanneer de beer Hovink zijn bank voorbijreed. Zoo-lang Berkemeier op de secretarie werkte, kreeg hijde handbeweging, lets hooger dan voor dienstmeisjes,welke op een grijpen naar de pet leek, dat op hetlaatste moment een handwuiving zou zijn geworden;den groet, waar ook de candidaat-notaris, de inspec-teur van politie en het hoofd der school mee naar hunstand verwezen werden; en nu hij die leelijke meldvan Hovink om d'er centen had genomen, kweldede smid den kwajongen met graagte, door van onderde ouderwetsche petklep, het hoofd als altijd in denverstijfden nek lets gebogen, hem doordringend aante kijken en enkel met een knik te groeten.

Ha-ha, Stork, die den smid had zitten beglurenin de spreekuurs-verveling van zijn logeeren bijWedelaar, had later den groet voor Berkie opgemerkten verheugde zich daar nu kwaadaardig in, terwijl hij,de armen gekruist, over het hard-zand-pad gleed,lekker in de langzame ronding van den achterweg ornDe Horst been.

Dorpstype, overlei hij, was ook de stationschef. Welveel minder uniek dan de smid. Maar sympathieker,want met den schijn tegen. Egberts toonde niet anderskarakter, dan door, naar het verheven voorbeeld derVan der Waele's, voor een Hovink slechts minachtingover te hebben. De chef toonde weliswaar eigenlijkin het geheel geen karakter, maar verdienen aan debesalueerde deftigheid, als Egberts, deed hij niet.Hij zag er steeds zoo keurig tilt, als aan een stations-chef in een deftig dorp past; Teed daarvoor nog jetsme& armoe dan hij toch al zou moeten doen bij eensalaris als op dit arnbt staat; kreeg misschien op eenwinter een haas cadeau van iemand die er zeer vaak

Page 51:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

48

verzond; had van de deftigheid verder geen voordeel,maar diende, vleide, eerde haar, met een nooit ver-slappenden ijver van gentlemanlike buigingen enscherpschuttersachtige petsaluten, waarbij nog defijne attenties kwamen, van plotseling vooruit teschieten om een portier te openen, of een pakje aante nemen, of een zakenman, die zich op zijn zomer-villa had verslapen, toch nog met den trein mee tehelpen. Hij was waard het station in Den Haag tekrijgen, de gentleman-chef van het Deftige Dorp!

Zich dwingend tot de afleiding van dergelijk ironischdenken, trapte Stork genoegelijk voort over den een-zamen achterweg. Van het 's winters stille dorp,dat clan in zijn geheel geleek op een ruime woning,waar de menschen uit zijn, doch de dienstboden inde keuken, was dit de buurt der volkomen verlaten-heid. Een meisje achter een kruiwagen met haarjongere zusje naast zich, waren de eenige levendewezens die hij ontmoette. Totdat hij op den bestratenOosterweg kwam, waar de bierbrouwerij van Geerkensindertijd beproefd had vertier te brengen; waar inanderhalve rij aaneengebouwde arbeiderswoningenhet minst deftige leven koloniseerde: de enkele over-gebleven werklieden van Geerkens, ambachts- entuinknechts, daglooners. Stork moest hier 's namiddagsnog heen, hij had er o. a. een kankerpatient, eenverversknecht, en een vrouw die misschien zou ge-opereerd worden. Toen hij op zijn nadering de dochterder laatste van terzij de woning zag komen, blijkbaarin de meening dat hij zou afstappen, schudde hij hethoofd en riep in het voorbijgaan: — „Van middag!"Hij zei hier goeden dag, groette daar met het hoofd,maakte een cirkel om spelende kinders, en kreegopeens als een por in zijn denken, toen hij, een dag-looner ziende die een kruiwagen plaggen langs zijn

Page 52:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

49

woning naar het schuurtje duwde, bedacht, dat daarGijs van Rooien gewoond had, in het voorjaar naarden Schenkelweg achter het kasteel verhuisd.

Die meid, ze wou maar niet uit zijn hersens! 0,die vervloekte Berkemeier! Als het wiar was.... Maarwat moist hij! Hij vermoedde — op grond van wat?Hij verdacht het ploertje, omdat hij, uit de pastoriekomend, Dina en Berkie achter elkaar had zienloopen! Omdat het toevallig zoo had getroffen, dathij, den tuin doorgegaan om zijn fiets te krijgen,terwijl hij het stroeve hek opentrok, beide menschenin het oog kreeg — Dina op de stoep van het huis en,vlak bij aan den anderen kant, Berkie! Dairdoorwas het hem in het hoofd geschoten: — Berkie, devader van Dina's kind? .... Maar och, neen, er waswel meer. Wat kon die zonderlinge verwonderingvan Betide, den avond dat hij bij hem had gegeten,toen de vent haar vader voor een vrijer aanzag,anders zijn geweest dan afgunst, omdat er iets tusschenhen bestond?.... Ofschoon.... Hij leek waarachtiggek, combinaties voor een spionnetjes-juf! Toch ... .neen, hij was niet verliefd, wezenlijk geweest geen dag,al „zag ie 'r geern," de heerlijke deem, zooals eenVlaam, die een meisje vraagt, zegt. Er was geenreden voor jaloezie, al hinderde het geval hem ge-weldig.

Zou hij nu met Berkie spreken? En als de kerel dangeen schuld had, er nets tusschen hem en Dina be-stond? God, hij raakte gewoon aan het malen! Straks,bij de freules Van Lakervelde, had hij de grootstemoeite gehad om zijn gedachten bij de migraine vanzijn malade imaginaire te houden, zoo had de blijdschapin hem gebonkt over de vriendelijkheid van het toe-val, dat hem even te voren had verhinderd, zijn zeker-heid over Dina's toestand onmiddellijk aan WedelaarDe zonde in het deftige dorp. 4

Page 53:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

50

te klikken; en nu zou hij wel riskeeren, Dina's geheimaan een vent te verklappen, die misschien er nietsmee te maken had, en het dan zeker niet v66r zichzou houden?

Een onderhoud met Dina zelve; ja, dat was heteenige! Dat kon hij, moest hij vragen, als dokter.Ze wist, dat hij wist, daaraan geen twijfel! Zieligwas ook dit voor de meid. HOeveel angst, hoeveelwanhoopsgepeins zou het haar al gekost hebben,dat willen verbergen, zoo lang als ze kon! En danopeens aan den dokter te merken: hij weet het, hijheeft het toch aan me gezien. In den haak kon dezaak niet zijn — anders verdween ze om weldra tetrouwen. Hier in het dorp zou ook dat al erg zijn.Maar dat ze bleef, zoolang mogelijk bleef, deed vreezen,dat er geen trouwen zou volgen. Vreemd, zoo'n pracht,dat die daartoe kwam.... God, als het Berkie was!....Arme Miest

Stork omklemde de stuurstangeinden vast. Evendeed hij het voorwiel zwikken. Hij zou dien ventdooreen willen schudden' Maar zijn hondenblaften een welkom, daar hij het grind opreed vanzijn erf.

Een korte poos toefde hij voor de hokken, afleidingzoekend, willend — niet vindend.

Toen liep hij korzelig zijn huis in. Het was hem,als stelde hij zich aan, als zag hij zich in een Spiegelmal doen.... Was hij verliefd? Op Dina verliefd!Meelij was er in hem, een opstand.... en toch 66kiets, als was hij bedrogen, daar zij niets om zijn sym-pathie gaf. Maar toen zag zijn gedachte haar weer,zoo als ze dien morgen had gestaan; luisterend bijhet ledikantje van Jopie, naar wat Dokter zei vanhet kind.... en opeens, met geelrood gezicht, achterhet witte ijzeren netwerk als weggekropen, daar hij

Page 54:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

51

haar aangezien, onverwacht, en gesproken had metde oogen.

Hij verweet het zich niet, maar toch.... Nu zagzij in hem haar ergsten vijand, en hij.... Als zetoch maar spreken wou....

Page 55:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

VI JFDE HOOFDSTUK.

E armen slap neer in de gaping tusschende beenen, die wijduit gestrekt lagenover den breeden divan; den rug hooggekromd; het hoofd stijf hangend, ofhij pijn in den nek had; liet Berkemeier

Italiaansche verswoorden als druppelen uit moeenmond. Alles aan hem was vadsigheid. Zelfs de divan,waarop hij zat gelijk een zieke die te ellendig is omzich te leggen, leek, matras op lage bank, bij de onge-redderdheid van de grofplooiende deken en van bontelappen, los op de kussens, zinnebeeld-mee van slapheiden zwakte. Naast hem stond vinnig de potkachelrood. En hier door het venster, waartegen Storkeen stoel had gedrongen, lokte de zon van een winter-morgen, zoel, als werd het vimir Kerstmis lente.

— Italiaansch versta ik helaas niet, zei Stork metnauw-merkbaren spot van deemoed.

— Leopardi, liet Kleestra vallen, het spel van zijnonverschilligheid brekend.

Even hooghartig, besluiteloos zwijgen.Toen verwaardigde zich Berkie, de beteekenis

der woorden te zeggen, gelijk een onderwijzer wel-willend; en eraan toe te voegen, dat Leopardi inAspasia vrijwel hetzelfde beweert, als wat Kleestrastraks betoogd had, namelijk, dat een man, in eenvrouw teleurgesteld, ten onrechte haar verwijten

Page 56:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

53

doet, dat zij zich niet heeft weten te verheffen tothet ideale beeld, in de zinsverbijstering van zijn ver-langen ontstaan.

Stork dacht met deernis aan de Hovink's. DatItaliaansch van Berkemeier — met kinderlijken ijverwas er onhandig vaak van gesproken, toen waderHovink, in de societeit, en de dames, bij dorpsbezoeken,over den aanstaanden schoonzoon nu juist niet metwarm ontzag hoorden oordeelen. Hij schreef enwist veel: kende Italiaansch 1 Om den eenige, dienaar Mies had gedongen, toch maar tot het idealebeeld van een betamelijk vrijer te verheffen. En nudiende die groote geleerdheid tot gemelijk geuren metvrouwe nverguizing.

— Ik houd niet van Leopardi's verzen, wel vanzijn proza, zei Kleestra, zich rekkend.

In zijn pak van bruin katoenfluweel, met laag denhals bloot latend sporthemd, de kleeding, welke hijzomer en winter scheen te dragen en waar hij nooiteen jas over aantrok, had hij, de bewoner der Blari-cumsche heihut, door welker voegen, volgens Berke-meier's verhalen, de winterwind der vlakte plachtte striemen, al den tijd van hun praten geachteloosdom en soms half op het met zijn groote laarzen ge-drukte en bijna uit de pijp geduwde potkacheltje;doch nu stapte hij naar het venster, trok het raamomhoog en hurkte neer in de opening.

Berkie, bedenkelijk kijkend, stond op en gingachter zijn schrijftafel zitten. Blijkbaar dorst hij zichniet verzetten. Een golf van frischheid doorvleugdede kamer.

Stork vond de zonderlinge gedragingen van ditvriendenpaar een goede afleiding. Van de pastoriewas hij hier binnen geloopen om Mies te vertellen,dat Maurits wat in de zon moest rijden; het zorgzame

Page 57:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

54

moedertje bleek al met den wagen weg, doch haarman had hem binnengeroepen, en zoo zat hij tusschende vrienden, natuurlijk om wederom wijsheid tehooren over het leven, afdeeling vrouw.

Kleestra had het onderwerp ingeleid, door een kartgesprek tusschen Berkie en Stork, over het uit-zijnvan Mauritsje, of te breken met:

— U is ongetrouwd, nietwaar?op een toon van gezaghebbende goedkeuring.De dokter was er ingeloopen. Zijn met een beêtje

nijdigheid gegeven antwoord: — „Ja, tot me spijt," wasden vrienden het gretig aanvaarde voorwendsel geweesttot een beurtzang van pessimistischen vrouwenafkeer.Hij, een oogenblik geergerd, vond er nu genoegen in.Hun praten leek hem zoo'n grappig mengsel vanliterair-aangeleerd geloof in de nietswaardigheid vanheel het bestaan en van kinderlijk-openhartige zeif-ingenomenheid. Den kinbaard tot twee vlerken ge-splitst, koonen en bovenlip baardeloos, het dicht-golvende hoofdhaar in lange lokken tot een helm,toonde Kleestra's blonde kop met den forschen neuswerkelijk eenige overeenkomst met Perk's gezichtvan voorin de Gedichten, waarop Berkie eens verteldhad, dat Endymion verheugd was te gelijken. Watgeel, goor-geel, een verarmde Perk, in dat waar-schijnlijk lang dienende sporthemd.... Met oogen,onverschillig-dof .... Hoe zou hij leven op zijn hei?Waar kreeg-ie de lange dagen mee stuk? Familiezond, scheen het, schaarsche subsidie.... Wat dreefden jongen tot zulk bestaan? Willoosheid.... ge-deeltelijk. IJdelheid meer. Maar toch.... de praktijk!om dat leventje vol te houden! Alles went, dachtStork, ook dit; maar ik werd toch liever matroos.Kleestra was vast meer dan Berkie, die niets danijdelheid tot stut had en ook daar weinig kracht meer

Page 58:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

55

uit haalde, want het was juist de droefheid van Mies,dat er niets, geen novelletjen, afkwam. Zou de lam-straal zichzelf bedotten, werkelijk zich verbeeldenwaar te zijn, wanneer hij klaagde over het vrouwelijkverlangen naar moederschap? Met Mauritsje was ie juistpas binnen! Mies kon nooit meer van hem af, nu....

Het openen van het raam had stagnatie in het gesprekveroorzaakt.

— Waarom hou je niet van de verzen? vroeg Berkieop ietwat laatdunkenden. toon. Blijkbaar verweethij zich de lijdelijkheid, waarmee hij in Decemberversche lucht tot zijn kamer toeliet.

Kleestra gaf niet onmiddellijk antwoord. Met denrug beproefde hij het raam nog een weinig naarboven te krijgen. Toen, op een toon, alsof nu zijn aan-dacht eerst kwam tot de vraag:

— Die verzen? Zuiver een kwestie van technischeappreciatie, mijn waarde!

De dichter, troevend wie proza schreef .... MaarBerkie scheen niet te willen voelen.

— 'k Heb, leidde hij af, laatst toevallig een merk-waardig verhaal gelezen van De Vogue. 'n Tendenz-roman, braaf bedoeld. Betoogend, dat als het mensch-dom niet langer aan plicht hechtte, de vrouw eerstrecht almachtig zou worden....

Triomfantelijk als iemand die wat geheimzinnigsoplossen zal, keek hij van Stork naar Kleestra. Toen:

— Is er geen plicht meer, enkel genot, dan heerschtde vrouw als vreugdegeefster.

Kleestra richtte zich op uit het venster; het sluitend,wijsgeerigde hij:

— Och ja. Iets daarvan is zeker waar. L'hommedesire la femme, la femme desire l'enfant — ontneem'er het kind, en je &eft 'er niets. Dus kan ze daneischen wat ze wil.

Page 59:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

56

— Dat is juist het afschuwelijke, barstte Berkiegretig uit. De man loopt de vrouw na, de vrouw hetkind — twee nalooperijen als van zon en maan.De man is middel, niet meer, voor de vrouw. 'k Ziehet zoo aan Miesje, he? Een ander mensch, sinds hetkind er is. Dat is het doel en ik ben middel. Twee-eenheid is niet mogelijk.

— Dat wist je toch.... sarde Kleestra.— Wist? Niks wist ik. Men weet door ervaring.

En dan is het te laat natuurlijk.— Nooit te laat, maar.... zeur die je bent, je

hadt het vroeger altijd over getrouwd-zijn.— Zeker! Ik droomde van een twee-eenheid.— Zeg egoisme a deux, dat is juister. Wie dat wil,

moet voorzichtig zoeken! De vrouwen willen geendilettant zijn. Het Genesis-verhaal van de verleidendeslang, die Adam het paradijs heeft gekost, zoodat iein het zweet van zijn aanschijn moest werken, kanniet door een vrouw zijn bedacht. De vrouw wil, ookgeestelijk, wat de natuur wil. Wat jij wenschte,zijn serre-verlangens. Tegen-natuurlijk. Dus uitzon-dering.

— En jijzelf?— Ik leef alleen. Juist daarom. Met me poes en

me boeken. Jij begeert veel te veel van het leven.'t Is wel te krijgen, maar — tegen betaling. Dokter,heb ik geen gelijk?

— Meneer Kleestra, zei Stork, ik geloof inderdaad,dat u uw levensideaal beter trouw blijft dan de vadervan dat snoezige kind daar.

En hij stond op: Mies duwde den wagen voorbij hetve nster.

— Dokter!? ....— Ja, ik kwam om u. Maar u hadt me raad niet

noodig. 't Is uitstekend, dat u geprofiteerd hebt.

Page 60:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

57

Winterweer als vandaag is goud waard. Wat zietie d'er uit! Me compliment!

Hij stond, bij de open voordeur, gebogen over denwagen, waar, in een wollerige weelde van rose bijwit, het, door de moeder juist uit den sluier ontbloote,forsche ronde kopje lachte met mond en oogen — degroote fluweeloogen van Berkie, nu all

De vader en zijn vriend waren in de warme kamergebleven. De meid stond op de stoep om met denwagen te helpen. Stork lichtte den hoed op en stakhet moedertje de hand toe.

— Hi, gaat u dadelijk weg?— Ik heb al zoo lang zitten praten!— Waarom blijft u geen koffiedrinken?— Heusch niet. Het zou voor u ook te druk zijn.— Te druk? 1k ben blij als ik 'es iemand spreek.— Nu, u hebt nu meneer Kleestra.— 0, die praat alleen met me man. Die heeft zoo'n

dom vrouwtje niets te vertellen.Stork vond niet dadelijk een antwoord: in den toon

kropte teleurstelling op. Hij stotterde iets van spijten geen tijd, keek nog eens naar het kind en liepweg.

Stommeling, afleiding was dat toch niet, wat hijbij dit vrijwillige oponthoud had gevonden! Integen-deel, zij ergerden hem, zij hinderden hem, die twee.En het werkte, het tobde weer in hem, dat Berkiemisschien wil de schuldige zijn kon. Nadat hij, in depastorie, het korte onderhoud met Dina had gevoerd,was alle gedachte aan Berkie van hem of geweest:zoo rustig had zij hem geantwoord, zonder iets vanvertwijfeling, en juist dat had hem getroffen, het hidhem ontroerd of hij moist niet wat; en in die onklaarheid,het besef, dat hij toch niet zeker was van zijn gevoel,had hij, om niet met verward hoofd bij een patient

Page 61:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

58

te komen, bedacht, dat hij even bij de Berkemeier'skon aanloopen, om het jonge moedertje opmerkzaamte maken op het zachte weer, om zich door de poezievan haar moedergeluk in beter stemming te latenbrengen. Toen zij uit bleek, had hij ook een kwartiertjemet Kleestra zich als een afleiding voorgesteld. En nuwrokte en wroette het toch: martelde de mogelijkheid,dat een aterling als Berkie, juist door de kracht vanzijn gewetenloosheid, het onheil voor iemand alsDina kon zijn. Stork wist van gevallen, die niet minderonverklaarbaar waren. Wanneer een man zich dentijd er toe geeft — en Berkie had tijd, den godganschendag wanneer hij de overredingskunst kent —en kletsmeiertje kon praten als Brugman danluistert een meisje goedig, gevleid. Wie weet, welkeverhalen hij op te disschen wist over ongelukkig-getrouwd-zijn, of wat ook. In de oogen van een dienst-meid gaf het schoonzoonschap van Lommerlust eenaureool van deftigheid. Uit het raam van zijn „studeer"-kamer had de vadsigert, over het Dorpsplein heen,uitzicht op de pastorie. Berkie's fluweeloogen oefendeninvloed: Mies had hem volstrekt niet als noodhulpgenomen; nog altijd leek zij sterk verliefd, hoeveelze van zijn humeur moest dulden en in weerwil vanzijn niets-doen, dat haar blijkbaar angstig maakte.God nog 'es toe, als het dan toch zoo was!

Stork stapte voort met grimmigen pas. Het flitstedoor zijn wrok-gedachten, dat heel zijn beschuldigingvan Berkie op niets wezenlijks berustte en, integen-deel, door Dina's houding van dezen morgen nogonwaarschijnlijker was geworden. Ook vinnigde erin hem iets als nijdige spot met zichzelf, omdat zijnbelangstelling in Dina's ongeluk voortkwam uiteen halve-verliefdheid, waar hij zich nu vooral voormoest schamen. Doch het zat er, hij kon niet

Page 62:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

59

anders, en met angstig verlangen dacht hij aanden avond, wanneer zij bij hem aan huis zoukomen.

Zij kon er omstreeks half acht zijn. Op haar uitgaans-avond hielp Leida meestal met het uitkleeden; datwist Stork uit de weken van het logeeren. Op de fietsging hij na den eten nog naar eene zieke. Daarna hadhij niets meer te doen. Aan de meid-huishoudsterzeide hij, dat Dina uit de pastorie hem moest sprekenen nu in den avond zou komen, omdat zij overdaggeen tijd had.

VOOr zijn schrijftafel, met de courant, wachtte hijaf. Hij las.... en las over.... werd boos om zijnzwakheid, maar wist zijn gedachten niet te beheerschen.

Het eenige, dat hem tevreden liet, was de manier,waarop hij des morgens met Dina had gesproken.In de ontbijtkamer, waar zij alleen was. Op den toonvan den dokter, bloedverwant van haar meester;maar tevens vriendelijk-medelijdend.

Je weet, dat ik je geheim nu ken. Met niemandzal ik er over spreken, voordat ik je zelf heb gesproken.Hier kan dat niet. Heb je 's Woensdags niet je vrijenavond? Kom dan van avond even bij mij.

Dat haar toon hem had verrast, had zij onmogelijkkunnen bemerken.

Ook straks zou hij zich wel beheerschen. 't Wasal erg genoeg, dat hij nu zijn gedachten niet meesterbleef Hij liep nog even naar de honden. Bij datlawaai, vOOr die bewegelijkheid, voelde hij zich altijdflinker.

— Geboren dierentemmer, had Van der Burghgespot, toen hij hier logeerde....

Met de stallantaren voor zich uit lichtend, keek hijenkele dingen na. Toen hij de huisbel hoorde, bleefhij lanteren op het plaatsje in de koude duisternis.

Page 63:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

6o

Tot Comelia het hoofd om de achterdeur stak: datdaar het meisje was uit de pastorie.

Zij stond in zijn kamer bij de deur. In een zwartejapon en met mantel en hoed. Haar oogen keken nuwel vreemd.

— Dag Dina.... en hij noodde tot zitten. — Hetdoet me genoegen, dat je bent gekomen. Je begrijpt,...wij dokters, we zien wel eens dingen, die men ons nogniet wilde zeggen. Ik heb er eigenlijk niet mee temaken, zoolang jijzelf mijn hulp niet vraagt. Maar...gegeven mijn verhouding tot Dominee en Mevrouw,wist ik toch ook niet, of ik mocht zwijgen. Daaromverzocht ik je hier te komen. Dat kan ook in joueigen belang zijn. Want goed, gezond is het nietwat je doet.

Eerst zweeg ze en keek even, angstig, hem aan.Toen vroeg ze met iets waarlijk-verwonderds:

— Wat ik doe, Dokter?— Ja, zooals je je kleedt. Blijkbaar zoo, dat men

het nog niet veel aan je ziet.Nu bloosde ze en nu was ze prachtig.— Weten je ouders al van de zaak?Droef keek ze op en schudde van neen.— Weten ze nets? Ook je moeder niet. Hoe kun

je het- zoo geheim houden, meid? Maar.... waaromhou je het geheim?

Zij zweeg. Met de hand veegde zij, zenuwachtig,langs mond en Wang. Zij was veel minder op haargemak, dan toen ze, in hun korte onderhoud van's morgens, zich bereid had verklaard naar hem toete komen.

— Ik vraag je daar meer dan ik hoef te weten.Eigenlijk, omdat ik je graag zou helpen. Samenmet • je een oplossing zoeken. Maar.... dit meet ikweten: hoe lang ben je zwanger?

Page 64:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

6x

Aarzelend zei ze zeer zacht:— Augustus....En nu kwam weer de hand aan de wang, de andere

tastte naar haar zakdoek. — Ze schreide.— 0, ik.dacht dat het langer was.Ze keek hem aan en schudde ontkennend. En

sprak opeens luider:— As u wachte wou tot Kers'mis. Met Kers'mis

magge m'en ou'ers 'et weten en Mevrouw en Domenee.Dat was weer de toon van 's morgens. Over twaalf

dagen dus?.... Wat kon dat zijn? Niet Berkemeier.Want het wilde iets zeggen van trouwen. Een huwe-lijk waar (16,n van kon gesproken.

— Best Dina, da".6.r heb ik natuurlijk niets tegen.Alleen raad ik je dringend aan: wees voorzichtigin je bewegingen, met optillen van zware dingen enzoo. En vooral, rijg je niet sterk in. Heusch, dat isheel slecht.... voor later 't Beste.

En hij stak haar de hand toe. Belde. Cornelia liethaar uit.

Dus ze trouwde. Er was wel een vader. Hij metzijn Berkemeier-nonsens! Een patsertje, maar nietzOO'n Don Juan. Ze trouwde.... een palfrenier ofzoo, of een soldaat, die met Kerstmis thuis kwam.Nu, 't was goed zoo

Hij belde om thee, en stak een sigaar op.... envoelde iets schrijnen van afgunst — van leegte.

Page 65:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

ZESDE HOOFDSTUK.

ET sneeuwde, almaar bleef het sneeuwen.'t Was of het dorp werd ingesneeuwd.Er was geen uitspansel meer, geenruimte; de sneeuw, en altijd door desneeuw, daalde, drukte, warrelbenauwing,

dreigde, netwerk ondoorzichtbaar, met eindeloozeveelheid van vlokken de lucht te verstoppen, het dorpte bedekken.

't Maakte Jopie Wedelaar bang. Hij keek er naarin de kinderkamer, telkens weer liep-ie weg van zijnspeelgoed en bleef vOOr het venster staren naar boven,naar die grijsheid van wit gewemel, die hem duizeligmaakte en bang.

— Kom nou Joop, had Dina gezegd, omdat Loeszich verveelde, wanneer hij niet meedeed.

Maar Dina zelf speelde evenmin. mee. Straks wasze schreiend naar de wieg van slapenden Wim, inde andere kamer, geloopen, zoodat Loes, die Goud-haartje Zondagsche kleertjes wilde aandoen, deontkleede pop zoo maar op 't poppewiegje gelegd haden met oogen van bedenkelijk vragen zwijgend vOOrJoop was komen staan. Joop had boos tegen haargeknikt, met de hand haar afgewezen:

— Welke jurk doe je Goudhaartje aan? Kind,datis een zomerjurk, had hij gezegd, zoo, dat Dina zouhooren.

Page 66:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

63

Zij mochten immers niets laten merken, nu Dina't blijkbaar niet weten wilde, dat zij ieder oogenblikmoest huilen. Maar 't was geen prettige Kerstmorgen!Moes en Leonard naar de kerk om Papa te hoorenpreeken, zij alleen thuis met Dina die huilde, en buitendie angstig-makende sneeuw, waardoor je nu zelfsde kerk niet zien kon.

Joop hoopte maar, dat zij van-middag toch naarden kerstboom op Beuk-en-Beek zouden mogen.Freule Constance had gisteren met Moes afgesproken,dat zij om half twee het rijtuig zou sturen: maar nuhet z66 sneeuwde, zou het nu mogen? Dina leek erniet gerust op; straks zei ze: — Als het maar mag, ikweet niet ... .

— Dien, we g6.6n va' middag toch? ....Onder de vraag zich omgekeerd hebbend, was

Joop verbaasd de meid niet te zien. Loes, die al aanDina's huilen gewend was, zat midden in al het poppen-goed, nu met Erica op schoot, en wees met het hoofdnaar de tusschendeur, die tot Joop's ergernis wasgesloten.

— Dien! riep hij plagerig.Maar nu berispte Loesje hem. Als Dina liever

alleen wou zijn. Omdat ze elke' keer moest huilen.— Och, zei Joop. Hij verveelde zich. Nee, 't was

niets geen prettige morgen. Hij had zich z66 opvandaag verheugd. Moes had gisteren heerlijkverteld van Onze' Lieve' Heer's geboorte. 't Wastoch een feestdag, maar he, van morgen.... Inprentenboeken had hij geen lust, hij gooide op tafeleen blokkendoos om, maar daar waren twee blokkenvan weg, hij wist niet waar hij ze had gelaten, duskwam hij naar Loes en haar poppengoed, om maarweer met haar mee te spelen.

Maar nu verscheen Dina met Wim op den arm,

Page 67:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

64

en zei, dat net de kerk gedaan was, en bijna dadelijkwerd er gebeld. Dien zette Wim in zijn tafelstoel enrepte zich weg naar benee, naar de huisdeur. Evenlater stond Moes in de deur. Met hoed en mantel, maarheel niet besneeuwd. Moes had de sneeuw al afge-schud. Zij vroeg van alles en Dina gaf antwoord.Dina huilde niet meer; zij lachte, toen Wim Moe'smooien hoed wat scheef trok.

Joop vroeg, slim: „Moes, hoe lad gaan we?" EnMoes zei: „Na de koffie" — dus well

Met Leo's binnenkomst werd het volmaakt. Leowas Joop's lievelingsbroer; Joop was vol bewonderingvoor hem, omdat hij knap was en ook sterk. Onbe-grijpelijk sterk was Leo. Uit de breede vensterbankin de eetkamer legde Leo het kussen weg, boog zich,steunde met de handen op den rand van de venster-bank en hief dan zich op, beide beenen in de lucht.Lang kon Leo zoo omgekeerd blijven en nog nooitwas hij met een voet in een ruit gekomen, waarMoes zoo bang voor was elken keer. Hoe knap Leowas, wist Joop van Papa, die altijd zei: als jij ook zooknap wordt. Herman was toch ook heel knap, maarJoop hield niet zooveel van Herman, die nooit methem stoeide, geen lekkers meebracht en hem nogmaar 66n keer op zijn fiets had laten zitten, terwijlDien erbij had moeten loopen en Joop van twee kantenwas vastgehouden. Nu zijn vroolijke, vriendelijke broerLeo, die nooit zoo bang deed en hem wel liet staan opzijn schouders, al meer dan een week over was uit Delft,kon Joop het niet heel veel schelen, dat Her', tegende vroegere afspraak, met de Kerstvacantie in Edin-burg was gebleven. 't Speet hem enkel voor Papa,die, zooals Dien hun had verteld, het erg naar vond,dat Her' niet kwam. Papa keek tech at zoo vaakbedroefd, om menschen in 't dorp die zondig deden.

Page 68:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

65

Joap' had medelij met Papa, die juist zoo had verlangdnaar Her' ... . Maar nu met Leo in de kamer.... Leodie van de sneeuw vertelde, hoe de kerk er had uitge-zien, door wat de menschen mee binnen brachten;hoe de koetsier op het rijtuig van het kasteel eensneeuwen pelskraag had gedragen; en hoe de kosterhad gejammerd, omdat ze met z'en drieEn haddenmoeten trekken, toen er maar geen geluid uit deklok kwam.

Dina was naar beneden gegaan om voor de kof fie-tafel te zorgen; na mantel en hoed te hebben afgelegd,zat Moes bij Wim zijn tafelstoel.... daar kwamLeo, die even was weggeweest, de kamer in, heelvreemd, voorzichtig.... en Loes, die juist keek ofGoudhaartje nog sliep, werd heerlijk ingezeept metsneeuw. Wim kraaide van pret en riep: „'neeuw,'neeuw," hij kon nog de meeste woorden niet zeggen;Joop vond het van Leo een prachtig idee, maar stander wat beteuterd bij: hij had wel heel graag meege-daan, was dolgraag ook wat sneeuw gaan halen,maar ja, hij wist wel, dat het niet mocht, hij kwambij geen open ramen 's winters, omdat hij da'lijkverkouden werd.... Loes, die eerst boos was, omdatde sneeuw op Erica en Goudhaartje was gevallendie sliepen, vond Leo ook een dol-aardigen broer,en toen hij naar zijn kamer gegaan was, raapte ze, metJoop, de plokjes sneeuw bijeen, en die twee ravottendaarmee, tot Moes het ten slotte meenens verbood.Moesje beknorde gelukkig niet erg. Goudhaartje'sprachtige zijden haren leken wel een beetje bedorven.

— Waar blijft Dina toch, zei Moes. Het was ookal last, er moest koffiegedronken, juist vandaagwat vroeg om den kerstboom.

— Loe, let jij eens even op Wim. Zal Wimmie zoetzijn, zoet blijven zitten?De zonde in het deftige dorp. 5

Page 69:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

66

Moes wilde zelve naar benee' gaan, ze was bij dedeur, maar daar ging die open en neef Stork standop den drempel.

Neen maar, wat zag die er mal uit! Hooge water-laarzen droeg hij en in zijn haren zat nog sneeuw.

— Mag ik binnen komen, zoo nat? Ik kom evennaar de kinderen kijken en je een gelukkige Kerst-mis wenschen. Wat een sneeuw, he? ... .

Neef vertelde, dat hij, te voet, naar het Veld ge-weest was, om een vrouw, die daar erg ziek lag.

— Blijf je koffiedrinken? vroeg Moes.— Zoo uitgedost? In de pastorie! Nee, ik kom maar

even kijken, omdat je man me heeft binnengeroepen.Moes zei, dat ze gauw naar beneden moest; 't was

toch al laat voor het koffiedrinken, omdat strakshet rijtuig kwam voor den kerstboom.

— Blijf toch ....Nu goed, Neef zou blijven.— Herman zal wel dadelijk komen. Hij rust even,

na de preek.— Ja, ik heb hem al gesproken. Maar ik heb het

hier goed bij de jeugd... .Neef viel, naast Wim, op den stoel van Moes neer,

en liet zich door Loes van de sneeuwpret vertellen.Achter hem, tegen de tafel aan, stond Joop en drongzich dichter op en vulde Loes' berichten aan; Neef,zich omkeerend, zag de blokken, en began er eenpoort van te bouwen, waar hij al gauw stukken voorte kort kwam.

Toen kwam Dina de kamer binnen en Neef stond op.— Gauw voortmaken, commandeerde Dina de

kinderen, maar ze liep tegen de poppenwieg aan,die omviel met de poppen er uit.

Dina deed toch zoo raar, van morgen. Zij had nueen erge roode kleur en je zag aan haar oogen, dat

Page 70:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

67

zij gehuild had. Daarom zei Loes ook maar niets vande poppen, die hard op den zeilvloer waren gevallen.

— Voortmaken, zei Dina, barsch, nog eens.Neef was alvast naar beneden gegaan.

Ook Stork had de meid in de oogen gezien. Enplotseling zich herinnerd: Kerstmis!

Den eersten tijd van zijn verblijf in het dorp zouhij op een dag als dezen de pastorie gemeden hebben.Wedelaar had zich gegriefd getoond, omdat Storknooit naar de kerk ging. Eens op een avond, bij dezenaan huffs, was het tot explicatie gekomen; daarna hadlang vervreemding gedreigd, vooral ook Aleida hadkoel gedaan — totdat een ziekte van Jopie de natuur-lijke aanleiding wend tot dagelijksche gemeenzaam-heid, de bron van nieuwe wederzijdsche hartelijkheid.Nu was de verhouding, zooals zij zijn moest. Toch zouStork niet juist op Kerstmorgen, onmiddellijk na dendienst, besneeuwd en bemodderd hebben aangebeld,als Wedelaar, voor het straatraam van zijn studeer-kamer staande, niet zelf hem gewenkt had, binnente komen. Inderhaast had hij verteld van vrouwHelmos in Het Veld, die wellicht niet den nacht zouhalen; en was daarna, opdat Wedelaar rusten kon,naar de kinderkamer overgestoken.

Toen Dina hem de deur opendeed, had hij het,met sneeuw afstampen op de mat, te druk gehad omop haar te letten; maar nu wist hij: vandaag zou hetzijn — en ze had oogen, rood van het schreien.

Zijn neef en nicht waren merkwaardige menschen.Wedelaar, met zijn sterken bril, zag zoo weinig vanhet aardsche; en Aleida bleef, moeder van drie kin-deren, zelf zoo argeloos als een kind, of eigenlijk nogargeloozer. Dat er aan die meid met 'er behuildeoogen iets haperen kon geen van beiden vermoedde

Page 71:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

68

het! Toch had Dina met die zwarte japon, die haarveel te nauw werd, allerminst een gewoon figuur.Goed vertrouwen doet zoo veel — 't heele dorp hadal lang kunnen zien, maar de meid uit de pastorie,wie zou die van iets raars verdenkenl

De haast verontrustte de koffietafel. Stork had eral van gemerkt op de trap, toen Leo met haakbeenenlangs hem heen schoof, om zijn vader te vragen tochgauw te komen.

— Waar blijft Wedelaar nu! klaagde Aleida.Naast haar stoel staand en telkens zich omwendend

naar het dressoir, beredderde zij, niet zeer handig,de bijzonderheden van den disch, maakte bordjes voorde kinderen klaar, telde gesneden boterhammen.

— Ga toch zitten, noodde zij Stork, die uit beschei-denheid keek naar het sneeuwen. Als Dina numaar kwaml klaagde toen weer, kinderlijk, haar onge-duld. En als vond zij verontschuldiging noodig: —We hebben natuurlijk maar eene meid thuis....

— Kan ik halpen? lachte Stork.Doch 't rumoerde in de gang: Loesje duwde tegen

de kamerdeur, zoodat het slot opensprong, en achterhaar aan kwam Leo met Joop op den rug.

— Moes, ik ben z66 de trap afgedragen!— 0 Leo, wees toch voorzichtigl En komt Papa

nu nog niet?Toen Dominee, even later, gebogenshoofds, stil

binnentrad, was er achter hem, grooter, ook in het zwart,doch met de witvlak van Wim voor zich uit, Dina,die niet haar demarche de reine had, die ook het hoofdgebogen hield en zich in het neteldoek der kinderjurkscheen te verbergen.

De zenuwachtigheid harer mevrouw bespeurend,zei ze zacht, als om zich over wegblijven te veront-

Page 72:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

69

schuldigen, dat het goed voor Joop en Loes was klaar-gelegd.

— Ja, maar, help ze nu, schenk jij eens melk in,ongeduldigde Aleida.

Stork besefte dat zijn tegenwoordigheid de armemeid verlegener maakte. Had hij zich rekenschapvan haar toestand gegeven, v66rdat Aleida hem nooddete blijven, hij zou zich aan zijn aanvankelijke weige-ring gehouden hebben. Dat die Aleida zoo slecht huis-houden kon. Een lunch van krentenbroodjes en wit-brood met koek of rookvleesch, voor de volwassenenkoffie, voor de kinderen melk — en een huismoeder,wie daarbij haar taak te zwaar was! De botervloot bleekniet bijgevuld; Wedelaar had, met kippige oogen,wat er nog in was bijeengeschrapt om onvoldoende zijnbroodje te smeren, en Dina moest naar de kelder-plank, opdat Aleida zelve kon eten.

— Als de kinderen maar klaar zijn, zei ze moeder-lijk onbaatzuchtig.

Doch terwijl ze sprak, stootte Wim met zijn bordtegen de kroes die op het blad van zijn tafelstoel stond,en van de gestorte melk kwam er een scheut overLoesje's tabouret.

Het meisje wipte van haar kruk, en keek pruilend,of ze zou huilen.

— Och, nu dat nog! je nieuwe jurk! klaagde demoeder.

Stork stond al bij het kind. Hij tilde haar boezelaarop, hield die van het rokje af, 't meeste was op haarschort gevallen; het lichtblauwe rokje was alleenaan den rand een beetje bemorst.

— Geef 'es 'en doek!Leo liep naar den hoek, waar de theedoeken hingen.

Doch nu kwam Dina met de boter, en als was ze ver-heugd zich verdienstelijk te kunnen maken, knielde

Page 73:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

70

ze bij Loesje neder en ontdeed haar handig van dendruipenden boezelaar en begon toen hard to wrijvenmet den doek, door jongeheer Leo haar toegereikt. Naeen oogenblik trok -ze het rokje in plooi:

— Nie' erg, besloot ze; je zie 'et haast niet.— Maar geeft melk geen vlekken? vroeg Leo.— Het is flanel, hij kan gewasschen.Terwijl ze den jongeheer antwoordde, keek Dina

op en haar oogen ontmoetten die van Stork. Snelbukte ze zich weer over Loes heen.

— Kan ze hem aanhouden? vroeg de moeder.— Jawel, Mevrouw, ziet u maar. En Dina draaide

het meisje zoo, dat Mevrouw den kant van de be-morste plek zag. Eet, onder de hand! zei ze tegenLoesje.

— He ja, ben je nog niet klaar? beaamde de moederzenuwachtig. — Stork, een broodje? bood zij den bak.

De aanbieding volgde zoo grillig op het verwijtaan het kind, dat Stork lachend met een knik be-dankte.

— Maar wat heb je zelf gegeten? Niets....— Jawel, een beschuit. Genoeg! lachte zij, niet

beleedigd, terug. En daar ook Wedelaar en Leo be-dankten: — Willen we danken? Dan ga ik naarboven.

Hoewel Loesje nog met een stuk boterham zat,zeiden zij en Jopie hun dankgebedjes en men stondvan tafel op. Aileen Dina bleef, tusschen Loes enWim, zitten.

— Zorg jij voor jezelf? Klee' je Joop en Loes maarvast aan? En dan breng je Wim naar bed, he? Spreek jegoed met Neeltje af?

Toen keek ze op de klok. 't Bleek twaalf minutenover eenen.

— 1k moet me haasten. Man, maak jij je klaar?

Page 74:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

7 1

Wedelaar stond bij het raam, een tractaatje in dehand.

Leo bood neef Stork een sigaar en nam er zelf een.- Ga jij niet mee naar den kerstboom?Leo knikte glimlachend van neen.— Je zou ook niet meer in het rijtuig kunnen,

bemoeide Joop zich gewichtig.— Kleine aap, als jij dan 'es thuisbleef. Zullen

wij dat heer 's jonassen, Neef?Joop wilde vluchten, doch liep aan tegen Dina,

die juist was opgestaan. En Stork, die 'het kind grijpenwilde, zag weder de meid recht in de oogen en weerwendde zij verschrikt zich af. Zij duchtte hem nuals haar aanklager! En hij voelde slechts medelij.Nog een, die voor haar domheid ging boeten. Hoehaar te helpen? Eerst moest hij weten. Als ze nuspreken wou, zou hij zien. — Hoe haar vandaagalleen te spreken? Ze had haar uitgaansdag. Zou hijhaar zeggen?

Daar kwam Aleida binnengedribbeld in zondags-statie van domineesvrouw; haar deftigheid verklaardede onrust der koffietafel; Aleida ging uit; met dekinderen uit; als domineesvrouw zou zij, met manen kinderen, op Beuk-en-Beek vooraanzitten bijhet christenfeest der liefdadigheid voor jeugdigearme zondagsscholieren; zij, zelve freule geboren,maar arm, nu de ega van een gansch onadellijkenweleerwaarde, naast de rijke freules Van Lakervelde.Sterk moest zij haar maatschappelijke minderheidbeseffen, daar het aanzien dezer oude jonkvrouwendermate werkte op haar ontzag, dat zij, uit 'outerangstvallig hunkeren naar dit kerstboomfuifje metonderdanige tuinknechts- en andere christenvolks-kinderen, het vadsig-hobbezakkerige van haar daagschewezen werkelijk onder den invloed van een feest-

Page 75:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

72

stemming scheen kwijtgeraakt. Wel een figuur voordit deftige dorp: — mindere adel, uitgehuwelijkt aande geestelijkheid, welwillend tot den hoofddischgenoodigd, wanneer voorname adel hofhoorigen eenfeest bereidt. Voorname adel, oftewel Amsterdamscheneringdoenden uit de gouden eeuw, toen tien jaarfortuinlijk reedens de ijdelheid van een ambachts-heerlijkheid in 't vrijgevochten gemeenebest mogelijkmaakte — voortlevend in twee migraine-patienten.Aleid een dag niet moe van dikte; Aleid een keer ophaar qui vim doch voor de geheime moederschaps-wanhoop der vrouw, die dag en nacht moest klaar-staan om aan te vullen wat haar zwakte aan moeder-zorgen te kort schoot, stekeblind, als een mol inhet zonlicht.

Stork betrapte er zich op, dat hij van ergernis op devensterruit tikkerde en, onmiddellijk zich omwendend,gaf hij de schuid maar aan het weer en beklaagdeAleid, dat zij daar nu door moest.

— Het rijtuig van de freules komt, Neef! wijs-neuzigde Joop, terwijl Dina hem in zijn jasje stak.

— Zoo, jongen!Kind uit het Deftige Dorpl Spottend zag Stork op het

knaapje neer en toen hij opkeek, zag hij in Dina'soogen, die hem wat minder schuw leken, nu. Of ....was wat hij meende te zien, verbeelding?

— Jij treft het .00k niet voor je uitgaansdag, zeihij, glimlachend, met iets opzettelijk gewoons enkalms in zijn stem.

Zij trachtte te glimlachen, verbleekte, en buktezich over Mevrouw haar handschoen, dien deze opden grond liet vallen.

Had zij zijn bedoeling begrepen? Ze zou hem tochniet van wreedheid verdenken!? . ... Stork verweetzich, dat hij uit half-verliefderig medelijden met die

Page 76:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

73

knappe meid dreigde sentimenteel te worden. Ge-lukkig kwam juist Wedelaar binnen. Hij zou numaar afscheid nemen. Morgen liep hij wel eens aanen kon dan beproeven met Dina te spreken.

— Wil je niet meerijden dat eind? vroeg Wedelaar.— Och nee, dank je, dan zitten jelui te nauw....

Dank je well vriendelijkte hij er nog op. Hermanwas toch altijd goedig.

Toen hij in de gang, eenigszins voorzichtig omer geen vuilen boel te maken, zijn nog druipendenjekker omsloeg, vleugde er achter hem een geruchtaan en een fluisterstem angstigde:

— Dokter! ....Dina stond bij hem.— Ik smeek u, Dokter, zegt u het nog niet, hier in

huis.... De dokter wil ik alles wel zeggen.... Maarik smeek u....

Zij stokte in tranen.— Kalm! verraad jezelf nu niet! Ik zwijg, dat belOOf

ik je.Vol dankbaarheid zag zij hem aan.— ZOu ik Dokter 'es magge spreke?— Wil je straks? Ik ben thuis van middag.Hij dacht: De sneeuw, een vêr eind om. Maar ze liep

immers toch naar haar ouders....Met een knik gaf zij het antwoord. Buiten rinkinkten

paardebellen, was gedreun en getrappel, gedemptdoor de sneeuw. Stork opende de deur, terwijl hij aanhet stemmengeluid achter zich bespeurde, dat dewachtende feestgangers het rijtuig hadden gehoord.

Page 77:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

ZEVENDE HOOFDSTUK.

EUS bulderde Stork.Maar Zeus deed doof. En Stork lachte omeigen onmacht. Hij had zijn yolk aan dengang gemaakt, en 't kon Been kwaad, deweg bleef eenzaam. Het was zoo innig ver-

makelijk, die onbeholpen, dikharige reuzedieren zichte zien inkrimpen om uit te schieten, tegen den dichtensneeuwval in, stuivend den geworpen bal na.

— Nee! Koesjt! . . . . Nou, daar dan . . . .Hector galoppeerde weg, de richting uit, waar de

baas gegooid had.— Zeus!Bliksemsche hond, hij moest daar wat hebben,

achter die heg.Stork ging schuin den straatweg over; de sneeuw

plette en zoog onder zijn treden; hij moest zijn houtenpijpstompje even in de hand nemen, omdat hij tegenden dwarrel inliep; toen, bij de beschutting van hetlage hout achter de heg van MariEnhof gekomen,ademde hij op, stale het pijpje weer in den mond engluurde, gebogenshoofds, wat Zeus deed. Maar hijzag slechts zijn achterrug; er was daar een greppel,waar de hond in stond.

Hij liep iets verder, zag hem niet beter, doch stondnu met den wind naar hem toe. Diep uit de borstriep hij nu kortaf:

Page 78:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

75

— Hier!De hond bewoog, trok ook het achterlijf de greppel

in, zoodat hij geheel onzichtbaar werd.— Zeus, riep Stork, boos-beslist.Nu was er geschuif en takkenbeweging; met bukken

en kleine zetten wrong de hond door de takkendicht-heid zich heen. Maar achter de heg bleef hij, kop omlaag,staan.

— Zal je hier komme?Aan den hoek van de plaats bleek een gat in de heg;

even later stond Zeus bij zijn meester. Waarachtig,hij had bloed aan den snoet!

— Baasje, jij begrijpt, daar staat straf op. En jebederft het spel voor de rest. — Mee! barschteStork.

Gedwee sjokte het geweldige dier achter zijn meesteraan. Hector kwam er ook bij loopen. De Staart enNero ravotten om het rhododendronbed in den tuinvoor het huis: — waar was Bruno nu weer gebleven?Stork nam zijn hondenfluitje, maar terwijI hij hetin den mond stak, overlegde hij, dat de sneeuwvalhet geluid zou dempen.

— Waar is Bruno? Hec! zoek Bruno.Zeus stak den kop op, gereed om to helpen.— Hier jij! Heb ik jou wat gevraagd? Naar je hok

ga je. Hec, zoek Bruno.En Stork liep zijn erf op, door Zeus gevolgd.Cornelia was bezig in de open achterdeur.— Is Bruno hier niet?— Bruno, Dokter? Is Bruno weg?— Ga! barschte Stork tegen den schuldigen hond

en hield het hek van zijn hok voor hem open. — Weg?och nee, maar hij is toch de weg op, antwoordde hijde huishoudster en repte zich terug naar voren, wantmet die sneeuw, &is ze dan een spoor vonden, Bruun'

Page 79:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

-76

was wel Zeus niet, maar om de buren moest hun baaswat voorzichtig zijn.

Stork schrikte, toen hij, voor zijn huis gekomen, geenvan de vier dieren meer zag. De sneeuwval was bijnaondoorzichtbaar; de overkant van den straatweg stondin een wirrelenden schemer. Fluiten? ja, ze lietenhem fluiten! Hij had stom gedaan door ze niet inden achtertuin te houden; de buren waren toch alzoo slecht over „de kolonie" te spreken....

Wat? ja, daar blafte er een; de Staart of Hec; diedrommelsche rekels, dan zaten ze in het spoor vanZeus. Stork repte zich terug naar de plek, waar hij deneenen hond had gevonden, doch toen hij, zijn tuinhekuitstappend, den straatweg opkeek, zag hij Dina,de meid van Wedelaar, vlak bij zich.

— 0! Ja! Ga je maar vast naar binnen? Ikmoet even mijn honden zoeken.

Och, wat zag mooie Dina er uit! Was het de indruk,dien zij op hem maakte, doordat hij wist; of was zeverminderd, verleelijkt; had de schaamte haar al tepakken, innerlijk en uiterlijk, die zooveel vrouwen-teerheid verwelkt?

— Hier! riep zijn stem en was zwaar van gezag.Naderbij tredend, zag hij, door de dichte sneeuwwarre-ling, beweging achter-onder het hout, dicht bij deplek, waar Zeus had gezeten.

— Hier! bulderde hij, nogmaals, driftig.En, niet door het struikgewas, blijkbaar Tangs de

achterheg van Marienhof, kwamen ze, de een na denander, stil en zacht, alle vier, met de koppen omlaag.

— Rakkers! nijdigde hij en gaf Bruno een traptegen een achterpoot. Met een jank week de hondachteruit.

— Mee! bromde Stork, nu boos op zichzelf. 't Washem stellige regel, nooit ze te slaan of te schoppen.

Page 80:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

77

Dit had hij in drift gedaan. Maar wat was 't ook voortreiteren, nu hij ze eens op den weg had gelaten,dadelijk met zijn alien achter wat been te zitten.Vond de tuinman van Marienho/ de resten, tien tegeneen verdacht hij de honden.

Zonder, als naar gewoonte, ze toe te spreken, voerdehij de dieren naar de hokken. Hit, wat een weir! hijkeelschraapte, of hij verkouden moest worden. Zijnpijpje was uitgegaan, hij verlangde naar binnen....en daar wachtten hem de confidenties van Dina.

— Ja, 'k weet er van! korzeligde hij, kortaf, dehuishoudster tegemoet, die, altijd volijverig, het onge-wone bezoek wilde melden; en legde haar den jekker,dien hij op het plaatsje wat had afgeschud, over denarm, opdat zij het ding te drogen zou hangen. Maartoen hij, op een stoel in zijn slaapkamer, de hand alaan zijn waterlaars had om die uit te trekken, bedachthij, dat de andere honden, die met den knecht warenuitgeweest, niet hoefden te lijden onder de schuldvan zijn vijftal. Een gewone overjas los omslaand,liep hij naar de kennel terug en haalde ze alle driete voorschijn, Turco, Uil, met zijn steeds triesten kop,en Zoogdier. Er was een algemeen geblaf en springge-schim in de hokken geweest bij zijn onverwacht ver-schijnen; er volgde nu een kort zenuwjanken, om hemheen dansen en kruipen van de vrijgelatenen. Eerstdaarna werden ze den zwaren sneeuwval gewaar,aarzelden even, blijkbaar verschrikt, wilden toen, wild,den thin in hollen. Doch hurt meester riep hen terug.

— Hier! En.... Uiltje, voeten vegen!De reusachtige Sint Bernard, met zijn diephangende

bakwangen en innig-trieste staaroogen, liet op denhuisdrempel Turco, die achter hem liep, langs zichheen gaan en trok met gehoorzaam geduld de vierpooten over de vloermat.

Page 81:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

78

Lachend keek Cornelia toe. Zij had er zich in leerenschikken, dat Dokter zijn dieren, waar hij zoo gekop was — wat had de eenzame man ook anders? —weer of geen weer het huis in haalde; en zoo ze dievervloekte sneeuw al bijster ongewenscht voor haarzondagsreinheid vond, het zonderlinge bezoek vandie meid van Domenee had haar meer begroot dande binnenkomst der honden; en nu Dokter, blijkbaarom haar te gerieven, Uil zijn kostelijke grap had latenverrichten, die zij nooit te vaak zag herhalen, sloftezij been om een klontje voor 't beest.

- Geen suiker, Kee, 't is heusch zoo verderfelijkvoor z'en maag!

Kee! als Dokter Kee zei, bleef Cornelia nooitboos.

Ze grinnikte behaagzuchtig: He, Dokter, maartrok zich in de keuken terug. De honden, welgedresseerd,waren v66r de open slaapkamerdeur blijven wachten.

— Komi riep de baas, die zich verschoeid had, en gingnaar de spreekkamer door de tusschendeur, in welkeropening de honden achter hem opdrongen.

V66r den, schuin naast zijn schrijftafel geplaatstenstoel staande, knikte Dina beschroomd tot groet.

— Dina, zei hij zacht-vriendelijk en ging zitten.Doch ziende, dat de gangdeur op een kier was gelaten,stond hij op om die te sluiten.

— ZOO, willen wij nu eens heel vertrouwelijk samenpraten? Ik heb je geheim, jij mijn belofte; mis-schien, dat ik je van dienst kan zijn.

De hand v66r het gelaat, snikte Dina, dat haarschouders ervan schokten.

— Je treft het niet, vandaag, met die sneeuw,trachtte Stork of te leiden.

Daarna wachtte hij, tot zij zou spreken.'t Is — soo — freesseluk, hikte zij eindelijk uit.

Page 82:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

79

— Hou je van 'em? vroeg Stork, zeer meewarig, enstaarde haar aan.

Weer zweeg Dina, nu zachter snikkend. Toen,met de blootgemaakte hand langs het linkeroogwrijvend, keek zij den Dokter even aan, sloeg be-deesd de oogen neer en schuchterde bijna toonloos:

— A's ik Dokter seg, wie it is.Zij zuchtte diep.— Meid, dat moet je zelf beslissen.... of het goed

is, dat je dat zegt.Weer snikte zij, heftiger nu dan to voren, en riep

op eens, als een weeklacht:— Herman!Stork's denken schoot naar de kamerdeur: of

Cornelia daar misschien achter zou staan; uit de stiltevan het stokkende onderhoud was die naam Hermanals opgesprongen. Daarna gaf hij zich rekenschap.

— Herman wie? vroeg hij angstig, diep uit de keel.— Herman Wedelaar, zei Dina, nu gelaten-strak.Door Stork's brein weerlichtte het besef der 6n-

mogelijkheid, dat zij den predikant bedoelde; daar-over viel de verbijstering, dat het dus de kwajongenzijn zou....

Nooit noemden Stork's gedachten dien Hermananders. Hij gedacht zijn neefje niet dan met haat.Haat tegen de soort van het wezen. Van het exemplaarhad hij afkeer. Doch wanneer hij zich het type voor-stelde van het domineeszoontje; type, gelijkwaardigaan, en toch zooveel verschillende van, bijvoorbeeld,het burgemeesterszoontje, het zoontje van den heere-boer, of van den circusdirecteur; — het dominees-zoontje, dat erfelijk belast lijkt met alle menschelijkeondeugden, welke zijn, z66 vaak wiirlijk eerwaarden,vader als gevaren hebben omringd: verregaandeverwatenheid; 't besef van een altijd-durend, overal-

Page 83:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

8o

bijblijvend anders-dan-andere-menschen-zijn, anders-dan-anderen-moeten-zijn; een gevoel, als een prins,die incognito reist, maar op prinselijke egards ge-steld blijft; het domineeszoontje, dat onder zijnsvaders vroomste preeken in de kerk rondkijkt meteen: wat zeg je d'er van? dat, grootgebracht in deorthodoxie als met de moedermelk, de kerk wel noemt,en ook wel weet, het Huis Gods, maar haar betreedtals het huis van zijn vader; het domineeszoontje,katechisant honoris causa, candidaat tot den HeiligenDienst in de wieg, en, eenmaal student, traag op-schietend van louter degelijkheid; het domineeszoontje,dat te teren schijnt op zijns vaders surplus aan braaf-heid: dat daardoor geniepig kan zijn, onoprecht;graag alleen, want dan het veiligst, doch aanmatigendin gezelschap en het liefst tusschen oude dames, diein alles van hem zijn pa zien; het domineeszoontje, be-dorven altijd, vaak verdorven, meest een mispunt; —wanneer Johan Frans Stork, als student ook met theolo-ganten omgegaan hebbend, bevriend met menigenpredikant, zelf voortgekomen uit een dominees-geslacht, dat hij in zijn neef Wedelaar eerde; — telkenmale, wanneer hij aan het type van den onuitstaan-baren domineeszoon kwam te denken, 7.4 zijn breinden jongen Herman.

En die aap zou deze vrouw.... ?Nu zuchtte ook hij. Toen zei hij ontroerd:— Dina, hou je me niet voor de gek?Haar oogen schuwden tot hem op, haar groote,

als van een hond mooie oogen: onderworpen, alsbij zoo'n dier.

En weer op dien gelatenheidstoon, dat in wanhopi-gen deemoed berusten:

— 1k heb schuld, maar.... de jongeheer ookwel.

Page 84:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

81

Het laatste kwam, na aarzeling, snel; snel alseen zucht, angstig geloosd.

Stork had een zenuwachtige nektrilling en beet detanden diep in de onderlip. Hij hield in, wat hem voorden mond kwam; wist niet, wat hij nu zou zeggen.Zijn haat! maar als zij den kwajongen liefhad....

Eindelijk vond hij dit, dat kon:— Is Herman dairom weggebleven?Dina's hoofd en lijf begonnen te gelijk te schudden.

Ze drong haar zakdoek aan het gelaat, het was ofze hem in den mond zou proppen. Maar deze tranen-vloed verlichtte.

