Upload
navb-cnac-constructiv
View
221
Download
0
Embed Size (px)
DESCRIPTION
http://fvb.constructiv.be/~/media/Files/Shared/NAVB/Publicaties/NAVB%20Dossier/NL/NAVB%20dossier%2084.pdf
Citation preview
DRIEMAANDELIJKSE UITGAVEDECEMBER 1999AFGIFTEKANTOOR: NAMEN
bundel nummer
84
VEILIGHEIDSNOTA’S BOUWBEDRIJFVADE-MECUMvan het nationaal actiecomité voor veiligheid enhygiëne in het bouwbedrijf N.A.V.B.
Sint-Jansstraat 4 1000 Brussel Telefoon: 02/552 05 00 Fax: 02/552 05 05E-mail: [email protected]
HET GLOBAAL PREVENTIEPLAN
Veiligheids-zorgsysteem ?
Globaalpreventieplan ?
Risicoanalyse ?
2
INHOUD
VOORWOORD ………………………………………………………………………………………… 2
HET DYNAMISCH RISICOBEHEERSSYSTEEM……………… 3
Algemeen …………………………………………………………………………………………………………… 3
Het uitwerken van een beleid …………………………………………………………………… 3
De programmatie …………………………………………………………………………………………… 4
De uitvoering …………………………………………………………………………………………………… 4
De evaluatie ……………………………………………………………………………………………………… 4
HET UITWERKEN VAN EEN BELEID …………………………………… 5
Doel ……………………………………………………………………………………………………………………… 5
Waarom risico’s analyseren ?……………………………………………………………………… 5
De systematische aanpak …………………………………………………………………………… 6
De inventarisatie van de risico’s………………………………………………………………… 7
Risico-evaluatie en het bepalen van de risicograad ………………………… 11
De verdere verfijning ……………………………………………………………………………………… 13
DE PROGRAMMATIE VAN HET BELEID …………………………… 15
Bepaling van het gewenste doel ……………………………………………………………… 15
Bepaling van de middelen en uitvoeringscriteria ………………………………… 15
Het opmaken van plannen…………………………………………………………………………… 16
De uitvoering van het beleid ……………………………………………………………………… 17
De evaluatie van het beleid ………………………………………………………………………… 18
Voorbeelden ……………………………………………………………………………………………………… 18
VOORWOORD
Het NAVB heeft in 1999 een aan-vraag ingediend bij het EuropeesSociaal Fonds voor betoelaging vande uitwerking van de methodologieen een aantal gevallenstudies in ver-band met het globaal preventieplanin de bouwnijverheid.
Deze aanvraag werd door het ESFaanvaard en heeft aanleidinggegeven tot een lijvig document, datin de behandeling van deze proble-matiek een onderscheid maakttussen 4 subsectoren :• Ruwbouw• Afwerksector• Wegenwerken• Baggersector
Deze veiligheidsnota is slechts eenweergave van de krachtlijnen vandeze studie. Indien u de volledigestudie wenst te bekomen, kunt u ditvanaf maart 2000 bij het NAVB aan-vragen.
3
HET DYNAMISCH RISICOBEHEERSINGSSYSTEEM
ALGEMEEN
Tot midden de jaren tachtig was hetBelgisch veiligheidsbeleid geba-seerd op een geheel van reglemen-taire teksten die in duidelijkebewoordingen de ‘rechten’ en de‘plichten’ van de werkgevers en dewerknemers weergaven. Het gevolgdaarvan was dat de risicopreventiezich vooral richtte op het bestrijdenvan de gevolgen van de risico’s enonvoldoende op het bestrijden vande risico’s aan de bron, zoals voor-geschreven in het voorkomings-beleid.
In dezelfde periode beginnen demanagementsystemen, zoals deintegrale kwaliteitszorg (I.K.Z.), aaneen opmars. Om het management-beheerssysteem in de ondernemingte optimaliseren beginnen verschil-lende bedrijven de ideëen van I.K.Z.op experimentele wijze toe tepassen op het vlak van veiligheid enhygiëne. Een evolutie die vandaaggekend is als de integrale veilig-heidszorg. Maar in veel onderne-mingen was men evenwel nog nietzo ver.
De komst van de Europese regelge-ving, met zijn doelstellingenwetge-ving, heeft ervoor gezorgd dat dewerkgever een grotere bewegings-ruimte krijgt voor het voeren van eenaangepast veiligheidsbeleid. Geengedetailleerde wetgevingen meer,enkel nog algemene en globale
doelstellingen die ieder voor zich opzijn manier moet proberen te reali-seren. Aanpassingen op Europeesniveau vereisen ook wijzigingen opnationaal niveau. Om de inspan-ningen inzake ongevalspreventiedoeltreffender te maken werd eenmodel uitgewerkt dat de onderne-mingen de nodige vrijheid geeft omzelf een beleid uit te werken aange-past aan hun situatie mits de nale-ving van een aantal basisprincipes.
Binnen het kader van de nieuweregelgeving is de werkgever ertoegehouden zijn welzijnsbeleid vast teleggen in een dynamisch risicobe-heersingssysteem. Dit beleid
behelst de domeinen zoals opge-somd in de welzijnswet. Het gaathier om de arbeidsveiligheid, degezondheid op het werk, de psycho-sociale belasting veroorzaakt doorhet werk, de ergonomie, de arbeids-hygiëne, de verfraaiing van de werk-plaatsen, de invloed van het leefmi-lieu op de arbeidsomstandigheden.
Het nieuwe model moet de uitwer-king van een preventieplan en deuitvoering van het beleid inzake wel-zijn van de werknemers mogelijkmaken. Voor de realisatie van ditplan kan de werkgever terugvallenop een aantal gekende manage-mentprincipes.
DYNAMISCH RISICOBEHEERSINGSMODEL
Uitwerken Programmeren
Evalueren Uitvoeren
De werkgever moet voor zichzelfbepalen welke doelstellingen enmiddelen hij wil aanwenden om hetveiligheidsbeleid in zijn onderne-ming te realiseren. Het uitgebouwdeveiligheidsbeleid moet gefundeerdzijn op een totale (globale) risicoana-lyse en de daarbij horende preven-tiemaatregelen. Risicoanalyse isgeen nieuw begrip, het staat reedslanger in de wetgeving (nl. sinds1992). Het begrip ‘totale risicoana-lyse’ slaat op het feit dat zij moetgebeuren op verschillende niveausvan de onderneming : de organisatie
in het geheel (collectief) en elkewerkpost (functie) of groep vanwerkposten (functies) (op het niveauvan het individu). De analyse omvatvolgende drie stappen :• de identificatie van de risico’s /
gevaren (risico-identificatie)• het vaststellen en nader stipuleren
van de risico’s / gevaren en• het evalueren van de risico’s /
gevaren (risico-evaluatie).Diegene die het nieuwe K.B. reedsgelezen heeft begrijpt zeer vlug deessentie van de nieuwe wetgeving.De totale risicoanalyse binnen de
HET UITWERKEN VAN EEN BELEID
4
onderneming wordt een conditiosine qua non voor wat betreft het tevoeren veiligheidsbeleid. Want hoekan men anders op een gepastemanier zijn preventiemaatregelengaan bepalen ?
Volgens de wetgever bestaan er driebasistypes van preventiemaatre-gelen nl. de voorkomingsmaatre-gelen die tot doel hebben :
• de risico’s te voorkomen,
• eventuele schade te voorkomen
• of de schade te beperken.
De werkgever onderzoekt voor zijnonderneming welk basistype encategorie van preventiemaatregelenhij zal moeten toepassen.
Het K.B. somt twaalf categorieën opwaarop de maatregelen betrekkinghebben :
• de organisatie van de onderne-ming of instelling met inbegrip van
de gebruikte werk- en productie-methode;
• de inrichting van de arbeidsplaats;
• de conceptie van de werkpost;• de keuze en het gebruik van
arbeidsmiddelen en van chemi-sche stoffen en preparaten;
• de bescherming tegen de risico’svoortvloeiend uit chemische, bio-logische en fysische agentia,
• de keuze en het gebruik van col-lectieve en persoonlijke bescher-mingsmiddelen en van werkkledij;
• de toepassing van een aange-paste veiligheids- en gezond-heidssignalering;
• het gezondheidstoezicht met inbe-grip van de medische onder-zoeken;
• de psycho-sociale belasting ver-oorzaakt door het werk;
• de bekwaamheid, de vorming ende informatie van alle werknemers,
met inbegrip van aangepasteinstructies;
• de coördinatie op de arbeidsplaatsen
• de noodprocedures, met inbegripvan de maatregelen in geval vansituaties van ernstig en onmiddel-lijk gevaar en met betrekking totde eerste hulp, de brandbestrij-ding en de evacuatie van de werk-nemers.
BASISTYPES VAN PREVENTIEMAATREGELEN
Risico’svoorkomen
Schadevoorkomen
Schadebeperken
DE PROGRAMMATIE VAN HET BELEID
Het resultaat van het dynamisch risi-cobeheersingsmodel, de risicoana-lyse en de preventiemaatregelenmoet terug te vinden zijn in tweeschriftelijke documenten nl. tweeplannen :• het globaal preventieplan en• het jaarlijks actieplan.
Het globale preventieplan wordt inoverleg met de hiërarchische lijn ende preventie- en beschermings-dienst(en) opgesteld.
Het is een vijfjarenplan waarin de teontwikkelen en de te nemen preven-tieactiviteiten gestipuleerd staan.
De verplichting voor een jaarlijksactieplan is evenwel niet verdwenen.Er moet nog steeds een jaarlijksactieplan opgesteld worden. De basishiervoor is het globaal actieplan.
DE UITVOERING VAN HET BELEID
Het uitwerken van een veiligheids-beleid op papier mag niet de enigedoelstelling zijn.
Ze moet ook effectief in de praktijkomgezet en toegepast worden.
Alle actoren in het bedrijf zullen aandit plan moeten meewerken.
Zij die dwarsliggen zullen moetenopgevolgd en bijgestuurd worden.Vandaar het belang dat de wetgeverook hecht aan de tweeledige opvol-
ging nl. bedrijfsintern vanwege dewerkgever, de preventieadviseur ende hiërarchische lijn en bedrijfsex-tern door de externe preventiedien-sten, het N.A.V.B. en de inspectie-diensten.
DE EVALUATIE VAN HET BELEID
Blijkt in de praktijk dat het globaalplan en het jaarlijks actieplan niet zovlot loopt, geen uitwerking heeft ofzijn doel voorbij schiet dan zal er eenbijsturing noodzakelijk zijn.
