16
5 - 1626/1 5 - 1626/1 SÉNAT DE BELGIQUE SESSION DE 2011-2012 22 MAI 2012 Proposition de loi visant à favoriser le développement de groupements d'employeurs (Déposée par Mme Cécile Thibaut et consorts) DÉVELOPPEMENTS 1. Cadre général Depuis une vingtaine d'années, la qualité des emplois offerts en Belgique a tendance à se détériorer. Les contrats sont de plus en plus précaires et flexibles. Le travail à temps partiel, par exemple, a connu une ascension fulgurante; il atteint aujourd'hui près de 30 % de l'emploi total. Ce type de travail touche davantage les femmes (il concerne 42 % des travail- leuses contre 11 % des travailleurs masculins) et est souvent contraint. De même, le recours aux contrats à durée déterminée (12 % des contrats) ou aux contrats intérimaires (plus de 90 000 personnes tous les jours travaillent sous ce statut) est de plus en plus fréquent. Parallèlement à ce phénomène de précarisation de l'emploi, certaines entreprises ont de plus en plus de difficultés à recruter les travailleurs dont elles ont besoin, au moment où le travail doit être accompli. Les plus petites d'entre elles, notamment les PME dont les activités ne sont pas délocalisables, ne disposent pas des moyens suffisants pour engager (ou du moins hésitent à le faire) le personnel utile pour assurer certaines missions comme des fonctions de support (secrétariat, comptabilité, graphisme, gestion de site web, support logistiques) ou en réponse à des besoins ponctuels. Et pourtant, se lancer dans cette aventure peut constituer une étape importante dans la vie et dans le BELGISCHE SENAAT ZITTING 2011-2012 22 MEI 2012 Wetsvoorstel tot bevordering van de oprichting van werkgeversgroeperin- gen (Ingediend door mevrouw Cécile Thibaut c.s.) TOELICHTING 1. Situatieschets De voorbije twintig jaar lijkt de kwaliteit van de jobs in België er alleen maar op achteruit te gaan. De werkgevers bieden arbeidsovereenkomsten aan die steeds vaker precair zijn en ze eisen steeds meer flexibiliteit; deeltijdwerk bijvoorbeeld heeft een steile opmars gekend en is momenteel goed voor haast 30 % van alle arbeidsovereenkomsten. Vooral vrouwen doen aan deeltijdwerk (42 % van de werkende vrouwen, tegenover 11 % van de werkende mannen doen aan deeltijdwerk), vaak noodgedwongen. Ook het aantal arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur (12 % van alle arbeidsovereenkomsten) en het aantal uitzendar- beidsovereenkomsten (dagelijks zijn meer dan 90 000 uitzendkrachten aan het werk) nemen gestaag toe. Terwijl de arbeidsovereenkomsten precair worden, vinden sommige ondernemingen almaar moeilijker de juiste mensen in de periodes dat zij het hardst nodig zijn. De kleinere ondernemingen, met name de kmo's waarvan de activiteiten niet kunnen worden verhuisd, beschikken over onvoldoende middelen (of aarzelen in elk geval) om de nodige mensen aan te trekken voor bepaalde taken, zoals voor ondersteunende functies (secretariaat, boekhouding, grafisch ontwerp, website- beheer, logistieke ondersteuning), of om specifieke noden op te vangen. Nochtans kan de onderneming die het erop waagt, een belangrijke stap zetten in het bestaan van de firma

S‰NAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT

  • Upload
    others

  • View
    9

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: S‰NAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT

5 - 1626/1 5 - 1626/1

SÉNAT DE BELGIQUE

SESSION DE 2011-2012

22 MAI 2012

Proposition de loi visant à favoriser ledéveloppement de groupementsd'employeurs

(Déposée par Mme Cécile Thibaut et consorts)

DÉVELOPPEMENTS

1. Cadre général

Depuis une vingtaine d'années, la qualité desemplois offerts en Belgique a tendance à se détériorer.Les contrats sont de plus en plus précaires et flexibles.Le travail à temps partiel, par exemple, a connu uneascension fulgurante; il atteint aujourd'hui près de30% de l'emploi total. Ce type de travail touchedavantage les femmes (il concerne 42% des travail-leuses contre 11% des travailleurs masculins) et estsouvent contraint. De même, le recours aux contrats àdurée déterminée (12% des contrats) ou aux contratsintérimaires (plus de 90 000 personnes tous les jourstravaillent sous ce statut) est de plus en plus fréquent.

Parallèlement à ce phénomène de précarisation del'emploi, certaines entreprises ont de plus en plus dedifficultés à recruter les travailleurs dont elles ontbesoin, au moment où le travail doit être accompli.

Les plus petites d'entre elles, notamment les PMEdont les activités ne sont pas délocalisables, nedisposent pas des moyens suffisants pour engager(ou du moins hésitent à le faire) le personnel utile pourassurer certaines missions comme des fonctions desupport (secrétariat, comptabilité, graphisme, gestionde site web, support logistiques) ou en réponse à desbesoins ponctuels.

Et pourtant, se lancer dans cette aventure peutconstituer une étape importante dans la vie et dans le

BELGISCHE SENAAT

ZITTING 2011-2012

22 MEI 2012

Wetsvoorstel tot bevordering van deoprichting van werkgeversgroeperin-gen

(Ingediend door mevrouw Cécile Thibaut c.s.)

TOELICHTING

1. Situatieschets

De voorbije twintig jaar lijkt de kwaliteit van dejobs in België er alleen maar op achteruit te gaan. Dewerkgevers bieden arbeidsovereenkomsten aan diesteeds vaker precair zijn en ze eisen steeds meerflexibiliteit; deeltijdwerk bijvoorbeeld heeft een steileopmars gekend en is momenteel goed voor haast 30%van alle arbeidsovereenkomsten. Vooral vrouwen doenaan deeltijdwerk (42% van de werkende vrouwen,tegenover 11% van de werkende mannen doen aandeeltijdwerk), vaak noodgedwongen. Ook het aantalarbeidsovereenkomsten van bepaalde duur (12% vanalle arbeidsovereenkomsten) en het aantal uitzendar-beidsovereenkomsten (dagelijks zijn meer dan 90 000uitzendkrachten aan het werk) nemen gestaag toe.

Terwijl de arbeidsovereenkomsten precair worden,vinden sommige ondernemingen almaar moeilijker dejuiste mensen in de periodes dat zij het hardst nodigzijn.

De kleinere ondernemingen, met name de kmo'swaarvan de activiteiten niet kunnen worden verhuisd,beschikken over onvoldoende middelen (of aarzelen inelk geval) om de nodige mensen aan te trekken voorbepaalde taken, zoals voor ondersteunende functies(secretariaat, boekhouding, grafisch ontwerp, website-beheer, logistieke ondersteuning), of om specifiekenoden op te vangen.

Nochtans kan de onderneming die het erop waagt,een belangrijke stap zetten in het bestaan van de firma

Page 2: S‰NAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT

5-1626/1 - 2011/2012 ( 2 )

renforcement de l'activité de l'entreprise. Face à cesconstats, le groupement d'employeurs constitue uneopportunité intéressante et innovante de mutualisationdes besoins et des moyens et, ainsi, de « rerégulation »de l'emploi.

L'objectif de ces groupements est de mutualiserl'emploi entre plusieurs employeurs et de répondre auxbesoins de chacun des employeurs, membre dugroupe. Dans le cadre d'un tel groupement, letravailleur, bien que prestant dans plusieurs entrepri-ses, conclut un seul contrat avec le groupementd'employeurs, qui constitue dès lors, sur le plan légal,son employeur unique.

C'est le chapitre XI de la loi du 12 août 2000 portantdes dispositions sociales, budgétaires et diverses,comprenant les articles 186 à 195, qui a introduit ceconcept de « groupement d'employeurs » dans le droitdu travail belge.

Selon cette loi, le groupement d'employeurs est« une entreprise (prenant la forme juridique degroupement d'intérêt économique), fondée par d'autresentreprises en vue de se partager le temps de travail desalariés mis à leur disposition afin d'absorber unsurplus de travail ou de couvrir des besoins pointus ».

