Januari 2014 Janvier 2014

ME

ET

MU

SIC

MA

GA

ZIN

E A

FGIF

TE K

AN

TOO

R V

OO

R B

ELG

IE /

Turn

hout

P50

9335

maandblad voor de klankingenieur, DJ, LJ, VJmensuel pour l’ingénieur du son, DJ, LJ, VJ

GRATISGRATUIT

maandblad voor de klankingenieur, DJ, LJ, VJmaandblad voor de klankingenieur, DJ, LJ, VJmaandblad voor de klankingenieur, DJ, LJ, VJmaandblad voor de klankingenieur, DJ, LJ, VJ

SOUND& . L . I . G . H . T

PRO

Apogee duet

Rane Sixty-FourJB-Systems

CPX-1510

LD Systems DDQ 12 &DDQ Sub 18

LD SystemsLD Systems

Zoom H6Zoom Zoom H6H6

Stagg HeadHunter 10 & 20

PRO SOUND & LIGHT 2013/112 www.meetmusic.com

INHOUD - SOMMAIRE

MAANDBLAD VOOR DE KLANKINGENIEUR, DJ, LJ, VJ - MENSUEL POUR L’INGENIEUR DU SON, DJ, LJ, VJ

ADVERTEERDERSLIJST - LISTE DES ANNONCEURS

PRO SOUND & LIGHT

Adam Hall .........................21

Beglec...............................15

EMD ..................................27

Heuff .................................17

Highlite International ...........2

M-Works ...........................10

RCF ..................................19

Sennheiser .......................13

Sound 7 ............................29

Studio Factasy ..................29

Sound Service ....................9

Teac/Tascam.......................5

Teac/ART ..........................28

Titan ..................................23

XLR.....................................7

MEET MUSIC MAGAZINE

Alhambra Guitarras ............7

Fentex...............................13

Kawai ................................17

Peavey................................5

Roland ..................................

SAE ..................................18

The Roadhouse ..................9

Voerman ........................ 2,11

..............................................

..............................................

..............................................

Meet Music Magazineis een uitgave van/est une édition de:Meet Music bvba/sprlVierhuizen 44 - 2250 OlenTel: 014/28 29 49Fax: 014/28 29 40Vanuit Nederland:Postbus 323 NL-4560 AH HulstTel: +32 14 28 29 49Fax: +32 14 28 29 40Bladmanager/Magazine ManagerDirk De Paepedirk@meetmusic.comDruk/Impression:De Cuyper, Zele

De auteursrechten van deze uitgave en van alle artikelen, die erin verschijnen, worden door de uitgever voorbehouden.La reproduction, même partielle, de ce numéro est strictement interdite sans l’autorisation écrite de l’éditeur.Verantwoordelijke UitgeverEditeur responsableDirk De PaepeVierhuizen 442250 OlenHoofdredactie/Rédacteur en chef:Dirk De Paepedirk@meetmusic.com

Redactie-coörd./Coörd. de rédaction:Isabelle Bernaertseditor@meetmusic.com

Vormgeving/Mise en page:Meet Musiclayout@meetmusic.comAdministratie/Administration:Krista Vercammenadministrator@meetmusic.com

Redactie/Rédaction:Hans & Ludo Lauwens Kevin “A.L.F.” JasparRoger RolandTim VerheesWiebe “DJ Dysfunkshunal” Hennes

Vertalingen/Traductions:Jean-Pierre IrgelMichel NoachThierry StiévenartMichel Van den Bosch

Firma/Firme..................... blz/page Firma/Firme..................... blz/page Firma/Firme..................... blz/page Firma/Firme..................... blz/page

3PRO SOUND & LIGHT 2014/01

RECORDING & PRODUCINGZoom H6handheld recorder ....................................................... 4Apogee duetIOS audio & MIDI interface .......................................... 8

LIVE SOUNDLD Systems DDQ 12 & DDQ SUB18powered speaker & subwoofer cabinets ................11JB Systems CPX-1510 speaker cabinets & subwoofer ............................... 16

LIGHT GEARStagg HeadHunter 10 & 20moving heads ......................................................... 22

DJ GEARRane Sixty-FourDJ mixer .................................................................. 25

HILITES ............................................................. 29

www.meetmusic.com

p.4

INHOUD - SOMMAIRE

p.11p.4p.4

p.25

p.16

p.8

p.10p.10p.10p.10p.10

Zoom H6HANDHELD RECORDER ROGER ROLAND

RECORDING & PRODUCING Zoom H6

Digitale recorders zijn de laatste jaren gemeengoed gewor-den. En toch, als we een hedendaags model vergelijken met één van pakweg een jaar of drie geleden, dan zien we toch dat er een hele evolutie heeft plaatsgevonden. De H6 van Zoom die ik hier nu voor me heb liggen, is bijvoorbeeld geen groot toestel. En toch is de ruimte die ik hier gekregen heb te klein om alles in detail te bespre-ken. Ik ga me beperken tot een overzicht van de moge-lijkheden die we samen zullen ontdekken.

PRESENTATIEWe hadden de H6 voor de eerste keer gezien op de Mu-sikMesse in Frankfurt. Het potentieel van deze recorder leek meteen veelbelovend. En het minste dat we kunnen zeggen is dat Zoom zijn belofte is nagekomen, zonder compromissen! Het gaat om een recorder die zes sporen tegelijk kan opnemen. Nog maar een paar jaar geleden geraakten we al in extase als een toestel in stereo kon opnemen. De H6 heeft vier jack/XLR-ingangen en een aansluiting die geschikt is voor verschillende combina-ties van stereo microfoons of extra combi-ingangen. Dat maakt het mogelijk om het apparaat aan te passen aan di-verse opnamesituaties. En met zes sporen, zonder dat je een ander toestel moet gebruiken, zijn heel wat situaties mogelijk. Kortom, een geniaal concept!

BESCHRIJVINGDe H6 komt in een zwart tasje. Daarin zit de recorder zelf, een geheugenkaart, vier AA batterijen, een USB-kabel, twee stereo-microfoons, een windkapje en een DVD-ROM voor het installeren van Cubase LE 6. Bovendien zaten er bij mij nog wat optionele accessoires bij die het aantal mogelijkheden alleen maar groter maken. De look van de H6 is zowel robuust als streng en serieus - kies zelf maar. Hij oogt bijna militair. Een camouflagekleurtje zou niet misstaan. Maar Zoom koos voor een iets sober-dere kleur, namelijk zwart.Het gewicht bedraagt 280 gram, met batterijen is dat 370 gram. De afmetingen zijn: 77,8 x 152,8 x 47,8mm (LxBxH). Aan de bovenzijde zien we een kleurenscherm, de gebruikelijke toetsen die je op een recorder vindt, plus zes schakelaars voor de vier draaischij-ven die dienen om de niveaus af te regelen. Een attenuator van -20dB is geïntegreerd. Op de zijkanten zien we telkens twee combi-aansluitingen jack/XLR. Links is er ook nog een klepje waarachter we een gleuf vinden voor een SD/XC-kaart, een mini-jack hoofdtelefoonaanslui-ting en een volumecontrol via twee knopjes +/-, een off-switch en een knop met “hold”-functie. Hierover later meer. De rechterkant heeft (in aanvulling op de voorvermelde aansluitingen) een mini USB-aansluiting, een menu-knop en een scroll-knop die gebruikt wordt om functies te kiezen in het menu. Een kleine luidspreker is aanwezig aan de achterkant van de Zoom. Om de opname te controleren, heb je dus niet meteen een hoofdtelefoon nodig. Dit is uiteraard geen hifikwaliteit, maar het zal je toelaten om te checken of er al dan niet een signaal is opgenomen.Er zijn dus vier knoppen voor volume, maar de H6 kan, zoals de naam al doet vermoeden, zes sporen opnemen. En inderdaad, de twee microfoons die op de recorder zitten, zijn ook nog eens volumeknoppen. Zoom wijst er trouwens op dat je op deze recorder de microfoons even mak-kelijk wisselt als de lenzen op een fotocamera. Dit toont nog maar eens aan hoe professioneel de aanpak is. Een amateurfotograaf wisselt immers geen lenzen op zijn compacte camera. Tot slot kijken we nog eens naar het gedeelte onder het scherm. Daar zien we een line mini-jack een een aansluiting voor een afstandsbediening, die je optioneel kan bijkopen. Een handleiding van een honderdtal pagina’s is beschikbaar in het Engels, Duits en Frans. Meegeleverde ac-cessoires zijn een ‘shotgun’-microfoon, een windkap en de EXH-6 (twee additionele XLR/Jack combi inputs) een capsule om aan de bovenkant van de H6 vast te maken. Andere toebehoren zijn eveneens beschikbaar: afstandsbediening met kabel, AC-adapter, etc.

GEBRUIKDe H6 heeft vier AA-batterijen nodig om te functioneren. Een adapter kan je in optie bijko-pen, maar de kabel gaat wellicht in de weg hangen. Is dat vervelend? Soms wel, soms niet. Oplaadbare batterijen zouden handig zijn (mijnheer Zoom, als u dit leest…). Goed, we zetten het toestel voor de eerste keer aan en we moeten de taal kiezen. De keuze is beperkt: Japans of Engels. Wat zou jij kiezen in mijn plaats? Na het inschakelen verschijnt een virtuele mixtafel met voor elke ingang een pan, fader, piekmeter, hoogfilter, compressor en fantoomvoeding. OK, het scherm is niet erg groot (4,2 x 3 cm), maar het is in kleur en alles is duidelijk leesbaar. Als je een microfoon aan de bovenzijde aansluit, verandert de schermweergave en wordt al-les nog beter zichtbaar. Twee ingangen worden visueel gegroepeerd op een enkel kanaal, wat ruimte biedt voor de overige kanalen.De gebruiker kan de frequentie en de resolutie van de tracks kiezen. De keuze is enorm: van 48 kpbs in mp3 (voor als u echt van korrelig geluid houdt) tot WAV in 96kHz/24bit en zowat alles wat tussen deze twee zit. Natuurlijk, hoe hoger de kwaliteit, hoe minder plaats je op je SD-kaart krijgt. Er is overigens een visuele meter die aangeeft hoeveel beschikbare ruimte je nog over hebt. In 44,1kHz/16bit is het mogelijk om drie uur op te nemen. In MP3 128 kbps zit dat rond de 35 uur.Als je een compressor, een hoogfilter of fantoomvoeding wilt gebruiken of de pan van een spoor wilt regelen, gebruik je de twee knoppen aan de rechterkant van de H6: de menuknop en de draaischijf. In het begin lijkt dat allemaal wat omslachtig, maar je bent er zo mee weg. Wan-neer de ruimte beperkt is, is een knop voor elke functie gewoon onmogelijk.Zoom verkondigt dus, zoals reeds gezegd, luid en duidelijk “je verandert even snel de micro-foons als een fotograaf zijn lens op een camera”. Volgens mij is het zelfs nog sneller. Het aan-sluitsysteem is goed ontworpen en om de microfoon weer los te koppelen, druk je op twee knopjes: één op het toestel, één op de microfoon. Dit moet ongewenst loskoppelen voorkomen. Ik ben begonnen met het XY-paar dat de naam XYH-6 draagt. Het gaat om een paar kruislings

Parler d’un enregistreur portable est devenu banal depuis quelques années. Et pourtant, si l’on compare un modèle d’il y a deux ou trois ans avec un modèle actuel, on mesure à quel point l’évolution a transformé les premiers modèles. Le Zoom H6 que je reçois n’est pas à propre-ment parler un gros appareil. Et pourtant ses possibilités sont étendues à un point tel que cet article ne pourra en donner qu’un aperçu. Nous allons découvrir cela ensemble. Je vous préviens de suite: c’est du sérieux!

PRESENTATIONNous avions aperçu pour la première fois le H6 à la MusikMesse à Francfort. Les potentialités de cet enregistreur semblaient prometteuses, et le moins que l’on puisse dire, c’est que Zoom a tenu ses promesses. Zoom ne fait donc pas de politique. Nous avons dans les mains un enre-gistreur portable capable de traiter six pistes simultanées. Il y a quelques années encore, on s’extasiait devant les modèles stéréo. Ceci me-sure le chemin parcouru. Le H6 compte quatre entrées « combo » jack/XLR et un connecteur pouvant accueillir différentes combinaisons de micros stéréo ou des entrées « combo » supplémentaires, ce qui permet à l’appareil de s’adapter aux différentes situations. Et avec six pistes, vous imaginez ce qu’il est possible

de faire. D’autant que le H6 peut travailler seul, sans mixette ou autre machine externe. En soi, le concept est tout simplement génial.

DESCRIPTIONLe Zoom H6 est livré dans une mallette rigide noire qui contient l’enregistreur lui-même, une carte D, quatre piles AA, un câble USB, deux micros stéréo, une bonnette anti-vent en mousse, un câble USB et un DVD-Rom

d’installation pour le Cubase LE 6 qui est livré en accompagnement. De plus, j’ai eu la chance de recevoir des accessoires optionnels qui per-mettront de se rendre compte de l’étendue des possibilités de cette machine. Le look du H6 est (au choix) sévère, robuste ou sérieux. Choisissez en fonction de votre humeur. Le look est quasi militaire. Il aurait fallu pour cela le peindre en vert para commando (on ne sait jamais : une version militaire sortira peut-être un jour). Zoom a préféré pour l’instant rester sur une couleur plus sobre: le noir.Le poids est de 280 grammes à vide, et 370 avec les piles. Avec des dimensions de 77,8 x 152,8 x 47,8 mm (L x P x H). Le haut comprend un écran couleur, les touches habituelles d’un enregi-streur plus six sélecteurs pour les pistes quatre encodeurs rotatifs pour le réglage des niveaux accompagnés d’un atténuateur (pad) de – 20 dB. Sur les côtés on trouve à chaque fois deux connecteurs mixtes XLR/jack. A gauche un cache couvrant la carte SD/XC, une prise casque en mini jack et un réglage de volume via deux boutons +/- et un bouton de mise sous tension comprenant une fonction « hold » dont nous reparlerons. Le côté droit compte (outre les deux connecteurs) une prise mini USB, un bouton « menu » et un bouton de défilement qui s’utilise vers le haut ou le bas, et peut également être enfoncé pour sélectionner une fonction.Un petit haut parleur est présent à l’arrière du Zoom, pour contrôler l’enregistrement si vous n’avez pas de casque. Ce n’est pas de la Hi-Fi, mais cela permettra de se rendre compte de la présence ou non d’un signal.Il y a donc quatre potards de volume, mais le H6 peut enregistrer six pistes. Et de fait, les deux micros qui accompagnent l’enregistreur comptent eux-mêmes un potard de volume. Il suffisait d’y penser. Zoom signale que sur cette machine, on change de micros comme un photographe change d’objectif. Ceci montre le professionnalisme de l’engin…un amateur utilise un zoom (un vrai, en photo) et ne change pas d’objectif. Ici, nous allons le découvrir, on est parfois entre la simplicité et la complexité. Terminons la description par la partie située sous l’écran, où l’on découvre une prise « Line out » en mini jack, et une prise pour une télécommande vendue en option. Un mode d’emploi d’une centaine de pages est fourni en anglais, allemand et français. Parmi les options reçues, il y a un micro « shotgun », une bonnette anti-vent à poils longs et une capsule (l’EXH-6) à fixer en haut du H6 qui amène deux entrées micro/ligne supplémentaires, pouvant s’utiliser en lieu et place d’une capsule « micro ». D’autres accessoires sont également disponibles: télécommande filaire, adaptateur secteur…

UTILISATIONLe H6 nécessite quatre piles AA pour fonctionner. Un transfo d’alimentation existe en option, mais du coup un fil sera dans le chemin. Parfois c’est gênant, parfois non. Une batterie re-chargeable serait une bonne idée (si Monsieur Zoom me lit…). Lorsue l’on allume le H6 pour la première fois, il faut choisir la langue. Le choix est restreint : japonais ou anglais. Qu’auriez-vous fait à ma place ? A l’allumage, l’cran couleur fait apparaitre une table de mixage virtuelle avec pour chaque entrée : un panoramique, un fader, un crête-mètre, un filtre passe-haut, un compresseur et une lamentation fantôme. Bon, l’écran n’est pas très grand (4,2 x 3 cm), mais il est en couleurs, et assez lisible. Si vous introduisez un micro dans la prise placée en haut du H6, l’écran change d’aspect et devient plus lisible. En effet : deux entrées sont regroupées visuellement sur une seule, ce qui laisse plus de place pour les autres canaux.L’utilisateur devra choisir la fréquence et la résolution des pistes. Le choix est vaste : on peut utiliser du mp3 en 48kbps (si vraiment vous ailez le son granuleux) jusqu’au Wav 96 kHz/24 bit, et tout ce qui existe entre les deux. Bien entendu, plus la qualité monte, plus l’espace sur la carte SD diminue. Une jauge virtuelle est d’ailleurs présente pour vous informer de l’espace disponible. Mais en 44.1 kHz en 16 bit (soit le format CD), il est possible d’enregistrer 3 heures. En MP3 128kb/s pas loin de 35 heures… de quoi voir venir.

