22 septembre 2016 Réunion “Gestion de douleur dans les ... · • Nouvelle campagne afin que dans chaque unité hospitalière un infirmier référent pour la douleur chezles enfants

22 septembre 2016

Réunion nationale annuelle

“Gestion de la douleur dans les hôpitaux” Salle Pachéco • Boulevard Pachéco 13 • 1000 Bruxelles

Le SPF Santé publique n’est pas responsable du contenu des présentations individuelles de la réunion nationale ou des autres réunions concernant les projets « gestion de la douleur dans les

hôpitaux ». Seul l’auteur est responsable du ou des messages qu’il désire transmettre.

22 septembre 2016

Réunion nationale annuelle

“Gestion de la douleur dans les hôpitaux” Salle Pachéco • Boulevard Pachéco 13 • 1000 Bruxelles

Président du jour : Prof. dr. G. Crombez

• PROGRAM

ME •

9u00 Accueil

9u30 Introduction Mme I. van der Brempt

9u40 Rapport d’activités 2015 “Projets douleur enfants”.Mme A‐M. Bangels

10u10 Rapport d’activités 2015 “Equipes algologiques multidisciplinaires ”. M. O. Vanhaute; Mme D. Dicker

10u30

Rapport d’activités 2015 “Centres multidisciplinaire centra pour le traitement de la douleur chronique”. Prof. dr. A. Berquin; Mme D. Dicker

10u50 Questions et discussion

11u10 Pause

11u30

Réactions des patients et des médecins vis‐à‐vis d’une brochure d’informations concernant la lombalgie. M. C. Demoulin


12u00 Analgosédation chez l’enfant en dehors du bloc opératoire.Dr. A. Mulder


12u30 Lunch

13u30 Intégration de la neuromodulation dans le modèle bio‐psychosocial. Mme V. Callebaut.


14u00

Une approche multidisciplinaire des patients souffrants de maux de tête chroniques : une utopie? Prof. dr. K. Paemeleire


14u30

Le réseau de partage de connaissance au Limbourg. Collaboration entre la première, deuxième et troisième ligne. Dr. J. van Zundert


15u10 Douleur comme indicateur pour le CFQAI.Prof. dr. P. Van Bogaert


15u40 Conclusion et drink de clôture

Pijn bij kinderenLa douleur chez les enfants

2015

Medisch coordinator/Coordinateur médical

anesthesist pediater pediatre intensiviste neonatoloog

0

5

10

15

20

25

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13

Uren/w

eek‐heu

res/semaine

Ziekenhuizen/hôpitaux

Aantal uren/week door de medische coördinatorgewerkt voor het project

Nombre d’heures/semaine consacrées au projet par le médecin coordinateur

0 1 2 3 4 5

< 1 jaar

1‐3 jaren

3‐5 jaren

5‐10 jaren

> 10 jaren

Aantal medische coördinatorenNombre de médecins coordinateurs

Aantal jaren ervaring als medisch coördinatorNombre d’années d’expérience comme médecin

coordinateur

0

2

4

6

8

3‐5 jaren 5‐10 jaren > 10 jaren

Aantalverpleegkundigcoördinatoren

Nombre d’infirm

iers coordinateu

rs

Aantal jaren ervaring van de verpleegkundige coördinator in de behandeling van pijn bij kinderen

Nombre d’années d’expérience en tant qu’infirmier coordinateur dans le traitement de la douleur chez les enfants

0 1 2 3 4 5 6 7 8

Bachelor algemene verpleegkunde

Bachelor vroedkunde

Bachelor pediatrie en neonatologie

Banaba sociale verpleegkunde

Banaba psychiatrie

Gebreveteerde ziekenhuisverpleegkundige

Aantal verpleegkundig coördinatoren per basisdiplomaNombre d’infirmiers coordinateurs par diplôme de base

Basisdiploma verpleegkundig coördinatorDiplôme de base de l’infirmier coordinateur

Spécialisation en psychiatrie

Spécialisation en santé communautaire

Spécialisation en pédiatrie en néonatologie

Bachelier sage femme

Bachelier en soins infirmiers

Infirmier breveté

0

0,5

1

1,5

2

2,5

3

3,5

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13

Vorming van de verpleegkundige coördinatorFormation de l’infirmier coordinateur

Kader/master opleiding Opleiding algologie volwassenen Opleidiing pediatrische algologie

0

1

2

3

4

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13

Aantalvorm

ingenped

iatrischealgologie

Nombre de form

ations en

algologie péd

iatrique

Ziekenhuizen/hôpitaux

Opleiding in de algologie gevolgd door de verpleegkundig coördinator

Formations en algologie suivies par l’infirmier coordinateur

13 ziekenhuizen

13 hôpitaux

Aantal

Nombre

Opleiding gevolgd

Formation suivie

Kinesitherapeut

Kinésithérapeute

8 3

Kinderpsycholoog

Psychologue pédiatrique

9 7

Klinisch apotheker

Pharmacien clinique

10 3

De multidisciplinaire werkgroep binnen elk ziekenhuisLe groupe de travail multidisciplinaire dans chaque hôpital

Aanwezigheid van een kinesitherapeut, apotheker en klinisch psycholoog:

Présence d’un kinésithérapeute, pharmacien et psychologue clinique :

0

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

met coord arts met multidisc team met ref vpk alle betrokk in kader van project met algologisch team

Aantalziekenhuizen

met dezefreq

uen

tie

Nombre d’hôpitaux avec cette frequen

ce

Overleg van de coördinerende verpleegkundige met:Concertation de l’infirmier coordinateur avec :

> 1x/week

1x/week

2x/maand

1x/maand

< 1x/maand

Avec le médecin coordinateur

Avec l’équipe multi Avec l’inf. de réf. Avec tous les intervenants

Intervenants dans le cadre d’un projet

Avec l’équipe algo

0

1

2

3

4

5

6

7

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13

Nieuwe protocollen per ziekenhuis in 2015Nouveaux protocoles par hôpital en 2015

0

1

2

3

4

5

6

7

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13

Gereviseerde protocollen per ziekenhuis in 2015Protocoles révisés par hôpital en 2015

0

50

100

150

200

250

300

350

400

Totaal

Totaal van alle gevolgde opleidingsuren per ziekenhuis per persoon in 2015Total de toutes les heures de formations suivies par personne par hôpital en 2015

0

50

100

150

200

250

300

350

400

Totaal

Aantal personen per ziekenhuis die een pijnopleiding volgden in 2015Nombre de personnes par hôpital qui ont suivi une formation

concernant la douleur en 2015

0

1

2

3

4

vpk MD artsen andere

Aantaluren

Nombre

d’heu

res

Ziekenhuis AHôpital A

0

2

4

6

8

10

12

14

16

vpk voor arts/vpk/MD/andere

Aantaluren

Nombresd’heu

res

Ziekenhuis BHôpital B

0

2

4

6

8

10

12

14

vpk MD artsen voor arts/vpk/MD

Aantaluren

Nombre d’heu

res

Ziekenhuis CHôpital C

Verschillen in de organisatie van de pijnopleiding Différences dans l’organisation des formations douleur

Inf. Multidisciplinaire Médecins Autre

Inf.

Inf. Multidisciplinaire Médecins Médecins/inf/multi

Médecin/inf/multi/autre

0

10

20

30

40

50

60

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13

Uren/persoon

Heu

res/personne

ZiekenhuizenHôpitaux

Uren interne opleiding georganiseerd per persoon/ ziekenhuis

Nombre d’heures de formations internes organisées par personne/hôpital

De ziekenhuizen

Les hôpitaux

MAT int.

EAM int.

MAT ext.

EAM ext.

N/Contract

Nbr/Contrat

MCP int

CMD int.

MCP ext.

CMD ext.

N/Contract

Nbr/Contrat

1 + + 1 zh/ nee + ‐ 0 zh/ nee

2 + ‐ 0 zh/ nee + ‐ 0 zh/ nee

3 + + 4 zh/ ja + + 4 zh/ ja

4 + ‐ 0 zh/nee ‐ (afwezig

‐ absent)

+ 1 zh/ nee

5 + + 1 zh/ ja + + 1 zh/ ja

6 + ‐ 0 zh/ nee ‐ (afwezig

‐ absent)

+ 1 zh/ nee

7 + + 4 zh/ nee + ‐ 0 zh/ nee

8 + + 8 zh/ ja + ‐ 0 zh/ nee

9 + + 4 zh/ nee + + 1 zh/ nee

10 + + 1 zh/ nee + + 1 zh/ nee

11 + + 12 zh/

2 nee, 10 ja

+ + 1 zh/ nee

12 + + 4 zh/

1 nee, 3 ja

+ + 3 zh/

2 nee, 1 ja

13 + + 5 zh

4 nee, 1 ja

+ ‐ 0 zh/ nee

NetwerkingRéseau

Initiatives du réseau Formations Peer review OrganisationCombinaison

0

5

10

15

20

25

30

35

40

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13

Aantalsessies

Nombre de sessions


Interne netwerkinitiatieven/ ziekenhuisInitiatives du réseau en interne/hôpital

MAT int CCP int alles int alles int/ MAT ex

0

5

10

15

20

25

30

35

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13

Aantalsessies

Nombre de sessions


Externe netwerkinitiatieven/ziekenhuisInitiatives du réseau en externe/hôpital

MAT ext Ped ext 1ste lijn Extra Peer

EAM int. CMD int. Tous int. Tous int/EAM ext

EAM ext. 1er ligne

8 hôpitaux disent qu’ils ont pris des initiatives de réseau supplémentaires, celles‐ci sont listées ci‐dessous :

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13

Activiteiten van het teamActivités de l’équipe

Klinische activiteit (patiënten educatie, patiëntencontact, …)Organisatie, projectbeheer (protocolen, netwerking, ….)Opleiding van de equipe (vorming, netwerk, implementatie van protocolen,…)

Activités cliniques (éducation du patient, contact avec le patient, …)Organisation, gestion de projets (protocoles, réseaux, …)Formation de l’équipe (formations, réseaux, implémentation de protocoles,…

Activiteiten van het team: gemiddeld aantal patiëntenper week behandeld

Activités de l’équipe : nombre moyen de patients traités par semaine

1‐5 5‐10 >10

Informatie voor het kind en zijn oudersInformation sur l’enfant et ses parents

• Van de 13 ziekenhuizen samen werden er 27 onderwerpen weergegeven

• Van deze 27 waren er:12 brochures voor de ouders6 brochures/kaartje voor het kind3 informatiesessie/open deurdagen1 film1 poster2 websites1 computerspel1 Power Point met brochure

• 27 sujets ont été renseignésparmi les 13 hôpitaux

• Parmi ceux‐ci, 27 concernaient:12 brochures pour les parents6 brochures/cartes pour l’enfant3 sessions d’information/ journéesportes ouvertes1 film1 poster2 sites web1 jeu sur ordinateur1 Power Point avec brochure

0

1

2

3

4

5

6

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13

Aantal

Nombre


Informatie voor het kind en zijn ouders ontwikkeld in 2015 per ziekenhuis

Informations pour les enfants et les parents développées en 2015 par hôpital

La douleur chronique chez les enfants

Y a‐t‐il un enregistrement de la douleur chronique chez l’enfant dans votre institution ?

Y a‐t‐il des réunions multidisciplinaires structurées à ce sujet ?

Combien de cas individuels par an sont discutés à ces réunions

Y a‐t‐il des consultations spécifiques pour la douleur chronique chez l’enfant ?

Si oui, combien de patients sont suivis

Initiatieven in verband met chronische pijn bij kinderenInitiatives prises concernant la douleur chronique pédiatrique

• 2 ziekenhuizen gaven geen antwoord

• De andere 11 ziekenhuizen geven als extra informatie:

‐ Meewerken aan een nationale studie UZ Gent rond pijn na scoliosefusie.

‐ Preventief werken

‐ Hypnotherapie

‐ Prospectieve registratie van kinderen met chronische pijn (Manama)

‐ Vraag naar residentiële behandelcentra

• 2 hôpitaux ne donnent pas de réponse• Les 11 autres hôpitaux donnent comme information

supplémentaire : ‐ Collaborer à une étude nationale de l’UZ Gent

concernant la douleur après une fusion de scoliose.‐ Travaux préventifs‐ Hypnothérapie‐ Enregistrement prospectif des enfants avec douleur

chronique (3ème cycle)‐ Demande de centres de traitement résidentiels

Bent u erin geslaagd om uw actiepunten van 2015 te realiseren?Avez-vous réussi à réaliser les points d’action de 2015 ?

• Alle ziekenhuizen geven aan de actiepunten te hebben gerealiseerd; gedeeltelijk of volledig.

• Continueren van deze actiepunten blijft een werkpunt.

• Eén ziekenhuis geeft aan de actiepunten 2015 niet te hebben gerealiseerd omwille van de vele lesopdrachten en de grote klinische opdracht in het werken met kinderen met chronische pijn.

• In West‐Vlaanderen slaagt men erin een provinciaal overleg te organiseren met alle hoofdverpleegkundigen van de provincie.

• Tous les hôpitaux mentionnent que les points d’action ont été réalisés, partiellement outotalement.

• La continuité de ces points d’action reste un point d’attention.

• Un hôpital dit ne pas avoir réalisé les points d’action 2015 en raison d’une trop grande charge d’enseignement et de travail clinique concernant la douleur chronique chez les enfants.

• En Flandre‐Occidentale une concertationprovinciale a été organisée avec tous les infirmiersen chefs de la province.

Welke zijn de actiepunten voor 2016?Quels sont les points d’action pour 2016 ?

• Oprichten van een verpleegkundige website rond pijn bij kinderen

• Oprichten van een website voor ouders en kinderen in verband met pijn

• Revisie van bestaande protocollen, nieuwe protocollen schrijven en invoeren, specifieke protocollen ontwikkelen in het kader van chirurgie, onderzoek, behandeling of vaccinatie

• Nieuwe campagne om in elke ziekenhuiseenheid referentieverpleegkundigen voor pijn bij kinderen aan te stellen, deze een systematisch overleg aan te bieden, een taakomschrijving uit te werken, opleiding voorzien,..

• Ziekenhuisbrede actie in samenwerking met de MAT en de MPC

• Sensibilisatie rond het gebruik van schalen, het meten, aandacht voor gehandicapte kinderen met pijn, alsook voor de neonaat met pijn. Verloskamer in de actie betrekken.