Vu les caractéristiques évoquées ci-dessus, legroupement d'employeurs se distingue de la sous-traitance.

Par ailleurs, le groupement d'employeurs se diffé-rencie de l'intérim en ne poursuivant pas de but lucratifet en octroyant aux travailleurs engagés un contrat àdurée indéterminée.

2. Avantages du groupement d'employeurs

Le groupement d'employeurs présente une séried'avantages, tant pour les entreprises (essentiellementpour les petites et moyennes entreprises) que pour lestravailleurs.

2.1. Avantages pour les entreprises

Le groupement d'employeurs :

1. permet aux entreprises qui n'en ont pas totale-ment les moyens d'engager un ou des salarié(s)supplémentaire(s) dans le cadre de missions spécifi-ques ou pour des périodes spécifiques (notamment letravail saisonnier);

en aldus de bedrijfsactiviteit versterken. In dat opzichtbiedt de werkgeversgroepering een interessante enoriginele kans om samen de behoeften aan te pakkenen samen middelen in te zetten, en de banen aldus te« herreguleren ».

De werkgeversgroeperingen hebben tot doel debeschikbare mankracht over verscheidene werkgeverste spreiden en tegemoet te komen aan de behoeftenvan alle ondernemingen die deel uitmaken van eendergelijke groepering. Bij een werkgeversgroeperingwerkt de werknemer weliswaar voor verscheideneondernemingen, maar hij heeft alleen een arbeids-overeenkomst met die groepering, die wettelijk zijnenige werkgever is.

Het begrip «werkgeversgroepering » werd in hetBelgische arbeidsrecht ingesteld bij de wet van12 augustus 2000 houdende sociale, budgettaire enandere bepalingen (zie hoofdstuk XI, artikelen 186 tot195).

Met name het Centre de ressources des groupe-ments d'employeurs (CRGE) definieert de werkgevers-groepering als een onderneming (in de rechtsvorm vaneen economisch samenwerkingsverband) die doorandere ondernemingen wordt opgericht om de arbeids-tijd van hun werknemers te kunnen delen, om achter-stand bij het werk in te halen of om bepaaldespecifieke behoeften op te vangen.

Door die kenmerken onderscheidt de werkgevers-groepering zich dus van de ondernemingen die eenberoep doen op onderaanneming.

Voorts is een werkgeversgroepering ook niet het-zelfde als een onderneming die een beroep doet opuitzendarbeid, aangezien zij geen winstoogmerk heeften de werknemers met een arbeidsovereenkomst vanonbepaalde duur aan de slag zijn.

2. Voordelen van de werkgeversgroepering

De werkgeversgroepering biedt een aantal voor-delen, zowel voor de ondernemingen (met name dekleine en middelgrote ondernemingen) als voor dewerknemers.

2.1. Voordelen voor de ondernemingen

Dankzij de werkgeversgroepering kunnen de on-dernemingen :

1. die anders helemaal niet over de middelendaartoe beschikken, één of meer extra mensen indienst nemen voor welbepaalde taken of voor wel-bepaalde periodes (met name seizoensarbeid);

Page 3: S‰NAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT

( 3 ) 5-1626/1 - 2011/2012

2. permet aux entreprises de se partager lescompétences de travailleurs spécialisés qu'elles n'au-raient pu engager seules;

3. permet aux entreprises de fidéliser et de formercertains salariés qu'elles n'auraient pas pu engager ouconserver à leur service si elles étaient seules;

4. permet aux entreprises de contribuer à l'insertionde travailleurs de leur environnement proche dans lecadre de véritables contrats de travail, à duréeindéterminée;

5. permet aux entreprises de renforcer un ancrageterritorial local fort, qui améliore le climat social, tantinterne qu'externe;

6. permet aux entreprises de réduire leurs tâchesadministratives et de faciliter la gestion des ressourceshumaines (c'est en effet le groupement qui élabore lesprogrammes d'évolution, la formation professionnelleet la gestion de carrière des salariés);

7. permet aux entreprises de s'insérer dans unréseau d'entreprises proches;

8. peut aider les entreprises à faire face à despointes d'activité soudaines et passagères, par exemplesuite à de fortes commandes;

9. peut favoriser le remplacement de salariésabsents (malades, en formation, ...).

2.2. Avantages pour les salariés

Le groupement d'employeurs permet aux travail-leurs :

1. d'améliorer leurs conditions d'emploi en bénéfi-ciant de contrats à durée indéterminée, plutôt que decontrats d'intérim précaires;

2. d'améliorer leurs conditions de travail, en signantun contrat avec un interlocuteur plus solide, capablede leur offrir une plus grande sécurité et qualitéd'emploi;

3. de se confronter à la réalité du monde du travailet d'améliorer leurs compétences (en développant leurpolyvalence, de nouvelles compétences, leur capacitéd'adaptation, en augmentant les possibilités de forma-tion qui leur sont offertes, ...);

4. de prester pour une diversité d'activités etd'employeurs (taille, type, secteur, etc.), et donc devarier leur travail, ce qui évite la routine et renforceleurs réseaux professionnels.

Aux yeux des rédacteurs de cette proposition de loi,le groupement d'employeurs constitue un excellent

2. gezamenlijk gebruik maken van de knowhowvan gespecialiseerde werknemers, die zij in hun eentjeniet in dienst hadden kunnen nemen;

3. bepaalde werknemers aan zich binden en voortopleiden, terwijl zij in hun eentje die mensen niet indienst hadden kunnen nemen of houden;

4. ertoe bijdragen dat mensen uit de nabije om-geving de weg naar de arbeidsmarkt vinden, met eenvolwaardige arbeidsovereenkomst voor onbepaaldeduur;

5. zich lokaal sterk verankeren, wat zowel hetinterne als externe sociaal klimaat ten goede komt;

6. hun administratieve taken beperken en het HR-beheer stroomlijnen (de werkgeversgroepering zorgtimmers voor de loopbaanontwikkelingsprogramma's,het opleidingsaanbod en het loopbaanbeheer);

7. deel uitmaken van een lokaal ondernemingsnet-werk;

8. periodes van plotse en tijdelijke drukte opvan-gen, bijvoorbeeld wanneer grote orders moeten wor-den verwerkt;

9. de afwezigheid van werknemers (door ziekte,opleiding, enz.) makkelijker opvangen.

2.2. Voordelen voor de werknemers

Dankzij de werkgeversgroepering kunnen de werk-nemers :

1. betere arbeidsvoorwaarden genieten doordat zijniet langer met een precaire uitzendarbeidsovereen-komst aan de slag zijn, maar met een arbeidsovereen-komst van onbepaalde duur;

2. betere arbeidsvoorwaarden genieten doordat zijeen arbeidsovereenkomst sluiten met een meer solidepartij, die hen meer zekerheid en een betere arbeids-kwaliteit kan bieden;

3. een beter zicht krijgen op de realiteit van dearbeidsmarkt en hun vaardigheden aanscherpen (zeworden polyvalenter, ze leren nieuwe vaardighedenaan, ze vergroten hun aanpassingsvermogen, ze makengebruik van de geboden opleidingskansen, enz.);

4. diverse taken verrichten voor de meest uiteen-lopende werkgevers (qua bedrijfsgrootte, functie,sector, enz.) en aldus voor variatie in hun werkzorgen, wat routine voorkomt en hun netwerk vanzakelijke contacten vergroot.

De werkgeversgroepering is volgens de indienersvan dit wetsvoorstel een uitstekend middel om de

Page 4: S‰NAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT

5-1626/1 - 2011/2012 ( 4 )

moyen de développer l'emploi local et régional, entransformant des besoins ponctuels et/ou épars envéritables contrats de travail.

Contrairement à l'intérim, le concept du groupementd'employeurs est « gagnant-gagnant ». Le groupementd'employeurs permet à l'entreprise d'améliorer sonfonctionnement, offre une stabilité d'emploi auxtravailleurs mutualisés et soutient les politiques pu-bliques d'emploi. Les groupements d'employeurs pro-posent donc une nouvelle forme d'organisation dutravail, collective et solidaire, apte à réconcilier, d'unepart, les besoins ponctuels de compétences nécessairesau développement des entreprises et, d'autre part, lastabilité de l'emploi et l'évolution professionnelle dessalariés.