In een eerste fase, en dat is demeest zachte manier, kan de bijstu-
ring er komen door een bedrijsinterninitiatief. Men kent de zwakkepunten en men wil deze ook ver-helpen door een beleidswijziging.
Anderzijds blijft men in de praktijkgeconfronteerd met weerspannigeondernemingen. Daar zal de harde
manier van bijsturing noodzakelijkzijn of m.a.w. het repressiefoptreden vanwege de bevoegdeinstanties.
5
HET UITWERKEN VAN EEN BELEID
DOEL
De wet op het Welzijn en de daaruitvoortkomende K.B.’s stellen datwerkgevers verplicht zijn om degevaren op het gebied van veiligheiden gezondheid te inventariseren ente evalueren. Op basis daarvan dientde werkgever maatregelen ter voor-koming of verkleining van degevaren te treffen.
Zowel de inventarisatie, als de eva-luatie en de te treffen maatregelenmoeten schriftelijk worden vastge-legd. In deze risico-inventarisatie en-evaluatie moeten ook de gevarenworden meegenomen voor werkne-mers die op grond van persoonlijkeeigenschappen extra risico’s lopen,zoals bv. oudere en jongere werkne-mers, buitenlandse werknemers e.d.
Bij een goed uitgevoerde inventari-satie zullen veel risico’s wordengesignaleerd.
Onderstaande tekst gaat in op deproblematiek van een goede inven-tarisatie van veiligheids- en gezond-heidsrisico’s en gaat ook verder inop de evaluatie van de geïnventari-seerde risico’s.
Arbeidsplaats ArbeidsmiddelenAgentia Arbeidsmilieu Arbeidsplaats Arbeidsmiddelen
Agentia
Mens
Aanpassingen en/of medische opvolging
Mens
Bedrijfsinterneactiviteiten
Risico-analyse
Bedrijfsexterneactiviteiten
Arbeidsmilieu
Om een aanvaardbaar veiligheidsni-veau in het bedrijf te bekomen, moetmen een goede en volledige kennishebben van de risico’s die aan debedrijfsactiviteiten (intern en extern)verbonden zijn.
Het begrip ‘risico’ kan op verschil-lende manieren gedefinieerd worden.
Een definitie kan teruggevondenworden in de Europese norm EN292-1. De definitie luidt : « Een com-binatie van de waarschijnlijkheid vanletsel of schade aan de gezondheiden de ernst van het mogelijke letselof de mogelijke schade aan degezondheid in een gevaarlijke situ-atie. » Eenvoudig gezegd : risico =kans x effect.
Maar hoe moeten we nu het begripgevaar interpreteren ? Een antwoordhierop kan opnieuw teruggevondenworden in de EN 292-1. Gevaar is eensituatie die aanleiding kan zijn voorletsel of schade aan de gezondheid.
Risico’s zijn niet meetbaar. Men kanze in het beste geval enkelinschatten. Vandaar dat men in deveiligheidsterminologie ook gaatspreken van een ‘risicobeoordeling’.Volgens de EN 292-1 is risicobeoor-deling een uitgebreide schatting vande waarschijnlijkheid (van letsel ofschade aan de gezondheid) en deernst (van het mogelijke letsel of demogelijke schade aan de gezondheid)met het oogmerk om de passendeveiligheidsmaatregelen te kiezen.
De inschatting van de risico’s is danweer afhankelijk van de kennis enervaring van de persoon die de risi-cobeoordeling zal uitvoeren.
Logisch gevolg daarvan is dat derisico’s dus ook op een anderemanier zullen geëvalueerd worden.
Dit brengt ons meteen ook tot hetzwakke punt van de risicoanalyse.Hoe objectief en grondig men ooktewerk gaat, een risicoanalyse isaltijd tijd-, groeps-, persoons-, situ-atie- en cultuurgebonden. Is een risi-coanalyse dan nutteloos ? NEE, derisicoanalyse biedt de kans om eenzo goed mogelijk zicht te krijgen opde actuele veiligheids- en gezond-heidssituatie in de onderneming.
WAAROM RISICO’S ANALYSEREN ?
6
Analysetechnieken
De verschillende analysetechnieken,waarop de preventieadviseur kanberoep doen, kunnen zowel toege-past worden voor het analyseren vanbestaande arbeidssituaties als bij deplanning van nieuwe arbeidssituatiesen -systemen.
Wanneer men rekening houdt met de‘hiërarchie van de preventiemaatre-gelen’ dan is het duidelijk dat hetopsporen, analyseren en evaluerenvan de veiligheids- en gezondheidsri-sico’s het meest efficiënt is in de ont-werpfase van elk nieuw arbeidsas-pect.Binnen het kader van deveiligheid worden onderstaande risi-
co’s aanzien als oorzaken van onge-vallen en schadegevallen :• risico’s voortvloeiend uit fysische
agentia (lawaai, trillingen,…),• chemische risico’s (reacties,
explosies, corrosiviteit, schadelijk-heid, giftigheid,…),
• mechanische risico’s (bewegendedelen, manipulatie van goederen,drukvaten,…),
• brandrisico’s (ontstekingsbronnen,(licht) ontvlambare producten,zelfontbranding,…),
• omgevingsrisico’s (lucht-, bodem-,waterverontreiniging,…),
• stralingsrisico’s (ioniserende, niet-ioniserende (U.V., I.R.,…)),
• biologische risico’s (allergiën, …),• externe risico’s (naburige indus-
trie, lucht-, water- en spoorver-keer,…).
In principe kan iedere onvolmaakt-heid in de mens, zijn uitrusting, deproducten waarmee hij werkt en zijnomgeving risico’s inhouden. Zonderhet opsporen van deze risico’s is hetbeheersen ervan onmogelijk. Gezienhet ‘dynamisch risicobeheersings-systeem’ gedefinieerd kan wordenals de managementtechniek voorhet voorkomen van ongewenstegebeurtenissen die schade kunnenveroorzaken, is het noodzakelijkbinnen het bedrijf een systematiek inte bouwen m.a.w.een systematischeaanpak van de veiligheids- engezondheidsproblemen.
DE SYSTEMATISCHE AANPAK
Elk fictief of effectief ongeval / scha-degeval heeft één of meerdere oor-zaken en dus ook één of meerderegevolgen.
Om de risico’s hieruit op te sporenmoet men een goede kennis hebben
van verschillende factoren die bij hetongeval / schadegeval een rolspeelden.
Hoe men het ook bekijkt er zijnsteeds vier basisfactoren (de mens,zijn uitrusting, zijn omgeving en de
producten waarmee hij werkt) die bijelke arbeidssituatie aanwezig zijn. Aldeze factoren werken op elkaar in.
Zoals onderstaande figuur toontvormt het een ‘dynamisch’ functio-nerend geheel.
Terugkoppeling gegevens
Risico-analyse
Risico’s opsporen
Bepalen preventiemaatregelen
Plan opstellenGlobaal preventieplan (5 jaar)
Jaarlijks actieplan (1 jaar)
Uitvoering planning
Opvolging en controle
MiddelenVerantwoordelijke Reactietijd/periodiciteit
Arbeidsplaatsen Arbeidsmiddelen Agentia Betrokken personeel
Inventarisatie bedrijfsactiviteiten Inventarisatie werfactiviteiten
nieuwe risico’s
aanpassing planning
7
Het wegnemen of wijzigen van éénvan de factoren zal automatisch deandere factoren beïnvloeden.Om de veiligheidsproblemen suc-cesvol en grondig aan te pakken,zullen de vier factoren diepgaandmoeten onderzocht worden. Hierbijkan onderstaand schema gevolgdworden :• start met het inventariseren van
alle bedrijfs- en werfactiviteiten,• inventariseer de verschillende
arbeidsplaatsen (-posten) (omge-ving), de gebruikte arbeidsmid-delen (uitrusting), de agentia (pro-duct) en het betrokken personeel(mens),
• spoor de mogelijke risico’s op diede vier basisfactoren kunnen ver-oorzaken,
• bepaal de preventiemaatregelen,• stel een planning op en stel priori-
teiten,
• bouw tijdens de opstelling van deplanning reeds een aantal contro-lepunten in voor de uitvoering,
• duid de uitvoeringsverantwoorde-lijke aan en bepaal de middelen
die hiervoor zullen noodzakelijkzijn,
• voer de planning uit,• zorg voor opvolging, controle en
bijsturing
MENS UITRUSTING
OMGEVING PRODUCT
DE INVENTARISATIE VAN DE RISICO’S
Het opsporen van debasisgegevens
Een eerste en heel belangrijke stapis het verzamelen van gegevens. Hetresultaat ervan moet alle feitelijkegegevens van de bedrijfssituatiebevatten. Dergelijke gegevens zijn :• het aantal mensen dat bij de
bedrijfsactiviteit betrokken zijn,• de taken die zij vervullen,• de werkgewoonten,• het gebruik van arbeidsmiddelen,• de inrichting van de arbeidsplaats,• brand en explosie,• elektriciteit,• de chemische agentia,• de fysische agentia,• de biologische agentia,• de arbeidsomgeving en werkkli-
maat,• de arbeidsbelasting,• de arbeidsorganisatie,• andere, specifieke factoren,
Kortom, de wetgever eist dat de fei-telijke situatie zo goed mogelijk inbeeld wordt gebracht.
Het opsporen van de tendensenWanneer de feitelijke situatie in kaartis gebracht, kan overgegaan worden
tot het verzamelen van allerlei feitenen voorvallen die op een mogelijkveiligheidsprobleem kunnen wijzen.Deze feiten en voorvallen kunnenongevallen, kwetsuren, afwezig-heden, beschadigingen, wanorde,machinebreuk, ziekte, stress, endergelijke zijn. Het zijn signalen dater ergens een probleem is en danhoogst waarschijnlijk op het domeinvan de veiligheid.
Om een zo groot mogelijke lijst vanrisico’s en gevaren te bekomen kandiegene die de risicoanalyse uitvoertterugvallen op drie complementaireonderzoeksystemen :• het onderzoek van de ongevallen-
statistieken,• de systematische bevraging van
de werknemers,• het systematisch onderzoek van
de arbeidsplaatsen.
Het onderzoek van deongevalsstatistieken
Als symptoom van onveiligheidwordt nogal dikwijls referentiegemaakt naar ongevallen. Eenongewenste gebeurtenis (eenongeval) op zichzelf kan echter nietzomaar geëvalueerd worden, degevolgen ervan wel.