Stork zat haar aan te kijken. Zij was vrijwel onge-deerd uit de bui gekomen, zondagsch-netjes, alsofhet mooi weer was, maar op haar hoed, op den eenenschouder en onder aan den rok restten toch stukjessneeuw, en tusschen het lint van den hoed, aan haarkraag, op de mouwen, parelden watervlekken. Alhet zwart, dienst-boden-zedigheid van het DeftigeDorp, gaf haar het voorkomen van iemand in rouw.Maar, in weerwil daarvan en bij het schreiend voor-overbuigen — wat was zij een prachtig brok sterkejeugd! Haar gezicht had het forsche vleesch, dataan de glanzende massiefheid van sommige zwarevruchten doet denken; niettegenstaande het watgezwollen-roode, door huilen veroorzaakt, was de tintvan diep-fonkelende gezondheid; alles aan dat gelaatwas mooi van gaafheid, van krachtige volkomenheid.Maar bovendien was het prachtig gesneden; voornaamdoor de welving van den neus, de ligging der grootedonkerblauwe oogen, de rechtheid van het fijne,door blonde harenweelde omkranste voorhoofd.

Stork voelde tegelijk een hunkerende bewonderingvoor hare schoonheid en een wrevel van zelfverwijt,omdat ook in deze omstandigheid haar bekoringDe zonde in het deftige dorp. 6

Page 85:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

82

hem nog zoo trof. Hij zag, dat het schreien haar ver-lichtte; hij zei zich, dat hij kalm moest blijven; alsdokter had hij immers geleerd, hoeveel geduld onder-vragen vordert; doch hij was zenuwachtig, woedend;hij voelde zich geen zuiveren raadsman.

Herman haar minnaar! Als het Leo nog geweestwas, de prettige Leo, die lenige jongen met zijn nietonknap gezicht. Als een jonker haar met mooiemaniertjes of een duur cadeau gepaaid had. Alsde natuur in dit gezonde lichaam had gewerkt enzij naar de zeden van minder deftige dorpen zichgegeven had aan een kerel van haar stand, die haar nuliet zitten. Maar Herman, die nare leelijkerd! Inzijn nijdigheid vond Stork er voldoening in zich tezeggen, dat dit avontuur onwaarschijnlijk was vanzonderlingheid. Doch tevens voelde hij het verlangenknijpen naar de verklaring ervan. Terwijl hij zijnbest deed, van zijn gezicht alle uitdrukking of tehouden, opdat Dina, zoo zij hem aankijken mocht,niet schrikken zou, zat hij haar te bespieden met eenwangunstige behoefte om het karakter van dat mooieschepsel, dat daar machteloos in zijn onmiddellijkenabijheid zat en over wie hij niets geen macht had,te doorgronden. Was Dina dan een dom blok mooivleesch, dat zich dom had gedragen tegenover eengeniepigerd? Kon perversiteit haar gedreven hebben,een lust in heimelijke zonde? Of zou zij beredeneerdhebben gehandeld, vermoedende dat een braaf manals dominee Wedelaar zijn zoon met haar zou latentrouwen?

— Ik kan 't nog niet begrijpen, Dina. ...Ach, daar begon zij opnieuw te schreien. Het was

een dom gezegde van hem. Wat kon 't haar schelen,of.... hij begreep I Hulp verwachtte ze....

— Weet je moeder nog van niets?

Page 86:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

83

— Vader.... niet Ze zuchtte de woorden uit, bijna toonloos. Doch het

was vooral door haar schuw even-opkijken, dat Storkhaar angst besefte. De moeder, bondgenoot al, ver-gevend; maar beide vrouwen bevreesd voor den vader— de eeuwige slaafschheid der vrouw tegenover denman, zoodra zij aan een man heeft toegegeven.

— Wil ik eens met je vader spreken?Weer boog het hoofd en onder nieuwe tranen:— Moeder zou 'et 'em zeggen....— Och hemel, dus wacht je dat bij de thuiskomst.

Anne meid, ik heb met je te doen,' hoor. Ik kom 'esgauw met je ou'ers spreken. Nee, dat meen ik niet....duidde hij met de hand, daar zij een beweging maakteom op te staan. — Veel te bepraten valt er wel niet....Ik zal er Dominee over spreken.... (Zij schokte,verschrikt) maar eerst met je vader, en wees maargerust, Dominee zal het verschrikkelijk vinden,maar ook hij zal zeker begrijpen, dat zijn zoon demeeste schuld heeft. Dat is niet het ergste, Dina. Hetmoeilijke komt niet nu, maar later.... Heeft Hermanbeloofd met je te trouwen?

Moedeloos hem aanziend, trok ze de schouders op.— Ik weet et niet, zuchtte ze.— Weêt je dat niet?— Ik weet nie', wat ik van 'urn mot denke....— Maar meid, hoe dan?— Hij had gezeid, dat ie nou mit Kersmis zou

komme.— 0! Ja.... En nu kwam ie niet.... Enfin, dat

behandel ik wel met z'en vader. Maak jij je vooralniet te veel overstuur. Dat is nadeelig voor jou en jekindje en 't baat niets, het is nu gebeurd. Zeg aanje ou'ers, dat ik voor je doen zal, wat ik kan. Dezeweek nog kom ik 's avonds 'es praten en daarna

Page 87:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

84

zal ik het in de pastorie meedeelen. Vin' je 't zoo goed?Nu stond zij op, hij deed hetzelfde, en toen zij, v6Or

hem, met gewone stem zei:— Dan moet ik dokter voor zijn goedheid bedanken,trof hem de andere toon, het manieren-hebben der

dienstmeid, voelde hij daaronder de zelfbeheerschingen tegelijk doorflitste hem de gedachte: wat let me,je in m'en armen te drukken?

Met een vertoon van moedgevende goedigheid gaf hijhaar de hand en beval nogmaals aan:

— Niet je overstuur maken, hoor!Toen ging hij haar voor tot de deur en riep Cornelia,

dat die haar zou uitlaten.Neuriend stapte hij door de eenzaamheid van zijn

kamer terug. Neurien deed hij graag en vaak, dochnu ergerde hij zich over zijn doen, en toen hij dehonden toesprak, die niet eens de koppen oplichtten,troffen die opgewekte stemklanken hem als valsch. Hijwas toch geen man om komedie met zichzelf te spelen?Had hij het met Dina gedaan? Niet meer dan metiedere vrouw, die, begeerd, door het onverwacht uit-spreken daarvan beleedigd zou zijn. Of voelde hijvoor Dina meer? Wat een pracht van een don-Quichot-rol kon hij zich nu opdringen: hij goedmakend, watHerremannetje had misdreven Dus speelde hijwel met zichzelf komedie? Zijn pijpje ja,zijn pijp was echt. Dina ook. Wat was daar komedie?Dom was de meid misschien, luchthartig, maar verder?..Mogelijk was het heele geval niets dan een onvoor-zichtigheid, zooals dienstmeiden er vele begaan.Wellicht de eerste niet van Dina.... Geloofde hij dit?'t Vervloekte spell verliefd was ie! Niet? nou zuiver even-min! En zoo slecht had hij komedie-gespeeld tegenDina, dat hij, bij al zijn inspanning om kalm te blijven,de meid niets onttroggeld had van haar geheim, niet

Page 88:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

85

de minste aanduiding van wit haar zoo onvoorzichtiggemaakt had. Helpen mocht hij nu, voor haar praten,maar zichzelf had hij slecht geholpen; want in zijn hartwas hij vuil jaloersch op Herman. — Niet jaloersch?z6nder begeerte? En toen ze v66r hem stond, diegedachte? Daar was 66k meelij in, e-del-moedigs!....

Omdat zijn pijpje niet gepakt had, klopte hij detabak er uit, maakte het nogmaals schoon, schrapendmet lust. 0, dat ellendige dualisme in elk gevoelenvoor een vrouw! Hij drong zich gemeene bedoelingenop, omdat het hem niet lukte, objektief over Dina'stoestand te denken, werkelijk heelendal onzelfzuch-tig te zijn. — Herman! . . . . Wat had haar kannenbewegen? . . . . Zie je, daar begon hij al weer . . . . Hijoverlegde, dat Herman's kamer naast de kinder-slaapkamer was, waar Dina sliep. Zelfs was er eenverbindingsdeur, door Herman, hier in het dorp meerstudent dan hij ooit te Utrecht geweest was, metstudenten-attributen behangen. Onbruikbaar gemaakthadden die dingen de deur blijkbaar niet! En Aleidahad nooit iets vermoed of bevroed. Haar onschuldhielp haar gemakzucht aan vertrouwen.

— Ach I Stork stond op om licht te ontsteken. 't Was te

donker om zoo nog te lezen. Hij bladerde in het MedischTijdschrift, drong zijn gedachten naar zijn lectuur.Maar toen hij hoorde bellen, wenschte hij, dat menhem kwam halen voor een zieke.

— Dokter, meheer Berkemeier.— Zoo? . . . . Laat binnen!Berkie scheen, verwonderd, te voelen, dat hij vriende-

lijk werd verwelkomd. Bij de laatste ontmoetingenwas de toon anders geweest.

— Ik kom, zei hij, met een . . . . wat malle boodschap.'t Is een verzinsel van me vrouw .. . . Kun je mee, kom

Page 89:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

86

je bij ons eten? We hadden Kleestra vandaag verwachten nu heeft Mies allerlei lekkers. Leverantie vanLommerlust. Of je helpt om het op to maken. Klee-stra heeft ons laten zitten; ik heb nets van hemgehoord.

Met ongeveinsde gretigheid nam Stork aan. Naden eten moest hij eventjes uit op ziekenbezoek,maar verder liet hij zich graag heenhelpen door deKerstmis-eenzaamheid. Vlug bezorgde hij de honden,troostte Cornelia met een grap, verkleedde zich envolgde Berkie het huis uit.

Page 90:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

ACHTSTE HOOFDSTUK.

A, hoor 'es, ik zeg geen nee' .... Gulzig?— Och toe.... je doet me juist zoo'nplezier.— Je zit er voor om het op te maken!Dat, dacht Stork, is nu van Berkie weer

net op de grens. Maar het gastvrouwtje was aller-liefst, een wezentje om bevriend mee te zijn, oprecht-eenvoudig en hartelijk. Toen zij hem straks had ge-vraagd, haar voortaan bij den naam te noemen, washij even teruggeschrikt: — zOOveel gemeenzaamheidmet de vrouw van Berkie? Maar onder de guilegezelligheid van den maaltijd had opeens het zelf-verwijt gestoken, om de onbillijke vermoedens, waar-mee zijn gedachten Miesje's man hadden achtervolgd,weken lang. Hij was er even stil van geworden; hadgevoeld, dat zij keek, ontsteld. En in een warme be-hoefte om goed te maken, om bij haar vriendelijkheidniet achter te blijven, was hij los geschoten in grappenen verhalen, en zij had hem met het schrikbewindvan zijn huishoudster en zijn honden-manie geplaagd,en Berkie had meegedaan, zonder aan literatuur tedenken. Bij de binnenkomst van de eendvogels waszelfs de meid in de vroolijkheid opgenomen, al hadBerkie ontevreden gekeken. En terwijl Stork nu zatte kerven en te plukken aan zijn tweeden bout en denwildsmaak afwisselde met de verfrissching van het

Page 91:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

88

appelmoes en nu en dan een teug uit zijn wijnglasnam, verheugde hem de schittering van het kristalen het zilver der tafel. Miesje had al haar moois uitge-stald; hij genoot van het welverzorgde in deze gezellig-heid, hij vond het bijzonder plezierig eens een keerniet alleen te eten; en toen Berkie een onaangenaam-heidje over Lommerlust zei, wist hij er een draai aante geven, zoodat het een complimentje kon lijken.

Juist zou de meid geroepen worden om of te dekkenvoor het nagerecht, toen het huisbelletje klepte.Mies keek haar man aan:

— Wat kan dat zijn?— Als 't maar niet voor mij is, zei Stork, werkelijk

beducht.De meid tikte, kwam binnen, sloot de deur:— Daar is menheer Kleestra....— Wat?— Meneer Kleestral ? Domkop, laat dan toch binnen!En Berkemeier schoot naar de deur.— Willem, waar blijf je? Kom toch hier! Heerlijk,

dat we je toch nog zien!De gastvrouw en Stork waren opgerezen; hij be-

gluurde haar van terzijde; zij scheen het bezoek nietzoo heerlijk te vinden! Doch haar ontstemming weekvoor een schaterlach, daar Berkie met wijden zwaaide kamerdeur had opengetrokken en in een raam vanflauw ganglicht de blonde dichter Endymion stond,zijn rosse kop met welig winterhaar en zijn trouwecomplet van katoenfluweel onder den schijn der tweekamerlampen blinkend, fonkelend, schitterende edel-gesteenten van sneeuw afdruipend.

Hij verzekerde, zich zooveel mogelijk te hebbenafgeschud.

— Mag ik binnen? Mies, je kamer!— Je kunt toch niet in de gang blijven. Wacht....

Page 92:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

89

En handig-vlug verlegde Mies een kleedje van v66rde vensterdeur bij de kachel en schoof er een vierkantstoeltje met matten zitting bij.

Heb je gegeten? — Hoe verschijn je zoo laat? —Waar kom je van daan?....

De dichter vond het vragen blijkbaar wat druk;met een zucht op het stoeltje vallend, dat kraakteonder zijn gewicht, verklaarde hij van een inbraakto komen: ingebroken op drie leege buitens, maarnergens een beurs gevonden.

— Anders hadt je me hier niet gezien!— Dank je, je bent wel vriendelijk! durfde Mies.— Vriendelijk? Ik ben oprecht. Liever was ik niet

gekomen.— He, was u dan maar weggebleven! zei Stork

op een toon, zoo volkomen ernstig, dat Berkie, diebewonderend v66r den ontsneeuwenden dichter stond,ontstemd zich omwendde.

— De dokter heeft zeker lekker gegeten.— Voortreffelijk, Dichter, verrukkelijk!— Heeft? Maar Kleestra, we zijn nog niet klaar....- Zou jij nu niet eens voor Willem zorgen?Berkie's oogen bevalen en Mies repte zich naar de

keuken. De meid kwam afdekken en zette tevenseen couvert voor den nieuwen gast. Berkie bleeknieuwsgierig gebleven.

— Ben je van stad komen loopen? vroeg hij.Kleestra antwoordde niet dadelijk. Hij keek even

hooghartig op naar zijn gastheer, bezichtigde ver-volgens zijn laarzen, en, opstaand, stampte hij nogwat sneeuw af. Toen vroeg hij nonchalant, waaromBerkemeier hem van iets z66 krankzinnigs verdacht.

- Waar heb je dan gezeten? D'er is nu toch geentrein....

— Op villa.... hoe heet het ding, met die gekke

Page 93:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

90

veranda d'er voor, en toen op het buiten ernaast metde leeuwen aan het hek.

— Aardig.— Nou, wat zanik je dan?— Uw gastheer had zeker vergeten u te schrijven

hoe laat het diner was.— Och, Dokter, ik kom hier niet voor het eerst....

We hadden immers al het genoegen snaakschtehij nijdig. Zoo het u, als psychiater, misschien kanschelen, wil ik het u in geheim wel vertellen. Ik hadmaar half lust om te komen. Als de telegraaf openwas geweest, had ik het afgeseind. En toen ik hierhet station uitkwam, ben ik in dat kroegje gevlucht,je weet wel, Berkemeier, op de hoek van het straatjeachter de spoorlijn.

Terwijl hij het laatste zei, kwam de gastvrouwbinnen, een koket een-persoon's-soepterrienetje goedigvoor zich uitdragend. Kleestra scheen niet op haarte letten, kaarsrecht zat hij te turen naar den hoekvan het lage plafond.

— Ik had straks ook naar het station moeten gaan;om een uur ben 'k er geweest, besloot Berkemeierdeemoedig.

Mies zuchtte. Zij vreesde Kleestra's invloed opMannie. De stemming aan tafel was juist zoo prettig.Stork meende, dat hij wel mocht doorvragen.

— Dus hebt u den heelen avond bij Meulemansgezeten?

— Och, Doktertje, maar een kleine twee uur. 'kBen om half vijf aangekomen.

Wat kon de poeet in vredes naam twee uren langin dat benauwde vertrek, waar een oud biljart bijnade voile ruimte nam, hebben uitgevoerd.... ?

Mies had de meid gelast, met het verdere opdienen tewachten, en ontredderd zaten de drie menschen toe

Page 94:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

91

te zien, dat Kleestra soep at. Het zwijgen drukteop de tafel.

— Ik geef je last, Mies.— Och nee....— We vinden het prettig, dat je nog bent gekomen.— Is het heel erg onbeleefd? U kunt je dat zeker

niet voorstellen, he Dokter? dat tegenopzien, datiemand lam slaat. Gisteren is het al begonnen, vanochtend kon ik m'en bed haast niet uit.

— Ik dacht juist dat u met dit weer graag van dehei zou zijn weggevlucht.

— De hei? Ik woon nu in Amersfoort....Mies haastte zich aan te vullen. Kleestra was de

wintermaanden bij zijn getrouwde zuster. Storkdacht over de rol van den zwager....

Terwijl de dichter nu ossenhaas at en Brusselschespruitjes, zetten de anderen den maaltijd voort methet nagerecht. Stork merkte de kalmte op, waarmeeKleestra zijn gang ging, zonder iets van beschaamd-heid te toonen over de stoornis, in dit huiselijk-levenveroorzaakt.

Miesje was zenuwachtig geworden; van de tafelging minder gerucht dan straks, toen de gezelligheidelk aan den praat hield; toch keek ze telkens naarde porte brisk, waarachter Maurits' wieg stond,blijkbaar bang, dat het kind te vroeg zou ontwaken.

Ook Berkie waakte: — over zijn gast, zijn verhevengast, dien hij dan toch nog ten zijnent mocht hebben!

— Drink eens leeg 1 Zeg, heb je wel pikantesaus?

En Kleestra dronk en nam meer saus.Terwijl Berkie zich een peertje schilde, zag Stork,

dat hij telkens den dichter begluurde, als iemand dieverlangt iets te vragen.

Kleestra schoof zijn bord iets naar voren en wipte

Page 95:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

92

met zijn stoel achteruit, wat gemakkelijk te verstaangaf, dat hij van deze spijs was verzadigd.

Een bevelsblik van Berkie naar Mies, die belde.De eendvogels-rest kwam, keurig opgediend met watmoes nog en aardappelkruim, kleine schaaltjes voorkleine porties — slechts de geur kon hun, die hetnagerecht binnen hadden, een gewaarwording vanovertolligheid geven.

Berkie had nog een peer genomen: het was zijnderde; Stork had bedankt. De sigaar en de koffie lietenzich wachten.

Stork deed kiesche pogingen om het gesprek metMies aan den gang te houden, daar Kleestra, zonderzich te haasten, zijn tijd behoefde om in te halen, enBerkie louter aandacht voor hem was.

— Wat slaapt ie, he? zei Mies met een zucht vanontspanning, terwijI de oogen naar de voorkamerwezen.

— Je geeft hem een patente opvoeding.— He, waarom zeg je nu niet, dat hij zoet is!— Omdat ik de cause finale prijs.- Begrijp niet....Hij knikte lachend van wel.Nu dorst Berkie eindelijk vragen:— Je hebt het Heldendicht ontvangen?Met een volkomen gemak, dat Stork eer bij den aan

jacht doenden bewoner van een Gooisch landgoeddan bij den man der Blaricumsche heihut verwachtzou hebben, had Kleestra de beste boutjes uit hetschaaltje keurig opgepeuzeld: — de dokter voeldetoch wel iets als eerbied voor dat vermogen, om methuttemenu's genoegen te nemen, wanneer de tongzee goed den wildsmaak verdraagt.

— Zeg Mies, dat is heel lekker, zei Kleestra, zonderop Berkemeier te letten, terwijl hij ietwat onbehoorlijk

Page 96:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

93

het appelmoes-schaaltje leeg schraapte met den lepel.Berkie die, voorover, al den tijd naar den illustere

had zitten kijken, kwam met een ruk rechtop zitten.— Vin je? zei Mies, zacht, wat verlegen.— Ik scharrel altijd met jams. Het laatst heb ik ze

van Sipkens gehad. Ken je die? Die is nogal goed.Maar ze haalt toch niet bij kOmpot, van die zaligeDuitsche kOmpot.... Heerlijk, he? Ja, daar houd ikveel van.... Heb je nu misschien een sigaar? ....Pudding? nee, och liever niet zeg.... Vruchten?ja, liever van avond. Zoo onmiddellijk na dat moes....Ik heb ruimschoots genoeg gehad, besloot hij metprachtig-hooge goedigheid tegen Mies.

Stork kon zich niet inhouden, luidop te lachen.Berkie repte zich weg om sigaren, maar nu vroeg

Mies, of de heeren niet liever naar de studeerkamerzouden gaan, dan kon hier worden afgenomen.

— En moet de jongen ook niet geholpen?— Ook 1 beaamde zij, dankbaar lachend.— Dan ga ik nu eerst naar mijn zieken. — Liever

straks, wees Stork de sigaar af, die Berkie, terugge-keerd, aanbood.

Even later, alleen in den, het warm-voile lichaamplotseling striemenden sneeuw-wind, overdacht Storkmet blijmoedigen spotlust, dat Berkie's onderdanigheidop dit oogenblik eenige kans kreeg, beloond te wordenmet een antwoord over het Heldendicht. Wat washet menschdom toch prettig interessant! Hij, Stork,zocht het in zijn vrije uren veel te hokvast bij zijnhonden alleen! Doodsch rijden hier de huizen fangsden weg, als graven dichtgesloten nu, maar achterde blinden, in het licht, speelde overal de komedielBerkie en Kleestra uitzonderingen? Hier in het DeftigeDorp konden ze misplaatst lijken. Maar.... het washier immers niet allem“.1 adell Stork zag er het kasteel

Page 97:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

94

op aan, in weerwil van de sneeuw donker opschonkendtusschen den zwart-en-witten takkenwirwar. Daarzat ten minste iets feodaals! Ach, hoeveel ergernis,ook, plaagde de menschen daar, om wat voor henbederf van 't dorp was Vader Hovink was wel deergste, maar lang niet de eenige parvenu. En h66rdenu bij zoo'n type niet Of een den boel opmakende zoonOf een schoonzoon genre Berkie? De kunst gaf hetventje nog wat bijzonders, iets als aroma, al was hetniet fijn. En de late gast Endymion was met zijnpoetische onbeschaamdheid een prachtfiguur in derHovinken hofstoet. Schooier . . . . naar den trant vanzoon Polsbroek: even brutaal en even trotsch! Moesthier eigenlijk komen w6nen: afdeeling literatuur, metBerkie; Nietzsche-achtige geestes-aristocratie in born-bazijn en op de fiets, tusschen de orthodoxe, christelijk-historische en Hovinkachtig meedoende equipagesen tuffen van 't Deftige Dorp....

Stork bekende zich, dat, voor een dokter op wegnaar zieken, zijn overpeinzingen wat veel beinvloedleken door de Lommerlust-Cantemerle, die Berkie,vooral na de komst van Kleestra, met vlugge handgeschonken had. Never mind, hij moist wat hij deed!Juffrouw Lichtenbelt zou nets merken. 't Was almooi, dat hij er nog door kwam I

* * *

Aanvankelijk was het wat pijnlijk geweest. Rozig vanhet snelle loopen door den, met ijzige vaart voortge-dreven, dunner geworden sneeuwval, was Stork bijde Berkemeiers teruggekomen met het dankbare ver-langen naar een gezellige theetafel, en den stoel derhuisvrouw had hij leeg gevonden.

— Och, het kind wil weer niet slapen! had Berkemeier

Page 98:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

95

gemelijk uitgelegd. Verder was er een norsch zwijgen.Naast hen het geregelde doffe geluid van iemanddie met langzame stappen heen en weer loopt, entoen de, over het stuursch gedragen der mannen ont-roerend heenvallende, liefheid van zacht vrouwege-zang: Mies, die Maurits in slaap neuriede.

Naast de eettafel, recht op zijn stoel zonder zij-leuningen, zat Kleestra, de lange beenen de tafel langsver vooruit, de linkerhand onder den rechter elleboog,de rechterhand gereed om telkens de sigaar uit denmond te nemen. De lustelooze oogen strak naar eenbovenhoek der kamer gericht, rookte hij met langzametrekken. Van hem kwam het hooghartige zwijgen,waarin Berkie, onderworpen, zich schikte. Toen ernaast hen een gedempte dreuning klonk, als van eenzwaar voorwerp dat verplaatst wordt, verschoof Klee-stra op zijn stoel en Berkie zuchtte ongeduldig.

— Wil je thee? vroeg hij Stork en stond op meteen ontevreden gezicht.

Terwijl hij bezig was, kwam Mies binnen.— Eindelijk I glunderde zij, dock, de twee norsche

mannen ziende, legde zij uit op een toon van veront-schuldigen-willen, dat het kind overstuur was geraakt,doordat het later was geholpen.

— Ik zal nieuwe zetten, zei ze, toen Berkie metde oogen hare aandacht vestigde op wat hij in eenkopje had geschonken. Doch het water bleek van dekook en de gastheer stelde voor, dan maar lievergrog te schenken.

Het was, of de vriendelijke bedrijvigheid der gast-vrouw de kamer plotseling vulde en veranderde.Even duchtte Stork van haar, dat zij een onbehendig-heid deed, toen zij, den dichter het glas voorzettend,zei, dat alleen zoo'n lekker grogje de reis van Amers-foort wel waard was en hiermee bleek te doelen op een

Page 99:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

96

huiswet van Kleestra's zwager, die geen alcohol inzijn woning duldde. Doch de vroolijke hartelijkheid,die uit haar toon klonk, bleek ook Kleestra beter testemmen en lachend vertelde hij bijzonderheden,uit welke Stork haar zeggen begreep.

— Dat de man me geen borreltje gunt, is tot daaraan toe. Ook te Blaricum drink ik Mast nooit jets.Maar de gewichtigheid bij zijn afschafferij-drukteis niet zoo makkelijk te verdragen. Die behoefte omproselieten te maken ....

- Wat is uw zwager? vroeg Stork; voor Mies washij blij, dat er een gesprek ontstond.

En Endymion vertelde. Zijn zuster had een leeraarin de plant- en dierkunde getrouwd, wiens hartstochthet vergaderen was.

- Zeer Hollandsch I viel Stork bij.— Zeker. En nuttig. Telkens moet hij 's avonds

de deur uit. Afschaffing, Nut, Nederlandsch Verbond...zijn pazie heet vergadering.

Prettig, dat uw zuster u heeft.— Ja.... voor haar ik zit liever boven....— Nee', Willem, dat meen je niet. Zijn zuster,

Dokter, is juist de eenige mensch op aarde, waarmeneer Kleestra wat om geeft.

- Beste Mies, nu overdrijf je.- Geeft u dus om nog minder menschen?— Geestig, Doktertje I Daar ga je! Trouwens, als

ik zeggen mag, heelemaal afkeerig van de eenzaamheidlijkt u me ook niet.

Blij-lachende instemming van de gastvrouw en ookBerkie grinnikte mee. Stork moest zich even geweldaandoen om zijn gelaat te houden in de onernstigeplooi, welke paste bij dit gesprek. Want op de langewandeling van juffrouw Lichtenbelt hierheen had eenkrankzinnige gedachte zijn gaan door den sneeuwwind

Page 100:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

97

nog moeilijker gemaakt: Dina! als hij Dina trouwde,en zij deden, of het kind van hem was I Hij hadzich vies-sentimenteel gevonden, dat dit in hem op-komen kon. Maar nu hier, bij den grooten invloed,door Mies op het te voren stuursch-ongezellige tweetalgeoefend, had hij juist overlegd: wat is toch de vrouw!de vrouw als zoodanig — want Miesje was dom, leelijkwas zij en beslist dom — niets was er bijzonders aanhaar, waardoor zij iemand als den eenzelvigen dichterKleestra kon boeien. — en toch dwong zij nu ook hemtot spreken: tot een banaal-luchtige behandeling vandingen, waar de misanthroop zich zeker vaak vreese-lijk over ergerde. Beleefdheid was zijn mee-pratenniet; Endymion deed nooit iets om wellevend te lijken !

Hoe kwam de vrouw aan deze macht? Wat werkte erzoo krachtig in haar? Enkel het vrouw-zijn, iets van desekse, waar stands-beschaving niet bij in het spel kwam.

Met een banaal grapje had Stork op de plagerij ge-antwoord en de aandacht van zich afgeleid. Toenhoorde hij even niet toe, mijmerend in zijn grogglasroerend. Tot hij met schrik Kleestra hoorde zeggen:

— Natuur! .... Kunst, nabootsing van de natuurl...Ellendig, al dat wanbegrip! — De tong tegen de tandenduwend voor de tweede lettergreep van „natuur,"stootte de dichter zijn geringschatting uit.

Berkie meesmuilde tot eerbiedige instemming.— Wat is kunst voor u? vroeg Stork.— Voor mijl Kunst is, wat de verbeelding

bekoort, een bevrediging van de behoefte aan vrij-heid.... Ik weet niet, of u me begrijpt..—

— Stork heeft je verzen gelezen, voorkwam Berke-meier.

— 0.Even hokte het gesprek. De dichter scheen weer weg

te droomen.De zonde in het deftige dorp. 7

Page 101:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

98

— Mag ik.... begon Stork in een, plaaglustigoverdreven, met aarzelen bescheiden-doen. — Unoemt: vrijheid, bekoring en verbeelding. Verbeeldingbegrijp ik, bekoring nog beter; alleen.... ik dachtjuist dikwijls te lezen, dat kunst niet meer behoeftte bekoren.... Maar vrijheid — h66rt de vrijheiderbij? En hoort die niet bij alle denken?

— Ik noemde het begrip, omdat we spraken vankunst en natuur, naar aanleiding van dat opstel overrealisme, waar Berkemeier het over had. Kunst ont-staat in een vogelvlucht, gaat bOven de willekeuren de toevallighedens van de natuur.

— Dus, zooals alle menschelijk denken.— .... Ja, maar het is toch wat anders. Meer dan

het denken is hier het gevoel. 't Gevoel van het lucht-ruim.... Vaak tegen het logische denken in, Om maarvrij te zijn boven alles. Het leven drukt, het zinnelijkebeschouwen verwart, en zit dan ook de gedachte vast,dan heeft de kuntenaar nog zijn verbeelding.

— Ik vind u zoo nog al optimistisch.— Wel, dat doet me pleizier voor ul U zelf bent

zoo'n aartsoptimist.— Meent u?— Wat meende u van mij?— Dat u het niet was.— Och, beste Dokter, ik.... vecht — als u wilt! —

voor ken ding, de vrijheid. Optimist, pessimist, —weet ik veel 1 Net als de kwestie van democratie. InBlaricum heb ik visites gehad van socialisten enanarchisten. Natuurlijk zou anarchie het ideaal zijn,dat erkende zelfs Zola, toen ie van zijn vier Evangeliesverlost werd. Maar ideaal, alleen goed voor het denken.In de praktijk is iedereen, naar mijn heilige overtuiging,even dikwijls verslaafd aristocraat als verontwaardigddemocraat, tenminste wie een bektje mensch is. En

Page 102:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

99

de praktijk doet de menschen zijn. Juist daarom houdik me buiten alles, leef ik arm en alleen op de hei.'k Hou zelfs geen bond, om geen slaaf te hebben.

— En Poes dan? vroeg Mies.— Poes.... is een voorbeeld van vrijheidsliefde.

Hecht zich bijna niet.... Magnifiek I Van zoo'nkat kun je dagelijks leeren. Trouwens, van eenmassa dieren. Maar dan zie je meteen, wat de behoud-zucht vernielt en bederft. En dat stemt je dan nietoptimistisch.

— Nog een grogje? dorst Mies vragen, terwijl zereikte naar het glas van den dokter, die bedankte.

Misschien bedoelde de dichter bestraffing:— De leelijkste uitvinding van de behoudzucht is het

huwelijk, zei hij met wreed-rustigen ernst.— He? riep Mies, Kleestra's glas in de hand.— Present company excepted, verwaardigde de

dichter zich goedig te zijn, meteen knikkend, dat hijnog wel een grog wou.

Hij zweeg en Stork wilde opstaan, daar hij nietonmiddellijk een wending wist te vinden voor hetgesprek, dat gevaarlijk dreigde te worden. Maar Kleestrahad nu plezier in het praten.

— Dokter, hebt u wel eens wat van professor Forelgelezen?

— Niet de eer.— August Forel. Een naam als een ander. Forellen

zijn aristocratische beestjes. Deze Forel is een oudegeleerde, jong genoeg om zich te verbeelden, dat hijiets tegen het huwelijk zou vermogen. Hij beschuldigtde beschaving, dat ze de natuurlijke conflicten, waarAmor in zijn tijd al voor had gezorgd, met een Langerij heeft vermeerderd, die best te vermijden warengeweest.... Mies, hij vecht voor de rechtsgelijkheidder vrouw.

Page 103:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

100

— Och, wat een lieve man, zei Mies, doch haaraandacht was bij den grog voor den haren.

— U lijkt me vanavond heusch meer anarchistdan pessimist, lachte Stork.

— Effect van de Lommerlust-wijn en de grogjesMies, dit keer maakte je 't een beetje te sterk. Ik weetvan die Duitsche professor niets, heb alleen pas eenbrochure gelezen en die leek me voor Duitschlandwel frisch. De man vecht tegen de achterstellingvan buiten-echt geboren kinderen en houdt daarconferences over voor een select publiek, in de Sing-akademie to Berlijn.

— Dan moeten we hem ook 'es naar Holland halengrappigde Berkie. Ik zie hem al hier, op societeit ofin Bellevue.

— 't Zou nog al iets voor hier zijn, vond Mies. —He, Doktertje, waarom ga je nu weg?

Stork zei maar wat vriendelijk-grappigs. Hij hadstierlijk het land aan zichzelf. Ontschoot hem dan&lie zelfbeheersching, dat nu Dina weer in hem spookte,alleen doordat Kleestra wat vertelde van een Duitschenprof, die met brutale propaganda het snobisme teBerlijn plezier deed? Hij hoorde, in verwarde zelf-ergernis, Berkie zwaarwichtig betoogen, dat rechts-gelijkheid van de vrouw het onechte kind niet veelbaten zou, omdat de vrouwen veel heftiger tegenbuiten-echtelijken geslachtsomgang te keer gaan dande mannen; Mies zei lachend: — Dat is maar goedook; nogmaals protesteerde zij tegen Stork's vertrek;toen handdrukken, een fooigroet met de meid —en een snerpende wind omijzigde hem buiten.

Page 104:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

NEGENDE HOOFDSTUK.

AS die vervloekte hond er nu toch weervan door?— Staart!Maar de eenzame duisternis bleef strak-stil. Gelukkig, dat de ou'e boschwachter op

een avond van noord-oostenwind na sneeuw stroopers-werk ondoenlijk dacht! Stork grabbelde diep in zijnjaszak en, staan blijvend, floot hij, lang. Tot hij bewe-ging schimmen zag, achter het bouwland, tegen hetakkermaalshout. Werkelijk kwam de bond, dwarsover de hobbeligheid van het land, zonder zich tehaasten, telkens met een poot doorzakkend in debevroren sneeuw.

— Zou je bij me willen blijven? Anders komt deriem, vriend.

Het weer was te mooi voor straf en boosheid. AlsVan Rooien dat straks ook maar besefte! Veerkrachtigstapte Stork voort. Het verheugde hem, dat hij naarCornelia geluisterd en de fiets had thuisgelaten. Jeaangewezen wandelweerl Hij ging veel te zelden tevoet. Slachtoffer van den mekaniek-tijd! Een menschop een fiets treent, als op een paard. Hier in het dorpgenoten de menschen van de natuur nooit anders danop tronen. En nog maar, zoover hier natuur was.Al dat omrasterde, bijgeharkte 1 Maar nu, onder den uit-gesneeuwden, zacht-stralenden eerste-kwartiers-hemel,

Page 105:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

102

lag zelfs dit te deftige dorp devoot; eenzelfde sneeuw-korst dekte alles; eenzelfde fijne duistering doezeldehekken en schuttingen weg; 't was nu veel meer eenlandelijkheid: het leek tegelijk grooter dan anders,want meer een geheêl, en kleiner van stille liefelijkheid.Niemand genoot daarvan, rijk noch arm. Men woondebuiten, maar opgesloten. Tegen vieren hadden demenschen huiverend zich voortgerept, om lijven enzielen weg te bergen. In de societeit, waar langergeplakt was, had Geerkens gezegd: — Geef mij nogeen tikje port, ik zie er tegen op om er door te gaan.Later, buiten, tegen hem: — Dokter, ga je rill opde fiets!? En toen Stork mee was opgeloopen, wasdat ook weer mis geweest; hij wist wel, het stond niet:een beer naast zijn fiets, zoo iets mocht enkel deslagersjongenl

Met den avond lag al de kleinzieligheid veilig gegren-deld in de huizen. Behalve den slungeligen brieven-besteller en een paar niet herkenden, die van dentrein gestapt kwamen, had Stork op heel zijn wegniemand ontmoet. Hij wist zich ongeneeslijk eenzelvig.En toch.... Aan Kleestra, die bij de Berkemeierswas blijven hangen, dit nest toch boven Amersfoorten den blauwe-knoopszwager verkiezend, had hij nual twee keer een medewandelaar gehad bij ver zieke-bezoek. In de societeit verscheen hij haast elkennamiddag. Beleefdheidsvisites verzuimde hij nooit.Wat moest hij meer ondernemen tegen de stijfheid?Hij kon het Deftige Dorp niet hervormen I Lief werdhet hem weer op momenten als nu. Van dezen openveldweg gezien, die om het kasteel en de kom heenboog, lag het vriendelijk, stil en eenvoudig, zoo ge-moedelijk rustig en klein, met al dat wit, dat de Kerst-mis gebracht had, dat huiveren deed en toch ook eendek was, nu vergrauwd en verblauwd in het maanlicht,

Page 106:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

103

waaronder de daken, in ongeregelde hoogterij, zichals schuine vlakken van gedoezelden glans leken blootto leggen.

Bij een kronkel van den weg eindigde de openheid.Daglooners-erfjes aan weerskanten. Vrouw Lamper,die juist haar deur zou ingaan, draalde, wenschte dokterg'en avent, bleef staan kijken bij wie hij ging. Debuurt zou er weldra alles van weten! Toen hij het erfvan Van Rooien opstapte, sloeg de hond van eenbuurman aan.

— Hier Staart beval hij, zachter sprekend.Het beest, dat zich verveelde, lobbesde gedwee na.Op Stork's tikken kwam vrouw Van Rooien. Het

verschrikte achteruitwijken en handen aan den boeze-laar wrijven kende Stork van de zieken-bezoeken.

— Kan ik Van Rooien een oogenblik spreken?— Me man is thuis, Dokter. — En de vrouw zuchtte.

Zijn bezoek gaf evenveel beklemming, alsof er eenernstige zieke was. Stuursch keek Dina's broer naarhem op; die dacht wellicht: waar bemoei jij je mee?Van Rooien was opgestaan, pet in de hand. Op eenwenk der moeder verdween de jongen in de duisternisvan het achterhuis. Op de tafel, onder de lamp, krom-rugde poes en blies naar De Staart. Stork greep denhond in zijn halsband.

— 'k Heb weer een van me kinderen bij me....Heel het dorp was gewend aan die honde-bezoeken.

Stork maakte er toch een paar grapjes over, tot af-leiding in de verlegen triestheid.

Hij zat nu tusschen de ouders. De Staart lag naasthem uitgestrekt; de broer had van moeder de katovergenomen. Het lamplicht druilde over de armelijkegezelligheid der avondkoffie op de klaptafel, werdweerkaatst in het visschenglas, deed het blad van eenbloemlooze azalea glinunen en stolpen fonkelen op een

Page 107:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

1 04

lage kast, waarachter fotografietjes hingen: — Dinawas daar zeker bij, de dochter op verschillendenleeftijd....

Stork wilde volstrekt geen aandoening of ook maarverlegenheid laten blijken. Bij het binnentreden,toen hij dien broer zag, had hij een glimp van schaamtegevoeld over zijn verliefdheidsvlagen; maar nu washij geheel de dokter, de heer die raadgeven wilde enhelpen.

— Je weet, waarom ik hier kom, Van Rooien.— Dokter .... ik mot 'et wel zoowat denke.IJverig viel de moeder in, dat dokter zoo bezonder

vriendelijk Dina had te woord gestaan. De meid waszooveel goedheid nie' waard.

— Moeder, moeder, deAr meen je niks van. Dinaheeft dom gedaan, vreeselijk dom. Wat ik niet van'er begrijp, is die domheid. Maar de schuld, de slecht-heid ligt bij d'er verleider. Dat zal de Dominee zekereens zijn.

Stork had met guile grifheid gesproken, snel —en nu duurde een pijnlijk zwijgen. Juist wilde hijnog wat zeggen, toen Van Rooien langzaam sprak:

— Daumenee zel d'er nie' g'leuve.— Watl niet gelooven? Maar man, ben je dwaas 1...

Je denkt toch niet, dat de jongen het loochenen zal?— Daumenee zel 'et nie' kunne g'leuve.Wat wilde de vent met dit starre praten, dit herhalen,

dat als een formule klonk? Had hij zich deze opge-drongen, wantrouwde hij ook Stork, als bloedver-want? Of was het een domme manier van te klagen?Of de nederigheid van den arme in het deftige ge-zagsdorp?

Stork werd er kregelig onder.— Kijk 'es, Van Rooien, je neemt daarmee aan,

dat Herman Wedelaar, de verleider, het je dochter

Page 108:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

1 05

zal heeten liegen. Ja, als ie cat deed, ofschoon....dan nog.... Maar dat zal dan toch eerst moetenblijken. En voor zoo slecht houd ik Herman niet.'Mt ie deed, is al ellendig genoeg I

— Och dokter...., griende de moeder.Stork zat van zijn stuk gebracht. Wat dachten,

wat wilden deze menschen? Speelden ze misschienkomedie, bang dat een woord te veel tegen hem Dinanog maar tot nadeel zou kunnen zijn in de pastorie?Of .... loog Dina en wisten zij dat? Met weerzingaf Stork toe aan deze gedachte, doch het kon vangoed beleid zijn, haar onbewimpeld uit te spreken.

— Kijk 'es, jullie gelooft je kind toch? Ik heb geenoogenblik getwijfeld, of Dina heeft me de waarheidgezegd. In dat geloof ben ik naar jullie toe gekomenom samen te overleggen. Wat ik op 't oog heb, isDina's belang. Ik acht het me plicht, de meid te helpen,maar ik wou natuurlijk niets doen buiten d'er ou'ersom.

Soebatterig-huilerig kwam weer de moeder:—As se nau mot thuuskomme, net mit de winterdag...Was het dat? Vrees louter voor het ontdekt-worden

Niet verder gingen de berekeningen der ouders?...Stork had al zooveel gezien in zijn armen-praktijk,maar dergelijke stompe domheid....

Hij stond op. Dat was hem te kras. Hij zou dan welzien. Er was ook nog tijd.

— Ik zal nog eerst eens met Dina spreken.— As Dokter soo goed wou sijn, asteblieft.— Dan motte we de dokter bedanke..— Volstrekt geen dank, Van Rooien, g'en-avent!Buiten zag hij de schim van den broer, die scheen

gepraat te hebben met een deem bij de buren en terzij van het huis zich onzichtbaar maakte.

In Stork kneep een verward gevoel van ergernis en

Page 109:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

io6

van zelfverwijt. Waar had hij zich toch ook mee be-moeid! Zijn ijver was niet volkomen zuiver. Eenigenaijver kwam er bij. Hadden die menschen dat be-grepen?

— „Laat jij d'er met rust!" had de vader bedoeld enhet hem vernuftig doen voelen. Dina had immersook zoo gedacht. Niets anders had zij hem verzochtdan haar geheim toch niet to verraden. Dus dachtzelfs Dina voorloopig niet verder?.... Och, misschienhenipte ze nog op Herman' In elk geval, hij,de belangstellende dokter, had van die arme-luimoeten leeren, dat ongevraagde diensten onwelkomkunnen zijn.

Page 110:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

TIENDE HOOFDSTUK.

EER lagen er velen ziek in het dorp.Met den dooi was de influenza terug-gekomen, die had longontsteking ver-oorzaakt, en toen was de diphteritisbegonnen — twee kinderen aan den Ooster-

weg eerst, Dinsdags hun zuster, die bij den gemeente-ontvanger diende, het laatst de jonge Zwartjes, dezoon van den grooten boer tegenover het kasteel.Gelukkig bleek het serum doeltreffend. Nu het goedging met zijn patienten, staalde belangstelling in zijnvak Stork's wel even bedreigde geestkracht. Trouwtrapte hij zijn rijwiel voort; — de knecht moest alleenvoor de honden zorgen; met de drukte mocht er geenmee. Ontroerd had hij bij het sterven gestaan van dekleine Adeline, zijn typhuspatientje in 't groote huis,wier lijden door rijke verzorging gerekt was en diebeweend werd met zenuwschokken der vertwijfeld zichbeklagende moeder. De oude mevrouw Hovink bleef,verwonderlijk taai, in leven; terwij1 Emmy en haarmoeder, belangwekkend zich wetend van influenza-hoestjes en -pijntjes, nog minder zorg dan andersbesteedden aan de oude gebrekkige boven, luisterdedeze met een verrukkingslachje naar Dokter's veel-vuldige berichten over haar achter-kleinzoon.

Bijna dagelijks kwam Stork Mies met den kinder-wagen tegen, maar sedert hij daar in de buurt een

Page 111:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

1 o8

diphterie-patient had aan den jongen Zwartjes, hieldhij voorzichtig de overzij van den straatweg en fietste,lachend gehaast doend, voorbij.

Toen verscheen, op een ochtend, terwijl hij ontbeet,Kleestra vOOr zijn huiskamer-raam: Mies en Berkiehadden allebei influenza, of hij vooral dien morgenaankwam. Den dichter zond hij naar Lommerlust:Emmy was nu wel hersteld, Mauritsje mocht geenbuitenlucht derven. Mies bleek koortsig en voelde zichblijkbaar zieker dan Naar man, doch Stork was nietgerust over diens hoesten.

— Het spijt me het meest voor Kleestra, zei Mies.— Je mama moet hem vragen, drong Berkie bits aan.De dichter zelf had, bij het scheiden, tegen Stork

geklaagd:— Het treft zoo ellendig, ik kan niet weg, met al

die diphteritis hier. Daar nag ik het gezin van mezuster niet aan blootstellen.

Stork had geglimlacht en deed dat nu weer, dochvroeg Kleestra bij zich to logeeren.

Zoo kreeg hij plotseling een gast, tot luidkeelschewoede in 't hondenhok en tot een in zwijgend zuur-kijken zich openbarende ontst,emming van Cornelia.

— Blijf van m'en instrumenten af, maar doe verderprecies wat je wilt, zei hij na het koffiemaal.

De dichter bleek vol belangstelling voor de medischeboekenkast. In zijn luttele bagage had hij een deeltjevan Nietzsche en een bundel verzen van Lenau. Berkiehad hem Boutens meegegeven. De drie boeken kwamenop een tafeltje in de huiskamer en bleven er. Maar dekanapee in de huiskamer lag des namiddags vol dikkemedische werken, uit de studeerkamer het een nahet ander daarheen gehaald. Een grauwpapierenzak met tabak lag er tusschen, opengegaan. Hoeweleen raam hoog stond opgeschoven, hing er stinkende

Page 112:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

109

rook in de kamer. Toen Cornelia kwam dekken, begonzij met ostensief het raam te sluiten, als iemand die(IAAr niet tegen kan, en ging vervolgens krampachtighoesten. Kleestra scheen het niet op te merken. Diepin een lagen stoel gedoken, met den rug naar de ge-dekte tafel, waarboven de gaslamp suisde, las hij,zonder gestoord te worden door het snuivend binnen-stuiven van Hector of door den avondgroet van denknecht, die op den drempel was blijven staan. Ooktoen Stork kwam, bleef hij zitten, langzaam keek hijom bij diens groet, doch toen de gastheer voorsteldede kamer ve■Or het eten nog even flink te laten luchten,stond hij onmiddellijk op. Hoofdschuddend oogdeCornelia hem na en bleef, een stapel borden in dearmronding, den blik naar de kanapee, wachten op wathaar meester zou zeggen. Deze vroeg vriendelijkof er niemand voor hem was geweest en liep fluitendnaar de honden.

's Avonds moest Stork nog geruimen tijd uit, maartoen hij eindelijk, wel moe, thuis kwam, was hetgezellig, in de studeerkamer zijn gast te vinden, dienu in het geheel niet gerookt had. Stork haastte zich,goede sigaren op tafel te brengen, doch Kleestraweigerde. Ook wilde hij niets meer eten; maar, metde wijnflesch tusschen hen in, bleven de mannengeruimen tijd praten. Kleestra had op de brochures-tafel een aflevering der Grenzfragen gevonden, welkehet hypnotisch ondergaan van muziek-invloeden doorMme. Magdeleine behandelde; en Stork vertelde vanmevrouw Harte, de weeklagende moeder van hetgestorven Adelientje, die Beethoven speelde om haarsmart te uiten en volgens haar man altijd saaie muziekkoos. Zou óók gauw zijn te hypnotiseeren. Maar overde gevolgtrekkingen, die Kleestra waagde, sprak Storkheen: dat dreigde dilettantisch-lichtvaardig. Hij ver-

Page 113:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

IIo

telde van andere zieken; van mevrouw Van WanderenRenck, de Vrouwe van Den Bloemenheuvel: in werke-lijkheid een gulzige, vadsige boerenmeid, die haarkloeke lichaam aan een pieterigen jonker had ver-kocht; kinderachtig-hoovaardig genoeg om aan ontrouwniet te denken, maar verdord en uitgedroogd, in eenhaat tegen haar bloedeloozen ouderen man, in eenstugge onvoldaanheid; en zoo, uit algemeenen men-schenhaat, de vrek geworden, die de schrik was vanhaar keuken, die zelfs haar verwanten alle hulpweigerde, wat zijn familie ten goede zou komen..

Stork wist, tot wien hij sprak. Berkemeier zou in demededeelingen dadelijk „kopy" hebben gezien; Endy-mion telde het „proza des levens" enkel als verzachtingof bevestiging van zijn stemmingen en had een aange-boren slag om toe te hooren, zoo, dat wie tegen hempraatte, nooit wist of hij luisterde, dan wel ver wegdreef op eigen gedachten. Tijdens hunne wandelingenwas Stork daaraan gewend geraakt. Hij gunde deneigenaardigen man het meerderheidsbesef, dat hemtot zulk gedragen in staat stelde, zooals het heel zijnleven regelde. Er was vastheid in, dat behaagde Stork.Nu verraste het hem, dat Kleestra opeens zei:

—Wat een Balzacsche romanstof zit er toch in eenzoo'n dorp! En wat een menigte nieuwe Bingen'De critici foeteren tegen tendenz. Ook in die griefzijn ze oppervlakkig. De grOOtste boeken zijn voltendenz. Als je maar wezenlijk wat hebt te zeggen....Ik weet wel, het is inkonsekwent van me, maar somskrijg ik zoo'n fel verlangen om toch ook nog mee tedoen....

Lachend keek Stork hem aan met een zwijgendverklaring-vragen.

— Ik meen.... Wat ik nu maak, ligt buiten hetleven, is tegen het leven of er boven. En poezie moet nu

Page 114:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

III

ook zoo zijn. Vroeger niet, in deze tijd wel. Dezetijd levert uitsluitend epiek in proza; die, geloof ik,zoo mooi als ooit.

— 0, dus zou je romans willen schrijven?— Willen? 'k denk niet, dat ik het kan. Maar ik

zie een massa stof. . De wetenschap verandert hetinzicht in z65veel menschelijke dingen. Een pons,onder de invloed van Taine, hebben de Fransche romansdaar eenigszins rekening mee gehouden. Maar watkomt er nu nog uit Frankrijk? En bij ons doen ze netsclan beschrijven . . . . enkel uiterlijks beschrijven; zewerken als schilders en meer doen ze niet!

— Cher Maitre, ik sta versteld . .— Niet noodig, ook als aardigheid niet. 't Komt

uit je eigen boekenkast, Dokter. Het heele inzicht inmenschelijk organisme, in de natuur, en dus bijna inalles, wordt onderstboven gegooid in die nieuwemedische boeken. En toen jij daarnet van de moedervan dat gestorven meisje vertelde, was de conclusienog al natuurlijk: wAar wordt zulke kennis gebruiktvoor de ontleding van vrouwekarakters? . Ochja, mijn terrein is het niet. Ik zeg het eigenlijk enkeluit reactie op het zeurig en peuterig doen van Berkie,die zich verbeeldt naar „documenten" te werken,wanneer ie enkele details heeft opgeteekend overmenschen die hij kent. Daar verdoet ie dan clagen aan!

— Hij heeft de tijd, he?- Ja, helaas. Jammer, dat ie van de secretarie of

is. Ik heb het er nog met hem over gehad . .— ZOO! En is ie niet woedend geworden?— Nee .. Och, hij voelt het zelf ook wel. Hij

verveelt zich, is boos op zichzelf, omdat ie niet voort-komt . maar hij kan niet. Hij heat niks te zeggen —schrijf (Uri eens raak!

— Hoe leef jij toch op je hei?

Page 115:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

112

— 1k?.... Met mij is het wat anders. Ik ben volstrektniet vol begeerte naar een rolletje in de maatschappij.Integendeel houd ik me liefst er buiten, dat is mijneenige hobby. Toen ik zeventien was, heb ik het preciesgeweten. Me zuster was toen ongetrouwd. Ik heb haarvoorgesteld om samen buiten te gaan wonen van dekleine rente uit vaders versterf. Ik had hevige ruziemet me stiefvader. Me zuster vond dat akelig, om memoeder. Ze wist dat hij heel boos zou zijn; misschienhet verbieden; hij potte voor ons. Daarom heeft zegeweigerd. Toen de ruzie was bijgelegd, raakte zijverliefd en trouwde. Ik heb toen gedacht: dan 66kmaar het leven in en ben aan die krant in Amsterdamgekomen. Dat is een hellejaar geweest. Je weet niet,wat het is, zoo'n krant. Toch was ik bijna er in ge-bleven. Om toch maar wil te hebben van dat zuurver-diende geld, wou ik trouwen! Tegenover m'en kamer,op de Singel, woonde een mooie, forsche dienstmeid.Daar werd ik vleeschelijk verliefd op. Ik vroeg er,in alle plechtstatigheid. En ze wees me even plecht-statig af, nadat ze me een avond had meegenomennaar d'er getrouwde zuster, waarschijnlijk om bij diete geuren met d'er heer van 'en krant. De meid wasverstandiger dan ik. Stel je voor, dat ik daArmeegetrouwd was, en daardoor dat werk moest doen aandie krant.... Gelukkig was ik er gauw overheen entoen heb ik de knoop doorgehakt: In het leven en daneen vrouw? was het bezit van een vrouw me datbestaan waard? nee'? dan ook in eens er uit.... Ikheb nog even gedacht over Walden, maar ook daarwas men niet vrij. Nu heb ik tenminste acht of negenmaanden van het jaar het leven, dat me het best lijkt.Ben ik daar uit, dan voel ik me vreemd en ga ver-langen naar allerlei dingen, waar ik thuis niet aanzou denken. Zoo nu aan die romanschrijverij....

Page 116:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

"3

Er was een kloeke oprechtheid in Kleestra's spreken.Stork onderging de bekoring ervan. De Dichter werdhem veel minder antipathiek. Zij bleven nog een tijdlangpraten. Toen Stork alleen in zijn slaapkamer was,dacht hij na over wat Kleestra verteld had, en de eigen-aardige uitdrukking „vleeschelijk verliefd" ging doorzijn brein. Zijn gevoel voor Dina immers? . . . . HadKleestra, hooghartig, zelfgenoegzaam, gelijk? „Stelje voor, dat ik daarmee getrouwd was!" . . . .

De zonde in het deftige dorp. 8

Page 117:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

ELFDE HOOFDSTUK.

E neef, de dominee, is er geweest, zeiKleestra met spottende gewichtigheid,toen Stork eindelijk verscheen aan dekoffietafel, bij welke zijn gast — weereen stapel boeken om zich op de kanapee

— geduldig had zitten wachten. — Wist ie niet, datik hier logeer? Hij keek, of ie 'en inbreker snapte.

— Voor een vroom man als hij ben jij veel ergerdan een inbreker.

— Hij heeft gevraagd, of je 'es aankwam, d'erwaren zieken.

Toen Cornelia, even later, het macaroni-en-ham-schoteltje binnenbracht en meteen van tusschenbovenarm en borst het leitje nam met de opgeteekendeboodschappen, bleek ook daar, dat de pastorie dengeneesheer behoefde.

Voortgaand met het grapjes wisselen over die plotse-hinge ontmoeting van Endymion en Ds. Wedelaar,verborg Stork onder een overdrijven van de ergernis,welke het den predikant gegeven moest hebben, dezengast bij zijn neef aan to treffen, het gevoel van weerzin,dat hemzelf nu al veertien dagen de pastorie had doenmijden en dat hem weder sterk vervulde.

In zijn behoefte aan geestelijke gezondheid, deedhij, nu het dwaasheid zou zijn, een voordeelige praktijkin een welvarend en gezond dorp voor een verandering

Page 118:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

115

naar het onbekende weg te gooien, aldoor en in alleszijn best, de gemeente te aanvaarden, zooals zij was.Zonder ooit ergens te huichelen, spande hij gestadig zichin om aan de eigenaardigheden van het dorp te wennen;zijn werk verrichtte hij ijverig; hij bracht, zoover hetnoodig was, andere dan dokters-visites; op de societeiten bij toevallige ontmbetingen schikte hij, met hetgemak van zijn opgewekten aard, zich zooveel moge-lijk naar de menschen — maar toch, men vend hemeen zonderling: hier hoorde of een ouderwetsch genees-heer-huisvriend, Of een Streber, die mee aan de deftig-heid deed; en bij dat nooit hem verlatend besef vanniet in zijn omgeving te passen, drukte de tegenwoordig-heid der Wedelaar's hem het meest. Zij waren nietalleen bloedverwanten; in hen leefde tevens, wat hemdoor afkomst bond aan het dorp; maar.... het wasjuist, wat hem verdroot: zijn eenvoudige, zijn gewonegrootvader was een ander mensch geweest dan Wede-laar, al heette toch ook hij vroom in zijn tijd. Ook toenwoonden hier rijke menschen, ook toen zag men hierdeftig-doen. Maar de strakke uiterlijkheid van eenalles beheerschend fatsoen was hier toen zoo minalgemeen als de rechte ijzeren hekken, welke, nuer zoovele villa's en kleinere buitenplaatsen bijge-komen waren, al wat eens aangename natuur was,verdeelden en omrasterden. Zijn hooge tweede-huwelijk had Wedelaar, die vroeger, als niet voorgeleerde geslaagd, zich altijd wat misplaatst gevoeldhad, meer in aanzien en tegelijk in anderen zin nadertot de deftigheid gebracht. Aleida hoorde hier waarlijkthuis; zij verpersoonlijkte de hier van zelf sprekendevrome-deftigheid in alle gemoedelijke aanmatigingen domme minzaamheid. Hair invloed had de grooteverandering bij Wedelaar teweeggebracht, met welkeStork onvoldoende rekening had gehouden, toen

Page 119:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

t6

hij besloot zich bier te vestigen en voor het beginde gastvrijheid der pastorie aanvaardde. En het fatalegeval met Dina verwijderde hem nu nog verder vanzijn verwanten. Want hoe dat ook uit mocht loopen,in hem zat de wrok erover. Den jongen gluiper, die zichaan Dina had weten op te dringen, haatte hij. Maarzijn hekel aan Aleid was verergerd, nu hij haar ver-wijten moest, vroeger niets bemerkt te hebben enthan niets te vermoeden. Dina zelf o, het hinderdehem, als iets voor dit dorp kenschetsends, dat haardomheid niets verders vreesde dan gauw te wardenweggestuurd. Dom-onderdanig was bier het yolk!