• Meewerken aan een studie rond pijn na een scoliosefusie‐chirurgie

• Verder werken in de nationale werkgroep en de samenwerking met de BePPA en de BPPC. Het zakboekje verspreiden en opleiding rond geven.

• Werken rond chronische pijn bij kinderen.• Verpleegkundige beslissingsboom uitwerken rond pijn

bij kinderen.

• Créer un site web pour les infirmiers autour de la douleurchez les enfants

• Créer un site web pour les parents et les enfantsconcernant la douleur

• Revision des protocoles existants, écrire et introduire de nouveaux protocoles, développer des protocollesspécifiques dans le cadre de la chirurgie, recherche, traitement ou vaccination.

• Nouvelle campagne afin que dans chaque unitéhospitalière un infirmier référent pour la douleur chez les enfants soit désigné, ceci afin d’offrir une concertationsystématique, d’élaborer une description des tâches, prévoir des formations,…

• Action transversale dans l’hôpital en collaboration avec les EAM et les CMD.

• Sensibilisation autour de l’utilisation des échelles, de la mesure, attention pour les enfants handicapés avecdouleur, ainsi que pour les nouveaux‐nés. Salled’accouchement doit être impliquée dans l’action.

• Collaborer à une étude concernant la douleur après unechirurgie pour fusion de scoliose.

• Continuer à travailler dans le groupe de travail national et la collaboration avec la BePPA et la BPPC. Diffuser le livrede poche et donner une formation.

• Travailler autour de la douleur chronique chez les enfants.• Elaboration d’un arbre décisionnel infirmier autour de la

douleur chez les enfants.

Aanbevelingen aan de FOD Volksgezondheid:Recommandations au SPF Santé publique :

• om nationaal een sensibilisatie campagne te voeren naar alle ziekenhuizen en naar de eerste lijn

• om de diagnosticering en behandeling van chronische pijn bij kinderen uit te bouwen

• om de medische activiteit te financieren

• om opleiding te organiseren

• de verpleegkundig coördinator te vergoeden in functie van het aantal bedden/ziekenhuis

• om de psycholoog ingeschakeld in diagnosticeringen behandeling van chronische pijn bij kinderen, te vergoeden.

• om een mobiele equipe te financieren die deskundig advies op vraag kan bieden zodat zowel ontoereikende consumptie van pijnmedicatie als overconsumptie kunnen vermeden worden.

• Organiser une campagne de sensibilisationnationale pour tous les hôpitaux et la 1ere ligne

• Améliorer le diagnostic et le traitement de la douleur chronique chez les enfants

• Financer les activités médicales

• Organiser des formations

• Rémunérer le coordinateur infirmier en fonction du nombre de lits/hôpital

• Rémunérer le psychologue afin de pouvoir l’engagerpour le diagnostic et le traitement de la douleurchronique chez les enfants

• Financer une équipe mobile qui peut offrir des avis d’experts sur demande. Ceci permettrait d’observeraussi bien la consommation inappropriée de médicaments concernant la douleur que la surconsommation.

Welke belemmeringen werden ondervond (1)?Quels obstacles ont été rencontrés (1) ?

Als belangrijkste belemmeringen werd weergegeven:• Tijdsdruk bij de medische coördinator omdat dit

project toegevoegd wordt aan de al overvolle agenda

• Opleiding voor de medische coördinator rond pijn bij kinderen is niet georganiseerd in België

• De projectziekenhuizen moeten meer gestimuleerd worden om informatie, protocollen en opleiding te delen.

• Coördinatoren zijn overbevraagd, hebben te weinig tijd

• Patiënten en hun ouders zijn mondig en kennen hun wettelijke rechten (wet 2004) rond de behandeling van pijn. Dit in contrast met de grote nood aan vorming van alle betrokken ziekenhuismedewerkers

• Het gegeven consult blijft een advies, wat vrijblijvend naast zich neer kan gelegd worden door de verantwoordelijke arts van de patiënt

• Nood aan aandacht voor chronische pijn bij kinderen

Les obstacles les plus importants exprimés : • Emploi du temps chargé chez le médecin

coordinateur parce que ce projet est ajouté à sonagenda surchargé

• La formation pour le médecin coordinateur autourde la douleur chez les enfants n’est pas organiséeen Belgique

• Les projets dans les hôpitaux doivent être plus stimulés afin de partager l’information, les protocoles et la formation.

• Les coordinateurs sont trop sollicités et ont peu de temps

• Les patients et leurs parents sont capables de s’exprimer et connaissent les droits légaux (loi2004) autour du traitement de la douleur. Cecicontraste avec le besoin énorme de formations de tous les collaborateurs hospitaliers impliqués.

• La consultation reste un avis, ce qui n’engage à rien le médecin responsable du patient.

• Besoin d’attention à la douleur chronique chez les enfants

Welke belemmeringen werden ondervond (2)?Quels obstacles ont été rencontrés (2) ?

• Kinderen en hun ouders die na een weg van medical shopping, teveel onderzoeken en medicatie, verkeerde informatie en behandeling, bij de pediatrische pijnspecialist komen, vragen een enorme inspanning om deze kinderen en hun ouders terug op het juiste spoor te krijgen (foute informatie rechtzetten, vertrouwen winnen, therapietrouw ..)

• Procedurele pijn bij kinderen is wetenschappelijk erkend als een uitlokkende factor voor de ontwikkeling van chronische pijn, toch wordt dit niet overal gerespecteerd voornamelijk door het niet beschikbaar zijn van een anesthesist. Zelfs dwang en fixatie worden nog toegepast.

• Bij de pediatrische pijnspecialist is de angst aanwezig bekritiseerd te worden door “onwetende” collega’s. Het vraagt tijd om alle disciplines op te leiden rond het correct behandelen van pijn bij kinderen.

• De verwachtingen op de werkvloer naar de verpleegkundig coördinator zijn hoog en niet verenigbaar met de contractuele verplichtingen binnen een 50% functie

• Les enfants et leurs parents qui après avoir fait du shopping médical aussi bien au niveau des recherches qu’au niveau médicaments, informations fausses et traitement, arrivent chezle pédiatre spécialiste en douleur, demandent ungrand investissement afin que ces enfants et leursparents soient remis sur la bonne voie (corriger les informations erronées, regagner la confiance, fidélité dans la thérapie)

• La douleur liée à une intervention chez les enfantsest scientifiquement reconnue comme un facteur incitant pour le développement de la douleurchronique. Cependant ce n’est pas respectépartout notamment en ce qui concerne la disponibilité d’un anesthésiste. Même les contentions et fixations sont encore utilisées.

• La peur est présente chez les spécialistes pédiatriques de la douleur d’être critiqués par les collègues “qui ne connaissent pas”. Cela demandedu temps de former toutes les disciplines autourdu traitement correct de la douleur chez les enfants.

• Les attentes du terrain par rapport à l’infirmiercoordinateur sont hautes et non compatibles avecles exigences contractuelles d’une fonction à 50%.

Opmerkingen of reactiesRemarques et réactions

De volgende opmerkingen werden weergegeven:• Kan er een printversie worden voorzien van deze

tool?• Onvoldoende ruimte om de prestaties van het

voorbije jaar uit te schrijven• Veel artsen met ervaring in de pijnbehandeling van

volwassenen, behandelen ook kinderen zonder bijkomende opleiding

• Voor de behandeling van chronische pijn bij kinderen, worden de kosten van de psycholoog momenteel doorgerekend aan de ouders. Verder is er een nood voor een revalidatiecentrum voor kinderen met chronische pijn.

• Verderzetting van dit project is aanbevolen• Voorstel: laat de vergaderingen van de nationale

werkgroep doorgaan in de betrokken ziekenhuizen, zo kan er na de vergadering nog een bezoek aan het kinderziekenhuis gebracht worden

• De vraag 1.2. (opleidingsregistratie) kan door ons ziekenhuis niet ingevuld worden; beschikken niet over deze gegevens

Les remarques suivantes ont été formulées : • Peut on prévoir une version imprimable du tool? • Espace insuffisant pour écrire les prestations de

l’année précédente• Beaucoup de médecins avec expérience dans le

traitement de la douleur chez les adultes , traitentaussi des enfants sans formation complémentaire

• Pour le traitement de la douleur chronique chez les enfants, les coûts du psychologue sont à charge des parents. Des centres de réadaptation chez les enfantssouffrant de douleur chronique sont nécessaires.

• La poursuite de ce projet est recommandée• Proposition : laisser les réunions du groupe de travail

national continuer dans les hôpitaux concernés, ainsiune visite dans les hopitaux pédiatriques peut êtreorganisée après la réunion

• La question 1.2. (enregistrement des formations) ne peut pas être remplie par notre hôpital; nous ne disposons pas de ces données.

Conclusie 1Conclusion 1

• Elk ziekenhuis heeft een medisch en verpleegkundig coördinator aangesteld, de meesten met jaren ervaring rond pijn bij kinderen. Er is een verschil in de tijd/week die de medische coördinator spendeert aan het project. Blijkbaar zien we een positieve correlatie tussen de tijd die de medische coördinator in het project investeert en de realisaties van de verpleegkundig coördinator. Bij wisseling van een van de coördinatoren zien we een vertraging optreden, waarna het dynamisme zich weer herstelt.

• De verpleegkundig coördinatoren volgen specifieke opleidingen rond pijn en pijn bij kinderen. Als we kijken naar de gevolgde opleidingen specifiek voor pijn bij kinderen zien we dat voor de Franstalige de DIU‐opleiding ”La douleur de l’enfant en pratique quotidienne ; 2dagen/96 uur hoog scoort en voor de Nederlandstalige de opleiding “Pijn bij kinderen” van NVKVV. Interesse voor hypnose blijkt uit het feit dat 7 verpleegkundige coördinatoren een opleiding hypnose gevolgd hebben.

• Chaque hôpital a un coordinateur médical et uncoordinateur infirmier, la plupart avec des annéesd’expérience autour de la douleur chez les enfants. Il y a une différence au niveau du temps/semaine accordé au projet. Apparemment, il y a une corrélation positive entre le temps consacrépar le coordinateur médical au projet et les réalisations de l’infirmier coordinateur. Lors du changement d’un des coordinateurs, nous voyonsun retard avant que le dynamisme ne soit rétabli.

• Les infirmiers coordinateurs suivent uneformation spécifique autour de la douleur chezles enfants . Si nous regardons les formationsspécifiques suivies pour la douleur chez les enfants nous voyons que pour la formation DIU du côté francophone “La douleur de l’enfant en pratique quotidienne” 2 jours/96 heures obtientun haut score. Pour le côté néerlandophone, c’estla formation “Pijn bij kinderen” du NVKVV. 7 infirmiers coordinateurs ont suivi une formationconcernant l’hypnose. Cela démontre un intéretpour ce sujet.


• De samenstelling van het multidisciplinaire team waarbij minimaal naast de coördinatoren ook een klinisch apotheker, een kinesitherapeut en een klinisch kinderpsycholoog moet aanwezig zijn, wordt niet door alle ziekenhuizen gerespecteerd.

• Opleiding voor verpleegkundigen maakt het grootste deel uit van de opleidingen, gevolgd door de medici. De bijscholing van apothekers, kinesitherapeuten en psychologen scoort zeer laag.

• Opleiding geven rond pijn bij kinderen, lijkt een “bodemloze” put. De opleiding zou moeten uitgeschreven en erkend worden en vervolgens opgenomen worden in het opleidingsprogramma van de artsen en de verpleegkundigen.

• De turnover bij de verpleegkundigen is hoog, waardoor men steeds opnieuw moet starten van nul. Een goede basiskennis van pijn bij kinderen zou een grote meerwaarde betekenen. Eens tewerkgesteld in een specifiek werkdomein kunnen de verpleegkundigen verder bijgeschoold worden in de specifieke pijnbehandeling van de toevertrouwde patiëntenpopulatie.

• De pilootziekenhuizen zouden meer gestimuleerd moeten worden om alle opleidingen open te stellen en af te stappen van interne opleidingen.

• La composition de l’équipe multidisciplinaire pour laquelle il faut en plus du coordinateur unpharmacien clinique, un kinésithérapeute et unpsychologue clinique pédiatrique n’a pas étérespectée dans tous les hôpitaux.

• La formation des infirmiers représente la plus grande partie des formations suivies par les médecins. Il y a peu de formations suivies par les pharmaciens, les kinésithérapeutes et les psychologues.

• La formation donnée autour de la douleur chezles enfants semble être un puit sans fond. La formation devrait être développée et reconnue et ensuite être reprise dans le programme de formation des médecins et des infirmiers.

• Le turnover chez les infirmiers est élevé. De cefait il faut toujours recommencer de 0. Unebonne connaissance de base de la douleur chezles enfants serait une plus value. Dès qu’uninfirmier travaille dans un domaine spécifique, ilpeut se former dans le traitement de la douleurspécifique à cette population de patients.

• Les hôpitaux pilotes devraient être plus stimulés à ouvrir des formations et abandonner la formationinterne.


• Als we kijken naar de rapporten van 2013 en 2014 in vergelijking met 2015 zien we een duidelijke evolutie binnen de pilootziekenhuizen. Waar men de eerste jaren sterk gewerkt heeft rond sensibilisatie van het meten van pijn en welke pijnschalen gebruikt kunnen worden, zien we nu de ziekenhuizen evolueren naar specifieke protocollen. Deze protocollen handelen over een bepaalde chirurgie, onderzoek of behandeling met pijnbehandeling.

• Consultadvies van een pediatrisch pijnspecialist naar de behandelende arts zou niet vrijblijvend naast zich neer mogen gelegd worden.

• Dwang en fixatie van kinderen voor het uitvoeren van medische procedures mag niet langer getolereerd worden.

• Om een zicht te krijgen op chronische pijn bij kinderen dringt een registratie zich op. Het werkveld geeft aan dat er nood is aan omkadering voor de diagnose en behandeling van deze kinderen, zowel als revalidatiecentra.

• De diffusie van kennis gebeurt nu op vraag. Deze vrijblijvendheid moet opgeheven worden.

• Kinderen hebben het recht op een pijnvrije medische interventie. Het idee van een pijnpaspoort per kind zou een meerwaarde kunnen zijn.