Normaal wordt er, bij het catalo-geren van de ongewenste situaties,een opsplitsing gemaakt in :
• gebeurtenissen zonder schade,
• gebeurtenissen met enkel mate-riële schade,
• gebeurtenissen met lichamelijkletsel tot gevolg, dat :- na verzorging snel geneest en
niet resulteert in een werkonbe-kwaamheid,
- resulteert in tijdelijke werkonbe-kwaamheid,
- aanleiding geeft tot blijvendewerkonbekwaamheid,
- een dodelijke afloop kent.
Uit voorgaande kan men conclu-deren dat niet alle ongewenstegebeurtenissen zomaar als identiekmogen beschouwd worden. Vandaardat beroep moet worden gedaan opbetrouwbare statistieken die juisteen verifieerbare verbanden leggentussen oorzaken en gevolgen.
De methode van de systematischebevraging van de werknemers
De werknemers, die dagdagelijks deopgedragen taken uitvoeren,kennen het best hun eigen werk-post. Zij vormen een rijke bron aan
8
ervaringen en informatie en kunnende analist helpen bij het opsporenvan de oorzaken van de verschil-lende (niet statistisch gecatalo-geerde) bijna-ongevallen, incidentenen arbeidsongevallen die zichvroeger hebben voorgedaan. Ennaar de latere preventiefase toezullen zij de nodige suggestieskunnen doen in verband met de tenemen preventiemaatregelen.
Iedere inventarisatie van gegevensrond menselijke problemen kan inde praktijk beginnen met een ant-woord te zoeken op een aantalvragen zoals :
• welke bouwberoepen houden risi-co’s in die een probleem vormenop het vlak van veiligheid enhygiëne ?
• zijn de werknemers tevreden overhun beroep ?
• waarover precies zijn ze onte-vreden ?
• welke redenen worden aange-geven voor de ontevredenheid ?
• hoe vaak komt het gestelde pro-bleem voor ?
• hoe ernstig is het probleem ?
• zijn er nog andere, niet genoemderedenen, waarom het probleemgesteld wordt ?
Niettegenstaande de enorme hoe-veelheid informatie die dezemethode kan opleveren moet menrekening houden met een aantalbeperkingen.
Een eerste beperking is het effectvan ‘tweedehands informatie’. Hetis een gekend verschijnsel dat veelwaarnemingen in feite slechts uittweede hand, van horen zeggen,zijn. Ook de overdracht van dieboodschap is niet perfect. Demeeste mensen trachten de werke-lijke situatie aan te passen aan dewenselijke situatie. In een grondigeanalyse van de situatie is het zekernoodzakelijk om zowel de kant vande ‘werkelijkheid’ als de kant van de‘wenselijkheid’ af te wegen.
Een tweede beperking is de‘bedrijfsblindheid’. De waarnemingvan een situatie is vaak bepaalddoor de individuele kijk van de werk-nemer. Problemen kunnen immersgesteld worden door het beeld datmen heeft over de werkelijkheid enniet door de werkelijkheid zelf. Dat
beeld kan evenwel sterk van de wer-kelijkheid afwijken. Bovenstaandemethode houdt evenwel geen reke-ning met de eventuele bedrijfsblind-heid van de werknemer. Vandaar datde noodzaak zich zal opdringen omaanvullend een andere methode toete passen.
Het systematisch onderzoek vande arbeidsplaatsen
Aan de hand van een visuele rond-gang. Eventueel kunnen hierbij vol-gende hulpmiddelen toegepastworden :
• controlelijsten voor de bouw-sector,…
• functie- en taakomschrijvingen,
• instructies, gebruiksaanwijzingen,handboeken en procedures,
• gegevens bekomen tijdens desystematische bevraging,
• statistieken van E.H.B.O.-tussen-komsten, arbeidsongevallen enmedisch toezicht,
• vroeger opgestelde controle- enmeetgegevens,
• informatie van fabrikanten en leve-ranciers,
Risico-analyse
Wet op het welzijn
Arbeidsplaatsenen -posten
ArbeidsmiddelenMachines
Gevaarlijkeproducten Andere agentia
Intern(bedrijf)
Extern(bouwplaats)
Intern / externgebruik Inventaris V. & G. -steekkaart/
M.S.D.S.-fiches Metingen
Richtlijnarbeidsplaatsen
Richtlijn T. & M.-bouwplaatsen
RichtlijnArbeidsmiddelen
Richtlijnen i.v.m.gebruik gevaarlijke producten
Noodplan Veiligheids- engezondheidsplan
Risicoanalysearbeidsmiddelen
Globalerisicoanalyse
9
Hierbij probeert men na te gaan :
• of de werkelijkheid strookt met decourante (voorgeschreven) werk-procedures en
• hoe de niet-routinematige werk-zaamheden zoals onderhoud,instelling van machines, laden enlossen, aan- en lospikken vanlasten, e.d. worden uitgevoerd,
Het toepassen van de M.I.E.R.-methode
Binnen het kader van de wettelijkebepalingen inzake risico-analysepropageert het N.A.V.B. de M.I.E.R.-methode. Deze methode is een ana-lysetechniek waarmee op systemati-sche wijze de veiligheids-,gezondheids- en welzijnsrisico’sbinnen het (bouw)bedrijf en op debouwplaats kunnen worden geïn-ventariseerd. De M.I.E.R. heeft totdoel de werkgever aan te zetten toteen planmatige beheersing vandeze risico’s in zijn onderneming. DeM.I.E.R.-methode bevat twee luiken,de inventarisatie en de evaluatie. Deinventarisatie bestaat uit het inkaart brengen van de belangrijksteknelpunten op het gebied van veilig-heid, gezondheid en welzijn (V.G.W.)in een bedrijf. De knelpunten die uitde inventarisatie naar voren komenworden bij de evaluatie beoordeeld.Tijdens de beoordeling wordt perprobleempunt een al of niet mathe-matische schatting gemaakt van hetrisico. Het resultaat van de evaluatiemoet een lijst opleveren die eenoverzicht geeft van de probleem-punten en de daarbij te nemen pre-ventiemaatregelen.
Het uitvoeren van een risicoanalyseen -evaluatie is evenwel geen een-malig gegeven. De technieken en dearbeidsomstandigheden evoluerenconstant waardoor ook de risico’sveranderen. Een regelmatige herha-ling van de M.I.E.R.-methode zalzich dan ook opdringen.
Binnen het kader van de M.I.E.R.-methode moet men in een eerstefase een basisoverzicht maken vanalle hoofdactiviteiten en deelactivi-teiten die er binnen de ondernemingplaatsvinden.
Eenmaal het volledige schema isgekend kan men overgaan tot het
STANDAARD UITRUSTINGSFACTOREN
1 De soort van uitrusting.
2 De afschermingsgraad van de uitrusting.
3 De automatisatiegraad van de uitrusting.
4 Het concept van de bediening.
5 De ontwerpkarakteristieken.
6 De uitvoering van de uitrusting.
7 De duidelijkheid van aflezing.
8 De degelijkheid van het nazicht op de uitrusting.
9 De graad van onderhoud ervan
10 De snelheid waarbij de uitrusting werkt.
11 De aard van de gebruikte energie.
12 De aanwezigheid van een noodstop.
13 De aanwezigheid van een dodemansknop.
14 De eventuele overbruggings- of sabotagemogelijkheid.
STANDAARD MENSELIJKE FACTOREN
1 De fysieke toestand.
2 De gezinstoestand en eventuele moeilijkheden.
3 De gezondheid.
4 De ingesteldheid tegenover het werk en de veiligheid.
5 De motivatie en inzet van de persoon.
6 De door de persoon ontvangen informatie.
7 De lichaamsafmetingen van de persoon.
8 Het milieu waaruit de persoon komt.
9 De door de persoon ontvangen vooropleiding.
10 De ouderdom van de persoon.
11 De reflex van de persoon.
12 De rijpheid, maturiteit van de persoon.
13 De door de persoon opgedane vaardigheid.
14 De ervaring uit het verleden.
15 Tekorten in de te volgen methode.
16 Fouten in de montagevolgorde.
17 Afgeleid worden door werkmakkers.
18 Menselijk falen tijdens leiden, plannen of organiseren.
19 Menselijk falen tijdens controleren of bijsturen.
20 Opzettelijke onveilige daden door de mens uitgevoerd.
10
invullen van de M.I.E.R.-type-analy-sebladen. Hierbij wordt elke activi-teit automatisch gekoppeld aan eenpersoneelscategorie(ën) (de factormens), een uitrusting(en) (arbeids-middel, apparaat, toestel, instal-latie,..), een product(en) (gevaarlijkproduct,…) en een omgevings-factor(en)
Elke inventarisatie vertrekt van eentype-analyseblad (zie voorbeeld).Hierbij gaat men als volgt tewerk :
• geef het risico-analyseblad eentitel, dit vergemakkelijkt het klas-seren nadien :voorbeeld :Risicoanalyse : Bouwplaats Sta-tion Gent, arbeidsplaats ijzervlech-ters, ofRisicoanalyse : Schrijnwerkerij Lip-pens, arbeidsplaats cirkelzaag.
• vul de hoofdactiviteit in die zalgeanalyseerd worden op dearbeidsplaats.voorbeeld : ijzervlechten, zaag-werk
• vul vervolgens voor die bepaaldehoofdactiviteit de kleinere deelac-tiviteiten in,voorbeeld :het aanslaan van de wapenings-staven,het opnemen van de wapenings-staven,het lassen van de wapening,…het opnemen van de planken enplaten,het verzagen van de planken,het opslaan van het gezaagdemateriaal,…
• stel uzelf de vraag of deze deelac-tiviteiten nog verder kunnen opge-splitst wordenvoorbeeld :opdeling in verschillende lastech-nieken :elektrisch lassen, autogeen lassen,M.I.G.-lassen, T.I.G.-lassen
• de bedoeling van de M.I.E.R.-methode is dat per deelactiviteiteen opsomming wordt gemaaktvan de uitrusting, de gebruikteproducten, de menselijke factorenen de omgevingsfactoren. Om hettoepassen van deze methode tevergemakkelijken zijn er een aantalstandaard uitrustingsfactoren,
STANDAARD RISICO’S EN GEVAREN
1 Snijden
2 Stoten/Botsen
3 Knellen
4 Verbrandingen
5 Pletten
6 Wegslaan/kantelen
7 Loskomen
8 Wegvliegen
9 Vallende voorwerpen
10 Vallen
11 Damp-,gas- of stofontwikkeling
12 Brand/Verhitting/Ontploffing
13 Verblinding
14 Elektrocutie
15 Straling
16 Trillingen
17 Lawaai
18 Verstikking
19 Vergiftiging
20 Verdrinking
21 Bedelving
22 Medische aandoening
23 Lichamelijke/Psychische belasting
STANDAARD OMGEVINGSFACTORENGEBONDEN AAN INPLANTING
ARBEIDSPOST
1 Nabijheid water
2 Toegang werkpost
3 Verkeer
4 Verontreinigde bodem / lucht
5 Werken in uitgravingen
6 Werken op hoogte
menselijke factoren en omge-vingsfactoren opgenomen intabelvorm.