Toen hij, vrij laat in den namiddag, aanbelde aande pastorie, deed de keukenmeid hem open. Hij dachtotuniddellijk aan de mogelijkheid van een miskraam.Weliswaar gebeurde het meer, dat niet Dina aan dedeur kwam. Maar snel ging het door zijn gedachten:het weer was slecht, de kinderen waren zeker thuis,en Leida vond het nooit comme it faut, wanneer nade koffie de keukenmeid nog opendeed....

— Neeltje, wie is er ziek hier in huis? vroeg hij.Het bleek, dat Loesje buikpijn had. De moeder,

met Wim op schoot, was bij haar. Stork stelde haarspoedig gerust. Het had niets to beteekenen. Een paardagen thuis houden, niet in bed.

— Ik dacht het wel, loomlievigde Leida; we zoudenje niet hebben lastig gevallen; maar Dina, onze meid,is ook ziek; ze heeft keelpijn en je begrijpt.... met Aldie diphterie-gevallen....

— Zeker, zeker, zei Stork kort-af. Het schraaptein zijn eigen keel.

Leida zag hem kijken naar het groote-mensche-bed,dat tegenover de kinder-ledikantjes stond.

— Neeltje slaapt nu hier, haastte zij zich in telichten. We durfden gisteravond niet anders....

Page 120:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

117

Stork moest de zoldertrap op. Tegenover de zolderdeurwas die van de meidenkamer, een breed maar laag,slecht-verlicht vertrek. Daar vond hij Dina in debedstee, waarin gewoonlijk haar kameraad sliep.Leida was mee naar boven gewaggeld.

De meid had koorts, dat zag hij terstond. Ze was vaneen gelige opgeblazenheid, die grauw-verbleekte,zoodra zij hem gewaar werd. Met wat luidruchtigebonhomie stelde hij haar gerust over zijn bedoelingen,door dadelijk van keelpijn te spreken. Wat hij zag,het was niet dat. Hij vroeg om licht; Leida stak dekaars aan in een soort van stallantaam, toen schouwdehij Dina's keel. Nauwelijks dik en geen sprake vandiphterie.

— Je hebt influenza, Dina. Je weet, dat hebbener zooveel. 't Is niets, els je maar oppast. Je moetdus voorzichtig zijn.

Stork zei de laatste woorden met nadruk en keekhaar strak aan. De groote glanzende oogen verdoften.Natuurlijk begreep ze hem. Om haar mogelijke vrees,dat mevrouw argwaan zou kunnen krijgen, te voor-komen, zei Stork nog, haar pols in de hand:

— Ja, je hebt een beetje koorts, en je weet, uitinfluenza ken allerlei akeligs ontstaan. Bronchitisen ik weet al niet wat, enkel door onvoorzichtigheid.Je krijgt wat poeders en opgepast, he?

Een vriendelijke blik van verstandhouding en hijverliet haar.

Was Leida hem niet gevolgd, hij zou met haargesproken hebben, haar hebben gewaarschuwd, mis-schien gevraagd, of hij het thans aan mevrouw zouzeggen. Nu werd de bekentenis weer uitgesteld. Zijdaarboven tobde voort, hield den ganschen langendag, om in eenzaamheid te piekeren en met angstvervuld te zijn. Hij had aan veal droeviger bedden van

Page 121:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

I18

ongehuwde moeders gestaan. Zijn medelijden methaar was bij zijn bezoek aan hare ouders verminderd.En toch.... ze bleef de mooie Dina.... En ookbleven de domheid en de conventie van dit huffs, degeniepigheid van Herman....

Terwijl hij Leida geruststelde, dat er geen sprakevan diphterie was, maakte hij de ongesteldheid waterger.

— Laat ze voorzichtig zijn, hooge koorts....Het gaf hem eenige voldoening, Dina rust to kunnen

bezorgen.Leida gewichtigde dadelijk tegen:— Gelukkig dat ik zelf zoo goed ben, je begrijpt,

Neeltje bij de kinderen.... Jopie is nu op Beuk-en-Beek. Freule Constance is hem zelf komen halen, hijwordt met rijtuig thuisgebracht, de freule is altijdz(56 lief voor ons....

— Kwebbel! dacht Stork, en toen Leida vroeg, ofhij niet op Wedelaar bleef wachten, die elk oogenblikuit de katechisatie kon komen, verontschuldigde hijzich om bezigheden en repte zich weg — naar desocieteit.

Page 122:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

TWAALFDE HOOFDSTUK.

I J het binnenkomen bespeurde hij onmid-dellijk, dat men hem bijzonder aanzag,zoowel uit den wijden lage-stoelenkringrondom het haardvuur, als van de speel-tafeltjes, waar drie kleine groepen over

kaarten of steenen zaten gebogen. Er werd opgekeken,gemompeld... Stork kreeg de vaste gewaarwording vaniets ongewoons. Hij groette kalm, stapte bedaard voort,hoewel ietwat ontsteld zich zeggend: hier is iets. Toen,op den drempel van de achterzaal gekomen, zag hij deverklaring vemir zich. Aan de groote groene leestafel,van couranten, illustraties, sport- en andere weekbla-den, zaten niemand dan de kleine, magere, oude heerVan Wanderen Renck en . . . . Willem Kleestra.

't Was zulk een zonderlinge verrassing, dat Storkzich niet weerhouden kon, met een luiden lachkreet:he?! to roepen. De dichter, verdiept in een illustratie,hoorde het niet. Zich schrijlings op den rand van eenleunstoel zettend, tikte Stork hem op den schouder.

— Hoe kom jij hier?— Dag . . . . Ik wou wel eens wat prentjes kijken. —

Verwondering op Stork's gezicht ziend: — Je hebtlaatst gezegd, dat als ik eens lust had . . . .

Och ja, Stork herinnerde zich. Hij had het alseen grapje bedoeld. Dichters kunnen zeer naiefzijn . . . .

Page 123:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

120

Hij bemerkte, dat het magere, kleine oude heertjeVan Wanderen Renck naar hem keek en, toen hijop eens hem in het gelaat zag, schielijk zich bukteen weerzin toonde, door angstig twee, drie, vier glanzig-harde illustratie-portefeuilles op elkander te stapelen.Een lust in maldoen bekroop Stork.

— Meneer Renck! zei hij over de tafel, dag meneerRenck! Och, u hebt daar, meen ik, de Punch. U leesthem niet? Mag ik hem dan even?

Het was aardig, het driftige manneke, dat thuisden ganschen dag van zijn boerin had te lijden, aristo-cratisch te zien aarzelen, of hij zêggen zou: „straks,"of toch maar Oven.... Hij gaf. En Stork, bedankend,zei plechtig-kalm:

— Kennen de heeren elkaar? Meneer Van WanderenRenck, meneer Kleestra van Blaricum. Het klonkals een mooie dubbele naam! Het oude heertje wasopgerezen, boog, weinig, stijf, maar toch, hij boog;en né. hem rees ook Kleestra op en boog even houterig.

In de andere zaal meende Stork onderdrukt gelachte hooren. Even bladerde hij in het weekblad, toenstond hij op, legde Punch op het stapeltje v6Or Rencken zei plagerig-hoffelijk:

— Dank u zeer, meneer Renck. Wat gaat diePunch achteruit, vindt u niet?

Bedaard en met een spnttend gezicht, stapte hijvan de leestafel weg, de andere zaal in.

— Dokter, zijn er nog altijd veel zieken?— De keel-epidemie schijnt gedaan, he?— Dokter, warm je bij het vuur.Aan een leunstoel bij den haard werd geschoven.

Men was uiterst minzaam, vandaag. Hij zou nietonderdoen.

Wel kwam er even stagnatie van gesprek, toen hijin den lagen leunstoel was nedergevallen. De heeren

Page 124:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

121

keken naar elkander, dan trachtte ieder gewoon tezijn. Stork zag en zag niet; met een spottend gelaatkeek hij naar twee vuurtongetjes, die om de beurtte voorschijn hupten, plagend toefden, en plots weerverdwenen achter het rniddenblok in den haard.

Toen zag hij Van Loodijck zich overbuigen. Jhr.Mr. Jan van Loodijck was mede-directeur der in destad gevestigde Brandwaarborg-Maatschappij, die hierde gansche streek had verzekerd. Van Amsterdamschpatriciaat, maar verarmd, had de vader van jonkerJan, na bij een Kroondomein gerentmeesterd tehebben, zich verbonden met den candidaat-notarisIngel, een geboren zakenman, die het Deftige Dorp,heel de streek begreep. Die, nu oude, Ingel leefde nog,deed het kantoor met zijn zoon Mr. Ingel; de stichterVan Loodijck was lang ter ziele, de zoon Van Loodijckhad het ouderlijk huis in de stad verhuurd en woondehier buiten op Eikenhorst met twee broers, die zelfsin naam beroepsloos waren.

Er ontstond nooit brand in het dorp. Maar wel vielener ongevallen voor, als van door brandvlekken be-dorven tapijtbanen en van tafelkleeden die brand-gaten kregen. Bij de freules Van Lakervelde op Beuk-en-Beek had anthraciet, bij het knallen spattend,brandvlekken veroorzaakt juist op de grenzen van tweegroote banen. Aan deze zaak had Jhr. Mr. Jan vanLoodijck zijn persoonlijke directeurszorg besteed metfijn-nauwlettende welwillendheid. Hij had de freuleser driemaal voor bezocht. En toen er eens bij Westrikin de koffiekamer een gat in het biljartlaken wasgebrand, had hij den herbergier twee keer minzaamten zijnent ontvangen. Overigens prezen inzonderheidde betrekkelijk talrijke ongehuwde dames van ver-schillenden stand en dikwijls niet zeer ruime beurzenzich gelukkig in het medeburgerschap van Jhr.

Page 125:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

122

Jan: hij was heur schutspatroon tegen het vuur.Wethouder was Jonkheer Jan van Loodijck en

commissaris der societeit. Zoo ooit, bij de wisselvallig-heid der fondsenmarkt van tegenwoordig, door iemandin het dorp aan de degelijkheid zijner Brandwaarborg-Maatschappij had kunnen getwijfeld worden, hetminutieuze, scrupuleuze, nooit in nauwgezetheidverflauwende beheer der Societeit zou iedereen hebbengerustgesteld; een zaak, door jonker Jan medebe-stuurd, kon onmogelijk anders zijn dan soliede.

Van Loodijck boog zich over naar Stork.— Mag ik je straks eerie minuut plagen?Het was gewoonte, ter societeit, dat de jongere-

heeren elkaar met „je" aanspraken. De leeftijdsom-grenzing was daarbij vaag. En Stork en Van Loodijckscheelden niet veel. De eerste had een flauwe herinne-ring, dat Loodijck in zijn laatste jaar was, een bedaardlid van de deftigste club, toen hij als groen vele kamersafliep. Nooit had hij hem daarover gesproken. Toen Gijs,de jongste der broeders Van Loodijck, longontstekingdreigde te krijgen, was Stork elken ochtend op Eikenhorstgeweest en telkens had Jan hem een pas de con-duite gegeven tot bij de vestibule-glasdeur, welke dehuisknecht open hield. Eens, na een bezoek van Wede-laar aan den zieke, had Jonker Jan zich minzaamherinnerd, dat Dominee famielje was van den dokter.Vertrouwelijker werden zij niet. Doch in de „sons"was het „je," zelfs „jou." Ongedwongenheid hOOrtbij een societeit. Vandaar juist, dat men niet onvoor-zichtig mocht zijn bij het aanvaarden van nieuweleden. Dat men had te overleggen, wie dit sans-genezouden aanschouwen en het recht verkrijgen eveneenszich gemeenzaam te gedragen. Het bleef een delicatezaak. Te streng kon men ook weer niet zijn. Ietsvan het gemoedelijk dorps-karakter moest de societeit

Page 126:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

1 23

behouden. Er was er immers ook maar 6e.n. Wildemen werkelijk lêtten op stand, dan kon de societeitniet bestaan. De afscheiding werd toch ook wel ge-handhaafd.

Toen Van Loodijck uit zijn hoekje aan het eindevan den haardvuurkring, waar hij elken middag zat,waar het hem ongetwijfeld een fijn-overwogen vol-doening was, zijn eenvoudige en toch bijzonderevaste-plaats te hebben, als secretaris-commissatis,als de heer, dien men telkens, om alles raadpleegt;toen hij uit dit hoekje zijn glad-geschoren kop voorovernaar den dokter boog en welwillend-gemeenzaamhem toesprak, begreep Stork onmiddellijk, dat zorgvoor de societeit den commissaris spreken deed.Vriendelijk zei hij:

— Heel graag, Van Loodijck.Doch de dikke oude Cruyss brak het geheimzinnig-

heidsspel:— De dokter moet de introductie van die meneer ncg

waar-maken.Plof! Het enfant terrible der societeit zeide weer

te veel! De, ook al ongehuwde, adellijke rijkaard,die soms op klompen de zaal binnenkwam, overtuigddat een Baron Cruyss alles kan doer.. Kreetjes, be-weginkjes in den kring. En nu was Van Loodijckbewonderenswaardig. Onmiddellijk was hij opgestaanen ter zijde van Stork's stoel komend, zei hij:

— De ou'e heer is weer eens geestig. Nee, de kwestieis alleen, of je zoo goed wilt zijn, je gast voort evenin te schrijven.

— Och, natuurlijk' Pardon, Van Loodijck!Stork was al overeind. Hij had aan dat schriftelijk

introduceeren heelemaal niet gedacht. Hij ging naarhet boek, vulde in en teekende .. En onder hetschrijven vroeg hij zich af, of werkelijk dit verzuim

Page 127:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

124

de leeg-hoofden zou hebben beziggehouden. Neen,waarschijnlijk kwam alles bijeen. „De dichter" wasnatuurlijk opgernerkt in het dorp. En nu was hijhier binnengedrongen, alleen, nog niet geintroduceerd.Stork ging weer naar zijn plaats en zei, zoo innemendals hij maar kon:

— Mijn excuses, Van Loodijck, ik had het aldeze dagen vergeten.

Men keek hem aan. Er werd gezwegen. Blijkbaarbleef men ontevreden.

— Een logee? vroeg Cruyss.Wilde men zijn gast critiseeren? Stork voelde het

verzet in zich gisten, doch bedacht, dat de heeren totverwijt eenig recht hadden, omdat Kleestra zoo maar,alleen, was binnengedrongen en zich waarschijnlijkniet voorgesteld had. Met een spotlachje Cruyss aan-kijkend, zei hij:

— Ja, 't is een misverstand geweest. Ik ben opge-houden, bij een patient. Waarschijnlijk is mijn intro-ducee nog niet voorgesteld aan de heeren.... Kleestra!

Hij liep tot den drempel, riep nog eens: Kleestra.Wenkte met het hoofd. Traag stond de dichter op.

Nu kon er worden voorgesteld. Van Loodijck wasdadelijk toegeschoten. Enkelen in den kring toondenonwil door een gezicht te zetten, als gebeurde ietsonverwachts. Cruyss vond het opstaan overbodig;de handen op de leuningen van zijn stoel, kniktehij even met zijwaarts gebogen hoofd en _keek, toenKleestra aiweer aan een ander werd voorgesteld,met vinnig oog op, om dien man, die zoo gekleed hierbinnen dorst komen, te monsteren.

Van een dam-tafeltje kwam papa Hovink.— Zoo, Dichter....De betiteling ging onmiddellijk verder.— Is meneer dichter?

Page 128:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

1 25

— Hoe heet meneer?— Kleestra . . . .En Van Beeckesteyn, die den naam gevraagd had,

schudde het hoofd: nooit van een dechter Claistragehoord.

Hovink wou pronken met de relatie, zei zachter,maar zoo dat ieder het hoorde: — Endymion.

Kleestra's blonde kop stak boven alien uit. Zijngelaat was uitdrukkingloos. De toestand liet hemvolmaakt onverschillig. Maar terwijl Stork met baronvan Beeckesteyn sprak over een zieke dochter vandiens koetsier, legde de dichter de hand op den schoudervan zijn gastheer en vroeg:

— Wilien we heengaan?Stork vond het laconisme heerlijk. Jammer, dacht hij,

niet nog wat to blijven.— En we zouden biljarten? antwoordde hij.— Als je wilt.. . .Het eene biljart was onbezet. Stork zelf speelde

middelmatig, nooit tijd en geld gehad voor spel, dochhij wist het, zijn gast was een meester. Begeerden er algeene leden een lesje, een goed speler maakt in eensocieteit nooit een mal figuur.

Werkelijk keken enkelen toe. Kleestra maakteserie op serie. Ook Hovink was erbij blijven staan.En plotseling ging diens patois door de zaal:

— Heire! nei, kum no tuch 'es kaike! Mattedoorspel,wat 'k je seg.

Baron Cruyss kwam aangewaggeld.— He, meneer Hovink, wat kunt u schreeuwen.

U staat hier toch niet op de kermis!Hovink scheen niet in het minst getroffen. —

0, o, doktertje, segus! riep hij bij een erg slechten stoot.— Meneer Hovink, zei Kleestra rustig, ti speelt,

geloof me, nog veel slechter.

Page 129:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

126

KaIm maakte hij prachtige ballen.Toen het spel, al spoedig, geeindigd was, kreeg hij

enkele complimentjes.* * *

Aan tafel was Kleestra ongewoon stil. Somberstaarde hij, at in gedachten. Stork beproefde hem opte wekken, door over het biljart te beginnen.

— Verwonderlijk, dat jij dat zoo kent... .— Schaken ken ik ook, zei de ander, zelfbewust

maar onverschillig.— In Blaricum zul je toch niet veel spelen 1 ....— Schaken wel, ik volg de matches in schaak-

rubrieken. 'k Speel 's zomers elke dag — met Poes.— Poes?— Die zit over me, met het geduld van een wijsgeer.

Voor biljarten heb ik als jongen al een hartstochtgehad, 't was de troost in de ellenden van m'en. Amster-damsche tijd; 'k doe het nog graag, waar ik maar kan....

— Je weet de weg nu, hier op de soos.... — Ver-liezen doe je er toch niet! dacht Stork.

Met een zet drong Kleestra zijn stoel achteruiten liet het lange bovenlichaam lager over de taf0 heenvallen, zijn houding van gezelligheid.

— Ik heb me die aristocratische heeren andersvoorgesteld.

Glimlachend-vragend keek Stork hem aan.— Ik had iets als geestverwantschap vermoed.— Geestverwantschap? Hoe? Met wie?— Met mezelf natuurlijk.Door des dokters brein flitste de herinnering der

episoden van den middag: Jhr. van Wanderen Renck,in het stapelen van illustraties gestoord voor de kennis-making met meneer Kleestra van Blaricum; BaronCruyss, altijd zelfgenoegzaam, nu, zonder in zijn

Page 130:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

127

stoel te verwrikken, het uit- en afzakkende, veel-geplette, vuilbevlekte bombazijn van den societeitsgastschouwend; de Baron van Beeckesteyn, op het woorddichter denkend aan Beets of Ter Haar of Ten Kateen met nadrukkelijke geringschatting verzekerend,van een Kleestra nooit te hebben gehoord.... Wat tedrommel voor verwantschap kon Endymion's ver-beelding met dezulken vindiceeren?

— Ik wil er toch nog wel eens naar toe. Ik zag ereen paar curieuze menschen. Maar wat ik verwachthad, was er niet. Misschien is daar iets M Den Haagvan te vinden. Misschien ook niet.... Ik meen hetsoort adel, in Amersfoort heb ik er een Duitsche romanover gelezen, dat geestelijk moe is van deftigheid,energieloos van ou'e beschaving, het tegendeel vanjong, frisch bloed

— Geen heel prettige famine!— Familie?— Ja, je sprak van verwantschap.— Aardig! 't Is niet zoo mal als het lijkt. En ook

heelemaal niet tragisch. Ik draag me niet-jong-geweest-zijn gelaten. Zoo dacht ik me ook een aristocraat. Diejonkers radbraken het Hollandsch deftig, even af-schuwelijk als de oude Hovink het doet in plat-Amster-damsch. Maar verder spreken of doen ze nets deftig!Als plebejers zoo druk van belangstellerij.

— Druk? Hier op de soos doen ze druk?— Betrekkelijk ja. Niemand sprak er gedempt, met dat

borne van lusteloosheid, dat ik me voorstel als inhe-rent aan de telgen uit oude geslachten.... Vin' je memal? brak Kleestra af, na Stork te hebben aangekeken.

Het gepraat hid den dokter wat kregel gemaakt.Hij vond het kinderachtig-gezocht. De dichter, dieveel had gedacht en gelezen, aan wiens eigenaardig-heden Stork in deze dagen makkelijk was gewend

Page 131:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

I 28

geraakt, kon zonderling voor den dag komen, op eenmanier, dat zijn gastheer weer twijfelde aan zijn ernst.

— Ik vraag me af, zei hij droog, waarom je toegeeftaan de neiging om tegenover jezelf met je pessimismete koketteeren. God in den hemel, wat een verzinsel,die makkelijk levende rijkaards van de buitens hier,enkel omdat ze jonker zijn, meest van twee eeuwenoude famieljes, te willen voorstellen als van zoo'nverre komaf, dat al het levensplezier er uit is. Hetkomt natuurlijk dikwijls voor, dat je uitputting ineen geslacht kunt waarnemen, maar daar is geen ou'efamielje voor noodig. Een krachtsmensch uit hetyolk, die er komt, die een gezin van parvenu's vomit,heeft vaak de volledige verslapping al in zijn klein-kinderen. Soms ook in zijn kinderen; een kleinzoonhaalt het dan wel weer eens op. Jij denkt aan de bloed-verarming in vorstengeslachten. En der haal je danjezelf bij! Hoor 'es, een jacht op geestverwanten, dieme van zoo'n hermiet als jij bent verwondert, en dieik enkel kan verklaren uit een vrij beroerde behoefteom aldoor bezig te zijn met jezelf.

— Die behoefte beheerscht me leven. Ik kan medaartegen willen verzetten, afleiding zoeken, als eenzieke tegen pijnen, maar — laat het een kwaal zijn,niet het genezen. Een zieke weet ook wel: ik ben nietgezond. Als ik jou in je dagelijksch doen zie, je kalmte,dat opgaan in je werk, heb ik, zooals vanzelf spreekt,momenten, dat ik denk: was ik toch ook zoo! Maar ikben nu eenmaal anders en daarom komt zoo'n gelegen-heidswensch ook niet voort uit me wezenlijke wil.Ik ben het kind van een te oud getrouwde moeder,die veel te oud nog van mij, d'er jongste, is bevallen.Is het dan zóó dwaas doktertje, me te vergelijkenmet een zoon uit een te lang beschaafd geslacht?

— 0 nee. Maar dat je voor het genoegen van die

Page 132:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

1 29

vergelijking naar onze soos bent getogen! - Ik zie zulke menschen nooit van nabij. Ik dacht

belangwekkender typen te vinden.— Alle excuus voor me dorpsgenooten!Weer viel het zwijgen over den disch. Toen de huis-

houdster het nagerecht bracht, wisselde Stork enkelewoorden met haar over verzorging van een paarhonden. De koffie na tafel dronken de heeren in destudeerkamer. Kleestra had er zich meester gemaaktvan het Medisch Weekblad. De dokter schreef zijnpatientenboek bij. Onverwacht kwam Berkemeier.„Om de epidemie," naar Kleestra tegen Stork gezegdhad, was de dichter zelden bij Berkie geweest; her-haaldelijk had deze geklaagd, bij bezoeken van dendokter. Sinds den vorigen dag mocht Berkie weer uiten daar kwam hij door den avond!

— Dat had ik nog maar niet gedaan, berispte dedokter. Inderdaad gaf de kamerwarmte een hoestbui.

Maar Berkie had wat, hij kwam zich verbazen:— Willem, ben jij op de sOcis geweest?!— Mocht het niet? onverschilligde Kleestra.— Me schoonvader zei het. Ik wou 't niet geleOven!— Wat is (fat toch een burgermanl— Wie?— Je schoonvader.--- Of Ja.... Och....Berkie was al weer getemd. Hij begon terstond over

verzen. Den Mercure had hij in den zak.— 'k Heb hier anders genoeg te lezen, zei de dichter

lakoniek en toonde zijn vriend het Medisch Weekblad.— Een sigaar krijg je niet. Wil je koffie? vroeg

Stork, opstaand, om of te leiden.Even later nam hij Berkie mee. Hij moest nog zelf

naar de Kom voor zieken. Kleestra verklaarde werkte hebben en bleef in de medische literatuur.

De zonde in het deftige dorp. 9

Page 133:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

DERTIENDE HOOFDSTUK.

CHTEROVER in den leunstoel, hethoofd naar de borst gezakt, den wijs-vinger aan den neus, staarde DomineeWedelaar over zijn bril naar beneein den tuin. Dit was de filozofische

houding, in het aannemen waarvan zijn begeerte omeen geleerde te zijn, kinderlijk ma.ar ijdellijk voldoeninghad gevonden, toen hij een jongeling — toen hij zoooud was als Herman nu. Tot een gewoonte bij hetnadenken was zij hem geworden.... ach, hij dachtzich nu allerminst een geleerde, hij zat neer als eenangstig vader, een vader vol onrust en zelfverwijt.Want De Heere beproefde hem in zijn zoon. Hij besefte,dat hij als vader te kort kwam. Hij wist niet meer,hoe dezen jongen te Leiden....

Had hij, tegenover Herman, zijne opvoederstaakverwaarloosd? Er viel veel te overleggen en te bewerk-stelligen voor de gemeente, veel herderlijk werk vanraad en gebed; en zijn jonge gezin hield hem dikwijlsbezig, hoe gerust hij op Aleida vertrouwde. Was hijhierdoor een onvoldoende raadsman geworden voordat kind van z66veel gebed, dat, oogappel van zijnegoede Kathrien, wel Naar dierste nalatenschap heetenmocht?

Neef Stork had hem straks doen ontstellen. Zij warenelkander tegengekomen v66r de smidse; kort hadden

Page 134:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

13 1

zij over den ouden Egberts gesproken, die misschienden nacht niet zou halen; en op het oogenblik, datDs. Wedelaar de waning van den smid wilde ingaan,hoofd en hart vervuld van den zieke, dien ietwatzonderlingen, doch achtenswaardigen en vromendorpsgenoot thaveler jaren, had Stork, inderhaast,op een vreemden toon, gevraagd:

— Kan ik je vandaag nog spreken? 'k Ben straksvergeefs aan je huis geweest....

- Mij spreken?— Graag ja.... Over Herman....Het was bijna wreed van Stork geweest, hem als

vader zoo te doen schrikken. Waarom die toevoeging„over Herman," zoo het geene waarschuwing was?Maar wat kon hij, hij met den jongen, die met NeefmiOit gemeenzaam geweest was? .... De tegen-woordigheid van Mijntje Egberts, de oogen roodgekretenom haren grootvader, had het vragen van elke uit-legging onmogelijk gemaakt. Stork moest dit hebbenbegrepen. Maar juist daarom kon de toevoeging nietanders dan opzettelijk zijn geweest: een voorbereiding....

Ach, een voorbereiding waarop? Herman's gedragwas vies ontrustend! Van zijn wegblijven in de kerst-vacantie had hij geen steekhoudende verklaringvermogen te geven en over de hartelijkheid van dennieuwjaarsbrief had het gedwongene in een niets-zeggend, nader zinnetje betreffende dat verletseleen schaduw van onoprechtheid geworpen. Na driebrieven in eerie week over den wensch am van studiete verwisselen; nadat zijn vader hem had gewezenop wat er in deze brieven niet klopte; had hij van eenverlangen naar het predikambt zelfs niet meer gerept.De laatste weken schreef hij niet.... of enkele regelsvluchtige zinnen.... neen! het was met den jongenniet goed.... Zou er iets zijn, iets stoffelijks, waarover

Page 135:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

132

hij niet had dilrven schrijven, weshalve hij nu Neefte hulp riep? Een kwestie van geld, misschien schuldengemaakt? Hermari was wel gaame niet zuinig... .

Ds. Wedelaar overlegde, dat dit hem nog het minstzou smarten. Wel zat hijzelf ook than weder eeniger-mate in geldzorgen; zijn lieve Aleid was het zuinig-zijnniet gewoon en bij hare zwakte bleef er veel aan dedienstboden overgelaten, telkens bleken er uitgavenonvoorzien; maar goede vrienden hielpen hen gaarne;en indien eenige ondoordachte handeling van Hermaneen buitengewone tegemoetkoming noodig moestmaken, dan zou hij wist het — een enkel woorddaarover aan de lieve Van Lakerveldjes volstaan.Nochtans griefde het den vader, dat zijn zoon nietmeer onmiddellijk tot hem dorst komen. Zijn tweeoudsten hadden hun moeder ontbeerd: was hij teweinig voor hen geweest in die vele eenzamejaren, dien langen tijd van zijn weduwnaarschapen hun geregeerd-worden door de goedwillende, maarwel weinig taktvolle juffrouw Wilmerdink? Ach,somtijds besloop hem een vrees, dat althans Herman— Leo niet, maar wel dat Herman der stiefmoederniet welgezind was. En dan lag de schuld bij de moedertoch niet. Ontzaglijk moeilijk was voor Aleida deverhouding geweest tot die twee, welhaast volwassenjongelingen, die haar Moeder hadden te noemen.Doch haar hart, dat vol was van liefde, had haargeleerd, hoe zich in die kiesche taak met volkomentoewijding te gedragen. De liefderijkheid zelve was zijgeweest en zij was het gebleven, toen eigen kinder-kens onmiddellijker zorg van haar vroegen. Leo bleekhet ook wel te beseffen, zijn verhouding tot haar lietniets te wenschen. Maar het scheen.... ach, hij, devader, had het niet bespeurd, zulke dingen ontgingenhem . . . . het scheen, dat in de zomer-vacantie Herman's

Page 136:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

1 33

toon Aleid gegriefd had. De goede, zij had zich nimmerbeklaagd; eerst nu in den laatsten tijd, nu Herman'sverandering aan den vader was gebleken, had zij vanvan-den-zomer verteld....

De kamerklok tikte. Zich half omwendend over denleunstoel, zag Dominee Wedelaar met schrik, dat hetal half drie was. — „Na tweeen," had Stork gezegd.Om drie uur was er katechisatie. ZOOzeer had Stork'smededeeling, dat deze „over Herman" kwam spreken,hem ontsteld, dat hij er Aleid niet van had durvenreppen. Na het heilige, lieve geheim, dat zijn dierbarevrouw hem de vorige week had toevertrouwd, moesthij haar in alles sparen. Zij vergde toch al te veelvan zichzelve. De kinderen eischten zOOveel zorg!Dina deed wel trouw haar best, maar bij de laatsteziekte van Jopie had die zich blijkbaar te veel vermoeiden 's nachts kougevat met opstaan. Bovendien was ergeschil in de keuken ontstaan en die ruzie met haarkameraad trok de goedaardige Dina zich blijkbaaraan. Dina was niet, die ze geweest was, en het werkmoest toch gedaan, dus kwam het op Aleida neer.Op dit oogenblik zou zij, zoo hoopte hij, rusten....Ach, maar daar hoorde hij Loesje roepen, vlakbijop de bovengang: als 't kind Aleida wakker maakte .

Schielijk trad hij naar de deur, en suste op dendrempel met gesis en gebaar, wenkend naar waarMoesje sliep. Loes kwam naar hem toegeloopen.

— Paatje, Dien moet kome, da'lek, voor Wim!— Waar is Dina?— Beneden, Paatje.Ds. Wedelaar boog zich over de trapleuning en....

daar zag hij Stork met haar. Zij fluisterden en Dinaweende.

— Dina!— We komen, antwoordde Stork.

Page 137:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

1 34

— Wim heeft je noodig, Dina.— Ja, ze komt! zei Stork weer.Verwonderd bleef Wedelaar staan op de gang.

Loesje was naast hem.— Ga gauw naar Wim, hoor, Dina komt....En het kind ging heen. Stork en Dina kwamen de

trap op.— Mag ik binnengaan?Stork ging Wedelaar voor. Hij bleef naar de deur

gewend staan, totdat Wedelaar haar had gesloten.— Dina zei, dat Aleida slaapt?— 1k hoop, dat Loes haar niet wakker gemaakt

heeft.— 1k had graag ook gesproken met haar, maar

misschien is het beter, dat jij het eerst doet.... Jezag me daar met de huilende Dina. Over haar kom ikjullie spreken.

— Over.... Dina?— Ja. Over Dina. Heb jullie niets aan haar gemerkt?— Gemerkt? Hoe meen je?— Wel, mijn hemel, Wedelaar. Je keukenmeid

heeft me er veertien daag geleden al over aangesproken,omdat Dina zich op mij had beroepen, dat ik het welaan mevrouw zou zeggen. Nu praat men in het dorper van.... En jij en je vrouw vermoeden nog niets.Dina kan hier niet lang meer blijven. Want ze iszwanger sedert Augustus.

— Dina!?Ds. Wedelaar had de handen gevouwen. Hij hield,

knijpend, ze voor de borst.— Die arme! Wie had dat gedacht van haAr!— Ja.... Maar nu moet ik je nog wat zeggen.

Al een tijdje geleden heb ik het aan 'er waargenomen,op mijn interpellatie heeft ze bekend, ze heeft me in'er angst 'er heele vertrouwen gegeven en gezegd

Page 138:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

1 35

wie de vader is. Ik ge166f, dat ze waarheid spreekt,al kost het me veel om dAt to gelooven.... Wees nusterk, mijn waarde, ik meet het je zeggen, hOeveelleed ik je daarmee doe.... Dina verzekert, dat Herman....

- Her Zij zeiden den naam bijna tegelijk. Stork had nadruk

gelegd op het woord „verzekert" en sprak den naamzacht, met gedempte stem; doch meteen kwam dekreet van den vader.

Aileen verwonderd was hij geweest, toen Storkin plaats van over Herman, over Dina was begonnen.Maar onder de mededeeling van haar zwangerschaphad het noemen van de maand Augustus in Wedelaareen angst doen ontstaan, een angst, een niet bewust-verklaarden, d6Or het leed heen der teleurstellingom het meisje. En onder Stork's verdere spreken wasdie angst verhevigd, klaarder geworden .... en Wede-laar voelde zich overtuigd.

Dit was het dan.Deze vreeselijke zonde. Zij was gevallen over zijn

huis....— Mijn God! mijn God!De knijpend saamgevouwen handen waren lager

vaneen gezakt en, terwijl het hoofd schuin werd op-geheven, sloten zich de oogen. De houding vond Storkantipathiek, doch in de stem was een droef-ontroerd-zijndat den niet-geloovige trof.

Hij stond op en legde een hand op den schoudervan zijn neef.

— Ik moest het je nu eindelijk zeggen. Je begrijptwel, wat het me kost. lk merk aan je, dat je Dina'sverzekering niet in twijfel trekt. BE ben haar ook gaangelooven.

Wedelaar wilde opstaan.— 1k zal haar roepen.

Page 139:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

136

— Och nee', doe dat niet dadelijk. Ze weet dat ikhier ben om 't je te zeggen. Ze is nu met de kinderenbezig. Kom jij eerst wat tot je zelf. Je stuurt haar tochzoo ineens niet weg. Dat hoeft niet....

— Ja maar....— Toe, luister naar mij. In haar belang en in dat

van Aleida. Vertel het die, met voorzichtigheid, wantze is erg op Dina gesteld. En houd de meid vandaagziker nog bij je, of, wil je mijn raad, nog een dag ofveertien, tot je een noodhulp hebt voor de kinders.Er is niets geen gevaar voor te vroege bevalling, mitsze zich wat mag ontzien.

Drie slagen tikten.— Ik heb katechisatie 1Wedelaar riep het en sprong op. En meteen bracht

hij een hand voor de oogen, bedenkend, dat andersDina telkens kwam om hem aan het uurvan katechisatiete herinneren. Nu bleef zij weg. En Herman....Herman....

— Vaarwel, ik dank je. Ik zal doen naar je raad.Voordat hij de pastorie verliet, ging Stork even de

keuken binnen, om de naijverige kameraad gerust testellen, dat Dominee het nu wist en Mevrouw hetweten zou.

Page 140:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

VEERTIENDE HOOFDSTUK.

LEIDA verzette zich met beslistheid.Een meisje, dat zij volkomen vertrouwdhad! Zij duldde haar geen nacht meerin huis. Althans niet in de kinderkamer.Die nog een nacht bij haar lievelingen....

— Beste, oordeel je niet te hard?Vermoeid had Wedelaar het gevraagd. Hij was

gebroken, wist niet wat te doen. De katechisatie hadhij, te laat binnengekomen, na een half uur doeneindigen.

— Meisjes, het spijt mij, ik heb zoo'n hoofdpijn.Die goede Lena Janssen had hem nog eau-de-

cologne opgedrongen. Hij hield volstrekt niet van dengeur. En nu thuis, daar hij dikwijls den neus snoot,rook hij telkens weer eau-de-cologne en hij kwamniet op de gedachte, Aleida een anderen zakdoekte vragen.

— We moeten toch ook denken aan Neeltje! washaar tegen-argument, toen hij bemiddelend voorstelde,Dina dan niet bij de kinderen te laten, doch evenminhet huis uit te zenden, maar in de bodenkamer tedoen slapen.

— Dan zal ik het Neeltje verzoeken, zeide Wedelaaren stond op.

Dina was met de kinderen boven. Natuurlijk bleefzij nu nog bij hen. Aleida was naar hen toe gegaan

Page 141:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

1 38

en had verteld, dat zij niet beneden mochten komen,omdat paatje hoofdpijn had.

— Dina heeft ook al hoofdpijn! had Joop gemokt.Hij als oudste kon toch wel naar beneden! Hij zatstil en hinderde niemand. Wim, nu ja, en Loes misschienook . . . . maar dat hij hier boven moest blijven, endan met Dina, die aldoor huilde en 66k over hoofdpijnklaagde' Geergerd knipte hij plakplaatjes stuk,totdat Loes, verontwaardigd, haar schaartje opeischte.

Door het stille benedenhuis schuifelde Wedelaarnaar de keuken. Aleid had Neeltje willen bellen, datzij zou binnen komen, doch Wedelaar gevoelde het alseen verdeemoediging, dat hij zijn dienstbode het verzoekom Dina den nacht bij zich te dulden, zelf in de keukenging doen. Verdeemoedigen moest hij zich. Hij, de vader,hoofd van het huis .. . .

Zorgvuldig sloot hij de deur der keuken. De meidkeek verbaasd om van vaten-wasschen, toen Domeneeeen stoel bij het aanrecht plaatste, naast de plek waarzij stond, en ging zitten.

— 1k zal er maar even bij plaats nemen . .. . Domineedeed zijn best tot een glimlachje. Plotseling wist hijMet wat hij moest vragen . . . . 0 ja, van Dina, de boden-bedstee . . . .

— Hebt gij er op tegen, Neeltje? Het zou maarvoor kort zijn. . . . misschien voor een nacht. .. .

De keukenmeid bleek hem niet te begrijpen. Wan-trouwig liet zij haar vatenboel staan. Dominee dwongzich tot uitweidingen. — De bedstee was voor tweepersonen. Vroeger hadden er altijd twee meisjes ingeslapen. Nochtans, zijn vraag was slechts een verzoek.

— En as ze dan bove' bij mijn bevalt?De toon van Neeltje's bezwaar was het ergste. Z66

had Dominee dit meisje nooit hooren spreken. Dochhij besefte: zij was in haar recht . . .. Niet de predikant

Page 142:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

1 39

sprak nu tot haar. Des deelde hij haar ter gerust-stelling mede, wat dokter Stork hem over het waar-schijnlijke tijdstip der bevalling gezegd had. Stuurschwendde Neeltje zich weer tot haar vaten, baloorigstiet zij een bord in de teil.

— En hoe mot 'et dan 's nachts mit de kinders?— Daar zal mevrouw nu zelf voor zorgen.— Och ....De borden botsten gevaarlijk.Dominee overlegde, dat zijn behoefte aan verdee-

moediging hem gedrongen had tot een huishoudelijkebedisseling, welke hij beter had overgelaten aan zijngoede vrouw. Hij snoot zich en rook weder eau-de-co logne .

— Laat mevrouw mijn dan bij de kinders legge ....Wedelaar hoorde: die toon was anders. Rustig

wreef Neeltje nu een bord droog. Het voorstel leek hemeen oplossing.

— Ik zal het aan mevrouw vragen, Neeltje ....Hij kon nu opstaan, gereed met zijn boodschap. Doch

er was iets, dat hem vasthield. Een behoefte om tespreken. Om, na wat hem hards en hoovaardigs hadgetroffen in den toon van dit meisje, als predikanthaar gemoed te verzachten door woorden van ootmoedte spreken als beer van den huize. Zij, huisgenootein de Pastorie, mocht nu van hem zulke woorden ver-wachten.

— Gods straffende hand ligt op mij, Neeltje. Althans,indien Dina de waarheid spreekt. In dit mijn huis zouzwaar zijn gezondigd. Ik zal mij verdeemoedigentegenover de gansche gemeente, als dit in de Pastorieis gebeurd. Nu doe ik dat reeds tegenover jou. Mijnkatechisante, mijn huisgenoote. Ik begrijp, hoezeerdeze dingen je maagdelijke gevoelens van eerbaarheidmoeten kwetsen. Maar wat je kameraad betreft,

Page 143:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

1 40

denk aan het: Oordeel niet, opdat gij niet geoordeeldwordt. Hebt medelij met de gevallene, Neeltje.

Wedelaar voelde jets als een ontspanning, bijnawas het een zwakke verlichting, toen hij na dezewoorden opstond. Hij stak de hand naar Neeltje uit.De meid wreef de hare gauw droog aan haar schort.Verwezen voelde zij Domenee's hand.

Aleida vond de regeling goed. Het zou voor haar welvermoeiend geweest zijn, bij de kinderen te slapen.Zij belde Dina en zei 't haar kortaf.

— En maak dan wat voort, dan kun je nu dadelijkeven naar huis gaan, want je weet, ik mkt met jemoeder spreken.

Dit verlangen, met Dina's moeder te spreken, hadzij haar al voor het eten gezegd. Aleida was, na dekatechisatie, onder Wedelaar's weinig beleidvolle,onvoorbereide mededeeling zeer rood geworden. Plot-seling was zij opgestaan en had zich een glas watergeschonken. Diep ontroerd had hij haar hand op zijnschouder gevoeld, terwijl zij, achter hem staande hetglas ledigde.

— Arme goeie man, had zij gefluisterd en hem ophet voorhoofd gekust.

Daarop was haar houding veranderd; rumoerig liepzij, om de tafel, naar haar stoel en schel was haarstem, terwijl zij haar teleurstelling over Dina uitte.Zoo'n meid, die zij zoozeer in alles vertrouwdhad!

Driftig had zij om Dina gebeld en niets andersgezegd, dan dat zij, na de ontzettende dingen, nu pasgehoord, haar natuurlijk in huis niet kon houden, dochvoor alles met hare moeder moest spreken.

Om deze te halen, ging de meid nu. Neeltje had erhaar uitgaansavond voor verzet.

Wedelaar trok zich terug in zijn kamer. VOOr den

Page 144:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

1 4 1

nacht moest hij misschien nog naar Egberts. Eenkatechisatie van drie jongelieden, die bij hem aan huisplachten to komen, liet hij aan de deur afzeggen.Dominee was op eenmaal verhinderd. Hij moest thansaan Herman schrijven.

Page 145:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

VIJFTIENDE HOOFDSTUK.

AER waerom heb jij ons niet gewaar-schuwd? vroeg Aleida.Terwij1 Stork sprak, was haar blik, bijhet luisteren naar zObveel penibels ver-doft, niet of geweest van het waxine-

lichtje, dat stemmig op de theetafel gloorde, welkeschuins naast haar leunstoel stand.

Onder de vraag wendde het hoofd, en de bewegingwas traag als het spreken. Het hoofd ging, wendende,iets overeind. De blik gleed Stork langs in de hoogte.Aleida deed als een zeer jong meisje. Ook haar stembootste blankheid der jeugd na. Daarbij aardden haaraa's naar den 6-klank. Het „jij" kreeg veel j's en eenFransch ai voor ij. Zij sprak het woord met iets vanwanhoop, gerekt en in den hoogsten toon, terwijl deopgeheven oogen to draaien leken en half loken.

Stork, die haar gestadig beschouwde, diepte weg inWedelaar's stoel. Deze hoorde tot den cosey corner.De voldoening van haar hoekje had zij ook op dezenavond der ontsteltenis niet prijs gegeven. 't Bezit vandit luttele moderniteitje, dat slechts vrij grove naboot-sing was, behoorde tot de beuzelarijen, die de jongere-vrouw bevredigen moesten, waar Wedelaar vroegerwel voor geschrikt was. Gezusters Van Lakervelde,„de freules," bedisselaarsters van Leida's trouwen,hadden beide stoelen geschonken — Leida zelve had

Page 146:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

1 43

mogen kiezen: — den lagen, breeden, geheel metgroen trijp bekleeden, .waar vier statieuze kwastenbij hingen, aan welke de brave Wedelaar nog telkensbleek niet te kunnen gewennen; en den hoogeren,met rondende zwarthouten leuning, welke voor Leidate licht gebouwd was, niet breed en niet diep, nietgemak'lijk genoeg, doch waar zij met kinderbehagenop troonde. Ook de theetafel was van „de freules,"met de bouilloire, welke, nooit gebruikt, altijd onderop de theetafel glansde. Doch het theeservies, Leida'strots, was „uit mijn famine" — ze zei het zoo gaarne....

Nadat Mijntje Egberts hem Domenee's belofteverteld had van vast terug te zullen komen, als hetmet Grootvader of zou loopen, was Stork hier evenaangegaan om de geruststelling te brengen eener duide-lijke verlichting in de benauwdheden van den oude. Hijbegreep, dat Wedelaar dezen avond liever thuis bleefen had al aan de deur van Neeltje vernomen, datDomenee boven was en niet gestoord mocht. Toen hadhij maar naar mevrouw gevraagd en haar bij dengrooten, met filigraan loover getooiden, oud-zilverenpot te vol slappe thee, en in statige ontstemming ge-vonden. Zelfs over hem bleek ze ontevreden. Waaromhij niet eer had gewaarschuwd ....

— Ik had aan de moeder beloofd nog te wachten.— Vondt je je daertoe verplicht?— Ja kijk eens, als ik er eenig nadeel voor jullie

in had gezien . . . . Maar Dina kan minstens nog tweemaanden zonder gevaar mee en je hebt er een beste meidaan.

— Een be.... Maer Stork!— Ik bedoel: een goede bediening. Ik kom toch

op meer kinderkamers. Die zul je niet licht beterkrijgen, een, waar je je kinderen the) aan kunt toever-trouwen.

Page 147:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

1 44

— Ik heb haar maar al te veel vertrouwd-.— Ja, met Herman hadt je haar niet moeten ver-

trouwenlDe woorden waren nauw zijn mond uit, of Stork

betreurde de grofheid ervan. Doch toen Leida, of zijonpasselijk werd, tweemaal het hoofd heen-en-weerbewoog en de te poezele hand langs haar neusje deedslaan, als verjoeg ze een wintermug, kreeg hij pretin zijn uitflapperijtje.

Zij gaf geen kamp; na een zucht herbegon ze:- Nu hebben de menschen erover gesproken,

voordat wij er iets van wistenl— Dat moet een streek van Neeltje zijn. Tenzij

men het Dina heeft aangezien. Onmogelijk is ditvolstrekt niet. Van een meid uit de pastorie zal menhet niet zoo gauw darven gelooven, maar aan te zienwas het haar ongetwijfeld en.... ja, nu wij eroverspreken.... het heêft me verwonderd, dat je nietsvermoed hebt.

— Maer Stork; hoe khan je zoo iets zeggen. Wiedenkt er nu aan zoo iets verschrik'leks1 In deze ge-meênte. En in mijn dienst.

— Ik sprak van het haar, aanzien, Aleida. Ook ikheb mijn oogen niet kunnen gelooven. Jij, die 'r in alhaar bewegingen zaagt.... Heb je daar nooit ietsvreemds aan gevonden of gezien dat haar zwartejapon niet meer paste?

- Och, ik meen, dat ik genoeg doe, wanneer ik meovertuig, dat mijn bojen netjes gekleed gaan en nietopzichtig.

Hij voelde zich driftig worden. Haar „bhauj" —maar in haar huis niet veilig. Christelijke naasten-liefde....

- Voor haar kameraad kon Dina 't natuurlijk hetmoeilijkst van allemaal verbergen, al hebben ze niet

Page 148:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

1 45

dezelfde kamer. Neeltje had me beloofd, haar mondte houden, totdat ik het jullie zou zeggen. Waarschijn-lijk heeft ze toen haar babbelzucht buitenshuis schade-loos gesteld. Vanmorgen hoorde ik ervan praten,daarom heb ik je man gewaarschuwd.

— WA& hoorde je?— Vin je dat het er iets toe doet? Het bleek van

ochtend geen geheim meer. Dus moesten jullie hetweten. Vrouw van Rooien had me z66 dringend verzochtte zwijgen tot het niet langer kon.

— Ik begrijp niets van die vrouw!Stork zag Aleida vragend aan.— We zijn altijd goed voor Dina geweest. Haar

heb ik een tijd als werkvrouw gehad en heel dikwijlsiets toegestopt, ook later nog. Dina kreeg telkensklieken mee. Dat die moeder niet met me is komenspreken!

— Ja, zei Stork uit den grond van zijn hart, datheeft ook mij verwonderd.

— Die menschen hadden toch moeten begrijpen,wat het voor me zijn zou, als ik zoo iets van anderenhoorde. Mijn kindermeisje in die toestand! En demoeder die haar stil bij mij last! We riskeerden, dathier dingen gebeurden.... En dat in de pastorie

— Het is in de pastorie gebeurd— Hoe meen je?Weer had Stork zich niet beheerscht. Te giftig

spookte zijn ergernis. Hij meest daar even meppen metspot. Doch de koorts bleek alweer gezaktl Die vrouwwas ook te nuchter-dom. De jonge-meisjes-blik wasnatuur. Blijkbaar had zij er niets van gehoord, dathij het woordje pastorie met haar 6-klank en zalvendhad uitgesproken. Ze begreep zijn zeggen niet, speurdewat vreemds Wat baatte verklaring? . Dochbehoefte aan rechtvaardigheid dreefDe zonde in het deftige dorp. to

Page 149:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

1 46

— Ja, zie je, ik heb je gewaarschuwd, en verder metde zaak niet te maken. Dina's bekentenis aan me, alsdokter, moest ik beschouwen als ambtsgeheim. Omdatde moeder geheimhouding vroeg, heb ik zoo langmogelijk gezwegen. 1k kwam nu, om het te zeggenvan Egberts. Maar we zijn aan het praten geraakt'Toen je daarnet je verwondering zei, dat vrouw VanRooien niet met je is komen spreken, dacht ik, datje het anders bedoelde. Mij heeft het ook in die vrouwgehinderd, dat ze, enkel vervuld van de vrees Dinadadelijk thuis te krijgen, geen behoefte toonde naarjullie te gaan, dadelijk hier haar hart uit te stortenover wat er tusschen haar kind en een zoon van dithuis was gebeurd.

— Mier Stork!— Wat?— Je.... (Aleida zocht naar woorden). Het is

een vreeselijke beschuldiging tegen Herman. Jij neerntdie maar zoo klakkeloos

— Niet zeró onmiddellijk als je man. Hij heeft geenmoment getwijfeld. Nu ben ik natuurlijk ook over-tuigd.

— Het is een ontzettende beproeving voor Wedelaar.Of liever, voor ons allemael.... Wil je misschien eensboven gaan kijken? Me man heeft wel gezegd, dat hijniet gestoord wilde worden. Maar omdat hij met jouer al over gesproken heêft....

Glimlachend opgestaan, keek Stork haar nog evenaan. ZOOveel oppervlakkigheidl.... Kathrien waswel een andere vrouw! — — En toch, zoo overdachthij, naar boven stappend, door de ganglicht-schemerig-heid, toch heeft Kathrien's zoon dit gedaan. Heteênige excuus voor Herman: dát hij zijn moeder heeftgemist.

Zacht klopte Stork aan de kamerdeur en had meteen

Page 150:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

1 47

de hand aan den knop. Doch daar hij nets hoorde,tikte hij luider. Wederom nets. Nu ging hij binnen,uit de bijna-duisternis van het portaaleinde in hetzedige licht der studeerkamer. Wedelaar zat te schrijven.Eerst toen Stork naast de schrijftafel stond, werd hijdiens binnenkomen gewaar.

— Ben jij daar? zei hij met klanklooze stem enkeelschraapte om het geluid te herstellen. 1/66r hemop het tafelblad lagen, als in een kring, uitgelegd ofze nog niet droog waren, drie velletjes postpapier, dichtmet zijn kriebelschrift beschreven. Op een vierdewas hij bezig.

— Ik kwam je even zeggen, dat Egberts vanavondminder benauwd is. Het zal nog niet afloopen. Jehoeft er niet meer heen.

— Dank je. Ik zou ook moeilijk kunnen. Ik lijdweer aan de oude hoofdpijn.

Hij was in de schrijfhouding gebleven. De linkerhandomklemde een zakdoek, die vochtig leek. Nu richtte,terwijl de rug gekromd bleef, het hoofd zich schuinomhoog en onbedekt keken de zachte, moee oogen,achter de, in den gaslichtschijn glansbonkende, bril-glazen uit, naar Stork op.

— Ik schrijf aan hem.Zacht, als een bekentenis, werd het gezegd.— Dat begreep ik.Even zwijgen. Toen:— Het valt zwaarHet hoofd was gezakt; droef keek hij v66r zich.

De linkerhand kneep den zakdoek onzichtbaar. Zonderte antwoorden, bleef Stork hem aanzien. De plofeerier kolenverschuiving in de kachel doorschoktede stilte. Wedelaar vouwde de briefblaadjes v66rzich dicht en legde ze bijeen.

- Ik had een langen brief voltooid, maar nu ben

Page 151:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

148

ik een tweeden begonnen. Al mijn smart had ik hemgezegd, maar onder het schrijven heb ik geweifeld.Hij mocht eens valschelijk zijn beschuldigd I ZOO diejongelingsziel nog rein waar'? Welk een knakkendebeproeving zou dan vaders verdenking zijn! Ben jehet niet met mij eens? Dat mag ik niet op het spelzetten I

Hij hield op, als verwachtte hij antwoord. Meelijbelette Stork iets te zeggen.

— Zoo droevig als het schrijven van den eerstenbrief was, zoo moeilijk valt me deze. Want wezenlijkaan zijn onschuld gelooven, doe ik niet meer. Nochtansmag mijn brief niet doen blijken, dat ik door den wreed-sten twijfel verteerd word.

Uit het donkere hoekje naast den lessenaar had Storkeen tabouret getrokken. Dit vierkante, met tapisseriebekleede, ouderwetsche stoeltje was eenmaal een „eigenhandwerk" van freule Constance van Lakerveldegeweest. Stork wist, dat het dienst deed voor catechi-santjes, die afzonderlijk in verhoor genomen moesten.Hij had er kleine grapjes over gehoord in de huis-kamer, van Leo en zelfs van Aleida. Nu hij, om nietaldoor te staan, zijn zware lichaam er op liet zakken,vonkte even de spot over deze houding door zijn mee-gevoel met den argelooze, niet kinderachtig, zooalszijn vrouw, maar kinderlijk, die met preekende brievenzijn beest van een zoon ter verantwoording riep, endan nog bang was, den aap te kwetsen.

— Waarom bespreek je niet never biles?— Bespreken?— Je laat Herman toch overkomen?Wedelaar had den zakdoek losgelaten; die lag nu

op den rand van het vlak der schrijftafel. Zijn linker-hand omklemde de rechter tot vuist. Gebogenshoofds,de oogen over den bril heen starend, dacht hij na.

Page 152:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

1 49

Blijkbaar was die overkomst niet iets, dat voor hemvan zelf sprak.

— 1k had daar nog niet aan gedacht. Je hebt gelijk,het zal noodig zijn Verzuimen zal Her' er ook nietveel door. Hij schiet toch niet goed op, zoolang hijnog aarzelt, of hij in de medicijnen zal blijven.

Stork wilde antwoorden: — Zijn gedachten zullenwel meestal hier zijn! doch vond de pijniging to wreed.Wedelaar peinsstaarde, ruggekromd. Hij had denzakdoek weer in de hand genomen.

— Wil je ook rooken? vroeg hij verschrikt, terwijlhij zich oprichtte en met de rechterhand naar een ladetastte.

— Och nee, dankje, laat toch! stelde Stork gerust.Wedelaar zuchtte, verschoof zijn stoel. Blijkbaar

weifelend, zei hij, haast schuw:— Voordat ik dien brief verzend, had ik vrouw

Van Rooien nog gaarne gesproken.— Ze zou komen. Vanavond. Aleid wou haar

spreken.— Ja. 1k moet óók beslist met haar spreken.

bedoel.... voor meer zekerheid....— 0.... Sein je Herman, dat ie komt?— Seinen? — Wedelaar schrikte weder. Angstig

keek hij Stork aan. — Her' zal van een telegram zooontstellen! Denken, dat een van ons ernstig ziek is....

Daar hij in Stork's oogen geen instemming las, ginghij zenuwachtiger voort:

— Maar ik zal het aan Leida vragen. Ik moet hethaar nog van zijn overkomst zeggen.

— Doe dat! zeide Stork gelaten. Ik moet nu weg. —En hij stond op.

— Ga je al heen? — Langzaam, als zwaar, stondook Wedelaar op, en met beide handen Stork's rechteromvattend:

Page 153:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

150

— Ik dank je! Dank voor je deelneming.— Maar Herman ,

Stork wist niet, wat te zeggen. Waarvoor kreeg hijopeens dit bedankje? In niets kon hij werkelijk voelenals deze menschen, ook niet als deze vader, al had hijmedelijden met hem. Hij beantwoordde den handdruken hoewel hij nog onder het spreken besefte, een gevoelaan te roeren dat beter bleef rusten, liet hij zich ont-vallen:

— Als Kathrien het had moeten beleven t- Kathrien!? — Ach! . . . .Stork stond onthutst van de smartelijke ontsteltenis,

door het noemen van dien naam veroorzaakt. Eentrilling doorschokte Wedelaar's lichaam. De handensloeg hij voor het gelaat, dat zich boog met diepe rugge-kromming.

— Kathrien, in alles de guile oprechtheid! Haarjongen zou mij dit hebben verzwegen!

Even bleef hij staan, de hand aan het voorhoofd.De pendule sloeg acht uur, puntig hamerden de fijnemetaalklanken door de ontroering van beider zwijgen.

— Ik kan het ook nog niet gelooven! Hoe zou hijtot deze zonde gebracht zijn! Hij is te Edinburg inzOO'n goeden kring! Toch had ik hem misschienbeter hier gehouden! 0, als je wist, hoe die wroe-ging me foltert! Dat Edinburg, die verre afstand;al deze weken drukt me het zelfverwijt, dat ik hem vanme heb laten heen gaan!

— Al deze weken? Hoe dan?— Och ja, je weet dat nog niet. Ik heb er alleen

met Aleid over gesproken. Half December heeft hijme plotseling vergunning verzocht, de medicijnente laten varen en over te gaan in de theologie. Ik hebhet hem niet durven toestaan. Althans niet dan narijp beraad. Ik vreesde zoozeer, dat die wensch om te

Page 154:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

151

veranderen niet kwarn uit een heiligen drang, een innigoprecht verlangen der ziel. Aan eerzucht heb ik ge-dacht en aan lust tot veranderen uit oppervlakkigheid,uit luiheid. Dan weer vond ik mezelf hard en onrecht-vaardig. Als ik hem miskende, als het de heiligegeestdrift der wijdingsure was?.... Toch bleef hetplotselinge van Herman's wensch me pijnigen als ietsraadselachtigs, dat me vreesachtig maakte. En daarinzoek ik de verklaring van de smartelijke spontaneiteit,waarmee ik vanmiddag de gedachte aan zijn schuldals heb vastgegrepen ter verklaring van het vreemdein zijn houding. Nu martelt me mijn achterdocht.Een wader, die zoo licht zijn kind verdenkt! Mijn angstheeft me aan een verband doen gelooven, waar logischgeoordeeld geen grond voor zijn kan.