Or, malgré ces multiples avantages, les groupe-ments d'employeurs, tels que définis, pour l'essentiel,par le chapitre précité de la loi du 12 août 2000, nerencontrent qu'un succès mitigé en Belgique, contrai-rement à d'autres pays, dont la France (où les groupesd'employeurs ont permis de créer 35 000 emplois). Encause notamment, une série de contraintes juridiques,que cette proposition de loi souhaite lever, maiségalement un manque de volontarisme et de soutien dela part des pouvoirs publics.

La loi permettant la mise en place de groupementsd'employeurs n'a pas encore donné toute sa mesure. Ilconvient, par les présentes modifications, de luipermettre d'exprimer tout son potentiel.

3. Objectifs de la proposition de loi

3.1. Élargir de deux manières le public de travailleursque peuvent engager les groupements d'employeurs

3.1.1. Concernant la limite relative aux demandeursd'emplois inoccupés de longue durée

Actuellement, la législation limite la possibilitéd'engagement au sein des groupements aux deman-deurs d'emploi inoccupés de longue durée, bénéficiai-res du minimum de moyens d'existence ou bénéficiai-res de l'aide sociale financière.

La présente proposition de loi vise à permettre auxgroupements d'employeurs d'engager tout type detravailleurs car, au-delà de l'importance de l'accès desplus fragiles à l'emploi, il n'existe pas de réelle raisonde limiter l'application de ce système à ceux-ci,puisque les entreprises sont parfois à la recherche deprofils pointus.

lokale en regionale werkgelegenheid te ontwikkelen,door voor specifieke en/of sporadische noden tot echtearbeidsovereenkomsten te komen.

In tegenstelling tot de uitzendarbeid is de werk-geversgroepering een «win-winconcept ». Een derge-lijke groepering biedt de afzonderlijke ondernemingde mogelijkheid haar werking te verbeteren, zorgtvoor vastheid van betrekking voor de in poolsverenigde werknemers en steunt het werkgelegen-heidsbeleid van de overheid. Met de werkgevers-groeperingen ontstaat dus een nieuwe vorm vanarbeidsorganisatie, die collectief en solidair is. Ookkunnen de specifieke behoeften inzake bekwaam-heden die voor de ontwikkeling van de ondernemin-gen zijn vereist, sporen met vastere banen en met deberoepsevolutie van de werknemers.

Ondanks die talrijke voordelen kennen de werk-geversgroeperingen, zoals ze voornamelijk inhoofdstuk XI van de voormelde wet van 12 augustus2000 worden omschreven, maar een matig succes inBelgië; dat ligt elders anders, bijvoorbeeld in Frank-rijk, waar de werkgeversgroeperingen hebben geleidtot 35 000 nieuwe banen. Er zijn diverse oorzakenvoor dat geringe succes, onder meer een aantaljuridische verplichtingen (waaraan dit wetsvoorsteleen einde beoogt te maken), maar ook een gebrek aanvoluntarisme en aan steun vanwege de overheid.

De wet die de totstandkoming van werkgevers-groeperingen mogelijk maakt, heeft nog geen volleuitwerking gekregen. Bedoeling van de in dit wets-voorstel opgenomen wijzigingen is dat alle in die wetvervatte mogelijkheden kunnen worden benut.

3. Doelstellingen van het wetsvoorstel

3.1. De categorieën mensen die een werkgeversgroe-pering in dienst mag nemen, op twee manierenverruimen

3.1.1. De beperking inzake de langdurig niet-wer-kende werkzoekenden

De huidige wetgeving beperkt de mogelijkheidinzake indienstneming door een werkgeversgroepe-ring tot de langdurig niet-werkende werkzoekenden,die het bestaansminimum of financiële maatschappe-lijke hulp krijgen.

Dit wetsvoorstel beoogt de werkgeversgroeperingentoe te staan alle werkzoekenden in dienst te nemen.Doordat de ondernemingen soms op zoek zijn naarwelbepaalde profielen bestaat er, naast het belang vande toegang van de zwaksten tot de arbeidsmarkt, geenechte reden om de toepassing van die regeling tot hente beperken.

Page 5: S‰NAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT

( 5 ) 5-1626/1 - 2011/2012

S'ils font néanmoins le choix d'engager des travail-leurs inoccupés de longue durée, les groupementsd'employeurs restent, bien évidemment, éligibles auxaides à l'emploi ciblées sur les plus fragiles desdemandeurs d'emploi.

Cet élargissement du public cible est accompagné,dans le cadre de la présente proposition de loi, par lasuppression des dérogations existantes aujourd'hui auniveau du délai de préavis en cas de départ volontairedu travailleur. La durée de préavis du travailleur quimet fin à son contrat de travail passe dès lors desept jours à celle prévue par les dispositions envigueur pour tous les travailleurs, telles que préciséesdans la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats detravail. Il apparaît en effet normal aux auteurs, dès lorsque la présente proposition de loi vise à élargir lepublic cible et à pérenniser l'emploi dans le cadre desgroupements d'employeurs, de fixer un délai depréavis suffisant pour permettre aux entreprisesconcernées de s'adapter à l'éventuelle décision d'untravailleur de quitter le groupement.

3.1.2. Concernant la limite relative aux types decontrats proposés

En vertu de la législation actuelle, le groupementd'employeurs ne peut engager de travailleurs que dansle cadre de contrats à temps plein. Or, cette obligationn'est pas toujours en adéquation avec les besoins desmembres du groupement et/ou avec les souhaits destravailleurs. D'une part, parce que les entreprises,membres du groupement, n'ont pas toujours besoin,ensemble, d'un travailleur à temps plein (pensons, parexemple, à quelques très petites entreprises (TPE) quise réunissent au sein d'un groupement pour engager uncomptable). Et, d'autre part, parce que tous lestravailleurs ne souhaitent pas, ou ne peuvent pas,travailler à temps plein. Dans ce cadre, la présenteproposition de loi vise à permettre aux groupementsd'employeurs d'engager des travailleurs à tempspartiel, pour peu que le contrat concerné corresponde,au moins, à un engament à mi-temps.

3.1.3. Nécessité de poser des limites

Pour éviter d'éventuels abus, et afin d'assurer unebonne qualité d'emploi, cet élargissement du public detravailleurs et cet assouplissement des conditionscontractuelles s'accompagnent de balises.

Als een werkgeversgroepering er niettemin vooropteert langdurig niet-werkende werkzoekenden indienst te nemen, blijft die groepering uiteraard inaanmerking komen voor de op de zwakste werk-zoekenden toegespitste werkgelegenheidsbevorde-rende maatregelen.

Die verruiming van de doelgroep gaat in ditwetsvoorstel gepaard met de afschaffing van de thansbestaande afwijkingen inzake opzegtermijn in gevalvan vrijwillig vertrek van de werknemer. In plaats vaneen termijn van zeven dagen geldt bijgevolg alsopzegtermijn voor de werknemer die een einde maaktaan zijn arbeidsovereenkomst, de duur waarin wordtvoorzien door de in de wet van 3 juli 1978 betreffendede arbeidsovereenkomsten vervatte bepalingen, die opalle werknemers van toepassing zijn. Doordat ditwetsvoorstel beoogt de doelgroep te verruimen en dewerkgelegenheid duurzaam te maken in het kader vande werkgeversgroeperingen, achten de indieners hetdan ook normaal dat een opzegtermijn wordt bepaalddie lang genoeg is om de betrokken ondernemingen demogelijkheid te bieden zich aan te passen aan deeventuele beslissing van een werknemer de groeperingte verlaten.