• Voor elk van deze factoren wordtdan een standaardlijst doorlopenmet vaste risico’s en gevaren.
• Per factor en per risicoveld moetnagegaan worden of er effectiefeen kans bestaat dat het risicozich voordoet. In een eerste fase
gaat het hier slechts om het zettenvan een X indien van toepassing,een - indien het risico niet van toe-passing is of onbestaande. Onderitem verstaat men de uitrustings-factoren, de menselijke factorenen de omgevingsfactoren. Hetinvullen van deze matrix zal alsgevolg hebben dat men een ideezal krijgen van de risico’s die ver-bonden zijn met een bepaaldeactiviteit.
Aansluitend daaraan :• kan een risicograad bepaald
worden. Het gebruik van het werk-woord ‘kunnen’ impliceert dat mennog niet verplicht is op deze plaatsde getallen in te vullen. In eenaantal gevallen zal op de plaatsvan de risicograad het woord WETkunnen teruggevonden worden.Dit zal het geval zijn wanneer dewetgever reeds verplichte veilig-heidsmaatregelen heeft opgelegd.
• zal bepaald moeten worden ofspecifieke preventiemaatregelenhier noodzakelijk zullen zijn.Bij het bepalen van de preventie-maatregelen moet volgende rede-nering aangehouden worden :- het risico in een eerste fase pro-beren te vermijden of in te perken,
- steeds streven naar een hogerbeschermingsniveau,
- de preventiemaatregelen aan-passen aan de technische voor-uitgang en
- een betere bescherming van dewerknemer realiseren.Belangrijk is evenwel dat debeschreven preventiemaatre-gelen gestaafd worden aan :
- de wettelijke voorschriften : Wetop het Welzijn, A.R.A.B., CODEXen andere,
- de codes van goede praktijkzoals normen, buitenlandse voor-schriften, praktijk- en instructie-codes, blootstellingsniveaus,…
- gegevens uit literatuur en data-banken.
• in het geval er geen materiële pre-ventiemaatregelen zijn of de mate-riële preventiemaatregelen nietzullen volstaan zal dan ook aange-duid kunnen worden of hetinvoeren van specifieke instructieshier een noodzaak zal zijn. Dezezullen dan een aanvulling vormen
11
op de instructies die WETtelijkopgelegd zijn.
• een kolom ‘Taakvoorlichting’ isvrijblijvend in te vullen. Ze kanvooral nuttig zijn voor bedrijven dieeen gecertificeerd veiligheidsbe-heerssysteem in hun ondernemingimplementeren of willen imple-menteren
• de laatste kolom ‘Profiel uit-voerder’ zal meer informatie ople-veren over de opleiding of kennisvan de werknemer die het werkmoet uitvoeren. Het profiel van deuitvoerder heeft betrekking op zijnopleiding, gelijkgestelde ervaringof specialisaties.
Een ander element dat binnen hetkader van de risico-analyse moetbekeken worden zijn de risico’s ver-bonden aan de wederzijdse invloedvan de verschillende bouwactivi-teiten of de activiteiten binnen hetbedrijf op elkaar.
STANDAARD FYSISCHE EN NATUURLIJKE OMGEVINGSFACTOREN
1 Bijzondere milieu-eisen
2 Klimatologische omstandigheden
2.1 damp 2.5 ijzel / rijm
2.2 warmte 2.6 wind
2.3 zon 2.7 regen
2.4 koude 2.8 sneeuw
3 Nabijheid leidingen
3.1 Gas 3.3 Water
3.2 Electra 3.4 Andere
4 Lawaai
5 Verlichting
6 Gassen, dampen, rook, …
7 Stralingen
7.1 I.R. 7.3 Ioniserende
7.2 U.V. 7.4 Andere
8 Trillingen
Een specifieke risico-evaluatieme-thode voor de bouwsector bestaattot op heden nog niet. Er zijnevenwel een ganse resem van alge-mene risico-evaluatiemethoden diewel binnen de bouwsector kunnentoegepast worden. Binnen het kadervan deze handleiding werd demethode van Kinney weerhouden.De methode van Kinney gaat ervanuit dat er drie risicoparametersinspelen op de omvang van eenrisico. Men is tot deze conclusiegekomen na het analyseren van demeest eenvoudige definitie vanrisico :
RISICO-EVALUATIE EN HET BEPALEN VAN DE RISICOGRAAD
Risico = Kans x Effect (R = K x E)
Een zinvolle schatting verkrijgt mendoor de kans te splitsen in tweebelangrijke parameters :1) Waarschijnlijkheid (W) = de kans
op het optreden van een onge-wenst gevolg of schade bij afwe-zigheid van maatregelen en voor-zieningen;
2) Blootstellingsduur (B) = de duurvan de blootstelling aan hetrisico, waarbij onderscheid wordt
gemaakt tussen enerzijds deduur of frequentie van de bloot-stelling en anderzijds het aantalblootgestelde personen;
Samen met het ‘effect (E)’ wordenhiermee 3 risicoparameters ver-kregen.
In formulevorm geeft dit :
R = W x B x E.
Hierbij moet worden aangetekenddat, welke benadering men ook
W = waarschijnlijkheid
W = 0,1 = bijna niet denkbaarW = 0,2 = praktisch onmogelijkW = 0,5 = denkbaar, maar onwaarschijnlijkW = 1 = onwaarschijnlijk, grensgevalW = 3 = ongewoon maar mogelijkW = 6 = goed mogelijkW = 10 = te verwachten
B = blootstelling
B = 0,5 = zeer zelden (1x jaar)B = 1 = zelden (jaarlijks)B = 2 = soms (maandelijks)B = 3 = af en toe (wekelijks)B = 6 = regelmatig (dagelijks)B = 10 = voortdurend
12
RIS
ICO
AN
ALY
SE
:
SNIJDENSTOTEN/BOTSENKNELLENVERBRANDINGENPLETTENWEGSLAAN/KANTELENLOSKOMENWEGVLIEGENVALLENDE VOORWERPENVALLENDAMP-,GAS- OF STOFBRAND/VERHITTING/EXPLOSIEVERBLINDINGELEKTROCUTIESTRALINGTRILLINGENLAWAAIVERSTIKKINGVERGIFTIGINGVERDRINKINGBEDELVINGMEDISCHE AANDOENINGLICHAMELIJKE/PSYCHISCHEBELASTING
E
W
B
R
HO
OFD
-A
CTI
VIT
EIT
DE
EL-
AC
TIV
ITE
ITR
ISIC
O-
FAC
TOR
RIS
ICO
’S E
N G
EVA
RE
NR
ISIC
OG
RA
AD
(*)
PR
EV
EN
TIE
-M
AAT
RE
GE
LEN
PR
OFI
EL
UIT
VO
ER
DE
R(S
)
ME
NS
UIT
RU
STI
NG
OM
GE
VIN
G
PR
OD
UC
T
INSTRUCTIEFICHE
TOOLBOX
OPLEIDING
GELIJKGESTELDEERVARING
BIJKOMENDEOPLEIDINGEN
(*) Z
ie b
lz 1
1 en
13
13
kiest, er altijd sprake is van een ver-eenvoudiging van de werkelijkheid.
Nadat de parameters W, B, en E zijnvastgesteld, kan met behulp van hetproduct het risico worden geclassifi-ceerd in één van de vijf risico-klassen. Deze risicoclassificatiewordt als volgt omschreven :
DE VERDERE VERFIJNING.
Nu men grosso modo een idee heeftvan de activiteiten, de uitrusting(arbeidsmiddelen, …), de producten,de omgevingsfactoren, de aan derisico’s blootgestelde werknemers,de risico’s eigen aan het werk enaan het werk van derden en debelangrijkste preventiemaatregelenkan men de tabel invullen. Hetgeheel van preventiemaatregelenkan aangevuld worden met anderegekende of (wettelijk) opgelegdepreventiemaatregelen die niet directuit de matrix naar voren kwamen.
Deze tabel geeft de mogelijkheid derisico-analyse heel ver uit te werken.
Zo vindt men er ook een luik in voorde risico-evaluatie.
Het luik preventiemaatregelen isopgesplitst in drie deelkolommenactie (A), middelen (M) en reactietijd(R.T.). Het grote voordeel is dat bijde verschillende actiepunten (A) ook
een opsomming van de middelen(M) kan gebeuren.
Voorbeeld :Wanneer in het veiligheidsplan deactie (A) het dragen van P.B.M. iskan in het luik middelen (M) inge-vuld worden waar ze kunnen ver-kregen worden bv. verkrijgbaar inhet magazijn, in stock op de werf,…
Anderzijds is er nog de kolom reac-tietijd die de uitvoeringsverantwoor-delijke (zie verder) een idee geeftvan de snelheid waarop hij tegeneen bepaalde inbreuk of actiepuntmoet optreden.
Voorbeeld :Wanneer men opmerkt bij eenrondgang dat de preventiemaat-regel van het plaatsen van eencollectieve valbeveiliging (leu-ning, e.d.) niet gebeurd is, danmoet men direct reageren. Opdat moment vult men in het luikR.T. direct in.
Voorbeeld :Voor preventiemaatregelen inverband met orde en netheid kaneen reactietijd dagelijks of weke-lijks opgelegd worden.
Een andere wettelijke eis is dat menvoor de opvolging van de preventie-maatregelen ook een verantwoorde-lijke moet aanduiden. Het aanduidenervan zal evenwel afhangen van ver-schillende factoren die van bedrijftot bedrijf zullen verschillen (groottebedrijf, hiërarchische structuur,…).Uitvoeringsverantwoordelijken zijnbv. de werkgever, de verantwoorde-lijke dienst logistiek, de onder-houdschef, de werfleider, de ploeg-baas of de interne of externepreventiedeskundige. Tevenskunnen de middelen in de daarop-volgende kolom aangegevenworden die de uitvoeringsverant-woordelijke kan toepassen voor deopvolgingsevaluatie en de periodici-teit waarmee deze opvolging moetgebeuren.