• Si nous regardons les rapport de 2013 et 2014 et que nous les comparons avec 2015 nous observons uneévolution évidente à l’intérieur des hopitaux pilotes. Oùl’on a beaucoup travaillé les 1ères années autour de la sensibilisation à la mesure de la douleur et de quelleséchelles de douleur utiliser, nous voyons maintenant les hôpitaux évoluer vers des protocoles spécifiques. Ces protocoles concernent certains aspects de chirurgie, de recherche ou traitement de la douleur.

• Des avis de consultation d’un pédiatre spécialiste dans la douleur vers les médecins traitants ne devraient pas êtrefacultatifs.

• La contention et la fixation des enfants pour la réalisation des interventions médicales ne devraient plus être tolérées.

• Afin d’avoir une vue sur la douleur chronique chez les enfants un enregistrement doit être mis sur pied. Le terrain indique qu’il y a un besoin d’encadrement pour lediagnostic et le traitement de ces enfants ainsi comme des centres de revalidation.

• La diffusion des connaissances se fait sur demande. Ilfaudrait changer cette pratique.

• Les enfants ont le droit d’avoir une interventionmédicale sans douleur. L’idée d’un passeport pour la douleur par enfant serait une plus value.


• Een nationale sensibilisatie campagne rond pijnbij kinderen zou een boost kunnen geven voor deinteresse in deze problematiek bij allegezondheidsmedewerkers, inclusief de eerstelijn.

• De nationale werkgroep van deze 13pilootziekenhuizen heeft zich verenigd in deBePPA “Belgian Pediatric Pain Association”binnen de BPS. In 2016 zal de definitieve versievan het zakboek verspreid worden. Hetorganiseren van opleiding rond deze richtlijnenkan de verspreiding van kennis stimuleren. DeBePPA zou graag twee dagen Nederlandstalige entwee dagen Franstalige opleiding organiseren.

• Une campagne nationale de sensibilisation autour dela douleur chez les enfants pourrait améliorerl’intérêt à cette problématique chez tous lescollaborateurs dans le domaine de la santé, y comprisla 1ère ligne.

• Le groupe de travail composé de ces 13 hôpitauxpilotes s’est uni dans la BePPA “Belgian Pediatric PainAssociation” au sein de la PBS. En 2016, la versiondéfinitive du livre de poche sera distribuée.L’organisation d’une formation autour de cesrecommandations pourrait stimuler la diffusion. LaBePPA désirerait organiser une formation de 2 joursdu côté néerlandophone et du côté francophone.

Equipes algologiques multidisciplinairesMultidisciplinaire algologische teams

Activiteitenrapport en kwalitatieve vragenlijstRapport d’activité et questionnaire qualitatif

La partie de l'image avec l'ID de relation rId4 n'a pas été trouvé dans le fichier.

« Jaarlijkse nationale vergadering Pijnprojecten » • 22/09/16 3• « Réunion nationale annuelle Projets douleur»

Camille Henne, CHU BrugmannSchommer Marie‐Claire, CHC Liège Vertaling : Susan Broeckmans, UZ Leuven

Kwantitatieve Gegevens

I. Données quantitatives

Composition des équipes :Samenstelling van de teams:

• 2014: 4 ziekenhuizen zonder VTE arts

• 2015: 11 ziekenhuizen zonder VTE arts

• 2014: 3 ziekenhuizen zonder VTE niet‐medici

• 2015: 7 ziekenhuizen zonder VTE niet‐medici

Gegevens vergeten te communiceren of turnover van de teams ?

• 2014: 4 hôpitaux sans ETP médecin

• 2015: 11 hôpitaux sans ETP médecin

• 2014: 3 hôpitaux sans ETP non médical

• 2015: 7 hôpitaux sans ETP non médicaux

Oubli de communication des données ou turn over des

équipes?

Activités comparables en 2014/2015Vergelijkbare activiteiten in 2014/2015

• Op vlak van verdeling van activiteiten

• Samenwerking met andere teams en overeenkomsten gesloten met andere centra.

• Au niveau de la répartition des activités

• Des collaborations avec d’autres équipes et des conventions signées avec d’autres centres.

Toujours en réflexion…Le nombre de contacts patients.

Nog een reflectie... Het aantal patiënt contacten.

Nombre total de contact patient

Het aantal patiënt contacten.

2014 2015

somme 63071 75095

moyenne 663,91 736,23

médiane 373 317

min 2 0

max 3936 5000

Sans réponse 7 0

par ETP 307,62 321,89

Nombre de protocoles qui sont initiés ou

actualisés par l'équipe

Aantal nieuwe en geactualiseerde

protocollen door het team

2014 2015

somme 533 568

moyenne 6,06 5,57

médiane 4 4,00

Equipes cohérentes et constantes dans leurs missions générales

De teams lijken consistent in hun algemene doelstellingen

Activités comparable en 2014/2015Vergelijkbaare activiteiten in 2014/15

Augmentation des Formations intrahospitaliers

Toename van intramurale vormingen

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

Médecins : type d'activité

2014 2015

II. Données qualitatives

Kwalitatieve gegevens

Rappel : objectifs/doelstellingen 2014‐2015: formation du personnel reste la première priorité

opleiding van het personeel blijft de eerste prioriteit

2014 2015 2016

Objectif principal 1 Formation du personnel (21)

Formation du personnel (19)

Uniformisation des Protocoles

Objectif principal 2

Sensibilisation aux facteurs de

chronicisation et modèle bio psycho

social (16)

Protocoles et guidelines (18)

Renforcer le travail en réseau

Objectif principal 3


Collaboration externe (1er

ligne/centres références (15)

Continuer les formations du personnel

Réalisation des objectifs fixés pour 2015?

• De meeste teams hebben het gevoel dat ze hun doelstellingen bereikt hebben of zijn volop deze te realiseren.

De algemene doelstellingen zijnzeer vergelijkbaar, maar er is eengrote diversiteit in de uitvoeringervan

• Degenen die de doelstellingenniet bereikt hebben, wijten ditaan de instabiliteit van deteams

• La majorité des équipes estiment avoir réalisé leurs objectifs ou ils sont en cours de réalisation.

Les objectifs généraux sont assezsemblables mais grande diversitédans les manières de lesatteindre.

• Ceux qui ne les ont pas atteint avancent l’instabilité des équipes comme explication

Objectifs/Doelstelingen pour 2016?

2014 2015 2016

Objectif principal 1Formation du personnel (21)

Formation du personnel (19)

Uniformisation des Protocoles

(23)Objectif principal 2

Sensibilisation aux facteurs de

chronicisation et modèle bio psycho

social (16)


renforcer le travail en réseau

(16)

Objectif principal 3Protocoles et

guidelines (14)Collaboration

externe (1er ligne/centres références (15)

Continuer les formations du personnel

(13)

Quels obstacles avez‐vous rencontrés ?Welke obstakels heb je ondervonden?

1

2

3Manque de moyens

Ontoereikendemiddelen

Manque de réceptivité des équipes de soins

Gebrek aan openheid voor de

zorgteams

Turn‐over des équipes

Turnover van de teams

SB3

Diapositive 12

SB3 hier gaat het toch om de multidisciplinaire teams en niet de zorgteams?Susan Broekmans; 19/09/2016

Quels obstacles structurels avez‐vous rencontrés ?Welke structurele obstakels heb je ondervonden ?

1. Gebrek aan middelen

• Gebrek aan management en team management door de arts‐coördinator

• Tijd

• Computergestuurde hulpmiddelen

1.Manque de moyens

• Manque de management et de gestion de l’équipe de la part du médecin coordinateur

• Temps

• Outils informatisés


2. Gebrek aan mobilisatie op de zorgeenheden

• Weerstand tegen verandering

• Teams overbelast door andere projecten

• Gebrek aan betrokkenheid, gevoeligheid voor pijn thema

2. Manque de mobilisation des équipes sur le terrain

• Résistance aux changements

• Équipes trop sollicitées par d’autres projets

• Manque d’implication, de sensibilité au thème douleur

3. Turnover van de teams:

• MAT

• Teams van zorgeenheden

3. Turn over des équipes :

• EAM

• Des équipes dans les unités de soins


Pistes de levée des obstaclesDenkpistes om obstakels aan te pakken

• Mandaten valoriseren en stabiliseren

• Delegeren van de coördinatie van het team artsen niet beschikbaar door klinische activiteit

• Teams ondersteunen door hulpmiddelen op vlak van projectmanagement en educatie aan te reiken

• Het bevorderen van de organisatie van inter‐ziekenhuis trainingsdagen

• Valoriser les postes et leur stabilité

• Déléguer la coordination de l’équipe pour libérer les médecins submergés par la clinique

• Fournir aux équipes des outils de gestion de projet et des outils pédagogiques

• Promouvoir l’organisation de journées de formations inter hospitaliers

Vos recommandations au SPFUw aanbevelingen aan de FOD

RecommandationsLignes directrices

Aanbevelingenrichtlijnen

Appui pour stimuler les échanges

Ondersteuning om uitwisseling te stimuleren

Argumenter plus de moyens

Argumentatie voormeer middelen

1

23

Het functioneren van teams

Meer richtlijnen om de praktijk te standaardiseren

Hoe de verschillende functies verduidelijken? (// pijncentra, pediatrische teams)

Meer feedback van de FOD

Fonctionnement des équipes

Donner + de lignes directrices pour uniformiser les pratiques

Comment articuler les différentes fonctions? (//centres, équipe pédiatrique )

Plus de feed‐back du SPF


2. FOD ondersteuning voor de uitwisseling tussen de teams te versterken

Meer bijeenkomsten georganiseerd door en met de FOD

wetenschappelijke platform(// aanvraag centra)

3. Meer middelen : Financiële Teams versterken (secretaris,

maatschappelijk werker...)

2. Appui du SPF pour stimuler les échanges entre les équipes

Plus de rencontres organisées par le SPF et avec le SPF

Plateforme scientifique (//demande des centres)

3. Plus de moyens Financiers Renforcer les équipes

(secrétaire, AS…)


4. Organisatie van een nationale sensibilisatie campagne over aanpak van pijn

5. Een andere manier om projecten te evalueren

Vrije activiteitenrapportage Kwaliteitsindicator? patiënt

tevredenheidsonderzoek? (// pijncentra)

4. Organiser une campagne de sensibilisation nationale à la prise en charge de la douleur

5. Autre manière d’évaluer les projets

Rapport d’activité libre Indicateur qualité ? Enquête de satisfaction des

patients ? (//centres)


ConclusionConclusie

• Stabilisatie van activiteit en het uitwerken van doelstelling, ondanks de turnover van de teams

• Reflectie op de coördinatie van de teams ...

• Differentiatie tussen wetenschappelijk verantwoordelijke (medisch) en de coördinator van team en projecten

• Stabilisation de l’activité et travail de fond des missions malgré le turn‐over des équipes.

• Réflexion concernant la coordination des équipes…

• Différencier le responsable scientifique (médical) et le coordinateur de l’équipe et des projet.

• Veel creativiteit om de opdracht uit te voeren

• Bereidheid om de “pijncultuur” uit te dragen in netwerk en op andere sites en andere eenheden.

• Nood aan meer contacten met de FOD (vergaderingen, aanbevelingen, uitwisseling ...)

• Grande créativité dans les façons de réaliser les missions

• Volonté d’élargissement de la « culture douleur » au réseau et aux autres sites, autres unités.

• Volonté d’avoir plus de contacts avec le SPF

(rencontres, recommandations, échanges …)

ConclusionConclusie

Merci pour votre attention Dank u voor uw aandacht

Multidisciplinaire centra voor de behandeling van chronische pijn

Centres multidisciplinaires pour le traitement de la douleur chronique

Activiteiten rapportRapport d’activité

« Jaarlijkse nationale vergadering Pijnprojecten » • 24/09/2016 3• « Réunion nationale annuelle Projets douleur»

I. KWANTITATIEVE GEGEVENS

I. Données quantitatives

Equipes et réseaux : en développementTeams en netwerken: in ontwikkeling

• Medisch team:

– 2014 : 93 VTE

– 2015 : 113 VTE (+20)

• Niet‐medisch team:– 2014 : 167 VTE

– 2015 : 179 VTE (+12)

• 4 centra (7 in 2014) die geen contract hebben met een multidisciplinair algologisch team

• Equipe médicale :

– 2014 : 93 ETP

– 2015 : 113 ETP (+20)

• Equipe non‐médicale :– 2014 : 167 ETP

– 2015 : 179 ETP (+12)

• 4 centres (7 en 2014) n’ont pas de contrat avec une EAM

• 4 centra zijn nog niet conform• Vele centra hebben meer

personeel in dienst dan vergoed

• 4 hôpitaux non conformes• Beaucoup ont + de personnel que

ce qui est financé

0

2

4

6

8

10

12

14

16

18

0 0,9 1,1 2 4 5

Nbcenters

Non‐medical team members (FTE real/FTE financed)

2014

2015

9 centra blijken niet conformte zijn op minstens ééncriterium binnen het contract(in 2014 én 2015)

Discussie nog lopende

Conformité avec le contrat SPF :

9 centres non conformes sur au moins un critère en 2014 et 2015

En discussion au cabinet

Equipes et réseaux : conformitéTeams en netwerk: conformiteit

• Betere definiëring

• Stijging van het aantal groepsbehandelingen

• Meilleures définitions

• Augmentation groupes

0

50

100

150

200

250

300

350

400

450

500

# new patients # patientsfollowed in BPSperspective

# individualtreatmentsessions/10

# patients in grouptreatment

# treatmentsessions in group

Kwantitative data (median numbers)

2014 2015

Min 35 37 48 4 1 46 7 2 3 0

Fonctionnement des équipesFunctionering van de teams

Centra die geengroepsbehandeling hadden in 2014 (n = 7)

• 1: ontwikkeling van groepsaanpak nog in ontwikkeling

• 2: aanvang in 2015

• 1: gepland voor 2016

• 3: ?

Centres qui n’avaient pas de groupes en 2014 (n=7)

• 1 : développement de séances d’information

• 2 : début de groupes en 2015

• 1 : en projet pour 2016

• 3 : ?

II. KWALITATIEVE GEGEVENS

II. Données qualitatives

Objectifs 2015/2016Doelstellingen 2015/2016

Niet altijd duidelijk of de doelstellingen gerealiseerdzijn

Klassering in 3 groepen:

• Structuren

• Processen

• Resultaten

Pas toujours clair de savoir si les objectifs ont été remplis

Classement : 3 catégories

• structures• processus• résultats

Objectifs 2015/2016 : structuresDoelstellingen 2015/2016 : structuren

• Teams: opleiding, teambuilding, preventieburn‐out, supervisie, …

• Administratie: electronischdossier, specifieketoepassingen zoals– Verpleegkundige anamnese– Functioneel bilan kine– Re‐integratie socio‐

professioneel– Dagboek– …

• Equipes : formation, teambuilding, prévention burn‐out, supervision,…

•Administration : dossier informatisé, outils spécifiques, par ex :

– anamnèse infirmière

– bilan fonctionnel kiné

– suivi réinsertion socioprof.