PRO SOUND & LIGHT 2014/014 www.meetmusic.com

Digitale recorders zijn de laatste jaren gemeengoed gewor-den. En toch, als we een hedendaags model vergelijken met één van pakweg een jaar of drie geleden, dan zien

sikMesse in Frankfurt. Het potentieel van deze recorder leek meteen veelbelovend. En het minste dat we kunnen zeggen is dat Zoom zijn belofte is nagekomen, zonder compromissen! Het gaat om een recorder die zes sporen tegelijk kan opnemen. Nog maar een paar jaar geleden geraakten we al in extase als een toestel in stereo kon opnemen. De H6 heeft vier jack/XLR-ingangen en een aansluiting die geschikt is voor verschillende combina-ties van stereo microfoons of extra combi-ingangen. Dat maakt het mogelijk om het apparaat aan te passen aan di-verse opnamesituaties. En met zes sporen, zonder dat je een ander toestel moet gebruiken, zijn heel wat situaties

De H6 komt in een zwart tasje. Daarin zit de recorder zelf, een geheugenkaart, vier AA batterijen, een USB-kabel, twee stereo-microfoons, een windkapje en een DVD-ROM

Parler d’un enregistreur portable est devenu banal depuis quelques années. Et pourtant, si l’on compare un modèle d’il y a deux ou trois ans avec un modèle actuel, on mesure à quel point l’évolution a transformé les premiers modèles. Le Zoom H6 que je reçois n’est pas à propre-ment parler un gros appareil. Et pourtant ses

Nous avions aperçu pour la première fois le H6 à la MusikMesse à Francfort. Les potentialités de cet enregistreur semblaient prometteuses, et le moins que l’on puisse dire, c’est que Zoom a tenu ses promesses. Zoom ne fait donc pas de politique. Nous avons dans les mains un enre-gistreur portable capable de traiter six pistes simultanées. Il y a quelques années encore, on s’extasiait devant les modèles stéréo. Ceci me-sure le chemin parcouru. Le H6 compte quatre entrées « combo » jack/XLR et un connecteur pouvant accueillir différentes combinaisons de micros stéréo ou des entrées « combo » supplémentaires, ce qui permet à l’appareil de s’adapter aux différentes situations. Et avec six pistes, vous imaginez ce qu’il est possible

de faire. D’autant que le H6 peut travailler seul, de faire. D’autant que le H6 peut travailler seul, sans mixette ou autre machine externe. En soi, le concept est tout simplement génial.

de faire. D’autant que le H6 peut travailler seul, twee stereo-microfoons, een windkapje en een DVD-ROM voor het installeren van Cubase LE 6. Bovendien zaten er

PRO SOUND & LIGHT 2013/11 5www.meetmusic.com

RECORDING & PRODUCING Zoom H6

gerichte microfoons waarbij de gebruiker de hoek kan kiezen, van 90 tot 120°. Een zeer goed idee! De andere microfoon is de MSH-6. Voor hen die niet zo technisch zijn aangelegd: het gaat enerzijds om een microfoon waarmee je centraal (mids) kan opnemen, terwijl de andere zich meer op de zijdes richt. Met een mastering kan je het centrum van de micro sturen en aan de zijdes van de ene zijkant het signaal in tegenfase schakelen. Misschien lijkt dit een beetje ingewikkeld, maar in de praktijk is dat helemaal niet het geval: als je het signaal aan de zij-kanten doseert, krijg je een veel groter stereobeeld. Terwijl het midden dan weer een goede comptabiliteit in mono garandeert. Op de Zoom kan je ook het zijdelingse signaal wegfilteren, wat bijvoorbeeld weer handig is bij interviews op rumoerige plekken. De handleiding is zeer gedetailleerd en geeft op heel wat van je vragen een duidelijk antwoord. Bijvoorbeeld: hoe je een concert opneemt via de uitgang van de mixtafel, plus twee sfeermicrofoons en een direct out van de zangmicrofoon. Dat biedt je de mogelijkheid om een ruwe mix te maken die heel wat beter is dan wanneer je slechts twee sporen hebt.De functie “hold” is eigenlijk niets meer of niets minder dan een toetsenvergrendeling om te voorkomen dat bijvoorbeeld de drummer op stop drukt in het midden van een opname. Maar, we willen natuurlijk niemand viseren. Als u dus drummer bent, vervang dan “drummer” door “gitarist”.Ook op het vlak van video-opnames heeft dit toestel heel wat mogelijkheden in huis. Je kan het probleemloos aansluiten op een digitale videocamera. Let er wel op dat dit een aanzienlijke toename van het gewicht met zich meebrengt. Met de XY aangesloten komen we aan meer dan 500 gram. En de verdeling is niet evenwichtig: de Zoom leunt voorover van zodra de micro-foons zijn aangesloten. Anderzijds, als je hem op een voet plaatst, is er helemaal geen probleem. De shotgunmicrofoon is voorzien van een windkap die de storende geluiden van de wind on-derdrukt. De hypercardïoide richtingskarakteristiek maakt het mogelijk om vervelende ach-tergrondgeluiden buiten te houden.De aansluitingen vormen misschien het zwakke punt. Ze zitten een beetje verzonken in het toestel. Je moet dus voorzichtig te werk gaan. Spring er zacht mee om en de duurzaamheid van het toestel zal je verrassen. De USB-aansluiting laat je toe om nummers te importeren, maar je kan ze ook gebruiken om de H6 aan te sluiten op een geluidskaart. En ja, met de Cubase SE-software kan je zo aan de slag. De gebruiker kan zelfs kiezen om de niveaus weer te geven op de Zoom door middel van een virtuele old school Vu-meter. Ook het vermelden waard: de tuner en een ingebouwde metronoom, vertraagd afspelen zonder dat de toonhoogte verandert, automatische opnamemodus (waarbij de recorder begint op te nemen van zodra een bepaald geluidsniveau binnenkomt). Dit laatste kan je perfect gebruiken om te zien of je ‘s nachts snurkt. Het zijn allemaal kleinigheden en gadgets die van dit toestel een kleine oorlogsmachine maken.Je kan de H6 ook gebruiken als een multitrackrecorder. Hoe? Gebruik twee eerder opgenomen tracks en voeg zes nieuwe tracks toe, tegelijk of één voor één. Natuurlijk, bij iets uitgebreidere sessies kan je de Zoom beter aansluiten op de computer. Op die manier werk je een pak ergo-nomischer.

GELUIDSKWALITEITIk geef toe dat ik dit soort recorders altijd wel handig heb gevonden, maar dat ik toch niet altijd tevreden was over het geluid. Met deze Zoom is een enorme sprong voorwaarts ge-maakt. De microfoons zijn degelijk, vooral als je rekening houdt met de bescheiden prijs. Maar, de mogelijkheid om een externe micro-foon aan te sluiten is een onmiskenbaar voor-deel. Wie durft er een U87 aan te sluiten op de Zoom? Vergeleken met de vorige generatie is dit een grote vooruitgang. Natuurlijk kan je altijd nog beter vinden, maar dan moet je daar de prijs voor willen betalen. En hierin blinkt dit toestel écht uit: een degelijke geluidskwaliteit en een zeer interessante prijs. Je kan zonder vrees het vol-gende hoofdstukje lezen.

PRIJS€482,79 inclusief BTW: niet meer, niet min-der! Wie gaat dit duur vinden? Vooral als je weet dat je voor deze prijs het volgende krijgt: een recorder, twee microfoons, een koffertje, windkap en batterijen. De opties zijn bruikbaar, afhankelijk van wat je met de Zoom van plan bent. In het algemeen vinden we deze opties alleen bij de duurdere toestellen. Hier werd het allemaal betaalbaar gehouden. Een uitstekende verhouding tussen de mogelijkheden en de prijs. Iedereen te-vreden!

BESLUITWe hebben hier een geweldige draagbare zes-spo-renrecorder die ook kan dienen als geluidskaart, met een heleboel opties en een interessant prijs-kaartje. Alles zit degelijk in mekaar, en hoewel het niet om een metalen behuizing gaat, is de H6 toch robuust genoeg voor jarenlang zorgeloos gebruik in verschillende situaties. Zoom heeft een hele website gewijd aan dit model.

Si vous souhaitez utiliser un compresseur, un filtre passe-haut, ou enclencher une ali-mentation fantôme ou régler le panoramique d’une piste, il vous faut utiliser les deux boutons placés à droit du H6 : le « Menu » et le bouton de défilement. Au début c’est fastidieux, mais on se prend rapidement au jeu et après quelques manipulations, on va beaucoup plus vite. Quand l’espace est comp-té, proposer du « un bouton, une fonction » est tout simplement impossible. Zoom le clame haut et fort : on change les micros sur cette machine aussi rapidement que d’objectif sur un appareil photo. C’est même plus rapi-de ici, selon moi. Le système de branchement semble bien conçu, et pour débrancher, il faut ap-puyer sur deux boutons de sécurité de part et d’autre de la capsule. Ceci empêche tout débran-chement accidentel. J’ai commencé par le couple XY qui porte le nom de « XYH-6 » (difficile de faire plus simple). Il s’agit donc d’un couple de micros directionnels croisés, où l’utilisateur peut choisir l’angle d’enregistrement entre 90° et 120°. Très bonne idée. L’autre capsule se nomme MSH-6 et associe un micro central unidirectionnel et un micro latéral bidirectionnel permet-tant d’enregistrer en M+S. Pour ceux qui ignorent tout de cette technique, il s’agit d’enregistrer avec un micro le centre (Mid) et avec l’autres les côtés (Sides). Un matriçage permet d’envoyer au centre le micro central, et sur les côtés d’une part le signal latéral et de l’autre le même en opposition de phase. Si cela vous semble compliqué, il n’en est rien en pratique : lorsqu’on dose le signal des côtés, on obtient une image stéréo plus large, tandis que le centre assure une bonne compatibilité mono. Sur le Zoom, on peut aussi couper le signal latéral pour enregistrer un signal mono (en interview par exemple). Le mode d’emploi est très détaillé et fournit des tas de possibilités d’utilisations. Par exemple : enregistrer un concert en utilisant la sortie « table de mixage », plus deux micros d’ambiance et la piste vocale en « direct out ». Ceci permettra par la suite de réaliser un mixage basique qui rendra un résultat bien plus précis que si l’on disposait uniquement de deux pistes, avec la possibilité de remixer les différentes pistes.La fonction « hold » permettra de bloquer les commandes, pour éviter toute manipulation in-tempestive (genre le batteur qui appuie sur « stop » ou ce genre de situation connue par tous les musiciens ayant laissé un batteur toucher un jour du matériel sérieux). Si vous êtes batteur, remplacez le mot « batteur » par « guitariste ».En captation vidéo également, cette machine dispose de nombreuses possibilités. Il y a même moyen de brancher le H6 sur un appareil photo numérique en captation vidéo. Attention toute-fois que cela va alourdir considérablement le poids : avec les couple XY branché, le Zoom accuse plus de 500 grammes sur la balance, et les masses ne sont pas très équilibrées : le Zoom penche vers l’avant une fois qu’une paire de micros est insérée. Par contre, posé sur un pied, cela ne posera aucun problème. Le micro « shotgun » (micro canon en français) proposé en option est fourni avec une bonnette à poils longs qui l’isoleront des bruits de vent. Sa directivité hyper-cardioïde permet d’avoir très peu de sons parasites hors axe, ce qui est apprécié par exemple en interview, lorsque l’on ne souhaite pas utiliser de micro « main ».Le système de branchement pourrait être le point faible. Du côté « Zoom H6» aucun souci, mais sur les parties que l’on connecte, une patte de type informatique déborde (et vient s’enfoncer dans la Zoom). Il faut simplement faire cela avec précaution, comme chaque fois que l’on enfonce quelque chose dans autre chose... Donc les brutes épaisses devront réfréner leur penchant naturel. Si vous êtes soigneux, cela se fera sans souci. Soyez doux, vous avez tout à y gagner ! Rendez-vous dans quelques années pour constater la pérennité du système.La connexion USB pourra permettre d’importer les pistes, mais aussi de se servir du H6 com-me d’une carte son. Et oui ! Le logiciel Cubase SE vous offrant tout ce qu’il faut pour débuter dans la MAO, vous pourrez enregistrer dès le déballage de l’appareil. L’utilisateur pourra même

choisir d’afficher les niveaux sur le Zoom via de super Vu-mètres virtuels « old style », ce qui peut simplifier la lecture, avec un petit côté kitsch qui est plutôt rigolo . Citons encore l’accordeur et le métronome intégrés, la possibilité de lire au ralenti sans changement de ton, ou encore le mode « enregistrement automatique » qui fait que l’enregistreur démar-re à partir d’un certain niveau sonore (pratique en fonction dictaphone ou pour vérifier si vous ronflez la nuit), et des tas de petites attentions (parfois un peu gadget) qui mises bout à bout font de cette machine une vraie petite machine de guerre. Attendez la suite : on peut aussi se servir du H6 comme d’un enregistreur multipistes. Du genre : utiliser

deux pistes déjà enregistrées et ajouter six nouvelles pistes simultanées, ou une par une. Bien entendu, si vous souhaitez faire des sessions un peu élaborées, mieux vaut brancher le Zoom dans un ordi, vous y gagnerez en ergonomie. N’empêche, un multipistes qui tient en

poche, ce n’est guère courant!

QUALITE SONOREJ’avoue que jusqu’ici, j’ai toujours trouvé les enregistreurs de ce type très pratiques, mais assez limités sur le plan sonore. Un grand bond en avant a été réalisé par Zoom dans ce domaine. Les micros « de base » sont valables, surtout en champ proche et en tenant compte de leur prix modeste. Mais le fait de pouvoir brancher des micros externes ap-porte un atout indéniable. Qui osera brancher un U87 dans le Zoom ? D’autant que tant les préamplis que les convertisseurs sont valables. Par rapport à la génération précé-dente, on entend les progrès réalisés, et c’est tant mieux ! Bien entendu, on peut toujours trouver mieux…pour autant que l’on y mette le prix. Et c’est sans doute le point fort de cette machine: énormément de possibilité, avec une qualité sonore très honorable, tout

en gardant une grande maitrise du prix. Lisez la suite sans vous affoler…

BUDGET €482,79, TAV incluse: ni plus ni moins. Qui va trouver cela cher ? D’autant que pour ce prix, tout est compris : l’enregistreur, deux jeux de micros, la valise, la bonnette en mousse et les piles. Les options seront utiles suivant l’usage auquel vous destinez le Zoom H6. Cha-cun choisira ce dont il a besoin. Ce qui l’air de rien est terriblement intéressant dans une machine abordable financièrement. En général, seuls les modèles plus onéreux proposent des options de ce type. Ici, tout reste abordable, ce dont personne ne se plaindra. Excellent rapport prix/possibilités!

CONCLUSIONSNous avons ici un super enregistreur portable six pistes qui peut aussi servir de carte son et proposer des options à prix raisonnables. La qualité est présente, et si le boitier n’est pas en métal blindé, le H6 semble suffisamment robuste que pour être utilisé sans problème durant des années dans diverses situations. Zoom a dédié un site complet rien que pour ce modèle, je vous laisse le lien en fin d’article.

PRO SOUND & LIGHT 2014/016 www.meetmusic.com

Ik geef toe dat ik dit soort recorders altijd wel handig heb gevonden, maar dat ik toch niet altijd tevreden was over het geluid. Met deze Zoom is een enorme sprong voorwaarts ge-maakt. De microfoons zijn degelijk, vooral als je rekening houdt met de bescheiden prijs. Maar, de mogelijkheid om een externe micro-foon aan te sluiten is een onmiskenbaar voor-deel. Wie durft er een U87 aan te sluiten op de

Vergeleken met de vorige generatie is dit een grote

interessante prijs. Je kan zonder vrees het vol-

weet dat je voor deze prijs het volgende krijgt: een recorder, twee microfoons, een koffertje, windkap en batterijen. De opties zijn bruikbaar, afhankelijk van wat je met de Zoom van plan bent. In het algemeen vinden we deze opties alleen bij de duurdere toestellen. Hier werd het allemaal betaalbaar gehouden. Een uitstekende verhouding tussen de mogelijkheden en de prijs. Iedereen te-

We hebben hier een geweldige draagbare zes-spo-renrecorder die ook kan dienen als geluidskaart, met een heleboel opties en een interessant prijs-kaartje. Alles zit degelijk in mekaar, en hoewel het niet om een metalen behuizing gaat, is de H6 toch robuust genoeg voor jarenlang zorgeloos gebruik in verschillende situaties. Zoom heeft

dans la MAO, vous pourrez enregistrer dès le déballage de l’appareil. L’utilisateur pourra même choisir d’afficher les niveaux sur le Zoom via de super Vu-mètres virtuels « old style », ce

qui peut simplifier la lecture, avec un petit côté kitsch qui est plutôt rigolo . Citons encore l’accordeur et le métronome intégrés, la possibilité de lire au ralenti sans changement de ton, ou encore le mode « enregistrement automatique » qui fait que l’enregistreur démar-re à partir d’un certain niveau sonore (pratique en fonction dictaphone ou pour vérifier si vous ronflez la nuit), et des tas de petites attentions (parfois un peu gadget) qui mises bout à bout font de cette machine une vraie petite machine de guerre. Attendez la suite : on peut aussi se servir du H6 comme d’un enregistreur multipistes. Du genre : utiliser

deux pistes déjà enregistrées et ajouter six nouvelles pistes simultanées, ou une par une. Bien entendu, si vous souhaitez faire des sessions un peu élaborées, mieux vaut brancher le Zoom dans un ordi, vous y gagnerez en ergonomie. N’empêche, un multipistes qui tient en

poche, ce n’est guère courant!