E = effect = schade
E = 1 = gering, letsel zonder verzuimE = 3 = belangrijk, letsel en verzuimE = 7 = ernstig, blijvende invaliditeit / chronische aandoening met
(gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheidE = 15 = zeer ernstig, 1 dode (acuut op termijn)E = 40 = ramp, meerdere doden
R = W x B x E = risicoscore en resulterende actie
R ≤ 20 : geen (code 1)20 < R ≤ 70 : aandacht vereist (code 2)70 < R ≤ 200 : maatregelen vereist (code 3)200 < R ≤ 400 : directe verbetering (code 4)R > 400 : werken stoppen (code 5)
14
WB
ER
A.
M.
R.T
.U
.V.
E.M
.P.
S.O
.G
.E.
B.O
.T.
I.A
CTI
VIT
EIT
UIT
RU
STI
NG
/P
RO
DU
CT/
OM
GE
VIN
G
CAT
EG
OR
IEP
ER
SO
NE
EL
IDE
NTI
FIC
ATIE
RIS
ICO
’SR
ISIC
O-E
VALU
ATIE
PR
EV
EN
TIE
MA
ATR
EG
ELE
NO
PV
OLG
ING
UIT
VO
ER
ING
OP
LEID
ING
/ IN
STR
UC
TIE
In d
e b
oven
staa
nde
tab
elle
n w
ord
en v
olge
nde
afko
rtin
gen
geb
ruik
t:
W:
Waa
rsch
ijnlij
khei
dB
:B
loot
stel
ling
E:
Ern
stR
:R
isic
oA
:A
ctie
M:
Mid
del
enR
.T.
:R
eact
ietij
d (b
v. d
irect
, op
het
ein
de
van
de
dag
,…)
U.V
.:
Uitv
oerin
gsve
rant
woo
rdel
ijke
E.M
.:
Eva
luat
iem
ogel
ijkhe
idP.
:P
erio
dic
iteit
S.O
.:
Sch
ools
e op
leid
ing
G.E
.:
Gel
ijkge
stel
de
erva
ring
B.O
.:
Bijk
omen
de
ople
idin
gT.
:Ta
akvo
orlic
htin
gI.
:In
stru
ctie
(s)
15
DE PROGRAMMATIE VAN HET BELEID
BEPALING VAN HET GEWENSTE DOEL
De globale risico-analyse van debedrijfssituatie zal een aantal risico’snaar voren brengen waarvoor zeervlug een oplossing moet gevondenworden. De hierbij gestelde preven-tiemaatregelen zullen dan ook priori-teit krijgen. Andere preventiemaatre-gelen zullen omwille van hun aard ofkostprijs eerder een planmatigeaanpak vragen. Een spreiding vande inspanningen over een langereperiode zal hier dan ook noodzake-lijk zijn.
Het welslagen van het preventiebe-leid zal vooral afhangen van de doel-stellingen die in het bedrijf gehan-teerd worden. Daarom is het nuttigeerst te bepalen wat het gewenstedoel is alvorens een gedetailleerdestrategie uit te werken.
Voor het bepalen van de doelstel-lingen probeert de analist het bestde realiteit af te wegen met de wen-selijkheid. Met ‘realiteit’ bedoelenwij de feitelijke situatie op het vlakvan veiligheid en gezondheid in deonderneming. Met ‘wenselijkheid’
wordt het uiteindelijk veiligheids- engezondheidsniveau van de onderne-ming bedoeld en dit NA het invoerenvan het dynamisch risicobeheer-singssysteem.
Er zijn twee manieren om boven-staande situaties dichter bij elkaar tebrengen. Ofwel wordt de wenselijk-heid aan de realiteit aangepast ofwelwordt de realiteit beïnvloed tot dezeaan de wenselijkheid voldoet.
Belangrijk is de afwijkingspuntentussen de ‘realiteit’ en de ‘wenselijk-heid’ zo duidelijk mogelijk teomschrijven.
Als hulpmiddel hiertoe kunnen eenaantal vragen gesteld worden :
• Wat wijkt er eigenlijk af ?
• Wat beantwoordt ongeveer aan derealiteit en wat niet ?
• Wat is er fout in de toestand ? Watniet ?
• Waar kan de afwijking gesitueerdworden ? Bij het individu (demens) of het collectief (organi-
satie), de uitrusting, de handeling,de opleiding, de opvolging,…
• …
De antwoorden op bovenstaandevragen zullen zeker een massa aanverschilpunten aan het licht brengen.Belangrijk hierbij is dat zowel depositieve als de negatieve puntenworden genoteerd. Veel analyses enevaluaties gaan immers uit van denegatieve (slechte) toestand. Watgoed is, is goed en verder wordt ergeen bijkomende aandacht aanbesteed. Niets is minder waar. Indienmen in de uitvoeringsfase iedereenin de onderneming wil meekrijgendan zal men niet alleen de nadrukmogen leggen op het negatievemaar zal ook het positieve (hetgeenreeds bereikt is) in de ondernemingmoeten belicht worden.
Het zoeken van oplossingen en ant-woorden voor het verhelpen van deverschilpunten zal al vlug een gansereeks accenten (doelstellingen)opleveren waarmee in een volgendefase een strategie kan uitgebouwdworden.
BEPALING VAN DE MIDDELEN EN UITVOERINGSCRITERIA.
De noodzakelijke middelen kunnenpas na het vastleggen van alledetails opgespoord worden. Het isenigszins vanzelfsprekend dat allemiddelen steeds met de grootstmogelijke efficiëntie moeten aange-wend worden. De mogelijke mid-delen moeten dus gekend zijn,alsook, in de mate van het moge-lijke, het effect dat van die middelenverwacht mag worden.
Als hulp kunnen hier opnieuw eenaantal vragen gesteld worden :
• Wat mag het kosten ?
• Welke baten worden verwacht ?
• Wat moet er gedaan worden entegen wanneer ?
• Is vervanging of de wijziging vaneen techniek niet goedkoper dande aanpassing ervan ?
• Wie gaat dat uitvoeren ?
• Hoeveel tijd mag erin geïnvesteerdworden ?
• Wie zal het geheel opvolgen encontroleren ?
Aan de hand van bovenstaandevragen en respectievelijke ant-woorden kan men komen tot eenverdere detaillering van de doelstel-lingen. Hetgeen op zijn beurt zal
resulteren in het vastleggen van eenaantal uitvoeringscriteria.
Andere criteria kunnen gevondenworden in de aanpassing van deorganisatie of de handelingen, reke-ning houdend met het individu, deuitrusting, de omgeving en de pro-ducten. Sommige alternatievenkunnen de risico’s (misschien) vol-ledig voorkomen. Andere zullen wel-licht de gevaarbron scheiden. Nogandere zullen hulp voorzien.
Belangrijk is dat de weerhoudenmiddelen en oplossingen samenmet de reeds verzamelde gegevensop één lijst gezet worden.
16
HET OPMAKEN VAN PLANNEN.
Doel
Het resultaat van de risicoanalyse,de vooropgestelde doelstellingen,middelen en uitvoeringscriteria,moet terug te vinden zijn in tweeschriftelijke documenten nl. twee(veiligheids)plannen :• het globaal preventieplan en• het jaarlijks actieplan.
Preventiemaatregelen
Uitvoering beleid
Evaluatie en aanpassing
Globale risicoanalyse
Risico-evaluatie
Globaal preventieplan Jaaractieplan
Aanvullend op voorgaande planningdient de werkgever ook een tertiaireplanning op te stellen nl. het internnoodplan. Het doel is alle bepalingen
inzake de zogenaamde tertiaire pre-ventie te bundelen. Met tertiaire pre-ventie bedoelt men alle organisatori-sche maatregelen die moetengenomen in geval de preventiemaat-regelen in uitzonderlijke omstandig-heden zouden falen of m.a.w. de pro-cedures inzake brand, ontploffing,ongevallen, incidenten en E.H.B.O.
Ondanks het feit dat het internnoodplan apart wordt opgesteldhoort het eigenlijk bij het globaalpreventieplan.
De rode draad in al deze plannen is‘problem solving’. Dit komt neer ophet opstellen van een planning omtot een echte en definitieve oplos-sing te komen van de blootgelegdeveiligheidsproblemen. Vanzelfspre-kend moeten deze plannen debeoogde doelstellingen bevatten.Daarnaast mag men echter de mid-delen niet vergeten, die daartoenoodzakelijk zullen zijn. Bovendienmoeten ook de handelingen en deeventueel noodzakelijke organisato-rische ingrepen (maatregelen) ver-meld worden.
Eigenlijk is een globaal preventie-plan en een jaarlijks actieplan eenopeenvolging van noodzakelijkestappen die in de tijd moetengenomen worden om het gewenstedoel te bereiken. Vandaar dat beideplannen duidelijke antwoorden moe-ten verschaffen op volgendevragen :
• Wat moet er precies gebeuren ?
• Waar moet het gebeuren plaats-vinden ?
• Wie moet ervoor zorgen dat hetgebeurt (uitvoeringsverantwoorde-lijke(n)) ?
• Wanneer moet alles gebeuren ?
• Wie doet de globale opvolging ?
• Welke controlepunten en controle-middelen zullen er ingebouwdworden ?
• Welke alarmmiddelen kunnen eringebouwd worden ?
• Als het misloopt met deopvolging :- Welke informatie wordt er door-
gestuurd ?- Wie zal dit doen ?- Op welk ogenblik zal dit
gebeuren ?- Op welke manier kan dit
gebeuren ?
• Welke kritieke punten bevat hetplan ?
• Welke middelen zijn voor de uit-voering absoluut noodzakelijk ?
• Waar is er nog een misverstandmogelijk ?
• Welk eventueel misverstand kanzware gevolgen hebben ?
wisselwerking
Resultaten RI & RE
Preventiemaatregelen
Prioritaire doelstellingen
Activiteiten/opdrachtenrealisatie doelstellingen
Financiële/organisatorische/materiële middelen
Verplichtingen/middelenopdrachten betrokkenen
Evaluatiecriteria
Prioritaire doelstellingenwerkjaar
Middelen/methodenrealisatie doelstellingen
Financiële/organisatorische/materiële middelen
Verplichtingen/middelenopdrachten betrokkenen
Prioritaire aanpassing :- gewijzigde situatie- ongevallen/incidenten- jaarverslag- adviezen comité
17
• Welke elementen in het plan zijnnog onduidelijk ?