– carnet de route

– …

Objectifs 2015/2016 : processus patientsDoelstellingen 2015/2016 : processen patiënten

• Zorgtraject(en), protocols

• Informatiesessies• Triage, vroegtijdige detectie• Gestructureerde evaluatie• Bredere therapeutische

aanpak• Professionele re‐integratie• Herevaluatie patiënten• Documenten om de therapie

te leiden/sturen

• Trajet(s) de soins, protocoles

• Séances d’info. initiale• Triage, détection précoce• Evaluation structurée•Offre thérapeutique élargie• Réinsertion socioprof.• Réévaluation des patients•Documents, dont carnets de travail pour les groupes

Objectifs 2015/2016 : processusDoelstellingen 2015/2016 : processen

• Team: taakomschrijving (wie doet wat?)

• Netwerk (intern/extern)

– Zichtbaarheid, overleg

– Uitwisseling van ervaringen

– vb. « toolbox van de patiënt voor het omgaan met zijn chronische pijn »

– vb. Informatiebrief voor huisarts

•Equipe : descriptifs de fonction (qui fait quoi ?)

•Réseau (interne/externe)– Visibilité, concertation

– Partage d’expériences

– Ex. : atelier MG « la boîte à outils du patient dans la gestion de ses douleurs chroniques »

– Ex. : lettre d’info pour les MG

Objectifs 2015/2016 : processusDoelstellingen 2015/2016 : processen

Evaluatie van de processen

• Registratie van gegevensbetreffende de zorgtrajecten

• Evaluatie vragen aanpatiënten en verwijzers

• Evaluatiegesprekken met personeel

• Accreditatie bekomen

Evaluer les processus• Enregistrer des données concernant les trajets de soins

•Demander un feed‐back aux patients et médecins référants

• Entretiens d’évaluation avec le personnel

•Démarche d’accréditation

Objectifs 2015/2016Doelstellingen 2015/2016

Onderzoek/resultaat• Patiëntengegevens

verzamelen om hun evolutieop te volgen

• Studie omtrent de socio‐professionele re‐integratie

• Samenwerking met instellingen van fundamenteel onderzoek

• Wetenschappelijkonderzoek over de behandelingsmodaliteiten

Recherche/résultats• Enregistrer données patients pour évaluer leur évolution

• Etude sur les possibilités de réinsertion socioprof.

• Collaboration avec labos de recherche

• Recherche scientifique sur traitements

Suggestions / obstacles : structuresSuggesties / obstakels: structuren

Financiering• Onvoldoende (duur van

consultaties, intellectueleactes, vergaderingen, coördinatie, opleiding)

• Perceptie van de financieringals onzeker en beperkt in de tijd

Resulteert in overbevraging, conflicten met »meerrendabele » activiteiten, moeilijkerecrutering van personeel, onvoldoende ontwikkeling

Financement• Insuffisant (volume activité, durée consultations, acte intellectuel, réunions multi., coordination médicale, formation…)

• Vécu comme précaire, limité dans le temps

surcharge, conflits avec activités « rentables », difficultés de recrutement, limitation développements…

Suggestions / obstacles : structuresSuggesties / obstakels: structuren

Financiering: remgeld voorpatiënt!?

Teams:• Samenstelling

– Flexibiliteit in % verdeling (ergo, psycho)

– Financiering administratiefpersoneel

• Opleiding (tijd en financiering!)• Vervanging van afwezig

personeel is problematisch

Financement (suite) : ticket modérateur patient !?

Equipes• Composition :

– plus de souplesse dans % métiers (ergo, psy)

– financer secrétaire !

• Formation : nécessite temps et financement

• Difficultés de remplacement du personnel absent

Suggestions / obstacles : processusSuggesties / obstakels: processen

• Betere omschrijving van de objectieven (intensieveopvolging van bepaaldepatienten of meer patientenbegeleiden tijdens hun oriëntatie in het zorglandschap ?)

• Overbelasting resulteert in langere wachttijden, minderopleiding en zet druk op de goede werking van de teams

• Mieux préciser les objectifs (suivi intensif de qquespatients ou orientation de plus de patients dans le paysage de soin ?)

• Surcharge de travail augmente les délais, empêche la formation, met les équipes sous pression


Socio‐economische re‐integratie ondersteunen:

• Netwerk: beteresamenwerking(arbeidsgeneesheren, adviserende geneesheren, FOD, VDAB, …)

• Initiatieven door de centra ondersteunen

• Referentie‐persoon per ziekenhuis?

Favoriser réinsertion socioprofessionnelle :

• Réseau : meilleure collaboration (médecins du travail, mutuelle, SPF, VDAB,…)

• Soutenir les initiatives des centres

•Une personne de référence par hôpital ?


Ondersteuning voor de ontwikkeling van projecten:• Feedback en

gepersonaliseerdeaanbevelingen door FOD

• Ondersteuning door centra die al ervaring hebben

• Ontwikkeling van protocolsof handleidingen op nationaal niveau ..“die ruimte laten voor interpretatie in een specifieke setting”

Soutien dans développement de projets :

• Feed‐back et conseils personnalisés par le SFP

• Soutien par centres expérimentés

• Développement de guides de bonne pratique, protocoles nationaux… « qui laissent place aux interprétations en fonction des caractères spécifiques des institutions »


Netwerk:

• Meer samenwerking met andereteams

• Platform voor ondersteuning van initiatieven binnen een netwerk

• Verschillen in mening over aanpak, gebrek aan opleidingliggen natuurlijk moeilijk

• Opleiding huisartsen: vroegtijdigedetectie, gebruik van opiaten

• Patiëntenregister opstellen(medical shopping)?

Réseau :

• Plus de collaborations avec d’autres équipes multi.

• Plateforme de soutien des initiatives en réseau

• Difficultés : divergences de vue, manque de formation à l’algologie…

• Formation MG : détection précoce, usage opiacés

• Créer un registre de patients ?

Suggestions / obstacles : rapport activitéSuggesties / obstakels: rapportering

Rapport optimaliseren• Helderheid van de vragen• Onderscheid maken tussen

biopsychosociaal model en interventioneel handelen isvaak artificieel

• Vroeger doorsturen van bevraging

Geen echte weergave van werkelijke situatie• Voorstelling door de centra

voorzien?

Optimaliser le rapport

• Clarté des questions• Distinction modèle BPS / interventionnel artificielle

• Envoyer plus tôt

Ne reflète pas vraiment ce qui se passe sur le terrain

• Prévoir des présentations/centre ?

Suggestions / obstacles : autresSuggesties / obstakels: andere

• Wachttijden• Samenwerking met andere

disciplines• Werkverdeling tussen

verschillende activiteiten• Moeilijkheden om lokalen te

verkrijgen (groepssessie)• Patiëntenprofiel, met soms

weinig motivatie, psychiatrischeaandoeningen en medicalshopping

• Délais de prise en charge• Collaborations avec autres disciplines

• Répartition temps travail entre centre et autres activités (plus rentables)

• Difficulté d’obtenir locaux pour activités en groupe

• Profil patients : parfois peu de motivation, psychiatriques, shopping médical

Conclusions ‐ Besluiten

Kwantitatieve gegevens:

• Vermindering (verwacht) van aantal nieuwepatiënten

• Verhoging van het aantalgroepsbehandelingen(maar …)

Données quantitatives :

• Réduction (attendue) nb nouveaux patients

• Augmentation traitements en groupe (mais…)


• Jaarlijks hernieuwbaar contract blijft precair

• Onvoldoende financiering

• Nood aan ondersteuning– Netwerk

• Therapeutisch• Professionele re‐integratie

– Guidelines– Gepersonaliseerde feedback

• Précarité liée au contrat renouvelable annuellement

• Financement insuffisant

• Besoin de soutien– Réseaux

• Thérapeutiques• Réinsertion socioprof

– Guidelines– Feed‐back personnalisé


Vele projecten en voorstellen

• « Zorg voor het team »• Procesevaluatie• Re‐integratie• Vroege detectie en secundaire preventie

Nombreux projets et idées, notamment :

• « Soin de l’équipe »• Evaluation des processus• Réinsertion socioprofessionnelle

• Détection précoce et prévention secondaire

Degré de satisfaction de patients et de médecins vis-à-vis d’une nouvelle brochure sur la lombalgie

‐Tevredenheid van patiënten en artsen over een

nieuwe informatiebrochure betreffende lage rugpijn

Demoulin C.*, Roussel N., Haugustaine L., Grosdent S., Somville P-R., Tomasella M., Salamun I., Defaweux M., Depas Y., Genevay S.,

Marty M., Rozenberg S., Crielaard J-M., Vanderthommen M.

« Jaarlijkse nationale vergadering Pijnprojecten » • 22/09/2016 • « Réunion nationale annuelle Projets douleur»

* Département des Sciences de la Motricité, Université de Liège, Service de Médecine de l’Appareil Locomoteur, CHU de Liège, Belgique

DEMOULIN C., HAUGUSTAINE L., GROSDENT S., SOMVILLE P.R., TOMASELLA M., SALAMUN I., DEFAWEUX M., DEPAS Y., ROUSSEL N., GENEVAY S., MARTY M., ROZENBERG S., CRIELAARD J.M., VANDERTHOMMENM. (2014). «Degré de satisfaction d’une population asymptomatique et symptomatique à l’égard d’une brochure originale sur la lombalgie ». Congrès Société Française de Rhumatologie (SFR) 2014. Abstract in Revue du Rhumatisme, 81(suppl1):A32.

Introduction

• Les croyances « délétères » des patients lombalgiques sont nombreuses et favorisent passage/maintien à la chronicité

Inleiding

• Negatieve of “schadelijke" gedachten over lage rugpijn komen vaak voor en kunnen de transitie naar chronische klachten in de hand werken


Introduction

• L’information des patients permet de limiter les conséquences des lombalgies

(Udermann et al. 2004, Coudeyre et al. 2006, Henrotin et al. 2006, etc.).

Inleiding

• Het geven van adequate informatie aan de patiënt kan de gevolgen van lage rugpijn beperken

(Udermann et al. 2004, Coudeyre et al.

2006, Henrotin et al. 2006, etc.).

« Jaarlijkse nationale vergadering Pijnprojecten » • 22/09/2016 • « Réunion nationale annuelle Projets douleur»4

Introduction.

Inleiding

« Jaarlijkse nationale vergadering Pijnprojecten » • 22/09/2016 • « Réunion nationale annuelle Projets douleur»5

Introduction

• Existence de nombreux livres / brochures au sujet de la lombalgie.

Inleiding

• Er bestaan talrijke boeken / brochures over lage rugpijn.


Introduction

• Existence de nombreux livres / brochures au sujet de la lombalgie.

Inleiding

• Er bestaan talrijke boeken / brochures over lage rugpijn

Introduction

• MAIS ….

• ne corrigent souvent pas suffisamment les croyances délétères ;

• approche souvent trop biomédicale/biomécanique ;

• ne comportent généralement que peu/pas d’éducation à la neurophysiologie de la douleur ;

• pas toujours adaptés à la population générale.

Inleiding

• MAAR…

• ze corrigeren onvoldoende de schadelijke overtuigingen;

• ze zijn al te vaak biomedisch/biomechanisch gericht;

• ze bevatten over het algemeen weinig / geen pijnneurofysiologie;

• Ze zijn niet altijd aangepast voor de algemene bevolking .


Introduction Inleiding


Développement d’une nouvelle brochure par une équipe multidisciplinaire de spécialistes de la lombalgie

Ontwikkeling van een nieuwe brochure door een multidisciplinair team van rugpijnspecialisten

Introduction

• Version 1 établie par l’équipe du CHU Liège

Inleiding

• Versie 1 uitgegeven door het team van CHU Liège


Introduction


• Analyse par 9 experts internationaux

Inleiding


• Analyse door 9 internationale experts


Introduction


• Analyse par 9 experts internationaux

• Modifications

• Version 2

Inleiding


• Analyse door 9 internationale experts

• Aanpassingen

• Versie 2


Introduction

• Version 2

Inleiding

• Versie 2


Objectifs

• Examiner si cette « Version 2 » répond aux attentes de:

‐ Sujets asymptomatiques avec ou sans ATCD de LB

‐ Patients lombalgiques

‐ Médecins

Doelstellingen

• Nakijken of « Versie 2 » voldoet aan de verwachtingen van:

‐ Asymptomatische proefpersonen met of zonder voorgeschiedenis van lage rugpijn (LRP)

‐ Patiënten met rugpijn

‐ Artsen


Méthodologie

• Population

53 sujets asymptomatiques

Methodologie

• Bevolking

53 asymptomatische proefpersonen


25 sans ATCD de D+ Lx (SAtcd)

28 avec ATCD de D+ Lx (AAtcd)

25 zonder voorgeschiedenis

van LRP(ZAtcd)

28 met een voorgeschiedenis van LRP (MAtcd)

Méthodologie

• Population


Methodologie

• Bevolking


44 patients lombalgiques (LB) 44 patiënten met rugpijn (LRP)

8 LB aiguës(LBA)

36 LB chroniques(LBC)

8 acute LRP (ALRP)

36 chronische LRP(CLRP)


Méthodologie

• Population


Methodologie

• Bevolking


44 patients lombalgiques (LB) 44 patiënten met rugpijn (LRP)

22 généralistes

9 spécialistes (médecine

physique et reva)


31 médecins (MD) 31 artsen (A)

22 huisartsen

9 specialisten(fysische

geneeskunde en revalidatie)

Méthodologie

• Protocole expérimental

Methodologie

• Experimenteel protocol


15 jours / 15 dagen

Distribution de la brochure Verspreiding van de brochure

Questionnaire de satisfaction Tevredenheidsonderzoek

Méthodologie

• La brochure (Version 2)

Methodologie

• De brochure (Versie 2)


‐ 48 pages / 48 pagina’s

‐ 6 parties / 6 delen

‐ Questions‐réponses / Vragen‐antwoorden

Méthodologie


Methodologie



Méthodologie


Methodologie



Résultats

• Satisfaction

Resultaten

• Tevredenheid2

De lengte van het boekje is aangepast

Longueur (50 pages) critiquée par certains sujets. Néanmoins, la structure (sous forme de questions‐réponses) permet aux sujets de ne consulter que les thématiques qui les concernent et les intéressent.