QUALITE SONOREJ’avoue que jusqu’ici, j’ai toujours trouvé les enregistreurs de ce type très pratiques, mais assez limités sur le plan sonore. Un grand bond en avant a été réalisé par Zoom dans ce domaine. Les micros « de base » sont valables, surtout en champ proche et en tenant compte de leur prix modeste. Mais le fait de pouvoir brancher des micros externes ap-porte un atout indéniable. Qui osera brancher un U87 dans le Zoom ? D’autant que tant les préamplis que les convertisseurs sont valables. Par rapport à la génération précé-dente, on entend les progrès réalisés, et c’est tant mieux ! Bien entendu, on peut toujours trouver mieux…pour autant que l’on y mette le prix. Et c’est sans doute le point fort de cette machine: énormément de possibilité, avec une qualité sonore très honorable, tout

en gardant une grande maitrise du prix. Lisez la suite sans vous affoler…

BUDGET €482,79, TAV incluse:prix, tout est compris : l’enregistreur, deux jeux de micros, la valise, la bonnette en mousse et les piles. Les options seront utiles suivant l’usage auquel vous destinez le Zoom H6. Cha-cun choisira ce dont il a besoin. Ce qui l’air de rien est terriblement intéressant dans une machine abordable financièrement. En général, seuls les modèles plus onéreux proposent des options de ce type. Ici, tout reste abordable, ce dont personne ne se plaindra. Excellent rapport prix/possibilités!

CONCLUSIONSNous avons ici un super enregistreur portable six pistes qui peut aussi servir de carte son et proposer des options à prix raisonnables. La qualité est présente, et si le boitier n’est pas en métal blindé, le H6 semble suffisamment robuste que pour être utilisé sans

rien que pour ce modèle, je vous laisse le lien en fin d’article.

Si vous souhaitez utiliser un compresseur, un filtre passe-haut, ou enclencher une ali-mentation fantôme ou régler le panoramique d’une piste, il vous faut utiliser les deux boutons placés à droit du H6 : le « Menu » et le bouton de défilement. Au début c’est fastidieux, mais on se prend rapidement au

Quand l’espace est comp-

contra• lastig op een camera • encombrant sur un appa-

reil photo

pro• veel mogelijkheden• geluidskwaliteit• prijs

• possibilités étendues• qualité sonore• prix abordable

PSL PSL

Setting the StandardListening CentersArtson - Brugge www.artson.beBekafun - Izegem www.bekafun.beKey Music - Brussel www.keymusic.comKey Music - GentKey Music - LiegeKey Music - Sint-NiklaasKey Music - HerentalsSOS Recording - Ans www.sos-recording.com

MinimumDiffractionEnclosure™

DirectivityControlWaveguide™

High PerformanceRefl ex Port

Die-cast structurefrom recycledaluminium

Iso-Pod™

www.genelec.com

Rue Pierre Strauwen, 24Pierre Strauwenstraat, 24B-1020 Brussels T +32 2 520 08 27 F +32 2 521 19 77info@xlrpro.be www.xlrpro.be

Apogee DuetIOS AUDIO & MIDI INTERFACE ROGER ROLAND

RECORDING & PRODUCING Apogee Duet

De naam van het toestel spreekt voor zicht: deze interface is niet bedoeld voor een pc. Van de andere kant, als je een grote fan bent van Apple, dan geraakt u makkelijk in de ban van deze interface. Laten we hem samen ontdekken!

PRESENTATIEApogee is een Amerikaans merk en natuurlijk is de slogan van het product dat ook: “The first professional stereo audio interface for iPad and Mac”. Alles zit eigenlijk vervat in dit ene zinnetje. Wat je er niet kan uithalen is de niet te ontkennen schoonheid van het toestel. Apple staat natuurlijk bekend om z’n combinatie van soberheid en design. Apogee stelt dus een interface voor onder de naam “Duet”, die je niet alleen kunt aansluiten op je Mac of iPad, maar ook op je iPhone. En dat is behoorlijk vernieuwend. Het gaat hier om een toestel dat niet enkel mooi oogt, maar ook nog eens zeer efficiënt is.

BESCHRIJVINGHet toestel meet 102 x 162 x 25mm (B x L x H) en weegt 495 gram. We vinden ook behoorlijk wat accessoires in de verpakking: een USB-kabel (USB2), een kabel die je aan de Duet kop-pelt en aan de andere kant een combostekker van twee XLR’s en twee jacks. Er is een adapter voor Europa, voor de VS en voor het Verenigd Koninkrijk. We kunnen dus rondreizen met deze interface! Tot slot is er ook nog een USB/30 pins kabel voor de iPad2. Heb je een nieu-were iPad, moet je met een adapter werken.De module heeft een oneindig draaibare kiesschijf die je ook kan indrukken om door de verschillende menu’s te browsen. Daaronder zitten een tactiele controller en een OLED-schermpje. Aan de voorkant is er een hoofdtelefoonaansluiting en aan de achterkant zit een USB-poort voor MIDI, een aansluiting voor een analoog signaal, een voedingsaansluiting en een mini-USB-poort. Aan de onderkant zit zeer effectief antislipmateriaal. Dit alles is vergezeld van een mooie snelstartgids in mooi glanzend papier, waarin op dertig pagina’s de meest gebruikte basisfuncties uit de doeken worden gedaan. Een meer volledige handleiding is te downloaden op de Apogee-website.

GEBRUIKJe moet beschikken over een Mac-computer met minimaal een Intel-processor van 1,5 GHz, 2 GB RAM (4 GB aanbevolen). De OS moet minstens een 10.6.8 zijn, of nog beter een 10.7.5 of nieuwer. Elke Core Audio software is compatibel met het apparaat. Cubase, Nuendo, Garage Band, Logic, Ableton of Digital Performer zijn maar enkele voorbeelden waarmee het prima werken is.De installatie gebeurt in slechts een paar seconden: je sluit de Duet aan op je Apple computer en de interface wordt meteen herkend. Je kunt de nieuwste driver krijgen, maar voor mij was dat niet nodig. Ik beschik namelijk over Logic ProX op de computer van mijn zoon. En meteen had ik geluid. Daarna probeerde ik het eens op de iPad. Ook daar liep alles van een leien dakje. Wel een aandachtspunt hier: hang de externe voeding aan je Duet, of de batterij van je iPad is snel leeg! En wat helemaal een voordeel is: de iPad laadt ondertussen op. De batterij van de mijne was bijna leeg toen ik de Duet eraan hing. Kort daarna was mijn iPad weer opgeladen. De analoge aansluitingen zijn erg handig en ogen zeer stevig en robuust. Ze zijn gemerkt met 1, 2 en “out” L en R.Plug je microfoon, bas of gitaar in, sluit je monitoren aan en je bent vertrokken! Het gebruik is erg eenvoudig. Via de Apogee Maestro-software kan je de microfoon- of instrumentingang kiezen, van +4 dBu tot -10 dBV. En stel dat je een microfoon gebruikt die fantoomvoeding nodig heeft, dan kan je deze activeren via de software. Een rood bolletje boven het microfoonsymbool wijst je op het feit dat er 48 Volt wordt gestuurd naar de aan-gesloten microfoon. Je kan de fase ook omkeren of een soft limiter gebruiken. Door op de grote encoder te drukken, passeer je achtereenvolgens de “in 1”, “in 2”, “speaker” en “phones”. En door met de encoder te draaien, kan je de ingangs-niveaus en de output snel en nauwkeu-rig instellen.Het scherm toont de niveaus via een piekmeter in mono of stereo. Het voelt allemaal erg intuïtief aan doordat het scherm op het toestel zelf zit, én dankzij de duidelijke pictogrammen (hoofd-telefoon, microfoon, gitaar, speaker). Zelfs een klein kind begrijpt het pro-bleemloos. Het scherm toont ook of je luistert in mono of stereo, of het uit-gangssignaal verzwakt of gemute is, of er fase-inversie is en of de limiter geactiveerd is.Terwijl we bezig zijn, ontdekken we dat alles wat een geluidsman nodig heeft, aanwezig is. Door de trackpads aan weerszijden is alles meteen voor-handen. We hebben het hier over de tastsensoren die zeer goed reageren op aanrakingen. Voor iPad of iPhone kan de gebruiker de gewenste apps verkrij-gen via de App Store. In de handleiding staan enkele voorbeelden, maar je weet ook dat er elke dag nieuwe toepassingen worden geboren. Op de interface zelf is het OLED-scherm erg goed. Van zodra je de encoder aanraakt, verschijnen de waarden van de input of het uitgangs-niveau. Van pagina wisselen doe je door

L e n o m de la ma-chine est clair: cet interface n’aura rien à faire sur un PC. Par contre, si vous êtes adepte des produits à la pom- me, vous risquez comme moi de tomber sous le charme de cette interface. Découvrons cela ensemble!

PRESENTATIONApogee est une marque américaine. Et naturellement, le slogan vantant le produit est aussi américain : « The first professional stereo audio interface for iPad & Mac ». Tour est résumé dans cette simple phrase. Ce qui n’est pas dit, par contre, et c’est dommage, c’est la beauté de cet objet, qui fait indéniable penser aux produits Apple en combinant design et sobriété. Comme les forces de l’ordre sont aussi présentes sur nos routes en cette fin d’année que dis-crètes le reste du temps, la sobriété ne peut qu’être bienvenue. Apogee présente donc une interface que l’on ne présente plus : la Duet. Mais celle-ci pourra aussi se brancher sur votre iPad ou iPhone, ce qui est effectivement assez innovant dans cette gamme de qualité. Pour ceux qui ne connaissent pas encore le produit : il s’agit d’une interface au look ravageur, qui n’est pas que jolie : elle est également performante.

DESCRIPTION102 x 162 x 25 mm (l x L x H) et un poids de 495 grammes, voici pour l’aspect physique. Un lot d’accessoires accompagne la jolie machine : un câble USB (la Duet travaille en USB 2), un câble qui se branche sur la Duet et part en éclaté où l’on trouve deux prises « combo» XLR-jack et deux prises jack. Ensuite un transfo et des adaptateurs pour l’Europe, les USA et le Royaume Uni (on pourra voyager loin avec cette interface) et enfin, un câble USB/30 pin qui permet de brancher l’Apogee sur un iPad. Du moins jusque l’iPad2. Après, vous aurez besoin d’un adaptateur pour la connexion. Le module ne compte qu’un seul gros encodeur « sans fin » qui peut également être enfoncé et permettra de naviguer au-travers les différents menus, complété en cela par une surface de contrôle tactile et un système d’affichage nommés « OLED ». Voilà qui explique le seul et unique bouton. A l’avant une prise casque est disponible, alors que l’arrière compte une prise USB destinée au Midi, une prise où se branche l’éclaté et qui accueille la partie « analo-gique », une prise pour l’alimentation externe et un mini port USB. Le dessous est recouvert d’une matière antidérapante redoutablement efficace. Terminons par un joli guide de prise en mains rapide, qui est en papier glacé (cela change des photocopies chinoises), et vous résume en une trentaine de pages les fonctions de base. Un mode d’emploi plus complet peut se charger sur le site Apogee.

UTILISATIONIl vous faudra disposer d’un ordinateur Mac doté au minimum d’un processeur Intel 1,5 GHz avec au moins 2 GB de RAM (4 GB recommandés). L’OS doit être un 10.6.8, un 10.7.5 ou plus récent. Tout logiciel Core Audio sera compatible avec cette machine. Cubase et Nuendo, Garage Band, Logic, Ableton, Digital Perfor-mer ne sont que quelques exemples. L’installation se fait en une seconde : on branche le Duet sur un ordinateur Apple, et l’interface est reconnue. Il est pos-sible d’aller chercher le dernier pilote, mais de mon côté cela n’a pas été néces-saire. J’ai paramétré le Logic ProX présent sur l’ordi de mon fiston, et quelques secondes après j’avais du son. Passage sur l’iPad : même chose. Avec une précau-tion à prendre ici : il vaut mieux brancher l’alimentation externe sur l’Apogee, sous peine d’épuiser rapidement les batteries de l’iPad. Par contre, et c’est une bonne nouvelle, celui-ci en profitera pour se recharger. L’iPad utilisé était pres-que vide côté batteries, et peu de temps après il avait repris du poil de la bête. La bête ayant rechargé ses batteries, j’ai pu l’utiliser sans problème et écouter mes musiques favorites. Voilà qui permettra de ne pas s’encombrer avec le chargeur de l’iPad en plus du chargeur Duet. Les connexions analogiques se font de ma-nière aisée : les connecteurs en bout d’éclatés semblent robustes, en plastique dur moulé. Ils sont notés « in » 1 et 2. Et « out » L et R. En entrée vous utiliserez des micros, une basse ou une guitare (sans besoin de DI) et en sortie vous ban-cherez vos moniteurs. Simplissime ! L’utilisation est très aisée. Vous choisissez via le logiciel « Apogee Maestro » si vous travaillez en entrée « micro » ou « in-strument », en sortie si vous êtes en +4 dBu ou -10 dBV. Imaginons que vous utilisiez un micro nécessitant une alimentation fantôme, vous activez celle-ci via la software…et au-dessus du symbole « micro » sur le Duet, un point rouge vous signale la présence du 48 volts. Vous pourrez aussi inverser la phase ou en-clencher un « soft limiteur ». En appuyant sur le gros encodeur de la commande, vous passez successivement par: « in 1 », « in 2 », « speaker », « phones ». Et le fait de tourner l’encodeur vous permet d’ajuster rapidement et précisément les niveaux d’entrée et de sortie.L’OLED affiche également les niveaux via de petits crêtes-mètres mono ou sté-réo, suivant que vous êtes en entrée ou en sortie. C’est très intuitif, car l’affichage se fait sur la commande elle-même, et l’utilisation de pictogrammes (un casque, un micro, une guitare, un haut-parleur) rend la lecture aisée. Un enfant com-prendrait. De même, l’OLED affiche que votre écoute est en mono, ou que les sorties sont fermées (Mute), ou encore en position atténuée (Dim), l’inversion de phase ou le limiteur « soft » activés. On constate au passage que tout ce dont a besoin un preneur de son répond « présent » dans ce module. Et tout ceci peut se faire en direct, via les « Touchpads » placés de part et d’autre de la commande. Il

PRO SOUND & LIGHT 2014/018 www.meetmusic.com

DuetROGER ROLAND

De naam van het toestel spreekt voor zicht: deze interface is niet bedoeld voor een pc. Van de andere kant, als je een grote fan bent van Apple, dan geraakt u makkelijk in de ban van deze interface.

Apogee is een Amerikaans merk en natuurlijk is de slogan van het product dat ook: “The first professional stereo audio interface for iPad and Mac”. Alles zit eigenlijk vervat in dit ene zinnetje. Wat je er niet kan uithalen is de niet te ontkennen schoonheid van het toestel. Apple staat natuurlijk bekend om z’n combinatie van soberheid en design. Apogee stelt dus een interface voor onder de naam “Duet”, die je niet alleen kunt aansluiten op je Mac of iPad, maar ook op je iPhone. En dat is behoorlijk vernieuwend. Het gaat hier om een toestel dat niet enkel mooi oogt, maar ook nog eens zeer efficiënt is.

Het toestel meet 102 x 162 x 25mm (B x L x H) en weegt 495 gram. We vinden ook behoorlijk wat accessoires in de verpakking: een USB-kabel (USB2), een kabel die je aan de Duet kop-pelt en aan de andere kant een combostekker van twee XLR’s en twee jacks. Er is een adapter voor Europa, voor de VS en voor het Verenigd Koninkrijk. We kunnen dus rondreizen met deze interface! Tot slot is er ook nog een USB/30 pins kabel voor de iPad2. Heb je een nieu-

L e n o m de la ma-chine est clair: cet interface n’aura rien à faire sur un PC. Par contre, si vous êtes adepte des produits à la pom- me, vous risquez comme moi de tomber sous le charme de cette interface. Découvrons cela ensemble!

PRESENTATIONApogee est une marque américaine. Et naturellement, le slogan vantant le produit est aussi

kiezen, van +4 dBu tot -10 dBV. En stel dat je een microfoon gebruikt die fantoomvoeding nodig heeft, dan kan je deze activeren via de software. Een rood bolletje boven het microfoonsymbool wijst je op het feit dat er 48 Volt wordt gestuurd naar de aan-gesloten microfoon. Je kan de fase ook omkeren of een soft limiter gebruiken. Door op de grote encoder te drukken, passeer je achtereenvolgens de “in 1”, “in 2”, “speaker” en “phones”. En door met de encoder te draaien, kan je de ingangs-niveaus en de output snel en nauwkeu-

Het scherm toont de niveaus via een piekmeter in mono of stereo. Het voelt allemaal erg intuïtief aan doordat het scherm op het toestel zelf zit, én dankzij de duidelijke pictogrammen (hoofd-telefoon, microfoon, gitaar, speaker). Zelfs een klein kind begrijpt het pro-bleemloos. Het scherm toont ook of je luistert in mono of stereo, of het uit-gangssignaal verzwakt of gemute is, of er fase-inversie is en of de limiter

Terwijl we bezig zijn, ontdekken we dat alles wat een geluidsman nodig heeft, aanwezig is. Door de trackpads aan weerszijden is alles meteen voor-handen. We hebben het hier over de tastsensoren die zeer goed reageren op aanrakingen. Voor iPad of iPhone kan de gebruiker de gewenste apps verkrij-gen via de App Store. In de handleiding staan enkele voorbeelden, maar je weet ook dat er elke dag nieuwe toepassingen worden geboren. Op de interface zelf is het OLED-scherm erg goed. Van zodra je de encoder aanraakt, verschijnen de waarden van de input of het uitgangs-niveau. Van pagina wisselen doe je door

se charger sur le site Apogee.