3.1.2. De beperking inzake de soorten van voorge-stelde overeenkomsten

Krachtens de vigerende wetgeving mag een werk-geversgroepering louter met voltijdse arbeidsovereen-komsten mensen in dienst nemen. Die verplichtingstrookt echter niet altijd met de behoeften van de ledenvan de groepering en/of met de wensen van dewerknemers : de ondernemingen die lid zijn van degroepering hebben immers niet altijd samen nood aaneen voltijdwerker (zo kunnen enkele zeer kleineondernemingen (zko) zich in een groepering verenigenom bijvoorbeeld één boekhouder in dienst te nemen),en voorts kunnen of willen niet alle werknemersvoltijds werken. Dit wetsvoorstel beoogt in dat kaderde werkgeversgroeperingen toe te staan mensen deel-tijds in dienst te nemen, op voorwaarde dat debetrokken arbeidsovereenkomsten op zijn minst half-tijdse indienstnemingen betreffen.

3.1.3. De noodzaak beperkingen op te leggen

Om eventuele misbruiken te voorkomen en om voorkwalitatief goede banen te zorgen, gaan de voormeldeverruiming van de potentiële werknemers en versoe-peling van de contractuele voorwaarden gepaard meteen aantal beperkingen.

Page 6: S‰NAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT

5-1626/1 - 2011/2012 ( 6 )

A. Règles de priorité

La présente proposition de loi prévoit une règle depriorité à l'égard des travailleurs du groupement nedisposant pas d'un contrat à temps plein, en vue del'accroissement de leur temps de travail, lorsqu'il y ades possibilités d'engagement dans le groupementd'employeurs.

B. Renforcement du dialogue social

Le développement de groupements d'employeurs,tel que visé par la présente proposition de loi, estsusceptible de susciter des questions ou de créercertaines difficultés en matière de représentation destravailleurs et de dialogue social. Par exemple,l'entreprise, membre du groupement, pourrait refuserd'engager certains travailleurs, et ce dans le but derester en dessous du seuil de représentativité etd'éviter, de ce fait, la présence syndicale en son sein.De même, l'organisation des groupements d'employ-eurs pourrait entraîner des difficultés de représentationdu personnel, puisque celui-ci est éclaté sur plusieurssites, alors que le caractère itinérant du travail mériteune attention spécifique. La présente proposition de loiprévoit donc que les travailleurs engagés par ungroupement d'employeurs, effectuant des prestationsau sein d'une entreprise dudit groupement, serontcomptabilisés dans le cadre des calculs déterminantl'existence, ou non, et la composition, d'une délégationsyndicale, d'un conseil d'entreprise et d'un comité pourla prévention et la protection au travail au sein del'entreprise visée.

C. Égalité salariale entre les travailleurs du groupe-ment et ceux des entreprises membres de ce groupe-ment

Il est important de prévoir des règles visant à ce queles travailleurs du groupement d'employeurs ne puis-sent être discriminés, au niveau des rémunérations,vis-à-vis des travailleurs des entreprises membres dugroupement. La présente proposition de loi instaure leprincipe « à fonction égale, rémunération égale »,d'une part, via la mise en place d'un rapport comparantla structure de rémunération des travailleurs dugroupement par rapport à la structure de rémunérationdes travailleurs des entreprises membres du groupe-ment et, d'autre part, via l'instauration d'une procédurepermettant aux représentants des travailleurs de saisirle ministre de l'Emploi en cas de discriminations auniveau des rémunérations. Ce dernier a alors lapossibilité d'intervenir et, le cas échéant, de mettrefin à l'agrément du groupement.

A. Voorrangsregels

Dit wetsvoorstel voorziet in een voorrangsregelvoor de werknemers van de werkgeversgroepering dieniet over een voltijdse arbeidsovereenkomst beschik-ken. Het is de bedoeling hun arbeidsduur te verlengenals binnen die groepering mogelijkheden bestaan ommensen in dienst te nemen.

B. Versterking van de sociale dialoog

De ontwikkeling van de werkgeversgroeperingzoals die in dit wetsvoorstel is bedoeld, kan vragendoen rijzen of bepaalde moeilijkheden veroorzakeninzake vertegenwoordiging van de werknemers eninzake sociale dialoog : zo zou een onderneming dietot een groepering behoort, kunnen weigeren bepaaldemensen in dienst te nemen, om onder de representa-tiviteitsdrempel te blijven en op die manier deaanwezigheid van vakbonden binnen de ondernemingte voorkomen. De werkorganisatie van de werkgevers-groepering zou ook kunnen leiden tot moeilijkhedenin verband met de vertegenwoordiging van hetpersoneel, omdat dit over meerdere plaatsen verspreidis. De ambulante aard van de arbeid verdient nochtansbijzondere aandacht. Dit wetsvoorstel bepaalt dus datde door een werkgeversgroepering in dienst genomenwerknemers die in een van de ondernemingen van diegroepering prestaties verrichten, worden meegenomenin de berekeningen op grond waarvan wordt bepaaldof er binnen de betrokken onderneming al dan niet eenvakbondsafvaardiging moet bestaan en hoe die moetsamengesteld zijn, en of er een ondernemingsraad eneen comité voor preventie en bescherming op het werkmoeten bestaan.

C. Loongelijkheid tussen de werknemers van dewerkgeversgroepering en de werknemers van deondernemingen die lid zijn van die groepering

Het is belangrijk te voorzien in regels die ervoorzorgen dat de werknemers van de werkgeversgroepe-ring qua bezoldiging niet worden gediscrimineerd tenaanzien van de werknemers van de ondernemingen dietot de groepering behoren. Dit wetsvoorstel stelt hetbeginsel « gelijk loon voor gelijke functie » in,enerzijds via de uitwerking van een rapport waarinde bezoldigingsstructuur van de werknemers van degroepering wordt vergeleken met die van de werk-nemers van de ondernemingen die lid zijn van degroepering, en anderzijds door de invoering van eenprocedure die de vertegenwoordigers van de werk-nemers de mogelijkheid biedt zich in geval vandiscriminaties inzake bezoldiging, tot de ministervan Werk te wenden. Die minister heeft dan demogelijkheid om in te grijpen en, in voorkomendgeval, de erkenning van de groepering op te heffen.

Page 7: S‰NAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT

( 7 ) 5-1626/1 - 2011/2012

D. Procédure d'agrément des groupements d'em-ployeurs

Il existe, certes, déjà aujourd'hui, une procédured'accréditation des groupements d'employeurs. Lesauteurs souhaitent cependant renforcer cette procé-dure, sur le modèle de celle existant dans le cadre dusystème des titres-service, associant les partenairessociaux.

Cette procédure d'agrément doit permettre un plusgrand contrôle, et une plus grande sélectivité à l'entréedans le système, afin de détecter et de combattre lesabus du système, par exemple à des fins de fraudesociale. Il est donc important de pouvoir exclurecertaines entreprises, peu respectueuses du droitsocial, de la possibilité d'avoir accès à ce mécanisme.

3.2. Facilités en matière de TVA et soutien financier,en instituant des organismes les accompagnant et enfavorisant leur existence à long terme

3.2.1. Principe

Mettre en place un groupement d'employeursengendre dans le chef des employeurs une certainecomplexité administrative ainsi que des frais supplé-mentaires. Dès lors que ces formules servent lapolitique de l'emploi et contribuent à la créationd'emploi, il convient de les soutenir par des incitants,des facilités particulières et en mettant l'accent sur desmesures assurant leur survie à long terme.

3.2.2. Mesures proposées

La présente proposition de loi prévoit dès lors, outreles aides à l'emploi déjà existantes, les mesurescomplémentaires suivantes.

A. L'amélioration des règles applicables en matièrede TVA

Actuellement, au niveau fiscal, les groupementsd'employeurs peuvent être exemptés de la TVA souscertaines conditions. L'une de ces conditions est queles membres doivent exercer le même type d'activité.Or, dans la pratique, vu les objectifs des groupementsd'employeurs, cette condition s'avère souvent unobstacle majeur et peu justifié. Par ailleurs, cettecondition n'est pas nécessaire au vu de la législationeuropéenne en matière de TVA. La présente proposi-tion de loi vise donc à supprimer cette condition.