— Hoe bedoel je dat?— Wat zou den jongen kunnen bewegen, mij over

iets zoo gewichtigs als die verandering van zijn loop-baan te onderhouden, terwijl zulk een misslag zijngeweten bezwaart?

— 't Zou moeten zijn, dat hij zoo maar wat schreef,in de hoop je vergevingsgezind te stemmen. 't Isimrners altijd je wensch geweest, dat hij predikant zouworden....

— Och neen, dat kan niet, dat kan zoo niet zijn!Nu zie je mijn jongen al te zwart! Wat grawelijkbedrog zou dat wezen!

Er viel een moment een loodzwaar zwijgen. Terweerszijden van de kachel, Wedelaar met den rugnaar het gaslicht, dat gestadig zacht suisde boven zijnlessenaar, hadden de twee mannen gestaan. De mede-deeling van Herman's zoogenaamden wensch hadStork's hekel slechts versterkt.

Hoe onsympathiek de domineeswoorden hem waren,die gewrongen taal voor gedwongen twijfel, de klank

Page 155:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

152

van Wedelaar's stem was zoo innig treurig, heel zijnhouding zoo ootmoedig-bedroefd, dat Stork hem gaarnehad getroost. Doch wat baatte het, over den ellendigenjongen te spreken met onoprechte zachtheid?

— Ik wou, dat je gelijk hadt, Herman. Waaromzullen we er veel over praten? Zijn rechtvaardigingzou hij zelf moeten brengen.... Ga je mee, naarbeneden?

— Ja. Of ga jij maar. Ik volg spoedig.— Dan neem ik hier afscheid. Tot ziens. En sterkte.Zij drukten elkander de hand. Moedeloos verliet

Stork de kamer. En zijn wrevel vinnigde op, toen hij,de trap afgaand, vrouwestemmen beneden hoorde,en nog juist den rug zag van vrouw Van Rooien, doorNeeltje de huiskamer binnengelaten. Want nu schoothet hem te binnen, dat boven, bij alle wroeging endroefheid, over het lot der verleide geen woord vanmedelij was gesproken.

Page 156:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

ZESTIENDE HOOFDSTUK.

EELTJE Klaver was nooit bezondergesteld geweest op haar kameraad Dina.Ze hield niet van die mooie menieren.Ook had zij haar wel eens wereldschgenoemd. Geruzied hadden de twee

maar zelden, doch er mokte een stille wrok. Buiten dedeur klaagde Neeltje gaarne, dat ze het anders gewoongeweest was. Dan begreep men: gemoedelijker. Danbedacht de baas uit het boter- en kaaswinkeltje, waarNeeltje gretig te babbelen placht met de vrouw, diealtijd naast haar op Lidmaten zat, dat de korte, dikke,pokdalige Neel om te zien toch ook heel geen partuurwas voor Dina.

Nadat Herman Dina teleurgesteld had, door metKerstmis niet over te komen, en eerst dit bedrog haar hetklare besef gaf van haar troebele verhouding tot hem,maakten haar behuilde oogen Neeltje achtereenvolgensnieuwsgierig, zenuwachtig — beurtelings ietwat boos-aardig-verheugd en korzelig —, doch ten slotte achter-dochtig. Toen ging ze opletten, zag ze, begreep. On-eenigheid brak licht uit bij die spanning en bij eengekibbel smeet ze haar het vermoeden als een zeker-heid voor de voeten. Dina hoonde ontkennend terug,vluchtte naar de kinderkamer, had een avond en nachtvan angst voor verklikken; dacht, met de haar eigenluchthartigheid, Neeltje, die den volgenden morgen

Page 157:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

1 54

gewoon-deed, door haar loochening overtuigd; kreegtwee dagen later te hooren: „als jij het niet zeit,moet ik het doen, ik heb er met moeder over gesproken;"beriep zich toen op dokter Stork, dat die beloofd hadmevrouw in te lichten; liep 's avonds naar vrouwKlaver, en ontving daar genadig belofte van uitstel;tot opeens de dokter kwam zeggen, dat men het nutoch wist in het dorp.

Wat Neeltje niet begreep, dien dag, was, wat Domeneehaar in de keuken kwam zeggen. Zij trachtte zijnwoorden te verklaren uit een verregaand verantwoor-delijkheidsgevoel van den vromen man en minachtteDina er slechts des te meer om, daar Domenee er zicheen verwijt van maakte, dat hij van haar toestand nogniets had gemerkt. Aan meneer Herman had Neeltjeniet gedacht en dacht zij nog niet. Hoe nederig Dinabij Neeltje's moeder had zitten soebatten, om haar nietbij Mevrouw aan te brengen, daar zoo min als in dekeuken had de gevallene haar verleider genoemd.Neeltje had niet willen vragen. De verhouding wasvijandig gebleven: — Dina, altoos grootsch, bleef stugdoen, ook terwijl ze van Neeltje afhing. Wel branddede vraag Neeltje op de tong. Zij verdacht er een palfre-nier van, den vorigen zomer meegekomen met Amster-damsche menschen, die een pasgebouwd huis haddenbewoond. Pietje, het meisje van de dames Van Eerde,had Dina gezien met den tuinjongen van Bloemen-heuvel, die ook dikwijls met Dina's broer liep; en Pietje'svraag, of er wat zijn kon tusschen die twee, had Neeltjegebracht tot toespelingen, welke bij Pietje gebotstwaren op een zoo beslist ongeloof, dat Neeltje, uit bal-oorigheid, alles wat ze wist, was komen te vertellen,in weerwil der belofte van nog te zwijgen.

Voor het bewustzijn van Neeltje Klaver, de altijdwat stuursche, zeer eerzame Neeltje, was haar kameraad

Page 158:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

155

een gevallene, die zich over haar zonde nog meerhad te schamen, daar zij diende in de pastorie. Toendus in den avond de bel gegaan was, en Neeltje bij hetopenen van de huisdeur vrouw Van Rooien v6Or zichzag, beredderde zij onmiddellijk:

— Je zou bier maar effe' wachten,en liet de vrouw op de mat in de gang, hoewel de

meisjes bij mevrouw Wedelaar verlof hadden, haar moe-ders en zusters bij zich in de keuken te laten. Al hadMevrouw haar niets gezegd, nu, Neeltje meende in deveranderde omstandigheden een reden te hebben om zoote doen op eigen gezag. Dina, onthutst, bleef ook evenstaan, doch glipte schielijk om Neeltje heen en was vOcirhaar in de keuken. Daar dronk zij, verward en angstig,snel aan de pomp uit een kopje. Toen Neeltje vrouwVan Rooien bij mevrouw had gelaten, kwam ook zijin de keuken en ging, met haar stoel stommelendop het plankier, in norsch zwijgen zitten kousen stoppen.Even draalde Dina, besluiteloos, wachtend of haarniet gezegd werd, dat ook zij bij Mevrouw moestkomen. Daarop waggelde zij in ontstelling naar boven.Neeltje, al stoppende, luisterde scherp. Ging Dinanaar de kinderkamer? Zij zou daar- slapen! Doch zebedacht, dat Dina er nog van alles te doen had, datDina's goed er was .... en ze stopte, nijdig-ijverigrukte en trok ze, de naald en de onwillige wol door desteken, over de aangeduwde vuist, beluisterend elkgeluidje in huis.

Ook Dina luisterde, boven in donker, vOcir de deurder kinderkamer. Terwijl ze in de keuken was, hadze iemand de trap hooren afkomen en de huisdeuruitgaan. Dominee bleek het niet te zijn, die kuchteen liep heen-en-weer op zijn kamer. Dina, duizeligin het duister, steunde met de hand op den deurknop.

* * *

Page 159:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

156

Toen de jonge mevrouw Klincker van Garderen-Van der Waele, na de verrassing der vroege benoemingvan haar man tot burgemeester in een Veluwschdorp, van hier zou vertrekken, en haar kindermeidDina van Rooien weigerde met haar mede te gaan,betoonde Aleida zich bij de pinken. Zij maakte eenvisite op het kasteel en de oude mevrouw Van derWaele zelve wilde wel zoo vriendelijk zijn, nog eensbij hare pleegdochter te informeeren. Het bleek, datDina beslist niet meeging. De jonge mevrouw Klinckerzelve sprak Dina over den dienst bij Aleida. Zulk eenkeurig meisje van goede manieren was, juist bij dekinderen, dubbel veel waard. Als domineesvrouwin dit dure dorp had Aleida met de dienstboden deboiresgehad. Zij was aan deftiger boden gewoon dan er voorde pastorie hier bereikbaar bleken. Een meisje alsNeeltje, hoe gewillig, was van eene soort, met welkehet Aleida moeilijk viel, te huishouden, te leven.Deze Dina was als de bojen te Utrecht. Wedelaarschrikte even op, toen Aleida hem als een blij nieuwtjevertelde, nu dat meisje te kunnen krijgen. Onderjuffrouw Wilmerdink waren er dienstmeisjes in zijnhuis geweest, heel wat eenvoudiger nog dan Neeltje.Zou die Dina bij hen kunnen wennen, na een dienstals bij de jonge Klincker's, in die villa en met zooveelpersoneel? Bezwaren tegen het meisje had hij niet.Zij was een zijner katechisanten. Voor de Lidmatenhad zij zich .nooit aangemeld. Doch zij kwam uit eenbraaf, fatsoenlijk gezin en hare grootmoeder, de oudeweduwe Van Rooien, die met haar dochter de weduwePlaat aan den Schijfweg woonde, was eene inniggodvruchtige vrouw, bij wie Dominee gaarne een be-zoek bracht. Dina kwam en wende wel, Aleida kon haar,ook in de huiskamer, veel meer overlaten dan ooitaan de grove, heusch slordige Heintje, wie zij den dienst

Page 160:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

157

al had opgezegd, nog voordat zij van Dina hoorde.Dominee prees Dina eveneens; zij was zeer attent, zorg-de voor zijn ontbijt, wanneer Aleid, moe, nog watboven moest blijven; waarschuwde hem dikwijlsvoor katechisatie, wanneer hij de klok dreigde te ver-geten.

Nu had zij hem zoo teleurgesteld .. ..— Gaat daar 'es zitten, zei Mevrouw tegen Dina's

moeder.Vrouw Van Rooien zat op de punt van een stoel.

En hoorde Mevrouw haar verwijten aan. Schandelijkwas het van Dina geweest, haar toestand voor Mevrouwte verzwijgen. En diep verklaarde Mevrouw zich ge-griefd, doordat zij, vrouw Van Rooien, er evenmin overwas komen spreken.

In het huisje aan den Schenkelweg was over ditonderhoud weken te voren gedacht en gesproken,telkens weer en telken'a meer, veel gesproken en meergedacht. Het onderhoud, dat vader met Domenee zouhebben; het onderhoud, dat moeder met Domeneeof met Mevrouw zou hebben. Waarin de zaak zouworden geschikt. Het woord schikking was van moeder.Uit hare gedachten was het lot van haar dochter nietweg geweest sinds den Zondagnamiddag in 't keukentje,toen vader naar zijn moeder was en Piet met zijnmeisje de deur uit. Toen had vrouw Van Rooien eenschrik, als een slag op het hoofd, gekregen. Om tegrienen vond ze geen tijd. Vader, bij grootmoeder,bleef nog wel weg. Doch het motregende: Piet kon elkoogenblik d'er in komen. Met Mijn natuurlijk. En Mijnwas de eerste, tegenover wie de moeder schaamteover haar kind moest voelen. Want Mijn mocht aanaanpakken een hekel hebben, als thuisgehoudendochter verwend zijn, fesoenlijk was ze, daar niet van.Niet moeder had haar voor Piet gekozen; doch toen

Page 161:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

158

vader, zijn jongen betrappend op een gezegde vanongeduld om het weekgeld, dat hij afdroeg in huis,'s avonds tegen moeder gezegd had: ,,d'er is tochniks aan de hand met Mijn?" had moeder verzekerd,wat ze vast wist, dat met die meid zee* iets nooit zougebeuren. Er was natuurlijk ook niets gebeurd, Pieten Mijn bleven eerlijk verkeeren: — — aan moedersoogen mocht Mijn het niet zien, wat Dina haar daarnetbekend had.

Haar schrik, haar smart, haar wrok, moeder hadze dien eigensten middag weg moeten dringen, eerstvoor Mijn en toen voor vader. Dien avond dorst zehet vader met zeggen. 't Was toch ook lets om nietto geleeven: Dien uit de pasterie in de kraam. AIs dedeern niet dat purtretje getoond had, waarop stinggeschreven: „voor Dientje van Herman" en die briefjesmet verzen en andere fratsen, zou moeder geen oogen-blik hebben getwijfeld, of Dien hield stil van wie'het kind was.

Dinsdagsavonds sprak moeder met vader, dat diezou moeten, wanner Dien Vrijdag's, op Kerstdag,kwam. Het had over de meid gedreund en gekraakt.Maar geslagen had vader niet. Wel gedreigd en netuur-lek gescholden, geraasd, veel gevloekt ook, maar nietgeslagen. Daar was moeder voor doende geweest,Dinsdagsavonds, ook Lang nog in bed. Zelf had ze deklok van tweeen gehoord. Al maar leggen prakkezeeren.Daar hem in de vroegte nog wat van gezeid, opdat iemakkelijker berustte. En sedert er telkens met hemvan gepraat en er aldoor over gepiekerd.

Hoe Dina, hãâr knAppe Dina, die de vader van Mijnen andere buren voor de 101 wel „de dame" noemden;z6e, oliedom had willen wezen — moeder lam het nogniet begrijpen. Telkens, ook, brieschte het in haar op,dat het niet waar was, dat de meid loog, onder apenkool

Page 162:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

159

de waarheid verborg. Telkens, ook, moest moeder weerdenken aan dien knappen palfrenier uit de nieuwefiella op den hoek van de Molenlaan. Hem, met zijngroote-stads-manieren, moeder had hem nooit veelvertrouwd. Hij had om Dien heen gedraaid, heel denzomer. Met den winter was-t-ie verdwenen, danwoonden z'en menschen in Amsterdam; 't zou moederbenieuwen, of men hem weerzag. Als het van die'was .... Dien wou d'er niet van weten; zei, dat zenooit niks om den vent had gegeven; hield straf enals-maar vol: van Herman. Zou ze misschien uit bal-oorigheid 't met den jongeheer hebben aangelegen?... .De achterdocht bleef wroeten in moeder. Nooit gaf zeaan haar dochter een kans, dat die kon denken:moeder gelooft het. Op elke uitlegging en verzekeringen herhaling deed moeder norsch het zwijgen toe,Toen Dina onder snikkend bezweren, dat ze de waar-heid sprak, dat hij het was, dat ze dol was geweestop den jongen, dat ie gezeid had d'er te trouwen, ineen stukje krant uit d'er zak de briefjes gehaald haden het purtretje, had moeder de schouders opgehaald,lang alles bekeken zonder een wOOrd, maar de dingiesgenomen en weggesloten, in de la van het kastje wegen op slot. 0, dat straffen, dat moeder Dien deed, mette zwijgen; het elke vleug van nieuw vertrouwenbot afsnijdende, angstig-makende, bedroefd-norschezwijgen I ....

Alleen met vader, sprak moeder wel. Dan was Dinaweer naar d'er dienst, en Piet was uit of naar zijn bed.Bij vader drong moeder haar achterdocht weg. Danniets geen twijfel: de jonge meheer, die gesmoesdhad en bij Dien in de kamer geweest was, door de,altoos afgesloten gehouden, maar 's avonds stiekemontsloten tusschendeur, nadat de goochemert het slothad gesmeerd met het oliespuitje van zijn fiets. Al

Page 163:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

16o

dergelijke kleinigheden waren moeder bekend. — Metjou drift bereik je niks, had ze vader overtuigendverweten. Moeder hoorde geduldig Dien uit. En besprakmet haar man „de schikking."

— „Schikking?" had vader verwonderd gevraagd,toen moeder opeens zoo'n ongewoon woord wist. —„Wat dach'.ie den?" was 't antwoord geweest; —„ze zelle-n-'er zoo tuch Me' late sitte." — „Meen ie'et zoo?" had vader gelijzigd, na de driftbuien gauwbij de pakken neer. Haar stoel bij dien van haar mangeschoven, bijna fluisterend snel sprekend, de handen,de polsen, de halve armen omwringend met den schootvan haar schort, de oogen starende afgewend, rekendemoeder alles voor. Was 't 'en rijkelui's-zoon van debuitens geweest, d'er zou misschien meer hebbenaangezeten; je zag soms, dat 'en beer wou zorgenvoor 't kind, dat ie 'en vast jaargeld toestond. Trouwendeed 'er bekans nooit een; nooit hoorde je dicir van'en motje praten, als bij d'erlui menschen. Trouwendee' zoo'n heer alleen, als-t-ie nie' meer buiten demeid kos, dan mosten ze samen hebben geleefd. Ditwas kinderspul, van effen. — „En hij heb z66 gezeitvan trouwen!" — „Och 1" — Een nijdig schouder-ophalen van moeder, een langzaam, als aarzelendboezelwringen, een gauwe blik naar d'er man, die eenrouwgezicht trok, en, na een stoat aan d'er stoel,op een listiger toon, de uiteenzetting van wat moedergetroost hield: dat de vader 'en jonk uut de pasteriewas, de eigen zoon van Domenee. — „No' ja...." —„O. Hai sait: no' ja." Moeder zag het anders in, hoor IDien had misschien nog zoo stom niet gedaan. Z66'nsmots was heurlui Dien toch ook niet, om d'er eigesto vergooien met niks geen kans. Moeder hoopte vastop een schikking. Wat Dominee zeggen zou als-ie 'ethoorde, de vrome man van z'en oudste zoontje, en wat

Page 164:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

16x

de trotsche medam van d'er stiefzoon.... En danbleven d'er nog de praatjes, wat 'et durp zou hooren-en-zeggen, soo ie's bleif tuch nie' gehaim Maarde menschen mosten niet tegen Dien raken en vooralook niet tegen haarlui. In 'et beklag bij de vromeraikdom, dan waren • ze-n-allegaar lekker veilig.Vader mocht geen rusie maken, mit Dominee niet,mit Mevrouw niet, mit niemand. Nederig zijn, nietschelden, klagen; klagen, dat Dien zich had kennenvergeten; klagen ook voor Domenee. Nederig afwach-ten, niks overhaast doen, misschien liep 'et zakiedan nog gezond.

Gijs van Rooien hoorde zijn vrouw aan en dacht: —„'k heb toch een pienter wief." Sloome duikelaar,dat ie zelf was, aan al-dat had ie nou nooit niet gedacht.Volgens hare voorschriften ontving hij den dokter,toen die de eerste maal over Dina kwam spreken.Hij zei zoowat niks en moeder vroeg enkel, of Dokter't asseblief toch nog niet wou vertellen. Nederigerkon alvast niet.

Nederig bleven ze tegen den dokter, nooit een wOOrdover Domenee's zoon.

Nederig wachtte moeder Van Rooien tot Mevrouwhaar zou laten roepen.

Nederig zat z'op de punt van den stoel. De handenhad zij kruiselings over elkander tegen de borst aangelegd, tegen den strakgespannen omslagdoek, welke,hare schouders afrondend, den smallen romp als ver-schuchterde; in droeven deemoed hing het hoofd scheefvoorover onder het zwartwollen kapje van grof fabrieks-gebrei. Een enkele maal had zij als in ontroering metden rug der linkerhand onderlangs den neus geveegden, of de aandoening haar to sterk werd, levendighet vleesch om den mond bewogen. Eens flitste evenhaar blik naar Mevrouw op en ook trok de mond, zichDe zonde in het deftige dorp.

Page 165:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

162

verbreedend, soms neer, waarbij de rimpels in hettanige, oude gelaat plotseling felle haken geleken.

Op de verwijten, haar gedaan, had vrouw Van Rooienenkel met een treurig: — „Uch Mefrouwl" ge-antwoord, dat tweemaal ootmoedige droefheid ver-klankt had onder 't wrevelig berispen der, in den hoog-hartigen toorn, minder dan gewoonlijk slepende stem.

Vrouw Van Rooien meende iets meer nu te kunnendurven en zei met een huilstem, haast fluisterend:

— 't Fiel Dina soo moeiluk, Mefrouw, om te spreken,Mefrouw begrijp' toch: ook foor Mefrouw....

— We moeten onze zonden belijden, vrouw VanRooien, ook voor de menschen moeten wij ze belijden.Door te zwijgen, heeft Dina haar schuld maar verergerd.

„Nou jij," had vrouw Van Rooien gedacht na haarspreken, en haar hoofd was nog meer voorover gegaan,terwijl haar hand streek langs de oogen. Wat Mevrouwantwoordde, viel tegen. In vredesnaam nog d'er 'esop gedoeld, hoe voorzichtig ze ook wou blijven.

— Dina heef' niet alleen schuld, Mefrouw.. ..— Wat wil je d6.6xmee zeggen?— Se sag d'er s66 tegen op dat te seggen. Mefrouw

beef' haar zOOfeel welgedaan.Mevrouw bespeurde plotseling, dat het waxine-

lichtje nog altijd brandde onder den trekpot. Door-tastend nam zij dezen op, blies, blies nog eens —het lichtje was uit.

Vrouw Van Rooien slaakte een diepen zucht. Zescheen, onder smart of wroeging gebogen, niet tebemerken, wat Mevrouw deed. Nu had Mevrouw despraak terug.

— Als, zoo sprak ze waardig-kalm, mijn stiefzoondeze zonde werkelijk heeft bedreven, dan neem ikaan, dat het Dina nog moeilijker viel dan anders omons alles te zeggen. Maar voor haar moeder was er

Page 166:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

163

dan dubbele reden geweest om mij te waarschuwen.Nu heeft Dominee het van de Dokter moeten hooren,die op jullie verzoek zoolang heeft gezwegen.

— Dokter is s66 goed voor Dina gewees'.En vrouw Van Rooien begon te schreien. Deze

openbaring van droefheid had niet de verwachteuitwerking. De toon van Mevrouwbleef grootsch en hard.

— Dina moet haar beschuldiging waarmaken. Jebegrijpt, dat ik, na al haar bedrog, nu allerminstreden heb, haar hierin maar dadelijk te vertrouwen.

— Uch, MefrouwWeer zuchtte de vrouw. Haar toon was die van in-

smart-berusten.— De zaak is ongeloofelijk. Mijn stiefzoon heeft

zich nooit misdragen.„Mijn dochter ook niet," dacht vrouw Van Rooien,

doch ze zei:— Uch, Mefrouw, hoe ken Mefrouw denke

Sou Dien' soo ie's kenne liege.Ze waagde het, eenige vertrouwelijkheid door haar

stem te doen klinken.Op dit oogenblik ging, zonder dat er was geklopt,

de deur open .... Domenee stapte langs haar heen.— Goedenavond vrouw Van Rooien, zei hij.De stem klonk gesmoord, doch volstrekt niet on-

vriendelijk. Vrouw Van Rooien vond, dat Domeneejuist van pas kwam.

— Vrouw Van Rooien houdt vol, dat Hermanzich met haar dochter zou hebben vergeten.

Met deze woorden voerde Mevrouw Domenee dadelijkin het gesprek in.

— Uch-gu's, Mefrouw, volhouden is toch het woordnie'. Mefrouw wenscht, dat ik alles sel segge, Domenee.Mefrouw had gewild, da' me froeger soue hebbegesproke

Page 167:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

164

— Ja, zei Domenee met verstikte stem, een stem,als was hij zwaar verkouden; — dat ware beter geweest.

Vrouw Van Rooien keek even naar Mevrouw, dieongeduldig op haar stoel verschoof ; Domenee zei hetzoo onverschillig; het leek of hij met zijn gedachtenver weg was. Hij was tegenover Mevrouw in zijnleunstoel gaan zitten en had den bril van het gezichtgenomen en wreef de glazen met een slip van zijn jas.Mevrouw scheumde tusschen het gerei op haar thee-tafeltje. Het hoofd deemoedig gebogen houdend,begluurde vrouw Van Rooien beiden. Zij schrikte,toen Domenee, vlugger dan zij vermoedde den brilopgezet hebbend, haar aanzag, en zeide:

— Gods hand rust zwaar op je huis, vrouw VanRooien. Maar denk aan wat Job tot zijn huisvrouwgezegd heeft: „Zouden wij het goede van God ont-vangen en het kwade niet ontvangen?" Dina heeftgezondigd tegen u en tegen haar vader; het meestheeft zij tegen God gezondigd. Ik had dit nooit vanhaar gedacht. Het smart mij diep van mijn katechi-sante. Het grieft mij meer dan ik kan zeggen. Natuurlijkzal ik vaak met haar komen spreken. De Heer zal mijsterken, dat mijn woord iets op haar vermag.

Vrouw Van Rooien had zich gebukt tot den tip vanNaar bonte schort en wreef snikkend zich met diepunt in de oogen.

— Domenee en Mefrou sijn altoos goed foor Dinagewees', zei ze, tusschen de woorden snikkend.

— Ze heeft ons wel slecht beloond, zei Mevrouw.Weer kwam er een zwijgen, waaronder vrouw Van

Rooien zich afvroeg, wat het haar kon brengen;overtuigd, dat zij wijs deed, nederig den mond to houden.— Zou'e se 't er um doen? dacht zij nijdig. Doch ze zagDomenee met den zakdoek werken, hij humde, bewoogheel het bovenlijf in den breeden, diepen leunstoel;

Page 168:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

x65

toen, weer met een vreemd-verstikte stem, zei hij:— Ik behoef wel niet te zeggen, wat het voor ons

zijn zou, Mevrouw en mij, als Dina nu werkelijkwaarheid spreekt en zij haar zonde bedreven moesthebben, bier, onder ons dak en met mijn zoon.

Domenee's stem was haast onverstaanbaar geworden;het was een fluisteren van heeschen klank. Evenhield hij den zakdoek voor het gelaat. Toen ging hijvoort :

— Op het oogenblik kan ik er niet meer van zeggen.Ik mag dat niet. Eerst moet ik mijn zoon in het verhoornemen. Hij heeft mij nooit reden tot wantrouwengegeven en dus mag ik hem een zonde als deze nietaanwrijven, louter op het zeggen van Dina, die iktrouwens nog niet heb gesproken.

Met wrok, met een moederleed, dat over de ont-steltenis nooit was heengeraakt, dat troost had gezochtin slimheid van baatzucht, was vrouw Van Rooien,na weken wachtens, met haar dochter meegekomen —het verbeide, in alle kansen van uitslag overdachte,het als becijferde bezoek. En nijdig, met al den haatvan standsverschil, van de arme, bij rijken geroepen,en daar uit de hoogte, zonder achting, zonder inschik-kelijkheid berispt, had zij naar Mevrouw geluisterd.Het aanhooren was waken geweest, een afwachtenmet opdringend ongeduld. Dominee's eerste woordenhadden het wantrouwen aangescherpt, daar ze, onbe-grijpelijk voor haar, te onpas kwamen. Doch nu zatzij gerust-gesteld: — ze waren d'er, Domenee sprakd'ervan; en nu trof haar Dominee's toon: — die man,ja chut, hai kos et niet helpe, je mos mit 'urn te doenhebbe-n-ook, soo sjagrijnig as-t-ie et sai, wel mostdie proate fen Job en s'en frauw. Omdat, dus, Domineeverklaard had, op het oogenblik nog niks te kunnenzeggen, meende vrouw Van Rooien te moeten gerust

Page 169:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

166

stellen omtrent de mate van haar geduld en ze zei metbedeesd-zachte stem:

— D'er is tuch cheen haas' bai, Daumenee.Doch nu begreep Aleida verkeerd en schrikte.— Wel bij het vertrêk van Dina, snibbigde zij en

keek haar man aan, die, op zijn beurt vrouw VanRooien aanziend, kalmeerend uitlegde, dat Mevrouw,in haar eerste ontsteltenis, Dina al dadelijk van-nachthaar huis had willen ontzeggen, doch dat de zaakgeschikt was met Neeltje, dat Neeltje nu bij de kinderensliep.....

— Och ja, Man, wenkte Aleid ongeduldig.— 't Is bes' sau, Daumenee, teemde vrouw Van

Rooien gemoedelijk. An hum, dacht ze, sal 'et nie'legge'; ze had mit de goeje man te doen. Kinderen, jekos d'er wa' mee doormoake.... Vrouw Van Rooienzuchtte bij deze gedachte. Toen, terwijl haar blik langsDomenee en Mevrouw ging, bukte ze zich, om beleefdop te staan en vroeg, of zij dan nu maar gaan zou.In goede verstandhouding, meende zij, was het afscheid.Toch voelde zij, buiten de kamer gekomen, even onderhaar schort, in den rok, naar het harde pakje in haarzak, — het waren de briefjes en het purtretje. 't Wasvenavent nie' noodig gewees', ze durlui te toonen,en ze zaten d'er veilig nog....

Haar dochter niet aantreffend in de keuken, vroegzij vriendelijk aan Neeltje, of Dina boven wezen zou.Neeltje antwoordde stuursch het niet te wezen, bethaar lompweg staan, en vroeg eerst na een oogenblikje,of ze Dina nog spreken wou. Nog vriendelijker ant-woordde vrouw Van Rooien, dat ze haar graag evengenacht gezegd had en op de. mat aan de huisdeurbleef ze fluisteren, tot Dina, op een belruk uit dehuiskamer, verschrikt haastte:

— 'k Mot na binne, Moeder.

Page 170:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

ZEVENTIENDE HOOFDSTUK.

EIDER zenuwspanning had een ver-schil van meening tusschen Wedelaaren zijn vrouw even verheftigd. Het waseen ijlings-beraadslagen geweest, metde bitsheid van snelgezegde tegenwer-

pingen door haar en den droeven angst van radeloozeweifelingen bij hem.

Tegen Stork had Aleida een antipathie, in den loopder jaren, bij zijn oplettendheid voor de kinderen,niet to boven gekomen. Uiten deed zij dien weerzinniet anders dan met kleine woorden of met gebaartjesvan instemming, wanneer bijvoorbeeld freule Constanceklaagde over dien man zijn vreemde manieren. AanWedelaar deed zij er zelden van blijken. Stork's gedragin deze vreeselijke zaak van Dina had den oudenafkeer aangebitst met een ergernis over verongelijking,daar een eigen famieljelid, uit voor haar onverklaarbarebeweegreden, voor die Van Rooien's geporteerd scheen.Toen zij alleen bij haar theetafel was gebleven, nadatzij hem naar Wedelaar had gezonden, was deze aan-stoot de verhitting van hare gepeinzen geweest. Ennu had Wedelaar, zoodra vrouw Van Rooien de kameruit was, haar gesproken van wat hem geheel vervulde,dat Herman dadelijk over moest komen, dat dit denjongen misschien moest geseind — dat Stork hetzoo had voorgesteld.

Page 171:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

168

— Wat ? Maer, Man!Al haar saamgeperste trots van in een burgerfamielje

getrouwde jonkvrouw, was door haar wrevel heen-gevaren, toen ze met dezen uitroep van verbolgenverbazing de bemoeizucht van Stork en het verre-gaande van zijn jiver spottend wraakte.

En onmiddellijk was zij praktisch geworden en hadover de mogelijkheid van Herman's schuld onverholengesproken met schielijke woorden, in termen, on-verbloemd en nuchter, zooals zij nooit anders zouhebben gebruikt, die nu uit haar waren geprest doorhet besef, dat haar huis in gevaar, haar lieve eigengezin in gedrang kwam. Opgewonden had zij 't waar-schijnlijk genoemd, dat Dina, nu hier binnengeroepen,wel blijken zou de schromelijke beschuldiging niette kunnen volhouden. En de onrustvoren ziende opWedelaar's gelaat, had zij haar vertrouwen opgedrevenen als een zekerheid voorspeld, dat Dina door demand zou vallen, vanavond nog haar verleider zounoemen, om de aanklacht tegen Herman geheelterug te nemen. Meteen had zij driftig om Dina ge-beld. Wedelaar, koortsig van angst en wroeging,had op het laatst verwezen gezwegen, in half bewustzijnzijne lieve hooren spreken, even die uitkomst zienschemeren, hoewel zijn diep besef er niet meer aangeloofde.

En nu stond Dina ter zijde 'JO& hem, in het middender kamer, naast de tafel, lange gestalte achter denstoel, waarop haar moeder daarnet had gezeten.

— Dina.... begon Dominee. Het klonk als eenaanroep, een kreet van leed. Er volgde niets op denheesch-flauwen klank. Dominee had haar niet aan-gezien, wel even het hoofd iets opgeheven. Nu zathij weer diep gekromd en snikte.

— Je ziet, hoe Dominee lijdt. De afdwaling van

Page 172:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

169

een katechisante is op zichzelf al genoeg geweest omDominee diep to schokken. Maar je hebt de jonge-meneer genoemd als je medeschuldige. Nu zie je,wat dat is voor zijn vader. Als niet alle goede gevoelensin je dood zijn, zul je ons nu de waarheid zeggen.

Dina sprak niet, haar lippen bewogen, terwijl zijstrak Mevrouw aankeek, met doffe, doch groot-openoogen. Daarna week haar blik en zonk. Zij zag nietnaar Dominee; zij moist zijn smart, die had zij al bovengehoord.

— Ga daar zitten, beval Mevrouw.Onhandig trok Dina den stoel van de tafel en viel

erop neer, plots haar moeheid gevoelend.— Zeg ons nu de voile waarheid.Zacht, bijna gefluisterd, doch vast achter elkander

kwamen de woorden:— Mevrouw en Domenee weten alles.— Nee, heftigde Aleida op, zoo kom je met van me

af. — Je bent dus.... zwanger, nietwaar?— Ja, Mevrouw.— Zeg me na: Mevrouw ik ben zwanger.Dina's schouders schokten, zij sloeg de handen v6Or

het gelaat.— Wil je nu je schuld belijden?Even een luid uitsnikken, terwijl hoofd en bovenlijf

in smarttrekkingen bewogen; toen, van achter dehanden, met een huilstem:

— 'k Ben zwanger, Mevrouw.En onmiddellijk een luider schreien.— Sedert wanneer?Uitgesnikt werd:— Augustus, Mevrouw.Wedelaar's lijf voer op tot een rechtheid; het hoofd

heffend, de oogen sluitend, zuchtte hij met open mond.— En nu, Dina, denk aan het behoud van je ziel!

Page 173:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

170

Bezwaar je gemoed niet met nog een zonde. Als jehet niet doet om ons, uit medelijden met Dominee,bedenk dan, dat God de leugen zwaar straft. Wie isde vader van je kind?

Dina sloeg de hand aan den tafelrand tot een steun.Dominee had het hoofd naar haar toegewend. Methaar groot-open oogen zag zij Dominee aan. En preve-lend zei ze 't aan den vader:

— Her.... de jongene6r.... Herman....Wedelaar's hoofd zonk op zijn hand.Doch Aleida gaf het niet op.— Je begrijpt, dat Dominee vanavond nog naar

Edinburg schrijft en dat meneer Herman, als je on-waarheid spreekt, desnoods hierheen zal komen omons van zijn onschuld te overtuigen....

Droef, weemoedig haast, kwam het antwoord:— Dat kan niet, Mevrouw. Hij zou me trouwen.

Hij heeft 'et me genoeg gezeid en geschreven.— Geschreven? Kreeg je brieven van hem?— Niet meer na z'en vertrek, maar hier, in de

fekansie, schreef ie briefjes. . . . Moeder zou ze Domeneegeve.

— Heeft je moeder die? Waarom heeft ze ze onsdan niet laten zien?

Nog verzwaarde dreiging den vraagtoon. Wel wasook Aleida de moed ontzonken. Doch zij wilde de schuldniet aanvaarden — niet, uit liefde voor Wedelaar;niet, uit moederlijk zelfbehoud. Hierom dr6ng ze zichwantrouwen op. Als de moeder briefjes had kunnentoonen, dan was zij daar straks wel mee aangekomen.Maar, het was waar, er was daar geen aanleiding toegeweestl Zij noch Wedelaar had gedacht aan hetvragen naar eenig bewijs. Eigenlijk hadden zij heele-maal verzuimd, aan die vrouw, wat ook, te vragen 1Op haar last was vrouw Van Rooien gekomen en zelve

Page 174:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

17 1

was zij schuld, dat het gesprek niets had opgeleverd.Een onmachtswoede vervulde Aleida....

Dina had bescheiden geantwoord, niet te weten,waarom Moeder de briefjes had achtergehouden. Welschrikte zij van Mevrouw haar dreigtoon:

— Je begrijpt, dat we je zoo maar niet gelooven!Dominee zal natuurlijk schrijven en we willen diebriefjes zien. Je kunt nu gaan. Je blijft dus vannachtnog bier in huis. Maar je weet: Neeltje slaapt bij dekinderen. Is de verschikking van het beddegoed klaar?

— Ja, Mevrouw.— Dan kun je gaan.

* * *Als gevonnisten bleven de ouders.— Ja, nu moet je Herman schrijven. Ik begin ook

wel te vreezen, dat Dina de waarheid spreekt....Maar natuurlijk komt hij niet over.

— Niet over?— Neen. Natuurlijk niet. Ik kan Dina niet dadelijk

missen. En het is ook beter, haar niet zoo opeenste laten gaan.... Het zou wat wreed zijn, liet zij,Wedelaar aanziend, bedachtzaam volgen.... Ik dachtzoo, over een groote week.... In die tijd kan Hermannatuurlijk niet komen! Stel je voor, dat hij haarbier vond! Bovendien zou het immers voet gevenaan de praatjes in het dorp, zoo de menschen opeenshem zagen. Schrijf hem een flinke brief, dan zal hijevenmin tegen de waarheid durven ingaan, als ineen gesprek.... Maar ik zou niet te lang wachtenmet die brief.

— Vanavond nog! leefde Wedelaar op. In dofferadeloosheid had hij naar zijn vrouw geluisterd. Delieve, zij dacht altijd verstandig.... Doch haar over-reden kwam nu toch slechts schijnbaar uit kalmtevoort. En in hem drOng het: Herman rnOest komen....

Page 175:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

172

Maar ja, als Dina nog hier in huis bleef . . . . Aleidkon niet zonder hulp blijven. Ook was het wreedtegenover het meisje, haar als het ware het huis uitte zetten. Arme gevallene, wat zou van haar worden?....Herman kon altijd nog komen. .. . Dus eerst schrijven?Was het voldoende?

Daar Aleid er op aandrong, dat hij spoedig zouschrijven, kon Wedelaar eindigen, met zijn vrouw ooknu gelijk te geven. Hij moest zich uitspreken tegenzijn jongen. God zou hem steunen. Ach, als het zoowas . ..

Page 176:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

ACHTTIENDE HOOFDSTUK.

LEIDA belde Neeltje en liet deze op-ruimen. Wedelaar keerde terug naarzijn kamer. Dina, die omtreuzelde inde kinderkamer, daar ze wist dat Neelbinnen bezig was en ook nog moest

sluiten, hoorde Domenee komen. Ze hield zich stil,toen hij voorbijging. Loesje had zich weer blootge-woeld. Zij trok de dekentjes los en nam ze aan hetvoeteneind iets minder ruim, om beter te kunnen in-stoppen achter het kind haar ruggetje. Neel zou erzich niet druk om maken, of de kinderen bloot lagen.Even trantelde zij nog achter de bedjes. Toen gingze maar, sloop de zoldertrap op. Het was zoo vreemd:ze had geen werk meer! ze dorst niet anders, danalles nu maar op Neel laten aankomen, minder noguit angst voor Mevrouw dan uit voorzorg om nietweer herrie met Neel te krijgen.

Bovengekomen in duisternis, bedacht ze, dat delantaren, waar Neel mee naar bed placht te gaan,in de keuken onder het aanrecht stond. Ze kon nietbesluiten, terug te keeren. Ook in donker vond ze 'twel. Het was trouwens niet heelemaal duister — demaan scheen. Trap- en kamerdeur liet ze op een kier.Ze trachtte geruchtloos alles te doen, om uit stilte teluisteren. In verstikkend • hunkeren spande ze haargehoor, tot een waarnemen van elk geluidje beneden.

Page 177:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

1 74

Zij luisterde het laatste stommelen of in de slaapkamervan Mevrouw; zij hoorde Neel zwaar-loopen door hetleege benedenhuis, rukken aan dingen en schuivenmet luiken; de voordeur sluiten: het nachtslot eerst,den ketting dan; plofstappen terug door de gang, deplaatsdeur doen knarsen bij 't opendoen, even laterbij het sluiten; toen (lair het nachtslot, nog keuken-gestommel — eindelijk kwam ze naar boven gestom-perd. Nu wilde Dina nog stiller zijn, bang dat Neel,met wat voorwendsel ook, naar zolder zou komenom haar te pesten. Zij bedwong een drang tot kuchen,rillend zat zij op in de kilheid van het ongewonezolderleger. Haar afgunst verkroppend, trachtte zeNeel te hooren doen bij de kinderen. Tot het eindelijkalles stil was. Ook van de straat kwam geen enkelgeluid meer. Toen wist ze Domenee nog in zijn kamer.Ze wist het: — aldoor bezig aan hem.

Dat de jongen maar niks liet hooren Dat dat loin!Nou 't urn bekend was, dat ze hier wisten. Want haarbrieven waren terecht. Vroeger had ze kunnen denkenvan niet. Zooals zij schreef en die Engelsche namen.Maar al op de brief van 28 December had ze het adresgezet: „G. van Rooien" en „Schenkelweg;" en moederhad nou nog 'es nagevraagd: onbestelbare brievenmet een adres achterop kwamen terug. Moeder hadgewild, dat ze die van laa'st zou 'anteekenen; maarze had het niet over haar hart verkregen; — 'anteeke-nen, een brief met hair schrift, bij de heeren van depost.... Wat gaf het ook — a's hij nie' woul Nie'dorst of nie' wou, da' bleef 'etzelfde. Moeder zei alsmaar: n66it he' 't ie gewild. Of ze-n-'et dan zouhebben gedaan! Wat had ie niet alles verteld vand'Oost, bij die platen uit dat boek! Ze zag ze nog vaOrzich: zoo zouwe zij wonen 1 feranda, grooter a'sop Veldheim. Zwarte meiden en knech's, en zooveul

Page 178:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

1 75

a's je wou — de mevrouwen dee'en nooit niks. Deliheette-n-'et land, en „deli," had Her d'er geleerd,was 'et om daar te wonen. Hij leek 'er toe' zoo op ver-lekkerd. De rijke neef van Mevrouw, meheer Van Woest,had mee over dat land te zeggen, die 'et vroeger klaar-gespeuld had, dat Her' in Edeburg stedeerde. Humzou Her' vragen om 'en betrekking, zeggen dat 'etthe' ging mit stedeeren, dat ie graag z'en kos' wouverdienen. Mit die' z'en voorspraak wier' je dat.Bezworen had Her' 'et 'er, dat ie zou vragen; maarmeheer Van Woest was op reis, mit de femilie weg totOctober — dan had Her' beloofd te schrijven, tegelijk'an die' meheer en na' huis, 'an z'en vader: dat ie geendokter meer wou worden, dat ie „stikte in al diebotten"

God-nog-'es-toe, a's zij toe' niet....Maar ze hadden d'er gek gemaakt, heel de' zomer!

De mooie Dina, waar ze liep. Net of iedereen d'erwou trouwen. En die niet trouwden, waren nog erger.Nette menieren in zoo'n vroom dorp. Dien engert van'en Berkemeier, die de leelijke dochter van Hovinkgetrouwd had, nog wel 'en buurman — hij keek d'erAn , Meheer Van Sieten, die halve-nikker vanDen Engelenburg, nam eens midden in de dorpsstraatz'en stroohoedjen of voor Dina de meid. De sjosjeteitkon ze 's middags mit Wim niet voorbij. Toch kon jethe' strakker kijken a's zij dee'. Nooit was d'er watop 'er loopen te zeggen. Nooit had ze gelachen bijie's van de heeren. En geen dorpsjongen had z' ookmaar dAt toegegeven. Chris! ja hum had ze graagmogge' lij'e! A's die van 't zomer d'er the' geweestwas! .... En a's moeder dat nie' zoo had tege'-gewerkt.Want Chris had 'er zeker getrouwd. A's moeder d'erop had 'angedrongen, was 'ie deuze-n-eige'ste winterat nie' meer mit z'en menschen teruggegaan naar

Page 179:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

176

Amsterdam. Stalknecht bij Westrik was-t-ie gewordenen zij was nou juffrouw Plet. 'En aardige, knappejongen was-t-ie. En hij had sjenie in haar. Maarmoeder had 'um baloorig gemaakt. A's moeder dwarswas, dee' ze stuursch. Kale bluf, zei moeder maar.Omdat ie nou graag sjiek voor de' dag kwam. Da'mot je toch, a's palfrenier. En dan in Amsterdamgewoon. Piek-fijne vent was-t-ie, o, dat jonk....Nou was Mar kans wel verkeken. Kon beters vindena's een'-met-'en-kind.....

Woelend, wentelend, dat de zijplank der bedsteatelkens wipte en zij op den stoot van schrik verkromp,onderging zij de ontroering van den dag in een heet-hoofdig vlotten van haar gedachten, een koortsigelichtheid van denken-en-voelen, waarbij indrukkenen herinneringen warrelden en toch helder-volledigwaren. Zoov661 jongens hadden al om 'er geloopen!Op 66n had zij het lang gezet, van dat z' een kindvan elf was af. Als Evert Polsbroek had willen deugen!...Wat had moeder geraasd en gekeven! Vader was bijvrouw Polsbroek gaan dreigen. Later kreeg z' enafkeer van 'em. Ruziernaker, telke's dronken. Maarwel had ze vaak nog van 'em gedroomd: van toe'ze veertien was, hij twintig, en hij fluitend achterd'er 'ankwam. Fluiten kon-d-ie, a's 'en vogel!Her' was niks-om-te-zien, grauwbleek! En mager,akelig-magere handen. Maar as-t-ie d'er 'ankeek,had ie ie's: 'en goudgele schijn in z'en lichtbruineoogen, 'en glans die versprong, maar d'er telke'sweer was, net of d'er kleine paljetjes in hinge ....Ze bleef d'er na' kijken, as-t-ie d'er 'ankeek

Vreemd was 'et tusschen hullie gegaan, zoo mal-opêens, na lang nooit-niks. °peens was-t-ie beginnento kijken. Eerst zonder spreken en nooit 'en lach.Toen was-t-ie boven, zenuwachtig-fluisterend, met

Page 180:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

177

veel woorden begonnen: over een, toch maar klein,standje, dat zij onder 't eten van Mevrouw had gekregen.Of ze dat zoo maar verdroeg. Verschrikt was ze af-gedeinsd: — Gut, Meheer 1 Doch toen de kindersin bed waren, was ie, in de eetkamer, weer begonnen.Dat vader zulk berispen niet goed vond, maar nueenmaal nooit opdorst tegen z'en vrouw. Dat 'etvroeger in huis heel anders toeging: — vroeger, vOOrdatVader hertrouwd was.... En almaar had ie haarangekeken en voor het eerst had ook zij gekeken,in die oogen, waar je diep-in-zag.... De volgendeavond had ie haar opgewacht op de Schenkelweg:onvoorzichtig, want dik'els brachten Vader of Piet'er weg na een uitgaansavent en 'et was die-n-aventmaan.... — „Dien! meid! ik hou' zooveel van je!"— En weer, dat-ie 'et niet kon hooren, a's Mevrouwtegen haar uit de hoogte dee'. Het was het eerstegeweest, wat ze met mekaar hadden meegevoeld:hekel aan „de dikke mama." Zooa's-t-ie dat konzeggen: Mamma, net a's 'en pop en dan weer a's'en liplap. Mamma of de Freule van me Pappa....'t Grapje, waar-ie d'er mee dee' lachen, waardoorze ook meelij met 'em kreeg, omdat ie zich niet meerthuis kon voelen in het huis van z'en eigen vader. —„Ik ben democraat! De Freule vergiftigt ons huis enme' vader. 0, Dien, a's ik weg kon, weg met jou!" —De drift waarmee-d-ie zoo-ie's zei 5 Het wasalles zoo gauw gegaan! — Doordat ie zoo ernstig inal z'en doen was, nooit vroolijk en uitgelaten als Leo,had ze vast gedacht dat het meenens was bij 'em.Zijn afgunst was zeker meenens geweest. Op allesvan 't nieuwe hier was-t-ie jaloersch. Haten dee'ie Loes en Jopie. Haar had dat ellendig gemaakt, in't begin. Ze was nou eenmaal dol op kinders. Juistdoor 't verzorgen van die hier, doordat Mevrouw 'tDe zonde in het deftige dorp. 12

Page 181:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

178

zoo overliet; veel meer overliet a's mevrouw Klincker.Zó6 verzot was ze geworden op kinders, dat ze gezetenhad met verlangen naar eigen. En als Her' van zijnmoeder vertelde, hoeveel ie had verloren aan die;dan voelde ze ook wel meelij met 'um; en dan wondde jongen zich op — 'en kind van haar, wat zou-ied'er van hou'en.... Als ie niet zukke dingen gezeidhad, altoos ernstig en met zoo'n warmte. Van 'envriend had ie verteld, 'en vriend die te Utrecht opstudie lag. Die ook kennis had 'an 'en burgermeissie,waar ie 's Zondags mee wandelen ging. Eens in 'etbosch had zij gezeid: — „Zou je me trouwen, a'sik 'en kind kreeg?" En toe' had die jongen 'et da'lekgeweten, eerlijk had ie gezeid: — nee' nooit; en daarnahadden ze nie' meer gewandeld. Her' had dat metopzet verteld. Hij wou d'er mee zeggen: — me vriendwas eerlijk, hij zei nee, a's ik nou ja zeg, ben ik netzoo eerlijk a's hij. 0, ze had 'em wel begrepen! En als-t-ie dan alles van Indié zei! Die vastheid, waarmee-d-iedat voorstelde! .... Van ieder ander, van z'en eigenbroer Leo, had ze nog kunnen denken: praatjes.Maar Her', die zoo ernstig was, net z'en vader, nooitdach' je bij hem: wat is-t-ie nog jong. Toen die zei:„zonder jou kan ik niet leven, Dien".... wie zou(la' toe' nie' hebbe' geloofd'

Diep onder het dek verborgen, de schouders hoog toteen stut getrokken, schuin het hoofd naar bovengewend, lag zij roerloos, met open oogen, starend induister, in ondoorzichtbaars. De moeheid spande strakover haar hoofd. Haar oogen brandden en zij moestkijken. Telkens dwong zij de leden tot sluiten,doch dan voelde zij erger vermoeidheid. Het eenigedat zij moist, was onmacht. Al haar prakkezeerengaf nets. Als ze maar iemand had om te vertrouwen.Even dacht zij aan bidden — ze kon niet. Wat moeder

Page 182:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

179

zei, wat vader zei, wat iedereen zei — — en zij wou hetniet zeggen. Verstikkend kropte dat: ongelijk. E6nding was d'er, ja dat, ach, flat , Nooit zou ze toe-geven, dat die jongen van de zomer haar had belogenmet wat ie zei. Als zij zich maar was blijven verzetten.Net die eerie laatste nacht. Als die deur d'er maar nietwas geweest. Drie avonden had z'em weggestuurd,telkens de tusschendeur 's avonds gesloten — toen....zoo ellendig as-t-ie daar sting, al die triestigheid inz'en oogen, waar het nachtlichtje met zilverpikjesin spiegelde. Hoe woest blies-t-ie het nachtlicht uit,toe' Joop maar even verschoof in z'en bedje....

Was zij toen maar niet angstig geworden. Maar hetwas haar immers gebeurd, dat Joop wakker werdvan geen nachtlicht. En dan die vrees voor geruchtin donker! Zoo licht was er ergens tegen gestootenIn 'er schrik had ze nie' meer geweten

Zotl ze zich z66 in hem hebben vergist?Aan Domenee had ie wat geschreven. Al die brieven,

net voor Kers'mis, ze had het aan Domenee wel kunnenmerken, dat was iets ervan wel geweest. Maar wat enhoe? 't Leek niet over haar. Ze was het anders zekergewaar geworden! Nooit een woord, geen blik, nooitniks. Ze was de mad, niks meer voor die menschen,tot nou de Dokter alles verteld had.

Als Domenee wat had vermoed of geweten, was demededeeling van Dokter niet zoo als een donderslagneergevallen.

Nee', Her' had vast van haar niet gerept. Dat dorstie niet, dat wou-d-ie niet, daarom bleef-t-ie weg metKers'mis, gaf-'ie geen asem op al wat ze schreef.

Meheer Van Woest was ook nooit gekomen. Diewas zeker Domenee komen bezoeken, als Her' 'tunom 'en betrekking verzocht had. Her' had zich bedacht....en liet haar met het kind. . . . Och nee, God, ze geloofde'

Page 183:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

't niet! Die jongen, in z'en eenzaamheid! Hij wasbang, hij dorst 'et niet zeggen; want hij hield in z'enhart van z'en vader. Maar nou die 'et wist, nou zouHer' spreke....

Door haar ijlhoofdigheid suizelden weldoend zinnetjesvan zijn zelfbeklag en zelfbehagen, waarmee hij haargoed-geloof had gevleid. Dat geen meisje nog hemlief had; dat hij nooit had gegeven om stand; datVader wel een eenvoudig man was, maar de Freulehet huis had bedorven.... „Leo huilt met de wolvenmee, die is bij de Mamma in kas, die brengt flikjesmee voor Jopie" .... Dan, opeens, stond Her' daarals een engert, met zijn zwartdoorspikkelden stomp-neus, zijn zware kaken met magere wangen. Verschrikt,geergerd, lag ze 'neer wakker. En meteen verscherptehaar denken tot het troostend overleg, dat Her' ooktegenover haar opeens was losgekomen. Hij bereiddenooit iemand voor. Wachtte zijn tijd of en deed opeens...Toen voelde ze zacht alle dingen verloomen, zag zenog, vaag, een ruime veranda.... Met zwaren ademdroomde zij voort. Tot, plotseling, wat? had zij geslapen?Ze keek in duisternis, ze wist niet. Luisterend, zat zijhalf overeind. Ze had iets gehoord, en ze meende,vlak bij haar. Was daar iemand?.... Zij hoorde hetweer! Het klonk — of er manslui mompelden....Toen, of iemand, hevig verkouden, zich snoot. God!het kwam van benee: de Domenee! — Domenee wasnog altijd op. Zij trachtte te gissen, hoe laat het zijnkon. Vlak onder haar, in zijn kamer, was hij. Aan-vankelijk dorst zij niet verroeren, bang zich te doenhooren, hem te storen. Toen dreef een warmtedrangvan ontzag, van medelijden, van zelfverwijt, vangemeenschapsgevoel haar de bedstee uit. Zij beproefdelenig te doen en zich licht te maken. Even schriktezij van een kort, licht kraken in de reeds verlaten bed-

Page 184:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

181

stee. Geruchtloos bewogen de bloote voeten, voorzichtigover den matten vloer, geruchtloos verwijdde zij deopening der kamerdeur en achter de op een kierstaande zolderdeur luisterde zij en keek. Volslagendonker was het beneden en alles lag stil. Zwaar tiktede overloopsklok haar maatslag. Kon ze van Domeneegedroomd en gemeend hebben hem te hooren? Zijverkromp van schrik, daar de torenklok sloeg — 66nslag, als vlak boven haar; een geluid, dat hoorbaarzich loswikkelde en meteen, loodzwaar bonsde-neer.Vermoeiend raadselde door haar gedachten, wat dieeene slag wezen zou: half-wk? het zou toch niet al66n uur zijn? .... Wat kwam er van haar nachtrustterecht! Dokter had vermaand: goed slapen. De gang-klok tergde met rustigen tikgang. Ze bedacht, dat diealtijd wat achterliep — nog tot ergernis van Her'in Augustus. Leo en Her' hadden zelfs gekeven, omdatHer' had geklaagd: — nooit deugt er een klok, hier. —Den klokslag afwachtend, bleef ze staan, schouder-trekkend van verkleuming. Daar sloeg-t-ie, eens!en meteen, in de karner, hoorde zij stommelen, stoel-verschuiven. Het was dus geen droom geweest, Domeneewas d'er. Een slag — dus een uur of half-een. Nooitzat Domenee zoo laat op. Verleje' zomer, toen-ie teUtrecht moest preeken, had Mevrouw juist geklaagd,dat het 's avonds zoo laat werd — bijna twaalf uur,had ze gezeid....

Hij had aan Herman zitten schrijven. Tot 66n-uur-in-de-nacht een brief. Een verlangen gulpte: kon 'k'urn leze' .... Doch meteen dook ze saam, want dedeur ging open, ze zag den weerschijn van een kaars-licht. Ze dorst zich niet verroeren om hem te ziengaan. Ze hoorde zijn pantoffelstappen, het slurvenvan het slaapkamerslot, den doffen knars, toenhet dichtschoot. Daarna was het haar, of ze nog

Page 185:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

182

kind was, en, thuis, naar haar bedje onder depannen gestuurd, daaruitgeslopen luisterde, bij hetthuiskomen van moeder of vader of Piet. Hetzelfdebedeesd-angstige deed haar zich als lichamelijk klein-gevoelen en zwak, terwijl zij rillend tippelde naar debedstee.

Stijf van koude lag zij even en bibberend in moedetriestheid. Toen, de overspanning to boven, vond haargezonde natuur den slaap.

Page 186:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

NEGENTIENDE HOOFDSTUK.