UTILISATIONIl vous faudra disposer d’un ordinateur Mac doté au minimum d’un processeur Intel 1,5 GHz avec au moins 2 GB de RAM (4 GB recommandés). L’OS doit être un 10.6.8, un 10.7.5 ou plus récent. Tout logiciel Core Audio sera compatible avec cette machine. Cubase et Nuendo, Garage Band, Logic, Ableton, Digital Perfor-mer ne sont que quelques exemples. L’installation se fait en une seconde : on branche le Duet sur un ordinateur Apple, et l’interface est reconnue. Il est pos-sible d’aller chercher le dernier pilote, mais de mon côté cela n’a pas été néces-saire. J’ai paramétré le Logic ProX présent sur l’ordi de mon fiston, et quelques secondes après j’avais du son. Passage sur l’iPad : même chose. Avec une précau-tion à prendre ici : il vaut mieux brancher l’alimentation externe sur l’Apogee, sous peine d’épuiser rapidement les batteries de l’iPad. Par contre, et c’est une bonne nouvelle, celui-ci en profitera pour se recharger. L’iPad utilisé était pres-que vide côté batteries, et peu de temps après il avait repris du poil de la bête. La bête ayant rechargé ses batteries, j’ai pu l’utiliser sans problème et écouter mes musiques favorites. Voilà qui permettra de ne pas s’encombrer avec le chargeur de l’iPad en plus du chargeur Duet. Les connexions analogiques se font de ma-nière aisée : les connecteurs en bout d’éclatés semblent robustes, en plastique dur moulé. Ils sont notés « in » 1 et 2. Et « out » L et R. En entrée vous utiliserez des micros, une basse ou une guitare (sans besoin de DI) et en sortie vous ban-cherez vos moniteurs. Simplissime ! L’utilisation est très aisée. Vous choisissez via le logiciel « Apogee Maestro » si vous travaillez en entrée « micro » ou « in-strument », en sortie si vous êtes en +4 dBu ou -10 dBV. Imaginons que vous utilisiez un micro nécessitant une alimentation fantôme, vous activez celle-ci via la software…et au-dessus du symbole « micro » sur le Duet, un point rouge vous signale la présence du 48 volts. Vous pourrez aussi inverser la phase ou en-clencher un « soft limiteur ». En appuyant sur le gros encodeur de la commande, vous passez successivement par: « in 1 », « in 2 », « speaker », « phones ». Et le fait de tourner l’encodeur vous permet d’ajuster rapidement et précisément les niveaux d’entrée et de sortie.L’OLED affiche également les niveaux via de petits crêtes-mètres mono ou sté-réo, suivant que vous êtes en entrée ou en sortie. C’est très intuitif, car l’affichage se fait sur la commande elle-même, et l’utilisation de pictogrammes (un casque, un micro, une guitare, un haut-parleur) rend la lecture aisée. Un enfant com-prendrait. De même, l’OLED affiche que votre écoute est en mono, ou que les sorties sont fermées (Mute), ou encore en position atténuée (Dim), l’inversion de phase ou le limiteur « soft » activés. On constate au passage que tout ce dont a besoin un preneur de son répond « présent » dans ce module. Et tout ceci peut se faire en direct, via les « Touchpads » placés de part et d’autre de la commande. Il

www.meetmusic.com

PRO SOUND & LIGHT 2013/11 19www.meetmusic.com

RECORDING & PRODUCING Apogee Duet

op de schijf te drukken. Het is al even intuïtief als gebruiksvriendelijk. En als we dat zeggen, betekent dit dat de ontwerpers goed werk hebben geleverd.

GELUIDSKWALITEITMisschien had je aan de Kerstman al een erg dure interface gevraagd en misschien heeft deze al laten weten dat je door de economische crisis niet meer in Sinterklaas moet geloven… Wel, lees vooral ver-der! De Duet werkt in 24 bit en sampling rates tot 192 kHz. De microfoonvoorversterkers bieden 75 dB gain, erg handig voor het opnemen van zeer zwakke signalen. De geluidskwaliteit is erg goed. Geen ge-ruis, statische geluiden of andere ongemakken. Ik heb een akoestische gitaar opgenomen en ben zeer tevreden over het resultaat. Hetzelfde geldt voor zang. Het geluid is zeer natuurlijk en gedefinieerd. Wat heb je nog meer nodig? Een lage prijs…? Dat zou mooi zijn.

PRIJSWel ja, wat kost dit mooie ding nu? €649 (inclusief BTW). Je kan altijd wel wat goedkoper vinden... en lelijker en minder goed... De vraagprijs is eerlijk: je betaalt voor wat je krijgt. We zitten toch nog in een betaalbare prijsklasse. Zeker voor in een homestudio heb je met dit toestel alles in huis wat je nodig hebt om mooie opnames te maken.

BESLUITKwaliteit op alle niveaus: het design, maar natuurlijk ook het ge-luid en vooral de interface. Het enige nadeel is dat dit toestel enkel op Apple-toestellen werkt. Maar kom, beter een toestel dat op het ene type goed werkt dan op meerdere types draait, maar om de ha-verklap te maken heeft met bugs. Als je een perfect huwelijk zoekt tussen looks, kwaliteit en ergonomie: zoek niet verder! Je hebt het gevonden!

s’agit de capteurs tactiles, qui réagissent très bien au passage du doigt sur la zone assignée. Pour l’iPad ou l’iPhone, l’utilisateur pourra acquérir les ap-plications souhaitées via l’App Store. Quelques exemples sont donnés via la mode d’emploi, mais vous savez que chaque jour voit naitre de nouvel-les applications. Au niveau de l’interface, l’écran OLED est donc excellent. Dès que l’on touche à l’encodeur rotatif, les valeurs de gain d’entrée ou de niveau de sortie s’affichent via un symbole et

en valeur absolue, et le changement de page se fait en cliquant sur l’encodeur. Vraiment très intuitif. Et

quand c’est intuitif, c’est que c’est convivial. Et si c’est convivial, c’est que les concepteurs ont bien bossé.

QUALITE SONOREVous aviez peut-être demandé au père Noël une interface très onéreuse, et celui-ci vous a répondu que vu la morosité économique et sociale, il ne fallait pas croire à St-Nicolas… Et pourtant ! La Duet travaille en résolution 24 bit et une fréquen-ce d’échantillonnage pouvant grimper à 192 kHz. Clairement à la page, donc. Les préamplis micros

disposent de 75 dB de gain, ce qui est énorme et con-viendra même pour l’enregistrement de sources sonores de très faible amplitude. Le son est vrai-ment de qualité, nous sommes au-dessus de ce qui se fait dans ce type d’interface. Aucun souf-fle, sonorité définie, rendu très neutre. J’ai enre-gistré de la guitare acoustique avec un excellent rendu. Idem pour la voix. Le son est très naturel,

et est surtout extrêmement défini. Que demander de plus ? Un prix abordable, ce serait bien.

BUDGET Que vaut ce bel objet? €649 (TAV incluse). On peut certes trouver un peu moins cher, beau-coup plus moche et vraiment moins bon. Le prix demandé reste finalement logique : on paie pour ce que l’on reçoit, et la qualité se paie toujours, mais est bien plus intéressante sur le long terme. Cela posé, il faut convenir que l’on reste dans un budget abordable, d’autant que pour travailler en home studio, vous aurez tout ce qu’il vous faut pour réussir de bonnes maquettes.

CONCLUSIONQualité à tous les étages. Le look, bien entendu, mais aussi le son et surtout l’interface. Le seule regret est que ce modèle ne soit disponible que pour l’univers Apple, mais finalement, mieux vaut un outil qui fonctionne parfaitement sous l’un ou l’autre système, plutôt que de connaitre des bugs des deux côtés. Si pour vous qualité sonore, ergonomie et design réussis vont de pair, ne cherchez pas plus loin, vous avez trouvé ce dont vous avez besoin!

PRO SOUND & LIGHT 2014/0110 www.meetmusic.com

contra• enkel voor Apple• fiche voor iPad 2

• Uniquement pour Mac• Fiche pour iPad2

pro• geluidskwaliteit• look• gebruiksgemak

• Qualité sonore• Look• Simplicité d’utilisation

op de schijf te drukken. Het is al even intuïtief als gebruiksvriendelijk. En als we dat zeggen, betekent dit dat de ontwerpers goed werk hebben geleverd.

ruis, statische geluiden of andere ongemakken. Ik heb een akoestische gitaar opgenomen en ben zeer tevreden over het resultaat. Hetzelfde geldt voor zang. Het geluid is zeer natuurlijk en gedefinieerd. Wat heb je nog meer nodig? Een lage

s’agit de capteurs tactiles, qui réagissent très bien au passage du doigt sur la zone assignée. Pour l’iPad ou l’iPhone, l’utilisateur pourra acquérir les ap-plications souhaitées via l’App Store. Quelques exemples sont donnés via la mode d’emploi, mais vous savez que chaque jour voit naitre de nouvel-les applications. Au niveau de l’interface, l’écran OLED est donc excellent. Dès que l’on touche à l’encodeur rotatif, les valeurs de gain d’entrée ou de niveau de sortie s’affichent via un symbole et

en valeur absolue, et le changement de page se fait en cliquant sur l’encodeur. Vraiment très intuitif. Et

quand c’est intuitif, c’est que c’est convivial. Et si c’est convivial, c’est que les concepteurs ont bien bossé.

QUALITE SONOREnatuurlijk en gedefinieerd. Wat heb je nog meer nodig? Een lage

Wel ja, wat kost dit mooie ding nu? €649 (inclusief BTW). Je kan

Vous aviez peut-être demandé au père Noël une natuurlijk en gedefinieerd. Wat heb je nog meer nodig? Een lage

c’est que les concepteurs ont bien bossé.

QUALITE SONORE

vraagprijs is eerlijk: je betaalt voor wat je krijgt. We zitten toch nog in een betaalbare prijsklasse. Zeker voor in een homestudio heb je met dit toestel alles in huis wat je nodig hebt om mooie opnames te

op Apple-toestellen werkt. Maar kom, beter een toestel dat op het ene type goed werkt dan op meerdere types draait, maar om de ha-

Clairement à la page, donc. Les préamplis micros disposent de 75 dB de gain, ce qui est énorme et con-

viendra même pour l’enregistrement de sources sonores de très faible amplitude. Le son est vrai-

rendu. Idem pour la voix. Le son est très naturel, et est surtout extrêmement défini. Que demander de

in een betaalbare prijsklasse. Zeker voor in een homestudio heb je Clairement à la page, donc. Les préamplis micros disposent de 75 dB de gain, ce qui est énorme et con-

PSL

PSL

LD Systems DDQ 12 & DDQ SUB18POWERED SPEAKER & SUBWOOFER CABINETS HANS & LUDO LAUWENS

PA & LIVE SOUNDLD Systems DDQ 12 & DDQ SUB18

Van-daag krijgen

we de kans om een set nieuwe speakers van LD Systems op de rooster te leggen.

‘Vriend aan huis’ LD, mag ik ondertussen wel zeggen. We mochten reeds verschil-lende producten van het merk aan ons testproces onderwerpen. Ik had in het verleden vrijwel altijd een enorm positieve indruk van het materiaal. In mijn ogen weet LD Systems verdomd goed wat prijs/kwaliteit precies wil zeggen. De Duitsers slagen erin om fris ogend uit de hoek te komen en om een zekere betrouwbare kwaliteit aan indrukwekkende prijzen te koppelen. Mijn persoonlijke verwachtingen voor de test van vandaag liggen eigenlijk erg hoog. Op de Prolight+Sound beurs van 2013 stelde LD hun nieuwe DDQ actieve speakerserie voor. De fa-brikant stuurde ons een dubbele sub-top combinatie. Wetende dat de DDQ serie, die overigens volledig in Duitsland ontwikkeld en geassembleerd is, als nieuw vlaggenschip van het merk naar voor werd geschoven, sta ik enthousiast te popelen om erin te vliegen!

ALGEMEENConceptDe DDQ serie is enerzijds een ‘gewone’ reeks actieve speakers. Er is keuze uit drie fullrange-kasten (tweewegontwerpen met 10”, 12” of 15” woofer) en twee subwoofers: een 18”-er en een dubbel 12” geladen kast. Anderzijds wordt snel duidelijk dat de serie enkele hoogtechnologi-sche features bevat, waardoor we dus echt niet langer kunnen stellen dat het allemaal maar ‘ge-woontjes’ is. Het begint al bij de hoorn van de topkast: die heeft een ogenschijnlijk ‘ordinaire’ afstralingshoek van 80°H x 50°V, maar de verticale afstraling is niet gecentreerd volgens de horizontale aslijn van de box. De verticale kegel van 50° is namelijk asymmetrisch, in die zin dat de afstraalhoek naar onderen toe groter is dan naar boven. Het voordeel hiervan is, dat de box voldoende hoog (bv. op statief of tussenpaal) opgesteld kan worden om comfortabel over de hoofden van je publiek heen te stralen, zonder dat de mensen vooraan hierdoor buiten de stralingskegel van de tweeter zouden vallen. Wil je de topkast (liggend) als monitor gebruiken, dan kan je overigens de tweeter 90° andersom monteren, met de grootste afstraalhoek precies op de artiest vòòr de monitor gericht. De kasten bevatten uitsluitend premium componenten. Woofers zijn van Faital Pro en hoogdrivers van BMS. De klasse D Hypex versterkermodules met schakelende voeding, sturen 400W RMS uit naar de woofers en 400W RMS naar de hoog-drivers. De SUB 18 beschikt over twee Hypex modules van 700W RMS. Dat is dus 1400W RMS of 2800W peak per sub, wat toch al kan tellen… De koeling van de modules verloopt zeer stil en efficiënt. Een belangrijk onderdeel van de DDQ speakers is hun processor. Zoals dat tegenwoordig erg in de mode is, beschikken alle DDQ modellen uiteraard over een digitale processor. En wat voor een! Het betreft een Sharc processor, met limiter met look-ahead tijd van slechts één milliseconde. De slogan van de DDQ reeks luidt: ‘Quality 1 millisecond ahead’. Het is op zich wel uniek dat LD deze technologie kan aanbieden in een financieel aantrekkelijke setting. Heel eenvoudig en concreet gezegd, gaat zo’n look-ahead limiter er eigenlijk voor zor-gen dat er digitaal berekend wordt wanneer het ingestuurde signaal te groot gaat worden door steeds 1 milliseconde vooruit te kijken in de tijd. De peaken worden als het ware net voor hun optreden reeds herkend. Tijdens die berekening zal het signaal uiteraard met één milliseconde worden vertraagd om dat ‘vooruit kijken’ mogelijk te maken, zodat de limiter precies daar kan ingrijpen waar het nodig is, zonder daarbij de rest van het signaal te bewerken. Heel dat proces gebeurt enorm nauwkeurig en accuraat. Door deze manier van ingrijpen, zou de klank perfect zuiver moeten blijven. Ook op hoge volumes. Niet alleen de zuiverheid telt, maar doordat we zo’n nauwkeurig signaal krijgen, kunnen we bijvoorbeeld ook het richteffect van de speakers beter gaan controleren. En ook dat heeft zo zijn voordelen.Zo komen we bij een volgend interessant puntje: cardioïde subs! De DDQ subs beschikken namelijk over enkele processorinstellingen die gekozen kunnen worden bij een cardioïde op-stelling. Wat is dat nu precies? Wel, eigenlijk is het heel eenvoudig te schetsen. Ik probeer

Aujourd’hui, nous avons l’occasion de tester un nouveau set de haut-parleurs LD Systems. De la matière connue, ai-je envie de dire, car plusieurs produits de la marque sont déjà passés sur notre banc d’essai. Et lors de ces tests précé-dents, ce matériel m’avait toujours laissé une impression extrêmement positive. A mes yeux, LD Systems sait perti-nemment bien ce que signifie la notion de rapport qualité - prix : ces Allemands réussissent à combiner habilement une qualité empreinte d’une certaine fiabilité avec des prix impressionnants. De ce fait, mes attentes person-nelles par rapport au test d’aujourd’hui sont très élevées. C’est lors du de la foire Prolight+Sound de cette année que LD Systems a présenté sa nouvelle série DDQ de haut-parleurs actifs. Le constructeur nous a envoyé une combinaison sub + top, en double exemplaire. Sachant que la série DDQ, qui est, par ailleurs, totalement con-çue et assemblée en Allemagne, est présentée comme le vaisseau-amiral de la firme, je piaffe donc d’impatience et d’enthousiasme de me “jeter” dans ce test à corps perdu !

GÉNÉRALITÉSConcept D’une part, la série DDQ est une série “normale” d’enceintes actives. On a le choix entre trois modèles full range, des enceintes à deux voies avec un woofer de 10”, 12” et 15”, ainsi qu’entre deux modèles de sub-woofers, des enceintes équipées soit d’un woofer de 18”, soit de deux de 12”. Mais d’autre part, on prend très vite conscience que cette série comporte quelques caractéristiques relevant de technologies de pointe ... ce qui nous amène à contredire l’impression de départ : on ne peut plus dire qu’il s’agit d’une série simplement “normale”! Et cette remarque s’impose déjà au niveau du pavillon du satellite : à première vue, cette enceinte possède un angle de dispersion “normal” de 80°H x 50°V, mais la dispersion verticale ne se base pas sur l’axe horizontal de l’enceinte. En effet, les courbes verticales (du pavil-lon) de 50° sont asymétriques, dans le sens où l’angle

de dispersion vers le bas est plus important que celui vers le haut.