• Wat zijn de knelpunten ?• Kunnen de knelpunten verholpen
worden ?• Welke elementen zijn zeer moeilijk
of helemaal niet te beheersen ?• Wat is echt onwaarschijnlijk doch
indien het voorvalt catastrofaal ?• Wat zijn de aanvaardbare restrisi-
co’s ?
Het globaal preventieplan
Het globaal preventieplan omvatvolgende gegevens :• de resultaten van de risicoanalyse,• de voorziene preventiemaatre-
gelen,• de prioriteiten,• de voorziene activiteiten en
opdrachten,• de middelen,• de wijze van aanpassing van het
plan,
• de evaluatiecriteria van het plan.
Het wordt opgesteld in samen-spraak met :
• de interne dienst voor Preventie enBescherming,
• de externe dienst voor Preventieen Bescherming,
• het comité voor Preventie enBescherming.
Het jaarlijks actieplan
Het globaal preventieplan moet ver-taald worden in een jaarlijks actie-plan. De inhoud van het jaarlijksactieplan blijft grotendeels ongewij-zigd.
Het jaarlijks actieplan omvat :
• de prioritaire doelstellingen in hetkader van het preventiebeleid vanhet volgend dienstjaar,
• de middelen en methode(n) omdeze doelstellingen te bereiken,
• de opdrachten, verplichtingen enmiddelen van alle betrokkenen,
• de aanpassing aan het globaalpreventieplan in gevolge :- de gewijzigde omstandigheden,- ongevallen en incidenten die
zich in de onderneming hebbenvoorgedaan,
- het jaarverslag van de internedienst P. & B. van het voorbijejaar,
- de adviezen van het comité tij-dens het voorbije jaar.
Het grote verschil met de oudebepalingen betreffende het jaarlijksactieplan is dat het nu geplaatstwordt in een ruimere contekst. Hetvormt een integraal onderdeel vanhet dynamisch risicobeheersings-systeem. Het is een uitvloeisel vanhet globaal preventieplan en vormtdan ook het dagelijkse werkinstru-ment. Alle periodieke bijsturingenvan het globaal preventieplan moe-ten dan ook opgenomen worden inhet jaarlijks actieplan.
DE UITVOERING VAN HET BELEID
Het uitwerken van een veiligheids-beleid op papier mag niet de enigedoelstelling zijn. Ze moet ook effec-tief in de praktijk omgezet en toege-past worden. Alle actoren in hetbedrijf zullen aan dit plan moeten
meewerken. Zij die dwarsliggenzullen moeten opgevolgd en bijge-stuurd worden. Vandaar het belangdat de wetgever ook hecht aan detweeledige opvolging nl. bedrijfsin-tern vanwege de werkgever, de pre-
ventieadviseur, de hiërarchische lijn,het comité P. & B. en bedrijfsexterndoor de externe preventiediensten,de inspectiediensten en het N.A.V.B.
Beleidsontwikkeling
Organisatieontwikkeling
Ontwikkeling vantechnieken voorplanning, meting enevaluatie
Beleid
Organisatie
Planning en implementatie
Meting van de resultaten
Feedback-lus om deresultaten te verbeteren
Evaluatie van de resultaten
Auditing
18
UITWERKINGSVOORBEELDEN
Inleiding
Ten einde een beter inzicht te krijgenin het theoretisch gedeelte van derisicoanalyse zijn hieronder eentweetal praktische voorbeeldenopgenomen. Ze hebben betrekkingop de sector ‘ruwbouw’ en desector ‘schrijnwerk’.
Het opstellen van een overzichtvan de hoofd- en deelactiviteiten
Zoals reeds eerder in deze veilig-heidsnota gesteld werd, moet menbij de start van zijn risicoanalyse eenhoofdindeling maken van de belang-rijkste activiteiten die op het vlak vanveiligheid en gezondheid bijzondererisico’s zullen meebrengen. In eenvolgend stadium zal men dan de ver-schillende deelactiviteiten kunnenbehandelen.
Ruwbouw
Voor de sector ‘ruwbouw’ kan vol-gend schema vooropgesteld worden :• Werfinrichting
- Voorbereidingswerken- Plaatsen van werfinstallatie- Uitgravings- en grondwerken- Opstellen van kraan
- Vaste kraan / kraan op spoor- Mobiele kraan
• Funderingwerken- Inplanting funderingszolen vol-
gens plan- Funderingszolen- Heien van palen
DE EVALUATIE VAN HET BELEID.
Het opstellen van een globaal pre-ventieplan zal de werkgever, preven-tieadviseur en de andere actoren inhet preventiebeleid een goed over-zicht geven van de veiligheids- engezondheidsrisico’s in de onderne-ming. Ze zal ook een doel opleverenwaar naartoe kan gewerkt worden.Op korte termijn kan zo’n plan zeergoede resultaten opleveren. Even-wel zal de nood blijven bestaan vooreen tweeledige periodieke evaluatie.
De eerste evaluatie is de ‘punt perpunt’-evaluatie. Hierbij wordt elk
onderwerp van het plan apartbekeken op het vlak van realisatie,opvolging, e.d. Om tijdens deze fasegeen onnodige discussies te krijgenmet de uitvoeringsverantwoorde-lijken is het onontbeerlijk dat tijdensde opstelling van de planning decontrolemiddelen en controlepuntenworden vastgelegd. Zo kan opondubbelzinnige wijze worden uit-gemaakt of ieder onderdeel van hetvooropgestelde plan wordt uitge-voerd. Er moeten ook alarmmid-delen ingebouwd worden. Daartoe
is het ook noodzakelijk te bepalenwelke informatie, door wie, op welkogenblik en op welke manier moetdoorgestuurd worden.
De tweede evaluatie is de globaleevaluatie. Hierbij wordt het plan inzijn geheel bekeken en wordt ooknagegaan of er nieuwe risico’s zijnbijgekomen of bestaande risico’szijn verdwenen. Ook de wetgeverheeft dit laatste ingezien. Daaromvindt men in de wetgeving een ver-plichte periodieke herziening van vijfjaar terug.
- Heien van damplanken- Berlinerwanden- Ondermetselen / ondervangen
van gebouwen- Slibwanden- Beschoeide sleuven
• Bekistingswerk- Voorbereiding bekisting- Bekisting grondvloerplaat- Bekisting kolommen- Bekisting balken- Bekisting wanden- Bekisting vloerplaat (verdie-
pingen)- Bekisting trappen
• Bewapeningswerken- Algemeen- Funderingsbewapening- Vloerbewapening- Kolom- en wandbewapening- Prefab-bewapening
• Betonwerken- Algemeen- Storten met betonbak (kubel)- Storten met betonpomp
• Metselwerk- Algemeen- Metselen op een schraagstelling- Metselen op een metsersstelling
19
Het uitwerken van dedeelactiviteiten
Bij wijze van voorbeeld werden ervoor de twee subsectoren eendrietal risicoanalyses uitgewerkt.
Voor de sector ‘ruwbouw’ is dit :- Bewapeningswerken - alge-
meen
Voor de sector ‘schrijnwerk’ isdit :- Werken in het atelier (algemeen)- Werken met een cirkelzaag
• Maken van prefabelementen- Maken van bekisting- Plaatsen bewapening- Storten beton- Verhandelen / opslag- Monteren prefabelementen
• Afbraakwerken
Schrijnwerk
Voor de sector ‘schrijnwerk’ kanvolgend schema opgesteld worden :• Werkplaatsinrichting - schrijnwer-
kerij• Zaagwerk
- Werken met een paneelcirkel-zaag (horizontaal)
- Werken met een lintzaag van hetgewone type
- Werken met een afkortzaag- Werken met een pendelzaag- Werken met een radiaalzaag (cir-
kelzaag met radiale arm)- Werken met een dubbele afkort-
zaag- Werken met een bouwplaatscir-
kelzaag- Werken met een reciprozaagma-
chine• Schaafwerk
- Werken met een vlakschaafma-chine (vlakbank)
- Werken met een vandikteschaaf-machine (vandiktebank)
- Werken met een gecombineerdevlak- en vandiktebank
- Werken met een gecombineerdevlak- en vandiktebank met lang-gatboormachine
• Freeswerk- Werken met een verticale frees-
machine (toupie)- Werken met een bovenfreesma-
chine• Eindprofilering
- Werken met een pennebank• Het maken van gaten
- Werken met een langgatboorma-chine
- Werken met een drevelboorma-chine
- Werken met een holbeitelboor-machine
- Werken met een gatensteekma-chine
- Werken met een kettingfrees• Schuurwerk
- Werken met een langeband-schuurmachine
- Werken met een vandikte-schuurmachine
• Verbindingswerk- Werken met een raampers
• Diverse werkzaamheden- Werken met een houtdraaibank- Werken met een kantenlijmma-
chine- Werken met een kantenlijmma-
chine met fresen- Werken met een kolomboorma-
chine- Werken met een vaste slijpsteen
• Werken met klein elektrischgereedschap- met een slijpmachine- met een boormachine- met een haakse slijper- met een handcirkelzaag- met een wipzaag- met een schaafmachine- met een bandschuurmachine- met een vlakschuurmachine- met een bovenfreesmachine
• Werken met klein gereedschapmet verbrandingsmotor- Werken met een kettingzaag
• Werken met klein pneumatischgereedschap- met een nagel- en nietmachine- met persluchtleidingen- met compressoren
• Werken met schiethamers
• Werken met hefwerktuigen entransportmiddelen- met een kraan op vrachtwagen- met een transpalet- met elektrisch toebehoren- met kabelhaspels- met verlengkabels
• Arbeidsmiddelen voor werken inde hoogte- Gebruik van een ladder- Gebruik van een stelling- Gebruik van een rolstelling- Gebruik van stellingen op
schragen.
20
WB
ER
A.
M.
R.T
.U
.V.
E.M
.P.
S.O
.G
.E.
B.O
.T.
I.