CHTER op de eerste verdieping, in devierkant-ruime, schemerverlichte, zwaar-stille kamer, door vrienden bij het her-trouwen nieuw en naar Aleida's smaakgemeubeld, hunkerde Ds. Wedelaar

vergeefs naar rust. Hij dwong zich tot bewegingloosliggen, uit vrees dat Aleida ontwaken zou. Door destilteverbreking van zijn binnenkomen en uitkleedenhad zij heengeslapen. Zijn horloge had hij nog in destudeerkamer opgewonden en de deur der slaapkamerhad hij eerst geopend, toen de uitgeblazen kaars nietsgeen nawalm of gaf. Alvorens, zoo geruchteloos alszijner stramheid mogelijk was, zich behoedzaam tovlijen in het lit-jumeau, had hij, staande, in een oot-moedssmeeking, zijn gemoed uitgezucht naar zijnenGod. Geknield bij den stoel naast zijn bed was hij niet.Heel de avond met den voornacht was een aanroepengeweest om ontferming. Nu lag Ds. Wedelaar ietwatonthutst. In de eenzaamheid der nachtelijk-stillestudeerkamer had hij niets geweten dan nooddruftnaar de goddelijke lankmoedigheid en smartelijkeliefde voor den afgedwaalde. Niets van buiten wastusschen zijn denken en bidden in gekomen. Hieromgaf hem nu ander leven. Hij lette angstvallig op,of de slaap van Aleida geregeld was. De schrikkelijketijding had de lieve zoo droef doen ontstellen. Nu

Page 187:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

184

door Gods goedheid een tweede wezen meegenootvan hare rust, was het onwaardeerbare evenwichtvan haar gestel hem een geruststelling, waar hij nietdankbaar genoeg voor zijn. kon. Uit de kamer derkinderen deed een vreemd geluid hem schrikken.Angstig luisterwachtte hij, bevreesd voor een nieuweverkoudheid van Jopie. Doch nu hoorde hij: het wassnorken, en herinnerde zich de klacht van Aleida,tijdens Dina's ziekte, toen Neeltje ook hier sliep, datdeze wel ronkte. Als het Jopie maar niet hinderde!er was zoo weinig noodig om dien te doen. wakker-schrikken. De engelachtige, teere knaap! zoo fijn-gevoelig, in alles zoo fijn. Wat mocht er in Gods raads-besluiten voor hem staan geschreven? Ach, die ont-zettende valstrikken der zonde, waarin de jongelingengeraken. „Meer liefhebbers der wellusten dan lief-hebbers Gods." Her' was rein en godvreezend geweest.Wat al kwaad kwam niet voort uit onkuischheidlHoe had onder haren druk de leugen zich opgetastin dit jonge gemoed! 0, Wedelaar wist het nu — hierstond Satan. Karakter, geweten, kinderhart, doorzinnelijke zonde tot lompen verscheurd. De zonde,welke zelfs de heidenen zonde noemden. Welk geeste-lijke zonden waren ook bij Her' niet voortgekomenuit deze! De menschelijke natuur laat niet toe, gerui-men tijd anderen te bedriegen, zonder ook zichzelfte bedriegen. Ook de Farizeeên bedrogen zoowelzichzelf als anderen. Zij wisten niet, dat zij huichelaarswaren. En zoo was het mogelijk, dat Her' zich alshad ingespind in de leugen. Een andere verklaringvoor de brieven van December wist de wader niet tevinden. Het menschenhart is zoo bedriegelijk. Vanwat al vermag het zichzelf te overreden! Toen degruwelijkheid en de vloek der zonde Her' in wanhoop,in doodsangst brachten, toen kon hij hebben gedacht,

Page 188:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

185

het nog, of nog weer, „goed te maken," door aan denHeiligen Dienst zich te wijden; en kon hij zelfs daarbijhebben vergeten, dat met verheimelijken en liegende lijst zijner zonden slechts langer werd. Hoe andershet onberaden verzoek in zijn niet verheelde, dol-driftige plotselingheid uit te leggen? De wanhoophad het ingegeven. Had Her' met het plan vertrouwdgemaakt, als met een mogelijke uitkomst. Want neen,neen, dat het Mies opzettelijke, welbewuste leugen,louter een schijnverzoek geweest was, deze schanddaadwas niet aan te nemen. De afgedwaalde ligt nedermet ketenen aan de hielen. Hij heeft oogen van glasen handen van hout. Zijn beneveld verstand tobt zichof in blindheid omtrent zichzelf en omtrent de werkelijk-heid van alles rondom hem. Doch tot de domme slecht-heid van zoo met het heilige te spotten, enkel om, inde benauwing der schuld, zijn vader een rad voor deoogen te draaien, daartoe kon Her' niet zijn gekomen.Het bij-oogmerk was bedroevend genoeg! Wat lage,armzalige, zelfzuchtige beweegreden! Het berouwte paaien met een goedmakende daad — het hoog-heerlijke, hoogheilige slechts als een zoenoffer tebegee rent Ach' Doch eronder schOO1 hetberouw. Zoo dit nu maar duurzaam mocht zijn ge-bleken

Een zelfverwijtende gedachte vlijmde weder hetvaderhart. Als om een pijn sloeg Ds. Wedelaar, onderhet dek, de hand aan de borst. Het berouw had nietgeduurd, doch Her' was ook aan zichzelf overgelaten!Het verlof om met Kerstmis weg te blijven, was eendroeve vergissing, was onvoorzichtig, nalatig geweest.

Ds. Wedelaar gevoelde een benauwing van zijnvaderlijke zwakheid. Zij had hem dezen lijdensdagtelkens gefolterd, gelijk in de weken van Herman'sbrieven, doch nu met het besef van den slechten rent-

Page 189:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

186

meester, die het hem toevertrouwde zeker verlorenweet. Hij had eene ziel veronachtzaamd en het wasde ziel van zijn kind! „Mijn zoon Absolom, mijn zoon!". . . . schreide het door zijn gemoed. Hij voelde zichkoud, lichamelijk onmachtig nederliggen. Wel haddende verschrikkingen Gods zich tegen hem gericht.0, hij verwierp de kastijding des Almachtigen niet.Doch hij, de herder van de gemeente, nalatig in zorg,juist voor dit schaap? . . . . Als zoovele vonnissendaverden de berispingen des Bijbels op het schuld-besef van den vader in. „Wee den herderen, die deschapen mijner weide ombrengen en verstrooien!spreekt de Heere." „Wee den nietigen herder, denverlater der kudde!" Ach, de woorden des Heerenuit EzechiEl: „Ik zal ze redden uit al de plaatsen, waar-henen zij verstrooid zijn, ten dage der wolke en derdonkerheid. Ik zal ze uitvoeren van de volken, en zalze vergaderen uit de landen, en brengen ze in hun. land".. . . . Daartegenover het droeve woord van Nahum:„Uwe herders zullen sluimeren" . . . . En Jezus' ont-ferming, uit Mattheus en Markus, met „schapen,die geenen herder hebben" Ertusschen kreundetelkens het klaagwoord: „Mijn zoon Absolom, mijnzoon!"

Over den pastorietuin, van den hoogen, kwamenslagen der torenklok door den nacht. Ds. Wedelaarhoorde ze niet. Evenmin sloeg hij acht op het, als eenuurwerk regelmatige, ademen naast hem van zijneAleida; noch op het, als onregelmatiger stooten denkamerwand doordringende snorkgeluid der dienstmeid.Ruggekromd, peinsde hij starende voort, en wist zichin donkeren winternacht, en voorzag voor dit leedgeenen dageraad. Hoe zou God zijnen toorn afkeeren?....

Page 190:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

TWINTIGSTE HOOFDSTUK.

ANGZAAM, opzettelijk treuzelend, hadHerman Wedelaar met Asal, den Egypte-naar, om en door Edinburgh Castlegeslenterd. Beiden liepen den tijd tedooden en stelden nog weer het naar-

huis-gaan uit. Asal was meegegaan om te praten enHerman hoorde het praten aan, omdat hij niet alleenwilde loopen. Zij waren gekomen langs Grassmarket,door die buurt met nog geestige dingen van oudheiden waar viak boven, rauw opeens, de rots opsteekt,met den burcht, geweldig. Asal had, zacht, vertelden betoogd; geheimzinnig, zoo zacht, en altijd har-monisch; vrij zuiver, zijn Engelsch, en dan zoo wel-luidend. Nochtans luisterde Herman verveeld. Entoen zij op de esplanade waren aangekomen, plotselingop die hooge ruimheid, zorgde Herman voor eenigenafstand. De toeschouwersgroep was klein, vandaag.Het was geen weer om te zien exerceeren. Een ietwatverhavende reverend stond, met twee beslist anti-modieuze gezellinnen, te midden van volkskinders,een paar giegeljufjes, die men zelfs in Schotlandheeft, en eenige mannen: een vasten getrouwe: stram,gekromd oudje, dat blijkbaar nooit een dag verzuimde,de oefeningen der highlanders aan te zien. Die reverendwas werkelijk grappig en het plein was als altijdmooi en de uniformen deden het steeds; al de rijen

Page 191:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

188

pronkfiguurtjes stonden op de wintersche grijsheidvan het oude hofplein even keurig-recht en grillig-kleurend, als Herman zich de velden bloeiende tulpenherinnerde in wintersch voorjaar bij ons om Haarlem.Kranige kerels waren er onder, al kwamen de meestenniet uit het hoogland; doch zij waren vooral kostuums,en hun onschuldig staan-en-verplaatsen had Herman,terwijl hij even geeuwde, doen denken aan Jopie'sbelegeringsspel.

Toen het te koud werd, was hij doorgeloopen enhad Asal nog meegekregen, de glibberige trappen,voorbij Argyll Tower, op naar de bovenste batterij,waar een, toch al bejaarde, highlander, het kleinemutsje koket scheef op, de armen gekruist, bij MonsMeg, het oude kanon, zat niets te doen op de borstwering,luchtig en op zijn gemak, of het volstrekt geen winterwas. Even hadden zij daar getalmd. Mist beet de stad haarvormen af, de stage ellende van Edinburg, die flardennevel, die alle genieten van vergezichten onmogelijkmaakten. Herman hield van dit staan op een lioogte.Hoe lang hij nu al in Schotland toefde, klimmen env6Or verschieten komen, het gaf hem nog altijd vol-doening, verruiming. Doch vandaag was het troosteloos,heel de prachtstad lag in 6en vies-grauwen damp.

Rillend, op eenmaal van koude bevangen, wenddeHerman zich om en keek in de gazellenoogen vanden Egyptenaar, die geduldig wachtte. Dezen zei diestad niets, ook niet bij zonlucht. Herman maakte eenschimpscheut op het weder; hij haastte zich weg: nunaar beneden! en gedwee voegde Asal zich opnieuw naarzijn wensch, door zwijgend te volgen, wel begrijpend,dat de Hollander nu toch niet luisteren zou. Zij liepensnel, om warm te worden. Herman hield van dezebuurt. Hij had dolgraag een onderdak gevonden,daar, in de stichting van Patrick Geddes; doch meneer

Page 192:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

189

Van Woest had hem in dat pension van Mrs. Knightgestopt en hij was er nu eenmaal gebleven.... 0, hijmoest er niet aan denken. Al die armelijke triestheid.Wat lag University Hall heerlijk open. En dan hanpension in die dooie straat....

Onwillekeurig verlangzaamde hij zijn gang enonmiddellijk schikte Asal zich ook daamaar. Vriendelijklachten de fonkeloogen den metgezel nu even toe. Envoorzichtig begon Asal weer te praten. Zijn cape losom zich geplooid als een boernoes, liep hij, met zijnwelluidende stem, zacht van het Verzet te vertellen,in zinnen, die aandeden als litanieen, waar woordenvan abstract-vage hevigheid iets onbestemd-gevaarlijksaan gaven, een ongewisse kleurigheid, als steenenvan onzekere waarde aan een oude metalen keten.Herman vond het soms interessant. Zijn omgangmet den Egyptenaar was eigenlijk van de laatsteweken. Asal woonde sinds het begin van den cursusin hetzelfde pension met hem, doch lang gewandeldhadden zij nooit en evenmin thuis zich afgescheiden.Herman had vaak opgemerkt, dat er onder de anderestudenten van het pension waren, die lange gesprekkenmet Asal voerden. Deze wist zooveel, en zoo velerlei;hij nam in door zijn zacht welluidend spreken; hijbehoorde tot een andere wereld en boeide met eeneigen beschaving, welke innerlijk en uiterlijk met deEuropeesche verschilde en nochtans telkens trof doorgansch onverwacht overeenkomstigs. Ook aan deSchotten en Engelschen verborg hij zijn dwependverlangen niet naar een eigen vrij Egypte. Zijn groot-vader was gesneuveld in den oorlog met de Turkenen zijn oudste broeder gaf te Parijs een anti-Engelschmaandblad uit. Herman, die in den zomer, toen zijnhekel aan de medische studie hem onder anderenvervuld had met een avontuurlijk verlangen naar

Page 193:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

190

Indie, voor het eerst Multatuli was gaan lezen, dweeptegretig mee voor Egypte en overtrof zijn kameraad inhet afgeven op de Engelschen. De telkens weer opgevattegesprekken waren hem een welkome afleiding; hijkon er zich gemakkelijk bij opwinden en had zelfsAsal verrast, toen de heugenis van een boek, in vadersstudeerkamer doorgekeken, hem bijzonderheden te pasdeed brengen uit toestanden van het heel oude Egypte.

Dezen middag luisterde hij met moeite. Asal letteop geen omgevends, zoodra hij, sprekende, hardopkon droomen; en Herman werd daar kregel onder.Wat hem den dag te voren gevleid had: dat voorbij-gangers den jongen man, die zoo vreemd zijn manteldroeg, nakeken, ergerde hem nu; en toen Asal, al maarmet zachte stem voortredeneerend, zonder groetenvlak langs studenten heen liep, viel Herman hatelijk uit.

Hij kon dat met-een-ding-vervuld-zijn niet dulden.Al op het gymnasium was hem verweten, dat hij zijnaandacht zoo moeilijk bijeenhield. En nu ... . o, hijverwenschte Asal! Want nu kon hij, die zich altijdze5 gemakkelijk liet afleiden, evenmin nalaten telkensaan hetzelfde te denken. In woedende wanhoop be-nijdde hij den Egyptenaar diens hooggestemdheid,daar hij nu even afgetrokken, doch bezig was met ietsellendigs. Eerst op het college, nu met een Langewandeling, had hij vergeefs getracht, zijn gedachten totrust te brengen: — of van dat eene, ellendigs, den brief.

Dien ochtend had de brief er gelegen. Onmiddellijkwist hij zeker: de brief. Wat had hij al niet verwachtsedert maanden! Eens had hij, thuiskomend, gevraagd,of er geen telegram voor hem lag, enkel omdat hij dennacht te voren, half wakende, half nog in den droom,met een telegram achtervolgd was. Gestadig voeldehij zich onveilig als een gevonniste, wien in hechtenis-neming bedreigt. Hij had zich voorgesteld, dat Vader

Page 194:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

I 91

plotseling v6Or hem zou staan, of meneer Van Woestzou komen, of er was aan den Lord Rector geschreven.Studenten met hooge beren hadden iets van zijnangst gekend, doch niet die diepe vrees-en-wroeging,dat radeloos vragen: wat zou er gebeuren? De eerstebrief van Dina, met het onmogelijk wanstaltig adres, hadv6Or de bezorging DSO gezworven, dat Mistress Knightom het couvert verzocht had, voor haar neefje, die eenverzameling aanlei. En onmiddellijk had hij begrepen:van haar. Van wie anders kon dat zijn! Maar dat zijschrijven dorst! Naar hier 1 Hij had er gauw ommoeten liegen: 't kwam van een nicht, die niet welbij het hoofd was. Glimlachend had hij den briefdoorgezien met een gevoel, of hij weg zou zinken....Dina was zwanger en schreef over trouwen . . . . Lachendhad hij hem in den zak gestoken en nog zoo ietsgezegd van: „droevig, kinderpraat van een volwassenmeisje" .... Later had hij zich verwonderd over zijnhandig komediespel. Maar de ag, en de racht, metdat eerste briefje! Met voor het eerst die bonk op hetlijf. En de nachten, de dagen erna. Al de plannen en alde angst. Toen haar brief kwam met haars vadersadres achterop, had hij begrepen: nu gaat ze dreigen.Hij wilde hem ongelezen verbranden en angstig hadhij hem toch geopend. Ze dreigde niet, schreef netals vroeger, dat nederig, klagerig verzoeken, stijvezinnetjes hanepooten — het was wel goedig, mg..5.r zehield aan, en het had hem nog radeloozer gemaakt,dat ze goedig deed en bescheiden. Elke brief van huiswas een kwelling en telkens kreeg hij hem juist aanden lunch. Telkens het onverschilligheidsspel, eenglad of blij gezicht bij het lezen—en telkens de foltering:wat zou er in staan? De brief, die komen moest —over dat eerie. Geen gezwam als over zijn theologie-plan;het konden enkele regels zijn....

Page 195:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

192

Nu dien zwaren dikkert ontvangend, had hij tochterstond begrepen. Hij had hem in den zak gestoken.DM met een effen, tevreden gezicht. Onverschilliggepraat, tot hij weg kon. Daarmee was een dinggedaan: het ontvangen. Hij was er, de brief, hier inzijn colbert, het ellendige ding was gekomen: wat hij zoolang had verwacht en als bijna-zeker vooruit geweten, hetwas niet weggebleven, God had het hem niet bespaard,het was er. Als iets doodelijks was dit besef. Langzaamwas hij de trap op gegaan. Hij voelde licht en moetegelijk. De deur van zijn kamer had hij laten aanstaan,doorloopend tot aan het venster. Toen hij den briefuit den zak had genomen, had hij bedacht, dat de deurnog aanstond. Toen hij de deur dicht deed, bij dienplof en den knars van het slot, was het, als werd eraan hem iets gesloten, iets dat nu dicht was, vooraltijd dicht. In een plots'ling verzet, als tot zelfbehoud,had zijn tegenzin deze uitvlucht gevonden, dat hij metlezen zou wachten tot 's avonds; dat de schrik derontvangst genoeg was voor nu. Gegooid had hij hetding in de kast, nog nagevoeld: ja, goed gesloten,en toen gevlucht uit huis, naar college.

Doch daar had hij niets begrepen en naar Asal,nu op de wandeling, had hij nauwelijks geluisterd. Hijhunkerde eindelijk naar huis — om te weten! Deuitval tegen zijn metgezel, omdat deze een paar luiniet gezien had, was een uit ongeduld bruskeeren.Asal vroeg, of hij liever naar huis wou. Voor dendweper beteekende de wandeling, beteekende heelde omgang niet veel anders dan een gelegenheid omover Egypte te spreken, over het verzet, de vrijheid.Nu het Herman niet interesseerde, deden ze beterthuis te gaan werken. Vlak bij Princes Street draaideAsal af, of het vanzelf sprak dat zij keerden Dezetoegevendheid maakte Herman verlegen. Hij wild

Page 196:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

193

iets doen om goed te maken. Openhartigheid, meendehij, was een middel. En zich inbeeldend, dat hij oprechtdeed, gaf hij toe aan den drang om er van te spreken,zei dat er een brief van huis was gekomen, een briefom een question, een question of love.

Toen hij het woord, uit eigen mond, hoorde, hinderdehem de valsche klank.

* * *Onder den dinner sprak hij haast niet. Asal zag hem

een paar maal aan, wat hem niet ontging. Die dachtnu natuurlijk onjuiste dingen, sprak er misschienmet anderen over. En hij had alweer gelogen. Hetwas onnoodig geweest, iets te zeggen, en althans ver-keerd, Asal dit te zeggen. Hij werkte zich telkens innieuwe moeilijkheden en dat eene was erg genoegWat zou Vader schrijven? Ook vinir het eten, bij hetwasschen voor dinner, had de moed om den brief telezen hem ontbroken. En het moest toch — ja, numoest het.

Verwezen snelde hij naar boven, zoodra de maaltijdwas afgeloopen. De kamerdeur deed hij op slot. Toengauw licht gemaakt, °per} de kast — hij las. Vaderskriebelschrift, zes zijdjes. Even oogde hij hier, endaar; toen begon hij aan het begin. Ja, Vader waserg bedroefd. Het was ook vreeselijk voor Vader. „Alte licht toegegeven aan lusten." Al te licht? Vaderbegreep dat niet; hij had zoo'n ander temperament.„Bedrogen"? wie bedrogen? Vader? Het theologieplanbedrog tegen Vader?.... Herman schrikte. Neengelukkig, Vader geloofde dat toch zelf niet. Het zouvoorzichtiger geweest zijn, Vader daar niet zoo gauwin te kennen; van den lust om naar den Oost te gaan,had hij hem evenmin iets laten merken....

Rustiger las Herman voort. Vader was meer bedroefdDe zonde in het deftige dorp. 13

Page 197:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

1 94

dan boos. Hij had zondig gedaan — dat wist hij.Vader verweet het niet eens zoo hard. Schuldbewust,las Herman bezwaard. Hij besefte sinds lang, watdit zijn zou voor thuis. Als hij het niet-gebeurd konmaken ....

Beschaamd onderging hij het bedroefde berispen.Doch toen hij halverwege het vierde zijdje was gekomen,hield hij even op. In angstig-gespannen nieuwsgierig-heid liet hij schielijk de oogen gaan — eerst over hetslot van den brief, toen over de rest van het zesdezijdje, toen over heel het vijfde; zenuwachtig vertrokhij zijn stoel, las nu de rest van het vierde zijdje,sneller en sneller nog het vijfde, zijn blik gleed, regels-langs, heen en weer.... tot bij het slot: daar lang-zamer;— Vaders hand was daar onzeker, of de let-ters waren later iets gevlekt door vocht.... tochwas het to lezen.... en neen! er stond niets! ....

In een nog-niet-durven-gelooven bleef Hermanover den brief heen staren. En nogmaals overzag hijden brief, zijdje voor zijdje, zinsnee voor zinsnee;niet alles lezend, hij wist wat er stond, nu; dooroogendvoor laatste zekerheid.

Nergens schreef Vader iets over trouwen!Nergens iets over wat moest gebeuren.... Zelfs

niet, dat Her' moest overkomen.... Niets over Dien....Herman zuchtte, verwonderd. Het was zoo vreemd.

Hij dorst niet gelooven, o God! als het toch eens niethoefde, niet hoefde 1

Beide handen in de zakken, ijsbeerde hij door dekleine karner. Telkens bleef hij even staan, telkenswoelde de hand door het haar. Als iets onbeteekenendslag nu de brief. Dat hij dien een heelen dag niet haddurven openen! Dat hij maanden lang daar bang voorgeweest was. Dat die vrees hem had gehinderd, juist,nu hij weer aan het hengsten wilde.

Page 198:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

1 95

Die goeiige wader! Hij had hem miskend, toen Vader,tegen Kerstmis, al die lange bezwaren schreef tegenhet plan van theologant. Hij had toen al aan boosheidgedacht. Wat moest het idee niet voor Vader geweestzijn. Juist wat hij altijd voor hem gewenscht had . .Zelfs nu was er geen boosheid in Vader. Enkel be-droefdheid. Arme Vader. 't Was verschrikkelijk voorhem. Wat zouden ze spotten en schelden in 't dorp,laf, gemeen, achter Vaders rug. Vol Schadenfreudezouden de liberalen zijn. Dominee's zoon, die the) jetsgedaan had. Vader doelde daar zelfs niet op. En o, datVader het niet eischte . . . .

Herman griste de blaadjes bijeen en hield ze, dank-baar getroffen, v66r zich. Er vleugde een drang in hemaan om God te danken . . doch dat kon niet —zijn zonde bleef. 0, als God het hem kon vergeven . .Weer folterde 't schuldbesef in hem op. Die geschiedenisvan Amnon, waar hij telkens aan gedacht had. Amnon,bij wien „de haat, waarmede hij Thamar haatte,grooter was dan de liefde, waarmede hij haar had lief-gehad." Juist zoo voelde hij sinds maanden. Maartevens voelde hij mee: „want zij was eene maagd,zoodat het in Amnons oogen zwaar was, haar jetste doen."

Maar dat Vader schreef : toegegeven aanlusten" . Als Vader met zijn strijd-van-jaren bekendwas I Vader kon nooit zoo geweest zijn. Vaderhad evenwicht in zijn natuur. Dan is 't niet zoo moeilijk,rein te blijven. „Die van Christus zijn, hebben hetvleesch gekruist." Ach, hij had gestreden, gesmeekt.Onverhoord was zijn smeeken gebleven. Zijn gebedwas geweest als Kains offer, doordat de zonde aande deur lag. Dat had hij Vader moeten belijden,wat een obsessie die zonde hem was. Hij had nietgedurfd, niet gekund, al de jaren, juist doordat Vader

Page 199:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

196

zoo was en zoo deed, of hij nooit aan de moog'lijk-heid dacht van een overmacht in die dingen. Zelfsaan Leo had Herman niets durven bekennen, nadatdie hem tegen Cor had gewaarschuwd. Hij was vanhen beiden de oudste — en hij was de zwakke. Dat hadhem verlegen gemaakt en wrokkig. Hij had zich instilte beklaagd, omdat hij zich moest beschuldigen;en van Leo had hij tegen de jongens gezegd dat dieklikte. Toen, voor het eerst, had hij zich voelen ver-vreemden van thuis. Omdat daar niemand iets ver-moedde; de juffrouw natuurlijk niet; maar ook Vadernooit en zelfs niet Leo. Ze gaven niet om hem. Zezagen het hem niet aan, wanneer hij sterk was gebleven,en zoo min thuis als op school merkte iemand het op,wanneer hij weer had gezondigd. Ook van God hadjuist dat hem vervreemd. 0, hij had er Cor de Bruynom gehaat! Doch wanneer hij, bij George in de leer-kamer, met hem en Cor op de katechisatie zich voor-bereidde en Cor zei: „Zeg, laten we eens wat opzoeken,"dan voelde hij soms even ergernis, omdat die rijkelui's-zoontjes dat dorsten doen, terwijl ze te leeren haddenvoor zijn vader; maar hij deed mee, en ze lazen 't,en smoesden....

Met de obsessie tot de verboden daad, was de kwellendelust gebleven om over deze dingen te lezen. Ook hier,te Edinburg, vooral ook hier, althans in den eerstenstudietijd. En aldoor met het bewustzijn, dat hetongezond was. Hij maakte zich wijs, dat hij onderzocht,om te weten; doch telkens besefte hij aan zijn opwinding,wat een prikkel dit snuffelen was. Andere medischestudenten studeerden over ziekten en gingen zichonder het lezen verbeelden, verschijnselen ervanbij zich te hebben waargenomen. Zoover was zijnstudie nog lang niet. En hier behoefde hij niets vante weten. Het was een zenuwachtig vooruitloopen,

Page 200:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

197

een zoeken naar dingen die hem nog niet aan gingen,uit ongezond verlangen om over die dingen bezig tezijn. En dat hier in Schotland, waar het vele gezondevan den eersten dag af afgunst, maar ook verlangengewekt had. Hoe had dat verhaal hem getroffen vanBirrell, die een oudsten broer had van bijna veertig,getrouwd met een prachtvrouw, vader, man-van-positie, rijk, en voor wien, naar Birrell als iets dood-natuurlijks verteld had, cricket de grootste vreugde,de passie, het eenige dat hij niet laten kon, was. Hemging alle sport z466 slecht af, hij vond het tijdverlies,moeite-voor-niets, hij bleef het vier voelen, wat hijer nu ook van wist en nog hoorde.

Zou meneer Van Woest hem indertijd doorzienhebben, toen die met zoo'n nadruk zei: te Edinburg isalles gezondheid?

Hij had die ook hier niet gevonden. En toch hadhij zijn best gedaan. Den grooten, woedenden lust-in-lezen, dien had hij zich toch hier bezorgd. Wel, aan-vankelijk, veel over dcd. . . . Maar was dit toch ookniet het gewone eerste-jaars-plezier geweest, om nuen dan over de vervelende dingen van het studiebeginheen te springen? De belangstelling in het sexueelevraagstuk, als een zoo gewichtig element van hetleven, was maar een deel van zijn Sturm and Drangnaar kennis, begrip.... Die wilde drang was de crisisgeweest. Zonder Multatuli, niet dat mee'lij' met alle„xnisdeelden" en niet die roes van dweperijtjes,waarin hij de mooie Dien een slachtoffer.... en eenvrouw-voor-zich had gevonden. 0, dat ellendigeimpulsieve, waarmee hij zich zOOveel al wijs hadgemaakt. Het was geen trek van de Wedelaar's. Hijmoest het van zijn Moeder hebben. Als die was blijvenleven. . .. hoe anders! Maar thuis, met al dat adellijke....Ja, hij wist: hij was jaloersch. Ook daartegen had

Page 201:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

198

hij gestreden, gebeden. Maar hij was toch ook deoudste. Joop' had het ook al, van zijn clan primus inde kinderkamer! En iedereen gaf het meest om Leo.Vroeger niet, maar sedert „Mama." Zijn hekel aandie.... ja, Dien wist handig te intrigeeren. Alles hadsamengewerkt naar dat. Als professor Maudsley vlakv66r de vacantie niet zoo onhebbelijk was geweest, zouhij niet zoo moedeloos zijn thuisgekomen. Zonder datSchwarmen met de 'dean, zouden de chicdoenerij thuisen in het heele dorp hem niet zoo hevig hebben geergerd.En zonder de Max Havelaat had hij niet zoo vastgehou-den aan het idee van Indict. Alles had hij zich wijsgemaakt. En nadat hij het zichzelf op de mouw hadgespeld, was hij er mee bij Dientje gekomen, die zichgretig had Men spelden, omdat ze zoo dolgraagMevrouw genoemd was.... Ach, die meid! Het wasnu zoo. Hij had haar toch wel veel te danken. Zijnobsessie was hij kwijt. Tot welken prijs! o, als hijdoordacht.... Hij herinnerde zich, hoe afgrijselijkcynisch hij het had gevonden, toen Van der Waardente Utrecht, na een trip naar Amsterdam, op verwijtenomdat hij, een geloovig student, den nacht in eengemeen-huis had geslapen, had geantwoord: „dievrouwen willen het zoo, nooit zal ik een eerbaarmeisje iets vragen." Toen had hij nog zijn recht vankritiek. Toen alleen nog gezondigd tegen zich-zelf.'t Was verschrikkelijk dat hij dit had gedaan. Hijvoelde nu zijn schuld ten voile. Juist nu, doordatVader geen huwelijk eischte. — Hoe had hij zichdat voorgesteld, al deze weken! Ook Vader zou hetonmoog'lijke voelen. Dinawas voor hem noodig geweest.Ze vond wel een man. Zoo'n mooie vrouw! In haarstand; een vent, die haar dit zou vergeven. Een bandhad de brief van hem afgenomen. Nu voelde hij zuiver:meelij, schuld. Sedert haar brieven was 't haat-van-

Page 202:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

1 99

angst. De omgang met haar had hem verlost van zijnobsessie. 0, dat besef van zijn macht over haar! Dathad hem gegeven macht-over-zichzelf. Wat anderenhebben uit zichzelf — de meesten, doordat ze kalmvan aard zijn en niet zoo erg veel hoeven te strijden,maar toch ook veel jongelui, doordat ze van-huis-uitkracht tot zelfbeheerschingbezitten. Heel zijn jongenstijdzag hij zwart. En op den bodem van het zwarte lagdat obsedeerend verlangen. Toen zijn geloof nogkinderlijk was, wroette die obsessie als de verleidingom iets te doen, dat God niet goed vond. Later, in deverharding, had de obsessie het meest hem van allegodsvrucht vervreemd. Toch was toen w61 angstvoor Gods straf gebleven. 0, hij wist het zeker, al zouhij heelemaal ongeloovig zijn geworden, iets van dienangst, d.w.z. van het besef van Gods macht, zouhij altijd hebben gehouden. Zoo'n gevoel-waarin-men-is-opgegroeid blijft een mensch zijn leven lang bij.Godloochenaars, die uit een kalvinistisch gezin ge-boortig zijn, houden vaak in hun levensbeschouwingde strengheid van het kalvinisme. Voor de predestinatiestellen ze het determinisme. Hij dacht aan wat Lewis,als praktische Amerikaan, verleden zomer tegen hemhad gezegd: „Als God niet bestaat, nu, wat heb jedan minder gehad in het leven, jij, die een ernstigintellects-bestaan wilt, door aan Hem te gelooven?En als God wel bestaat, dan beslist het geloof over jeeeuwigheid." Dat had hem geergerd als kwetsend-praktisch, hoewel hij toen meende, niets meer tegelooven. 0, wel was hij ver heen geweest! Een-en-alontevredenheid, opstand. De vrienden. uit Amsterdam,van de Vrije, hadden zich van hem losgewikkeld.Kalfsleven alleen was blijven schrijven. Had hemgesmeekt: zeg mij, wat je hebt. Dat de hartstochtalles zwart-en-rood voor hem maakte, bij al wat hij

Page 203:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

200

zag tusschen hem en het geziene in stond hij had hetook dezen vriend niet beleden. Nooit had hij het aaniemand bekend. De obsessie had alles voor hem totiets ongelukkigs gemaakt. Nergens had hij gelukgezien. Want wat had hij voor in een Leven-der-zinnen?Hij was niet vroolijk, geen prettige prater, niet lenigvan lichaam en hij was leelijk; en het ergerde hem,dat hij leelijk was, zooals het hem vroeger op schoolhad gehinderd, dat hij te stijf, te onhandig en nietsterk genoeg was, om flink mee te doen bij de spelen.Hij herinnerde zich, dat Leo eens van freule Constancehad gezegd: „Gek, ze is zoo leelijk, en toch kijkt ze vaakin den spiegel;" en dat hij met verbeten wrok hadbedacht: ook leelijk te zijn en ook telkens in denspiegel te kijken — met de hoop, dat hij een keer zichmee mocht vallen. Dien avond had hij half gehuild,om het besef, hoeveel waarde het uiterlijk heeft,juist in al het streven en dingen, in den vreeselijkenstruggle, naar de bevrediging van het verlangen, dathem kwelde sedert zijn elfde jaar.

Van den zomer was hij er van verlost. Dina's ge-willigheid had hem verlost. Het was niet haar toegeven,toen, dien nacht. Het was hun heele verhoudinggeweest. 't Besef bij haar geen weerstand te vinden —en geen weerstand, en geen weerzin. Zijn energiewas opgelaaid, zoowel in die dagen, tot het middelen-vinden om haar te trekken; als erna, van stille voldaan-heid. Een wrevel was van hem afgevallen, een triestezwaarte van zijn gemoed, een vooringenomenheid uitzijn geestesgesteldheid geschoten. Hij had blijheidgevoeld, de vreugde-van-het-leven, hij was een andermensch geweest, doordat dit hem toeviel. 0, wat hadhij het wel begrepen, dat de Franschen dit noemenune bonne fortune .... Tot — niet als dagelijkschekwelling, maar wel als bewustzijn zijn schuld er weer

Page 204:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

20/

was. Ontlast voelde hij zich van een obsessie, dochbelast met een schuld, vooral ook voor God....

Nu wist hij — ook dat was bevlieging geweest.Zelfs hier in het pension stond hij bekend als de mander impulsiesl Maar de behoefte om een ander menschte worden, na die zoete zonde, nu t6ch bedreven,had hem tot het theologieplan gevoerd, veel meerdan de hekel aan medische studie. En Vader, die hadkunnen gelooven....

Enfin, daar moest hij nu niet aan denken. Vader waswaarlijk niet streng tegen hem! Te minste, als nieteen tweede brief .... Och, neen, dan had Vader er nulets van geschreven.... Of.... zou Vader er nog nietaan hebben gedacht?! De goeiert was zoo weinigpraktisch! Zou Mama.... neen, die kon het nietwillen — nets voor haar, zoo'n mesalliance, diemochten enkel baronnen doen. Toch moest hij rekenenmet Mama. Hij zou. . . . ja zeker, zoo was 't het beste....

In gedachten neergezeten, had hij niet gelet op dekoude. Nu hij opstond om postpapier te krijgen, rilde hijen overlegde, of hij zijn brief beneden zou schrijven.

Juist werd er geklopt. Het was Asal. Of hij narigheidhad.... met dien brief en die question....

— Neen, zei Herman, integendeel. lk geloof, datde boel heel goed voor mekaar komt. Dank je wel,knikte hij Asal nog na.

Het was toch maar beter hier even te schrijven. Kort.Het moest, het mocht niet lang zijn. Ja.... Zoo ....En hij schreef : „Lieve Ouders!" — Dan kreeg hijMama misschien op zijn hand. En toen, als begin vanden brief, uit Lukas, de bekentenis van den verlorenzoom „Vader, ik heb gezondigd tegen den hemelen voor u en ben niet meer waardig uw zoon genaamdte worden" . . . .

Page 205:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

EEN EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.

E freules van Lakervelde waren metrijtuig naar stad geweest. Dien rit dedenzij elken winter tweemaal, na er ver-scheidene weken te voren samen overte hebben gesproken, en na een veertien

dagen te voren over den dag en de dagverdeelingmeer dan 66n briefje te hebben geschreven. Hun neef,de oudste zoon van hun overleden broeder, was erluitenant-kolonel bij de veld-artillerie. Bij hem konaltijd worden gestald.

Hugo was in zijn huwelijk niet gelukkig. Paulinewas een zeer overspannen vrouw. Hugo had haarwillen en moeten hebben. Zij heette een beaute, alsjong-meisje. Zij had schandelijk met hem gecOquetteerd.Er waren affreuze dingen gebeurd, die Hugo's vader,in het laatst van zijn leven, zich ontzettend had aan-getrokken. Een duel met iemand van de Portugeescheambassade, die Pauline te Scheveningen had leerenkennen, was door het bedekte intermediair van denminister van buitenlandsche zaken, een germainneef van Pauline's moeder, op het laatste momentgelukkig verhinderd. Die Portugeesche meneer hadons land moeten verlaten. Maar sommige menschenhadden gestookt en er was in Den Haag, schandelijker-wijze, een uitlegging gecolporteerd, althans 66nigszinsin het nadeel van Hugo. Zijn vijanden, of zijn mede-

Page 206:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

203

clingers, hadden hem daarmede weten te contrarieerenaan het hof — hij was geen ordonnance geworden.Vooral zijn eerzucht had geleden — het was ook beslistonrechtvaardig geweest, maar zoo iets ondervindt menwel meer in het leger. Toch zou naar de overtuigingzijner tantes, de frivole omgeving van Den Haag voorzijn huwelijksleven nog ficheuzer gevolgen hebbengehad. In de kalmere provinciesteden had Paulinezich moeilijk geschikt. Nu ging zij telkens buitenslandsen bleef hun goede neef alleen. Hij had een niet ge-makkelijk leven. En helaas waren de troostgrondenvan het Evangelie nog altijd niet tot hem doorge-drongen. Daarbij had hij geldzorgen gekend. Om tekunnen voldoen aan de enorme eischen van hun trainde vie, met die vele diners en de dure reizen van Pauline,had hij zich laten vinden tot speculaties. Een zomerwaren de freules een voile twee maanden in Interlakengebleven en was hij met zijn gezin op Beuk-en-Beekgekomen; — hij moest dagelijks heen-en-weer gaan.Jan van Loodijck had toen raad gegeven en hem inkennis gebracht met meneer Ingel, die wel geenbankierskantoor had, maar bijzonder au courant wasvan alle fondsen. Door den dood van Pauline's moederwas de precaire toestand geeindigd. Hugo kon zichruim bewegen. En zijn geluk vond hij bij zijn Claartje,het lieve petekind der freule. Van Paul, die in derechten studeerde, had Hugo niet zooveel plezier.In dien jongen stak helaas de natuur van zijn moeder.Claartje kwam nu en dan logeeren. Zij had de Genadenog niet gevonden, haar principes waren wel wankel,maar toch had zij beslist iets serieus'.

De tantes waren nu opgeschrikt door een kort, liefbriefje van Claartje: of zij op Beuk-en-Beek gewachtkon; Mama ging naar Nice, Papa zou haar brengen.Juist hadden de tantes samen gesproken over een

Page 207:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

204

winterbezoek aan de stad. Zij hadden nog aan niemandgeschreven. Doch Claartje's brief had hun onrustgegeven; zij wilden Hugo beslist nog spreken, veerdit plotseling vertrek. Daarom hadden zij geantwoord,dat zij Claartje in stad zouden halen met rijtuig engaarne kwamen dejeuneeren.

Het moest erg a l'improviste gebeuren. En freuleConstance was reeds verkouden. Doch ook Hugo'sreisplan was onverwacht, en de tantes wilden zichinformeeren, hoe dat nu weer was opgekomen. Zoowaren zij naar stad gereden, doch hadden Hugo maareven gesproken; hij kon er niet zijn aan het dejeuner;door zijn aanstaand verlof was zijn tijd zeer bezet.Om half drie was freule Clara in den coupe van Hugohaar boodschapjes gaan doen met Claartje; en hunlieve vriendin mevrouw Kruisdoom, de weduwe vanDominee Kruisdoorn, die de freules anders nooitnalieten in haar huisje aan den Gedempten Burgwalte bezoeken, had, nog veer het dejeuner door eenbriefje van Claartje gewaarschuwd, wel naar Hugo'shuis willen komen; — freule Constance had haar meteen vigelantje laten terugbrengen.

Hoewel zij zich, dus, in de stad niet vermoeid had,was de dag te inspannend geweest voor freule Constance.Ook had zij er zich nerveus gemaakt. De reis naarNice was werkelijk niets dan een doordrijven vanPauline gebleken; Hugo was genoodzaakt verlof tenemen, of zijn vrouw zou weder alleen moeten gaan.Zij reisden samen met de Geelvinks, die menschen opwie hij niets gesteld was. En Paul ging ook, de volgendeweek. Te Nice kwamen feesten, van Carnaval....Pauline was nog altijd even frivole; haar gezegdenecceureerden de tantes. Het was hun een troost, datClaartje er niet naar taalde om mede te gaan. Och,die spottende manier, waarop Pauline gezegd had,

Page 208:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

205

dat sommige jonge meisjes tegenwoordig veel te ver-standig waren voor Nice; en die trieste blik van ver-standhouding, waarmee Hugo daarbij zijn dochteraanzag . . . .

Nu freule Constance, huiverig en met hevige hoofdpijnthuisgekomen, al twee dagen haar kamers Weld,was het Claartje nooit te veel haar gezelschap tehouden. Telkens kwam zij uit zichzelve, allerliefstlachend, bij tante binnen. Ook dezen ochtend zatze op haar vaste plaatsje aan het voeteneind derchaise longue, waar Mijntje de freule uit de slaapkamerhad heengeleid. De freule wachtte nu den dokter;Hendrik was om hem gezonden, daar zij ontwaaktwas, heesch en met keelpijn. Claartje's gezelschapwas een heerlijke afleiding. Nu en dan een teugjenemend uit het glas melk met water, dat Claartje,heel lief, van beneden had meegebracht, luisterdetante Constance naar haar, terwijl zij, met haar mooiestem, — in stad nam zij geregeld zangles — voorlasuit het boek van Atwater Mason, dat juffrouw Kuyperheeft vertaald: De Lelie van ons Vorstenhuis. Het boekwas heel interessant. Over de vrouw van onzen Zwijger,Charlotte van Bourbon, een van de edelste vorstinnentilt het Huis van Oranje. Die geschiedenis te Meaux, deverraderlijke ontmoeting van Valeria met Norbert,werd werkelijk op boeiende wijze verteld . . . . Het waskras, dat dokter Stork nu weer laat kwam. Zijn wegnaar het dorp ging langs Beuk-en-Beek. Waaromwas hij er nog al niet? Waarschijnlijk liep die manmet zijn honden; de zieken nam hij en bagatelle.Of hij zorgde weer kerst voor zijn armenpraktijk.De menschen op Het Veld gingen bij hem veer! Slinkerswas een andere dokter geweest. Stork zou bier nietkunnen blijven, hij deed waarlijk te nonchalant. Mis-schien was dan Herman Wedelaar klaar, dan zou

Page 209:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

206

die hem kunnen vervangen — een voldoening zoudat zijn voor zijn goeden vader; — als de liberalenin den raad maar niet weer de parti pris waren....

„Doodt den verrader 1 Scheurt den tijger in stukken!A bas le Cardinal!" las Claartje, met iets veranderdestem, doch zij brak af, om aan tante te zeggen, datdit het begin was van een nieuw hoofdstuk, „Zons-opgang onderweg" getiteld.

— 1k vergat die titel; lachte zij lief. Aardig, zooalsClaartje er in was! Nu las zij weer, rustig opgewekt:„Dwars door een waanzinnige, woedende menigte"Doch meteen werd de kalmte om hen beiden verstoorddoor het opengaan van de deur. Het was tante Clara.Zij was er na het ontbijt at geweest. Zij wist, datClaartje hier zat en voorlas. Zelve had zij Naar bezig-heidjes beneden. Wat bewoog Naar nu te komen....

Claartje had dadelijk opgehouden met lezen en zagde binnengekomene lief glimlachend aan.

— 1k stoor, bekende freule Clara. Zusje, leest menje niet heerlijk voor? Ik ben toch blij dat de dokter komt.Het is zoo guur. Hier is het lekker .... Kind, richttezij zich tot Naar nichtje; vindt je het heel erg als ikje vraag.... Heb je misschien iets te doen in je kamer?Mijntje zou je kunnen helpen. Ik zou gaarne evenmet Tante spreken....

— ....Wat is er? vroeg Constance verschrikt,zoodra Claartje de kamer had verlaten.

— Ja, wel iets droevigs, maar houd je bedaard! Hetbetreft een van de bojen van Aleid. Zij heeft mij netservan laten weten. Maar nu komt Hendrik uit het dorpmet een vreemde, treurige boodschap. Dina, dat meisjebij Aleid, zou zich hebben misdragen, zij zou er opeensweg moeten

En de freule vertelde nader, wat de koetsier, eerstin de keuken en daarna, op raad van Mijntje, aan

Page 210:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

207

zijn meesteres had overgebracht, als hem door meerdan 66n in het dorp verzekerd. Haar zuster vond heteen ongeloofelijk praatje, doch Clara verzekerde,dat Hendrik pertinent geweest was: „het heele dorpsprak er schande van."

— Afschuwelijk voor de lieve Aleid, klaagde nufreule Constance, en zij was het eens met hare zuster, datdie, dezen zelfden middag nog, een vizietje in de pasteriemoest brengen — natuurlijk, in deze penible omstandig-held, zonder Claartje, hoewel het meisje haar op-wachting bij Aleid nog had te maken.

Terwijl de zusters beraadslaagden, kwam Jan, dehuisknecht, den dokter aandienen.

— Eindelijk 1 zei Constance op vinnigen toon.Doch het bezoek was aanvankelijk aangenaam.

Stork toonde dezen keer nu eens werkelijk eenigebelangstelling. Hij erkende, dat men met de keel voor-zichtig moest zijn. Mijntje moest een eetlepel vanbeneden brengen voor zijn onderzoek. Onderwijlvertelde hij, van zevenen tot bij tienen aan een kraam-bed te hebben gezeten, wat zijn late komst verklaarde.Hij schreef niets voor, hij deed het zelden; wat emserwas uitstekend en de freule moest de kamer maarhouden.

— Nu, vindt u goed: tot overmorgen?— Dokter, begon thans freule Constance, onder den

invloed eener prettiger stemming toegevend aan haarnieuwsgierigheid. Weet 6 iets van dat dienstmeisje inde pastOrie?

Na den avond met Herman's ouders had Stork zichvoorgenomen, alle dorpsgesprekken over Dina of tesnijden. Hij antwoordde korzelig, wel te begrijpen, watde freule waarschijnlijk bedoelde.

- Dus is het zoo? .... We weten het alleen nogvan de koetsier.

Page 211:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

208

— Ja, Freule, het is helaas zoo.— Hoe naar voor uw neef en nicht, dokter! Dat

dat meisje zich zoo kon misdragen!— Het is zeker heel droevig, Freule. Maar als u alle

omstandigheden kent....Wat wilde die onaangename man daar nu weer

mee zeggen? Men kon met hem nooit in harmonieblijven. Moest de misstap soms goedgepraat worden?

— 1k vrees dat zonde zonde blijft, dokter.— 1k bedoelde alleen, Freule, dat men bij de veroor-

deeling van een verleid meisje, weten moet, wie ermet haar heeft gezondigd — als ik uw woord magovernemen.... Dus, tot overmorgen, nietwaar?

En met een glimlach, dien freule Constance aller-onaangenaamst vond, verliet de dokter de kamer. FreuleClara was hem voorgegaan en hield hem staandein de vestibule, om over hare zuster te spreken. Juistkwam Claartje door de tuindeur het huis in.

— Dag, dokter. Prettig dat ik u tref. Mag ik nudeze keer uw honden zien? U weet, uw belofte verledenjaar? ....

Dat eenvoudige, gezonde meisje, met haar niet mooi,=sr regelmatig en prettig gezicht en haar natuurlijkedistinctie, was wel een heel veel „jonger geslacht,"tusschen haar spoken van oud-tantes in! Blijken vanbelangstelling in zijn legendarisch geworden kennelplacht Stork kribbig of te wijzen; wezens als EmmyHovink hadden hem daar te lang mee vervolgd; dochdit aardige freuletje wilde hij gaarne ter wille zijn,en aan de mededeeling, dat zij, op elk uur van den dag,df zijn tuinknecht df de huishoudster kon treffen, dieNaar bij de honden zouden brengen, verbond hij hetvoorstel haar zelf te ontvangen, indien zij kon komenwanneer hij thuis was. De regeling bleek zoo gemak-keIijk niet. De dokter was thuis op z66 lastige uren

Page 212:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

209

— Komt u, wanneer u wilt, freule. De kolonie zalu op ieder uur verwelkomen.

— De kolonie?— Zoo betitelt het dorp mijn beestjes.

En lachend gaf freule Claartje ongedwongen dendokter de hand. Het gezicht der tante was strak gebleven.— Die zal toch niet bang zijn? spotten Stork's gedachten.Met eenige deernis dacht hij, in zijn vrijheidlievendheid,aan het vergulde-kooitjes-bestaan van zoo'n, toch„rnondig," deftig meisje.

De zonde in het deftige dorp. 1 4

Page 213:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

TWEE EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.

OEN Jan, de huisknecht der freulesVan Lakervelde, dienst doende als palfre-nier, dien namiddag aan de pastoriehad gebeld, verzette hij, die toch wistwat deftig geduld is, vijf malen het, in

een glanzig geribde schaftlaars gevatte, rechterbeenvan het trottoir op de stoeptree en van de stoeptreeop het trottoir; en twee malen lichtte hij de, op denrug in de linker rustende, rechter glace-hand tot opeen derde van de hoogte der huisbel, voordat hij, bijden derden aandrang, werkelijk voor den tweeden keerbelde. Telkens zag hij de' kop van de freule loerendoor de natte portierruit.

Na den tweeden bel werd er wel opengedaan, maarzoodra die korte prop van een keukenmeid hem onderde groote paraplu zag en het rijtuig achter hem, draaideze zonder hooren of spreken zich op 'er sloffende'toffels om, de huisdeur wagenwijd open latend.

Ongeveer twee minuten later hadden Hendrik enJan op den bok der langzaam wegrijdende equipagegelegenheid, de onaangenaamheid van den koudenregen to vergeten onder een kritisch-fantastischevoorstelling der waarschijnlijke keukentoestanden inde pastorie, nu mooie Dien nie' meer voor de' dagkwam.

Neeltje had de freule in de selon moeten laten, doch

Page 214:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

211

nauwelijks was de gangdeur achter de freule dicht, of deporte brisêe ging open en Aleida Wedelaar maakte zichtot den verpersoonlijkten deemoed, toen zij aan hare lievevriendin verzocht, de huiskamer voor lief te nemen.... —Als u weet, Freule, hoe het hier is . ...

— Lieve, daarvoor kom ik juist.Dus wisten ook de Freules reeds! Hoe kon het

anders, nu iedereen wist. Voor haar lieve ouderevriendin behoefde Aleid zich niet te beheerschen.Den zakdoek, lien ze in de hand hield, toen zij deFreule tegemoetging in de voorkamer, bracht zij,naast haar neerzittend, aan het gelaat.

— Het is zó(!) vreeselijk voor ons . ...Nu schrikte ook Freule Clara. Wat maakte dat

vrouwtje zich overstuur. Natuurlijk was het heeldroevig, zoo'n meisje; en voor Aleid zelve was hetlastig, zij moest opeens naar een ander zoeken; maarzij had toch ook vrouw Rietgors, die immers tweemaalin de week kwam. Ach, neen, een huishoudster waszij nog niet. . ..

— Vertel me eens, heb je al het oog op een noodhulp?— Och, Freule, daAr heb ik nog niet aan gedacht.

U begrijpt, we zijn zoo terneergeslagen . . ..— Lieve, overdrijf je niet wat? Ik begrijp heel goed,

het is een van je bojen, en alleen al uit christelijkenaastenliefde heb je medelij' met de verdoolde, maer . . . .

— 0, Freule, ik zie wel, u weet niet het ergstelDe freule bleek dal inderdaad niet te weten. Op

Aleid's mededeeling, onder tranen in het Franschgefluisterd, volgde, na een verschrikt: — Oh, fi donclder freule, een gedrukt zwijgen.

— Is het wel zeker? vroeg toen de freule.En Aleida vertelde. Wedelaar had terstond aan

Herman geschreven en den vorigen middag was hetantwoord gekomen: een bekentenis, kort en droef,

Page 215:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

212

wel vol berouw maar Dina had dus gean onwaarheidgesproken.

— Wedelaar hield nog hoop, tot het laatst....En weder begon Aleida te schreien.— Het is een zware beproeving voor jullie. Och, wat

zal Constance bedroefd zijn. Zij vond Herman altijdzoo sympathique. Je weet, zij had hem op Zondags-school . . . . Lieve, nee, heusch, je mOet wat bedaard zijn.Meer dan ooit heeft je man je nu noodig. De vrouwzij haren man tot een hulpe. Als jij je nu z66 nerveusmaakt.... Is het meisje naar haar ouders?

De freule vond het wel bezwaarlijk, dat Aleid hetmeisje nog wilde houden. Kon zij het onmogelijk afmet Neeltje, ook als vrouw Rietgors iederen dagkwam?

Toen beleed Aleid haar het zoete geheim, dat tot nualleen Wedelaar kende.

— 0, kindje....In het jonkvrouwelijk gemoed der bejaarde freule

schokte een schrik, die ook een verzet was. Zij dachtaan den vader, al z66 bejaard.... Door haar geestwarden schuchterend weerzin, berisping.... welkezich uitten in een zucht. Doch tevens besefte zij, dathet nu hair plicht was te helpen. Haar christenplichtwas, bier door te tasten. Hierom verzocht zij, datNeeltje naar het rijtuig zou uitkijken en Hendrikuit haar naam gelasten even van den bok te komen.Jan kon zoolang den teugel houden. Aleid vond welgoed, dat de man even 'bier kwam? In de gang washet licht gehoorig. De freule zou haar koetsier ver-zoeken, zijn oudste meisje af te staan. Die hielp haarsukkelende moeder in de huishouding, maar kon vooreen paar weken best gemist. Aleid kreeg dan tijd omeen noodhulp te zoeken en Dina moest bier vandaagnog weg.

Page 216:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

213

— Lijkt deze regeling je niet beter?— 0, nituurlijk 1Aleid stond al op om Neeltje te bellen. De freule hield

met een wenk haar bij zich. Hare hand vattende, zei ze,opziend naar de vexir haar staande:

— Nog jets.... Zij had hare stem gedempt, dochuit voorzichtigheid ging zij voort: .. Il faudra secourirla fille, comme elle rentre chez ses parents dans cetteposition. Vous lui payerez ses gages. Tout le trimestre,it vaut mieux. Mais quant au secours pour les parents,laissez-moi m'en charger, n'est-ce pas? . ...

— Lieve Freule, wat bent u toch goed IDe freule glimlachte bemin'lijk.— Leeft de wader van Dina ook nog? 0. Nu, laat

hij dan, of !Ater de moeder, zich Woensdag tusschentien en elf op Beuk-en-Beek aanmelden. Je weet,aan de deur van de oranjerie. Zeg dat aan Dina en stuurhaar dan wat vroeg naar huis. Wil je nu Neeltje vragenvan het rijtuig?

— Ja!Er klonk verluchtiging door den klank van dit ja. Zoo

dik als ze was, en zoo nauw de doorgang tusschenkanapee en stoel, keerde Aleid zich om met de veer-kracht van een Jong-meisje, wier bezorgdheid eentante heeft weggenomen. En toen zij twee passen hadgedaan, kwam zij naar freule Clara terug en boog zichom een kus op de voile te drukken, welke de freulein de ontsteltenis vergeten had omhoog te schuiven.Neeltje, in de gang, bij de op een kier gehouden kamer-deur, moest tweernaal de boodschap hooren, voordatzij begreep, wat ze had te zeggen. En toen liet ze denkoetsier nog staan op de mat, totdat mevrouw beldeen vroeg of het rijtuig nu nog niet v66r was. Hendrikging binnen, de kamerdeur sloot zich.... In deachtergang treuzelde Neeltje om, vol hoop, dat zij,

Page 217:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

2 14

door toe to schieten, zoodra de koetsier de kameruitkwam, vernernen zou, wat dit wel beduid had.En op de bovengang bij de trap, draalde Dina,angstig, verwezen — zou het soms iets zijn overhaar....

Page 218:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

DRIE EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.

AGEZIEN door de, bij gebogen houding,even schuins opkijkende knechts dersmidse; door de praehistorische bakkers-vrouw, achter suikerboon- en koekjes-flesschen; en door Berkemeier, van zijn

divan, waar hij zich boos maakte op Den GuldenWinckel, die zijn novelle in Nederland doodzweeg;verwijderde het statige rijtuig met de twee onbe-wegelijke livreibedienden langzaam zich uit de Komvan het dorp, toen Ds. Wedelaar, nog meer dan ge-woonlijk het hoofd gebogen, de natte parapluie dwarsonder den rechterarm, over het smalle kerkhof-padop zijn woning kwam aangewandeld. Hij had eenmoeilijken gang volbracht. Aan ouderlingen van degemeente was hij de zonde zijns zoons gaan belijden.Want zijn oudste had deze zonde bedreven. „Ik benniet waardig uw zoon genaamd te worden," had hijzijnen vader geschreven. Aleid had het eerst den briefgelezen. Lief had zij op den besteller gewacht, in denniet eens verwarmden salon, opdat zij den vader konvoorbereiden, indien de jongen schuldig moest blijken.Her's brief was kort, doch vol berouw; valsche schaamtescheen geenszins zijn hart te verharden; doch niet tegen-over zijn aardschen vader voornamelijk moest zijneschuld hem doen buigen in 't stof. De zonde is als eeninktvlak, die het schrift onzer ziel verduistert. En

Page 219:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

216

het: „ik heb gezondigd tegen den Heere," dat David,na zijn overspel, sprak tot Nathan den profeet, hetontbrak in Herman's brief. De zonde verstoort alle ver-zekerdheid en er zijn zondaren, die niet verstaan,hoe zij tot de rechte kennis van hun zondelast moetenkomen. Ach, het: „tegen U, U alleen heb ik gezondigd,o, God! ontferm U mijner!" — mOcht de jongen hetkunnen bidden....

Van zijn droeve overpeinzingen geheel vervuld, tastteDs. Wedelaar, op de stoep van zijn huis door denherbeginnenden regen meedoogenloos gestriemd, inbeide broekzakken naar den sleutel, voordat hij,zOnvele jaren aan een ouderwetschen grooten gewoon,uit zijn vestzak den kleinen nam, van het tegenwoordigeslot, waar Aleid den Kerkeraad om verzocht had,toen de heeren op een Pastorie-avond waren. Kinder-gehuil deed hem licht ontstellen, doch juist kwamAleid van boven terug; het was Joop, die niet ophieldmet schreien, omdat Dina vanavond zou weggaan.

— Vanavond, lieve? En ik meende....Met een wenk, dat hij zwijgen zou, ging Aleid hem

in de huiskamer voor. Daar verhaalde zij van de op-lossing, welke freule Clara zooeven had bedacht.

— Dina kan hier niet langer blijven; er wordtto veel over haar gesproken.

— Ach ....De verdoolde moest IA dus overgeven. De gedachte

sneed Ds. Wedelaar door de ziel. Hij bracht de handaan het hoofd, dat nog klam was van den regen.

— Ik wil toch nog eerst met haar spreken.— Ja, ijverigde Aleid, het plan der freule met

dankbare gretigheid uitvoerend, het is beter, dat jijhet haar zegt. Ze krijgt haar voile loon van ons, overdrie maanden; het is ook nog maar tien dagen; maarbovendien wil de freule haar wat ondersteunen. De

Page 220:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

217

moeder mag Woensdagmorgen aan de oranjeriekomen. Tusschen tien en elf. Zeg jij dat aan Dina enbetaal haar dan uit.

— 0. Ja. — Ds. Wedelaar had aan deze dingennog gansch niet gedacht. — 1k bedoelde als herdermet haar te spreken.

— Vindt je het moeilijk, haar meteen te betalen?....Aleid begreep: het kon niet goed tegelijk. Wedelaar

ging trouwens nooit over geld. Zelfs onder juffrouwWilmerdink had hij er zich bijna niet mede bemoeid.

— Het is voor na den eten, deelde zij haar mannog mee. Mina Krook kan dan de kinderen uitkleeden,daar ik bij ben.

— Juist. — Het leek Ds. Wedelaar met beleid ge-regeld. — Ik wacht nu Van Loodijck, lichtte hij in.

— Loodijck? komt die hier?— Toen ik bij Dormser had aangebeld, ging hij

voorbij. Ik vraagde hem, of ik hem vanmiddag nogkon bezoeken, maar hij stond er op, bij mij te komen.

Aleida keerde zich naar de bel. Neeltje moest dangauw gaan zien, of de kachel op Dominee's kamerwel brandde.

— Zal ik thee zenden?— Och neen, liever niet.... 1k kan het Loodijck

altijd vragen. Dan bel ik wel.Aan het gebruik van namiddag-thee wende Ds. Wede-

laar moeilijk, doch om zijn lieve vrouw niet te grieven,haastte hij zich, de beslistheid van zijn aanvankelijkeweigering te verzachten.