L’avantage de ce procédé est que l’enceinte peut être montée suffisamment haut (par exemple sur statif ou sur rehausse d’écart) afin d’occuper une situation “confor-table” pour le public, c’est à dire, au dessus des têtes, sans que pour autant, les personnes proches des enceintes ne se situent en dehors du champ de dispersion du tweeter. Et si l’on veut utiliser l’enceinte “couchée” au sol, en tant que moniteur, il suffira de monter le tweeter en le faisant pivoter de 90°, avec le degré de dispersion le plus important tourné vers l’artiste qui se trouve juste devant l’enceinte.Les enceintes ne contiennent que des composants de toute première qualité. Les woo-fers sont en provenance de Faital Pro, et les moteurs d’aiguës, de BMS. Les modules d’amplification Hypex de Classe D ont une alimentation à découpage ; ils fournissent 400 watts RMS aux woofers et 400 watts RMS aux moteurs des aiguës. Quant au sub DDQ 18, il dispose de deux modules Hypex de 700 watts RMS. Ce qui donne donc 1.400 watts RMS ou 2.800 watts en pointe par sub, pour qui sait un peu compter ... Le refroidissement des modules est aussi silencieux qu’efficace. Un composant important des haut-parleurs DDQ, c’est leur processeur : comme cela est très à la mode pour l’instant, tous les modèles DDQ disposent d’un processeur digital. Et en plus, pas n’importe lequel ! Il s’agit d’un processeur Sharc, avec un limiteur capable d’anticiper d’une milliseconde seulement ! D’ailleurs, le slogan de la série DDQ est le suivant : ‘Quality 1 millisecond ahead’ (= “La qualité avec une milliseconde d’avance”). En soi, c’est vraiment unique que LD Systems puisse propo-ser cette technologie dans le cadre d’un ensemble financièrement attractif. Pour le dire simplement et concrètement, un limiteur ‘look ahead’ (=”qui regarde à l’avance”) va permettre de calculer de manière digitale - une milliseconde à l’avance, donc ! - quand le signal sonore risque de devenir trop important : en pratique, les pics de puissance sont donc “recon-nus” avant même qu’ils n’apparaissent. Bien entendu, pendant les calculs en question, le signal sera retardé d’une milliseconde afin de permettre d’aller voir à l’avance : de cette manière, le limiteur va pouvoir intervenir précisément, juste là où c’est utile, sans pour autant modifier le restant du signal. L’ensemble de ce processus se déroule avec une précision et une exactitude qui font rêver ! En intervenant de la sorte, le son est censé rester exempt de toute distorsion, et en permanence. Et ce, également à volume élevé. Il ne s’agit pas seulement de conserver la pu-reté du son : mais en bénéficiant d’un signal aussi précis, il est aussi possible d’agir, par exem-ple, afin de contrôler la directivité des haut-parleurs d’une manière plus efficace. Un point qui a aussi ses avantages. Nous en arrivons ainsi à un point des plus intéressants : les subs “cardioïdes” ! En effet, les subs DDQ possèdent certains réglages sur leur processeur que l’on peut choisir pour arriver à une diffusion cardioïde. De quoi s’agit-il précisément ? Eh bien, en fait, c’est très facile à compren-dre : je vais essayer de vous l’expliquer d’une manière très simple ... Nous savons tous qu’un satellite possède certaines caractéristiques de dispersion du son, ou, comme nous l’exprimons plus souvent, d’un “angle de dispersion”. Il est donc très simple, quand on a affaire à un satellite, de l’orienter vers le périmètre que l’on veut atteindre, ou au contraire, que l’on veut éviter. En effet, cela n’a aucun sens de gaspiller l’énergie que l’on diffuse en en orientant une partie vers des endroits qui n’en ont pas besoin, ou de l’orienter vers des murs réflecteurs qui risque de générer une réverbération non désirée. Ne serait-ce que pour, par exemple, éviter le mécontentement des voisins ou le feedback sur un podium. Bien, passons au subwoofer ... qui, par “essence”, envoie ses vibrations dans toutes les direc-tions : maîtriser l’effet directionnel est donc vain avec une installation classique. Alors que ce que nous voulons, c’est en fait que le son soit présent devant le podium, et non pas derrière, et encore moins sur le podium lui-même. Le caractère omnidirectionnel de nos woofers est dû au

PRO SOUND & LIGHT 2014/01 11www.meetmusic.com

POWERED SPEAKER & SUBWOOFER CABINETS

we de kans om een set nieuwe speakers van LD Systems op de rooster te leggen.

‘Vriend aan huis’ LD, mag ik ondertussen wel zeggen. We mochten reeds verschil-lende producten van het merk aan ons testproces onderwerpen. Ik had in het verleden vrijwel altijd een enorm positieve indruk van het materiaal. In mijn ogen weet LD Systems verdomd

POWERED SPEAKER & SUBWOOFER CABINETS

we de kans om een set nieuwe speakers van LD Systems op de rooster te leggen.

aan huis’ LD, mag ik ondertussen wel zeggen. We mochten reeds verschil-lende producten van het merk aan ons testproces onderwerpen. Ik had in het verleden vrijwel altijd een enorm positieve indruk van het materiaal. In mijn ogen weet LD Systems verdomd goed wat prijs/kwaliteit precies wil zeggen. De Duitsers slagen erin om fris ogend uit de hoek

Aujourd’hui, nous avons l’occasion de tester un nouveau set de haut-parleurs LD Systems. De la matière connue, ai-je

vers le haut. L’avantage de ce procédé est que l’enceinte peut être montée suffisamment

haut (par exemple sur statif ou sur rehausse d’écart) afin d’occuper une situation “confor-table” pour le public, c’est à dire, au dessus des têtes, sans que pour autant, les personnes

POWERED SPEAKER & SUBWOOFER CABINETS

Van-daag krijgen

we de kans om een set nieuwe speakers van LD Systems op de rooster te leggen.

aan huis’ LD, mag ik ondertussen wel zeggen. We mochten reeds verschil-lende producten van het merk aan ons testproces onderwerpen. Ik had in het verleden vrijwel altijd een enorm positieve indruk van het materiaal. In mijn ogen weet LD Systems verdomd

PA & LIVE SOUND LD Systems DDQ 12 & DDQ SUB18

het even op een zeer verstaanbare manier uit te leggen… We weten allemaal dat een topkast een bepaalde richtkarakte-ristiek heeft. Of een bepaalde openingshoek, zoals we dat wel vaker noemen. Het is dus vrij simpel om de klank vanuit een topkast te richten naar het gebied dat je wil bestrijken, of net wil mijden. Het heeft immers geen enkele zin om de energie die je uitstuurt te verspillen aan het bespelen van ruimtes waar je helemaal geen geluid (of overlast) wil of om die energie nodeloos naar reflecterende wanden te sturen die voor een extra galmbrij zullen zorgen. Om kwade bu-ren en feedback op het podium te vermijden bijvoorbeeld. Wel nu, een subwoofer is haast per definitie een rondom-straler, waarbij we dat richteffect dus compleet missen bij een klassieke opstelling. Terwijl we eigenlijk vooral willen dat de klank vóór het podium terecht komt, en niet op en achter het podium. Dat rondomstralende karakter danken onze woofers aan het feit dat ze in vergelijking tot de golf-lengte van bassen (enkele meter) veel te klein zijn, en dus eigenlijk als ‘puntbron’ afstralen. En een puntbron straalt nu eenmaal sferische golven uit, die alle richtingen uitgaan. Een welgekend effect van die omnidirectionele basuitstra-ling is de ‘baswolk’ die dikwijls in de buurt van het podium hangt, terwijl een aantal meter verder in de zaal die bas-weergave duidelijk aan druk verliest. Sferische golven heb-ben immers een beperkt penetratievermogen. Let wel: dit is een akoestisch-fysisch verschijnsel, dat zich niets aantrekt van ronkende merknamen. Bijkomend gevolg: je PA systeem vertoont de neiging om te gaan oscilleren op bastonen die ‘blijven hangen’ als je bijvoorbeeld niet oplet met je kickdrumlevel e.d. Maar daar biedt diezelfde fysica gelukkig wel wat mogelijkheden om hier een mouw aan te passen. Klassieke oplossingen maken gebruik van bashoorns, maar het ontwerp daarvan is vrijwel steeds een compromis dat overigens dikwijls tot vrij grote kasten leidt.De cardioïde afstraling is een andere oplossing, die bij het ‘grote publiek’ veel minder gekend is. Zij vraagt wel wat kennis en afregelwerk om met de opstelling van je subs te gaan experimen-teren. Heel kort gezegd komt het er op neer dat je een setje van minstens twee subs zo opstelt, dat ze fysiek uit fase worden gebracht voor een luisteraar achter de subs, waarbij de beoogde frequenties dus gecancelled worden achter de sub. Door een slimme ingreep in de processing kan je echter ervoor zorgen dat voor een luisteraar in de zaal de uitstraling van beide subs toch weer netjes in fase loopt, waardoor die luisteraar mooi de sommatiedruk van beide subs incas-seert. Dat doe je door de subs op een bepaalde afstand achter elkaar te plaatsen, of door een sub 180 graden gedraaid op een andere te plaatsen. Misschien geen alledaags zicht, maar wel een oplossing die effectief werkt. Al moet de echte truc, het meest tijdrovende en kennisvragende gedeelte, nog komen. Want door die tweede sub om te draaien of achter de eerste neer te zetten, staan de drivers niet in eenzelfde verticaal vlak en loopt het geheel natuurlijk uit fase. Stel je bijvoorbeeld voor dat we de tweede sub precies ¼ van de golflengte van de storende basfre-quentie achteruit zetten, dan kunnen we in de processor van de voorste sub zorgen voor een ‘elektronische’ verschuiving van eveneens die kwart-lambda, en de luisteraars in de zaal horen schijnbaar beide subs weer netjes in fase samenwerken. Voor de luisteraar op het podium, ach-ter de subs, heeft de voorste sub dan echter twee keer zo een vierde golflengte als fasefout ten opzichte van de achterste: een keer vanwege de opstelling, en nog een keer vanwege de proces-sorinstelling. Zo hebben we (theoretisch) achter de speakers helemaal geen klank meer. En op die manier cancel je dus de beoogde frequenties achteraan, terwijl je vooraan gewoon verder geniet van alle andere fysische voordelen (bijvoorbeeld het mutueel koppelen van de kasten onderling) Nu blijft het natuurlijk een hele uitdaging om deze opstelling in praktijk te brengen, omdat je goed moet weten waar je mee bezig bent. De doelgroep met mensen die dit helemaal begrijpen en kunnen afregelen wordt op die manier dus zeer beperkt. Maar precies daar speelt LD Systems op in! De DDQ subs zijn immers voorzien van de nodige presets en duidelijke om-schrijvingen in de handleiding, zodat je het ‘digitale correctie gedeelte’ in een wip en een zucht ingesteld hebt. Concreet wil dat zeggen dat je dus de kasten een cardioïde opstelling kan geven, en dat je enkel de juiste processorpreset dient te selecteren.Voor de duidelijkheid wil ik nog even meegeven dat je voor een dergelijke opstelling minstens twee subs nodig hebt (die op of achter elkaar worden geplaatst). In de praktijk wordt een car-dioïde opstelling dikwijls zelfs met drie kasten gemaakt. Ook hier wil ik onderstrepen dat LD zeker niet de uitvinder is van het cardioïde gebeuren. Nogmaals, het is gewoon fysica! Maar (en dat is een belangrijke “maar”) het is wel zo dat LD ervoor zorgt dat de technologie voor een veel ruimere gebruikersgroep toegankelijk wordt. In combinatie met de look-ahead peaklimiters zorgt dat voor een uiterst professionele speakerserie, die perfect uitgerust is om in het topseg-ment mee te draaien, maar die verrassend interessant geprijsd blijft. Daar zitten veel mensen op te wachten hoor!

Doelgroep/toepassingTja, de DDQ serie kan zowat overal worden ingezet… De kasten voelen zich goed thuis in een professioneel touring milieu, als FOH set. Daarnaast zullen high power DJ applicaties ook tot de core business behoren. De toppen kunnen door hun design ook als monitor (onder een hoek van 50°) op de grond worden gelegd. Verder zijn de kasten ook uitermate geschikt om delay setjes te vormen, of om als fill te worden ingeschakeld. Zoals ik eerder al zei, is de vooruitstre-vende processing ook toegankelijk voor eenieder die niet de grootste kennis bezit… En dat is natuurlijk een heel interessant puntje, dat de doelgroep quasi grenzeloos maakt.

fait que, par rapport à la longueur des ondes des basses (= plusieurs mètres !), ils sont beaucoup trop petits, et du coup, ils “irradient” comme un “point-source”. Et un point-source ne génère que des on-des sphériques, qui se déploient donc dans toutes les directions. Un effet bien connu de cette dispersion omnidirectionnelle des basses, c’est le “nuage de basses” qui “plane” souvent aux alentours du po-dium, alors que quelques mètres plus loin, dans la salle, le rendu des basses manque clairement de pression sonore ! En effet, les ondes sphériques ont une puissance de pénétration limitée. Mais attention : il s’agit d’un phénomène de physique acoustique et non pas d’un quelconque reproche vis-à-vis des constructeurs ! Et il y a une “suite” : votre sono va avoir tendance à osciller dans les graves en réaction aux basses qui restent présentes si, par exemple, vous ne faites pas assez attention au niveau de votre grosse caisse. Mais heureusement, les mêmes règles de physique permettent de trouver une solution. La solution classique consiste à recourir à des pavillons de basses, mais leur conception relève toujours d’un compromis, et cela aboutit toujours à des enceintes de très grande taille. La diffusion cardioïde est une autre solution, beaucoup moins bien connue du grand public. De fait, elle exige quelques con-naissances et un travail de réglage qui implique d’expérimenter avec la manière de placer les subs. Très brièvement dit, l’astuce consiste à positionner un set de minimum deux subs de ma-nière à ce qu’ils soient placés “physiquement hors phase” pour un auditeur situé derrière les subs : dans ce cas, les fréquences concernées s’annuleront derrière les subs. Grâce à une intervention intelligente dans le processing, on peut s’arranger pour que l’auditeur qui se trouve dans la salle bénéfi-cie d’une dispersion bien en phase venant des deux subs : ainsi, l’auditeur “reçoit” à bon escient une pression qui est la “somme” des deux subs. Pour obtenir un tel résultat, il faut placer les subs l’un der-rière l’autre, à une certaine distance, ou alors, en posant un sub sur l’autre tout en le tournant de 180 degrés. Voilà qui ne se rencontre pas tous les jours, mais pourtant, c’est une solution qui fonctionne ! Ceci dit, le vrai “truc”, ce qui exige le plus de temps et de connaissan-ces, n’a pas encore été révélé ... Car en faisant pivoter l’un des deux subs, ou en le plaçant en arrière, ils ne sont plus sur un même plan vertical, et donc, le tout se met ... hors phase ! Imaginez, par exemple, que nous placions le second sub derrière l’autre, précisément à un quart de la longueur de l’onde des fréquences basses non désirées. Nous pouvons ensuite demander au processeur du sub de devant un “glissement électronique” d’un même quart : ainsi, les auditeurs de la salle entendront les deux subs fonctionner parfaitement en phase. Pour l’auditeur sur le podium et/ou derrière les subs, le sub de devant a donc deux fois ce quart de longueur d’onde hors phase par rapport à ce lui de l’arrière : une fois à cause de sa position, et une seconde

fois à cause du réglage du processeur. Ainsi, théoriquement, derrière les subs, nous n’avons ... plus aucun son ! De cette manière, on arrive donc à éliminer les fréquences envisagées der-rière, alors que devant, on bénéficie de tous les autres avantages “physiques”, par exemple, le “couplage” mutuel des deux enceintes. Naturellement, il nous reste maintenant un fameux défi, celui de passer de la théorie à la pratique, car on a intérêt à savoir de quoi on parle ... Le nombre de personnes qui comprennent cette technique et surtout, qui sont capables de l’appliquer sur le terrain est extrêmement restreint. Mais c’est ici qu’intervient LD Systems ! Car les subs DDQ sont équipés des présélections utiles, et les descriptions dans la notice d’emploi sont très claires : ainsi, la partie correspondant à la “correction digitale” s’effectue en un clin d’œil. Concrètement, cela signifie que l’on peut régler les enceintes pour les amener à une “diffusion cardioïde”, et qu’il suffit pour cela de choisir la “bonne” présélection. Afin d’être le plus clair possible, je dirai encore que pour une telle configuration, il faut au moins deux subs, que l’on placera donc, soit l’un sur l’autre, soit l’un derrière l’autre. En pra-tique, cette configuration cardioïde est le plus souvent réalisée à l’aide de trois enceintes. Ici aussi, je voudrais insister sur le fait que LD Systems n’est pas l’inventeur de ce phénomène cardioïde : une fois encore, c’est “simplement” de la physique ! Mais - et ce “mais” est important ! - le mérite de LD Systems est de mettre cette technologie à la portée d’un nombre beaucoup plus large d’utilisateurs. Si l’on associe cette technique à celle des limiteurs “look ahead” déjà évoqués, la résultante est une série d’enceintes on ne peut plus professionnelle, qui est parfai-tement équipée pour rivaliser avec l’élite de la sonorisation ... mais dont le prix reste étonnam-ment intéressant ! De ce point de vue, pas mal de monde a intérêt à faire attention !

Créneau visé / champ d’application Eh oui, la série DDQ peut être utilisée partout ... Ces enceintes seront tout à fait à leur aise dans le milieu professionnel des tournées, en tant que FOH (= ‘front of house’ = sono de “façade”, tournée vers le public). De plus, pour des DJ qui ont besoin d’une puissance importante, elles conviendront également. De par leur forme, les satellites peuvent aussi servir de moniteurs au sol (sous un angle de 50°). Ensuite, ces enceintes sont aussi parfaitement adaptées pour servir de groupe de retard, ou être branchée en tant que complément. Comme je l’ai déjà signalé, ce processing d’avant-garde devient aussi accessible pour quelqu’un qui n’a pas beaucoup de con-naissances en la matière ... Et c’est bien évidemment un point très intéressant, car cela rend le groupe cible pratiquement illimité !