AC
TIV
ITE
ITA
RB
EID
S-
PLA
ATS
CAT
E-
GO
RIE
PE
RS
O-
NE
EL
IDE
NTI
FIC
ATIE
RIS
ICO
’S
RIS
ICO
-E
VALU
ATIE
PR
EV
EN
TIE
MA
ATR
EG
ELE
NO
PV
OLG
ING
UIT
VO
ER
ING
OP
LEID
ING
/
INS
TRU
CTI
E
Voor
bee
ld ‘
bew
apen
ings
wer
k’
Loss
enva
n w
ape-
ning
sijz
er
Hef
toes
tel/
man
ueel
Sni
jwon
den
bij
aanp
ikke
n en
/of
afp
ikke
n b
ewap
enin
gO
ple
idin
g en
inst
ruct
ies;
Dra
gen
van
veili
ghei
dsh
and
scho
enen
;H
ulp
mid
del
en g
ebru
iken
;
Op
leid
ing
en in
stru
ctie
s;G
ebru
ik m
aken
van
aan
gep
ast
en g
ekeu
rdaa
nsla
gmat
erie
el;
Veili
ghei
dsh
elm
dra
gen;
l
Dui
del
ijke
afsp
rake
n m
et k
raan
bes
tuur
der
(gec
odee
rde
geb
aren
geb
ruik
en);
Op
leid
ing
en in
stru
ctie
s;R
and
bev
eilig
ing
van
vrac
htw
agen
ind
ien
mog
elijk
;
Mac
hine
s in
goe
de
staa
t, c
onfo
rm e
n d
egel
ijk o
pge
-st
eld
geb
ruik
en;
Op
leid
ing
en in
stru
ctie
s;Ve
iligh
eid
shan
dsc
hoen
en e
n -
scho
enen
dra
gen;
Enk
el w
erke
n m
et g
ekeu
rd m
ater
ieel
dat
dag
elijk
svi
suee
l nag
ezie
n w
ord
t;K
abel
s op
hang
en e
n/of
afs
cher
men
;
Veili
ghei
dsh
and
scho
enen
dra
gen;
Sch
erp
e en
uits
teke
nde
bew
apen
ing
afsc
herm
en e
n/of
sign
aler
en;
Enk
el g
ekw
alifi
ceer
d p
erso
neel
met
de
mac
hine
s la
ten
wer
ken;
Veili
ghei
dsh
and
scho
enen
dra
gen;
Sch
erp
e en
uits
teke
nde
bew
apen
ing
afsc
herm
en e
n/of
sign
aler
en;
Gec
ertif
icee
rd h
and
slijp
mac
hine
geb
ruik
en (a
ange
pas
tesc
hijf
en b
esch
erm
kap
);O
ple
idin
g en
inst
ruct
ies;
Dra
gen
veili
ghei
dsh
and
scho
enen
;
Dra
gen
volle
dig
e w
erkk
led
ij;D
rage
n ve
iligh
eid
shan
dsc
hoen
en;
Op
leid
ing
en in
stru
ctie
s;Ve
iligh
eid
sbril
/lasb
ril d
rage
n;
Op
leid
ing
en in
stru
ctie
s;E
nkel
gek
eurd
en
gece
rtifi
ceer
d m
ater
ieel
geb
ruik
en;
Ger
eed
scha
p d
agel
ijks
nazi
en;
Op
leid
ing
en in
stru
ctie
s; G
ekw
alifi
ceer
d p
erso
neel
;D
e ju
iste
geb
aren
geb
ruik
en;
Per
soon
lijke
bes
cher
min
gsm
idd
elen
dra
gen
(vei
lighe
idss
choe
nen,
- h
and
scho
enen
, …
)
Val v
an m
ater
iaal
op
per
sone
el
Val v
an p
erso
nen
(wer
ken
opvr
acht
wag
en, s
trui
kele
n ov
erb
ewap
enin
g,…
)
Kne
llen
led
emat
en
Hef
toes
tel
Ele
ktris
chge
reed
-sc
hap
Man
ueel
Wer
ken
met
hand
slijp
-m
achi
ne/
lasa
ppar
a-tu
ur
Kni
p-
enp
looi
-m
achi
ne
Kni
pp
enen
/of
plo
oien
wap
enin
g
Pla
atse
nb
ewap
e-ni
ng
Ele
ctro
cutie
Sni
jwon
den
Sni
jwon
den
Sni
jwon
den
Bra
ndw
ond
en
Oog
kwet
sure
n
Ele
ktro
cutie
Kle
mm
en
21
WB
ER
A.
M.
R.T
.U
.V.
E.M
.P.
S.O
.G
.E.
B.O
.T.
I.
AC
TIV
ITE
ITA
RB
EID
S-
PLA
ATS
CAT
E-
GO
RIE
PE
RS
O-
NE
EL
IDE
NTI
FIC
ATIE
RIS
ICO
’S
RIS
ICO
-E
VALU
ATIE
PR
EV
EN
TIE
MA
ATR
EG
ELE
NO
PV
OLG
ING
UIT
VO
ER
ING
OP
LEID
ING
/
INS
TRU
CTI
E
Voor
bee
ld ‘
wer
ken
in h
et s
chrij
nwer
kers
atel
ier’
Wer
ken
inhe
t at
elie
r(a
lgem
een)
Ate
lier
Sch
rijn-
wer
ker
Geg
rep
en,
verp
lett
erd
en
gekn
eld
gera
ken
doo
r m
achi
nes
De
hout
bew
erki
ngsm
achi
nes
stab
iel o
pst
elle
n of
in d
egr
ond
ver
anke
ren.
Doo
rgan
g m
inim
um 8
0 cm
bre
ed.
Doo
rgan
gen
niet
ges
igna
leer
d.
Hou
de
omge
ving
van
de
mac
hine
s vr
ij.D
e re
glem
enta
ir ve
rplic
hte
veili
ghei
dsv
oorz
ieni
ngen
aanb
reng
en.
Het
is v
erb
oden
de
bew
egen
de
ond
erd
elen
van
de
mac
hine
s te
rei
nige
n of
te
hers
telle
n zo
nder
dat
de
mac
hine
bev
eilig
d is
teg
en h
erin
scha
kele
n.P
laat
s al
le a
fsch
erm
ing
na h
et o
nder
houd
ter
ug.
Gee
n rin
gen,
ket
tinge
n of
arm
ban
den
dra
gen
tijd
ens
het
wer
k.A
ange
pas
te E
.H.B
.O.-
voor
zien
inge
n.
De
trap
pen
voo
rzie
n va
n le
unin
gen.
Op
slag
pla
atse
n vo
or h
out
die
2 m
eter
bov
en d
e gr
ond
ligge
n en
toe
gank
elijk
zijn
voo
r d
e w
erkn
emer
saf
sche
rmen
met
leun
inge
n.H
ou d
e d
oorg
ange
n vr
ij. V
erw
ijder
reg
elm
atig
hou
tafv
alen
-kr
ulle
n.
Verm
ijd o
psl
ag v
an h
out
of a
fval
in d
e na
bijh
eid
van
war
mte
bro
nnen
en
slijp
mac
hine
s.D
e sl
ijpm
achi
ne o
pst
elle
n op
een
daa
rvoo
r ge
schi
kte
pla
ats.
Roo
kver
bod
.
Zor
g d
at e
r vo
ldoe
nde
en a
ange
pas
te b
lusm
idd
elen
aanw
ezig
zijn
en
zorg
dat
ze
doe
ltref
fend
ges
igna
leer
dzi
jn.
Hou
de
omge
ving
van
de
blu
smid
del
en v
rij.
Per
iod
ieke
con
trol
e el
ektr
isch
e in
stal
latie
en
toes
telle
n.
Noo
dve
rlich
ting.
Reg
iste
r b
ijhou
den
per
iod
ieke
con
trol
es.
Lijs
t va
n ge
vaar
lijke
pro
duc
ten.
Veili
ghei
ds-
en
gezo
ndhe
idss
teek
kaar
ten.
Kaa
rten
med
isch
ond
erzo
ek.
Arb
eid
song
eval
lena
angi
ften
en
-ste
ekka
arte
n.In
die
nsts
telli
ngsv
ersl
agen
en
inst
ruct
ies
mac
hine
s,in
stal
latie
s, …
Leg
geen
ger
eed
scha
p o
f lo
sse
wer
ktui
gen
op d
em
achi
nes.
Geb
ruik
van
vol
gend
e P.
B.M
.’s in
sch
rijnw
erke
rijen
isve
rplic
ht:
- w
erkk
led
ij en
- ve
iligh
eid
ssch
oene
n.In
voo
rkom
end
gev
al:
- ha
ndb
esch
erm
ing,
- ge
zich
tbes
cher
min
g,-
adem
halin
gsb
esch
erm
ing,
- b
ijkom
end
e lic
haam
sbes
cher
min
g
WET
WET
WET
WET
WET
WET
WET
WET
Valle
n en
str
uike
len
Bra
nd
Sp
ecifi
eke
onge
vals
risic
o’s
22
WB
ER
A.
M.
R.T
.U
.V.
E.M
.P.
S.O
.G
.E.
B.O
.T.
I.
AC
TIV
ITE
ITA
RB
EID
S-
PLA
ATS
CAT
E-
GO
RIE
PE
RS
O-
NE
EL
IDE
NTI
FIC
ATIE
RIS
ICO
’S
RIS
ICO
-E
VALU
ATIE
PR
EV
EN
TIE
MA
ATR
EG
ELE
NO
PV
OLG
ING
UIT
VO
ER
ING
OP
LEID
ING
/
INS
TRU
CTI
E
Voor
bee
ld ‘
wer
ken
met
een
pan
eelz
aag’
Wer
ken
met
een
pan
eelc
ir-ke
lzaa
g
Pan
eelc
ir-ke
lzaa
gS
chrij
n-w
erke
rzi
e m
edi-
sche
fiche
Rec
htst
reek
s co
ntac
t m
et z
aag-
bla
d.
Geb
ruik
van
een
juis
t ge
pla
atst
bes
cher
min
gsto
este
l.
Duw
stuk
ken
(die
alti
jd in
het
ber
eik
van
de
wer
knem
erm
oete
n zi
jn) g
ebru
iken
voo
r he
t la
atst
e d
eel v
an h
etza
gen.
Gaa
f ho
ut g
ebru
iken
.
Een
sp
ouw
mes
geb
ruik
en d
at g
oed
afg
este
ld s
taat
op
max
imum
1 c
m v
an d
e za
ag.
Ove
r ee
n ha
ndbo
rste
l bes
chik
ken
om d
e ta
fel t
e re
inig
en.
Het
zaa
gbla
d o
nder
de
tafe
l afs
cher
men
zon
der
het
weg
nem
en v
an d
e sp
aand
ers
te b
elet
ten
(sto
fafz
uigi
ng)
De
gron
d m
oet
vlak
zijn
en
de
toeg
angs
weg
en v
rijge
-m
aakt
De
verli
chtin
g m
oet
vold
oend
e (8
00 lu
x) z
ijn.