D. Erkenningsprocedure voor groeperingen vanwerkgevers

Voor de werkgeversgroeperingen bestaat thans wel-iswaar al een erkenningsprocedure. De indienerswensen die procedure echter te versterken naar hetvoorbeeld van die welke in het kader van dedienstenchequeregeling bestaat, en tegelijkertijd desociale partners erbij te betrekken.

Die erkenningsprocedure moet een striktere con-trole en een grotere selectiviteit bij de toegang tot deregeling mogelijk maken, teneinde de misbruiken(bijvoorbeeld met het oog op sociale fraude) van deregeling op te sporen en tegen te gaan. Het is dusbelangrijk sommige ondernemingen die zich weinigaan het sociaal recht gelegen laten, de toegang tot dieregeling te kunnen ontzeggen.

3.2. Voorzieningen inzake btw en financiële steun,door instanties in te stellen die hen begeleiden en hunbestaan op lange termijn ondersteunen

3.2.1. Beginsel

Een groepering van werkgevers oprichten, veroor-zaakt voor de werkgevers enige administratieve com-plexiteit en bijkomende kosten. Aangezien die formu-les het werkgelegenheidsbeleid dienen en tot debanencreatie bijdragen, moeten die worden onder-steund met stimuli en bijzondere voorzieningen endoor de klemtoon te leggen op maatregelen die hetvoortbestaan ervan op lange termijn waarborgen.

3.2.2. Voorgestelde maatregelen

Dit wetsvoorstel voorziet dan ook, naast de albestaande werkgelegenheidsondersteunende voorzie-ningen, in de volgende extra maatregelen.

A. Verbetering van de toepasselijke btw-regels

Momenteel kunnen de werkgeversgroeperingenonder bepaalde voorwaarden worden vrijgesteld vande btw. Een van die voorwaarden is dat de ledenhetzelfde soort activiteit moeten uitoefenen. Gelet opde bedoeling van de werkgeversgroeperingen blijktdie voorwaarde in de praktijk echter vaak een grote enniet echt verantwoorde hindernis. Bovendien is dievoorwaarde niet vereist in het licht van de EU-wetgeving inzake btw. Dit wetsvoorstel strekt er dustoe die voorwaarde af te schaffen.

Page 8: S‰NAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT

5-1626/1 - 2011/2012 ( 8 )

B. Aide forfaitaire

L'attribution d'une aide forfaitaire, de 2 500 euros,est prévue lors du lancement d'un groupement d'em-ployeurs, à rembourser si le groupement d'employeursn'existe plus deux ans plus tard.

C. Organismes de soutien

La création, dans chaque Région, d'un centre deressources des groupements d'employeurs est inclusedans la proposition de loi, en s'inspirant des modèlesdéjà existants à Bruxelles et en Wallonie. Sans l'appuide tels centres, pour impulser et accompagner ladémarche, peu d'initiatives émergent et aboutissent.

Le dispositif étant encore méconnu par les entre-prises, un travail important d'information et desensibilisation doit être réalisé auprès d'elles. Parailleurs, une fois un besoin et un intérêt pour laformule exprimés par l'une ou l'autre entreprise, il fautencore trouver d'autres partenaires pour atteindre lataille nécessaire pour l'engagement en contrat à duréeindéterminée (CDI) d'un ou de plusieurs travailleurs.

Les centres de ressources des groupements d'em-ployeurs doivent, à cet égard, jouer un rôle dedétection et d'analyse des besoins, de mise en réseaudes partenaires potentiels, et de validation de laparfaite complémentarité des demandes. Enfin, unefois le partenariat constitué, l'accompagnement par uncentre de ressources des groupements d'employeurspeut aussi être profitable pour régler les chargesorganisationnelles, administratives et légales qui pè-sent aussi sur la création de ces entreprises spécifi-ques.

3.3. Conclusions

Les mesures prévues par la présente proposition deloi permettront d'encourager le développement degroupements d'employeurs. Ce faisant, on soutiendrala création d'emplois, on dynamisera le marché dutravail local et régional et on rencontrera une série denouveaux besoins des entreprises et des travailleurs.

COMMENTAIRE DES ARTICLES

Articles 2 et 3

Ces dispositions visent à clarifier la dénominationdes chapitres et des sections de la loi du 12 août 2000précitée, en vue de mettre ses termes en concordance

B. Forfaitaire steun

Er is voorzien in de toewijzing van een forfaitairesteun ten bedrage van 2 500 euro bij de oprichting vaneen groepering van werkgevers; die steun moetworden terugbetaald wanneer die groepering tweejaar nadien niet meer bestaat.

C. Ondersteunende instanties

Het wetsvoorstel stelt ook in uitzicht dat in elkGewest een hulpcentrum voor de werkgeversgroepe-ringen wordt opgericht, naar het voorbeeld van diewelke al bestaan in Brussel en Wallonië. Zonder desteun van dergelijke centra, die ertoe strekken deaanpak te stimuleren en te begeleiden, komen weiniginitiatieven op gang en tot stand.

Deze voorziening is nog onbekend bij de onder-nemingen, en ten behoeve van die bedrijven moet nogveel werk worden gemaakt van voorlichting enbewustmaking. Zodra deze of gene onderneming tekennen geeft aan de formule nood te hebben en erbelangstelling voor te betonen, moeten overigens nogandere partners worden gevonden om de vereisteomvang te bereiken, teneinde een of meer mensen meteen arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur indienst te nemen.

In dat verband moeten de hulpcentra van dewerkgeversgroeperingen uitmaken en analyserenwaaraan er precies nood is; voorts moeten zij tussende potentiële partners een netwerk uitbouwen enbevestigen dat de aanvragen elkaar volmaakt aanvul-len. Zodra het partnerschap gevormd is, kan begelei-ding van de werkgeversgroeperingen door een hulp-centrum ook voordelig zijn ter regeling van deorganisatorische, administratieve en juridische lastendie gepaard gaan met de oprichting van die specifiekeondernemingen.

3.3. Conclusies

De maatregelen waarin dit wetsvoorstel voorziet,zullen de uitbouw van werkgeversgroeperingen kun-nen aanmoedigen. Zulks zal de banencreatie onder-steunen, de lokale en regionale arbeidsmarkt dynami-scher maken en tegemoet komen aan een reeks nieuwebehoeften van ondernemingen en werknemers.

TOELICHTING BIJ DE ARTIKELEN

Artikelen 2 en 3

Deze bepalingen strekken ertoe de benamingen vande hoofdstukken en afdelingen van de voormelde wetvan 12 augustus 2000 te verduidelijken, teneinde de

Page 9: S‰NAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT

( 9 ) 5-1626/1 - 2011/2012

avec les propositions qui sont faites dans la présenteproposition de loi.

Articles 4, 5 et 8

Ces articles visent à mettre en place une procédured'agrément des groupements d'employeurs, sur lemodèle de celle existant déjà dans le cadre du systèmedes titres-services, en associant les partenaires so-ciaux.

Article 6

Cette disposition vise à permettre aux groupementsd'employeurs d'engager tout type de travailleurs.

Article 7

Cet article vise, d'une part, à supprimer lesdérogations existantes aujourd'hui au niveau du délaide préavis.

Il vise, d'autre part, à :

— permettre aux groupements d'employeurs d'en-gager des travailleurs à mi-temps;

— mettre en place une règle de priorité à l'égarddes travailleurs ne disposant pas d'un contrat à tempsplein, s'ils souhaitent l'accroissement de leur temps detravail, lorsqu'il y a des possibilités d'engagement dansl'entreprise.

Articles 9, 13 et 15

Ces dispositions visent à renforcer le dialoguesocial dans les entreprises. Dès lors, les travailleursengagés par un groupement d'employeurs effectuantdes prestations au sein d'une entreprise dudit groupe-ment seront comptabilisés en vue de déterminerl'existence et la composition d'une délégation syndi-cale, d'un conseil d'entreprise et d'un comité pour laprévention et la protection au travail de celle-ci.

Article 10

Cet article vise à mettre en place des balises, afinque les travailleurs du groupement d'employeurs nepuissent être discriminés, au niveau des rémunéra-tions, vis-à-vis des travailleurs des entreprises mem-bres du groupement.

bewoordingen ervan af te stemmen op de in ditwetsvoorstel geformuleerde voorstellen.