CONSTRUCTION Finition, utilisation, connexions et ergonomie Les enceintes donnent une impression de solidité incroyable. Et solides, elles le sont réellement ! La première chose qui saute aux yeux, ce sont les “poignées d’angle”, élégantes, mais avant tout, très pratiques, du sub : elles permettent de déplacer les subs dans deux directions. Le satellite doit se contenter d’une seule poignée, mais elle a des dimensions largement suffisan-tes, elle est bien placée, elle possède une bonne ergonomie, et elle ne pose aucun problème. Ajoutons que les enceintes sont aussi munies de petits pieds en caoutchouc ; par contre, les roulettes sont en option ... et elles sont à conseiller sans hésiter ! Le sub a l’air très lourd en apparence, mais en fait, cela reste encore acceptable. Ses dimensions exigent qu’il soit manipulé par deux personnes. Quant aux satellites, ils sont étonnamment lé-gers, et donc, très faciles à manipuler. Quand on regarde les photos d’un set, le design saute aux yeux : des lignes vivantes, légères et modernes, un rien osées, tout en gardant un côté classique. Très joli, en tout cas ! C’est en voyant cela que l’on saisit une chose : il n’y a pas que les Italiens pour comprendre qu’il faut aussi soigner le côté visuel des appareils ... Les satellites ont un orifice pour y placer un statif, et à angle variable. En soi, voilà une caractéris-tique très pratique qui, dans bien des cas, sera très appréciée quand on voudra incliner les satelli-

PRO SOUND & LIGHT 2014/0112 www.meetmusic.com

PRO SOUND & LIGHT 2013/11 19www.meetmusic.com

PA & LIVE SOUND LD Systems DDQ 12 & DDQ SUB18

BOUWAfwerking, bediening, aansluit-ingen, ergonomie De kasten geven een enorm solide indruk. En ze zijn ook echt wel stevig. Het eerste wat me opvalt, zijn de mooie en vooral handige handgrepen van de sub. Die kan je in twee richtingen dragen. De topkast kreeg maar één handgreep ingebouwd, maar die is ruim bemeten, staat goed geplaatst, heeft een goede ergonomie en zorgt nergens voor een probleem. Verder zijn de kasten ook voorzien van de nodige rubberen pootjes. Wielen voor de sub zijn optioneel (en toch wel aan te raden). De sub ziet er vooral heel zwaar uit, maar eigenlijk blijkt dat nog wel mee te vallen. De afmetingen vragen wel om hem met twee personen te hanteren. De topkasten zijn verrassend licht! Heel makkelijk te hanteren. Wanneer je de fo-to’s van de set even bekijkt, zal het design meteen in het oog springen. Levendig en fris, moderne lijnen, een beetje gedurfd, maar tegelijk toch klassiek. Erg mooi! De topkasten kregen een statiefadapter met variabele hoek ingebouwd. Op zich een prachtige fea-ture, die in heel veel gevallen van pas zal komen wanneer je je topjes een beetje naar beneden of naar boven wil laten hel-len. Maar in de praktijk vind ik het persoonlijk soms wat lastig om de kasten op statief te zetten. Het principe van ‘heffen om te ontgren-delen’ is niet zo handig. Voor de kast met haar volle gewicht op de statief steunt, kan de adapter naar alle kanten draaien, waardoor je al gauw een onge-wenste stand van helling bekomt, die je moeilijk alleen kan corrigeren. Maar goed, liever dat dan wanneer het er niet was, want het blijft een handig kleinood. Een beetje oefenen, en het went snel. Hoe zit het met de aansluitingen? Die zijn enkel op XLR (Neutrik) uitgevoerd. Bij de DDQ 12 be-treft het een input, een input link en een subwoofer output. Daarnaast een grote volumepotmeter, een ground/lift switch en een low cut/sub out switch. En uiteraard de gebruikelijke LED’s voor limiting en dergelijke. Het aansluitpaneel van de SUB is in dezelfde trend samengesteld, maar biedt wat meer mogelijkheden. Centraal staan twee draairege-laars. Eentje regelt het volume, zoals bij de top. De andere is de keuzeschakelaar van de processorpre-sets. Onder de regelaars staan enkele afbeeldingen van de verschillende mogelijke (cardioïde) opstel-lingen, met corresponderende preset. Mocht dat niet voldoende zijn, biedt de gebruiksaanwijzing een duidelijk antwoord op al je aansluitvragen. Ik vind het opzet van dit alles bijzonder goed. Alleen had ik graag een ander soort schakelaar gezien. Het is namelijk optisch wat moeilijk om de juiste preset te selecteren. De bedrukking en het wat kleine merktekentje op de knop zorgen voor ver-warring en er zijn te veel presets die vlak bij elkaar liggen, waardoor je moeilijk de juiste kan selecte-ren. Daarvoor moet je in een halfverduisterde zaal zeker echt de klikjes gaan tellen. Een interface met display zou waarschijnlijk de prijs te fel doen op-lopen, maar is mijn inziens voor deze toepassing toch een must. De SUB 18 heeft verder ook die ground/lift switch, en dan nog een heel interessant knopje: je kan de volumeregelaar en de preset keu-zeschakelaar blokkeren, waardoor het achter je rug met de knopjes spelen (door snoodaards) niet al te veel invloed heeft op je systeem. De sub beschikt over een dubbele analoge input, een dubbele input link en een aux output (highpass). De sub heeft ook een IEC doorlusconnector voor netspanning. De topkasten hebben dat niet.

KLANKKwaliteit, weergave en outputIk was al grotendeels verkocht van bij de eerste tonen die de DDQ set weergaf. Wat een mooi klankbeeld! Een heel gedetailleerd en accuraat hoog, opvallend veel detail en een ongelooflijk tof fundament, zelfs op lage volumes. Je voelt als het ware dat de processing van zeer hoge kwaliteit is. Bij het vinden van de juiste balans tussen topkas-ten en subs, merk ik dat de volumeregelaars van de tops een beetje raar reageren. Drie vierde van het draaien gebeurt er weinig; het laatste kwartje zorgt dan plots voor praktisch de volledige gain. De to-taalklank is mooi drukvol, en beschaafd in balans. Agressiviteit zit er niet in. Ook op hogere volumes blijft alles beheerst en de processor steekt er net-jes een stokje voor wanneer je stiekem de zaak wil oversturen. Eigenlijk klinkt het allemaal correct, gedetailleerd: stemmen, instrumenten,… Laten we zeggen dat de muziekkwaliteit een nauwere gelij-kenis vertoont met de klank van ons (veel duurder) referentiesysteem, dan met de klank van enkele eenvoudige (en wat goedkopere) systemen van en-kele concurrenten. Anders gezegd: de set klinkt in feite ‘duurder’ dan hij is. We hebben overigens ook een aantal nummers beluisterd op een vrij hoog geluidsniveau, waarbij we slechts één subwoofer gebruikten in combinatie met beide topkasten. Dat gaf zelfs op die geluidssterkte een behoorlijk strak en opmerkelijk drukvol geluid. We hebben uiter-aard ook het hele cardioïde verhaal uitgebreid aan de tand gevoeld. En ja: de presets doén het! Puur vol-

tes u n peu vers

l’avant ou vers l’arrière. Mais person-

nellement, dans la pratique, je trouve cela un peu pé-nible de placer ces enceintes sur un statif : le prin- cipe de “lever pour déverrouiller” n’est pas des plus pratiques, car avant que le satellite ne repose sur le statif de tout son poids, l’orifice peut s’orienter dans tous les sens, et ainsi, assez souvent, l’inclinaison n’a pas l’angle désiré, ce qui est difficile à corriger quand on est seul. Mais bon, mieux vaux quand même l’avoir que pas, car cela reste d’une aide précieuse : avec un peu d’exercice, on s’y habitue vite ...

Autre chose : qu’en est-il des connexions ? Toutes sont au standard XLR, de marque Neutrik. Sur la DDQ 12, cela vaut pour une entrée, un ‘link’ et une sortie vers un sub. Juste à côté, il y a un grand potentiomètre pour le volume, un interrupteur de mise à la terre et un inverseur ‘low cut/sub out’. Et bien entendu, les LED habituelles pour le limiteur et autres lampes-témoins. Les connexions du sub DDQ 18 sont dans la même lignée, mais elles of-frent plus de possibilités. Au centre, il y a deux potentiomètres de réglage, dont l’un règle le vo-lume, comme sur le satellite. L’autre est en fait un sélecteur rotatif permettant de choisir entre les différentes présélections. Sous ces deux réglages se trouvent quelques schémas montrant les dif-férentes positions (cardioïdes) possibles, avec les numéros de présélections correspondantes. Au cas où cela ne serait pas assez clair pour cer-tains, la notice d’emploi propose toutes les répon-ses utiles en matière de connexions. Je trouve tout cela particulièrement bien “pensé”, à ceci près que j’aurais volontiers vu un autre type de sélecteur : en effet, d’un point de vue strictement visuel, il est un peu ardu de repérer la présélec-tion désirée. L’impression et la taille, un peu peti-te, des caractères entourant le bouton donne lieu à des confusions possibles, et il y a trop de pré-sélections qui sont très proches l’une de l’autre : difficile de sélectionner la “bonne” à coup sûr ! En tout cas, dans une salle peu éclairée, on aura inté-rêt à compter le nombre de “clics” ... Une interface avec écran ferait sans doute monter les prix trop haut, mais à mon sens, dans le cas présent, c’est une nécessité. Le sub DDQ 18 a lui aussi un interrupteur de mise à la terre, et un petit bouton en plus, bien intéres-sant : il permet de bloquer le potentiomètre de volume et le sélecteur. Ainsi, même si des person-nes indélicates se mettent à jouer avec les boutons dans votre dos, cela n’aura pas d’influence sur le système. Le sub dispose également d’une double entrée analogique, d’un double ‘link’, et d’une sor-tie AUX (highpass). Enfin, le sub a un connecteur IEC pour transmettre le courant vers une autre enceinte, ce qui n’est pas le cas sur le satellite.

SON Qualité, rendu sonore et puis-sance J’étais déjà pour ainsi dire conquis dès que le set DDQ a émis ses premiers sons : quel-les belles sonorités ! Des aiguës bien détail-lées et précises, tous les détails s’entendent, et les basses sont incroyablement présentes, même à faible volume : on “sent” que le pro-cesseur est vraiment de très haute qualité. Lorsque l’on recherche le bon équilibre entre les satellites et les subs, on remarque que les réglages de volume des satellites réagissent un peu bizarrement : sur les trois premiers quarts de leur course, peu de changements s’entendent ; et brusquement, sur le der-nier quart, voilà que tout le gain arrive ! L’ensemble du son exerce une pression pal-pable et agréable, et la balance reste bien

PRO SOUND & LIGHT 2014/0114 www.meetmusic.com

tes u n peu vers

l’avant ou vers l’arrière. Mais person-

nellement, dans la pratique, je trouve cela un peu pé-nible de placer ces enceintes sur un statif : le prin- cipe de “lever pour déverrouiller” n’est pas des plus pratiques, car avant que le satellite ne repose sur le statif de tout son poids,

LD Systems DDQ 12 & DDQ SUB18

Afwerking, bediening, aansluit-

De kasten geven een enorm solide indruk. En ze zijn ook echt wel stevig. Het eerste wat me opvalt, zijn de mooie en vooral handige handgrepen van de sub. Die kan je in twee richtingen dragen. De topkast kreeg maar één handgreep ingebouwd, maar die is ruim bemeten, staat goed geplaatst, heeft een goede ergonomie en zorgt nergens voor een probleem. Verder zijn de kasten ook voorzien van de nodige rubberen pootjes. Wielen voor de sub zijn optioneel (en toch wel aan te raden). De sub ziet er vooral heel zwaar uit, maar eigenlijk blijkt dat nog wel mee te vallen. De afmetingen vragen wel om hem met twee personen te hanteren. De topkasten zijn verrassend licht! Heel makkelijk te hanteren. Wanneer je de fo-to’s van de set even bekijkt, zal het design meteen in het oog springen. Levendig en fris, moderne lijnen, een beetje gedurfd, maar tegelijk toch klassiek. Erg mooi! De topkasten kregen een statiefadapter met variabele hoek ingebouwd. Op zich een prachtige fea-ture, die in heel veel gevallen van pas zal komen wanneer je je topjes een beetje naar beneden of naar boven wil laten hel-len. Maar in de praktijk vind ik het persoonlijk soms wat lastig om de kasten op statief te zetten. Het principe van ‘heffen om te ontgren-delen’ is niet zo handig. Voor de kast met haar volle gewicht op de statief steunt, kan de adapter naar alle kanten draaien, waardoor je al gauw een onge-wenste stand van helling bekomt, die je moeilijk alleen kan corrigeren. Maar goed, liever dat dan

l’arrière. Mais person-nellement, dans la pratique, je trouve

nible de placer ces enceintes sur un statif : le prin-n’est pas des plus pratiques, car avant que le satellite ne repose sur le statif de tout son poids,

l’avant ou vers l’arrière. Mais person-

nellement, dans la pratique, je trouve nible de placer ces enceintes sur un statif : le prin-n’est pas des plus pratiques, car avant que le satellite ne repose sur le statif de tout son poids,

een ground/lift switch en een low cut/sub out switch.

PRO SOUND & LIGHT 2013/11 19www.meetmusic.com

PA & LIVE SOUND LD Systems DDQ 12 & DDQ SUB18

stable. On ne remarque pas la moindre trace d’agressivité. Même à des volumes plus élevés, tout reste sous contrôle, et le processeur donne gentiment son “coup de baguette” avant que le son ne se mette à produire de la distorsion. En fait, abso-lument tout fonctionne de manière correcte, tous les détails sont bien audibles : les voix, les instruments, ... Disons que la qualité de la musique émise est nettement plus proche de celle de notre système de référence (qui est beaucoup plus cher !) que de celle d’autres systèmes plus simples (et un peu meilleur marché) venant de la concurrence. Autrement dit, ce set “sonne” en fait plus cher qu’il n’est en réalité ! D’ailleurs, nous avons aussi écouté une série de morceaux à un volume vraiment très élevé, où nous n’avons utilisé qu’un seul subwoofer avec les deux satellites. Même à ce niveau élevé, le son déployé était bien ferme et sa pression sonore était impressionnante. Par ailleurs, nous avons aussi testé les capacités cardioïdes du système un peu dans “tous les sens” ... et c’est “OUI” : les présélections, “ça le fait” ! Nous avons purement et simplement suivi les instructions du petit livret (impeccable !) lors du montage du set, et le résultat était des plus convaincants quand nous avons commencé à nous “promener” dans notre chambre de test autour des enceintes. Devant, la pression est là, et derrière, plus aucune “nuée” de basses. Naturellement, nous avons un peu expérimenté, par exemple en écartant les subs un peu plus l’un de l’autre. Suite à quoi on entend certaines différences sur certains morceaux ... L’effet cardioïde est toujours optimalisé pour une fréquence un peu différente, et, indépendam-ment des sons graves présents dans le morceau, on remarque qu’une fois, il est encore un peu plus efficace de modifier l’écart proposé par la notice d’emploi ; mais une autre fois, en écoutant un autre morceau, c’est l’inverse qui se produit. Notre conclusion finale est donc la suivante : la notice d’emploi est en fait de bon conseil. Il suffit de la suivre pour produire un bon résultat, et ce, sans “prise de tête” !

PRIX Le sub DDQ 18 coûte 1.799 euros, et le DDQ 12, 1.199 euros. Il s’agit de prix bruts conseillés. Rappelons également que la série DDQ est complétée par quelques autres modèles : la DDQ 10 coûte 999 euros, et le SUB 212, 1.699 euros. Quant à la DDQ 15, elle ne sera disponible qu’à partir d’avril 2014, et son prix n’est pas encore connu.Pas vraiment “mini” comme budget pour acquérir ces modèles... mais le prix est tout à fait cor-rect : essayez seulement de trouver une enceinte aussi bien équipée pour un prix inférieur ... J’ai bien peur que votre recherche ne reste vaine. Non, vraiment, il s’agit de matériel du “top”, et à un prix très intéressant !

CONCLUSION Pour clôturer ce test, je voudrais, une fois encore, souligner avec insistance le caractère très professionnel de ce set DDQ : il s’agit d’un set vraiment fait pour les tournées. Que ce soit au niveau de la finition, de la solidité, ou des (très larges) possibilités. De plus, ce set possède aussi un son très professionnel : une image sonore parfaitement équilibrée, avec des basses particu-lièrement puissantes. Je dois admettre que le budget n’est pas à la portée d’une bourse modeste, mais je veux aussi insister sur le fait que pour trouver une solution comparable dans d’autres marques, il faudrait payer un “paquet” en plus ! Ici, vous en avez vraiment beaucoup, beaucoup, pour l’argent dépensé. Et d’ailleurs ... je suis devenu un fan de ce set !

PRO SOUND & LIGHT 2014/0116 www.meetmusic.com

gens de aanwijzingen in het (voortreffelijke) boekje hebben we de set opgesteld, en het resultaat was overtuigend als we in onze testruimte rond de speakers wandelden. Vooraan druk, achteraan geen baswolk meer. We hebben natuurlijk wat geëxperimenteerd, bijvoorbeeld door de subs net iets verder achter elkaar te zetten, en dan hoor je op sommige nummers verschillen. Je optima-liseert de cardioïde dan immers bij een iets andere frequentie, en afhankelijk van de dominante bastonen in het beluisterde nummer durft dat de ene keer al eens net nog wat efficiënter te wer-ken dan de voorgeschreven afstand, maar de andere keer (met een ander nummer) is het dan weer net andersom. Onze slotconclusie was, dat het boekje eigenlijk een goede aanduiding geeft waarbij je zonder al te veel kopbrekerij een bruikbaar resultaat produceert.