Lengte (50 pagina's) bekritiseerd door sommige proefpersonen. Toch maakt de structuur (in de vorm van vraag ‐ antwoord) het mogelijk dat proefpersonen enkel die onderwerpen bekijken waarover ze bezorgd zijn of die hen interesseren.

« Jaarlijkse nationale vergadering Pijnprojecten » • 22/09/2016 • « Réunion nationale arnnuelle Projets douleur»

Résultats

• Satisfaction

Resultaten

• Tevredenheid2

Très complète d’après la majorité des sujets … mais encore perfectible

Erg volledig voor de meeste onderwerpen ... maar nog steeds voor verbetering vatbaar

Er zijn nog andere thema's/onderwerpen die hadden moeten worden besproken/ opgenomen worden in de brochure


Résultats

• Satisfaction

Resultaten

• Tevredenheid2

Adaptée à la population générale Geschikt voor de algemene bevolking

De tekst is begrijpelijk en de gebruikte termen zijn niet al te ingewikkeld


Résultats

• Satisfaction

Resultaten

• Tevredenheid2

De brochure is leesbaar

Très appréciée

Ik ben van plan om deze brochure voor te stellen aan mijn vrienden en hen adviseren ze te lezen

Ik denk de brochure in de toekomst nog eens te lezen

Waardering van de brochure (/ 10) (mediane (P25‐P75)) [min‐max]

Zeer gewaardeerd

Résultats

• Satisfaction

Resultaten

• Tevredenheid2

50% des sujets déclarent que cette brochure présenterait un intérêt pour la population générale

50 % van de mensen geven aan dat deze brochure van belang zou kunnen zijn voor de algemene bevolking

Deze brochure moet worden verspreid naar

Résultats

• Satisfaction

Resultaten

• Tevredenheid

La brochure pourrait avoir un impact sur l’expérience douloureuse chez certains patients.

De brochure kan een impact hebben op de pijnlijke ervaring bij sommige patiënten.

3

Het lezen van de brochure had een impact op de evolutie van mijn pijn


Résultats

• Satisfaction

Resultaten

• Tevredenheid

La brochure semble permettre de dédramatiseret de rassurer un patient sur deux.

De brochure lijkt te dedramatiserenen gerust te stellen bij een op twee patiënten

3

De brochure heeft mijn angst / bezorgdheid in verband met mijn pijn verminderd

Résultats

• Médecins

Resultaten

• Artsen

Lecture de la brochure :‐ 3 ont lu la brochure de

façon superficielle.

‐ 28 ont lu la brochure en

entier.

Lezen van de brochure :‐ 3 hebben de brochure in een

oppervlakkige manier gelezen.

‐ 28 hebben de brochure volledig gelezen.

Résultats

• Satisfaction

‐

Resultaten

• Tevredenheid

Agréable, adaptée, complète …

Trop longue selon ½ généralistes

Prettig, aangepast en volledig…

Te lang volgens ½ de huisartsen8/10

Résultats

• Satisfaction

‐

Resultaten

• Tevredenheid

Conforme aux données récentesde la littérature scientifique

OK pour distribuer à mes patients

In overeenstemming met de recente gegevens in de wetenschappelijke literatuur

OK om uit te delen aan mijn patiënten

Conclusions

• Brochure adaptée et très appréciée par sujets asymptomatique, patients LB et médecins

• Quelques adaptations suggérées.

• Etudes complémentaires nécessaires afin d’examiner l’efficacité de cette brochure.

Conclusies

• Brochure geschikt en gewaardeerd door patiënten,asymptomatische LB en artsen.

• Sommige wijzigingen werden voorgesteld

• Verdere studies nodig om de effectiviteit van deze brochure onderzoeken.


News

• Version 3

News

• Versie 3

Annexes Bijlagen

www.retrainpain.org/

Annexes Bijlagen

Analgosedatie bij kinderen buiten de operatiekamer

‐Analgosédation chez l'enfant en dehors du

bloc opératoire

Dr André Mulder


Procedurele analgosedatie

Geneesmiddelen en andere mogelijkheden

• Sedativa

• Analgetica

• Dissociatieve

• Afleiding

ter beschikking tijdens een procedure

• Anxiolyse

• Antalgia

• Verdoving

• Bewegingscontrole

Analgosédation procédurale

Médicaments et moyens

• Sédatifs

• Analgésiques

• Dissociatifs

• De distraction

pour obtenir,

pendant une procédure,

• Anxiolyse

• Analgésie

• Sédation

• Contrôle des mouvements« Jaarlijkse nationale vergadering Pijnprojecten » • 22/09/2016 • « Réunion nationale annuelle Projets douleur»

OV1

Diapositive 2

OV1 om (?)Vanhaute Omer; 20/09/2016


Context

•Groeiende vraag•Anesthesisten of niet•Grote verscheidenheid aan medicijnen en technieken

•Variabiliteit van het niveau van sedatie

Kritiek en zelfkritiek

Richtlijnen

Vorming?

Contexte

•Demande croissante

•Anesthésistes ou non•Large variété de médicaments et de techniques

•Variabilité du niveau de sédation

Critique et auto‐critique

Guidelines

Formations ?


Groeiende vraag

•Spoedgevallendienst•Medische beeldvorming

•Oncologie•Vasculaire toegang•Tandheelkunde•Endoscopies•Verbanden•Puncties, fracturen en ontwrichtingen, …

•Cardioversie , echo's , ...

Demande croissante

•Salle d’urgence•Imagerie médicale

•Oncologie•Accès vasculaires•Dentisterie•Endoscopies•Pansements

•Ponctions, réduction,…•Cardioversion, échos,…


Groeiende vraag (2)

•Angstige kinderen•Herhaalde handelingenEn ...

•Gedwongen immobilisatie

•Handelingen zonder pijnstilling

•Onvoldoende sedatie•Behoefte groter bij de kinderartsen dan bij de anesthetistenSrinivasan 2015

Demande croissante (2)

•Enfants anxieux•Actes répétésEt…

•Immobilisation forcée

•Actes sans analgésie•Sédations insuffisantes•Situations surtout décrites par les pédiatres, davantage que par les anesthésistes Srinivasan 2015


OV10

Diapositive 6

OV10 ?????Vanhaute Omer; 20/09/2016

WIE ?

•Multidisciplinair

•Behoefte aan overeenstemming

•Behoefte aan homogeniteit

•Groeiende ervaring•Beoordeling van het bewijsmateriaal

QUI ?

•Multidisciplinaire

•Besoin de concertation•Besoin d’homogènéité

•Expérience croissante•Evaluer les preuves




Bedenkingen

•Door anesthesiologen– Gebrek aan transparantie

– Zorgeloosheid

•Door niet ‐ anesthesiologen– Veiligheidsissue

– Ongetraind personeel

– Variabele niveau van sedatie

– "Verpleegkundige sedatie"

– Niet titreerbare en langwerkende medicijnen

Critiques

•Par anesthésistes– Manque de transparence

– Manque de prévoyance

•Par non‐anesthésistes– Problème de sécurité

– Personnel non entraîné

– Niveau de sédation variable

– “Nurse sedation”

– Médicaments non titrables et de longue durée d’action



Aanbevelingen

•Risicobeoordeling•Toestemming

•Statuut van de jonge patiënt

•Bewaking•Mogelijkheid om af te sluiten

•Noodprocedures•Vaardigheden en competenties

•Naleving van de aanbevelingen ?

Recommandations

•Evaluation du risque•Consentement

•Statut de jeune•Surveillance•Aptitude à la sortie•Procédures de secours•Aptitudes et compétence

•Adhésion aux recommandations ?



Vaardigheden en competenties

•Risicoanalyse•Kennis en ervaring sedativa

•Bewaking en toezicht•Herkennen en interpreteren van de niveaus van sedatie

•Herkennen en behandelen van eventuele bijwerkingen of complicaties

Habilité et compétences

•Analyse du risque•Connaissances et expérience des sédatifs

•Monitoring et surveillance

•Reconnaître et interprèter les niveaux de sédation

•Reconnaître et traiter tous effets secondaires ou complications


Gegevens bewijs

•Indirect bewijs•Definities ...•Adviezen van deskundigen•Gemeenschappelijke regels inzake anesthesie

•Aantoonbare effectiviteit van de uitvoering van de aanbevelingen

Données de preuve

•Preuves indirectes•Définitions…•Opinions d’experts•Règles communes d’anesthésie

•Preuve d’efficacité de l’implémentation des recommandations publiées


Barbi 2003 ‐ Hoffman 2002 ‐ Pitetti 2006 ‐ Ruess 2002 ‐ Cravero 2009 – Vespasiano 2007

OV15

Diapositive 15

OV15 ?????Vanhaute Omer; 20/09/2016

Risicofactoren

•Context•Ongepaste bewaking•Reanimatie vaardigheden

•Inadequate assessment

•Onvoldoende herstel•Interacties (>3 medic . )

•Onverwacht diepe sedatie

Facteurs de risque

•Contexte•Monitoring inapproprié

•Compétences de réanimation

•Evaluation inadéquate•Récupération inadéquate•Interactions (>3 médic.)

•Sédation profonde inattendue


Coté 2000 – Polaner 2001 – Leroy 2010 – Motas 2004 …



Risicofactoren (2)

•Onderliggende ziekteGreen 2009 – Sanborn 2005 – Cravero 2009

Malviya 1997 – Vespasiano 2007

•Verschillende sedativaGreen 2009 – Hoffman 2002 – Pitetti 2003

Sanborn 2005 ‐ Cravero 2009 – Gall 2001

•Jonge kinderenGreen 2009 (< 2 ans)

Cravero 2009 (< 6 mois)

Malviya 1997 et Gall 2001 (< 1 an)

•Sommige geneesmiddelen Yildizdas 2004 – Pitetti 2003 – Roback 2005

Newman 2003 – Mason 2004

Facteurs de risque (2)

•Maladie sous jacenteGreen 2009 – Sanborn 2005 – Cravero 2009

Malviya 1997 – Vespasiano 2007

•Plusieurs sédatifsGreen 2009 – Hoffman 2002 – Pitetti 2003

Sanborn 2005 ‐ Cravero 2009 – Gall 2001

•Jeunes enfantsGreen 2009 (< 2 ans)

Cravero 2009 (< 6 mois)

Malviya 1997 et Gall 2001 (< 1 an)

•Certains médicamentsYildizdas 2004 – Pitetti 2003 – Roback 2005

Newman 2003 – Mason 2004

Source: International Journal of Pediatrics

Piet L.J.M. LEROY 2010


Ideaal product

•Kalmerend

•Pijnstillend•Hemodynamische stabiliteit

•Korte halfwaardetijd•Geen bijwerkingen•Bruikbaar zonder veneuze toegang

•Antidotum beschikbaar

Produit idéal

•Sédatif•Analgésique•Maintien hémodynamique

•Courte demi‐vie élimin.

•Pas d’effets secondaires•Utilisable si pas d’accès veineux

•Antidote disponible


Niet titreerbare producten

•Benzodiazepines•Chloraalhydraat•Barbituraten•Opiaten•of samenstellingen

•variabel maar reëel risico

•Vereisen specifieke vaardigheden : om alle niveaus van sedatie te beheren

Produits non titrables

•Benzodiazépines•Hydrate de chloral•Barbituriques•Opiacés•ou associations•Risque variable mais réel

•Nécessitent compétencesspécifiques: pouvoir gérer tous les niveaux de sédation


Propofol

•Reëel risico•Vereist specifieke vaardigheden voor alle niveaus van de sedatie

gelijkwaardige veiligheid anesthesisten of niet …. Indien een goed opgeleid en toegewijd teamCravero 2009

Multicentric Pediatric Sedation Consortium (n=50.000)

Green 2001

Propofol

•Risque réel•Nécessite compétencesspécifiques, pour tous les niveaux de sédation

•Sécurité équivalente anesthésistes ou non… si bien entraîné et équipe dédiéeCravero 2009

Multicentric Pediatric Sedation Consortium (n=50.000)

Green 2001


Ketamine

•Diepgaande analgesie•Sedatie, amnesie

•Klein, maar reëel risico

•Vereist specifieke vaardigheden voor het bedoelde niveau van sedatie

•Risicofactoren Green 2009– Hoge dosissen IV

– < 2 jaar of > 13 jaar

– Benzodiazepines of anticholinergica

Kétamine

•Analgésie profonde•Sédation, amnésie

•Risque faible mais réel

•Nécessite compétences spécifiques pour le niveau de sédation visé

•Facteurs de risque Green 2009– Hautes doses IV

– < 2 ans ou > 13 ans

– Anticholinergiques ou benzodiazépines




Ketofol

•Minder incidenten

•Minder braken

•Sneller herstel•Verhouding besproken

•Specifieke competenties voor de afzonderlijke producten is noodzakelijk

Kétofol

•Moins d’incidents

•Moins de vomissements

•Récupération plus rapide•Ratio discuté

•Nécessite les compétences requises par les produits séparés


Dexmedetomidine

•Anxiolytische, kalmerend, pijnstillend middel

•Zeer laag risico•IN / PO / IB•Vereist specifieke vaardigheden bij hemodynamisch onstabiele patiënten

Dexmedetomidine

•Anxiolytique, sédatif, analgésique moyen

•Risque très faible•IN / PO / IB•Nécessite compétences spécifiques si patient ne tolère pas fluctuations hémodynamiques


MEOPA

•Zeer laag risico •Vastgelegde voorwaarden•Juiste omgeving

•Opleiding•Verantwoordelijkheid•Risicofactoren

– < 1 jaar

– Associatie met sedativa

– Concentraties > 50 %,tenzij in een volledig gecontroleerd proces en omgeving

MEOPA

•Risque très faible•Conditions codifiées•Environnement adéquat

•Formation

•Responsabilité•Facteurs de risque

– < 1 an

– Association avec sédatifs

– Concentration > 50% hors d’un processus complet


Fentanyl IN (of SL)

•Effectief•Goed verdragen

•Oplossing voor de "pijnstillende gap" ?