Artikelen 4, 5 en 8

Deze artikelen strekken ertoe een erkenningsproce-dure uit te werken voor de groeperingen van werk-gevers, naar het voorbeeld met die welke al voor dedienstenchequeregeling bestaat, alsmede de socialepartners bij de zaak te betrekken.

Artikel 6

Deze bepaling beoogt de werkgeversgroeperingentoe te staan ongeacht welke potentiële werknemer indienst te nemen.

Artikel 7

Dit artikel is er enerzijds op gericht de thansbestaande afwijkingen inzake de opzeggingstermijn afte schaffen.

Anderzijds strekt het ertoe :

— de werkgeversgroeperingen toe te staan mensenhalftijds in dienst te nemen;

— ten aanzien van de werknemers zonder voltijdsearbeidsovereenkomst maar die meer arbeidstijd wen-sen, een voorrangsregeling in te stellen indien ermogelijkheden bestaan om hen binnen de onderne-ming in dienst te nemen.

Artikelen 9, 13 en 15

Deze bepalingen strekken ertoe de sociale dialoogin de ondernemingen meer diepgang te geven. Daaromzal rekening worden gehouden met het aantal werk-nemers van een groepering van werkgevers dat aan deslag is in een onderneming van die groepering om tebepalen of een vakbondsafvaardiging, een onderne-mingsraad en een comité voor preventie en bescher-ming op het werk vereist zijn, en om de samenstellingvast te stellen.

Artikel 10

Dit artikel beoogt krijtlijnen uit te tekenen om tevoorkomen dat de werknemers van de groepering vanwerkgevers met betrekking tot hun bezoldiging kun-nen worden gediscrimineerd ten aanzien van dewerknemers van de ondernemingen die tot de groepe-ring behoren.

Page 10: S‰NAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT

5-1626/1 - 2011/2012 ( 10 )

Article 11

On vise à attribuer une aide forfaitaire de lancements'élevant à 2 500 euros pour un nouveau groupementd'employeurs. Cette aide doit être remboursée en casde disparition du groupement dans les deux ans. Si legroupement continue d'exister, elle reste acquise.

Article 12

Cette disposition a pour but de créer, dans chaqueRégion, un centre de ressources des groupementsd'employeurs, sur la base des centres existants.

Article 14

On vise à supprimer la condition prévoyant que lesmembres d'un groupement d'employeurs doiventexercer le même type d'activité pour que le groupe-ment d'employeurs puisse être exempté de la TVA.

Cécile THIBAUT.Mieke VOGELS.Jacky MORAEL.Zakia KHATTABI.Freya PIRYNS.

** *

Artikel 11

Het ligt in de bedoeling het opstarten van eennieuwe groepering van werkgevers te ondersteunendoor die een forfaitaire startpremie van 2 500 euro toete kennen. Dat bedrag moet worden terugbetaaldindien de groepering binnen twee jaar wordt ontbon-den. Als de groepering na twee jaar nog bestaat, is desteun verworven.

Artikel 12

Deze bepaling strekt ertoe in elk Gewest eenhulpcentrum voor de groeperingen van werkgeversop te richten, op basis van de bestaande centra.

Artikel 14

Deze bepaling beoogt de voorwaarde af te schaffendie bepaalt dat de leden van een groepering vanwerkgevers dezelfde soort van activiteit moetenuitoefenen opdat de groepering van werkgevers voorbtw-vrijstelling in aanmerking komt.

** *

Page 11: S‰NAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT

( 11 ) 5-1626/1 - 2011/2012

PROPOSITION DE LOI

CHAPITRE 1er

Disposition générale

Article 1er

La présente loi règle une matière visée à l'article 78de la Constitution.

CHAPITRE 2

Modifications de la loi du 12 août 2000portant des dispositions sociales,

budgétaires et diverses

Art. 2

L'intitulé du chapitre XI de la loi du 12 août 2000portant des dispositions sociales, budgétaires et diver-ses est remplacé comme suit :

«Mise à disposition de travailleurs à des utilisateursdans le cadre de groupements d'employeurs et orga-nisation d'un intérim d'insertion ».

Art. 3

L'intitulé de la section première du chapitre précitéde la loi précitée est remplacé comme suit :

«Mise à disposition de travailleurs à des utilisateursdans le cadre de groupements d'employeurs ».

Art. 4

À l'article 186 de la même loi sont apportées lesmodifications suivantes :

1. à l'alinéa 1er, dont le texte actuel formera leparagraphe premier, entre les mots « peut autoriser » et« des groupements d'employeurs » sont insérés lesmots « , via l'octroi d'un agrément, »;

2. les alinéas 2 et 3 sont remplacés par leparagraphe 2 suivant :

« § 2. Afin d'obtenir l'agrément visé au1erparagraphe , les entreprises qui composent un

groupement d'employeurs doivent, notamment, satis-faire aux conditions énumérées aux alinéas quisuivent :

WETSVOORSTEL

HOOFDSTUK 1

Algemene bepaling

Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld inartikel 78 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2

Wijzigingen van de wet van 12 augustus 2000houdende sociale, budgettaire

en andere bepalingen

Art. 2

Het opschrift van hoofdstuk XI van de wet van12 augustus 2000 houdende sociale, budgettaire enandere bepalingen wordt vervangen als volgt :

« Terbeschikkingstelling van werknemers aan ge-bruikers in het kader van groeperingen van werk-gevers, en tot organisatie van een invoeginterim ».

Art. 3

Het opschrift van afdeling I van voormeld hoofd-stuk van de voormelde wet wordt vervangen als volgt :

« Terbeschikkingstelling van werknemers aan ge-bruikers in het kader van groeperingen van werk-gevers ».

Art. 4

In artikel 186 van dezelfde wet worden de volgendewijzigingen aangebracht :

1. in het eerste lid, waarvan de huidige tekst § 1 zalvormen, worden tussen de woorden « kan de ministerbevoegd voor Tewerkstelling en Arbeid aan werk-geversverbanden » en de woorden « de toelatingverlenen », de woorden « , via een erkenning, » inge-voegd;

2. het tweede en het derde lid worden vervangendoor een § 2, luidend als volgt :

« § 2. Om in aanmerking te komen voor de inparagraaf 1 bedoelde erkenning moeten de onderne-mingen die een groepering van werkgevers vormen,meer bepaald voldoen aan de voorwaarden die in devolgende leden worden opgesomd :

Page 12: S‰NAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT

5-1626/1 - 2011/2012 ( 12 )

1. les entreprises ne sont pas redevables d'arriérésd'impôts, ni d'arriérés de cotisations à percevoir (parun organisme de recouvrement des cotisations desécurité sociale), ni d'arriérés de paiement de montantsréclamés par l'Office national de l'emploi; ne sont pasconsidérées comme arriérés, les sommes pour lesquel-les il existe un plan d'apurement dûment respecté;

2. le responsable de l'entreprise doit signer undocument par lequel il déclare :

a) ne pas se trouver en état de faillite;

b) ne pas compter parmi ses administrateurs,gérants, mandataires ou personnes ayant le pouvoird'engager l'entreprise, des personnes à qui l'exercicede telles fonctions est défendu en vertu de l'arrêtéroyal no 22 du 24 octobre 1934 relatif à l'interdictionjudiciaire faite à certains condamnés et aux faillisd'exercer certaines fonctions, professions ou activités;

c) ne pas compter parmi ses administrateurs,gérants, mandataires ou personnes ayant le pouvoird'engager l'entreprise, des personnes qui, dans les5 années écoulées, ont été déclarées responsables desengagements ou dettes d'une société faillie, enapplication des articles 213, 229, 231, 265, 314,315, 456, 4o, ou 530 du Code des sociétés, ou pourlesquelles le tribunal n'a pas prononcé l'excusabilitésur la base de l'article 80 de la loi du 8 août 1997 surles faillites;

d) ne pas compter, parmi ses administrateurs,gérants, mandataires ou personnes ayant le pouvoird'engager l'entreprise, des personnes qui, dans les3 années écoulées, ont été impliquées dans une faillite,liquidation ou opération similaire.