Daar hij, boven komend, dien gevoeligen kleinenJoop nog met een huilstemmetje hoorde praten, liephij even de kinderkamer in, en deelde meteen fluisterendaan Dina zijn verlangen mede, haar vOOr haar vertreknog bij zich te zien in de studeerkamer. — Hoe vaak,dacht hij, deze deur intredend, heeft zij hier niet

Page 221:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

218

aangetikt, om mij te waarschuwen voor katechisatie.Zij was zoo attent. Had ook verder veel goeds. Ach,het is toch zoo innig-droevig !

Even later tikte Neeltje. Zij moest zeggen, datmeheer Van Loodijck d'er was.... Doch reeds kwamAleid, den bezoeker geleidend. In de kamer vroegzij zelve meteen van de thee. Van Loodijck bedanktemet vriend'lijke woorden.

En toen, alleen met hem gebleven, deed Ds. Wedelaarook aan dit jongste lid van den Kerkeraad de be-kentenis, waartoe hij dezen namiddag — wetend,dat Baron van der Waele, de president-kerkvoogd,van huis was — eerst broeder Dormser, daarna zijnveeljarigen broeder en vriend Lovink Halster, envervolgens broeder Smout, in het kantoortje achterdiens schilderswerkplaats, bezocht had. Het warennog slechts de eerste bezoeken. Tot de opzieners dergemeente in de eerste plaats, hoewel tot hen geenszinsalleen, moest de vader het van zijn zoon, doch ook debewoner der pastorie het van dit huis, en de herderhet van zijn verwaarloozing der schapen gaan belijden;zooals hij daarna zich zou verdeemoedigen, door zijnschuld uit te spreken tegenover de gemeente.

Jan van Loodijck erkende, iets over het geval vandat meisje te hebben vernomen. Nu zij in de pastoriediende, trok het geval vanzelf veel meer de aandacht.Maar niets was hem ter oore gekomen over Dominee'szoon. En hoewel hij de bedoelingen van Ds. Wedelaarzeer respecteerde, wilde hij toch vragen, of het noodigwas, dat deze zelf medewerkte aan het ruchtbaarmaken van dat.... detail: — het woord, gaf hij toe,was niet gelukkig gekozen, maar was het noodig,was het nuttig, de medisance vOOr te zijn? Bovendien,als Dominee, — niet de vader, maar de predikant —het rechtvaardig vond, van deze verleiding een zaak

Page 222:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

219

van kerkelijke tucht te maken, dan kon dit altijdnog gebeuren; het meisje was framers nog niet bevallen.Maar . . . . Van Loodijck was niet zeker, of hij Domineemisschien minder goed had begrepen — nil had hijden indruk, dat Dominee er iets als een zelfbeschuldigingop bazeeren wilde — en waarlijk, hierin ging zijnverantwoordelijkheidsgevoel te ver: niemand zouer aan kunnen denken, hem, den vader, eenigszinsaansprakelijk te stellen, moreel ook maar in hetminst medeplichtig, omdat zijn zoon zich onder vadersdak, met haar goedvinden, aan de dienstbode hadvergrepen.

Terwijl Jhr. Jan van Loodijck sprak — in denleunstoel, vOOr de kachel, evenwijdig met den schoor-steen, de lange beenen, zonder plooi in de knieEn,vooruit, den eenen voet licht op den anderen, beidearmen plat over de leuningen: recht en deftig-hoogvan gestalte; terwijl hij, met zachte stem, doch beslist,omdat Dominee's stemming hem gevaarlijk voorkwam:gevaarlijk voor het prestige der Kerk; zijn verwonderinguitte en zijn bezwaren, was het Wedelaar onmogelijkgeworden te blijven zitten; staande had hij aangehoord,en, de handen aan het voorhoofd, had hij enkele stappengedaan, zoodat hij nu den rug naar den spreker ge-keerd had.

Dominee's opwinding, welke den goeden man allevormen deed verwaarloozen, maakte Van Loodijcknog angstiger. Het vaderleed voerde tot fAnAtismeDoch nu stond de predikant weer vs55r hem. En Janvan Loodijck, Wedelaar aanziend, werd getroffenen wel ietwat anders gestemd door de zachte warmtein die innig droeve oogen, door de smartelijke over-tuiging in die stem.

— Ik mag niet anders doen dan ik doe. Zelfs stoffelijkhoort dit huis de gemeente. Waar, eer dan bier, kan

Page 223:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

220

de gemeente vorderen, dat de geboden worden onder-houden? Ik ben de herder van de gemeente, zou ikhet dan niet zijn van mijn zoon, die tot deze gemeentehoort, en van Dina, mijn katechisante? Voor beidenben ik een onachtzaam herder geweest en ontucht iser gepleegd in dit huis. Zou ik mij daarover niet ver-deemoedigen tegenover de gemeente? Ik zou geen rusthebben, zoo ik het naliet 1

Nu was ook Jan van Loodijck opgeschrikt uit zijnrustige houding. Hij had de beenen ingetrokken engebogenrugs dacht hij na. Dominee zag het allesverkeerd in. De eerwaardige man was natuurlijkverschrikt en geschokt door dat leelijke gedrag vanzijn zoon. Maar men kon niet aannemen, dat iemandin huis daar ook maar in het minst medeplichtigaan was.

— Zegt u me eerlijk, Dominee, uw zelfverwijtbrengt me tot die vraag; heeft iemand in de pastoriezich eenige nonchalance te verwijten, waardoor hetHerman gemakkelijk is gemaakt, omgang met dedienstbode te hebben?

— Nonchalance? Neen I Hoe meent u?— Ik meen dit. Er is toch natirdrlijk, ik kan het niet

anders aannemen, in uw huis een kamerinrichting,een leefregel, zoo, dat nets kon doen vermoeden,wat uw zoon in het geniep gedaan heeft.

Verwezen knikte Wedelaar. Hij begreep maar half,wat Van Loodijck bedoelde.

— Waarom vindt u zich dan erger verantwoordelijkvoor deze wandaad van uw zoon, dan indien hij zichaan hetzelfde had schuldig gemaakt te Edinburg?Uw smart als wader, ja I die begrijp ik. Ik neem aan,dat uw jongen verwend is, of op andere wijze zijnopvoeding u eenig zelfverwijt laat. (Loodijck zagWedelaars trekken verwringen). Ik beschuldig u nietl

Page 224:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

221

ik weet er niets van. Doch toegegeven dat dit zoo was —en gesteld, dat de jongen nu had gestolen of eenigsoortgelijk misdrijf gepleegd — dan kan ik me inuw wroeging indenken, u zou dan uzelf verwijtenmoeten, in de vadertaak te zijn te kort geschoten;maar als predikant heeft u zich dan toch net te be-schuldigen van medeplichtigheid aan diefsta.l. . . .

Loodijck lachte Dominee toe. Hij meende te be-speuren, dat zijn woorden indruk maakten. Hij stondop en legde de hand op Wedelaar's schouder.

— U is diep geschokt, als vader, en, al ben ikongehuwd, wat dit voor u is, als vader, ik voel hetmee, met al de sympãthie die ik, zooals iedereen in hetdorp, voor u koester. Maar in uw geschoktheid verwartu de dingen. En nu spreek ik als ouderling tot u.Dat is niet zonder gevaar, Dominee. Als u opeensuzelf beschuldigt, zullen de vijanden van de kerkniet antwoorden, dat u volmaakt onschuldig zijt.Daarom bid ik u, wees toch voorzichtig. Denk aan dewaardigheid van uw ambt. Ik zeg nog eens: wilt ude kerkelijke tucht op uw zoon zien toegepast, het ismogelijk, dat daar reden voor is. De bepalingen daaroverstaan mij niet dadelijk voor den geest. Maar it kan degemeente niet anders dan beklagen. Beschuldigenkan zij u van niets. En onze tijden van ongeloof enanarchie zijn er waarlijk net naar, dat mannen,met eenig gezag bekleed, zonder schade aan dat gezagte doen, zich verantwoordelijk kunnen stellen voordingen, waar zij geen schuld aan hebben. HieromverzOek ik u, ga niet zoo voort. Althans net zonderde Kerkeraad; zonder dat er eerst is vergaderd. Hebtu meneer Van der Waele gesproken?

— Hij is op reis ... .— Och ja, dat is waar. En de anderen? Bij wie is

u geweest?

Page 225:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

222

Ds. Wedelaar gaf verslag van zijn namiddagbezoekenen verklaarde, dat geen dezer broeders hem hadgeantwoord in Van Loodijck's geest. Alle drie haddenhem hartelijke deelneming betoond; dien goedenbroeder Lovink Halster waren de tranen in de oogengesprongen; doch tegen zijn voornemen om zich teverdeemoedigen tegenover de gemeente, had geenhunner zich verzet.

— Dan is de portee ervan niet begrepen. 1k zal erdadelijk werk van maken. Morgenmiddag hoort u iets.Tot zoo lang bid ik u, niets te doen.

Jan van Loodijck stond niet toe, dat Ds. Wedelaarhem uitgeleide deed buiten de kamer. Op de bovengangkwam hij een dienstbode tegen, die er vreemd uitzag,of zij geschreid had; en hij meende zich wel te her-inneren, dat dit het kindermeisje moest zijn. Hij vroegzich af, of hij niet goeddeed terug te gaan en dienbraven man den raad te geven, dit compromettantegezelschap zoo schielijk mogelijk uit de pastorie wegte zenden. Doch hij had niet het recht, zich daarinte mengen. Het was hem aangenaam, dat Mevrouwzich niet weder zien liet. Door fellen regen reptehij zich naar de societejt waar zijn rijtuig hem zouhalen.

Ds. Wedelaar was geknield bij zijn leunstoel.

Page 226:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

VIER EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.

LEESTRA was op een rijwiel van Storkheen en weer gefietst naar zijn heihut.Op een dag, die, met vleugjes van lente-zoalheid, hem even had doen verlangennaar „buiten." Dit dorp, toch, had

daar heelemaal niets van; het was erger dan een stad.'s Avonds wist hij zich weer in den winter. Doch daaralle diphteritis-gevaar geweken, en er zelfs geenvoorwendsel meer te bedenken was voor de verlengingvan zijn verblijf, kondigde hij zijn voornemen aan,naar Amersfoort terug te keeren.

Zooals je wilt, zei Stork kalm-oprecht. De dichterwas geenszins tegengevallen, doch waartoe langernog hem te houden.

Een week bleef alle bericht van hem weg. Toenkregen Mies Berkemeier een prentbriefkaart metAmersfoort's Kei en Stork een brief op schoolschrift-papier, Brie blaadjes aan beide kanten beschreven,wel levendige stemmingsuiting. Stork nam zich voor,Berkie en zijn vrouw het genoegen van de lezing tegeven, doch hield den brief twee dagen in den zak;en toen hij hem den derden ochtend ging brengen,beantwoordde Mies, die alleen met haar kind zataan den ontbijtdisch, het vertoonen met een:

— We wachten Kleestra van-middag hier!Het bleek niet meer te gaan tusschen den dichter

en zijn zwager. — Hij is verwend bij jou! lachte Mies;

Page 227:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

224

en daarom had Berkie den vorigen dag, na een klaag-brief hem bij zich genoodigd.

— Je weet, het zijn zulke oude vrienden....Stork moest denken aan Kleestra's poes, door den

dichter geprezen als een voorbeeld van vrijheidsliefde,omdat ze zich bijna niet aan hem hechtte; dat bijnahad toen veel nadruk gekregen; nu viel op een bijnade voile klemtoon.

Doch Mies toonde zich verheugd voor haat man.— Hij heeft hier in het dorp zoo weinig. Niemand

om over kunst te spreken.Stork ontmoette de vrienden het eerst, in de nabijheid

van het station, toen hij van patiênten kwam; zijbleken te hebben biljart-gespeeld in het kroegje vanMeulemans. De dokter herinnerde zich het kerstdiner,toen de Dichter twee voile uren in die herberg had verdaan.

— De biljarten op de societeit zijn beer! erkendede groote liefhebber nu.

De bedpeling was duidelijk, doch Stork kon het nietover zich verkrijgen, hem introductie te beloven. Degemelijke grappen na Kleestra's vertrek waren al teduidelijk en — niet onverdiend geweest.

Den guren regennamiddag, toen Jan van Loodijck,na zijn bezoek aan de pastorie, in het, aan de zalengrenzende, bestuurskamertje een rekening kwam na-kijken en er enkele orders gaf, terwijl hij wachtte opzijn rijtuig, had de dokter in de soos ontspanning ge-zocht, na vermoeiend veel ziekenbezoek; en was hijniet weinig verrast geweest, bij een der biljarten, metVan Sieten en Van Laer, meneer Hovink te vinden enWillem Kleestra. De schoonvader had geintroduceerd;Berkie, geen lid, mocht nu eenmaal niet mee.

Het spel bleek feitelijk te gaan tusschen den dichteren Van Sieten, die beschouwd werd als matador vande soos.

Page 228:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

225

Hij was een sinjo van achter in de twintig en woondeop Den Engelenburg, het goed met de vijvers en breedebeken, waar vele bruggen over lagen, sierlijk-licht,als touter guirlandes; het geel-witte huis, ben balcon-en-veranda, en waar een reeks van stallen bij aansloot,welke nog gestadig vergroot werd. Hij woonde daarmet zijn hooghartigen vader, die in Indig planter ge-weest was; zijn, zich nooit vertoonende, moeder; envele blanke en gekleurde bedienden. Zijn broeder waslid van den Raad van Indie: een vroegere ster van deAcademie te Leiden, wiens vlugge geest daar iederverbaasd had. Hijzelf was sedert acht jaar student,doch hield nu meest zijn vader gezelschap, meebazendeop den Engelenburg, waar tuin- en stalknechts kwamenen gingen. Toch had hij nog zijn kamers te Leidenen ook was hij veel op reis met zijn vader. Kleestrahad hem bij zijn vorige societeitsbezoeken niet aange-troffen, doch papa Hovink, die den rijkaard gretigvleide, had er den Dichter op voorbereid: „als hij eris, als ge met hem kunt spelen. ... " Van Sieten deedrustigjes uit de hoogte, in zijn manieren even stiptals in elk detail van zijn kleeding. Hij was een knappe,slanke man, met oogen die stadig dof fonkelden, alsverlegen over hun glans. Spreken deed hij nu weinigen eigenlijk uitsluitend, in gemakkelijke kameraad-schappelijkheid, met den veel ouderen Van Laer.Kleestra was, met hem, aldoor bezig; Hovink stond erverlaten bij. Hij was de oudste en op hem lette niemand.Getemd, dacht Stork; die zag, hoe hij, in zenuwachtigongeduld, telkens nog maar wat krijt aan zijn keuwreef.

Even later zat de dokter tegenover Van Linschooten,den gemeente-secretaris, achter dominosteenen. Huntafeltje was het eene der twee, aan den binnenmuurvan het stuk doorloop, waar onmiddellijk het buffetDe zonde in het deftige dorp. rs

Page 229:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

226

bij aansloot, dat in den hoek der groote zaal stond.Er was daar een kleine zijdeur, die toegang gaf totbet gangetje, waardoor men in de achterruimtenvan het buffet en in het kamertje van het bestuurkwam. De lichten waren ontstoken, doch de gordijnender zalen nog niet gesloten en als vreemde gaten in degezelligheid stonden de dofglanzige vakken der hooge,breede spiegelramen, v6Or de gure duisternis buiten.

— He, he, kwam Hovink plotseling naast de domino-tafel, schouders en middenlijf spannende, als iemanddie zich druk geweerd heeft.

— Fortuinlijk gespeeld, meneer Hovink? spotteVan Linschooten.

— Is de partij uit? nuchterde Stork er overheen,om den onsnuggere een antwoord op de plagerij tobesparen.

Slecht werd. hij hiervoor beloond. De vraag met eenknik beantwoordend, bond Hovink, aangemoedigd,aan:

— Sjeg, doktertje, wet is me det 'en nette gesgiedenisin de pesterie. Wait jai d'ur mair fen?

— Nee', beet Stork af.Doch Linschooten, wien het domineeren verdroot —

Dokter rekende alles zoo uit! — nam met gretigeleukheid het antwoord over:

— De meid was de zonde waard, meneer Hovink! —En daar Van Laer langs hun tafeltje ging: — Vraagdaar onze Nimrod maar naar.

— Waarnaar? viel Van Laer bij.— Naar edel wild, dat in de klem zit!Van Laer had nadere uitlegging noodig. Hij bleek,

trouwens, nog volslagen onkundig.— Wat? die dot van 'en kindermeid?— Dezelfde!Van Sieten, die bij het biljart had getalmd, daar

Page 230:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

227

Kleestra moeilijke stooten beproefde, kwam aan,door dezen gevolgd, en bleef vOOr den luidruchtigenspottoon staan. Ook van het naaste speeltafeltjekwarnen uitroepen over die snoes en dat prachtkind. —Van Sieten kent 'er well plaagde Geerkens, en zelfsde oude Van Wanderen Renck illumineerde zijn kwipschChineezehoofdje met oogen die flikkerden als bijeen rat, terwijl hij, opkijkend naar den sinjo, dorstmeepretmaken: — „Zoo'n lion!"

Stork wierp met een armveeg zijn steenen omveren stond, nijdig zijn stoel stootend, op, Hovink wegdu-wend om er doorheen to kunnen. Dat was voor denHeer van Lommerlust een gelegenheid tot een kleinesuccesrol. Hij deed verbaasd en wreef den arm, dien dedokter aangeraakt had; en, het hoofd schuddend metgetrokken mond, den lachglans zijner oogen verdoffend,zei hij:

— Heiregut, den dokter is haus! Die sel d'urtuch nie' mair fen waite?!

Een begeerig spotgelach daverde op. Die Hovink!hoe kon die! Doch men zag Stork na. 't Was waar,het gesprek had hem blijkbaar geèrgerd. Van WanderenRenck, nu opgestaan — het werd bepaeld gezellig,vond hij wist ter verklaring:

— Hij is immers een neef van de' dominee?Maar Van Linschooten, wien het gebeurde aanging:

— Stork zat met hem midden in een partijtje — vonddat heelemaal geen reden: als je je nu ook al moestwarm maken voor de dienstbojen van je famielje'

— Nai m'ar, kwam nu Hovink weer — het gafeen pracht van een middag voor 'em — nau sel ik jewet anders segge. D'er goat 'en praotje, 'k seg nie'det 'et woar es, moar d'er wurt fertelt in 't durp, det'et kind sain sau.... ja, roa-j-'es fen wiet Fendaurrienai's aige sauntje, Hermen....

Page 231:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

228

— Nee% '?

Een algemeene ongeloofskreet.Gewichtig gluurde Hovink om, hoever Stork zich

had verwijderd. De geheimzinnigheid in grappigheids-pret overdrijvend, maakte de grove dikkert buiten-sporige arm- en handbewegingen om een nauwergehoorskring te krijgen, en verklaarde, dat, zoo hijloog, dit gedaan werd in commissie: — zijn schoonzoonhad hem dien ochtend verteld, wat zijn dochter pas uitde keuken gehoord had, maar, men moest niet vergeten:ze waren buren, ze keken om zoo 'es te zeggen, dp depasterie; nou, de meid dan had verteld, dat Dina en hetmedisch studentje ....

Iemand kuchte, vlak achter den kring, een kort,droog kuchen, opzettelijk luid. Het deed Renck enHovink tegelijk omzien. Jan van Loodijck stond inhet deurtje. Hovink zweeg, als een schooljongen, diezich betrapt ziet.

— Meneeren, groette Jan van Loodijck beleefd. —He, dag Van Sieten, ben je terug?

De kring was verbroken; Van Linschooten keek metafgunstigen hoon naar het onthutste, stomme gezichtvan dien tabaksploert van Lommerlust.

Terwijl Van Loodijck belangstellend informeerdenaar de gezondheid van den ouden heer Van Sietenen zich vertellen liet, hoe amusant de christmas geweestwas in de Engelsche club te Kairo, overlei hij, of hettactvol zijn zou, dien meneer Hovink over het ergerlijkevan zijn onbescheiden gepraat te onderhouden. Hijbegreep, er nets mee te kunnen voorkomen; dochgaf zich tevens rekenschap, dat de zaak niet meerwas geheim te houden.

Page 232:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

VI JF EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.

ROUW Telders, de moeder van Mijn,had gepraat. Een mensch is nou eenmaalze'n eiges het naast. Mijn was maarniks over-stuur geweest, die Zondag-morgen, toen Piet het verteld had.

't Kind van Cor Witjes, d'er vriendin, wier' gedoopt —maar Mijn had gosonmogeluk naar de middagkerkgekund, puur uit sjagrijnigheid over Dien. Het werddan toch ook zooveul als d'er zuster, en dat van haar,die geen eigen zus had en tegen Dina altijd opzag.„De dame," had Telders de meid wel genoemd — enniet zoo zeer, omdat ze wat grootsch dee'. Een dametje-van-plezier leek 'et nou wel. Nou, Piet had d'er ookveel weet van gehad. ZOOver was 'et jonk, heel fesoen-lek, gegaan, van Mijn d'er woord terug to geven. Zelfwist-ie toen nog niet hoe-of-wat, door het stiekum-doen van z'en moeder. Hij meende, dat 'et kind vanChris Plet was, die pallefernier van verleje zomer,die zoo druk om Dien heen had gedraaid. — „A's ik'urn hier had , as-t-ie terugkomp!" — „Dan doe jijniks en dan mot-ie trouwen," had Telders heel ver-standig geantwoord.

Vrouw Van Rooien zelvers liet zich niet zien. Telderswas, de Zondagmiddag, dat Piet het geval aan Mijnverteld had, tegen Gijs van Rooien durover begonnen.Ze stingen, als buurlui, elk op z'en erf, en Gijs had

Page 233:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

230

gekeken, of-t-ie verwachtte, dat Telders 'urn naarz'en tortels zou vragen. En na die' middag, geen woordmeer, nooit niks. Wat most dat nou, tusschen naastebuurlui en die in de parremetasie komme'? Mijn d'erdoen beviel moeder ook niet. Wel niet da' ze dacht —maar je ko' nie' wete.... Moeder had-t-er 'et mes opde keel gezet en onder nieuwe tranen had Mijn gezeid,dat Piet z'en moeder toch zoo roar dee. Nou, datwas vrouw Telders te kras geweest en in-eene was ze,zoo van d'er wasch, handen droogvegend naar buur-vrouw geloopen, m'ar, och-heere-got, wat e'n kouwereis, die wou nog opspelen over Mijn, dat ze nie'beter d'er bek had gehou'en. Maar moeder Teldershad 'er gediend, en, nog had ze geen twee stukkiesgewasschen, daar was vrouw Van Rooien bij haarlee'op 't erf, da' ze 't zoo nou nie' gemeend had en dat'et met Mijn toch 'an mo'st blijve,' da' je Piet tochniks zeggen kon van weges z'en zuster....

— Doen ik da' dan? had vrouw Telders gegierd.Het had 'er eerst tot der gezeten. Die Griet mittergroo'schheid op „onze Dina," nou zag ze, hooginoedkomt v66r de val.

Maar nee', Piet, nee', da' was een jongen, waarniks, nie' dat op viel te zeggen. En Mijn had nou alzoo lang verkeering. Piet kon blijven kommen, hijhield Mijn d'er woord.

— Nou, wel bedankt dan, had Griet geantwoord.Moeder Telders had heel goed gezien — Griet keek,

of ze nog wat op d'er hart had, maar na dat stiekum-doen al die maanden, ging vrouw Telders niet vragen:„Zeg Griet, hei-je nog wat?" Dien eigensten avondwas Piet gekommen. Moeder liet vragen, dat ze d'erasseblief nie' van moche spreke, maar dat Dien vande jonge meheer in de kraam most. — „Geet mijnda' wat 'an? had vrouw Telders geantwoord. Da'

Page 234:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

231

geet Ons toch nie"an!" En d'er was nie' meer overgepraat.

Maar ja! hoe gaat het met zukke dingen? Het ernewoord lokt het andere uit. En toen ze d'er z66veel overmost hooren, van alderlei menschen aan de' weg,en Telders 's morgens op de winkel, en telke's d'erbij: „de zuster van Piet, die verkeering met jullieMijn he't ;" toen had ze 't kort-en-goed gezeid: datje Dina 66k most beklagen, want dat ze schandelijkwas verleid, door de zoon uit het huis waar ze diende,de stedent, die d'er was overvallen, 's nachts, mit'en sleutel die-d-ie gesmeerd had mit de oliespuitvan z'en fiets. En Dina kwam d'er mee in beklag, envoor Mijn was 't nie' zoo erg meer, juist omdat dienooit gediend had. Schele Piet, de schildersknecht,die altijd op het rijwiel langs kwam, was, daar Geurtsen,de veldwachter, en Telders zelvers bijstingen, afge-stapt van z'e fiets, om Gijs van Rooien d'er wat vanto zeggen.

— Je geeft je dochters bij de rijkdom, had-ie gezeid,en je hoop' maar dat 'et vertrouwd is, m'ar ze binin 'en pasterie nog nie' veilig!

Had vrouw Telders &Aar nou verkeerd aan gedaan?Och Heere God, wat was Griet kommen razen. Nou,toen mo's 'et dan maar uit zijn. Aan het langste geduldis een end, net zoo goed as an knuppelkoek. Nou griendeMijn, den godganschen dag, om half twaalf in de nachthad moeder d'er hooren zuchten en steunen, en Pietwas komen soebatten bij Telders aan de winkel. Maara's Dien temet thuis kwam en daar maanden langover de vloer was in afwachting, had Mijn daar nietz66'n mooi voorbeeld aan, dat moeder nog op de ver-keering gesteld was. Mijn most nog drie-en-twintigworden en d'er waren meer jongens in 't dorp. Grietvan Rooien kon d'er uit leeren, dat ieder mensch wel

Page 235:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

232

een bek op kan zetten, maar dat het altijd nog beter isje mond 'es 'en keer voorbij te praten, als met je mondvol tanden te staan bij een bezoek van de Ooievaar aanje ongetrouwde dochter. Die draaierijtjes en slimsig-heidjes, waar Piet van gezeid had, dat moeder hoopteden Domenee d'er mee op d'er hand te krijgen, vrouwTelders most d'er van kotsen, daar! Een moeder diezoo d'er dochter thuis krijgt en over niks piekerta's: hoe krijg ik centen? Nee', haar Mijn moest de'rnie' meet heen. En zij zelf zou zich nie' sjeneeren,het dorp mocht weten wat er gebeurd was....

Zoo wist het dorp het van Dina en Herman.Dina was nog in de pastorie, toen de baas uit het

winkeltje, waar Neeltje haar boter en kaas-voor-de-keuken placht te halen, bezorgd haar aanziend, vroegof dat waar was.

— Man, behoed je tong tegen laster! had Neeltjeverschrikt hem toegebitst, met een grafstem van bijbel-sche zeggingskracht. En in het voortgezette gesprek,had zij kunnen verzekeren — Neeltje zou nooit letshebben bezworen — van deze vreeselijke dingenwerkelijk niets te hebben vernomen. Doch onder hetspreken was dit-en-dat haar minder onverklaarbaargeworden.

— Hoe weet je-n-'et? had zij ten slotte gevraagd,met nog altijd de schrik in haar stem.

Ja, hoe wist men zulke dingen! De baas had het ookweer van hooren zeggen. Hier in de winkel was hetverteld. Wie? Dat kon-d-ie niet dadelijk zeggen.Maar wat kwatn het er op aan? Als het niet waar was,zou 't hem een plicht zijn, tegen iedereen het tegente spreken. In gepeinzen het hoofd schuddend, staleNeeltje, haar mand stevig in de armronding geduwd,het smalle zijstraatje schuin over, naar het kerkplein.Hoe moest ze dat nou aanleggen? ZOu ze Mevrouw

Page 236:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

233

waarschuwen? Een oogenblikjen aan Domenee vragen?Zij hem iets, waar hij onkundig van was, openbaren:„Domenee, ze zeggen in 't dorp?".... 't Verlangentintelde aan in Neeltje. Doch de christenplicht schreefvoor, dat ze het Domenee niet moch' aandoen. Daaren-tegen besefte ze sterk, de verontwaardiging toomdein heilige drift, dat die meid onder Domenee's dak,het huis van de leeraar, niet blijven moch'; daarommoest zij Mevrouw alles zeggen.

Dien middag kwam de frulle Lakervelde, voordatNeeltje haar boodschap had durven doen: — Mevrouwwas geen mensch, dat je zoo maar aansprak, Neeltjewier' met Mevrouw nooit eige'.

Page 237:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

ZES EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.

ROUW Van Rooien zat verslagen, scheefop haar stoel, gekromd, moe hijgend.De vingers der linkerhand hadden ge-krabd en geplukt aan den blooten rechter-arm; nu bewogen die niet meer; trager,

lichter werd haar hijgen. Boven de klaptafel druildede lamp, de schijn weerkaatste in een plas koffie.

Opvarend uit de verwezenheid harer ontsteltenis,den rug rechtend met een krimpen der schouders,omgreep vrouw Van Rooien den rechterarm en zagrond en besefte, dat zij alleen was.

Nou liep haarlui alles tegen. Bet, de zuster van Gijs,had hem in den regen staan opwachten bij het achter-hekje, toen hij van de plaats kwam: — of d'er wat aande hand was met Dina, de menschen aan de Schijfwegzeiden .... Daarom was Gijs nou zelf naar zijn moeder;tranen van spijt waren den vent uit de oogen gesprongenbij de gedachte aan wat het zou geven as-t-ie dataan zijn ouwetje zei. Piet was d'er ook uit. Mijn gaf-t-ieniet op, nou liep-t-ie de meld d'er broers achterop.En Dina, jawel, moeder hoorde d'er huilen.

Dat krijg je dan zoomaar 'es thuisgestuurd. As eenbrief van de post: aan vrouw Van Rooien. As een pakjenop Sinterklaasavond. Afzender — nee, onbekendwas-t-ie niet! maar je hoefde n'em niks to bedanken.Groote got, voor geen halve cent. En zoo'n meid, die

Page 238:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

235

d'er wegsturen hat. Die nie' gekikt had van: en mecenten? Daar leie ze op tafel, drie maanden loon.Een schat. Om 't kind van groot te brengen. Jongenof meissie — misschien allebei! Misschien gaf Herremand'er 'en tweeling. Zoo'n guile femilie, die last zichnie' kennen. Die hebben d'er menschen, bestejen 'etuit — 't kind bij Van Rooien in 't arbeijershuissie enden onderstand van de frulles. Daar mochten de men-schen uit het arbeijershuissie een week of wat d'eraalmoes halen, de meid zelf met 'er zwangere lijfof de moeder van de meid — die liet d'er boeltje danmaar slonzen, wat kwam 't 'er in 't arbeijershuissieop 'an.

Dat was nou de wraak van de rijkdom. Dat hadvrouw Van Rooien nou vierkant te danken aan datkwebbelvenijn van Telders. Duidelijk was het, nee',a's glas: je hebt gepraat, hier hei'je je dochter. Demedam dacht aan wegsturen niet. Liet zich veuls tegraag bedienen. Dien eersten avond, van moedersbezoek, in den eersten schrik, toen mocht Dientjeopeens niks meer doen. Toen sliep dikke Neel bij dekinders. Maar de volgende morgen wier' d'er geroepen,of Dina nou nog niet van zonder kon kommen, de kindersmosten toch 'angekleed. En 't ging alles net of d'erniks gebeurd was, alleen moch' ze niet uit en niet na'de bel. Mevrouw Aleida, die altijd „zoo moe" was,wou wel diensten hebben van Dientje, maar 't mochtniet gezien van de menschen. 't Had best nog wekenzoo kenne duren. Maar toe' most hier dat sartuigpraten. Zeggen wat ze wist in geheim. Doordat d'erdochter van de femilie zou worden. Nadat d'er nederigverzocht was: houd u asseblief uw bek. En zoo kwamde klikkerij van dat rotsmoel in de ooren van frullevan Lakerveld, en nou sting Dien zonder centen opstraat.

Page 239:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

236

Naar de bedeeling van Beuk-en-Beek! Wonder, dater niet bijgezegd was: 'et soepblikje eige's meebrengen,vrouwtje. — Is u de moeder van dat gevallen meisje? —Jawel, Frulle. — Zwaar gezondigd voor God en demenschen. — Jawel, Frulle, mit meheer Wedelaar. —Nou, bier heb je twee gulden vijftig, kom de volgendeweek maar eens weer....

Met een weerzinsruk van hoofd en schouders stondvrouw Van Rooien op en, de binnendeur aan een kiertrekkend, barstte ze uit naar boven:

— Dina!Kort to voren had ze haar weggekreschen:— 'k Wee je nie' meer sien! Uut m'en auge! Slet!En misselijk van vrees en schaamte, had Dina

zich het donkere, korte kraaktrapje, smal en steilstaandals een ladder, opgeheschen, tree voor tree. Snel kwamze nu, toch angstig, terug. — Roep-ie? — Ze wasnaar boven gegaan, nog met hoed en mantel. Nustond ze achter het wijdopen deurtje in onderkleeding,met scheef uitgezakte haarwrong; een losgevloktelok king, gedeeltelijk krullend, in dichte zijigheidover den nek. Het grijs tricot onderlijf je sloot nauweraf, nu de borsten zwollen, zoodat de knoopsgaten, wijd-getrokken, wit uitpersten. De schouderrondingen en dehalve bovenarmen waren glad omvat. Haar blauw-baaien rok, stijf en strak gespannen om haar breedgevuld onderlijf, puilde uit en wipte van onder op meteen plooi.

Den blik gramstorig vast op die plooi snauwdeMoeder verdrietig haar toe:

— 1k vererei 't, ik gee nie', Woensdag.Onthutst vraag-zwijgend, zag Dina haar aan.— Hoe zee mefrauw it? Woarom moste we komme?Nu werd Dina duidelijk, dat Moeder nog wrokte

om die boodschap over Woensdag. En gretig deed ze

Page 240:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

237

nogeens haar verhaal. Het was alles opeens gebeurden zoo gauw was het gegaan. VOOr den eten was Mevrouwin de kinderkamer gekomen en had niks anders gezeidas: — „Dina, ik kan Mina Krook krijgen, de dochtervan de koetsier van freule van Lakervelde, nu is 'tmaar beter dat jij toch gaat, reken dus voor na deneten." Joop — dien Dina al voorbereid had: — „Watzou je zeggen, als ik wegmoest?" — had erbij gestaanen was uitgebarsten, en Dina had zich bemoeid met datkind. Later was het weer huilen gewees', maar ze hadde kinders niet eens meer magge uitkleejen; met eenstrak gezicht had die uitgestreken meid van Krookd'er bij gestaan, en het goed, dat nog van d'er in dekinderkamer hing, had ze in tweeen gebracht naarzolder; en ' toen was Neel daar binnengeklost: —Mevrouw vroeg, of ze nog niet klaar was. — D'er ingesmeten had ze d'er bullen, maar Mevrouw dee' liefiesbenee: „'k Wou niet, dat je laat bij je moeder aan-kwam." Toch had ze nog weer naar boven gemoetenom die toespraak van Domenee; en ja, toe' benee', hadmevrouw gezeid: — „Nou, ik zie je natuurlijk nog wel'es, ik kom ook wel 'es bij je moeder; hier is je loon,de drie maanden uit. Jullie moet deze tijd wat geholpenworden. Dat wil freule Van Lakervelde doen " Endaarmee de boodschap voor Woensdagmorgen.

— Meer niks? vroeg Moeder, uitvorschend haaraanziend.

Het werd Dina weer bang en aarzelend knikte ze: —Neee .... nee, anders niks. Dat wader of Piet me goedzou halen.

— Mit geen woord, datter in het dorp geklest is?Nu kon Dina stelliger zijn:— Nee, moeder, niks.Toch was moeder vast overtuigd, dat het enkeld

daarom was. Zoo iets vergeeft de rijkdom niet. Moeders

Page 241:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

238

klacht trof Dina vreemd. Ze begreep d'er eigenlijkniks van. Moeder had straks ook d'er iets van gezeid.Maar toen deed ze zoo fel tegen haar. Toen was hetniks als tieren en schelden, slet en sloerie, van haaren vrouw Telders. Toen had ze d'er alleen van begrepen,dat moeder om haar had ruzie gemaakt met de vaderen moeder van Mijn. Wat was dat eigenlijk allemaal?Vrouw Telders had Herman z'en naam genoemd.Daar was moeder razend over. Dus wou moederHerman sparen? Dacht ze, dat ie nog om d'er zoukommen?.... Het gaf Dina een voldoening vol angst.Ze dorst niet meer hopen, dat Moeder gelijk had.Nu de ouders haar hadden het huis uit genet. Nu deDomenee bij zijn toespraak, in de studeerkamer, waarze had moeten neerzitten, net als een vreemde, metmantel en hoed; wel treffend over d'er ziel had gesprokenen hartelijk over het leed van O'moe; maar met geenwoord, geen woord over Herman — — 't zou net zoogegaan zijn, als 't kind van Chris was. En Hermanhad aan z'en vader geschreven. Ze wist van tweebrieven kort op mekaar. Den eersten had ze zelf bovengebracht. Neel, die moest open-doen, had de post opde bank in de gang laten liggen. Toen zij melk voorWim ging halen, had zij 't uit de verte gezien: HetOosten, nog een krant, en twee brieven.... Haarhand had net gebeefd, of ze ziek was. Op de trap hadze juist die brief laten vallen, en toen ze bukte omop to rapen, was ze over d'er rok gestruikeld. Ookgisteren was d'er een brief gekommen. Ze wist niet,wie 'in in huis had gebracht. Maar toen ze de Kinder-bijbel met prenten, die Loesje van freule Constancehad gekregen, van de etesjere in de selon was wezenhalen, lag daar.... 'en brief,.... och, 'en leeg kevert,maar 'Anders het adres geschreven as op de brief diezij bovengebracht had. Domenee had 'urn die zaak

Page 242:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

239

verweten. 'Urn verweten a's groote zonde. Domeneevond 'et dus zeker niet niks. A's Her' 'et goedmakenwou met haar, zou z'en vader misschien veel bezwarenhebben; maar dan had ie haar daarvan gesproken;dan had ie d'er niet a's een vreemde behandeld, echta's de meid, die z'en katechisant was en van wie d-ienou weet dat ze is verleid. Dien' most d'er niet andenken — maar zooa's ze (WI- uit huis was geraakt.. ..En dat Moeder nou leek to meenen van tOch nog....

Met nijdige slofstappen af en aan loopend, rukkendaan 't houtwerk, het aardengerei ruw neersmijtend,had Moeder de tafel schoon geveegd en het avondetengezet. In droef verwonderd peinzen was Dina in eenhoek op een stoel gevallen. Moeder liet haar zitten.Soms bromde ze wat onverstaanbaars.

Terwijl Moeder achter was, kwam Piet.— Hoe kom jij nou? Wat zit je d'ar zoo?Moeder, die juist aankwam, had de vraag gehoord.

Dat most Piet noodzakelijk vragen. Was het sours alweer 'an mit Mijn? Nou maar, zoo lang MevrouwWedelaar Dien niet meer in d'er huis wou hebben,omdat ze boos was door de schuld van vrouw Telders,zoo lang kwa.m Mijn hier niet over de vloer.

— Och wa' roaskal je nou tuch, Moeder....— Hoe zeg ie dat? Wat doet je moeder?In verwoed dreigen drong de kleine, verschrompelde

vrouw op tegen haar goedigen reus van een zoon.Schouder-ophalend wendde hij af. Dina was opgespron-gen, ontsteld. Ze stond daar in den donkeren hoekmet starre oogen en open mond. Van moeders boosheidbegreep ze nets meer. Zij was weggestuurd uit d'erdienst — waarom moest Piet daar een standje voorkrijgen; wat in go's naam dee' Mijn d'er bij? In eenverschrikt medelijden dat net begrijpt, keek ze Pietaan. En in diens blik was deernis met haar. Hij was

Page 243:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

240

wel boos geweest op Dien, maar och heere, zooals zedaar sting, bleek en ontdaan, met dat rondende buikje,wat was zoo'n meid toch gauw na' de bliksern...In haat dacht hij: „Die Wedelaars!" en zuchtend ginghij de tortels verzorgen.

Zuchtend sleepte zich Dina naar boven. Vader zoukomen — zoo kon ze niet blijven. Ze was er nog bezig,toen ze hem hoorde. Even later weer Moeder's ruzie-stem, waar Vader's brommen tusschen door ging.Gelukkig werd hij dit keer niet driftig. Nu kraakte detrap — Piet kwam naar boven. Hij zag Dien in denschijn van het kleine lampje, en genoegelijk deed hethem aan, dat ze, met een jak en het haar in orde,toch weer vrij gewoon er uitzag. Zij wenkte en achterhet deurtje van het afgeschoten hokje, waar zij vroegeraltijd had geslapen, waar tegenwoordig een grooterkermisbed lag, stonden zij tegen elkander en praatten.Zij fluisterde, hij dompte zijn mansstem. Wat moedertoch wou, Dien begreep d'er niks van. Hij legde uit,wat moeder bedoeld had: met Dien in beklag bij de rijk-dom te kommen, en dat ze nou bang was dat Domeneeof dat te minste Dien d'er mevrouw, het hun aanwrijvenzou van Mijn d'er moeder, dat die gezeid had vanwie' het kind was....

— Nee'? .... Och Jong' tochi Meent zeDiep doorhuiverde haar schaamte met een leegte-

gevoel van woedende onmacht. Er drong tegelijkeen verlangen naar gemeenzaamheid met haar broer,als den eenigen jongere in huis en dien ze beklaagdemet schuldbewustzijn, daar alles met vrouw Teldersgebeurd was om haar; en er tintelde een hoogmoedigbesef, dat ze ook hem van zich of moest houden, daarook hij niet meevoelde voor Herman. Wel werd haarfierheid ge drukt, geknauwd, door die wanhoop-van-weten, dat het vast-uit was; doch des te feller verzette

Page 244:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

241

in hooghartige verontwaardiging, haar fatsoen zich,met den trots op haar schoonheid, tegen zoo'n geniepigevuilheid van moeder. Het drong alles in haar, verwarddoch fel. Het rukte haar gevoel tot verzet op en het sloeghaar ellendig neer. Zij was nu opeens voor moederMet bang meer. Doch tevens viel het haar moeilijkernu nog naar beneden te gaan daar in het dompigwoonvertrek te komen, bij vader en bij moeder. En hetuitgedreven-zijn uit de pastorie smartte haar tegelijkals een schamper-botte onrechtvaardigheid en alsde laatste verellendiging van haar levensomstandig-heden, omdat ze voortaan hier moest wonen, niet meerin de prettige kinderkamer en 's avonds niet meerin de ruime keuken. Zij hunkerde terug naar dat huis,naar de kinders, naar alles-van-daar; terwijl, in eenverwoed-smadenden haat tegen Mevrouw, de onbillijk-heid der ruw-plotselinge wegzending haar op eenmaaldermate benauwde, dat ze hapte naar adem entranen haar in de oogen sprongen.

Piet bemerkte het niet. Hij zat, voorovergebogen,zacht door te praten: dat het toch zoo bedonderdvoor Mijn was, dat ze tegen d'er moeder niet opkon,dat Kees, d'er brat., straks ook gezeid had . . Toenklonk barsch de stem van vader: of Dina ook somsd'er of zou komme.

De zonde in het deftige dorp. 16

Page 245:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

ZEVEN EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.

N het kantoortje tusschen den boek-winkel en de drukkerij zat de beerLovink Halster de proef van het, doorhemzelf geschreven, Buitenland voor hetWeekblad van dit zijrr dorp en de om-

streken, na te zien; en juist had hij in Koenen zichovertuigd, dat het woord Skoeptsjina met tsj moet;toen de telefoon hem opschrikte. Haastig legde hij depen op het bakje van uitgesneden hout, dat op densmallen, vlakken bovenrand van zijn hellenden lesse-naar stond, wipte van zijn hooge kruk en hinkte naarden hoek, waar het toestel hing. Hij bleek te sprekenmet meneer Jan van Loodijck. Hij verzekerde LovinkHalster te zijn. Op hetzelfde oogenblik ging de helftder glazen deur van den winkel open en de bediendebleef in de opening staan. Ontsteld wenkte de beerLovink Halster, dat hij alleen gelaten moest worden.De bewegende hand sloeg tegen het toestel en hetboek-der-aangesiotenen viel op den grond. Zenuw-achtig schoof hij zijn bril vOOr het voorhoofd. MeneerVan Loodijck bleek uit het kantoortje van Smoutmet meneer Lovink Halster te spreken, en verzochtof hij, Loodijck, met broeder Smout, voor een kortonderhoud geen belet deed.

— 0, wel zeker niet, meneer Van Loodijck, ik bentot uw dienst. Maar zal ik niet liever naar u toe komen?

Page 246:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

243

Neen, de broeders kwamen naar hem. Dan washet voortmaken, nu, begreep hij. Hij repte zich hinkendden winkel in.... Die doozen post'? — was er Oenmeer voorradig? Hij knikte den knecht van Lommer-lust toe. — Wist Benaar zeker, dat er daar achterin de kast, op de tweede plank, geen meer stond?....Zie je well Ja, eenvijftig de doos.... Hij repte zich wegom den zetters te zeggen, dat de pagina nog niet konopgemaakt, er was in het Buitenland nog correctieen hij kreeg onverwacht bezoek. Toen de gangdeurdoor, naar boven.... \Vat, werd de mooie kamergedaan?

— Mina! Van streek strompelde hij naar achter, doch bedacht

meteen, hoe onraadzaam de kleinste schrik voor zijnzuster was, en beproefde dus kalm te zeggen, welkbezoek hem dadelijk wachtte: of hij de broeders hierkon ontvangen. Ontsteld wendde mejuffrouw LovinkHalster, die bij het tuinvenster met een linnenmandzat, het hoofd naar den kamerhoek bij de porte-brisee,waar de theetafel met porceleinen servies en de mooietheestoof en de bloemenmand uit het salon tijdelijkwaren neergezet. Jonkheer Van Loodijck! Die lamniet in 't kantoortje achter den winkel worden ont-vangen. Resoluut stond juffrouw Halster op en paktehaar mand en schoof met den voet haar warme stoofvan onder den voet van den gueridon weg onderde groote tafel, en had nog de tegenwoordigheid vangeest, den antimacassar recht te trekken op den rugvan den leunstoel, door haar gebruikt. Haar broederAugust was ontredderd blijven staan; zij moest hemaansporen: — „Maak nu voort.... moet je geen anderjasje aantrekken?" doch toen zij de kamerdeur open-deed, hoorde zij gerucht in de gang beneden en kleptede bel van de winkeldeur.... Dat waren de broeders!

Page 247:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

244

Er rolde een rijtuig. Meneer Van Loodijck was metrijtuig gekomen . Grietje, de meid, naar benedengezonden, botste op de laatste tree bijkans vlak tegenBenaar op.... Die moest de heeren verzoeken omboven te komen

Buigend, zoodra hij hoeden zag, en, de handenineen, bij herhaling weer buigend, wachtte de heerLovink Halster meneer Van Loodijck en broederSmout, die achter meneer Van Loodijck aankwam,aan de trap, en verzocht hen binnen.

De met een verlegenheidsglimlach gemaakte ver-ontschuldigingen over de ontvangst in deze, nog nieteens opgeredderde huiskamer, sneed de heer Van Loo-dijck of met de verklaring, dat hij zijn excuses zoudienen te maken over een zoo vroegtijdig bezoek,indien er geen ernstige redenen waren....

M6est Domenee zich in de zonde betrekken, doorzijn zoon met de meid gepleegd?

De broeders waren er voor gaan zitten. Jhr. Janvan Loodijck in den hooggerugden leunstoel, zoo-even door Mina Halster verlaten; broeder Smoutin een leunstoel van het ameublement; zwart fluweelmet mahoniehout; hij zat dicht bij het tweedevenster, daarvan door de vogelkooi gescheiden; —de heer des huizes tusschen hen in, op een stoel zonderleuning, schuins v66r de middentafel.

Zonder in bijzonderheden te treden tegenover dezemannen-broeders, die natuurlijk geen lid waren dersocieteit, vertelde Jan van Loodijck oprecht, hoe hijuit een paar gezegden, daar gisternamiddag opge-vangen, ervaren had, dat in het dorp bekend was,wie met dat dienstmeisje had gezondigd. Zijn aanvanke-lijk bezwaar, dat onze vrome predikant, in christelijkenverdeemoedigingsijver, zou medewerken om openbaarte maken, wat veel beter verzwegen bleef, gold helaas

Page 248:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

245

al reeds niet meer. Doch wel bleef hij bij zijn zienswijs,dat Dominee geheel verkeerd deed, door zich mede-plichtig te voelen en — let wel, meneeren — en ditschuldbesef, dat hem misschien als wader kon drukken,ook als predikant te dragen, zelfs als zoodanig te willenbelijden tegenover de gemeente.

— Wat denken de broeders ervan?— Jj .. a.... , zei broeder Smout; en strak den

blik vestigend op die schoone plaat Ecce Homo, aanden wand achter broeder Van Loodijck, beperkte hijzich tot dit bescheid.

Lovink Halster ging zenuwachtig verzitten.hij gewagen van dat gedicht? Het was weliswaareen redactiegeheim, doch natuurlijk zou hij nietsnaders zeggen, al had hij het schrift van den schrijverherkend.... Het versterkte den indruk der ruchtbaar-heid.... Ook gaf het, ongezocht, een blijk van watmen al van het Weekblad verwachtte.

— Ik mag — zoo tastte hij dus maar door: het goldhier de ruchtbaarheid te beseffen — natuurlijk van 'debroeders verwachten, dat, wat ik meedeel, onder onsblijft. Maar ten bewijze, dat het droeve geval wel inhet dorp besproken wordt, allerminst meer een geheimis, kan ik onder gemaakte reserve, ik verklap eenredactiegeheim — vertellen, dat het Weekblad eengedicht heeft ontvangen.... of, laat ik zeggen: eeningezonden stuk op rijm, dat in spottende, hatelijketermen over het geval handelt en Dominee's zoonbelachelijk maakt.

— En? vroeg broeder Smout nieuwsgierig.— En niets. Ik heb het infame stuk weggeborgen.

Van opname is vanzelf geen sprake. Het is mij anoniemgezonden. En ik spreek er de broeders alleen van,om ook van mijn kant te erkennen, dat van een geheimblijven dezer zonde geen sprake meer is.

Page 249:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

246

— Volkomen juist.... zei broeder Van Loodijck,en misschien moet er overwogen, of op Herman Wede-laar de kerkelijke tucht van toepassing is.

Broeder Lovink Halster schudde het hoofd. Hij wistdadelijk twee gevallen. Broeder Smout zou ze zichherinneren. Dat van Jan Ring, dien metselaarsknecht,die de voordochter van zijn vrouw verleid had —natuurlijk volgde ook toen geen trouwen — en....

— Ik heb in emst al hooren vragen, viel broederSmout, ietwat plomp, in de rede, of Herman Wedelaarhet meisje zel trouwen.

— Dat kan toch niet ernstig bedoeld zijn! vondbroeder Lovink Halster.

— Nou, ernstig bedoeld was het zeker wel. Maarmen moet weten, wie de vraag deed. Het was dierooje knecht van mijn, u kent hem wel, schele Piet,ongelukkig genoeg mijn beste werktnan

- Ik vrees, dat het huwelijk niet gelukkig zou zijn,zei Jan van Loodijck schielijk en op drogen toon.

Meneeren, wij dwalen af. Ik herhaal: het zounuigelijk wezen, dat de kwestie aan de orde kwam,of de bepalingen van kerkelijke tucht op den jongenWedelaar moeten toegepast worden. Nu echter is erheel iets anders. Zijn vader heeft mij gisteren mede-gedeeld, en ik weet: ook aan de broeders, dat hij voor-nemens is, over het gebeurde te spreken in de gemeente;heb ik hem goed begrepen: te spreken van den kansel;ten einde zich te verdeemoedigen, omdat dit gebeurdis met zijn zoon en onder zijn dak. Dat, nu, zou ikbeslist betreuren.

— Hij heeft me verzekerd, dat hij het doen moest,zei Lovink Halster. Tegenover den stelligen toonvan den zooveel jongeren broeder, het jongste liduit den Kerkeraad, meende hij, als aller oudste,als veeljarig vriend van den bejaarden leeraar, aan

Page 250:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

247

zijn opmerking eenigen nadruk wel te mogen geven.— Ja, mijn ook, stemde broeder Smout toe, evenwel

met een opzettelijke onverschilligheid, omdat hijvolstrekt nog niet kon gissen, wear het met de beraad-slaging been moest.

— Maar (Wien de broeders zijn overtuiging?Het gesprek prikkelde Van Loodijck. Het hooge

bovenlijf ietwat voorover, de ellebogen op de leuningen,liet hij drie vingers der rechterhand zenuwachtig denzegelring heen en weer trekken over den ringvingerder linker.

— Gaat deze zaak niet Dominee zelf alleen aan?vroeg Lovink Halster, geenszins verwijtend, maarnochtans zoo, dat broeder Smout schrikte. De schilders-baas was gevleid geweest, toen Jonkheer Van Loodijckhem uit zijn werkplaats had gehaald; — gelukkigstond hij juist met de jas aan, om uit te gaan; —doch nu werd dit samenzijn-met-zijn-drieen hem weleen beetje hachelijk.

Broeder Van Loodijck had den ring plotseling stilgelaten. Hij zat weer recht. En glimlachend zei hij,met de minzaamste correctheid:

— 1k geloof, waarde Broeder, dat u mij niet begrijpt.De rechten van onzen predikant zijn ons alien evenheilig. Maar zoo hij deze zaak beschouwde, als alleendoor hemzelf uit te maken, zou hij er ons immersniet van te voren over gesproken hebben.

Broeder Lovink Halster werd gewaar, dat zijnslapen zwollen. Voor de belangen der Kerk had hijveel over. Geschiedenissen der Martelaren waren inzijn jongenstijd, een halve eeuw geleden, de lectuurzijner voorkeur geweest. En Wedelaar had hij eerbiediglief. Hij mdcht zich rekenen tot zijn vrienden. En hijgevoelde hier met hem mede. De vader vond zich be-zwaard. Bezwaard als herder over twee schapen, ver-

Page 251:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

248

doold, hoe dicht onder zijne hoede. Mocht hij zichhierover niet verootmoedigen bij de gemeente?Jonkheer Van Loodijck, echt juristisch, maakte ver-toon met een schijnargument. Lovink Halster zat nederin drukking des geestes: zou hij antwoorden: —„Dominee heeft u het gebeurde medegedeeld en zijnvoornemen heeft hij u medegedeeld. Geraadpleegddaarover heeft hij u niet ?" ZoO hij dit zeggen aanBroeder Van Loodijck?

Er werd getikt aan de kamerdeur. Broeder LovinkHalster kuchte en verslikte zich, toen hij roepen wilde:— Binnen. Het was Grietje met drie kopjes koffie.Een zeer goede attentie van Mina. Broeder LovinkHalster meende op te merken, dat Jhr. Van Loodijckdeed, alsof hij, verwonderd was.... Dan maar driestook daartegen in.

— Het is een oude Hollandsche gewoonte. 's Morgensom elf uur een kopje koffie. (En, daar de kamerklokjuist half-twaalf sloeg:) Wij zijn ditmaal iets te laat.

- Dat is door ons lastig bezoek, lachte BroederVan Loodijck om bij te leggen. Het kopje koffie hadhij genomen. En daar hij, proevende ietwat vreemdkeek, maakte de gastheer hem opmerkzaam: — Klont-jes liggen er op het schoteltje.

— 0! Dank u! Pardon! zeide Jan van Loodijck.En met zijn lange, blanke hand een klontje, tweeklontjes, in 't kopje werpend, dat ter zij vOOr hemop den gueridon stond, ging hij voort:

— Zouden de broeders er tegen hebben, dat wijonzen predikant verzochten, nu hij ons hierin heeftgekend, de zaak met hem te mogen bespreken? Hetligt geenszins in mijn bedoeling, pressie op hem teoefenen. Dit zal te minder het geval zijn, nu de invloedvan broeder Lovink Halster zeker tegen den mijnenzou ingaan. Ik vind de zaak van z6Oveel belang,

Page 252:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

249

dat ik al het voor en tegen gaarne met hem zelf zoubespreken.

Broeder Lovink Halster voelde iets als een prik.Doch tevens voelde hij voldoening. Jonkheer Van Loo-dijck miskende de waarde van zijn meening niet.En daar de broeder vooropgesteld had: geen pressiezal er geoefend worden, was er tegen dit onderhoudgeen bezwaar.

Daar ook broeder Smout zich volgaarne met hetvoorstel vereenigde, werd besloten, dat broeder LovinkHalster den predikant zou bezoeken en de broederstelefonisch berichten.

Page 253:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

ACHT EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.

ROUW Van Rooien? bevreemdde Me-vrouw zich.

Neeltje hoorde het heel goed: mevrouwhaar toon was niet weinig ontstemd. Zijknikte en trachtte met de oogen to

zeggen, dat ook zij van dit morgenbezoek niets begreep.Dina's vader of Piet, haar broeder, zou komen:

zoo had mevrouw aan Dina gelast, met een kruiwagenvoor het goed.

— Nu, laat de vrouw dan maar even hier, zeiMevrouw.

Aleida bereidde zich voor op klachten. Misschienbegon dat mensch een scene. Het was maar goed, datWedelaar uit was. Als het noodig werd, zou zij haardoen gevoelen, dat de belofte van freule Van Lakerveldebij ongepast gedrag kon worden ingetrokken. Rustigging zij voort met het afwasschen van de ontbijtkopjes— dan zag vrouw Van Rooien meteen, wat een lasthet vertrek van Dina gaf, daar Mevrouw nu werkvan de meid deed, omdat zij van Krookje niet alleskon vergen.

— Goede morche, Mefrau. . . .De toon was netjes. Mevrouw zei, dat de vrouw

kon gaan zitten en sprak daarbij haar bevreemdinguit, dat niet Dina's vader of haar broeder was gekomen.

Maar het was niet voor 't goed, dat de moeder Imam.

Page 254:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

251

Mevrouw moest haar niet kwalijk nemen, ze had nietanders gekend dan zelvers even gaan, want ze moesthet Mevrouw toch 'es zeggen, hoe veraltereerd zegeweest was, dat vrouw Telders de ruch'baarheid hadferoorzaakt.

— Vrouw Telders? De wat?— De ruch'baarheid fan Dien en.... hier meheir,

Mefrau.Mevrouw Wedelaar ving het kopje, dat aan den

theedoek bijna ontviel, op haar schoot in een puntvan den doek. Toen vroeg ze met strakke, koelebevreemding:

— Hoe.... breng je vrouw Telders daarbij te pas?— Vr'eskuus, Mefrau, dat is het net. Ze had d'er eiges

d'er buite motte hauwe. Ik zelf bin het nog ekspresweze segge. Ze wist d'er van, door Mijn, d'er dochter.Mefrau is seker niet onkundig, dat die ferkeiring heef'me' me saun. Zoo wis' frauw Telders fan Dien enmeheir hier. Dat hebbe me nie' kenne belette. Maarhet was slecht van d'ur, da' se-n-et sei. Se weit, da'wai"et onredeluk finde! 't Is hard genog faur Pietme jonge. Mijn he't nou de ferkeiring ferbroke. Seliepe-n-al jare same. M'ar me man sting d'er up, da'Mefrau sau wete, dat 'et 'an ons nie' gelege he't.Griet, zei-d-ie, laup jai d'ur sellef 'es heM. Omda'konderlaa'st bij Mefrau geweist bin....

Even was Aleida ontsteld. Ze kOn iets als „Dina enhier meheir" niet hooren. Het was of die vrouw haarsarren wilde. Juist als bij dat andere bezoek, dienavond, toen Wedelaar z645 bedroefd was. Doch verdermeende zij te begrijpen, dat vrouw Van Rooien excusesmaakte. Dus had dat vrouwtje Telders gebabbeld.En de Van Rooien's wilden van alle aansprakelijkheidvoor de praatjes of zijn. Nu, er bleek goede gezindheiduit. Klagen kwam de vrouw blijkbaar niet.