Fentanyl IN (ou SL)

•Efficace•Bien toléré

•Permet de résoudre le “gap analgésique” ?


Optimale techniek

•Voorspelbaar succes•Voorspelbare timing

•Bepaald niveau van sedatie

•Toegewijd team•Medicatie met korte werkingsduur

•Titratie•Vaardigheden en competenties

Technique optimale

•Succès prévisible•Timing prévisible

•Niveau défini de sédation•Equipe dédiée•Médicaments de courte durée d’action

•Titration•Aptitudes et compétences


Vermijden of verminderen van sedatie

•Glucose en zuigen•Lokale anesthetica•Afleiding, hypnose•Maar ook ...

– Informatie , voorbereiding

– Gedrag

– Milieu (stimuli)

– Installatie (omgeving)

– logistiek

Eviter ou diminuer la sédation

•Glucose et succion•Anesthésiques locaux•Distraction, hypnose•Mais aussi…

– Information, préparation

– Comportement

– Environnement (stimuli)

– Installation (espace)

– Logistique




Minimale sedatie

•Bewuste patiënt (verbale stimuli, communicatie )

•Kleine ingrepen•Combinatie met lokale anesthetica

•Stikstofmonoxide

•Enkelvoudige dosis midazolam

Elke andere sedatie is matig tot ernstig

Sédation minimale

•Patient conscient (stimuli verbaux, communication)

•Procédures mineures

•Association avec anesthésiques locaux

•Monoxyde d’azote

•Dose unique de midazolam

Toute autre sédation est modérée à profonde


Matige sedatie

•Verminderd bewustzijn

•Reactiviteit•Intacte afweerreflexen en intacte luchtwegen

•Voldoende beademing

Elk ontbreken van adequate en gerichte reactie betekend een

diepe sedatie

Sédation modérée

•Diminution de conscience

•Réactivité •Voies aériennes et réflexes protecteurs intacts

•Ventilation adéquate

Toute absence de réaction adéquate et ciblée signe une sédation profonde


OV22

OV23

OV24

Diapositive 35

OV22 luchtwegen?Vanhaute Omer; 20/09/2016

OV23 beademing?Vanhaute Omer; 20/09/2016

OV24 betekend?Vanhaute Omer; 20/09/2016



Aanbevelingen

Heeft het kind pijn voor de ingreep ?

Schatting geïnduceerde pijn en de noodzaak van immobiliteit

(Voldoende) Glucoseoplossing?

(Voldoende) Lokale verdoving?

Voldoende minimale analgosedatie ?

Diepere analgosedatie nodig ?

Delay of beginnende werking van de verschillende gebruiktemiddelen?

Informeren , entertainen en controleren

Voorschrijven van een pijnstiller na de procedure


Recommandations

L’enfant est‐il douloureux avant la procédure ?

Estimer la douleur induite et le besoin d’immobilité

Solution glucosée indiquée et suffisante ?

Anesthésie locale indiquée et suffisante ?

Analgosédation minimale suffisante ?

Analgosédation plus profonde nécessaire ?

Délai d’action des différents moyens utilisés ?

Informer, distraire et surveiller

Prescrire un antalgique après la procédure


Minimale Matige of diepe

MEOPA Ketamine

Midazolam Propofol

Fentanyl

Dexmedetomidine

Lokale anesthetica

Nonpharmacologische middelen

Evaluatie

Analgosedatie

•Kernactiviteit•Aparte medische procedure

•Toegewijd team•Vaardigheden en competenties

•Vele aanbevelingen

Analgosédation

•Activité essentielle•Acte médical distinct

•Equipe entraînée•Aptitudes et compétences

•Nombreuses recommandations


Analgosedatie

•Efficiënte organisatie•Transparantie, registratie, kwaliteitscontrole

•Financiële inspanningen•Strijd tegen banalisering

Analgosédation

•Organisation efficace•Transparence, enregistrement, contrôle de qualité

•Efforts financiers •Lutter contre toute banalisation


Analgosedatie bij kinderen buiten de operatiekamer

‐Analgosédation chez l'enfant en dehors du

bloc opératoire

Dr André Mulder


Integratie van ruggenmergstimulatie in een bio‐psychosociaal model

‐Integration de la stimulation de la moelle épinière dans un modèle

biopsychosocial

Vera Callebaut


Pijn is multifactorieel – la douleur est multifactorielle

An individual suffering from persistant pain can develop significant concomitant conditions, including secondary physical problems, sleep disorders, substance use disorders, mood and anxiety disorders, cognitive distortions and functional disabilities.

(Cheatle MD, Biopsychosocial approach to assessing and

managing patients with chronic pain, 2016 )

Pijn is bidirectioneel – la douleur est bi‐directionelle

Pain increases symptoms of depression

Individuals with a preexisting depressive

disorder have a disproportionately high risk for

developing spine pain

(Edwards, R.R., Cahalan, C., Mensing, G., e.a.

Pain, catastrophizing, and depression in the rheumatic diseases, 2011 )

Pijn biopsychosociaal ‐ la douleur biopsychosociale

We believe pain arises in the nervous system but represents a complex and evolving interplay of biological, behavioral, environmental and societal factors. According to the BPS approach to pain, physiologic stimulus is filtered through the BPS context of the individual, which leads to the experience of pain.

(Institute Of Medicine report, Washington, 2011)

Spinal Cord Stimulation

Retrospectieve analyse 1 j. na impl.

83 p

A: › 50 % pijnvermindering : 39

B: ‹ 50 % pijnvermindering : 44

B: slaapproblemen, depressie, catastroferen en zwakke pijncoping significant hoger pre‐impl.

Pijnintensiteit pre‐impl. was vergelijkbaar tussen A en B

(Bendinger, T., Plunkett, N., e.a.: Psychological

factors as outcome predictors for spinal cord stimulation, Neuromodulation, 2015 )

Analyse rétrospective 1 a. apres impl.

83 p

A: › 50 % réduction de la douleur : 39

B : ‹ 50 % réduction de la douleur : 44

B: troubles du sommeil, dépression,

catastrophisme, les stratégies de coping mal adaptées

significativement plus élevées

L’intensité de la douleur était similaire

entre A et B

Spinal Cord Stimulation – screening variables psychosocial?

‐ Presurgical somatisation, depression, anxiety and poor coping were most useful in helping to predict poor response

‐ Pretreatment physical findings, activity interference and presurgical pain intensity were minimally predictive

(Celestin, J., Edwards, R.R., Jamison, R.N.: Pretreatment

psychosocial variables as predictors of outcomes following lumbar surgery and spinal cord stimulation: a systematic review and literature synthesis, Pain Medicine, 2009)

Spinal Cord Stimulation biopsychosocial?

Voorspellende factoren belangrijk voor indicatiestelling

Voorspellende factoren als indicatoren voor aanvullende psychologische behandeling ?

Variables prédictives importantes

pour l’indication

Variables prédicitives comme

indicateurs pour

traitement psychologique

complémentaire ?

Spinal Cord Stimulationoptimaliseren ‐ optimiser?

Innovation in spinal cord stimulation therapy has intensified with numerous new technical capabilities, safety advances, and novel stimulation targets.

Spinal cord stimulation must be part of an overall treatment plan to manage chronic pain, and must engage patients, their families, and mental health experts in supporting a return to a full domestic, social life and employment.

( Kumar K, Caraway D. e.a., Current

challenges in Spinal Cord Stimulation, Neuromodulatie, 2014 )

Multimodaal – multimodal ?

‐ Cognitive Behavioral Therapy has been shown to be helpful for pain, depression, anxiety ans insomnia. Similar to other pain management modalities, treatment effects of CBT have been shown to be only modest

‐ Rehabilitation programs are a last ditch attempt after other alternatives have been proven insufficient. The population if often regarded as “treatment resistant”

(Dale R., Stacy B., Multimodal treatment of

chronic pain, Med Clin N Am, 2016)

Review

A recent Cochrane Review analyzed multidisciplinary biopsychosocial rehabilitation programs for low back pain and found moderate quality evidence that MBPSR treatment results in modest improvements for pain when compared with usual care of physical therapy alone, and that it doubled the likelihood that people were able to return to work in the next 6 to 12 months.

(Kamper, SJ, Apeldoorn AT, e.a., Multidisciplinary biopsychosocial rehabilitation for

chronic low back pain. Cochrane Database Syst Rev, 2014)

Combination SID and CBT

31 p. : 21 SID – CBPMP

10 CBPMP – SID

T1 ‐‐‐‐‐‐‐ T2 ‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐ T3 – 2 y. ‐‐ T4

Res. T2 – T4: significant improvement

disability, catastrophizing

pain self‐efficacy

no change in pain severity

(Molloy A.R., Nicholas M.K., e.a., Does a combination of intensive cognitive‐behavioral pain management and a spinal implantable device confer any advantage, Pain Practice, 2006)

Pain ‐ experience

pain intensity

tolerable intolerable

Hervorming neuromodulatieRestructuration neuromodulation

Indicatiestelling indicatiestelling

med, psy + aanmoeding

actieve participatie

voor reactivatie

Pre‐ en post pre‐ en post

evaluatie evaluatie

med, psy + snelle

multidisciplinaire

behandeling

L’indication l’indication

med., psy + l’encouragement

participation active

pour réactivation

Pre‐ en post pre‐ en post

evaluation evaluation

med, psy + traitement

multidisciplinaire

rapide

Opportuniteit integratie BPS modelOpportunité de l’intégration

‐ Meerdere screeningsgesprekken

‐ Red flags

‐ Yellow flags

‐ Screening tool

‐ Bereidwilligheid

‐ Contacten i.k.v. FU en behandeling

‐ Individueel gerichte behandeling

‐ Groepsprogramma

‐ Plusieures consultations de dépistage

‐ Red flags

‐ Yellow flags

‐ Screening tool

‐motivation du patient à collaborer

‐ Consultation dans un but de suivi et traitement

‐ Traitement individuel ciblé

‐ Prise en charge en groupe

Implicaties ‐ Implications

Grotere tijdsinvestering van psycholoog, bovenop het al te laag FE nu

Samenwerking MAT’s

en MPC’s

Netwerking !

Engagement accru du psychologue, déjà fort sollicité

Collaboration des EAM

et CMDC

Réseaux!

Opportuniteit geen tijdOpportunité pas le temps

meer FE psychologen?

financiering?

verduidelijking!

plus d’ ETP psychologues ?

Financement ?

éclaircissement!

Multidisciplinaire aanpak van de chronische hoofdpijnpatiënt: wishful thinking?

Une approche multidisciplinaire des patients souffrant de maux de tête chroniques : une utopie?

22 SEP 2016‐

Koen Paemeleire



chronische hoofdpijnen céphalées chroniques

epidemiologie/impact épidémiologie/impact

BelgiëBelgique

EuropaEurope

suggestiessuggestions

Chronische hoofdpijnen

• Wereldwijd meesteschattingen prevalentietussen 3 en 4 %

• Meeste rapporten: analgetica‐geïnduceerdehoofdpijn 1‐2 %

• Primaire en secundairechronische hoofdpijnen

Maux de tête chroniques

• Partout dans le monde, la plupart des estimations de prévalence entre 3 et 4%

• Majorité des rapports : céphalées par surconsommation de médicaments 1‐2 %

• Cephalées chroniques primaires et secondaires


Pain 2014;155:2005–2013

Prevalentie primaire chronische hoofdpijnen

• Chronischespanningshoofdpijn

• Chronische migraine

• Chronische cluster hoofdpijn

Prévalence des céphalées chroniques primaires

• Céphalée de tensionchronique

• Migraine chronique

• Algie vasculaire de la face chronique


2‐3%

1‐2%

0.01%

Cephalalgia 2010;30:599‐609

Prevalentie secundairechronische hoofdpijnen

• Analgetica‐geïnduceerde HP

• Post‐traumatische HP

• HP door whiplash

• Cervicogene HP

Prévalence des céphalées chroniques secondaires

• C. par surconsommationde médicaments

• C. post‐traumatique

• C. par whiplash

• C. cervicogénique


Cephalalgia 2008;28:705‐13Neuroepidemiology 2008;30:76‐83

1.72%

0.21%

0.17%

0.17%

‘Years lived with disability’


Lancet 2015;386(9995):743‐800

European Headache Federation


J Headache Pain 2011;12(4):419‐26

Nederland / Pays‐Bas


Multidisciplinaire centra voor behandeling van

chronische pijn –Centres multidisciplinaires pour le traitement de

la douleur chronique


2011


“Specifieke structuren voor verschillende pathologieën (bijvoorbeeld lumbalgie, neuropathische pijn, fibromyalgie, hoofdpijn,…) zouden verantwoord zijn als deze elk een radicaal verschillende aanpak vereisten.”

“We vinden het derhalve niet verstandig om structuren voor chronisch pijnbeheer te creëren die zich zouden specialiseren in functie van het soort pathologie.”

“Parallel zou het niet gerechtvaardigd zijn om uitsluitingscriteria op basis van medische diagnose voor te stellen.”

“Des structures spécifiques pour différentes pathologies (par exemple lombalgie, douleur neuropathique, fibromyalgie, cephalées…) pourraient se justifier si ces pathologies nécessitaient des approches radicalement différentes.”

“Nous considérons donc qu’il serait inadéquat de créer des structures de gestion de la douleur chronique que seraient spécialisées en fonction du type de pathologie.”

“En corollaire, il ne serait pas justifié de proposer des critères d’exclusion basés sur le diagnostic médical.”

2011


Management chronische migraine –Prise en charge de migraine chronique


Acta Neurol Belg 2015;115:1‐17

Data from the American Prevalence and Prevention (AMPP) StudyNeurology 2008;71;559–66

Impact van CM op dagelijkse activititeitenInfluence de MC sur activités quotidiens


Curr Opin Neurol 2009;22:269‐276Nat Rev Neurol 2016 Aug;12(8):455‐64

Nat Rev Neurol 2016 Sep 12. doi: 10.1038/nrneurol.2016.124

Chronische migraine: risicofactorenMigraine chronique: facteurs de risque

Frequent headache

Painkiller overuse

Other chronic pain syndrome

Caffeine overuse

Stressful life events

Snoring, OSAS, obesity

Comorbidities (depression,…)

Preventive therapy

Withdrawal

Treat and avoid excess analgesics

Decaf

Stress management

CPAP, weight loss, aerobic exercise

Manage comorbidities


Headache 2011;51;S2:93‐100

Chronische migraine: geïntegreerd managementMigraine chronique: prise en charge integrée



Danish Headache Center

Westdeutsches Kopfschmerzzentrum






J Headache Pain 2011;12:475‐483

Na 12‐18 maand:

• 43% had ≥50% • 51/56 MOH ontwend

• 35 % prophylaxis

• 61 % relaxatie

• 72 % aerobe sport

Après 12‐18 mois :

• 43% avaient ≥50% • 51/56 MOH sevrés

• 35 % prophylaxie

• 61 % relaxation

• 72 % exercices d’aerobic


Besluit

• Chronische hoofdpijn: hoge prevalentie en disability

• Correcte diagnostiek

• Multidisciplinaire benadering van bepaalde subgroepen

• Outcome goed, bijv. chronische migraine

• Specifieke programma’s?