BUDGETVoor de DDQ SUB 18 vraagt LD €1799 (alle prijzen zijn bruto adviesprijzen). Een DDQ 12 moet €1199 opbrengen. Verder bevat de DDQ serie ook nog enkele andere modellen. Voor de DDQ10 betaal je €999 en voor de SUB212 €1699. De DDQ15 wordt pas leverbaar vanaf april 2014, de prijs ervan is nog niet bekend.Lowbudget zijn deze modellen niet, maar wel helemaal eerlijk geprijsd. Ga maar eens zoeken naar een dergelijk uitgeruste kast aan een goedkopere prijs… Ik vrees dat de zoektocht uitzicht-loos gaat worden. Nee, dit is topmateriaal aan een zeer interessante prijs!

BESLUITOm te besluiten wil ik zeker het professioneel karakter van de DDQ set nog een keer duidelijk onderstrepen. Het is een echte touringset. Zowel op vlak van afwerking en stevigheid, als van mogelijkheden. Daarbovenop klinkt de set ook echt professioneel. Een heel goed uitgewogen klankbeeld, met een erg stevig fundament. Ik moet toegeven dat het geen koopje is, maar wil toch benadrukken dat een vergelijkbare oplossing bij andere merken een heel pak duurder zal uitkomen. Je krijgt echt waar voor je geld, ik ben fan!

contra• topkast lastig op statief te

krijgen• afleesbaarheid knop pro-

cessorpresets

• Les satellites sont difficiles à hisser sur les statifs

• La lisibilité du bouton des présélections du processeur

pro• Prijs - kwaliteit• Klank• Professioneel karakter• Cardioïde mogelijkheden

en processing

• Le rapport qualité / prix• Le son• Le caractère professionnel du set• Les possibilités cardioïdes

et le processing

JB Systems CPX-1510 Full SetSPEAKER CABINETS & SUBWOOFER HANS LAUWENS

PA & LIVE SOUND JB Systems CPX-1510 Full Set

Onze vrienden van Beglec, Belgisch fabrikant van merken als JB Systems, Synq en Briteq, zorgen vandaag voor de frisse wind in mijn testruimte. Ze stuurden me het nieuwe CPX- 1510 speakersy-steem van JB Systems, een compacte en interessante sub-sat set. Hoewel ik reeds een jarenlange persoonlijke ervaring geniet met mer-ken als JB, heb ik er in de context van mijn vakgebied nooit eerder een review over geschreven. Dat komt voornamelijk door het feit dat JB-producten hoofdzakelijk doelen op de DJ-markt. Af en toe wordt er wel eens een uitstapje richting PA gemaakt, maar de “core business”, zoals ze dat dan in het mooi Nederlands zeggen, ligt voornamelijk bij DJ-producten. Zeer vriendelijk geprijsde producten trou- wens, wat toch ook niet geheel onbelangrijk is. Onze testset is in se een handig ding voor DJ’s, maar zet de deur naar PA alleszins op een grote kier…

ALGEMEENConceptEen subwoofer met alle systeemelektronica, in combina- tie met een stel passieve topkasten. Het is een concept dat de dag van vandaag bij- zonder populair is. Bewijs daarvan zijn de catalogi van zowat alle denkbare merken. Dergelijke systemen zijn tegenwoordig ook in zowat alle prijsklassen verkrijgbaar. Het is dus zeker niet onlogisch dat JB Systems als sterke speler in het ‘vriendelijk budget segment’ ook zo’n combi-natie op de markt zet. De CPX-1510 FULL SET bestaat uit een actieve subwoofer, twee passieve satellietjes, een stel statieven en de nodige aansluitkabels. Erg compleet dus. De sub bevat een 15” speaker en is uit- gerust met een actieve crossover en een 3-kanaalsversterker. 300W RMS is voorzien om de interne 15”-er in beweging te brengen en we kunnen twee keer 100W RMS naar de topjes sturen. Het gewicht van de subkast doet vermoeden dat er niet met de meest moderne versterkertechno-logieën werd gewerkt, maar dat is natuurlijk niet bepalend voor de kwaliteit en vooral voor het plezier dat we al dan niet aan dit systeem kunnen beleven. De sub zou werken van 35Hz tot 100Hz en haalt een maximum SPL van 128dB. De s a t e l -lieten zijn 10” tweeweg ontwerpen en zouden perfect afgestemd moeten zijn voor gebruik met de sub. Z e ha len ma x i ma a l 120 d B SPL

Nos amis de Beglec, fabricant belge de marques telles que JB Systems, Synq et Briteq, me font le plaisir de me livrer leur nouveau sy- stème d’amplification CPX-1510 de JB Systems, un set sub/sat compact et intéressant. Bien que j’ai une longue expérience des produits JBn je n’en ai jamais publié un essai. Ceci est dû au fait que JB cible principalement le marché DJ. De temps à autre, il y a bien un produit PA, mais le “core business”, comme di-sent les gens sé- rieux, c’est le marché DJ. Des produits aux prix très intéressants, par ailleurs, ce qui n’est pas sans importance. L’ensemble que je vous présente est un bon outil pour le DJ, mais le monde du PA est à sa portée…

GÉNÉRALConceptUn subwoofer conte- nant toute l’électronique, et une paire de tops passifs, un concept très populaire ces jours-ci. Il suffit de consulter les catalogues de presque toutes les marques pour se ren- dre compte que ces systèmes existent dans tous les prix. Il n’est donc pas illogique que JB Systems, qui fait fort comme grand acteur du segment “agré-able à la caisse”, com- mercialise une telle combinaison. Le CPX-1510 FULL SET com-prend un subwoofer actif, deux satellites passifs, des trépieds et les câbles requis. Très complet, donc. Le sub cache un HP de 15”, un crossover actif et un ampli à trois canaux, présentant 300W RMS au 15”, et 100W RMS pour chacun des tops. Le poids du sub me laisse supposer qu’il ne contient pas la dernière technologie d’amplification, ce qui ne dit rien sur la qualité ni le plaisir que peut offrir c e s y s - tème. Le sub devrait fournir un SPL de 128db pour une

bande passante de 35Hz à 100Hz. Les satellites sont des modèles à deux voies avec un 10” et devraient donc être

parfaitement adaptés au sub. Ils atteignent 120dB SPL sur papier, couvrant de 100Hz à 20kHz. Le tweeter a

un angle d’ouverture de 90° x 70° (HxV). Le poids d’un top est inférieur à 10kg.

Public cible/applicationsLe set CPX-1510 s’adresse avant tout aux DJs, les pe-tits groupes et artistes à la recherche d’un système compact ayant un bon son, pour un prix limité. Une bonne valeur pour son prix, une com

PRO SOUND & LIGHT www.meetmusic.com

SPEAKER CABINETS & SUBWOOFER

de Beglec, fabricant belge de marques telles que

rieux, c’est le marché DJ. Des produits aux prix très ailleurs, ce qui n’est pas sans importance. L’ensemble

un bon outil pour le DJ, mais le monde du PA est à sa portée…

nant toute l’électronique, et une paire de tops passifs, un concept jours-ci. Il suffit de consulter les catalogues de presque toutes les dre compte que ces systèmes existent dans tous les prix. Il n’est JB Systems, qui fait fort comme grand acteur du segment “agré-mercialise une telle combinaison. Le CPX-1510 FULL SET com-actif, deux satellites passifs, des trépieds et les câbles requis.

Le sub cache un HP de 15”, un crossover actif et un ampli à trois 300W RMS au 15”, et 100W RMS pour chacun des tops. Le laisse supposer qu’il ne contient pas la dernière technologie ce qui ne dit rien sur la qualité ni le plaisir que peut offrir tème. Le sub devrait fournir un SPL de 128db pour une bande passante de 35Hz à 100Hz. Les satellites sont des

modèles à deux voies avec un 10” et devraient donc être parfaitement adaptés au sub. Ils atteignent 120dB SPL sur papier, couvrant de 100Hz à 20kHz. Le tweeter a

un angle d’ouverture de 90° x 70° (HxV). Le poids

Le set CPX-1510 s’adresse avant tout aux DJs, les pe-tits groupes et artistes à la recherche d’un système

Onze vrienden van Beglec, Belgisch fabrikant van merken als JB Systems, Synq en Briteq, zorgen vandaag voor de frisse wind in mijn testruimte. Ze stuurden me het nieuwe CPX- 1510 speakersy-steem van JB Systems, een compacte en interessante sub-sat set. Hoewel ik reeds een jarenlange persoonlijke ervaring geniet met mer-ken als JB, heb ik er in de context van mijn vakgebied nooit eerder een review over geschreven. Dat komt voornamelijk door het feit dat JB-producten hoofdzakelijk doelen op de DJ-markt. Af en toe wordt er wel eens een uitstapje richting PA gemaakt, maar de “core business”, zoals ze dat dan in het mooi Nederlands zeggen, ligt voornamelijk bij DJ-producten. Zeer vriendelijk geprijsde producten trou- wens, wat toch ook niet geheel onbelangrijk is. Onze testset is in se een handig ding voor DJ’s, maar zet de deur naar PA alleszins op een grote kier…

Een subwoofer met alle systeemelektronica, in combina- tie met een stel passieve topkasten. Het is een concept dat de dag van vandaag bij- zonder populair is. Bewijs daarvan zijn de catalogi van zowat alle denkbare merken. Dergelijke systemen zijn tegenwoordig ook in zowat alle prijsklassen verkrijgbaar. Het is dus zeker niet onlogisch dat JB Systems als sterke speler in het ‘vriendelijk budget segment’ ook zo’n combi-natie op de markt zet. De CPX-1510 FULL SET bestaat uit een actieve subwoofer, twee passieve satellietjes, een stel statieven en de nodige aansluitkabels. Erg compleet dus. De sub bevat een 15” speaker en is uit- gerust met een actieve crossover en een 3-kanaalsversterker. 300W RMS is voorzien om de interne 15”-er in beweging te brengen en we kunnen twee keer 100W RMS naar de topjes sturen. Het gewicht van de subkast doet vermoeden dat er niet met de meest moderne versterkertechno-logieën werd gewerkt, maar dat is natuurlijk niet bepalend voor de kwaliteit en vooral voor het plezier dat we al dan niet aan dit systeem kunnen beleven. De sub zou werken van 35Hz tot 100Hz en haalt een maximum SPL van 128dB. De s a t e l -lieten zijn 10” tweeweg ontwerpen en zouden perfect afgestemd moeten zijn voor gebruik met

120 d B SPL

Nos amis de Beglec, fabricant belge de marques telles que JB Systems, nouveau sy-un set sub/sat expérience des est dû au fait que autre, il y a bien sent les gens sé- rieux, c’est le marché DJ. Des produits aux prix très intéressants, par ailleurs, ce qui n’est pas sans importance. L’ensemble que je vous présente est un bon outil pour le DJ, mais le monde du PA est à sa portée…

GÉNÉRALConceptUn subwoofer conte- nant toute l’électronique, et une paire de tops passifs, un concept très populaire ces jours-ci. Il suffit de consulter les catalogues de presque toutes les marques pour se ren- dre compte que ces systèmes existent dans tous les prix. Il n’est donc pas illogique que JB Systems, qui fait fort comme grand acteur du segment “agré-able à la caisse”, com- mercialise une telle combinaison. Le CPX-1510 FULL SET com-prend un subwoofer actif, deux satellites passifs, des trépieds et les câbles requis. Très complet, donc. Le sub cache un HP de 15”, un crossover actif et un ampli à trois canaux, présentant 300W RMS au 15”, et 100W RMS pour chacun des tops. Le poids du sub me laisse supposer qu’il ne contient pas la dernière technologie d’amplification, ce qui ne dit rien sur la qualité ni le plaisir que peut offrir c e s y s - tème. Le sub devrait fournir un SPL de 128db pour une

bande passante de 35Hz à 100Hz. Les satellites sont des modèles à deux voies avec un 10” et devraient donc être

parfaitement adaptés au sub. Ils atteignent 120dB SPL sur papier, couvrant de 100Hz à 20kHz. Le tweeter a

un angle d’ouverture de 90° x 70° (HxV). Le poids

Le set CPX-1510 s’adresse avant tout aux DJs, les pe-tits groupes et artistes à la recherche d’un système

PSL

PSL

PRO SOUND & LIGHT 2013/10 9www.meetmusic.comPRO SOUND & LIGHT 2013/10 9www.meetmusic.com 9www.meetmusic.com

PA & LIVE SOUND JB Systems CPX-1510 Full Set

o p papier en werken van 100Hz tot 20kHz. Hun hoogdrivertje heeft een 90° x 70° (HxV) openingshoek. De kastjes duiken onder de 10kg per stuk.

Doelgroep/toepassingDe CPX-1510 set richt zich vooral op DJ’s, kleine bands en artiesten die een compact sy-steem zoeken, en dat een pittige sound neerzet in ruil voor een beperkt budget. Waar voor je geld, een eenvoudige bediening en een onopvallende maar frisse look zorgen ervoor dat de set heel wat gegadigden heeft. Het feit dat je de topjes ook als monitor kan gebruiken, trekt de doelgroep zelfs nog wat verder open.

BOUWAfwerkingDe set oogt mooi en stevig. Veel steviger misschien dan wat je zou verwachten voor de prijs. Dat vind ik zeker een positief punt! De kasten zijn ook klassiek en eenvoudig ontworpen en afgewerkt. De vorm van de satellietjes laat toe dat je ze ook onder een juiste hoek als moni-tor op de grond kan leggen. De stevige rubberpoten zorgen er dan voor dat het lakwerk niet beschadigd geraakt. De kasten zijn voorzien van een grille die op zich wel stevig aanvoelt, maar die slechts met enkele kleine schroefjes werd bevestigd. Op de website lees ik dat de binnenzijde van de grilles met akoestisch schuim bekleed zou zijn om spatwater en stof tegen te houden. In de praktijk blijkt dat niet het geval te zijn. De topjes zijn bijzonder licht hanteerbaar omwille van hun lage gewicht en compacte afmetingen. Er werden dan ook geen handgrepen voorzien. Ik zal niet zeggen dat je die nu echt nodig hebt, maar ik vind het eerlijk gezegd toch een gemis. Ik klaag wel vaker over een top met een enkel handvat bovenop, omdat je de kast dan wat moeilijker op statief krijgt, maar uiteindelijk heb je dan toch nog een zekere houvast. Hier is dat niet het geval. Ondanks het lage gewicht, lijkt het me alleszins veiliger wanneer er toch minstens een handgreep voorhanden is. Je wil im-mers niet dat het kastje uit je handen gaat glijden… De sub staat op dat vlak in schril con-trast met de topjes. Hier werden wel handgrepen voorzien. Stevige, goed in de hand liggende grepen zelfs. En dat is ook wel nodig hoor, want zeg nu zelf: 42,8kg in zo’n kastje steken, dat kan toch al tellen! Het design van de sub is verder ook vrij klassiek, behalve de front. Die is gebogen, zodat de topkastjes er voor transport mooi op passen, wanneer je de sub op z’n achterkant plaatst. Bij de sub zijn vier kleine wieltjes meegeleverd. Niet meteen de meest handige wielen, maar ze zullen alleszins van pas komen om de sub te verplaatsen. Bij de set worden twee luidsprekerkabels van 5m meegeleverd en zitten ook twee stevige statieven. Het zijn volwaardige, degelijke statieven. Toch een beetje (positief) verrassend!

Aansluitingen en bedieningOm het geheel aan te sluiten en te bedienen moet je absoluut geen kenner zijn. Dat gaat allemaal heel vlotjes. De topjes hebben enkel een speakon input (hoewel ik eigenlijk niet speakon mag zeggen, want het zijn geen Neutrik connectoren…) en hebben dus geen doorlus-mogelijkheden. Het blijft bij één satellietje per kanaal. Op de sub vinden we gebalanceerde XLR/jack inputs voor beide kanalen terug, kunnen we het netsnoer aansluiten en staan ui-teraard de uitgangen voor de topjes ter beschikking. Ook hier geen doorlusmogelijkheden of outputs te bespeuren. De knoppen voor de bediening staan achteraan ‘on top’. Je hoeft dus niet op je buik te kruipen om de set af te regelen. Al maakt JB je dat afregelen wel zeer mak-

mande simple et un physique discret mais

original doivent attirer un vaste pu-blic. La possibilité d’utiliser les tops comme retour de scène augmente les possibilités.

CONSTRUCTIONFinitionLe set est beau et semble solide, bien plus solide que le prix ne fait supposer. Voilà qui me plaît! Le design et la finition du mobi-lier sont classiques et simples. La forme des tops permet de les poser au sol comme moniteur, les robustes pieds en caoutchouc empèchent alors d’abimer la peinture. Les enceintes sont pourvues d’une grille qui semble solide, mais dont la fixation se li-mite à quelques petites vis. Le site web m’apprend que la face interne de la grille est habillée de mousse acoustique pour arrêter les éclaboussures d’eau et la pous-sière, mais je constate qu’il n’y a pas de mousse. Les tops se laissent aisément ma-nipuler grâce à leurs poids et dimensions réduits. Des poignées n’ont pas été prévues. Je ne dirais pas qu’elles sont indispensa-bles, mais je trouve qu’elles manquent. Je me plains régulièrement d’un top avec une seule poignée sur le haut, parce qu’il est

plus difficile de le mettre sur un trépied, mais on a quand-même une certaine prise. Ici, rien du tout. Malgré le faible poids, une poignée me semble plus sécurisante, vous ne voulez pas que l’enceinte vous glisse des mains… Le sub, c’est tout le contraire, il y a plusieures poignées, solides et bien en main. Elles sont indispensables, vu les 42,8kg de ce cube! Le design du sub est assez classique, sauf la face avant, qui est courbe, ce qui permet d’y loger les tops pour le transport, le sub sur son dos. Le sub est fourni avec quatre roulettes. Peut-être pas les plus pratiques, mais elles faciliteront le déplacement du sub. Le set comprend deux câbles HP de 5m ainsi que deux trépieds solides et robustes. Voilà une belle surprise!