Le Roi peut, par arrêté délibéré en Conseil desministres, déterminer des conditions supplémentairesauxquelles l'entreprise doit répondre pour être agréée.

L'agrément visé au paragraphe 1er et son retrait sefont par le ministre qui a l'Emploi dans ses attribu-tions, après avis d'une commission consultative desagréments, dans laquelle les organisations représenta-tives des employeurs et des travailleurs sont repré-sentées de manière égale. Le Roi détermine laprocédure d'agrément à suivre, ainsi que la composi-tion et les modalités de fonctionnement de lacommission consultative des agréments.

Le ministre peut également retirer l'agrémentlorsque le groupement d'employeurs ne respecte pasles obligations légales, réglementaires et convention-nelles qui lui incombent. »

1. de ondernemingen zijn geen achterstallige be-lastingen verschuldigd, noch door een met de inningvan de sociale-zekerheidsbijdragen belaste instellingte vorderen achterstallige bijdragen, noch door deRijksdienst voor arbeidsvoorziening gevorderde ach-terstallen; de bedragen waarvoor een aflossingsplanwerd opgesteld dat in acht wordt genomen, wordenniet als achterstallen beschouwd;

2. het ondernemingshoofd moet een documentondertekenen waarbij hij verklaart :

a. niet in staat van faillissement te verkeren;

b. onder zijn bestuurders, zaakvoerders, lasthebbersof personen die bevoegd zijn om de onderneming tebinden, geen personen te hebben voor wie de uit-oefening van die functies verboden is krachtenskoninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde ver-oordeelden en gefailleerden om bepaalde ambten,beroepen of werkzaamheden uit te oefenen;

c. onder zijn bestuurders, zaakvoerders, lasthebbersof personen die bevoegd zijn om de onderneming tebinden, geen personen te hebben die gedurende devoorbije 5 jaar aansprakelijk zijn gesteld voor deverbintenissen of schulden van een failliete onderne-ming, met toepassing van de artikelen 213, 229, 231,265, 314, 315, 456, 4o, of 530 van het Wetboek vanVennootschappen, of voor wie de rechtbank op grondvan artikel 80 van de faillissementswet van 8 augustus1997 geen verschoonbaarheid heeft uitgesproken;

d. onder zijn bestuurders, zaakvoerders, lasthebbersof personen die bevoegd zijn om de onderneming tebinden, geen personen te hebben die gedurende devoorbije 3 jaar betrokken waren bij een faillissement,vereffening of gelijksoortige gebeurtenis.

De Koning kan, bij een besluit vastgesteld naoverleg in de Ministerraad, bijkomende voorwaardenvaststellen waaraan de onderneming moet voldoen omte worden erkend.

De in paragraaf 1 bedoelde erkenning en deintrekking ervan worden uitgevoerd door de ministerdie bevoegd is voor Werk, na advies van eenadviescommissie erkenningen, waarin de representa-tieve organisaties van werkgevers en werknemersgelijk zijn vertegenwoordigd. De Koning bepaalt de tevolgen erkenningsprocedure, alsook de samenstellingen de nadere werkingsregels van de adviescommissieerkenningen.

De minister kan de erkenning ook intrekken, indiende werkgeversgroepering de haar bij wet, reglement enovereenkomst ten taste vallende verplichtingen nietnakomt. »

Page 13: S‰NAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT

( 13 ) 5-1626/1 - 2011/2012

Art. 5

À l'article 187, alinéa 1er, de la même loi, les mots« d'une autorisation telle que prévue » sont remplacéspar les mots « d'un agrément tel que prévu ».

Art. 6

L'article 188 de la même loi est abrogé.

Art. 7

À l'article 189 de la même loi sont apportées lesmodifications suivantes :

1. l'alinéa 2 est remplacé comme suit :

« Il doit être conclu pour une durée indéterminée et,au minimum, à mi temps. Les salariés à temps partiel,occupés au sein du groupement d'employeurs, quisouhaitent occuper un emploi à temps plein, ontpriorité d'attribution lorsqu'un tel emploi ressortissantà leur catégorie professionnelle ou un emploi équiva-lent se libère ou est créé. Le groupement porte à laconnaissance de ses salariés la liste des emploisdisponibles correspondants. »;

2. l'alinéa 4 est abrogé.

Art. 8

À l'article 192, alinéa 2, de la même loi, les mots« de l'autorisation donnée » sont remplacés par lesmots « de l'agrément donné ».

Art. 9

Dans la même loi est inséré un article 193/1, rédigécomme suit :

«Art. 193/1. En vue de déterminer l'existence et lacomposition de la délégation syndicale au sein d'uneentreprise appartenant à un groupement d'employeur,il sera tenu compte des travailleurs engagés par legroupement d'employeurs effectuant des prestations ausein de l'entreprise visée. »

Art. 10

Dans la même loi est inséré un article 193/2, rédigécomme suit :

Art. 5

In artikel 187, eerste lid, van dezelfde wet wordende woorden « om te kunnen genieten van een toelatingzoals bedoeld in artikel 186 » vervangen door dewoorden « om een erkenning zoals bedoeld in arti-kel 186 te kunnen genieten ».

Art. 6

Artikel 188 van dezelfde wet wordt opgeheven.

Art. 7

In artikel 189 van dezelfde wet worden de volgendewijzigingen aangebracht :

1. het tweede lid wordt vervangen als volgt :

« Zij moet worden gesloten voor onbepaalde tijd enten minste voor halftijdse arbeidsprestaties. De deel-tijdse werknemers die in de werkgeversgroeperingworden ingezet en die een voltijdse betrekking wensenuit te oefenen, hebben bij de toewijzing voorrang,indien een dergelijke tot hun beroepscategorie beho-rende betrekking of een gelijkwaardige betrekkingvrijkomt of wordt gecreëerd. De werkgeversgroepe-ring brengt de lijst van de overeenstemmende be-schikbare betrekkingen ter kennis van haar werk-nemers. »;

2. het vierde lid wordt opgeheven.

Art. 8

In artikel 192, tweede lid, van dezelfde wet wordende woorden « goedkeuring » en « toelating » vervan-gen door het woord « erkenning ».

Art. 9

In dezelfde wet wordt een artikel 193/1 ingevoegd,luidende :

«Art. 193/1. Teneinde het bestaan en de samen-stelling van de vakbondsafvaardiging in een onderne-ming die behoort tot een werkgeversgroepering tebepalen, wordt rekening gehouden met de door dewerkgeversgroepering in dienst genomen werknemersdie in de onderneming prestaties verrichten. »

Art. 10

In dezelfde wet wordt een artikel 193/2 ingevoegd,luidende :

Page 14: S‰NAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT

5-1626/1 - 2011/2012 ( 14 )

«Art. 193/2. Le gérant du groupement comparetous les deux ans, dans un rapport, la structure derémunération des travailleurs du groupement parrapport à la structure de rémunération des travailleursactifs au sein des membres du groupement, afin dedéterminer si le groupement offre à ses travailleurs desrémunérations au moins égales à celles offertes par lesmembres du groupement, pour des fonctions équiva-lentes.

Le gérant du groupement transmet ce rapport, tousdeux les ans, à l'assemblée générale des membres dugroupement, ainsi qu'aux délégations syndicales et auconseil d'entreprise des membres du groupement, si detels organes existent.

Sur la base de ce rapport, les représentants destravailleurs du groupement d'employeurs ou lesreprésentants des travailleurs des membres du grou-pement d'employeurs peuvent saisir le ministre del'Emploi si le principe décrit à l'alinéa 1er n'est pasrespecté. Dans ce cas, le ministre de l'Emploi peut,après avis de la commission consultative des agré-ments visée par l'article 186, retirer l'agrément dugroupement d'employeurs.