Conclusion

• Céphalée chronique: haute prévalence et disability

• Diagnostic correcte

• Prise en charge multidisciplinaire pour certains sous‐groupes

• Résultats favorables, par ex. migraine chronique

• Programmes spécifiques ?


Kennisnetwerk Limburgse Pijncentra ‐Réseau de Connaissance des Centres

(Multidisciplinaires) de traitement de la Douleur Chronique au Limbourg

Consensus provinciale samenwerking eerste‐, tweede‐ en derdelijn in het kader van de FOD‐conventie voor chronische pijn

Consensus concertation provinciale entre la première, seconde et troisième ligne sur la base de la Convention du SPF Santé Publique pour la douleur chronique


Samenwerking tussen

eerste, tweede en derdelijn

2 Multidisciplinaire behandelcentra (MCCP)

• Ziekenhuis Oost‐Limburg ‐ Genk

• Jessaziekenhuis ‐ Hasselt

7 Multidisciplinaire algologische teams (MAT)



• AZ Vesalius ‐ Tongeren

• Mariaziekenhuis Noord‐Limburg ‐ Overpelt

• St‐Franciscusziekenhuis – Tongeren

• Ziekenhuis Maas en Kempen – Maaseik

• Regionaal Ziekenhuis St‐Trudo – Sint‐Truiden

Limburgs Huisartsen Platform (LHP)

Koepel 13 Limburgse Huisartsenkringen

Collaboration entre la première, seconde et troisième ligne

2 Centres Multidisciplinaires de Traitement de La Douleur Chronique



7 Equipes Algologiques Multidisciplinaires



• AZ Vesalius ‐ Tongeren

• Mariaziekenhuis Noord‐Limburg ‐ Overpelt

• St‐Franciscusziekenhuis – Tongeren

• Ziekenhuis Maas en Kempen – Maaseik

• Regionaal Ziekenhuis St‐Trudo – Sint‐Truiden

Association des Médecins Généralistes du Limbourg

Rassemble 13 services de médecine générale du Limbourg


Kwalitatieve zorg voor de chronische pijnpatiënten in Limburg/Soins de qualité chez les patients douleurs

chroniques au Limbourg

• patiëntenflow beter stroomlijnen, met

aandacht voor biopsychosociaal model in

1e‐2e‐ en 3elijn

• Evidence Based toepassen van

pijnbehandeling: farmacologisch,

multidisciplinair, pijnrevalidatie,

interventioneel

• vermijden medical shopping

• aandacht voor analgeticamisbruik

• uitbouwen multidisciplinaire

pijnrevalidatieprogramma’s

• améliorer la prise en charge et approche

bio‐psycho‐sociale au niveau de la

première, seconde et troisième ligne

• traitement de la douleur ‘Evidence Based’:

pharmacologique, multidisciplinaire,

centre de réadaptation concernant la

douleur, interventionel

• éviter le ‘shopping médical’

• attention à l’abus d’antalgiques

• développement des programmes de

readaptation multidisciplinaires

concernant la douleur

PatiëntenflowStructure de prise en charge

Acute/subacute versus chronische pijn red flags ‐ yellow flags

Acuut – subacuut spontaan verloop

tijdig anticiperen om chroniciteit te

vermijden

Subacuut versus chronisch toenemend belang biopsychosociale

aanpak

Douleurs aiguës/subaiguës vsdouleurs chroniques (drapeaux rouges – drapeaux jaunes)

Douleurs aiguës – subaiguës régression spontanée

prise en charge rapide afin de prévenir

la chronicisation d’une douleur

Douleurs subaiguës vs chroniques l’importance d’une approche

bio‐psycho‐sociale

Titel ‐ Titre

Patientenflow Structure de prise en charge


Optimaliseren samenwerking eerstelijn–pijncentra/Améliorer la concertation

première ligne–centres de la douleur Transmuraal Limburgs Pijnprotocol

• verwijsbrief

• basis ‘Farmacologische leidraad’ voor de eerstelijn

• postinterventionele pijnbehandelingen –richtlijnen voor de eerstelijn

• advies kinesitherapie voor chronische pijn in de eerstelijn

• basisleidraad ‘Fibromyalgie’

Toekomst: gemeenschappelijke website consensusprotocol

Protocole de la douleur transmurale du Limbourg

• lettre de renvoi

• guide de base pharmacologique pour la première ligne

• traitements de la douleur post‐intervention – directives pour la première ligne

• recommandations des kinésithérapeutesconcernant le traitement de la douleurchronique au niveau de la première ligne

• guide de base ‘Fibromyalgie’

Futur: Protocole de la douleur transmurale sur un site Web commun (unique)

Consensus concertation provinciale entre la première, seconde et troisième ligne sur la base de la Convention du SPF Santé

Publique pour la Douleur Chronique

De huisarts/le médecin généraliste

• geen verwijsbrief = geen consult

• correcte, volledige verwijsbrief

• steeds verwittigen van multidisciplinair overleg

• medicatievoorschrift via de huisarts

analgeticamisbruik voorkomen

• arbeidsongeschiktheid via de huisarts

indien nodig overleg met arbeids‐

of verzekeringsarts

• Pas de lettre de renvoi = pas de consultation

• lettre de renvoi correcte et complète

• Informer toujours en cas de concertation multidisciplinaire

• Prescription médicale par le médecin généraliste –> éviter l’abus d’antalgiques

• incapacité de travail par le médecin généraliste si nécessaire en collaboration avec le médecin du travail ou le médecin‐conseil de l’assurance

Farmacologie – BasisrichtlijnenPharmacologie – directives

Basisrichtlijnen

• Inname op vaste tijdstippen

• Bij voorkeur starten met minst invasieve toegangsweg = per os

• Start lage dosis, trage optitratie (“start low, go slow”)

• Herevaluatie en dosisaanpassing i.f.v. balans effect versus neveneffect

• Bij matige tot ernstige pijn: voorkeur preparaten met vertraagde vrijstelling (slow release) en langwerkend

Directives

• Prendre les médicaments à intervalleregulier

• Commencer de préférence par l’administration par voie orale

• Commencer à dose minimale avec untitrage lent (“start low, go slow”)

• Réévaluation et adaptation de la posologie en fonction de la balanceeffet versus effets secondaires

• En cas de douleurs sévères : préférence pour des préparationsavec libération lente et à action prolongée (slow release)

• OPIATEN

NIET BOVEN 60 mg Morfine (of

equivalent) voorschrijven in de eerstelijn

bij chronische niet‐kankerpijn

DUS MAXIMAAL

–Hydromorfone (Palladone®) 8mg/d

–Oxycodone (Oxycontin® / Targinact®) 30 mg/d

–Durogesic® 25µg/h per 3 dagen–Transtec® 35 µg/h per 3 dagen

• OPIACES

Ne pas prescrire plus de 60 mg de Morphine (ou equivalent)

prescrit par la 1ère ligne en cas de douleur chronique non‐oncologique

DOSES MAXIMALES

– Hydromorphone (Palladone) 8 mg/jour

– Oxycodone (Oxycontin®/ Targinact®) 30 mg/jour

– Durogesic® 25µg/h par 3 jours

– Transtec® 35 µg/h par 3 jours

•

Geen medical shopping

• Tussen de ziekenhuizen

• Tussen de provincies

Cave ‘verdoken’ psychiatrische verwijzingen

Pas de shopping médical

• Entre les hôpitaux

• Entre les provinces

Références psychiatriques Cave ‘cachées’

Kennisnetwerk FOD‐conventie Limburgse Pijnverpleegkundigen/Réseau de Connaissance des Infirmières

au Limbourg

Doel• bevorderen van communicatie over pijn

en pijnbehandeling

• pijnbeleid verbeteren

• kennisuitwisseling van ervaringsdeskundigen

• bespreken van accreditatienormen

• bespreken van knelpunten, moeilijke casussen

• samenwerking eerstelijnszorg

• uitwerken van procedures, protocollen…

3 overlegmomenten/jaar (opstart 2015)

Objectifs• optimiser la communication sur la douleur

et le traitement

• optimiser la gestion de la douleur

• Echange de connaissances d’expériencesd’experts

• discuter des normes d’accrédition

• discuter des pierres d’achoppement, des cas difficiles

• collaborer avec la première ligne

• développer des procédures, protocoles…

3 concertations/ans (départ 2015)

Kennisnetwerk FOD‐conventie Limburgse Pijnverpleegkundigen/Réseau de Connaissance des

Infirmières du Limbourg

Realisatie project ZOL

Postercampagne ‘Pijn’ posters verspreid over de verschillende Limburgse ZH

Actieplan

Gezamenlijke workshop ‘Pijn’

voorjaar 2017

Réalisation projet ZOL

Campagne d’affichage ‘douleur’ diffusion des posters parmi les différents hôpitaux du Limbourg

Plan d’action

Un atelier collectif sur ‘La douleur’

Printemps 2017

Campagne d’affichage

Regionaal netwerkoverleg psychologen MAT/Réseau de Connaissances Régionales des Psychologues de l’Equipe Algologique Multidisciplinaire (EAM) du Limbourg

Op Vlaams niveau Werkgroep Vlaamse Pijn Psychologen (VPP) actief, betreffende MAT + Multidisciplinaire Pijncentra (cfr. voorstelling vorige bijeenkomst FOD)

Regionaal (Limburg) Regionaal en aanvullend netwerkoverleg, specifiek betreffende invulling en uitwerking MAT

DoelstellingUitwisselen ervaringen (mogelijkheden en knelpunten), ontwikkeling regionaal verwijsnetwerk psycho en educatief format afdelingsgerichte ondersteuning

Niveau FlamandeGroupe de travail actif des Psychologues Néerlandophones concernant la douleur (VPP) concernant l’EAM + les Centres Multidisciplinaire de traitement de la Douleur Chronique (cfr. la réunion nationale pour les projets ‘gestion de la douleur dans les hôpitaux’ 2015)

Niveau régionaleConcertation de réseaux régionaux et complémentaires, spécifique concernant le contenu et le développement de l’EAM

BUTPartager les expériences (possibilités et pierres d’achoppement); le développement d’un réseau régional de connaissances psychologiques et éducatives dans d’autres domaines et disciplines avec un soutien spécifique

CONCLUSION

Realistische doelstellingen• Geen diagnostische standaard

• Geen wonderpil, ‐prik of ‐operatie

• Geen symptomatische behandeling vooraleer etiologie/ oorzaak uitgesloten is (cfr. onco, infectie,…)

• Less is more

• Primum non nocere

Centrale rol van de eerste lijn, maar in een consensus en samenwerkingsverband met 2e‐

en 3elijn

Objectifs réalistes• Pas de diagnostic standard

• Pas de pilule‐ , intervention‐ ou opérationmagique

• Pas de traitement symptomatique avantl’exclusion de l’étiologie/cause (cf. onco, infection,…)

• ‘Less is more’

• Primum non nocere

Rôle central de la 1ère ligne mais en consensus et collaboration avec la seconde et troisième ligne.

FRKVA: Visie en Resultaten na 6 jaar –het zorgthema Pijn

CFQAI: Vision et résultats de 6 années de travail – la douleur thème de soins

Prof dr Peter Van BogaertUniversiteit Antwerpen

Lid Federale Raad voor de Kwaliteit van de Verpleegkundige ActiviteitMembre du Conseil Fédéral pour la Qualité de l’Activité Infirmière

Federale Raad voor de Kwaliteit van de Verpleegkundige Activiteit (FRKVA) - Conseil Fédéral pour la Qualité de l’Activité Infirmière (CFQAI)• De Federale Raad is opgericht naar aanleiding van het

KB van 27 april 2007 betreffende de kwalitatieve toetsing van de verpleegkundige activiteit in ziekenhuizen.

• Le Conseil a été mis en place conformément à l'AR du 27 avril 2007 relatif à l'évaluation qualitative de l'activité infirmière dans les hôpitaux.

2

Federale Raad voor de Kwaliteit van de Verpleegkundige Activiteit (FRKVA) - Conseil Fédéral pour la Qualité de l’Activité Infirmière (CFQAI)• Het KB omschrijft de rol van het hoofd van het

verpleegkundig departement (VD) met betrekking tot deinterne kwalitatieve toetsing van de verpleegkundige activiteit en de rol van de Federale Raad (FRKVA) met betrekking tot de externe kwalitatieve toetsing van de verpleegkundige kwaliteit.

• L'AR décrit le rôle du chef de département infirmier (CDI) dans le cadre de l'évaluation interne de la qualité de l'activité infirmière et le rôle du Conseil Fédéral (CFQAI) dans le cadre de l'évaluation externe de la qualité de l'activité infirmière.

3

Missie FRKVA – Missions CQFAI▫ Het voorstellen van verpleegkundige zorgthema’s die het

voorwerp kunnen uitmaken van interne toetsing,▫ Het vaststellen van kwaliteitsindicatoren en

meetinstrumenten inzake goede verpleegkundige praktijkvoering. De indicatoren kunnen voorgesteld worden door de ziekenhuizen en de selectie zal gebeuren door de FRKVA.

▫ La proposition de thèmes de soins infirmiers qui pourraient faire l'objet d'une évaluation interne,

▫ La proposition d'indicateurs qualitatifs et d'instruments de mesure de bonnes pratiques infirmières. Les indicateurs peuvent être proposés par les hôpitaux et sélectionnés par le CFQAI.

4

Missie FRKVA – Missions CQFAI

▫ Het ondersteunen van onderzoeksinitiatieven in het domein van de verpleegkunde,

▫ het creëren van een federale databank met richtlijnen en gevalideerde instrumenten,

▫ het samenstellen van werkgroepen teneinde de positieve resultaten inzake de kwalitatieve toetsing van de verpleegkundige activiteit op grote schaal te verspreiden onder de ziekenhuizen.