Page 255:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

252

— Ik vind . . . . goed . . . . dat je dit even komt zeggen.Dominee en ik hebben niet getwijfeld, of jullie zult jeordentelijk gedragen in deze droeve zaak. Daaromook doet het me genoegen, dat mijn vriendin freuleVan Lakervelde je wat te hulp zal komen. Wat verderdie praatjes betreft, er wordt nu eenmaal altijdgebabbeld.

— M'ar me hadde gehaup', dat 'et stil sau blaife,ik en me man. An ons he't 'et nie' gelege, Mefrau....

— Och, maak je daar nu maar niet bezorgd over.Trouwens, onze zonden moeten wij belijden, vrouwVan Rooien. Ook voor de menschen. Ik weet, datDominee over de zonde van zijn zoon de Kerkeraad alheeft onderhouden. Natuurlijk tevens over Dina.Als zij zich nu vooral maar verootmoedigt voor DeHeer. Hij alleen kan haar vergeven. Dominee komteens gauw met haar spreken.

— 0, da'r sel ze blai mee wese, Mefrau. Mag ik'ut 'er al segge, Mefrau? Se he't sau geweind toe' segister thuus kwam.

Met te zeggen „thuis" en dat Dina „geweend" had,meende vrouw Van Rooien er in te slagen, gepastewoorden te bezigen. Zij had in vroeger jaren tochook in goeje huizen gediend. Oppassen, dacht ze, ishier de boodschap. Want begrijpen deed ze er nietspan. Merest er juust wel over worden gekle'st?! Haar 'enbiet, van Dien wiste' ze-n-'et toch! Wat kon dat metdie Kerkeraad geven? Affijn, 'et jonk was d'arbij,met Dien. A's de Kerkeraad Dien maar niet alleennam. Domenee, die 'et rondvertelde! Vrouw VanRooien kos d'er nie' bij! Daar had ze nou mot omgemaakt met vrouw Telders! Wie had zoo ie's kunnenvoorzien! En dat mevrouw, in deze gezindheid, Dien'in-eene' d'er uit gestuurd had, leek toch ook nietredelijk. Affijn, 't was niet mit nieuwe ruussie. Maar zij

Page 256:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

253

Icon nou best zeggen van die' Woensdag. Ze zag wel:Mevrouw dacht: ga je nog niet? Maar daar zou ze 'tnog over hebben! Ze moest het netjes, nederig vragen.

— Dan mo't 'ek Mefrau bedanke, zei ze, en stondlangzaam op en bleef, wat gebogen, naast den stoel staan.

— Dag, vrouw Van Rooien, zei, koeltjes, Mevrouw.Groo'sche medaml wrokte vrouw Van Rooien.

Doch even aarzelen deed ze wel. Het wrong in haar,wat dat Woensdag zou wezen, daar in die glazen kastte staan wachten, op geld dat haarlee' rechtens toe-kwam, waar die kale medam' hier voor most bedanken...En ze vroeg het met droevig lachje: Mevrouw moesthet haar niet kwalijk nemen, wat ze verzoeken dorstwas om haar man; ze waren nooit-nergens nog van eenbedeeling; Van Rooien had ook fe'soenlijk z'en brood,al was het een zware bestraffing van God, met de winter-dag een kind thuis te krijgen, zonder loon en zonderkostgeld — daar lei vrouw Van Rooien een zachtendruk op —; maar nou als het ware dien aalmoeste halen, net op de frulle d'er armendag; haar maakte-n-et niks, het was voor d'er dochter, wat doet eenmoeder niet graag voor d'er kind. Maar Van Rooienhad daar nou z66veul op tegen.... als Mevrouw,met haar grooten invloed .... het was een verzoek....

— Wat wilde je dan! — Mevrouw deed de vraag,of zij wel bijzonder verbaasd was. — „Smakker,dacht vrouw Van Rooien, haal jij ze 1" — Ze was,bescheiden, een pas genaderd. En vroeg rondweg:een anderen dag als Dien op een anderen dag mochtkomen, als het niet te veul overlast gaf voor de frulle,dat Dien d'er kostgeld niet 's Woensdags haalde. Zekeek nu pertaal de Mevrouw in de oogen, ze dacht:nou met het, (16.6x ga 'k niet van of, ale kostgeld zalleze-n-el beiale.

?Mevrouw keek boos. Met een booze beweging had

Page 257:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

254

ze den theedoek op tafel gelegd. Het zou erg lastig zijnvoor de freules. Een christen strijdt tegen valscheschaamte. Maar Mevrouw zou er over spreken. VanRooien, of de zoon: wie het goed kwam halen, hoordedan wel, wat de freule gezegd had.

Toch onvoldaan over eigen beleid, verliet vrouwVan Rooien de pastorie.

Page 258:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

NEGEN EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.

LS ik mag werken, had Kleestra gezegd.Anders kon hij niet blijven logeeren.Hij verminderde weliswaar de krachtder voorwaarde, door haar te stellen,toen hij vOcir Berkie in diens huis stond;

en Mies had er eerst niet veel van geloofd; doch ditmaalbleek het den dichter ernst. Zelfs aan voorstellen totbiljarten gaf hij volstrekt niet altijd gevolg.

Het maakte zijn gastheer wat zenuwachtig. Welzette ook Berkie zich tot schrijven: hij had zijn roman,en die nieuwe novelle, en vooral, vooral zijn tooneelstuk;doch telkens moest hij even naar Willem — tot Willemplomp de kamerdeur afsloot. Mies had vriendelijkgeschikt. De huiskamer, haar lievelingsruimte, wasdagelijks tot aan het eten voor Kleestra. Het gaf watgesjouw met boeken en schriften. Maar in het kleinelogeerkamertje, van den zolder afgeschoten, konhij nu onmogelijk zitten; en in Berkie's kamer —dat ging niet. Kleestra had het gezegd: het kon niet.Mies wist: het stelde haar man te leur. Hij had zijnschrijftafel leeggeruimd en Kleestra ging daar 's avondsaan zitten. Overdag zat niemand er aan. De gastheerwerkte op den divan, aan de kleine bibbertafel. Vergeefsschreef hij voort aan zijn tweede bedrijf. Wel hadWillem het eerste gelezen en verklaard: „ik vind erveel goeds in" — veel! ook Lommerlust wist dit nu —;

Page 259:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

256

maar het bleef de moeilijke kwestie: hoever konBerkie met goed fatsoen gaan? Parvenu's toch wasde historic der Hovink's. Papa, Mama, zelfs Groot:mama.— „De figuren leven, ze lijken!" zei Willem. Doch heteerste bedrijf gaf enkel den opzet. Nu in II moest dehandeling komen: mocht hij daar Oom Gerrit inbrengen? Zonder den strijd van Papa met Oom: —de broers, die elkaar het rijk-worden misgunnen,die elkaar weg-bijten bij de Zaak, als twee rekels bijeen wijfje — was er geen handeling — en hoe dan?....De vreugde over Willem's oordeel had Berkie eêndag van werk-koorts gegeven. Mies had hem 's nachtsin den slaap hooren praten. De kwestie had den moeddoen zakken. Had hij maar nooit van zijn stukgesproken,dan gaf hij het uit onder pseudoniem en kon met allen,en alles zijn gang gaan. Maar Omdat Mies zoo dikwijlszeurde en zijn schoonvader telkens spottend verweet:schrijvertje zijn, dat is rentenieren, had hij het onvoor-zichtig verteld, daags, nadat hij bedacht had: eendrama! of tenminste een goed tooneelspel, het vinniggevecht van Gebroeders Hovink. Iedereen wist nu:hij schreef voor tooneel. Niemand dan Willem wistlets van den inhoud. Hij dorst, hij kon niet alles schrij-ven, juist zooals het Papa gegaan was. En hij mistetalent van verzinnen. Dat was nu eenmaal zoo....nou ja, misschien een bewijs, dat zijn kunst oprechtwas....

Over Willem's werk sprak deze geen woord. Zatmaar, las, schreef lette op niemand, terwijl zijngastheer telkens opvloog, juist doordat hij moestdenken aan Willem.... Toen was opeens dat fortuintjegekomen, die werkelijkheid, z66, lillend v66r hem:Herman Wedelaar, Mooi Dientje. Daar kon hij welmet Papa over spreken! Ruiterlijk had hij geroepen:dat mask ikl Satyrisch Blijspel in drie bedrijven. Het

Page 260:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

257

kwam nu alleen op het materiaal aan: dat hij allesprecies kwam te weten. Dan moest het goed worden:vlak naar het leven....

Hovink had ongeloovig geglimlacht. Die jongenbegon, of sprak van beginnen, maar voltooien deedhij nooit wat. Dat eerie schetsje in Nederland, nu....Maar dit keer leek het waarlijk meenens. Met datvorige tooneelstuk, waar Miesje telkens op had gezin-speeld, had hij z456 geheimzinnig gedaan: 't leek ofie een staats-stuk schreef, zoo gewichtig! Natuurlijk,doordat er niets van terecht kwam. Nil hoefde je hemer niet eens naar te vragen. Vader Hovink kreeg erschik in.

Hij had zich met rijtuig uit de soos laten halenen was bij de jongelui aangereden: ze zouden opLommerlust komen eten. Doch hij vond Mies, alleenmet Maukie wachtend: — haar man en haar gastwaren uit.... Hoewel gekleed, wou zij liever wachten.Dus stuurde Papa het rijtuig.terug, toen moest hetnog wachten.... en 't drietal verscheen, daar desoep al stond op tafel.

— Waar wizen jullie?— Verbeeld u, Papa, ze hebben bij Meulemans

gebiljart!Mies zei dat natuurlijk niet om te klikken. Zij

bedoelde het als iets grappigs. De meid was goddankjuist de kamer uit. Doch nu kreeg Papa de verklaring.Berkie had er geinterviewd! Naar Meulemans was hettweetal gegaan, omdat Berkie op de soos niet konkomen en beiden verkozen nu eenmaal dat kroegjebovenWestrik of Bellevue. Doch met den Zaterdagmiddagwas er, terwijl zij speelden, allerhand yolk gekomenen je hoorde toen over niets anders dan Dina, datrare geval van Mooie Dientje, het kindje van HermanWedelaar....De zonde in het deftige dorp.

Page 261:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

258

— Stil! brak Hovink af. La bOnn'IDoch Berkie liet zich niet tegenhouden. Opgetogen

vertelde hij. Die volkshumor was eenig, heerlijk!Dina — zoo had er 66n vent geweten — was zondereen cent naar d'er ou'ers gestuurd. Het kindje —had een tweede gespot — kwam in het Heilige-Geest-Weeshuis. Vader Hovink verslikte zich in zijn tarbot —zoo geweldig goed vond hij die. Berkie bleek nouwel echt op zijn praatstoel. De jongen was waarachtiggeestig. Die Kleestra zat er lijzig bij. Die dacht natuurlijkweer aan wat „hoogers." Voor zijn „Khunst" warenzulke dingen to laag. Nou maar, Hovink hield hetdâni liever op Berkie. Hij vond Berkie's geestdrift voordezen „dichter" overdreven en eigenlijk dom. Hetwerd ommers klaplooperij, niet anders. Affijn, alsBerkie nu dit keer te-minste maar eens doorzettemet zijn werk.

Een kemedie van die Gesjiechte! Terwijl zijn schoon-zoon, uitverteld, zich repte aan zijn mootje tarbot,en Emmy vermakelijk Kleestra plaagde met dienshartstocht voor biljarten, knikte Hovink Miesje toe.Dat kind genoot. Was zot op d'er mannie! Had blijkbaarin de penarie gezeten, wat Papa en Mama zoudenzeggen, daar Mannie zich zoo had verlaat in de kroeg.En nu had Mannie Papa laten lachen. Nu, Papa gafzich graag gewonnen. Hij wist heel goed, wat demenschen vertelden. Berkemeier had de .... niet-mooiedochter van Hovink enkel om 'er centen getrouwd,en die parvenu was al blij geweest dat-ie dezen schoon-zoon van nette familie, dank zij zijn geld, had opge-doken. Het jonge gezin teerde op zijn zak .... Och,daar hadden de menschen gelijk aan. Gelukkig konhet er nog wel af. Van schrijverij kan haast niemandleven. „Kunst-bescherming," dat wou men toch?Hij beschermde de kunst van zijn schoonzoon. En al

Page 262:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

259

die kwezels hier in het dorp, al die trotsche fijnebeschuiten, die te hoog in d'er afkomst zaten omzich te verwaardigen tot ook maar een beleefdheids-visite op Lommerlust, ze zouden nu nog wel eens aan„maineer HOvink" denken. Loodijck, die tegen iedereen„je" zei, maar die hem als een ouden vent bleef „mai-neeren"! Hovink wist het zeker: voornamelijkLoodijck had verleden najaar zijn candidatuur voorden Raad geketst, hoewel hij als gematigd liberaalwas aanbevolen. Dormser, den meubelmaker, haddenze verkozen boven hem. Natuurlijk: iemand, dievan hen afhing. Van dat liberalisme, dat zoet denmond houdt. En dan — lid van den Kerkeraad. Zewisten nu wel, dat Hovink niet kerksch was! Zijndames gingen nu en dan, en de eerste jaren was hijbijvoorbeeld op oudejaar gegaan. Maar als wezenlijkkerksch had hij nooit zich voorgedaan en nu moestde vroomheid het dan maar eens hooren: er warenwetten van zedelijkheid, waar de vroomheid zich 66kaan moest houden en anders zouden dorpsgenooten,die geen schijnheilige snuiten trokken, hun die wetteneven leeren.

— Pa, riep Berkie over de tafel.Krisje gaf juist schoone borden.— Pa! drong Berkie aan, ongeduldig.— Ja, jongen, ik hoor.Berkie had Landman gesproken, den ondermeester

van de Openbare, en die had beweerd, dat HermanWedelaar strafrechtelijk kon vervolgd worden wegensverleiding van een loontrekkende in het huis- vanhaar dienst.

— Och.... ongeduldigde mevrouw Hovink. Aldoordie onkiesche zaak en dat terwij1 Krisje binnen was.

— Laten we nu eens over wat anders spreken, vielEmmy haar moeder bij.

Page 263:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

26o

Mies bloosde en keek gebelgd Wigs haar zuster.Mocht het weer niet? Was Em' weer jaloersch? Em'was tOch geen vrouw voor Kleestra. Stel je voor, dieuit zijn heihut! ....

Goedig, met even een blik naar de meid, vertrouwe-lijkte Hovink naar Berkie — hij zei het met wat ge-dempte stem —, dat hij om de wettenkennis van dienschoolvos geen oortje gaf.

Het gesprek liep voort over andere dingen. Dochna den eten, onder de pousse, begon Berkie weerover de pastorie. In de groene rotondekamer, „Pa'skamer," waar diepe leeren stoelen in het halfrondv66r de gordijn-vrije vensters stonden. Daar zaten deheeren, uitgestrekt, met de ruggen naar de lichten,welke, door groene franje-kappen gedempt, in hetvierkante gedeelte der kamer boven de groote schrijf-tafel hingen.

Of dat werkelijk waar zou wezen, dat die meid zouzijn weggestuurd zonder schadeloosstelling. MeneerHovink geloofde er niets van. Z66 dom zou domineeniet doen. Zijn zoon zou tdch al over de tong gaan 1

— Vraag het 'es, aan de vader of zoo .... De meid isommers na d'er ouwers....

Toen reikte zijn schoonzoon hem een papier toe.— Leest u dat eens.Hovink, vadsig, kon niets onderscheiden, had geen

lust er voor op to staan. Berkie gaf een draai aanzijn stoel, nam het papier en deed, of hij las. Dochwat daar stond, kende hij van buiten. Hij zei hetmet gedempte stem, wel verlegen voor Willem Kleestra,bescheiden, of als iets dat geheim is. Hovink luisterdebelangstellend, hij lachte telkens genoegelijk.

— Goed, zeg! Nei! Verduiveld aardig.... Vin' jeniet, Kleestra?

Er kwam geen antwoord. Kleestra sliep.

Page 264:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

261

— Een prettig mensch, zei Hovink luid.Verschrikt stootte zijn schoonzoon hem aan.— Vindt u het goed? Ik heb het hier naar het

Weekblad gestuurd.— Naar Lovink Halster?! .... Toch niet met je

naam?....Berkie knikte ontkennend.— De vent neemt het toch niet.... Z'en bled

ken er al weze. . . . Bel maar 'is, dat Kris het brengt.— Got ja! 't is Zaterdagavond.Berkemeier liep snel naar den belknop. Het papier

lei hij op de schrijftafel. Hovink, opgestaan, nam hetin handen. Hij las:

Mooi Dientje diende vroom en vlijtigNiet in de kerk, maar vlak er naast,Totdat zij — ach, mooi kind! hoe spijtig —De pastorie verliet met haast.

„Vermenigvuldigl” — Vroomheid telt nietSteeds 't uur van 's Heeren Raadsbesluit.'t Gebod, dat Sarai onvervuld liet,Maakt Dina moeder, eer dan bruid.

— Wie is dat, Sarai? brak Hovink de lezing af.— De vrouw van aartsvader Abraham.— 0. — He. — Hovink begreep niet. — Maar dat

„gebod" is toch: „vermenigvuldig." En je zegt, dat zijhet onvervuld liet?....

— Sarai, ja. Nadat ze op 'er ouwe dag moedergeworden was, heette ze Sara.

— 0, lachte Hovink. Dat vond hij grappig. —Ik kan toch zien, dat je uit een vroom nest ben'!

— Zeg, je moest dat naar Asmodee sturen, kwamer uit den rotondestoel.

Page 265:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

262

— Stik, zei Berkemeier boos.Dit flinke antwoord deed Hovink plezier. Er werd

getikt, de meid bracht het Weekblad. Het gedicht bleekniet geplaatst.

— Dat dach' ik wel, zei Hovink schamper.Doch zijn schoonzoon bitste terug:— Dan stuur ik het naar stad, naar de Volksbanier!

Page 266:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

DERTIGSTE HOOFDSTUK.

OEN, 's Zondags, ging door het dorpde mare: Wedelaar had erover gepreekt!

Het werd, zacht, of schuchter, ofmet ontroerdheid, in de huizen dertrouwste volgelingen meegedeeld aan

wie daar niet naar de kerk geweest waren. Het werdbesproken in de equipages, welke wegreden van dekerk naar de buitens, en reeds in de vestibules der grootehuizen, zoowel als aan lunchtafels, waar geene kinderenmee aanzaten, werd nog gefluisterd of met reservegesproken over dat in de ochtendpreek. Vrome enonverschillige kerkbezoekers hielden kennissen aanop den weg, want ze moesten het even vertellen. Eenkwartier na het uitgaan der kerk was 't in het kroegjevan Meulemans, en van de eerste twee societeitsbezoekersbegon, laat in den namiddag, de een: — Heb je gehoordvan de preek van-morgen?

Er hadden hoorderessen gesnikt. Mevrouw Wedelaarhad gezeten, doodsbleek, een zakdoek in de hand,doch zij had hem niet gebruikt. Freule Constance vanLakervelde had men de tranen van de wangen ziendruppen. De oude freule Sitsen had juffrouw LovinkHalster, die naast haar zat, den eau-de-cologne-flacontoegereikt, daar zij zag, dat die niet-wel werd. Geergerdhad men zich aan een vrouw, die bij navraag na dekerk de moeder bleek van het meisje, dat door Herman

Page 267:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

264

Wedelaar verleid was: het mensch had luid zittensnuffen en grienen.

Lang bleef de Kerkeraad bijeen. Geurtsen, develdwachter, die al den tijd met den koster had staanpraten, berekende: bekans drie kwartier. Het rijtuigvan het kasteel, dat eerst de Barones had weggebracht,moest terugkomen voor den Baron en het wachtenwas een groot hallef uur geweest. Heleveel maal hetrijtuig het kerkhof wel omreed, viel niet te zeggen.Doch de koster had tegen Geurtsen gezeid: „Heijegezien, de Beron zat niet in z'en bank." — Metden Kerkeraad had hij gezeten.

Dit was het werk geweest van Jan van Loodijck.Tijdens de bijeenkomst op Dominee's kamer had hijin diens plan berust. De ou'e heer Lovink Halsterhad Van Loodijck een paar maal geirriteerd, dochtegen den geloofsijver van den diep geschokten predikanthad hij zich niet willen of kunnen verzetten. Aileenhad hij aan het eind met aandrang verzocht, datDominee nu over niets meer zou spreken, noch tegende andere kerkeraadsleden, noch tegen iemand vande gemeente. Dominee had er op gestaan, een uit-zondering te mogen maken voor de weduwe Van Rooien,de grootmoeder van het gevallen meisje, en VanLoodijck had erkend: dat was heel iets anders; slechtsdrong hij er op aan, dat dominee ook tegen die vrouwniets zou zeggen van zijn voornemens voor den Zondag-morgen.

— En, zoo was Van Loodijck gegindigd, dan hebik nog een verzoek. Ik zou namelijk ook zelf eenuitzondering willen maken. Morgen komt MeneerVan der Waele terug. Onze president moet, dunkt mij,ingelicht worden.

Broeder Smout knikte terstond goedkeurend. Domineeverklaarde zich bereid tot een bezoek op het kasteel,

Page 268:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

265

doch Van Loodijck wenschte den predikant dezemoeite te besparen; hij zou met meneer Van der Wadegaan spreken. Het gevolg van deze beraadslaging was,dat mevrouw Van der Waele, met de jonge mevrouwKlincker, die de pleegouders bij den terugkeer hadopgewacht, plaats nam in de bank van het kasteel;doch Baron Van der Waele te zitten kwam tusschende broeders Smout en Van Loodijck, in de bank van denKerkeraad.

In de consistoriekamer hield de president-kerkvoogdeen korte toespraak. Allen stonden, doch op aandringenvan broeder Van Loodijck was Ds. Wedelaar gaanzitten.

— Wel gaarne, had de geschokte man met moeiteer uit gebracht. De broeders zagen zijn rechterhandbeven op de stoelleuning. Broeder Smout had Z.Eerw.een glas water willen inschenken, doch met een hoofd-knik bedankte deze.

Broeder Van der Waele sprak hartelijk. Hij vroegverlof met een persoonlijk woord te beginnen engetuigde van de ontsteltenis, welke de mededeelingvan broeder Van Loodijck hem den vorigen dag hadgegeven. Hij had moeite gehad aan diens woord tegelooven. „Een kind uit onze pastorie, een zoonvan onzen Ds. Wedelaar." Daarna had het ook hemwat gekost, eenig verband te leggen tusschen de afdwa-ling van den zoon en de verantwoordelijkheid van denvader als herder en leeraar. Doch broeder Van Loodijckhad hem verzekerd: Dominee wenschte zijn gemoedte ontlasten. Naar dien wench had de Kerkeraadzich te schikken. En nu Dominee had gesproken,nu getuigden zeker de andere leden van den Kerkeraadmet hem: te rade gaande naar eigen gemoed, hebbenwe een woord gehoord tot de gemeente, dat diepheeft getroffen, dat elken vader de hand zal doen steken

Page 269:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

266

in eigen boezem, en dat niet slechts de dankbare liefde,maar ook het eerbiedig vertrouwen in den man, dienGod gesteld heeft tot een voorganger van de gemeente,slechts kan versterken en vergrooten.

Er was een klein gemompel van instemming.Ds. Wedelaar zat sprakeloos neer. Zijn lichaam

schokte. Tranen vielen op zijn toga.Broeder Lovink Halster trachtte afleiding te geven,

door in den kring van zwijgende mannen met broederNagelbloem, den diaken, een gesprek aan te vangenover den tekst, welke zoo gelukkig was gekozen.Die enkele woorden van Filemon: „de gemeente,die te uwen huize is." Hoe duidelijk drukten zij dadelijkuit het gevoel, waarmede bier een herder kwamtot zijn gemeente; dat besef van gemeenzaamheid,van vertrouwelijksten omgang, dien innigen gemeen-schapszin, als verzinnebeeld in de toestanden onderde eerste Christenen, volgens dezen tekst en volgensde woorden uit Colossensen en uit Romeinen, bijeen-komend in het huis van den voorganger, een „mede-arbeider" van den Apostel.

De kring van broeders luisterde toe. Ds. Wedelaarzat als verwezen.

— Ja, zei broeder Nagelbloem, ik heb, eerlijk ge-sproken, eerst later begrepen, waar Dominee beenwilde.... Ik wist wel van....

Broeder Van Loodijck bracht snel een winger v66rden mond, dat broeder Nagelbloem zich niet zouverpraten.

Nu stond Dominee langzaam op. Het hoofd heffend,hapte hij naar adem, de oogen onder den bril gesloten.

— Wilt mij verontschuldigen! sprak hij. Ik hebook nu uw broederlijke toegevendheid noodig. Ikhad mijn krachten misschien. overschat. De Heeris mij genadig geweest. Doch nu schiet de kracht

Page 270:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

267

te kort om u te danken, u, voor al die lieve woorden —hij drukte Broeder Van der Waele de hand — en ualien voor wat gij in dit uur voor mij waart. — Domineedrukte de handen der andere broeders.

Bij het naar huis gaan met nog twee broedersherhaalde broeder Nagelbloem, dat hij Dominee aan-vankelijk volstrekt niet had begrepen.

— 0, je wist er niet van? zei broeder Dormser.Wisten de andere broeders dan wel van de preek?

Broeder Nagelbloem had al zoo iets meenen te bemerkenuit hetgeen Baron Van der Waele zeide .. ..

Even bleef men staan in een kring. Ook BroederMeertens keek verwonderd, dat enkele leden wel,anderen niet in het plan gekend bleken.

Broeder Van Loodijck was meegereden naar hetkasteel. * * *

Een briefje van freule Constance had Aleida 's Maan-dagsmorgens gewaarschuwd; schielijk was vrouwRietgors ontboden, die gelukkig geen ander werkhuishad; en Neeltje ging nu in japon naar de bel.

Het eerst kwam de oude freule Sitsen. Uit haarzeggen begreep Aleida, wat haar onduidelijk wasgebleven in het briefje van freule Constance. Men zouhaar vandaag bezoeken. Jan van Loodijck was zelfbij de oude freule Sitsen geweest om haar te verzoekenook te gaan.

— Je begrijpt, lieve, ik kom met opzet wat vroeg.Het zou anders te druk zijn voor mijn hoofd.

Freule Sitsen was in een vigelantje van Westrikgekomen, doch terwijl dit wachtte v66r de deur, reedde equipage der freules Van Lakervelde aan: — freuleConstance kwam aileen, haar zuster zou later komenmet het nichtje.

Page 271:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

268

— Ik blijf wat Langer, lachte freule Constancetegen de oude freule op de kanapee, die vriendelijkantwoordde:

— U bent z66 de vriendin van den huize.— Je geeft straks wel een kopje thee? informeerde

freule Constance.- Ja, Freule, met een Haagsch beschuitje. Toch

niet nog iets, van port of zoo?— 0, nee! .... verwierp freule Constance.De auto van den Engelenburg reed voor. Nu stonden

er drie rijtuigen v6Or de pastorie. In de Kom begonmen te kijken. Al was grootvader Egberts ter ziele, desmidse lette z66 iets wel op. En desgelijks de bakkers-vrouw, en een enkele bezoeker van Westrik, en Berke-meier op zijn divan — hij riep er Mies bij en ookKleestra.

De beide heeren Van Sieten kwamen. Zij warenniet in de kerk geweest, verschenen daar eigenlijkzeer zelden. Doch Loodijck had den jongen Van Sietenopgebeld, die niet dadelijk had begrepen; hij dacht eerstdat er iemand dood was; hield, na betere uitlegging,aan het begrip condoleantie-bezoek vast, wat VanLoodijck ongepast vond; was echter dadelijk zelfbereid en bepraatte den ouden heer: — het was noodigvoor het geklets in het dorp....

De oude heer Van Sieten betuigde zijn deelneming,moeilijke dagen voor mevrouw Wedelaar.... Aleidavergemakkelijkte de situatie niet, toeti zij vroeg naarmevrouw Van Sieten.

— Dank u, heel wel, da's te zeggen: u weet, Altijddie ellendige kwaal. — Anders was mevrouw mee ge-komen. Aleida moest haar excuseeren. — Dominee wel?

Ja, dit was juist het z66 facheuse! Die goede manwas op ziekenbezoek. Een verversknecht aan denOosterweg, een kankerpatient, die op sterven lag.

Page 272:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

269

Aleid had zóó gezegd: doe het morgen. Ze had hemhet briefje der freule doen lezen. Maar soms wasWedelaar zóó koppig. En nu, zie je wel, kwamen erheèren....

De heer en mejuffrouw Lovink Halster vervingenfreule Sitsen en de heeren Van Sieten, die tegelijkweggingen. Oude vrienden van Wedelaar. Aleidavond beiden lets arrogant. Het waren toch maar burger-menschen. Natuurlijk kwamen ze te voet. De hoogehoed van Lovink was nat. Aleida belde nu maar omtheewater. Het was wel nog vroeg, maar je wist niet,wie er zoo dadelijk kwam. Nu, met de Lovinks, hadze gelegenheid. Freule Constance praatte met hen.Over de preek en Dominee's zielskracht: De Heerhad den armen man wel gesterkt.

Weder hield er een rijtuig stil. Aleida was te ontsteldom te kijken: nog altijd immers geen Wedelaar!Doch aan de kamerdeur kwam gepraat: Jan vanLoodijck drong Dominee binnen, die mdcht zichniet eerst gaan verkleeden: droeg hij niet het eerekleedvan den ijverigen zieleherder, die nooit let op regenof wind? .... Jan van Loodijck bracht een lack ophet triest-ernstige gelaat. En achter Jan van Loodijckkwam zijn broeder Gijs. Het was diens eerste bezoekin de pastorie.

— U moet me mijn onbeleefdheid ten goede houden,Mevrouw Wedelaar. Het is een onvergefelijk verzuim.DE had u al zoo lang mijn opwachting dienen te maken.Nu echter kon ik niet wegblijven. De bezoeken vanuw man, indertijd, toen ik ziek was, zijn me zooveelwaard geweest.

Aleida voelde vocht in de oogen. Het was zoo druken zoo vreemd — maar ook heerlijk. Al die liefde enwaardeering. En zóó markant, na die preek vangister .

Page 273:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

270

— Wat heeft uw man de gemeente ontroerd, betuigdeJan van Loodijck haar. Zij stelde die woorden ophoogen prijs, daar zij wist, dat hij deze preek nietgewenscht had.

Freule Constance hielp met de thee. Juist zat Aleideven, daar iedereen hid, toen ze zag: het rijtuig vanKlincker.... De burgemeester en mevrouw. Zijwaren niet in de kerk geweest. Waren altijd lauw,dacht Aleida. Doch Burgemeester zei het ronduit:hij had niet zelf de preek gehoord, maar hij had overde preek gehoord, ieders mond was er inuners vol van.En zoo sprak het vanzelf, dat hij, als hoofd der burger-lijke gemeente, behoefte had Ds. Wedelaar in dezeverdrietelijke omstandigheden zijn sympathie en ach-ting, zijn hibge achting te betuigen.

— 1k dank u, zei Ds. Wedelaar zacht. Hij hadnog bijna geen woord gesproken. Ook Gijs van Loodijck,naast hem, was stil. Het was nu een zeer groote kringgeworden, waar men praatte, als groepsgewijs. Aleiddacht: had ik dit kunnen voorzien! Dan had zij Krookjebeneden genomen, al die kopjes, zij kon 't haastniet of

De dames Van Eerde vervingen de Lovinks, opwier weggaan weinig gelet was; en toen ook de Loodijckswaren vertrokken, reed het rijtuig van het kasteelvoor. Aleida voelde bepaald een sensatie. Het grooterijtuig, met de twee schimmels. En zooals de palfreniervan den bok Bleed.... Mevrouw Van der Wade gafhaar een zoen. Aleida voelde zich zeer ontroerd.

— Ik heb moeite gehad om hierheen te komen, zeidemevrouw van der Waele.

— 0, Mevrouw....— Nee, lieve, je begrijpt me verkierd. Het moeilijke

was, mijn dochter wilde mee, maar dit vond ik tedruk voor jullie . .

Page 274:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

27 1

Aleida verzekerde, dat zij de jonge mevrouw Klinckerjuist erg% graag ontvangen zou hebben. Onderwijisprak de Baron met juffrouw Van Eerde. FreuleConstance was, bij het overreiken van theekopjes,uit haar hoekje bij het raam gekomen en zat op denstoel van Gijs van Loodijck, naast Wedelaar. Zijvond den goeden man onrustwekkend stil en afge-trokken. Het aardige idee van Jan van Loodijck, datmen hier vandaag een vizietje zou brengen, had freuleConstance vooral beschouwd als wat moed-gevend voorHerman's vader; doch al deze hartelijkheid scheenWedelaar niet z456 verblijdend te treffen, als zij hadverwacht en gehoopt. Daarom sprak zij hem er nuover. Met zachte stem: of hij het niet waardeerde.ZOOveel liefdebetoon der gemeente .

Het trof hem, meer dan hij zeggen kon, zei hij.Doch de freule zag wel; de vader 166d.... Haarzuster Clara kwam, vond zij, laat. Er was des morgenslang beraadslaagd, of het comme it faut was, datClaartje mee ging, bij dit bezoek. Wel wist het meisje,dat Dominee's zoon zich droef had misdragen, maartoch . . .. De overweging, dat de zaak zelf natuurlijkdoor niemand zou aangeroerd worden, had de tantesdoen besluiten, dat Claartje wel mee kon. En nu trofhun nichtje het aardig: juist toen zij en tante Claraer, eindelijk, waren, reed de auto der Van Beeckesteyn'svoor, en Claartje kreeg een denkbeeld van de achting,welke Dominee Wedelaar in het dorp genoot, toenze meneer Van Beeckesteyn hoorde vertellen, dat hij, alslid der Staten, een conferentie had gehad met Gedepu-teerden, doch die bijeenkomst een paar uur vervroegdhad gekregen en nu zeer gelukkig was, Dominee dehand te drukken.

Het was zeker het treffendst moment van den middag.Aleida gys.f grif het de freule toe, nadat alle anderen

Page 275:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

272

waren vertrokken en die lieve vriendinnen Van Laker-velde nog een oogenblik napraatten. Een ftroostrijkemiddag was het geworden. ZOOveel sympathie....algemeen....

— Je neef Stork is er niet geweest, viel freuleConstance plotseling uit.

— Och, Stork! .... smaalde Aleida.— Hij heeft het erg druk, er zijn weer vele zieken,

zei Wedelaar.De vrouwen zagen elkander aan: wanner nam die

man iets kwalijk I

Page 276:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

EEN EN DERTIGSTE HOOFDSTUK.

EVROUW, zei Neeltje des Donderdags-morgens, nou benne ze nog van VanRooien het goed nie' weze' hale' ....

— Wat zeg je?!Neeltje schrikte d'ervan, zooals Mevrouw

uitviel. Beteuterd nam ze haar leitje van tafel, datMevrouw net had nagerekend. Ze zag Mevrouw voort-gaan met kopjes-wasschen, doch toen zij zich om-draaide, gromde Mevrouw:

Waarom zeg je me dat vandaag pas? Ik wil datgoed niet langer in huis hebben. Loop dadelijk evennaar de baas van het kasteel, en vraag, of die aanVan Rooien wil zeggen, dat hij om twaalf uur meteen kruiwagen langs komt. Vandaag!

Die akelige vrouw Van Rooien, wat wilde ze, dat zehet goed hier liet! — Het maakte Aleida zenuwachtig.Zij had toch al zeer moeilijke dagen. Haar beste manbleef zoo neerslachtig. Hij trok het zich vreeselijk aanvan Herman. Daarom had zij naar Leo geschreven,dat die een paar dagen over zou komen. Hij moesttoch ook weten, wat er gebeurd was; Wedelaar had altweemaal gezegd, dat hij schrijven wilde aan Leo;doch de arme man kwam in huis tot nets; volijverigerdan ooit deed hij alles, wat er aan herderlijk werkto doen viel; Maandag, na dien vermoeienden middag,gal hij nog twee uren katechisatie; maar thuis kon hijDe zonde in het deftige dorp. x8

Page 277:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

274

neerzitten als geslagen — Loesje had gisteravondgeschreid, doordat ze dacht, dat Paatje boos was.En nu Jopie weer verkouden! Aleida wilde niet sturenom Stork. Doch zoo gaf het flak nog meer drukte.Krookje was een heel goed meisje, maar men konniets aan haar overlaten. Zelf mat Aleida Jopie op;Krookje had een thermometer gebroken; bovendienmoest het zeer nauwkeurig gebeuren, indien zij Storker buiten zou houden. Deze oude koortsmeter deugdenog wel, maar men moest er telkens twee streepjesaftrekken — dat kon Krookje toch niet doen. Zookwam er allerlei neer op hiar, en dat, terwijl zij zichmoest sparen. Wel gaf De Heer haar kracht naar kruis,doch zij voelde maar al te dikwijls, niet meer de vrouwte zijn van toen Wim kwam.

Neen, zij was er volstrekt niet zeker van, dat die VanRooien's niet iets in het schild voerden. De bedoelingkon wel geen andere zijn dan Wedelaar wat geld of tepersen, en dit zou het ergste niet wezen; maar hemzou de houding dier menschen grieven en het gebeurdebedroefde hem toch zoo. Hier had de vrouw zichcorrect gedragen, maar men wist tegenwoordig nietmeer, het yolk trad op, het durfde dingen, waar menvroeger niet van hoorde. De luidruchtigheid der vrouwin de kerk was beslist komediespel geweest, een on-heilige poging om zich te doen opmerken. Andersgaat iemand niet z66 te keer. Gode zij dank, had Wede-laar er niets van gemerkt, uitsluitend vervuld van zijnpreek, dat hij was; maar freule Constance had hetgeindigneerd, toen Aleida haar zeide, wie zoo hadzitten snikken en zuchten. Freule Clara zou er hetmensch over onderhouden....

In Aleida's gepeinzen kwam bruusk een breuk.Zij herinnerde zich de belofte, die zij aan vrouwVan Rooien gedaan had! Het was vandaag al Donder-

Page 278:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

275

dag, de vrouw moest dus gisteren op Beuk-en-Beekgeweest zijn, als zij ten minste ook dat niet verzuimdhad.... Ach, dat zij dit had kunnen vergeten, maarzij had ook zdOveel aan het hoofd, en dl-dit-met-Dina, zij gruwde er van, het was een schrikkelijkebeproeving, zoo iets in hah.r huis voorgevallen.

Neeltje kwam berichten, dat de tuinbaas beloofdhad, Gijs van Rooien te zullen zenden; en daar Aleidaalles had omgewasschen, verzocht zij de meid hetop te bergen, zij moest nu weer naar Jopie gaan zien.* * *

Drie uur later zat zij aan de koffietafel en wachtteer, wachtte.... De kinderen, die, nu Krookje er was,ook op weekdagen beneden kwamen voor het tweedeontbijt, waren al weder naar boven, spelen of slapen;doch Aleida wilde niet opstaan, haar man had vastbeloofd thuis te komen. Zij las De Lelie van ons Vorsten-huts, een wel mooi boek, dat Claartje Lakervelde denvorigen dag was komen brengen — de tantes haddenhet ook pas genoten. Aleida werd er door geboeid, dochtelkens keek zij op de klok, dreven haar gedachtenaf. Zij kon niet hebben, dat Wedelaar laat kwam,het maakte haar onrustig, angstig. Hij moest eenswat krijgen, bij al dat loopen; al die bezoeken, dikwijlszoo ver. Wedelaar was immers niet jong meer; zijwas met een duderen man getrouwd; het was haarplicht, als vrouw en moeder, daarmede rekening tehouden.

Nu meende zij Joop te hooren hoesten; ook aan tafelhad hij een bui gehad; gelukkig was er nog altijd geenkoorts; 36.5 van ochtend, 6f 6, dit moist zij niet heelzeker. Het boek had zij naast haar bord geschoven,overleggende, of zij naar 't kind zou gaan kijken;toen ze blij van de huisbel schrikte — eindelijk zoudaar Wedelaar zijn. Doch vreemde luidruchtigheid

Page 279:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

276

klonk door de gang.... Leo! Wedelaar ndg niet, Leo.Hij maakte altijd grapjes met Neeltje, zee) aardig washij met burgermenschen.

— Moeder, daar ben ik! maar Vader komt niet.Hij was opgepikt door meneer Van Beeckesteyn,de dochter van die zijn koetsier ligt op sterven; zereden hier heen om het u te zeggen en kwarnen me bij hetstation achterop.

Leo kuste zijn stiefmoeder op het voorhoofd; toen,met haar hand nog in de zijne, zei hij op een toon,waar at de gewilde opgewektheid der binnenkomstuit was:

— Moeder, wat is dat ellendig van Her'!Bedrukt keek zij naar hem op en knikte.— Vader zag zoo bleek, zoo oud....Hij trok aan een stoel, als om te gaan zitten, doch

bedacht zich, vroeg zenuwachtig: — Is Her' boven?— Boven ? Her'.? Welnee !....— Hij is toch niet al weer terug naar Edinburg?— Hij is heelemaal niet over geweest. — En we

laten hem ook niet komen, voegde Aleida, na evenwachten, er bits met stelligheid aan toe.

Nu was Leo gaan zitten. Hij keek onthutst.— Zoo, zei hij. He. — En bleef starend zwijgen.

Doch niet lang; hij had behoefte te vragen, te weten.— Hoe was Vader?Aleida vertelde van Vaders droefheid, van de ver-

bijstering in huis, en dat Vader even neerslachtigbleef, ook na al de deelneming, hem Maandag betoonddoor de eerste famieljes, de Van der Waele's, deKlincker's, Van Beeckesteyn.... Ook repte zij vaneen brief aan Her', waar Vader een halven nacht aanwas blijven doorschrijven.

— Maar, ik begrijp niet, begon weer Leo. Is Her'dan niet noodig, hier?

Page 280:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

277

— Wat zou hij hier doen?! stoof de stiefmoeder op.Voel je dan niet hoe pijnlijk het zijn zou? En waarzou zijn komst toe dienen? 't Zou het gepraat in hetdorp maar verergeren.

Leo's gelaat vertrok van angst. Hij aarzelde, ietste vragen — hij moest.

— Gelooft u.... dat hij van Dina heeft gehouden,Moeder?

Aleida zag Leo aan, ontstemd en verwonderd.— Wat bedoel je? vroeg zij.— Heeft ie haar willen. trouwen, Moeder?— Maar, jongen.... hoe zou Her' nu trouwen!

En dan met iemand als Dina. Hij heeft gezondigd....doordat hij zich heeft laten meesleepen door zijn harts-tocht. MOge De Heer het hem vergeven!

Leo versprong op zijn stoel van pijnlijke op-winding.

— Was er hartstocht? Weet u dat zeker? Heeft hijhaar daarom van trouwen gesproken? Of heeft iebewust haar voorgelogen?

— Jongen, wat een penibele vragen. Zijn zondeblijft immers dezelfde. En daarvoor zal God hem terverantwoording roepen.

— Nee', Moeder, het blijft niet hetzelfde! Natuurlijkheeft hij verkeerd gedaan. Maar het is toch heel jetsanders, of hij te goeder trouw geweest is, of gewoonhaar met leugens verleid heeft.

— Jij moet wat bedaren, Leo. Als Vader voortthuis komt! 1k heb je juist voor hem geschreven.

— Hoe meent u?— Dat jou gezelschap hem wat of zou leiden.— Maar, Moeder, hoe wilt u.... Her' is toch mijn

broer!— Je begrijpt me verkeerd. Het spreekt van zelf,

dat ook jij bedroefd bent. 't Zou treurig zijn, als de

Page 281:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

278

zonde van je broer je onverschilligliet. Maar je opwindingmoet je beheerschen, om Vader niet nog bedroefderte maken.

Met een ruk trok Leo iets uit zijn jaszak. Een kleinecourant. Hij vouwde haar open.

— Weet u, of Vider dit heeft gelezen?Hooghartig en wantrouwend keek Aleida en vroeg:— Wat is dat?— De Volksbanier, het weekblad van de socialisten.

Ik had in stad een klein uur tijd. Daarom liep ik naarDolf van Woest. Terwijl ik er zat, kwam Kalfslevenoploopen, u weet wel, die vriend van Her', van de Vrije.Wist u, dat hij geingageerd is met Betsie Kruisdoorn?Hij is een greete vrind van Dolf en deed gegeneerd,toen hij mij daar zag. Hierom been ik. Dat DoIfen ik juist over Her' zaten te praten. Of Her' hemer van had geschreven. Toen kwam hij los. Her'liet nooit meer van zich hooren. Maar nu had hij,wel niet de naam, maar tech een maar al te verstaan-bare aanduiding van zijn vroegeren vriend moetenvinden in het blad van de socialisten. . . . 't Is afschuwe-lijk 1 „Uit een zeer welvarend dorp in den omtrek"wordt aan de redactie bericht....

— Ja, Leo, spaar me dat, nietwaar? Socialistentaalwensch ik niet te hooren.

— Maar, Moeder, het betreft ons huis! „Een ge-beurtenis in de pastorie, waar het heele dorp schandevan spreekt." Zoo staat er.

— Juist. En als Kalfsleven Maandag in die pastoriewas geweest, zou hij een andere taal gehoord hebben.lk begrijp niet, dat iemand, die zijn opleiding aan deVrije Universiteit heeft genoten, zulke bladen leest.Of is hij soms christen-socialist?

— Och, wat komt dat er op aan, Moeder. Wathem zeer deed, en mij ook, was, dat wat hier over

Page 282:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

279

Herman staat, het feitelijke, begrijpt u wel, niet kanworden tegengesproken. . ..

Weer klonk de huisbel. Nu ontstelde Aleida. Meer methandbeweging dan woorden zeggend, gaf zij gejaagdte kennen, dat Vader het blaadje vooral niet zien mocht.

Doch weder was het Wedelaar niet.Neeltje kwam als weifelend op Mevrouw toe met

de zacht mee-gedeelde boodschap, dat daar vrouw VanRooien was: of ze Mevrouw alsteblief een klein oogen-blikje mocht spreken.

Aleida werd woedend.— VrOuw Van Rooien? Is de man er nu toch niet

geweest?— Jawel, Mefrouw. Voor hallef een, nog.Het stemde Aleida wel iets kalmer. Nochtans vinnigde

zij tegen:— En wat wil de vrouw dan nu?— Dat hep se main nie geseid, Mefrouw.— Ja, ik kan haar nu niet ontvangen.— Moeder . . .. wilde Leo zich mengen in het ge-

sprek. Doch op een boozen blik van haar zweeg hij.— Laat haar dan maar even in het jassenkamertje,

zei Aleida. Zij dacht aan de vergeten belofte: het leekhaar werkelijk veiliger, die vrouw toch maar een oogen-blik te woord te staan. Echter verzocht zij Leo snibbig,zoodra Neeltje de kamer uit was, zich niet te mengenin gesprekken met de bojen.

— Ik dacht, dat u de vrouw niet wilde ontvangen,omdat ik er ben, zei Leo deemoedig.

* * *

Vrouw Van Rooien vroeg wel freskuus, dat zijMevrouw dorst lastig vallen. Maar haar Dina had erzoo'n spijt van, dat Vader en Piet d'er alsmaar niet aan

Page 283:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

28o

waren toegekomen om het goed te halen. Elken morgenhad Dina gevraagd: Vader, ga je het goed nou halen?Dina was nog zoo met al d'er gedachten in de pasterie....

— 1k heb, zoo brak met waardige kalmte Aleidahet radde praten af, tot mijn spijt vergeten de freuleVan Lakervelde over je verzoek te spreken. Wie vanjullie is bij de freule geweest?

— Me moste nau wel wachte, Mefrau.... OmdatMefrau toch beleufd had, zei ze sneller, ten eindeeen aanmerking van Mevrouw te voorkomen. En toenplotseling vastberaden: 't Steikt ook nie' op eenwaik, Mefrau, nau me near waite, da' me-n-et kos'-geld uutbetoald kriege.

Bevangen. vroeg Aleida zich af, of zij de vrouwhierop antwoorden, hoe zij haar behandelen zou. Hetbest was misschien, de duidelijke toespeling onbegrepente laten en alleen te beloven, dat zij nu het verzoek zouoverbrengen. 't Mensch stond daar niet arrogant . . . .Aleida wilde haar belofte herhalen, toen de deur vanhet kamertje op een kier werd geopend en Ds.Wedelaardaar doorheen keek. Binnen gekomen, zei hij vrouwVan Rooien vriendelijk goeden-dag en vroeg naar haarman en de kinderen.

— Ben je niet koud, Man? Wat kom je laat!Neen, Dominee was in het warme rijtuig van meneer

Van Beeckesteyn teruggebracht.— Dat meisje zal vandaag wel sterven.— Och.... zei Aleida. — Nu, dag vrouw Van

Rooien, liet zij, op anderen toon, met duidelijke be-doeling, volgen. En verliet het kamertje, om de vrouwveer te gaan. Doch deze maakte van de gelegenheidgebruik. Zich omkeerend naar Domenee, die in denhoek zijn overjas ophing, zei ze zacht en zoetelijk:

— Daumenee, wat heif' Daumenee me in de sielgeroerd, 'en Sondag... .

Page 284:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

281

— Man, Leo is er! riep Aleid uit de gang.— Ja?.... Ja? zei Wedelaar — een ja naar de

gang en een tot de vrouw, hier. Het verheugde hem,juist van Dina's moeder, dat zijn prediking doel hadgetroffen. De toon der twee ja's verschilde weinig.

* * *Het was nu half vier, Leo was twee uren thuis,

en nog had hij niet met zijn Vader gesproken. Ditongeduld was een foltering, een nieuwe ergernis,onverwacht, bij de gegriefdheid over Her'! Vandaag,wezenlijk voor het eerst, voelde Leo, wat telkens deklacht van Her' geweest was: „Moeder, tusschenVader en ons in." Hij was gekomen, gekrenkt doorHer', vreeselijk in hem teleurgesteld; en de angst,dat Her' als een ploert had gehandeld, was doorhet te-weinige, hier nog gehoord, helaas versterkt;doch, al had het er nets mee te maken, hij voeldetegelijk iets als meelij' met Her', een drang om hemdiarin gelijk te geven: het was hier niet meer geheelhun thuis, dat volkomen-veilige bleek nu ook hemvan Vader's huis af. Hij was gekomen, om met Vaderte spreken, en eerst vond hij zijn stiefmoeder, die metsnibbige pruderie alle inlichting over het doen van zijneigen broer hem weigerde; die eigenlijk alleen maarbang scheen; bang ook was, bang en vijandig tegenDina en haar ouders; en nu hij nahst zijn Vader zat,nu was daar, aan den anderen kant, nog weer dievrouw, die hij Moeder noemde, en belette elke vraagaan Vader. Dien Tsaar, van wien hij pas had gelezen,daar leek het hier op! dien konden zijn moeder, zijnbroers en zusters, en zelfs zijn voordochter niet bereiken,doordat altijd de nieuwe Tsaritsa er was....

— Vertel Vader nu liever iets van jezelf! Z6u jevan den zomer examen doen?....

Page 285:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

282

0 God, die ellendige, die gemeene schijn-hartelijk-heid in zoo een vraagl Natuurlijk deed hij immersexamen. Dat wist Moeder zoo goed als Vader. Komedie— thuis — op dit moment! Vader leek waarachtigversuft. In die korte weken, jaren verouderd. EnMoeder omspinde hem met een vertoon van opgewekt-heid, met een vroolijke lief-doenerij, waar Vader vanvoelen mOest, dat het spel was — voor zijn bestwil,nu ja, natuurlijk; Moeder hield heel veel van Vader;maar ze liet hem niet toe, zich uit te spreken, uitte leven zijn groote leed.

Hij, Leo, was toch gekomen voor dat! En er mochtniet meer van gerept. Moeder was anders nooit zoospraakzaam. Nu ratelde ze, telkens wat anders; enVader zat daar, moe in zijn leunstoel, en gaf op alleseen goedig, kort antwoord; maar al zijn voelen-en-denken was elders.

Men hoorde, in de achterkamer, een rijtuig voorhet huis stilhouden en meteen werd er gebeld. Moederwas dadelijk 66n agitatie. Neeltje kwam zeggen: defrulle Lakervelde. Toen stoof Moeder op, naar de portebris6e. Leo wipte weg, naar de gangdeur; wel fluisterdezij hem snel nog toe, te blijven; doch hij wilde eersteens naar boven; hij had de kinderen nog niet gezien:bij zijn aankomst, straks, werd er geslapen.

Hij meende een flinken tijd boven te blijven: dieouwe neuten. van Beuk-en-Beekt doch hij schrikte,zooals Joop er uitzag: Moeder, anders zoo angstigvoor Joop, telde nu zelfs dit ziek-zijn licht. De jongenhad koorts, dat zag Leo zoo wel; hij kreeg met denzwakken peuter te doen; wat een onnoozel wicht, dat„Krookje," zooals Moeder prettig vond, van haar tespreken; daar was de kinderkamer mee uit! Maar Joophad wat verzorging noodig.

Glimlachend, slechts weinig sprekend, stond Leo

Page 286:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

283

veer het bedje, een handje van zijn broer in de zijne;en suste het drukke gebabbel van Loes, die af en aanliep tusschen de speelkamer en deze; en moest aan Joopvertellen van de Maskerade-feesten, waarvoor hijin het bestuur zat; en had een beklemming van wee-moed en wrevel, omdat deze lieve jongen zoo teer was,en omdat Moeder het toch blijkbaar wel goed bedoeldemet Vader, daar ze nu bezorgder op den ouden manlette dan op Joop; en omdat hij, Leo, nochtans vervreemdzich voelde van thuis, vervreemd, zelfs hier bij dekinderen, en terwijl die iets overgelatens hadden, ietshulpbehoevends, bij the weinig toezicht — anders danonder die knappe Dina, een-en-al flinke reddering. —Dat Her' niet van haar was afgebleven! Her', deoudste! Her', die nooit los kwaml

— Hebbie hoof'pijn, Lê?— Ik? Welnee vent! 0, omdat ik over mijn hoofd

wreef? Nee hoor! Zeg....En Leo vertelde, dat hij straks uitging. Hij was

zoo opeens uit Delft gekomen, daardoor had hij nietsmeegebracht; maar straks zou hij kijken bij LovinkHalster, die had zeker plakplaatjesbladen.

Zoo'n kleine baas! Dacht aldoor aan ziek-zijn....0, wat was het hier triest; waartoe was hij overge-komen; wat ging het hem aan, wat Her' gedaan had,daar het heele geval toch moest doodgezwegen!

Naar den trant van zijn jongensjaren, sprong Leoin drie zetten de trap af, telkens het bovenlijf zakkenlatend, de harden langs de leuningen, en zoo gerucht-loos mogelijk op de punten der schoenen nederkomend.Hij griste zijn citybag van de gangbank en schoofhaakbeenend diefachtig naar boven; Moeder zouwel niet om hem laten roepen! Hij wiesch zich, keerdemanchetten om, treuzelde — och, heeremensch,tech Neeltje! Zeker, dadelijk kwam hij beneden.

Page 287:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

284

Freule Constance .... en 't aardige nichtje. Catombait avec, voor het eerst van-middag! Vroolijkezus, wel, en niks-niet-groo'sch. — Leo moest vande maskerade vertellen. Freule Claartje zou komenkijken, was nu al door haar neef Eeze gevraagd.

— Is die niet van jou club? vroeg Moeder.— Club? och, ja, als u club wilt zeggen. Maar we

zijn nog al vaak met elkaar, ja.He, die ijver altijd van Moeder! Omdat Eeze ook

was van adel. Leo gooide er gauw maar een grap op:of hij misschien al een dans mocht noteeren — hij trokeen dikke zakportefeuille.

Doch onder het spreken zag hij zijn vader — hoe dievan niets hoorde, slap neerzat, verwezen.

En deernis gulpte in zijn gemoed op, omvattendbeiden, dien vader, dat broertje — dat niet-gezondkind van dien ouden man.

Ik meet alles uit kunnen spreken met Vader, zoodacht hij, en als Moeder dat verhindert, ga ik van Delftvia Londen naar Her'! Dan zal die me de waarheidzeggen. Geld kan ik wel leenen. Misschien juist vanEeze!

Toen freule Constance opstond om heen te gaan,vroeg Moeder, of het niet te veel was gevergd, of defreule even met haar vooruitging, door de voorkamer,une minute. 't Was wat mal, dat wachten met Vaderen Claartje. Doch toen deze naar voren geroepen werden Moeder meeging tot de voordeur, drong het Leoopeens naar zijn Vader, en snikkend viel hij neer bijdiens leunstoel:

— Arme, lieve, goeje Vader.Hij zag, dat het schokte door Vaders lijf:— Toe, gaat u nu wat met me naar boven.Een bevende hand streelde Leo's hoofd.

* * *

Page 288:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

285

— Leo! had Moeder hem teruggeroepen, toen hijzijn vader volgde op de trap, met een telkens wachtenop een trede. En achter de half open deur der huiskamer:— Laat je Vader dat blad niet zien?!

— Och, née', Moeder.Nu waren zij samen, eindelijk. Leo kon alles nu

vragen en zeggen.— Willen we samen bidden, mijn jongen?Leo geloofde. Hij had God lief en den Bijbel. Te

Delft deed hij zijn best, als een christen te leven. Dochdit voorstel van Vader bevreemdde hem. Vader bad voorLeo, dat die zijn pad mocht rein bewaren; en langerbad Vader voor Herman, dat dien zijn zonde mochtworden vergeven, om Jezus' wil; en ten slotte badVader voor zichzelven, dat de lankmoedige God dennalatigen herder genadig mocht zijn.

— 1k heb je gebed wel noodig, mijn jongen.Wat bedoelde Vader? Leo begreep niet. En dit zei

hij — eindelijk. Al wat hem dezen middag vreemdwas voorgekomen, zei hij met de aandrift van zijnangstig verlangen naar eerlijkheid. En weder werdhij teleurgesteld. Vader begreep hem niet, het belangvan zijn vragen ontging aan Vader; en hem bleef dienszelfverwijt onverklaarbaar. Of Her' ooit iets voorDina gevoeld had, bleek ook Vader onverschillig.Hij praatte van „hun zonde," „zijn zonde:" met „hun"werden Her' en Dina bedoeld; doch zichzelf scheenhij te verwijten, dat hij niet beter had opgelet. Leo vond,dat z66 hier iemand nog iets kon verweten, het veeleerMoeder moest zijn, als bestuurster van het huis; dochtoen hij in dezen zin voorzichtig iets zei, keek Vaderverbouwereerd hem aan, als sprak hij opeens van heelandere dingen.

Door zijn deernis met Vader sneed twijfel. Hij werdhoe langer hoe moedeloozer. Een opstandsgevoel deed

Page 289:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

286

hem eenmaal denken: jullie loopt hier met molentjes;en toen hij beschaamd zijn vader aankeek, bevreesd,dat uit iets in zijn houding zijn oneerbiedigheid konblijken, sprak Vader van herders, die sluimeren zullen,een woord, dat ergens in Nahum staan moest.

Leo dacht: nu maar recht op den man af, en vroeg,of Vader niet noodig vond, dat Her' zich hier recht-vaardigen kwam.

— Rechtvaardigen? Maar Leo! hoe zou hij zichrechtvaardigen kunnen?

— Och ja, Vader, ik druk me verkeerd uit. — Ellen-dig, dacht Leo, dat doe ik toch telkens! — Ik bedoel,ging hij voort, of Her' niet met Dina moet spreken.

— Wil jij die twee nog weer samenbrengen? Maarjongen!