Les mesures d'exécution du présent article sontprises par le Roi, par arrêté délibéré en Conseil desministres. »

Art. 11

Dans la même loi est inséré un article 193/3, rédigécomme suit :

«Art. 193/3. Tout nouveau groupement d'employ-eurs bénéficie, lors de son lancement, d'une prime de2 500 euros. Cette prime doit être remboursée en casde dissolution du groupement dans les deux ans, selondes modalités prévues par le Roi. »

Art. 12

Dans la même loi est inséré un article 193/4, rédigécomme suit:

«Art. 193/4. Dans chaque région, un centre deressources des groupements d'employeurs est instituéet agréé. Ces centres ont notamment pour mission :

— d'informer et de sensibiliser les entreprises àl'existence des groupements d'employeurs;

— de participer à la mise sur pied et à l'accompa-gnement de groupements d'employeurs qui en font lademande;

«Art. 193/2. De zaakvoerder van de werkgevers-groepering vergelijkt om de twee jaar in een rapport debezoldigingsstructuur van de werknemers van degroepering met de bezoldigingsstructuur van de werk-nemers die werkzaam zijn bij de leden van degroepering, om te bepalen of de groepering haarwerknemers bezoldigingen biedt die ten minste gelijkzijn aan die welke voor gelijkwaardige functies doorde leden van de groepering worden geboden.

De zaakvoerder van de werkgeversgroepering zendtom de twee jaar dat rapport naar de algemenevergadering van de leden van de groepering, alsooknaar de vakbondsafvaardigingen en de ondernemings-raad van de leden van de groepering, indien dergelijkeorganen bestaan.

Op basis van dat rapport kunnen de vertegen-woordigers van de werknemers van de werkgevers-groepering of de vertegenwoordigers van de werk-nemers van de leden van de werkgeversgroeperingzich tot de minister van Werk wenden, als het in heteerste lid beschreven principe niet wordt nageleefd. Indat geval kan de minister van Werk, nadat hij hetadvies heeft ingewonnen van de bij artikel 186 be-doelde adviescommissie erkenningen, de erkenningvan de werkgeversgroepering intrekken.

De maatregelen tot uitvoering van dit artikelworden genomen door de Koning, bij een besluitvastgesteld na overleg in de Ministerraad. »

Art. 11

In dezelfde wet wordt een artikel 193/3 ingevoegd,luidende :

«Art. 193/3. Elke nieuwe werkgeversgroeperingheeft bij de start recht op een premie van 2 500 euro.Die premie moet ingeval de werkgeversgroeperingbinnen twee jaar wordt ontbonden, worden terugbe-taald volgens door de Koning bepaalde nadere voor-waarden. »

Art. 12

In dezelfde wet wordt een artikel 193/4 ingevoegd,luidende :

«Art. 193/4. In elk gewest wordt een hulpcentrumvoor werkgeversgroeperingen opgericht en erkend.Die centra hebben met name de opdracht :

— de ondernemingen over het bestaan van dewerkgeversgroeperingen te informeren en te sensibi-liseren;

— ondersteuning te bieden bij de oprichting en debegeleiding van werkgeversgroeperingen die daar omverzoeken;

Page 15: S‰NAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT

( 15 ) 5-1626/1 - 2011/2012

— de participer, contre rémunération, à la gestionjournalière des groupements d'employeurs qui en fontla demande.

Le développement et l'octroi de nouvelles missionsaux centres de ressources des groupementsd'employeurs, existants avant l'entrée en vigueur dela présente loi, font l'objet de mesures fixées par leRoi, par arrêté délibéré en Conseil des ministres. »

CHAPITRE 3

Modification de la loi du 20 septembre 1948portant organisation de l'économie

Art. 13

L'article 14 de la loi du 20 septembre 1948 portantorganisation de l'économie est complété par un § 7,rédigé comme suit:

« § 7. Si l'entreprise fait partie d'un groupementd'employeurs, tel que visé à l'article 187 de la loi du12 août 2000 portant des dispositions sociales,budgétaires et diverses, le calcul du nombre moyende travailleurs occupés habituellement en moyenne,visés aux paragraphes 1er et 2, prend en compte lestravailleurs du groupement d'employeurs effectuantdes prestations dans l'entreprise visée. »

CHAPITRE 4

Modification de l'arrêté royal no 43 du 5 juillet1991 relatif à l'exemption de la taxe sur la valeurajoutée concernant les prestations de servicesfournies à leurs membres par les groupements

autonomes de personnes

Art. 14

L'article 2, 2o, de l'arrêté royal du 5 juillet 1991relatif à l'exemption de la taxe sur la valeur ajoutéeconcernant les prestations de services fournies à leursmembres par les groupements autonomes de person-nes est abrogé.

CHAPITRE 5

Modification de la loi du 4 août 1996 relative aubien-être des travailleurs lors de l'exécution de leur

travail

Art. 15

Dans la loi du 4 août 1996 relative au bien-être destravailleurs lors de l'exécution de leur travail est inséréun article 51/1, rédigé comme suit :

— tegen vergoeding mee te werken aan hetdagelijks beheer van de werkgeversgroeperingen diedaar om verzoeken.

De uitbreiding en de toekenning van nieuwe takenvoor de hulpcentra voor werkgeversgroeperingen diebestaan vóór de inwerkingtreding van deze wet,worden geregeld bij door de Koning bepaalde maat-regelen, bij een besluit vastgesteld na overleg in deMinisterraad. »

HOOFDSTUK 3

Wijziging van de wet van 20 september 1948houdende organisatie van het bedrijfsleven

Art. 13

Artikel 14 van de wet van 20 september 1948houdende organisatie van het bedrijfsleven wordtaangevuld met een § 7, luidende :

« § 7. Indien de onderneming deel uitmaakt van eenwerkgeversgroepering zoals bedoeld in artikel 187 vande wet van 12 augustus 2000 houdende sociale,budgettaire en diverse bepalingen, wordt voor deberekening van het aantal werknemers dat de onderne-ming gewoonlijk gemiddeld tewerkstelt, zoals bedoeldin paragrafen 1 en 2, rekening gehouden met dewerknemers van de werkgeversgroepering die presta-ties verrichten in de betreffende onderneming. »

HOOFDSTUK 4

Wijziging van het koninklijk besluit nr. 43 van5 juli 1991 met betrekking tot de vrijstelling op hetstuk van de belasting over de toegevoegde waardeten aanzien van de door zelfstandige groeperingenvan personen aan hun leden verleende diensten

Art. 14

Artikel 2, 2o, van het koninklijk besluit nr. 43 van5 juli 1991 met betrekking tot de vrijstelling op hetstuk van de belasting over de toegevoegde waarde tenaanzien van de door zelfstandige groeperingen vanpersonen aan hun leden verleende diensten, wordtopgeheven.

HOOFDSTUK 5

Wijziging van de wet van 4 augustus 1996betreffende het welzijn van de werknemers bij de

uitvoering van hun werk

Art. 15

In de wet van 4 augustus 1996 betreffende hetwelzijn van de werknemers bij de uitvoering van hunwerk wordt een artikel 51/1 ingevoegd, luidende :

Page 16: S‰NAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT

5-1626/1 - 2011/2012 ( 16 )

«Art. 51/1. Si l'entreprise fait partie d'un groupe-ment d'employeurs, tel que visé à l'article 187 de la loidu 12 août 2000 portant des dispositions sociales,budgétaires et diverses, le calcul du nombre moyen detravailleurs occupés habituellement en moyenne, viséaux articles 49, 50 et 51, prend en compte lestravailleurs du groupement d'employeurs effectuantdes prestations dans l'entreprise visée. »

4 mai 2012.

Cécile THIBAUT.Mieke VOGELS.Jacky MORAEL.Zakia KHATTABI.Freya PIRYNS.

«Art. 51/1. Indien de onderneming deel uitmaaktvan een werkgeversgroepering zoals bedoeld inartikel 187 van de wet van 12 augustus 2000houdende sociale, budgettaire en diverse bepalingen,wordt voor de berekening van het aantal werknemersdat de onderneming gewoonlijk gemiddeld tewerk-stelt, zoals bedoeld in artikelen 49, 50 en 51, rekeninggehouden met de werknemers van de werkgevers-groepering die prestaties verrichten in de bedoeldeonderneming. »

4 mei 2012.

121680 - I.P.M.