▫ Le soutien d'initiatives de recherches dans le domaine de l'art infirmier,

▫ La création d'une base de données fédérale d'instruments et de recommandations validés scientifiquement,

▫ La composition de groupes de travail afin de partager les résultats positifs en termes d'évaluation qualitative et de les diffuser à grande échelle aux hôpitaux.

5

Voorbereiding - Préparation

• "Benchmarking" nationaal en internationaal• Beperkte set, transparant en uniform • Haalbaar en realiseerbaar• In overleg met de hoofden van het verpleegkundig

departement

• "Benchmarking" national et international• Un set d'indicateurs limité, transparent et uniforme• Faisable et réalisable • En concertation avec les chefs de département infirmier

6

Voorbereiding - Préparation• Aandachtspunten bij selectie/ontwikkeling indicatoren.

Wat zijn belangrijke kenmerken van ‘goede’ indicatoren?

• Points d’attention pour la sélection / le développement d’indicateurs. Quelles sont les caractéristiques importantes de ‘bons’ indicateurs?

Voorbereiding - Préparation▫ Interpreteerbaarheid indicatoren moeten performantiewijzigingen kunnen

aanduiden over tijd en tussen organisaties▫ Communiceerbaarheid de informatie die indicatoren opleveren moet besproken

kunnen worden

▫ Interprétabilité les indicateurs doivent pouvoir indiquer des changements de

performance au fil du temps et entre organisations▫ Communicabilité l’information que les indicateurs apportent doit pouvoir être

discutée

8

Voorbereiding - Préparation▫ Betrouwbaar▫ Indicatoren moeten gebeurtenissen op een consistente

wijze identificeren die ze verondersteld te identificeren▫ Valide Indicatoren moeten meten wat ze verondersteld worden

te meten

▫ Fiable les indicateurs doivent identifier de manière

consistante les événements qu’ils sont supposés identifier

▫ Valide▫ Les indicateurs doivent mesurer ce qu’ils sont supposés

mesurer.

9

Voorbereiding - Préparation• Voor het ontwikkelen van een systeem van verpleegkundig

zorggerelateerde indicatoren (VZI) wordt geopteerd voor de conceptuele benadering van Donabedian met indicatoren die:

▫ de structuur evalueren waarmee de verpleegkundige zorg wordt georganiseerd of zijn de juiste zaken aanwezig (having the right things),

• Pour le développement d’un système d’indicateurs liés au soin infirmier, l’approche conceptuelle de Donabedian a été choisie avec des indicateurs qui:

▫ évaluent la structure avec laquelle le soin infirmier est organisé ou les choses exactes sont-elles présentes (having the right things)

Voorbereiding - Préparation• de processen evalueren waarop de verpleegkundige zorg wordt

uitgevoerd of worden de juiste zaken juist uitgevoerd (having the right things happen) en

• de verpleegkundige zorgresultaten evalueren of wordt het gewenste resultaat bereikt (having the right outcomes).

• évaluent les processus par le biais desquels le soin infirmier estréalisé ou les choses exactes sont-elles correctementréalisées (having the right things happen) et

• évaluent les résultats de soins infirmiers ou le résultatsouhaité est-il atteint (having the right outcomes).

Donabedian A (2005) Evaluating the quality of medical care. The Milbank Quaterly 83, 691–729.

11

Schema zorgthema’s acute ziekenhuizen

zorgthema 2011 2012 2013 2014 2015

Decubitus -Escarres

StructuurProces

Structuur procesResultaat



procesResultaat

Malnutrie -Dénutrition

Structuur proces



Fysieke fixatie –Contention physique



Pijn -Douleur Structuur procesResultaat

12

Schema zorgthema’s psychiatrische ziekenhuizenzorgthema 2011 2012 2013 2014 2015

Vrijheidsbeperkende maatregelen -mesures de privation de liberté

StructuurProces




procesResultaat

Agressie (autoagressie) -violence (y compris auto)

Structuur proces



13

Structuurindicatoren – Indicateurs de structureEvidence –based protocol

• Teller – Numérateur 1 ▫ Is er op 31/12/2016 een evidence-based protocol voor detectie en

evaluatie van pijn aanwezig in het ziekenhuis ? ▫ Existe-t-il au 31/12/2016 dans l’hôpital un protocole Evidence

Based pour la détection et évaluation de la douleur ?

• Teller – Numérateur 2▫ Vermeld het protocol de perso(o)n(en) die voor het

document verantwoordelijk is?▫ Le responsable du document est-il identifié dessus ?

14

Structuurindicatoren – Indicateurs de structureEvidence –based protocol

• Teller – Numérateur 3

▫ Vermeld het protocol de geldigheids- en herzieningsdatum ?▫ La date de validité et de révision est-elle indiquée sur le protocole ?

• Teller 1 + Teller 2 + Teller 33

15

Structuurindicatoren – Indicateurs de structureVerpleegkundige expertise pijn – Infirmier(e)

relais douleur

• Teller – Numérateur 1 ▫ Is er op 31/12/2016 een verpleegkundige met een expertise pijn of

een pijnverpleegkundige in het ziekenhuis ?▫ Existe-t-il au 31/12/2016 un(e) infirmier(e) relais douleur dans

l’hôpital ?

• Teller – Numérateur 2▫ Is er een functiebeschrijving van de pijnverpleegkundige in uw

instelling ?▫ Existe-t-il une description de fonction de l’infirmier(e) relais

douleur dans votre institution ?

16


relais douleur• Teller – Numérateur 3▫ Heeft de pijnverpleegkundige dit jaar minstens één interne

opleiding georganiseerd omtrent het meten en behandelen van pijn ?

▫ L’infirmier(e) relais douleur a durant cette année organisé au moins une action de formation interne concernant la douleur, sa mesure et son traitement ?

• Teller – Numérateur 4▫ Heeft de pijnverpleegkundige dit jaar specifieke bijscholingen

rond pijn gevolgd? ▫ L’infirmier(e) relais douleur a durant cette année participé à des

formations continues spécifiques à la douleur ?

17


relais douleur

• Teller 1 + Teller 2 + Teller 3 + Teller 44

18

Structuurindicatoren – Indicateurs de structureBeschikbaar materiaal – disponibilité du matériel

• Teller – Numérateur 1▫ Al het materiaal voor pijnmanagement is beschikbaar op de

eenheid of kan naargelang de noodzaak ter beschikking worden gesteld aan alle verpleegeenheden.

▫ Tout le matériel de gestion de la douleur peut être disponibledans l’unité ou être mis à disposition selon les nécessités pour l’ensemble des unités de soins.

• Teller – Numérateur 2▫ Is uiterlijk op 31/12/2016 het hierboven beschreven materiaal

voor het behandelen en informeren van de patiënt beschikbaar? ▫ Au plus tard le 31/12/2016, le matériel de traitement et

d’information patient décrit ci-dessus est-il disponible ?

19

Structuurindicatoren – Indicateurs de structureBeschikbaar materiaal – disponibilité du matériel

• Teller – Numérateur 3▫ Al het materiaal voor de pijnopleiding van het personeel is

beschikbaar in de eenheid of kan naargelang de noodzaak ter beschikking worden gesteld van alle verpleegeenheden

▫ Tout le matériel de formation de la douleur, destiné au personnel, peut-être disponible dans l’unité ou mis à disposition en cas de nécessité à l’ensemble des unités de soins

• Teller 1 + Teller 2 + Teller 33

20

Structuurindicatoren – Indicateurs de structureOpleiding en sensibilisering – Formation et

sensibilisation• Teller – Numérateur 1 ▫ Bestaat er in uw instelling een sensibilisering en

opleidingsprogramma in het beheer van de pijn ?▫ Existe-t-il dans votre institution une sensibilisation et un

programme de formations dans la gestion de la douleur ?• Teller – Numérateur 2 ▫ Werd er in 2016 in uw instelling op zijn minst een opleiding

georganiseerd met als onderwerp pijn, de opsporing, de evaluatie ervan ?

▫ Y-a-t-il eu en 2016 dans votre institution au moins une formationorganisée concernant la douleur, sa détection et son évaluation ?

• Teller 1 + Teller 2 2

21

Multidisciplinaire decubitus comité (SI)

22

51%

19%

30%

43%

12%

45%

29%

14%

57%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

0/2 1/2 2/2

% z

ieke

nh

uiz

en

Aantal criteria

Rapport 2011 (n=118) Rapport 2012 (n=118)

Rapport 2013 (n=101)

Meten decubitusprevalentie (SI)

23

31%

3%3%

12%

51%

16%

2%

8% 8%

67%

6% 7% 7%

80%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

0/4 1/4 2/4 3/4 4/4

% z

ieke

nh

uiz

en

Aantal criteria




Globale score structuurindicatoren decubitus

24

Procesindicator – Indicateurs de processusIndicator Evaluatie van de Detectie – Indicateur

Evaluation de la Détection• Teller – Numérateur▫ PRB Aantal patiënten bij wie pijn werd geëvalueerd minst 1 keer /

24u en waarvan men het resultaat in het dossier terugvindt. ▫ PRB Nombre de patients chez qui une évaluation de la douleur a

été réalisée au moins 1 fois / 24h et dont on trouve le résultat de l’évaluation dans le dossier.

• Noemer – Dénominateur▫ PTOT Aantal patiënten dat in de instelling in de betrokken

sectoren aanwezig is ▫ PTOT Nombre de patients présents dans l’institution dans les

secteurs concernés

25

Procesindicator – Indicateurs de processusIndicator Evaluatie van de Detectie – Indicateur

Evaluation de la Détection

• Resultaat▫ dag 1 = ……………………. %▫ dag 2 = ……………………. %▫ dag 3 = ……………………. %▫ dag 4 = ……………………. %

26

Risico-evalutie – Evaluation du risque

27

64%

41%

18%

63%

34%

19%

62%

34%

19%

55%

31%

20%

16%

36%

45%

21%

38%

48%

17%

37%

50%

22%

36%

52%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2011 2012 2013 2011 2012 2013 2011 2012 2013 2011 2012 2013

1ste trimester 2de trimester 3de trimester 4de trimester

tussen 81 en 100% van de patiënten




tussen 1 etn 20% van de patiënten

0% van de patiënten

Niet gemeten

n = 102

Resultaatsindicatoren – Indicateurs résultats% patiënten pijn geïdentificeerd - % patients

évènement douloureux identifié

• Teller - Numérateur▫ Pcb Aantal patiënten bij wie pijn geïdentificeerd werd volgens het

evidence based protocol▫ Pcb Nombre de patients pour qui un évènement douloureux a été

identifié suivant le protocole evidence based

• Noemer - Dénominateur▫ Ptot Aantal patiënten dat geobserveerd werd

▫ Ptot Nombre de patients qui ont été observés

28

Resultaatsindicatoren – Indicateurs résultats% patiënten pijn correct behandeld - % patients

douleur correctement traitée

• Teller - Numérateur▫ P Aantal patiënten bij wie pijn werd geïdentificeerd en waarbij

een actie werd uitgevoerd volgens het evidence based protocol▫ P Nombre de patients pour qui un évènement douloureux a été

identifié et a bénéficié d’une action suivant le protocole evidencebased

• Noemer - dénominateur▫ Ptot Aantal patiënten dat geobserveerd werd ▫ Ptot Nombre de patients qui ont été observés

29

Resultaatsindicatoren – Indicateurs résultats% patiënten pijn correct behandeld - % patients

douleur correctement traitée

• Resultaat▫ dag 1 = ……………………. %▫ dag 2 = ……………………. %▫ dag 3 = ……………………. %▫ dag 4 = ……………………. %

30

Decubitusprevalentie 2013

31

Belgium Flanders Wallonia Brussels

Number of hospitals participating to thesurvey

77 40 27 10Number of patients surveyed on oneyear

107138 52229 47385 7524Number of patients having a withpressure ulcer (category 1-4)

7603 3776 3304 523Prevalence of pressure ulcer(category 1-4)

7.1% 7.2% 7,0% 7.0%Number of patients having a withpressure ulcer (category 2-4)

4411 2103 1917 391Prevalence of pressure ulcer(category 2-4)

4,6% 3,6% 6,1% 6,0%

DE PERFORMANTIE VAN HET BELGISCHEGEZONDHEIDSSYSTEEM – RAPPORT 2015KCE – RIZIV – ISP WIV

32

Discussie - discussion • Ervaring leert dat de

structuurindicatoren positief evolueren per jaar met een relevante verhoging van het % ziekenhuizen voldoen aan de criteria

• Procesindicatoren verbeteren per jaar doch minder hoog

• L'expérience montre que les indicateurs de structures évoluent positivement chaque année avec une augmentation significative du % des hôpitaux qui répondent aux critères

• Les indicateurs de processus s’améliorent chaque année mais de façon moins importante

Discussie - discussion • Door benchmarking van de

resultaten kunnen de deelnemende ziekenhuizen hun positie vergelijken ten opzichte van andere ziekenhuizen (per categorie aantal bedden).

• De resultaten van 2012 en 2013 zijn verbeterd ten opzichte van 2011, doch er is nog ruimte voor verbetering.

• Grâce au benchmarking des résultats, les hôpitaux participants ont la possibilité de comparer leur position par rapport à d’autres hôpitaux (par catégorie du nombre de lits).

• Amélioration des résultats de 2012 et 2013 s, par rapport à ceux de 2011. Des améliorations sont toujourspossibles.

Discussie - Discussion

• Verbeterinitiatieven rond zijn noodzakelijk ondersteund door en met uitwisseling van goede praktijkvoering.

• Internationale prevalentiecijfers tonen een daling in de tijd.

• Des initiatives d’amélioration sont nécessaires, soutenues par et avec l’échange de bonnes pratiques.

• Au niveau international les chiffres de prévalence montrent une baisse dans le temps.

Discussie - discussion

• De FRKVA is zeer tevreden met de hoge deelname aan de registratie. Doch het aandeel in de registratie van resultaatsindicatoren is nog te laag.

• Het toont de ruime bezorgdheid en het nemen van initiatieven voor kwaliteit van zorg.

• Le CFQAI est très satisfait du taux élevé de participation à l’enregistrement. Cependant la participation à l’enregistrement des indicateurs de résultat reste trop faible

• Ceci montre une grande préoccupation et une prise d’initiatives en faveur de la qualité de soins.

37