— En als hij haar zou willen trouwen?— Diar heeft hij me niets van doen blijken!— Maar, Vader! Hoe vreeselijkl Dan moet hij haar

toch vergeving vragen!— Beiden moeten vergeving vragen aan den Eenige,

die hun vergeving kan schenken.— Maar de meid is nu toch ongelukkig.— Ook je broer voelt zich diep ongelukkig. Dat heeft

hij, in meer dan 66n brief, me beleden.1k kom niets verder met Vader, dacht Leo. En even

neep een toornige lust, nu toch de Volksbanier tetoonen: daar stond het zoo nuchter, dat andere belang,waar Vader heel niet op leek te letten. Ontmoedigdhield hij zijn belofte: wrevelig en medelijdend beseffend,dat er een kant was aan deze zaak, een schuld vanstoffe-lijk-aardschen aard, die voor zijn Vader gewoon nietbestond, doordat hij uitsluitend dacht aan „de zonde,"aan wat Her' tegen God had misdreven.

Hun onderhoud treuzelde voort, verflauwd; ont-redderd zat Leo in deze kamer, vroeger als heiligdom

Page 290:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

287

vereerd. En hij zon, of hij weg zou gaan; of het onharte-lijk was, zoo hij opstond; toen Moeder binnen kwam,haastig, ontsteld, in de hand den koortsthermometer. —Jopie bleek hooge koorts te hebben.

Ds. Wedelaar schrikte en sprak van Stork. Zijn vrouwerkende: nu moest die wel komen. Maar hoe vondmen hem nu het snelst? Leo stelde voor, te gaan zoeken.Dan vroeg hij bij Egberts een fiets te leen.

Page 291:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

TWEE EN DERTIGSTE HOOFDSTUK.

N stad had Hovink des ochtends eenjongen van De liggende Os, waar hijplacht te stallen, vijf exemplaren vanDe Volksbanier laten halen. Laat kwamhij op Lommerlust terug om te lunchen.

Moeder — vertelde Em' — zat boven, aan het bed vanO'ma, die weer niet goed was; en terwijl zijn kindvoor hem zorgde — hij had honger en nam tw66coteletjes — vertelde hij haar, dat hij van plan was,straks bij Miesje aan te rijden en Kleestra mee naar desoos te nemen.

— Waarom zoudt u het niet doen, Pa?Ja, die meid zei dat nu zoo, maar de heeren op de

soos waren maar heel matig op den dichter gesteld.Jonkheer Van Loodijck had zich, toen Kleestra bijStork logeerde, tweemaal een aanmerking veroorloofdover zijn aschgemors op het biljart; en den tweedenkeer, daar Stork bij stond, met een flauw lachje aande klacht toegevoegd: — U begrijpt, een introduceekunnen we niet beboeten.... Kleestra droeg confectie-goedje, waar men hem alle dagen in zag: 's morgensen 's avonds-aan-tafel hetzelfde streepjespakkie. Maarhet bombazijn scheen ten minste versletenl Die onbe-schofte Cruyss had van den winter, wetende, dat deDichter een vriend was van Berkie, tegen Hovinkgezegd: — Heb a geen liverei-jasje over? . . . . Neen, Em'

Page 292:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

289

had gemakkelijk zeggen: — zij wist niet, hoe schampermen sprak over Kleestra. Maar vader zdu hem mee-nemen: de jongen had een hartstocht voor al watbiljart was... .

Tien minuten over vieren hield de equipage voorMiesje's huis stil en kwam zij tikken: — Willem,of je meegaat?

— Watt zei Kleestra. — Nou.... Och, ja.Hij begreep niet, wat het beteekenen moest: meneer

Hovink, die hem alweer, en nu met rijtuig, kwamafhalen voor de societeit. Doch hij had nog al goedgewerkt, en ja, dat eene biljart liep prachtig....

Luidruchtig door vader Hovink begroet, zat „deDichter" nauwelijks in het rijtuig, of hij moest eralweer uit.

— Wij spelen ook eens samen, boor!— Best, Meneer Hovink.Als Van Sieten er niet was, kon het Kleestra niemen-

dal schelen, met wien hij speelde. Maar wat Hovinkhad? hij deed zoo racer-rurnoerig, vandaag!

Zenuwachtig inderdaad kwam deze, door zijn intro-ducee gevolgd, de zalen binnen.

— WOu je biljarten? vroeg hij bij de deur.— Als er iemand is, natuurlijk.— Kom eerst een glaasje port met me drinken.— Twee witte port! haastte hij zich tot den bediende,

nog voordat hij gezeten was. Toen groette hij den kringom den haard en wees, vol zorg, Kleestra een stoelaan.

— Ah, daar is de Heer Van Lommerlust met zijnberoemde gast! riep van Linschooten.

Met jou, dacht Hovink, pas ik op. Die brutalevlerk had de pik op hem. Hij deed wel anti-clericaal,maar als hij den „Heer van Lommerlust" er bij konlappen, zou hij het niet laten. De vent sloeg voor eenDe zonde in het deftige dorp. 19

Page 293:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

290

gemeente-secretaris een veel te hoogen toon aan.Maar Klincker kon niet buiten hem; en daar hij detwee o's in zijn naam had, kon hij een potje breken,in 't dorp, en beklaagde de chic hem, dat hij te armwas geweest om te trouwen.

Nasmakkend op een eerste teug port en in zijnbollen kruienierskop den glans leggend van tweewateroogen, welke beproefden uitdagend te kijken,overlegde Hovink, wie in dezen kring hem waarschijn-lijk zou bijvallen. En hij moest zich bekennen, op nie-mand te kunnen rekenen. God nog 'es toe, het wastoch ook geen kleinigheid, wat hij had willen doen.Nu hij ervoor zat, nu hij hier was, te midden der heeren,kon hij van zichzelf niet begrijpen, hoe hij op het ideewas gekomen. Hij greep in den zak naar die Volks-bonier's. He?' 0, ja, hij had ze in den zak vanzijn overjas gestopt. Daar zaten ze nog. En de jas hingop de gang. En de bedienden neusden wel. Als zijdie vijf exemplaren vonden.... Door Hovink ging eenschok: hij had stom gedaan. Hij had zich laten op-winden door Berkie. Hij zou zich hier onmogelijkmaken 1 En vriendelijk sprak hij nu meneerRenck aan: of die vandaag geen partijtje maakte.Het drong in hem, schielijk zich goed voor te doen,opdat men hem niet vijandig gezind werd.

Toen hoorde hij tot zijn verbazing Van Laer, dienaast Van Linschooten zat, spreken over De Volks-bonier. Hij hoorde hem zeggen: het ding ligt hier;hem den knecht gelasten: zeg, geef eens dat blaadje.En Van Linschooten zag hij lezen ....

— 't Is fraai 1 zei toen Van Linschooten schamper.Hovink zat in den haard te turen. Bij een korten,

onverschilligen hoofddraai, had hij gezien, dat Lin-schooten op de vierde pagina las: dus wel het vers.

— Wat is dat? nieuwsgierigde Van Wanderen Renck.

Page 294:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

29 1

— Niets voor kinderen, plaagde Van Laer.— Vuiligheid, verzekerde Linschooten met de grof-

heid van zijn harde stem.— De vuiligheid uit de pastorie, zei een andere

stem. Zij kwam van achter den dikken, grooten VanLaer — het was de stem van Willem Kleestra. Osten-sief-verwonderd draaide de groote, dikke Van Laerhet lichaam, dat naar den secretaris gewend zat, om,en keek zwijgend even den dichter aan. Niemand zeidaarna iets, er bleef een sprekende stilte hangen.Hovink voelde het haardvuur zengen. In hem wardede oude hekel aan dien lomperd, die te gast bij zijndochter, dus daar levende-van-zijn-geld was, door hetbewustzijn, dat, wat Kleestra gezegd had, gedaan had,een ongevraagde, onafgesproken, doch besliste uit-voering was van wat hij zelf had willen doen. Omdaarbij zoo noodig zijn steun te verkrijgen, had hijKleestra mee naar de soos gevraagd. Hij had er aandie deftige lui, die het schandaal van de pastorie wildendoodzwijgen, opeens tegelijk vijf exemplaren onderde oogen willen duwen van die krant, die men hierniet zag, en dan willen triumfeeren: nou, waar blijfje nou met de vroomheid. Hoe die Volksbanier zonderhem bier kwam, was Hovink een raadsel. Maar hijwilde er nu ook niet meer mee te doen hebben; metangst dacht hij aan zijn overjas: — 't was te gek,opeens naar de gang te loopen; bovendien, waar liethij de dingen. Doch er moest wel iets gebeuren —met een ruk stond hij op, en welwillend, een beetjeuit de hoogte, richtte hij zich naar Willem Kleestra:

— Nu, vriendlief, ons partijtje biljart?— Goed, zei de Dichter.Doch daar hij op een ledigen leunstoel naast Van Lin-

schooten de Volksbanier onopgevouwen zag liggen,nam hij het blad op en zocht er even, en hield toen den

Page 295:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

292

gemeentesecretaris de correspondentie uit het dorpvoor:

— Lees u dat dan eens. Daar kunt u niet andersvan zeggen, dan dat het precies vertelt, wat gebeurd is.

En leuk-rustig liep hij naar het biljart. God, wat benik begonnen! dacht Hovink. Met opzet had hij Kleestraniets van zijn Volksbanier-plan gezegd, en nu was 'tof de vent kon gedachten-lezen. Doch niet wist hij,dat Hovink er geen zin meer in had. Al die kwaad-sprekerij van Berkie! En Miesje liep even warm als'er man. Je h6Orde van haar niets anders dan „Dina."Door Mar invloed had Kleestra het te pakken ge-kregen. Aanvankelijk was die onverschillig. Altijduitsluitend vervuld van zijn khunst! Doch Miesje hadhem warm gepraat. Ze had invloed op dien vent ge-kregen. Kon niet anders: zOO'n allerliefst vrouwtje!Eerst smaalde de Dichter: Asmodee, en, nu ja, op Ber-kie's verzen had hij het blijkbaar nog niet voorzien;jalousie de métier; misschien waxen ze ook wel nietmooi; maar aan het tooneelstuk hielp hij mee, en debehandeling van de Van Rooien's maakte hem neteven kwaad als Miesje. Hovink had den vorigen dagmet plezier naar het tweetal zitten luisteren, terwijIze Berkie opstookten en voor de grap allerhand malletooneelen verzonnen, zoogezegd, om in het stuk telasschen. Toen was ook het idee van de couranten bijhem opgekomen. Hij moest toch naar stad om metnotaris Poortenaar over een hypotheek te spreken: hijzou wat Volksbarziers meebrengen en daarmee de luiaan het .schrikken maken op de soos. Dan deed hij ookeens wat. De kinderen waren zoo aardig actief

Het was een onbekookt plan geweest! Hij beseftehet nu: dom en kinderachtig. En dat die bliksemschedichter den mond niet kon houden.... Nu had hijhem veilig bij het biljart.

Page 296:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

293

Zij hadden nog maar kort gespeeld, toen Kleestraverheugd zei: — Daar is Stork!

En zonder op den stoot te letten, dien Hovink, nadathij hem er een had voorgedaan, juist zou beproeven,ging hij den dokter te gemoet met de woorden:

— Heb jij de Volksbanier al gelezen?Hovink's keu ketste over den bal, ontglipte zijn hand

en klekte neer op het bandhout.Stork bleek onkundig, wist zelfs niet terstond, wat

dat was: de Volksbanier. Volijverig stapte Kleestranaar den haardkring, waar Van Laer, hem ziendeaankomen, met duidelijken opzet een houding vanverbaasdheid aannam. De Dichter merkte het niet op.Argeloos vroeg hij aan Geerkens naar 't blaadje.Deze bepaalde zich tot een schouder-ophalen; die viezepoeet, wat verbeeldde hij zich!

— Zou u ons nu niet met rust laten over die socia-listenkrant? donderde plotseling Linschooten's stem.

— Is dat vers van u? dorst Van Wanderen Renck.Kleestra stond wel even onthutst. Stork was naderbij

gekomen.— Wat is er? vroeg hij kalm, iets spottend.— Ik had je iets willen laten lezen uit een blad,

dat straks op de leestafel lag, maar het schijnt, dateen van de heeren het in zijn zak gestoken heeft....

— Meneer! vloog Van Laer op den Dichter af.Hoog stak Kleestra's blondgehelmde kop boven

hem en de anderen, die stonden, uit.— Hebt a het blaadje? vroeg hij kalm.— Ti bent een ploert.— Ti hoort hier niet thuis.— Hier is die Volksbanier, galmde Van Linschooten

en wierp het weekblad in den haard.Met looden beenen was Hovink nader gekomen.

De daad van dien vlerk van een secretaris zwiepte

Page 297:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

294

plotseling zijn drift op. Nu kon het hem ook geen blik-sem meer schelen. Wat dachten ze wel.... Hij reptezich weg. Z66 opgewonden was hij opeens, dat hij zichin de jassen vergiste en daarna z66 hard aan datpak in zijn zak trok, dat het kleedingstuk over hemneerviel, van den hoogen knop op zijn hoofd.

— Hang eens op, gelastte hij den toegeschotenknecht en repte zich terug de zaal in.

— Asseblief, Dukter! krijschte hij en duwde Storkeen exemplaar in de hand. Is-t-er nag iement, die hetwil leise?....

— Wat is dat toch? Wat hebben jullie? verbaasdeStork zich.

— D'er is, zei Van Laer, spottend-rustig, dat 'enschendblaadje een infaam vers heeft op het geval uitde pastorie en meneer Hovink zijn introducee, die dedichter ervan schijnt te zijn, er ons al een uur meeachtervolgt.

— Nietes! gelauge! 'et is nie' fan Kleistra. Die heifd'er niks mei te make.

— Waarom dringt hij het ons clan op? riep Geerkens.— We willen hier geen socialistischen laster, galmde

Van Linschooten.Nu drong Kleestra zich uit het gedrang uit.— Ik ben hier gast, zei hij, koninklijk-kalm. Dat

weet ik heel goed. Maar ik meende onlangs gemerktte hebben, dat juist meneer Van Laer, en meneer VanLinschooten, en meneer Geerkens, over het gebeurdein de pastorie eenigszins zoo dachten als wij. Van jouweet ik het zeker, Stork. En nu wilde ik je enkel hetnuchtere, louter feitelijke, maar afdoende berichtuit de Volksbanier over dat kalvinistisch schandaallaten lezen.

— Het Kalvinisme heeft er nets mee te maken,riep Van Laer.

Page 298:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

295

— U hebt gezegd, dat een van ons het courantjegestolen had, heftigde de kleine Van Wanderen Renckonverhoeds tegen Kleestra op.

— Maar m'en God, Meneeren, houdt nu toch op!Wat er met me neefje gebeurd is, hoeft toch geen ruziein onze societeit....

— Dokter, viel de oudste knecht Stork in de rede;hij trachtte te fluisteren, doch om zich in de herrieverstaanbaar te maken, sprak hij zóó, dat de anderenhet eveneens hoorden: — Daar is de jonge meheerWedelaar, die vraagt on-i de dokter te spreken.

— Wie?— Wie?! riep meer dan een stem. En toen

ontlastte de ruziestemming in een daverend, dwaasgelach; een gegrinnik met gefluister en een telkensherbegonnen gelach.

— Meneer Wedelaar? vroeg Stork.— Meneer Leonard Wedelaar, kwam de jongere

knecht.— 0, die uit Delft....

Men toonde zich teleurgesteld.Stork ging naar het portaal, om zijn neef.De societeitsstorm was gaan liggen.— Hebt u de bal nou gemaakt? vroeg Kleestra.— Ik ga na huyss. Kum mee, zei Hovink.Hij was woedend — op alien, ook op zichzelf.

Page 299:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

DRIE EN DERTIGSTE HOOFDSTUK.

TORK beyond Jopie werkelijk ziek.Het teere ventje leek hem verwaarloosd.Waarom haalde men hem nu eerst?Anders stuurde Aleid zee spoedig....Dina! dacht hij. Alles Dina. Een hummel

was er voor haar werk. Hij zeide er niets van, schreefwat voor, maakte met opzet Aleida bang, door towaarschuwen tegen longontsteking. Het ging hemom Wedelaar aan het hart, maar bij een moeder alsAleida moest men soms wel licht overdrijven. In hetkereltje was z66 weinig weerstandsvermogen.

Ook Leo had het woord gehoord. Hij was de kameruitgeslopen. Toen Stork zou weggaan, stond hij beneden,beteuterd, bleek.

— Jongen, wat Mb je?— Is ie z66 ziek?— Z66 ziek? Hij is zwak. Heusch heel, heel zwak.

En hij heeft beter verzorging noodig.— Dan blijf ik. Dan zal ik mee oppassen, Neef 1— Als je dat kunt. Och ja, da's wel goed. Wat meer

toezicht is zeker noodig.— Mag 'k met u meegaan? Ik wou met u spreken.Stork begreep terstond: weer Dina! Weldra bleek

zijn vermoeden hem juist. In Leo leefde Kathrien'snatuur. Hij verzweeg niets van dezen namiddag. Hijmoest het alles aan iemand zeggen. Zij liepen op den

Page 300:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

297

nu stillen straatweg, aan den kant, waar de minstehuizen waren, bijna louter achterkanten van buitens.Stork genoot van wat Leo zei. Toch een uit het huis,die natuurlijk voelde. Allerliefst hakkelde de jongen,wanneer hij sprak over Vader en Moeder. AileenHer' kreeg hard er van langs, hoewel met vele: —Vindt u nu ook niet's en: — Zeg u nu zelf fs. Dochdaar kwamen voorzichtige, trage woordjes, waarop alsuit schrik een zwijgen volgde, welke meer dan voldoendewaren om den luisterende te doen beseffen, wat dezelevenslustige, gezonde jongen, onverwacht uit zijnkalm maar prettig studenteleven naar huis gehaald,bij dit weerzien had geleden, tegelijk in twee gevoelensgekwetst. Deze zoon van Kathrien had een veel teflink hart, om van een broer niet innig te houden. Alsdie broer nu maar van die meid had gehouden! Als hetalles maar niet zoo geniepig gegaan was! Telkens weerkwam dat woord geniepig en zelfs bij de klachten overMama's doen bleef het krasse woord niet uit. Doch dehevige smart was om Vader. Stork gevoelde: hier moesthij troosten. Een vergode vader was tegengevallen.Een wezen uit hoogere sfeer bleek een stakker. EnStork moest jokken: hij is Oen stakker. Hoe kwamdie teleursteiling nu: eerst nu, bij een jongen van in detwintig? Ouders en kinderen leven dikwijls in eenwain voort en zien elkander bestendig in de momvan dien waan. Leo was naar huis gekomen, angstigover de eer van zijn broer. Kuisch, maar gezond,dus volkomen beseffend, dat de hartstocht voor eenbepaalde vrouw de toch al z66 moeilijke zelfbeheer-sching van den vrijgezel kan breken; moest hij datweten: was er de hartstocht: h6e was de hartstocht:vervoerend, verblindend? had Her' althans teen allesniets geacht bij den drang-tot-geluk naar die vrouw?had hij bemind, verlangd met de koorts, die let op stand,

Page 301:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

298

noch geld, noch leeftijd, zoodat hij, then, in zijn harthaar getrouwd had, in het diepst van zijn ziel genomenals vrouw? Dit had Leo gevraagd aan zijn vader.En zijn vader wist niets van een liefde. Er warentwee menschen, die hadden „gezondigd." Aan diestarre abstractie viel niets te herstellen. En hierdoorhad Her' niets aan Dina te doen. Het menschelijk-gevoelkon niet gelden. Er was immers niets dan: de zonde.Aan een huwelijk werd niet gedacht. Zelfs niet aan eenschadeloosstelling voor de maatschappelijk en stoffelijkgetroffene.*) De stiefmoeder, hard en gevoelloosdoor zelfzucht; de vader, door haar niet attent gemaakt,op wat hij niet telde, niet zag, niet wist, doordat hijover het aardsche heen keek: zielzorger, lettend ophart noch lichaam! Met al de onstuimigheid van zijnjeugd had Leo's menschelijk-gevoel geruststellingvoor zijn angst als broeder gezocht bij den goeden,vromen vader — en in den vader was niets van dienangst, ongevoelig leek de goedhartige man, uitsluitendvervuld met een zondebegrip, waarbij elk ander begripverviel.

Dit trachtte Stork aan Leo te zeggen. Hij vergeleekdiens vader bij een sterrekundige, die, loopend 's nachtsop een modderweg, niet bemerkt, dat het slijk hoogtegen hem opspat. Doch Leo had onmiddellijk hetderde in de vergelijking vast. De ongerustheid drongen dreef hem; al het vernuft van den student-debaterdoorwroette ongeduldig den toestand; toen Stork,dat „derde" erkennend, zeide, dat wel niemand aanhet altruisme van Ds. Wedelaar zou twijfelen, ensprak van een „onpraktische vroomheid," antwoorddeLeo: „domme vroomheid," zijn geleerde vader, door

*) Deze vertelling is ontworpen en het verhaalde is gedacht tegebeuren v66r de wet van i6 Nov. 1909.

Page 302:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

299

vroomheid dom; en daar zijn besef dit niet aannemenken, kwam hij, hakkelend weer, tot de vraag, of ookVader misschien, onder Moeder's invloed, onbewustmeedeed aan 't egoisme, dat de verantwoordelijkheidkalm wegschoof.

— Och, nee, Leo, hoe kun je dat denken!Stork zei het en hoorde 't zich zeggen en wist, dat

zijn stem een valschen klank had. Want iets van deonderstelling was wel waar, ten minste.... maarwie kon dit zeker ontleden?

Het tweetal was bij Stork's woning gekomen.— Ga nog even mee binnen, wil je?Zwijgend liepen zij het erf op. In hun gesprek kwam

een welkome rustpoos. Er kwam ook een lichte afleidingdoor het blaffen van de honden, en bij het begroetenvan de huishoudster, en het neerzitten in de studeer-kamer, waar Stork port bood en sigaren. Dit allesgaf wel even ontspanning. Maar Stork zag het: Leobleef staren. Hoe moest hij troosten? Hij kon zooslecht liegen. Maar was de werkelijkheid the erg? ....

Dit zei hij: dat die toch niet the erg was.— Je vader is een geboren geleerde. Ik zeg dit

volstrekt niet om je te vleien. Want zoo'n geleerdestel ik niet hoog. Een geleerde, die niets heeft vaneen wijsgeer. Als mensch is je vader nog altijd eenkind. Een kind waar niets geen boosheid in is. Tegenoverde praktijk van het leven staat hij machteloos. Enhet is wel een kras bewijs van de eigenaardige invloed,die de godsdienstige formule, anders weet ik het niette noemen, op de menschen oefent, dat diezelfdeonpraktische man, altijd met diezelfde formule,theveel menschen, theveel jaren in de moeilijksteoogenblikken van praktisch leven beslist tot steunis kunnen zijn. Nooit iets dan dat eerie recept — entoch vonden de menschen er baat bij. Hij is natuurlijk

Page 303:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

300

wel geraadpleegd over de praktische kant van dingen.Maar wat vroeg men daarbij van hem, wat verwachttemen? Je vader is een meegaand man. En het levenis hier rustig. Hij behoefde maar mee te gaan. Sanctiete geven aan wat zij zeiden. Als de een den anderwou overtuigen en hij kon dan zeggen: — Domineezegt het ook, dan was hij er en dan had je vader gedaanwat hij doen moest.... Je moet niet denken, dat ikspot. Ik zie zijn invloed als iets zeer revels. Alleen....de levenspraktijk lag er buiten. Daar zorgden demenschen zelf wel voor. Hij had het enkel te beamen.En nu heeft hij natuurlijk in zijn eigen leven moeilijkebeslissingen te nemen gekregen. Denk maar eensaan de tijd na je Moeders dood. Maar deze zaak vanHerman ligt te veel buiten de sfeer van wat zijn prak-tisch levensinzicht bevatten kan. Wat Herman gedaanheeft, is voor je brave vader iets onmogelijks. Hijkan het eenvoudig niet realiseeren. Hij kijkt er tegenop, of liever, hij zit er onder tegen aan als tegeneen hooge zwarte muur. Hij heeft er maar ben woordvoor: zonde, en kan er niet verder over nadenken....Heb je vader lief, zooals hij is, Leo. De tijd van dekinderillusies is ook voor jou voorbij. Ik weet nog,toen ik de tuin terug zag, waar ik als kind altijd ingespeeld had: ik stelde me hem voor, zoo groot alseen park, en het was toch maar een hoekje. Nu zieik hem in mijn gedachten altijd als een hoekje, maaroch, wat heb ik er pret gehad, wat was dat een zaligetijd met mijn ouders.... Je vader is een innig braafman. In zijn vroomheid volkomen oprecht. Zijnleven had den anderen kant uit gemoeten. Tegenoverde praktische kant staat hij veel onpraktischer danbijvoorbeeld die dichter Kleestra, die straks de soosheeft woedend gemaakt. En wat is hij toch niet voorjullie geweest. Het is misschien wel eens goed voor

Page 304:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

301

je, Leo. Je vader was een beetje je afgod. Heb hemnog even lief — maar als mensch .. . .

Na een ruk aan zijn glas slokte Leo zijn port op. Toenbleef hij zitten, het glas in de hand. Stork zag tranenin zijn oogen. Hij ging op hem toe, en, de hand op zijnschouder:

— Kom, vent, flink. Denk aan je moeder. Zij heeftzOOveel van je Vader gehouden. En zij was een praktischevrouw 1 . . . . We moeten nu van wat anders praten.Jij blijft dus nog eenige dagen. Als je wilt en heenbent over je wrevel, kun je thuis nu zeker van nutzijn. Niet alleen voor Jopie. Er loopen allerlei praatjesin 't dorp over de manier, waarop Dina bij jullie isweggeraakt. Maak jij, dat die de kop ingedrukt kunnen.Onderzoek de toestand, spreek met je Moeder, houdmij zoo mogelijk er buiten — je Moeder is weinigop me gesteld en ik vind dat naar om je vader —, maarheb je me noodig, dan hoor ik het wel.

— Ja, zei Leo. Dolgraag, Neef 1 — En in zijn toon wasde lust van den ijver.

— Getroost, dacht Stork.

Page 305:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

VIER EN DERTIGSTE HOOFDSTUK.

OVINK zat v66r het bed van de OudeMevrouw, die een rustiger nacht gehadhad, toen Krisje, zacht sprekend omde zieke, hem naar de telefoon kwamroepen.

— Wie is 't? vroeg Hovink, ook wat zachter.— Meheer Van Loodijck.— 0, zei Hovink luid. Een natuurlijk „o" van

voldaanheid, als voor iets, dat men wel zoo verwachtheeft. Moedertje mocht het ook wel weten. Hij zei 't,weer luid, dat hij even weg moest, want dat JonkheerVan Loodijck voor hem aan de telefoon was. En metglunder gezicht ging hij Kris voorbij, die de deuropenhield.

Doch hij was ontsteld en angstig. Dadelijk had hijgedacht: over gister'. Loodijck die zich d'er nou meebemoeide. Het gebeurde had hem zijn avond vergald.Uit de soos was hij mee met Kleestra gegaan en Mieshad z66 gepraat en gezanikt, dat hij op het laatst,royaal, gezeid had: — „Nou, hier is dan een lapjevan vijf-en-twintig, gaat er dat dan vanavond maarbrengen." Affijn, daar had geen mensch mee to maken.Maar dat op de soos — stom had ie gedaan. Hij metKleestra tegen alien! Wat kon dat geval van die meidhem bommen!

Hovink zou boozer op Kleestra geweest zijn, als

Page 306:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

303

hij niet telkens bedacht had: Miesje. De liefde voorhaar was het zachte in hem. Hij hield van Em' en ookwel van z'en vrouw. Veel slechter had hij het kunnentreffen. Haar beetje kap'taal had in 't zael geholpen.0! 't was een peulschil, maar then was het veel. Hijwas er gekomen en 't eerst met haar geldje. Daarvoorbleef hij zijn wijf altijd dankbaar. Em' verzuurde wat,nou ze geen man kreeg. Maar Mies — dat was de zonvan zijn leven. Voor hah.r gaf ie Lommerlust dadelijkaf. Altijd, als 't zijn zou: het een of het ander. Zijmet 'er Maukie: dat was pazie! Al dat gedondervan „hoogere khunst"! Maar z'en kind had eenmaalBerkie. En ze was dol en verzot op 'er vent. Daaromwaardeerde zijn schoonvader hem. Of hij schreef ofniet schreef, maakte niets ult. Hij porde hem aan, nuja, om Miesje. En om het weee geklets in het dorp: „dielanterfanter die leeft van jou centen." D' er lanterfanter-den d'er hier zooveell Toch moest de jongen wat doen —en nu deed hij. Hij schreef iets, werkelijk „naar hetleven," dat de moeite van 't lezen waard was. Dat delui hier zeuden lezen.... Stom, dat hij, Hovink, niethad kunnen wachten. Maar Miesje had aldoor z66'ndrukte gemaakt. Je hoorde van haar niet anders clan:Dina. Die meid, nou ja, d'er „vallen" d'er meer.Zoo'n knappert raakte nog best getrouwd. Maar hijhad zich laten meenemen voor d'er. En zoo was datgebeurd op sjosjeteit. Jesses, zoo'n lamme geschiedenistoch. Ruussie, die niks had opgeleverd. Die niet eenswas uitgevochten. Men was van mekaar gegaan —ja, hoe? Dat was nog het alderberoerdste. Hij wistniet, hoe hij sting met de heeren....

— Huysse Lommerluss', mit wie spreik ik?....Hofink. Ja, ik bin 'et self. Morge meneer Fan Laudaick.Wat seg' u?

Hovink keek gauw even om. De deur was dicht.

Page 307:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

304

Niemand kon hooren. Verdomd nog 'es toe. Nou moesthij zich toch gewoon een standje laten geven....

— Nei, purdon menheer Fan Laudaick. U was-t-erummers nie' bai, the' waar? Hai hep niks gesaid fangestaule. Dat hebbe de heire d'er fan gemaak'Dubbelsinnig.... Au. Was 'et dubbelsinnig Datmot ik filch beaurdeile, niet? Sau. Nau goed. Hij kwamurn te biljarte. GOet, dan breng ik em nie' meir mei ....Dag meheir Laudaick.

Stik, honderd maal. Zoo'n jonker, wat verbeeldt iezich. Vervloekte bemoeial. God, nog 'es toe ....

Driftig had Hovink zich omgekeerd. Hij had zicheen standje laten geven. Door iemand, jonger dan hij.En hij wist niets terug te doen. Ze hadden hem vast:in de kiem de bunzing. Wat zou'en ze lachen, VanLinschooten, Geerkens. Ook Van Laer. En Van WanderenRenck. Eigenlijk, eigenlijk allemaal. Allemaal zou'enze lachen om hem. Om die parfenu, die ze MittenNou maar, hij, hij haatte ze-n-ook. 0 Heiregot, hijhaatte se soo. Maar van hem zou niemand wat merken.

De handen op de dijen, stond Hovink tnidden in dekleine, weinig gemeubelde kamer. Het gesprek, zijnantwoord, had niemand gehoord. Een meid was bezig,daar in de gang, maar de deur was gesloten geweest.In zijn eigen huis was hij veilig! Dit groote Lommerlustwas van hem. Dit kleine jassen- en telefoonkamertje,grooter toch dan wat thuis-bij-zijn-moeder als huis-kamer dienst deed, was een van de zeventien kamersin het huis. Juist dat misgunde Geerkens hem, omdatdie slêchte zaken gedaan had. Hier in het dorp was diezaken begonnen! En Van Linschooten, ongetrouwdgebleven uit armoe, misgunde hem zijn rijkdom nogmeer. En dien had hij nog 'es ten eten gevraagd,denkend, dat misschien met Em! .... Zelfs een Loodijckwas jeloersch. Allemaal. Het heele dorp. Hij wist het

Page 308:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

305

heel goed: men zag op hem neer. Hij was hun veelte gauw rijk geworden. Daarom gniffelden ze nou opde soos over wat er gister gebeurd was en begonnenze met hem te pesten, door dien manus-van-alles,Jonkheer Van Loodijck, beleefd, correct, heel vrien-delijk, minzaam, naar Lommerlust te laten telefoneeren,of meneer Hovink dien kennis van zijn schoonzoon,dien wat overspannen dichter, voortaan liever nietmee wou brengen . . . .

— Verdomd, ik doe 't! zei Hovink luid tegenzichzelf. .

Hij zou zich een biljart aanschaffen. Mies hadvroeger al vaak gezeurd. In de rotonde-kamer was plaats.Zijn bureau was te klein voor 't midden. Het hadeven in hem gewrongen, of hij het bij Mies zou vertellen,van deze telefoon-boodschap. Niets zou hij 'zeggen.Kleestra zonder complimenten nie' meer vragen.Maar de jongeluitjes over een dag of wat verrassenmet de uitnoodiging: komen jullie op Lommerlustspelen.

Van hem, Hovink, had Loodijck niets gezegd.Natuurlijk niet — hij was toch lid. D'er was 'es evenruussie geweest; het kwam op elke sjosjeteit voor.Hij ging d'er vanmiddag gewoon weer heen. Zou netdoen, of d'er niks gebeurd was. Maar die Wedelaar'szou hij dienen!

De zonde in het deftige dorp. 20

Page 309:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

VIJF EN DERTIGSTE HOOFDSTUK.

TORK was op weg naar freule Sitsen. Ookwilde hij voor de koffie naar Jopie.Gelukkig waren er niet vele zieken.Hij was moe van een moeilijke bevalling,geheel onverwacht in den voornacht

gebeurd. Daarom liep hij voor deze visites. Bij defreule kon trouwens zijn fiets niet staan. Het waseen zoele dag, maar grijs. Hij dacht aan Claartje vanLakervelde. Juist, toen hij zijn erf afliep, was hijHendrik tegengekomen, den altijd plechtigen stap-koetsier van Beuk-en-Beek, met een lichtpaars briefjevoor hem: — zoo mogelijk op antwoord wachten.Mondeling had hij dit gegeven. Freule Claartje schreefover den kennel. Deze week ging ze naar stad terug.En het was een oude afspraak, dat ze dokter's hondenzien zou. Nu, hij kon de freule wachten. Zelf zou hijdienst doen als Barnum. Hij verheugde zich op deontmoeting. Het was een eenvoudig, frisch wezentje.Deze zelf-invitatie bij een ongetrouwden dokter,al was hij dan maar een burgerman, beteekende heeliets voor zoo'n meisje. Welk freuletje hier deed dathaar na! En wat zouden. de Tantes hebben gezegd.Die lieve oude freule Sitsen was wel anders dan despoken van Beuk-en-Beek.

Stork groette een slagersknecht, een fietsendenkruideniers-jongen, een dienstmeid, die een hek

Page 310:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

307

uitkwam, en was even de ronding voorbij van denweg, toen een rijtuig daar achter hem aangedi aaidkwam en hij meteen zich hoorde roepen. Het rijtuigstopte, 't Was dat der Hovinks. De Heer van Lommer-lust riep hem tot zich: — het trof te mooi, hij moesteven mee: — een enkel kwartiertje naar Mies en Berkie.Stork zag geen kans om te weigeren.

Hovink begon terstond over Dina. Of dit nou tochgeen nakend schandaal was en wat Stork zei van dieheeren op soos. Zijn nieuwsgierigheid hield Stork'santwoord terug. Het intrigeerde hem, wat Hovinktoch dreef. Deze werd onder het rijden bedachtzaam.

— Je kumt ook nie' feil in de pasterie, he?— Elke dag, 't kleine ventje is ziek.— Uch nei, ik mein gewaun, as neif. Want sie je,

aupenhartig gesprauke', je neif s'en houding is misselek.Wat gaat jou dat toch aan? dacht Stork, maar

zweeg nog.Even later stond hij met den schoonvader in Berkie's

studeerkamer. Onwillekeurig begon hij te lachen.Hij wist van de regeling in huis en herkende aan debuitengewone slordigheid van Berkie's schrijftafelde gewoonten van zijn eigen vroegeren gast. Berkiewas opgestaan achter zijn kleine tafel. Miesje hadde heeren binnengeleid.

— Heeft Mies u gezeid? We zijn er geweest, Pa.— Sau. En.... hoe was 't ur?— Och, triest, armoedig. Uw geld was welkom.Ja, dat wou Hovink graag gelooven; hij moest

altoos de menschen nog vinden, waar zijn geld nietwelkom was. Als opblazend van voldaan gegrinnik,legde Hovink aan Stork uit: Miesje en Berkie warenden vorigen avond uit naam van Papa een bezoekjegaan brengen bij Van Rooien....

— Ik niet, Kleestra is meegeweest, zei Mies.

Page 311:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

308

— Den Dichter?! Wel! Die ferandert tuch sau, he?— Houd u maar stil, zei Berkie gewichtig.— Hoe dassoo? W'ar is-t-ie?Kleestra werkte. Maar Berkie geloofde met zekerheid,

dat hij sonnetten schreef op Dina.— Senette? Ferze? Hahaha 1Hovink's lachen was uitbundig. Ook Stork had

da.irin wel heel groot plezier. Hij dacht aan Welt-schmerz, filozofie; Kleestra met wetenschaps-ver-langens ....

— We zullen zien, zei Berkie kalm.En deed nu aan Hovink verslag. Het gebrachte was

te meer welkom geweest, daar het gezin Van Rooiengeen cent had ontvangen: niets uit de pastorie enniets van Beuk-en-Beek.

Dan had de Volksbanier gelijk! Wat een schandaal!En wat stom, wat stom!

Berkie wist nog ander nieuws. Het bericht in deVolksbanier was van een socialist, een knecht vanschilder Smout; de man had zelf de krant bij VanRooien gebracht.

— En je fers?Och, dat hadden ze daar blijkbaar niet zoo heel

plezierig gevonden. Berkie had zich ook niet verraden.Eenvoudig de boodschap gedaan voor Papa.

— Nau, Duktertje, wa' sjeg je d'urfan?Stork verklaarde ervan te weten. Hij nam zijn familie

niet in bescherming, maar wist, dat er een misverstandwas en vertelde, dat Leo Wedelaar zeker werk van dezaak zou maken. Dina had recht op onderstand ofop een zekere som ineens, die dan voor haar vastgezetmoest.

— Laat die frulles tweiduusend guide geife.— U hakt er nogal in, meneer Hovink.— Niks te feil, um 'en kind graut te bringe.

Page 312:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

309

Scherp zag Berkemeier zijn schoonvader aan. Hijzweeg; dacht na.

Er werd doorgesproken over de beroering, die hetgeval in het dorp had veroorzaakt. Bij Meulemanshoorde je over niets anders. Het vers uit de Volksbanierwas er op een spiegel geplakt. Men beweerde, datDominee Wedelaar telkens onaangename briefjesin de bus vond. Daarentegen moest Smout Schele Piet,zijn rooien knecht, hebben bedreigd met ontslag,indien bewezen werd, dat hij het bericht had ingezonden.Doch hoe viel dat te bewijzen? Landman had vanGeurtsen gehoord, dat de burgemeester hem, Landman,verdacht.

— Hai is tuch ghein sjesjelist?Neen, maar daarom kon hij dat stukje wel hebben

ingestuurd.— Ik ben evenmin socialist, zei Berkie.— Da's j'auk m'ar geraje, dreigde zijn schoonvader.Het werd Stork benauwd. Hij zei dat hij weg moest;

nog twee bezoeken v66r de koffie. — Ik kom er wel uit.— Doch Berkie liep mee. In het gangetje greep hijzijn fietspet. Tot zwijgen wenkend, verliet hij metStork het huis.

— Nu moet je niet lachen, zei hij buiten. Ik moetje iets zeggen, als vriend van Willem. 'k Geloof, dathij op Dina verliefd is.

Stork vergunde zich wel te lachen.— Toe, wees nu ernstig. Is het zoo gek? Kleestra

trouwt geen gewone vrouw. Maar hij kan niet altijdalleen blijven. Zijn ideeEn verbieden hem procreatie.En toch is hij dol op kinders. Je moet hem 's morgenszien met Maukie ....

— Och, houd op. Wat een vieze onzin 1— Vies? Wat vies? Dat het kind niet van hem is?

Stork, ik meende, dat je ruimer dacht. Kleestra leeft

Page 313:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

31 0

prachtig. Zijn leven is een eenheid. Hij weet to levennaar den geest. Gedachte en daad zijn een bij hem.Daardoor zal hij nooit, nooit, versta je, afwijkenvan zijn beginselen. Toch zou hij een heel goedvaderzijn.

— Met z'en heele famielje daar in die heihut!— Nee. Dat kan niet. Maar 't hoeft ook niet. Hij

kan best verdienen. Met schrijven. Met lessen. En alsDina nu twee duizend gulden krijgt....

— 1k moet hier in. Tot ziens.Stork gruwde.

Page 314:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

ZES EN DERTIGSTE HOOFDSTUK.

EBBEN uw ooren van ochtend niet getuit,Dokter?— Omdat ik me had verslapen, meent u?— 0 foei 1 Welneen. Omdat men u vleide.— Mij, Freule? Niet mogelijk!

— Nog wel tegen tante Constance, die telkens op uheeft of te geven.

— Uw tante? 0 hemel! En wie was de vleister?— Vleier....— He, dat valt me tegen.— Hoeft niet. Zijn lof zal u zeker plezier doen.— Maakt u iemand z56 graag nieuwsgierig?— Ik zeg het om u blij te maken, want het was de

moeite waard. Als u tante Constance gezien hadt....Het was uw neef Leo Wedelaar. Tusschen haakjes,een aardige jongen. Nu, en hij vindt it meer dan aardig.Neen maar, het was tout court dweperij.

— En dat tegen freule Constance.... en u!....— U hebt niet het recht, dat zoo spottend te zeggen!

Tante?.... ja , dat was wel grappig. Want zij dweeptveel meer met uw neef.

— Leo's wader! Ja, en met Slinkersl— 0 ja juist, de vrbegere dokter. Ja, zij vindt u.. ..

niet sympathiek. Maar Leo heeft u dapper gewrokenl— Mooi! En hoe bracht hij me op de proppen....

He maar, neemt u nu eerst zoo'n kopje bouillon.

Page 315:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

312

Stork en Claartje van Lakervelde zaten in zijn studeer-kamer. De kennel was aandachtig bekeken. FreuleClaartje bleek wel van honden te weten. Toch had zeverklaard, meer van paarden te houden. — „Als 'tgeen zonde was, bijna nog meer dan van menschen."Uil vond zij een doddig dier. Nu lag de lobbes aan haarvoeten en droomde van al de Haagsche beschuitjes,die zij hem daarnet gevoerd had.

— Leo kwam met een boodschap van u.— Wit zegt u?- Ja, ik weet het niet heel zeker! 1k ben eerst later

binnengekomen. Nu, en toen had hij het druk over u.Allergrappigst, Tante's gezicht.... Wordt u verlegen?

— Neen, Freule, 'k wor' bang. Dat Leo weinig tactgetoond heeft.

— 0, nee, Tante heeft erg met hem op. Ze moetalleen maar de zaak onderzoeken. Ja, ik weet er weliets van, Dokter. 't Is over dat dienstmeisje, nietwaar?

Meisje, dacht Stork, nu kun jij helpen. En in kieschetermen zei hij haar alles. Wat een onpraktisch mandie goeie dominee Wedelaar was, en dat zijn vrouwvaak erg onwijs deed, en hoe het nu gistte en wroktein 't dorp. Freule Constance had bel65fd te helpen,maar dan moest die hulp nu ook komen; de VanRooien's moesten weten, waar zij aan toe waren .

— 1k zal met Tante naar hen toe gaan.— U? En uw Tante? Dat doet Tante niet.— Wel, als ik het verzoek, Dokter. En anders ga

ik alleen. Maar nu moet ik weg..* * *

Hondenrumoer stoorde Stork in den slaap; hijbedacht, dat het de Staart weer zijn moest; die ellendigeStaart, wat had het dier toch; telkens began hij 's nachtste janken en maakte de anderen onrustig. Stork

Page 316:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

313

dacht aan buren, die zouden klagen; toen loomde hijweg, in behoefte aan rust. Maar het was, of zijn hoofdhem pijn deed van zwaarte; of er iets drukte, dat teveel was; hij verlegde zich, trok het hoofd achterover;er kwam een verijling — toen was hij klaar wakkeren wist in-eens: een ellendig gedroom! Hij trokhet hoofdkussen onderstboven, staarde de duisternisin .... Och, ja, hij, Stork, was ontsteld van een droom!

Vastberaden richtte hij zich op, ging het bed uiten stond blootbeens in de donkere nachtkou. Ookbuiten was 't nog volslagen donker. Snel maakte hijlicht, stapte in zijn pantoffels en ging naar zijn wasch-tafel om zich drinken in te schenken. Naast hem, doorhet hoogopen venster, dreef de buitenlucht aan alseen scherpe omkilling. Ontnuchterd repte hij zichterug in bed. De kaars liet hij nog even branden.

Welke kinderachtige malligheid! Hij was boos opzich zelf. Droomen zijn altijd een reactie op eenigvoelen of denken: dus had hij hier iets van gedachtof gevoeld. Wat een leelijk-flauwe nonsens! Gedroomdhad hij, dat hij kwam kijken naar Jopie. Jopie sliep.Maar achter Jopie's bed zat Dina van Rooien tefluisteren met Willem Kleestra. Toen Stork de kamerbinnen kwam, keek de Dichter brutaal hem aan

Stork had zich gruwelijk geErgerd aan die bottefantazieEn van Berkemeier. Aan dat eerbiedig: „Kleestraleeft prachtig," terwijl hij hem wilde doen azen opDina's, nog te krijgen geldje .... Maar hoe kwam hij,Stork, nu jaloersch te droomen? Hij was toch nietmeer verliefd op die meid. Goeie God, het was alte zot; na een kraambedsnacht, zoo 'n droom....Hu, het was te koud in de kamer om overeind te zitten.Hij blies de kaars uit, kroop onder de dekens, maarvoelde, dat hij niet spoedig zou slapen.

Als binnen-kou doorvloeide hem weemoed. Hij haatte

Page 317:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

3 1 4

neerslachtigheid, streed er steeds tegen, doch wathij nu zag, was de werkelijkheid. Scherp doorzaghij haar in klaarheid. Op Dina was hij volstrekt nietverliefd. Waarlijk verliefd was hij nooit geweest.Maar in het dorp was geen vrouw of meisje, wier uiter-lijk hem ooit zoo geboeid had. Die betoovering werktenog na! Het was toch eigenlijk ellendig: zOO'n macht-van-zinnen, waartegen je streed, maar die het lichaambeheerscht, den geest.... Juist nu, na dat bezoekvan Claartje! Zij.... och nee, hij was niet verliefd!Maar wel had hij sterk de bekoring gevoeld van datenkele ding: de distinctie-der-vrouw, bij eenvoudaangeboren beschaving. En toch deze droom! Dieellendige Berkie! Wat een walgelijk brein was dAttoch!

Hij dacht met sympathie aan Kleestra. Hij gevoeldelets als deernis met hem. Voordat Kleestra terug-keerde naar zijn heihut, kon hij ook hier nog watlogeeren. En die zaak met Dina mOest nu geregeld.'t Best was, dat hij naar Beuk- en-Beek ging, regelrechtin het hol van den leeuw en alles aan freule Constanceverklaarde. Voor dorpspraatjes zou zij wel bang zijn.Ja hij zou doen: voor Dina en Kleestra. Niet zij samen,de vieze nonsens! Maar voor allebei wel wat doen.ZOO den mis'lijken droom overwinnen. Hij moist het:jets sentimenteels mdest erbij.... En dan deren.voor alles het middel, zelfs voor zijn eigen ex-halve-verliefdheid....

Stork dacht, dat hij nu wel zou slapen.

Page 318:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

ZEVEN EN DERTIGSTE HOOFDSTUK.

AN Het leelijke jonge Eendje las LeoWedelaar voor aan zijn broertje. 'tWas het prentenboekje van Hoytema.Leo zelf had het Joop gegeven. Dejongen was er zuinig op, wat Leo plezier

deed als blijk van smaak. Ook de platen vond Joopheel mooi, zelfs wel even mooi als het sprookje. Booswas hij straks op Loes geweest, toen die, gegaan omhet boek te halen, binnenkomende het liet vallen.Rustig zaten ze nu met zijn beidjes: Joop in het bedjeen Leo ervOtir. God zij dank, het ging hem al beter;Leo vond hem zijn besten vent; en Joop zei zelf, dathij „zeldzaam zoet" was, omdat broer Leo voor hêmwas gebleven....

Doch daar kwam Loes nu toch in de kamer. — Weg,ga nou weg! zei Joop, druk wenkend. Loes zei niets,maar gaf Leo een brief. Met schrik zag deze, dochtevens zag hij bij Joop den angst dat hij uitscheidenzou. Den brief had hij snel in den zak gestoken.

— Lees eerst, zei Joop heel edelmoedig; wel waszijn stem niet volkomen vast. Leo knikte neen en zoulezen, toen Loes gewichtig zei: — Van Her'!

— Is 't van Her'?— Ik weet waarover. Straks wel.... En nu las hij

door. Loesje was er bij blijven staan; Leo wenktehaar te gaan zitten. Moeilijk was het lezen niet en

Page 319:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

316

naar den brief ging al zijn denken. Hij las zoo nogeen minuut of vijf, toen hij Joop, die, in kussens, al-door had gezeten, een kussen zag wegtrekken om tegaan liggen.

— Nu weer eens rusten, Joop?Joop liet zich koesteren. Hij zei enkel, dat het boek

er moest blijven. Leo wenkte Loes heen te gaan en liepnaar het raam, waar hij eind'lijk den brief las.

Onmiddellijk had Her' zijn schrijven beantwoord.Dat gaf Leo een hoop, vermengd met angst. 0, alsHer' hem eens alles kwam zeggen, dat hij begrijpenkon, wat het geweest was. Zou Her' nog liefhebben?Zou hij dat durven?

Hij las:„Waarde Leo, den heelen middag heb ik getennist

bij, voor Edinburg, mooi weer. Je kon je verbeeldendat het voorjaar kwam. Trouwens, tennissen doen zehier, weer of geen weer. Het was in een club met heelaardige meisjes. 1k ben nog geen lid, maar denk hette worden. Muslin heeft me geintroduceerd. Weet jeal, dat ik daar dikwijls aan huffs kom? Het is een eller-gezelligst gezin ...."

Leo keek op de tweede bladzij. Niets.... Doch bier,half de derde, kwam het:

„Je heele brief was over Dina. a weet dat ik hebgezondigd, Leo. Het drukt me meer dan ik je kan schrij-ven. Nachten lang heb ik wakker gelegen, dat ik daaraldoor aan moest denken, 'moral ook om Vader, diengoeden Vader, die het zich zoo heeft aangetrokken.En natuurlijk ook om Dina.

Je vraagt me, hoe ik deze zonde heb kunnen doen.Ach, beste broeder, ik heb de verleiding, althans metvrouwen, altijd weerstand geboden, maar van denzomer ben ik bezweken. En nu bid ik God om vergeving.Bid jij ook voor mij.

Page 320:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

3 1 7

Je schrijft over geld, dat ik Dina moest geven, eudat de freules nu voor haar zorgen. Dit had Moederme ook al geschreven. Ik kreeg van haar een heel lievenbrief. Vindt je noodig, dat ik nu ook nog wat aan Dinadoe? Maar je schrijft „je spaarbankboekje geven."Je wilt toch niet dat ik alles geef wat daar op staat?Maar als jullie het noodig vindt, dan wind ik een gedeeltebest. Vader heeft ons beider boekjes. Ik zou het papiervoor de terugbetaling zelf moeten teekenen. Als datte lastig is, wil jij het misschien van jou boekje nemen;dan verrekenen we, wanneer ik overkom. Of anderskan er misschien gebruikt worden uit mijn rentetjes.Het meeste van het spaarbankboekje is trouwensook van moeders versterf. Enfin, regel jij het metVader. Ik vertrouw jullie natuurlijk ten voile ...."

Leo bleef uit het venster turen. De brief raakte inzijn greep verfrommeld. Een diepen zucht hield hij inen keek om. Joop sliep. Hij sloop snel de kamer uit.Aileen moest hij zijn, om dit te verduwen.... Dochop den overloop was Vader.

— Zoo.... Heb jij een brief van Her'?— Ja. Ik had hem iets gevraagd.... Niets bijzon-

ders .... Ik kom vOOrt bij u.Weg was hij. Veilig, nu, in zijn kamer. Hij zat er

neer op den rand van zijn bed, keek naar den brief,beproefde te lezen. . .. hij kon niet — hij wist itnmersnu, hoe Her' was. Her' aan de sport. Van zijn spaar-bankboekje. Van eenig gevoel voor Dina geen spoor.„De verleiding". Hij tuurde op dat woord. Dina haddus Her' verleid! Zoo knap als Jozef indertijd had iezich toch niet weten te houden. Maar Her' liet de geld-regeling over. Goed, van zijn boekje zou hij het leenen.Drie.... of liever vier-honderd gulden? Wat gaf dat?Om een kind op te voeden! Neen, hij zou eerst daar metNeef over spreken. Maar wel moest het gauw gebeuren

Page 321:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

318

Meer dan een week was hij nu al hier. 0, hij snaktenaar Delft terug. Vader had de spaarbankboekjes.Hij moest er dus ook hem in kenneri. Trouwens —misschien, dat Vader begreep. Een keer zou hijhet flink alles zeggen. Nu?.... Neen, eerst prak-tisch praten met Neef. Anne, goede, onpraktischevader.

Mild doorvloeide deernis zijn denken: een wijde teer-heid voor dien goede. In de teleurstelling over Her'was 't hem een, half bewuste, behoefte, zijn gevoelto verinnigen voor Vader, die anders, maar 66k Teedonder Her'. Hij vouwde den verfrommelden brief recht,legde die in zijn portefeuille en ging naar zijns vaderskamer. Iets moest hij doen tot vreugde van Vader.Hij wist niet wat, toen hij binnenkwam. Zijn liefdes-drang dreef hem — hij zou wel wat vinden. Vaderstond voor de boekenkast, zoekend; open boeken lagendooreengestapeld op de schrijftafel. Dadelijk schootLeo jets in.

— Ben je daar?.... Vader streek over het voorhoofd.— Wat schrijft Her'?— Och.... niets belangrijks.... Een brief over

zaken. 'k Spreek daar nog wel met u over. Niets bij-zonders .... Maar u bent bezig....

Vader schudde zacht het hoofd — een halve ontken-ning... .

— Ik ga weg, maar alleen even dit. Joop is God zijdank veel beter. Weet u, wat ik zoo aardig vind?Die drang naar boeken in dat kind. Vader, dat heefthij beslist van u!

Glimlachend keek Vader over den bril heen.— Gisteren vroeg ik, wat of ie wou worden. U hadt

moeten hooren, Mast verontwaardigd! Dat weet jetoch Leo: dominee!

— Ik hoop het, zei Ds. Wedelaar, en kuchte en

Page 322:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

319

draaide zich af, en nam een boek beet, doch onhandigliet hij het vallen.

Leo schoot toe en raapte het op.— Dank je, zei Ds. Wedelaar. 1k dank je wel, lieve

jongen.

Page 323:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

ACHT EN DERTIGSTE HOOFDSTUK.

E midden van zijn groentebedden, genootdokter Stork dien Zondagmiddag vande rust en van de lente, toen, na eenplotseling hondenspektakel, Kleestra, zijnloge, hem riep.

— Kom je? Bezoek!'t Was juist zoo zalig eenzaam en stil. Cornelia

had een vrijen middag, Piet was uit, de honden dutten,alleen de vogels tierden in struiken en boomen. Wiete drommel kon daar nu zijn!

Kleestra was op Stork blijven wachten.— Me schoonmoeder is er weer, bromde hij.— Wie?— Juffrouw Van Rooien, om u te dienen.Sedert Stork onder geheimhouding het griezelig

idee van Berkie aan den dichter had oververteld,noemde deze Dina zijn vrouw. De grap van de schoon-moeder was nieuw. Ze kwam nog al eens, juffrouwVan Rooien. Blijkbaar woog het haar wel zwaar,dat Stork het fondsje voor Dina beheerde; maar nu zelfsop Zondagmiddag....

— Hoe komt ze binnen?— Ik kwam er uit. De honden deden zoo krank-

zinnig.De vrouw zag Stork's ontevredenheid. Dokter moest

het niet kwalijk nemen. Maar Dokter zijn invloed

Page 324:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

321

was zoo verstrekkend. En ditmaal kwam zij voor heelwat anders. Niet om het geld en niet voor d'er eige's.Maar Dokter beschikte altijd zoo goedgunstig. Daaromkwam ze met dit verzoek. De plaats was fekant alsknecht voor de honden bij de heeren Van Sieten opEngelenburg en dat zou krek wat zijn voor Evert.

— Voor wie?— Dokter, foor Efert Polsbroek; Dokter weet tuch,

dat ie t'rug is.— 0. Zoo. Maar waarom kom jij?....— Den Dokter sel d'er fan stoan te kieke, onse

Dien he't ferkeering mit urn gekrege ....— He?Ja, Dokter moest wel verrast zijn, het was er ook

nog maar twee dagen door, Evert was pas in het dorpterug, maar Dina kende hem al jaren, eigenlijk vankindsbeen af. Hij had vroeger lang om 'er geloopen,toen was-t-ie aan den drank geraakt....

— Ja! En nu?Dat was nu over. De dienst had hem wezenlijk

goed gedaan. En fel was hij gesteld op Dina. VrouwVan Rooien begreep wel, het was astrant, dat ze alweertot den Dokter dorst komen en dat nog wel op Zondag-middag. Maar vanochtend was Evert geweest en haddat verteld van die plaats bij Van Sieten, en hij hadgeen te besten naam....

Neen, dat was ook een leelijk bezwaar! Stork troker een zeer ernstig gezicht voor. Maar inwendig voeldehij pret. Evert Polsbroek had zijn sympathie. Hij waseen stukje natuur in dit dorp. Een deugniet wel, maareen kloeke kerel; altijd goed geweest voor zijn moeder;wanneer die een vrouw kreeg, waar ie van hield....

— Hij komt toch niet op Dina d'er geld af?Dat had vader Van Rooien ook al gevreesd. Maar

de moeder had met Evert gesproken. Danig hem aanDe zonde in het deftige dorp. 22

Page 325:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo

322

den tand gevoeld. De kerel had gewoon zitten grienenuit ou'e baloorigheid over Dien. Dat de meid dat wasoverkomen. Dat hij net uit het dorp geweest was.Maar het kon nu goed gemaakt. Hij nam Dina graag....

— Ja, en d'er centen.Neen, het waren immers niet Dina d'er centen. Het

geld stond vast, het was voor het kind. En als Dokterhet wilde blijven beheeren. Evert wist dat en vond hetbest.

— Weet je dat zeker?.... Stuur hem eens bij me.0, als de Dokter zoo minzaam wou wezen. En als

hij dan iets kon doen voor die plaats. D'er was welhaast bij....

— Toch niet op een dag! Laat Polsbroek morgenvt5Or achten komen. Dan zal ik zien en er werk vanmaken....

Poezerig vleiend verdween vrouw Van Rooien.Kleestra liep in den tuin met Zeus. Lachend ging Storkden dichter vertellen, dat nu diens laatste kans wasve rke ken.

— Maar, zoo zei hij, ik vind het aardig. Als hijdeugen wil, is er wat van hem to maken. En van Dinadoet het me gO ed! BE wist niet, dat hij een vlam vand'er was. Maar ik heb me niet in 'er vergist. Dat zehoudt van een kerel als Evert Polsbroek, bewijst datze niet is, wat ik gevreesd heb, toen ik hoorde, dat zezich of had gegeven met een mispunt als me neefje.

— 1k ga het straks aan Mies vertellen.— Berkie zal woest zijn. Geen slot voor zijn drama.— Hemel ja, 't is nu een drama!

Page 326:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo
Page 327:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo
Page 328:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo
Page 329:  · Kisi sake e sae e ekke uoog o ... hj bj vr Enhd dn n bj d frl n dn rh. Mr p rlt, bj d vn, ... 2 a meouw. oe a e weeeeemoesemo