Een
bijk
o-m
end
e ve
rlich
ting
van
de
wer
kpos
t vo
orzi
en
Een
sp
ouw
mes
geb
ruik
en m
et e
en d
ikte
die
gel
ijk is
aan
de
bre
edte
van
de
zaag
sned
e m
in 0
,3 m
m
Het
sp
ouw
mes
moe
t in
het
vla
k va
n d
e za
ag k
unne
nb
lijve
n, o
p e
en a
fsta
nd v
an m
axim
um 1
cm
van
dit
laat
ste
en m
oet
zo g
oed
mog
elijk
het
pro
fiel v
an d
eza
ag a
anne
men
.
Sni
jsne
lhei
d g
rote
r d
an 4
0 m
/sec
, zo
nder
het
doo
r d
eco
nstr
ucte
ur a
ange
geve
n m
axim
um t
oere
ntal
te
over
-sc
hrijd
en.
De
vuis
treg
el r
esp
ecte
ren
:+
Chr
oom
-Van
adiu
m:
2/3
van
de
zaag
wor
dt
bed
ekt
doo
r he
t w
erks
tuk.
+H
ard
met
alen
zag
en:
Afs
tand
tus
sen
bove
ndee
l wer
kstu
k en
top
van
zaa
g-bl
ad is
de
leng
te v
an d
e za
agta
nd p
lus
één
cent
imet
er.
Bij
het
wer
ken
met
een
hul
pgel
eide
r. D
e hu
lpge
leid
erno
oit
verd
er in
stel
len
dan
het
mid
delp
unt
van
de z
aaga
s.
De
zage
n sl
ijpen
rek
enin
g ho
uden
d m
et d
e ho
eken
aan
-ge
geve
n d
oor
de
cons
truc
teur
ofw
el t
aak
uitg
even
.
Een
zaa
g ge
bru
iken
die
goe
d e
n d
egel
ijk g
ezet
is.
De
zaag
mac
hine
op
stel
len
zod
at e
en w
egge
slag
en s
tuk
geen
wer
knem
er k
an k
wet
sen.
Ond
erst
euni
ngen
geb
ruik
en
Aan
gep
aste
goe
d s
luite
nde
kled
ij.
Ond
erzi
jde
van
de c
irkel
zaag
moe
t go
ed a
fges
cher
md
zijn
.
Mac
hine
deu
ren
die
bij
open
ing
rech
tstr
eeks
con
tact
geve
n to
t d
e rie
men
moe
ten
bev
eilig
d w
ord
en m
et e
ensl
otve
rgre
ndel
ing.
De
volle
dig
e st
ilsta
nd v
an d
em
achi
ne a
fwac
hten
alv
oren
s d
e d
eure
n te
op
enen
.O
fwel
een
ele
ktris
che
scha
kela
ar v
an h
et p
ositi
eve
typ
evo
orzi
en d
at b
ij op
enin
g d
e m
achi
ne s
tille
gt.
Ond
erho
udsw
erkz
aam
hed
en u
itvoe
ren
met
de
mac
hine
bui
ten
span
ning
.
Teru
gsla
g va
n he
t ho
ut.
Valle
n va
n d
e p
lank
Rec
htst
reek
s co
ntac
t m
et d
eon
der
del
en in
bew
egin
g
23
WB
ER
A.
M.
R.T
.U
.V.
E.M
.P.
S.O
.G
.E.
B.O
.T.
I.
AC
TIV
ITE
ITA
RB
EID
S-
PLA
ATS
CAT
E-
GO
RIE
PE
RS
O-
NE
EL
IDE
NTI
FIC
ATIE
RIS
ICO
’S
RIS
ICO
-E
VALU
ATIE
PR
EV
EN
TIE
MA
ATR
EG
ELE
NO
PV
OLG
ING
UIT
VO
ER
ING
OP
LEID
ING
/
INS
TRU
CTI
E
Wer
ken
met
een
pan
eelc
ir-ke
lzaa
g(v
erlv
olg)
Pan
eel-
cirk
elza
ag(v
ervo
lg)
Sch
rijn-
wer
ker
(ver
volg
)
Het
weg
slin
gere
n va
n d
iver
sevo
orw
erp
enH
et h
out
cont
role
ren
voor
het
zag
en.
Een
sto
fafz
uigi
ng g
ebru
iken
voo
r he
t ho
utst
of e
n d
esp
aand
ers.
Zor
gen
dat
er
vold
oend
e lu
chtd
ebie
t is
aan
de
mon
do-
pen
ing
van
de
stof
afzu
igin
g zo
dat
er
een
goed
e af
zuig
-b
eweg
ing
is.
Bed
ieni
ngss
yste
em b
uite
n d
e ge
vaar
lijke
zon
e
De
max
imal
e za
agsn
elhe
id e
n ro
tatie
snel
heid
van
de
zaag
nie
t ov
ersc
hrijd
en.
Zaa
g re
gelm
atig
slij
pen
.B
esch
adig
de
zage
n ve
rwijd
eren
De
stof
afzu
igin
g ve
rbin
den
via
een
aan
gep
aste
fle
xib
ele
afzu
igle
idin
g.(=
van
het
ant
i-st
atis
che
typ
e of
gea
ard
). G
een
rege
naf-
voer
bui
zen.
Goe
de
uitb
alan
cerin
g va
n d
e d
raai
end
e d
elen
.G
elui
dge
dem
pte
zag
en.
De
mac
hine
op
tril
linga
bso
rber
end
mat
eria
al m
onte
ren.
De
opee
nhop
ing
van
hout
stof
ver
mijd
en d
oor
een
goed
e st
ofaf
zuig
ing
te g
ebru
iken
.D
e st
ofaf
zuig
ing
bou
wen
vol
gens
de
rege
ls v
an g
oed
vakm
ansc
hap
.D
e el
ektr
isch
e to
este
llen
heb
ben
een
min
imum
bes
cher
-m
ings
graa
d v
an IP
44
in m
achi
nale
sch
rijnw
erke
rijen
en
IP 5
5 op
de
pla
atse
n w
aar
fijn
stof
gep
rod
ucee
rd w
ord
t.D
e ve
rlich
tings
arm
atur
en z
ijn e
vene
ens
aang
epas
t(IP
55)
De
stop
cont
acte
n zi
jn IP
44.
De
elek
tris
che
inst
alla
tie b
evei
ligen
met
zek
erin
gen
enau
tom
atis
che
diff
eren
tieel
scha
kela
ar v
an m
axim
um30
0m
A.
Vold
oend
e en
gem
akke
lijk
ber
eikb
are
blu
smid
del
en(s
chui
mb
luss
er o
f C
O2-
blu
sser
)
Een
goe
de
stof
afzu
igin
gE
en g
oed
e lic
haam
shyg
iëne
, ha
nden
was
sen
voor
het
eten
.
Sch
akel
aar
bes
cher
men
teg
en o
ngew
ilde
insc
hake
ling
-ge
bru
ik m
aken
van
een
con
tact
doo
s m
et ‘
verz
onke
nst
artk
nop
pen
’ en
met
voo
ruits
prin
gend
e ‘s
top
knop
’-
vleu
gels
chak
elaa
rs b
esch
erm
en m
et k
apje
erb
oven
.E
en g
emak
kelij
k b
erei
kbar
e p
laat
s ki
ezen
voo
r he
t p
osi-
tione
ren
van
de
scha
kela
ar.
Het
voo
rzie
n va
n ee
n el
ektr
omag
netis
che
cont
acto
r (b
v.m
inim
umsp
anni
ngss
chak
elaa
r)M
ogel
ijk a
anp
assi
ng s
chak
elaa
r no
odza
kelij
k
Cirk
elza
ag m
et r
emm
otor
geb
ruik
en.
Bes
cher
mka
pst
eed
s na
ar b
ened
en la
ten
over
het
zaa
gbla
d.
Noo
dst
opin
richt
ing
geko
pp
eld
aan
afg
erem
de
mot
or(m
echa
nisc
h of
ele
ktris
ch)
De
elek
tris
che
inst
alla
tie in
ove
reen
stem
min
g m
et d
eel
ektr
isch
e vo
orsc
hrift
en.
Aar
din
g va
n d
e m
achi
ne.
Net
is b
evei
ligd
doo
r ee
n d
iffer
entie
elsc
hake
laar
.
Sch
adel
ijkhe
id
Uite
ensp
ringe
n va
n he
t ge
reed
-sc
hap
Law
aai e
n tr
illin
gen
Bra
nd e
n on
tplo
ffing
Het
ong
ewild
in g
ang
schi
eten
van
de
mac
hine
Sch
akel
aar
bes
cher
men
teg
enon
gew
ilde
insc
hake
ling.
Con
tact
met
de
zaag
doo
r st
ro-
bos
cop
isch
effe
ct.
Noo
dsi
tuat
ie
Ele
ktro
cutie
Verantwoordelijke uitgever: C. HEYRMAN, St. Jansstraat 4 — 1000 BRUSSEL - Inschrijvingsnummer bij de Koninklijke Bibliotheek (wettelijk depot) 2515
Overname toegestaan mits toelating van het N.A.V.B.
Deze bundels worden in het Frans gepubliceerd onder de titel «NOTES DE SECURITE CONSTRUCTION»
De raadgevingen gepubliceerd door het N.A.V.B. binden enkel het Actiecomité rekening houdend met de huidige stand van de wetgeving en de tech-niek, en onttrekken de lezer niet aan de verplichting om informatie in te winnen en de geldende wetgeving na te leven.
• Verschijnt 4 maal per jaar.
• Wordt in bijlage bij Veilig Bouwen automatisch verstuurd aan alle bouwondernemingen.
• De syndicaal afgevaardigden van de bouwondernemingen krijgen rechtstreeks één exemplaar toegestuurd in bijlage bij Veilig Bouwen.
• Individuele bouwvakkers kunnen een gratis exemplaar aanvragen via hun syndicale organisatie en dit zolang de voorraad strekt.
• Bijkomende bestellingen = 100 F (bouwsector) en 150 F (andere sectoren).
BIBLIOGRAFIE
Praktijkboek Dienst V.G.V.Kluwer Editorial, Kouterveld 14 - 1831 Diegem
PreventActuaPrevent, Gachard straat 88 - 1050 Brussel
ArbeidsveiligheidKluwer Editorial, Kouterveld 14 - 1831 Diegem.
Safety DataKluwer Editorial, Kouterveld 14 - 1831 Diegem.