Connections et commandeIl ne faut pas être un expert pour brancher et utiliser l’ensemble. C’est fort simple. Les topjes n’ont qu’une entrée speakon (je ne devrais pas dire speakon, ce ne sont pas des connecteurs Neutrik…) et ne sont donc pas chaînables. On est limité à un top par canal. Sur le sub, on retrouve des entrées symétriques en jack et XLR pour les deux canaux, une prise IEC pour l’alimentation, et inévitablement les sorties pour les tops. Pas de possibilités de chaînage ici non plus. Les boutons de réglage sont à l’arrière, sur le haut de l’enceinte, ce qui vous évite le gymkana habituel pour régler le système, réglage fortement simplifié par JB. Il n’y a que trois potards de volume, deux pour les satellites et un pour le sub. On a prévu un ground lift sw itch. C’est très basique, mais ça ga- r a n t i t

PRO SOUND & LIGHT 2014/0118 www.meetmusic.com

niet op je buik te kruipen om de set af te regelen. Al maakt JB je dat afregelen wel zeer mak-niet op je buik te kruipen om de set af te regelen. Al maakt JB je dat afregelen wel zeer mak- trois potards de volume, deux pour les satellites et un pour le sub. On a prévu un ground lift sw itch. C’est très basique, mais ça ga-niet op je buik te kruipen om de set af te regelen. Al maakt JB je dat afregelen wel zeer mak- C’est très basique, mais ça ga- r a n t i t C’est très basique, mais ça ga-

PA & LIVE SOUND JB Systems CPX-1510 Full Set

o p papier en werken van 100Hz tot 20kHz. Hun hoogdrivertje heeft een 90° x 70° (HxV) openingshoek. De kastjes duiken onder de 10kg per stuk.

JB Systems CPX-1510 Full Set

Hun hoogdrivertje heeft een 90° x 70° (HxV) openingshoek. De kastjes duiken onder de 10kg per stuk.

JB Systems CPX-1510 Full Set

Hun hoogdrivertje heeft een 90° x 70° (HxV) openingshoek. De kastjes duiken onder de 10kg per stuk.

mande simple et un physique discret mais

original doivent attirer un vaste pu-blic. La possibilité d’utiliser les tops comme

PRO SOUND & LIGHT 2013/112 www.meetmusic.com

PA & LIVE SOUND JB Systems CPX-1510 Full Set

kelijk. Er staan niet meer dan drie volumeregelaars ter beschik-king: twee voor de satellietjes en eentje voor de sub. Een ground lift switch werd ook voorzien. Dat is wel heel erg basic, maar het maakt dat zowat iedereen met de set overweg zal kunnen. Ik ben al blij dat je de balans tussen sub en top kan regelen, dat is so-wieso een must. Om een veilig transport te garanderen, mocht het aansluitpaneel met de netschakelaar wat dieper in de ach-terzijde worden geplaatst, maar dat is slechts een klein detail.

KLANKKwaliteit en weergaveToen ik het vaste repertoire aan testmuziek startte, op een be-scheiden volume, was mijn eerste indruk verrassend positief. Een beetje onverwacht zou ik zelfs durven zeggen. Ik had eer-der een soort dichtlopende klank verwacht, zonder al te veel detail en met een groot gebrek aan laag. Maar de testset klinkt helemaal anders! De subwoofer blijkt zijn ding naar behoren te doen. Het is zeker geen ‘basmonster’, zoals ik een “top of the line” sub wel eens graag noem. Maar dat lijkt me, zeker gezien de prijsklasse, niet meer dan normaal. Ik neem in het laag ook niet echt veel variatie en druk waar, maar anderzijds vind ik het wel aangenaam klinken. Misschien ben ik wel al wat te veel gewend geraakt aan de typische processing die de dag van van-daag door praktisch alle fabrikanten aan de speakerelektronica wordt toegevoegd. Misschien moet ik eventjes ‘back to basics’, om dan toch toe te geven dat de sound van de sub er best mag zijn. Datzelfde gevoel krijg ik ook bij de topjes. Het klinkt al-lemaal behoorlijk gedetailleerd en goed uitgewogen. Een klein beetje nasaal soms, met hier en daar wat te weinig hoog-mid, maar zonder twijfel een goed gemiddelde. De ventilator in de sub is wel wat naar de lawaaierige kant, maar met een streepje muziek valt dat nog nauwelijks op. Omdat het een gewoonte is, heb ik de CPX-en ook een keer aan mijn referentieset getoetst, al vind ik het een beetje zinloos om daar conclusies uit te trekken. Als je net uit een Mercedes S stapt en de rit met een VW Golf verderzet, ga je (hopelijk voor Mercedes) een vrij groot verschil waarnemen… Maar toch kan je met de VW Golf perfect verder. En op het einde van de rit kan je waarschijnlijk enkele ongemak-ken opsommen, maar kom je er wel een heel pak goedkoper van af en ben je waar je moest zijn. Dat noemt men dan doorgaans ‘waar voor je geld’. Onze CPX set zou ik ook onder die noemer willen catalogeren. Maar goed, we waren over de klank bezig. Hoog tijd om het volume even op te drijven. En daar kan de set zonder al te veel problemen mee weg! Het klankbeeld blijft overeind, de eentonigheid van het laag valt iets harder op bij een hoger volume, maar haalt nu toch wat meer ‘body’ naar boven. Wanneer ik het volume nog wat opdrijf, neem ik plots toch wel wat vervorming waar. Instinctief neem ik dan wat gas terug en ben ik bij de eerste vervorming de limiter een stapje voor. Maar dan zie ik iets wat me eigenlijk nog niet eerder was opgevallen: deze set heeft helemaal geen limiter! Een beetje moeilijk te ge-loven de dag van vandaag, zeker met het doelpubliek voor ogen - dat moet ik toch eerlijk toegeven. Ik heb geen limiter nodig om een set luidsprekers heel te houden, maar ik vrees dat een groot deel van de gebruikers toch echt niet zonder kan. Ik vind het per-soonlijk een nogal rare zet van de ontwerpers, maar uiteindelijk draagt het wel bij tot de zeer betaalbare prijs en heeft het geen invloed op de klank, zolang je maar werkt met voldoende gezond verstand en toch wel een goed gemiddelde aan vakkennis. Wat deels binnen die context zeker het vermelden waard is, is de ser-vice die de fabrikant biedt. Toen het me opviel dat er geen limi-ters in het systeem zaten, heb ik even bij de fabrikant gepolst, waarna de volgende dag reeds de nodige schema’s werden aan-geleverd. Uit ervaring weet ik dat deze vlotte en efficiënte service aan alle klanten wordt geleverd. Een dergelijke service zal je bij een ander niet-A-merk zelden tegenkomen. En dat is toch wel een zeer belangrijk argument om mee te nemen bij het kiezen van een gepast speakersysteem! Ik ben nu wel een beetje van de klankeigenschappen aan het afwijken… We waren bezig over de limiter. Hoor je nu echt dat er geen inzit? Kan dat voor problemen zor-gen? Met de nodige oplettendheid absoluut niet, maar anders… kan het wel. Gelukkig moet je al aardig in het rood sturen vooraleer je de vervorming effectief hoort optreden. Ik heb tijdens de test trouwens niet het gevoel dat ik tekort kom. De maximale output staat zonder twijfel in verhouding met de verwachtingen van een dergelijk setje, terwijl het klankbeeld re-delijk goed overeind blijft, zeker wanneer we de prijs bij onze luisterervaring gaan betrekken. Ondertussen staat de CPX set hier toch al eventjes te spelen, en blijft de klank aangenaam en begint die zeker niet te vervelen. Dat mag er best zijn hoor!

BUDGETDe CPX-1510 set kost je €762 inclusief BTW. Daarvoor krijg je dus de sub, twee satellietjes, de volledige elektronica en versterking, de nodige aansluitkabels en twee stevige statieven. We mogen dus wel stellen dat het systeem bijzonder budgetvriendelijk is.

BESLUITLaten we bij wijze van besluit even heel eerlijk to the point komen. JB Systems is geen A-merk, dat moeten we altijd in het achterhoofd houden. Hoewel het misschien anders over-komt, is dat zeker en vast geen uitspraak met een negatieve ondertoon. Wel integendeel, want er is nog steeds, en misschien wel meer dan ooit, vraag naar zeer budgetvriendelijke produc-ten die liefst van al duurzaam, handig en gebruiksvriendelijk zijn. In die combinatie wist JB reeds ontelbare keren te scoren. Ook de CPX-1510 set heeft de nodige allures om het ver te schoppen binnen z’n marktsegment. Al kan ik anderzijds niet over die enkele onvolmaakt-heden heen kijken. Maar goed, hetgeen je in de plaatst krijgt voor de toch wel opmerkelijk interessante prijs, is absoluut een hele boterham! Uit ervaring weet ik dat Beglec geen half werk levert. Het verschil met vele andere fabrikanten is dat de eigenlijke productversies pas gelanceerd worden wanneer de foutjes zijn weggewerkt. Daardoor kan het wel eens wat lan-ger duren vooraleer een aangekondigd product effectief uitgebracht kan worden, maar de duurzaamheid komt het alleszins ten goede! Volgens mij ligt dat mee aan de basis van het succes. Die doorgedreven productontwikkeling komt trouwens al dichter in de buurt van de werkwijze van een A-merk. Met de prijs in het achterhoofd, durf ik de tekortkomingen dan ook grotendeels vergeten!

que tout le monde peut se servir de ce set. Je suis content de pouvoir régler la ba-lance entre le sub et les tops, un must. Le transport serait un peu plus rassurant si le panneau de raccordement était un peu plus en retrait, mais ce n’est qu’un detail.

SONQualité et restitutionQuand je lançai le répertoire de musique standard, à faible volume, ma première impression était positive. Pour tout vous dire, je ne m’y attendais pas, je m’attendais à un son assez confus, sans trop de détail et avec un sérieux manque dans les basses. Mais cet ensemble est tout à fait différent! Le subwoofer fait ce qu’il doit faire. Ce n’est certes pas un monstre, comme certains modèles haut de gamme. Mais c’est normal, étant donné la gamme de prix. Je ne con-state pas énormément de variation ni de pression dans les basses, mais le son est agréable. Peut-être suis-je trop ha-bitué au processing utilisé par presque tous les fabricants dans leurs systèmes. Peut-être dois-je retourner aux sources et admettre que le son de ce sub est plus qu’acceptable. Il en est de même pour les tops. Tout est bien détaillé et équili-bré. Un peu nasal, ici et là, avec un léger manque des moyennes aiguës, mais une bonne moyenne, sans le moindre doûte. Le ventilateur du sub est un peu bruyant, mais avec un peu de musique, cela ne sera remarque presque pas. Par habitude, j’ai comparé l’ensemble CPX à mon set de ré-férence, mais il serait futile d’en déduire quoi que ce soit. Si vous sortez d’une Mercedes S, et continuez avec une VW Golf, vous constaterez (je l’espère pour Mercedes) une assez grande différence… Mais la VW Golf vous emmènera là où vous le désirez. Vous pourrez alors citer quelques inconvénients, mais la facture sera moins élevée, et vous serez égale-ment arrivé à bon port. C’est ce qu’on appelle “en avoir pour son argent”. Et cela s’applique également à ce cet de JB Systems. Mais bon, retournons au son. J’augmente le volume, ce qui ne pose pas trop de problèmes à notre système! L’image sonore est intacte, la monotonie des basses est un peu accentuée, mais el-les ont plus de corps. Quand je pousse le niveau d’avantage, je perçois soudain de la distorsion. D’instinct, je diminue, et je devance le limiteur dès la prime dis-torsion. Mais je me rend compte alors que ce set n’a pas de limiteur! Difficile à croire le jour d’aujourd’hui, et avec le public ciblé en tête, je vous l’avoue. Moi, je me passe d’un limiteur pour préserver

des haut-parleurs, mais je crains qu’une bonne partie des utilisateurs ont besoin de cette sécurité. Je trouve que c’est un choix bizarre de la part des concepteurs, mais il contribue au prix comprimé, sans avoir une influence sur le son, à condition de rester vigilant et de dispo-ser d’un certain niveau de connaissances. Dans ce contexte, j’ai fortement apprécié le service offert par Beglec. Quand je me suis rendu compte de l’absence de limiteur, j’ai consulté le fabricant, qui m’a fourni les schémas le lendemain. D’expérience, je sais que ce service rapide et efficace est offert à tous les clients. Vous ne le rencontrerez que rarement chez une autre marque en dehors du haut de gamme. C’est un argument d’importance lors du choix de son système de sonorisation! Bon, je reviens au son. Le limiteur. Est-ce qu’on entend qu’il n’y en a pas? Peut-on s’attendre à des problèmes? si vous êtes attentifs, pas du tout, mais sinon..., c’est possible. Heureusement, il faut pousser fort dans le rouge avant d’entendre vraiment la distorsion. Pendant le test, je n’ai pas eu l’impression de manquer de puissance. La sortie maximale est absolument en rapport avec ce que l’on attend d’un set de ce genre, et l’image sonore est bien rendue, plus encore quand on considère le prix. Le set CPX fonctionne depuis un bout de temps, et il ne fatigue pas. Voilà ce qui est bien!

BUDGETLe set CPX-1510 sera le vôtre pour la modique somme de 762 euros TVA comprise. Pour ce montant, on vous livre le sub, les deux satellites, l’électronique et l’amplification intégrée, les câbles requis et deux trépieds solides. Ce système sera donc très apprécié par votre por-tefeuille.

CONCLUSIONSoyons honnêtes, JB Systems n’est pas une marque de haut de gamme, ne l’oublions pas. Il n’y a pas de connotation négative dans ces paroles, bien au contraire, car il y a toujours, et de plus en plus, un marché pour des produits très abordables, durables, pratiques et fa-ciles à utiliser. Ce tiercé, JB l’a gagné très souvent. L’ensemble CPX-1510 dispose de tous les atouts pour aller loin dans son segment. Je ne peux pourtant pas passer outre quelques imperfections. Mais bon, on vous donne une excellente affaire pour un prix canon! Je sais d’expérience que Beglec fait bien son travail. La différence avec bien d’autres fabricants, est que les produits ne sont commercialisés que quand les défauts sont corrigés. Ceci explique pourquoi la disponibilité d’un produit annoncé peut se faire attendre, mais la qualité en profite pleinement! A mon avis, c’est une des bases du succès de Beglec. Le développement poussé des produits rapproche Beglec des méthodes utilisées par les grands noms. Et si je considère le prix, je peux oublier les petites imperfections!

PRO SOUND & LIGHT 2014/0120 www.meetmusic.comPSL PSL

contra• Systeem bevat geen clipli-

miters• Topjes hebben geen hand-

grepen• Sub is nogal aan de zware

kant

• Système sans limiteurs• Topjes sans poignées• Sub assez lourd

pro• Prijs-kwaliteitverhouding• Klinkt niet slecht• Stevige statieven zijn bij

de set inbegrepen

• Rapport prix-qualité• Bon son• Trépieds solides inclus

PRO SOUND & LIGHT 2013/11 19www.meetmusic.com

Stagg HeadHunter 10 & 20MOVING HEADS KEVIN JASPAR

LIGHT GEAR Stagg HeadHunter 10 & 20

Stagg is een vrij onbekend merk in het wereldje van stage en discoverlichting. Ik wist niet dat hun catalogus zo veelomvattend was. Vi-olen, gitaren, slagwerk, blazers, maar ook microfoons, lasers en massa’s accessoires: kabels, connectivity, stands in alle categorieën... Stagg heeft zeker ook iets voor jou! Wij testen vandaag twee lichteffecten van Stagg: de HeadHunter 10 en 20.

BOUWWat me onmiddellijk opviel, is het gewicht van deze compacte toestel-len: 6kg inclusief kabels en ophan-goog, wat een behoorlijk verschil is met soortgelijke toestellen, en dus een echt voordeel. Ze zijn in mat-zwart plastic gebouwd, in drie de-len: een voet waarin de elektronica, de aansluitingen, een groot deel van de aandrijving en het LCD scherm (waarmee je onder andere de modus en een DMX adres kunt instellen) zijn ingebouwd. Op dit gedeelte zitten ook de grepen waaraan je de veiligheidskabel bevestigt. Deze kabel is verplicht, en ook echt noodzakelijk op lichte toestellen als deze. Het tweede deel is de beugel die de horizontale beweging (pan-ning) uitvoert. Deze trussbeugel wordt vastgezet met twee inbus-schroeven. Het is een U-beugel waar een trussklem op wordt vast-geschroefd, en is ontworpen om de trussklem nog te kunnen monteren als de beugel er al op zit, wat een groot gemak is als je even geen inbus-sleutel bij de hand hebt.Tenslotte hebben we de kop, die de naam «Moving Head» rechtvaardigt en die in verticale richting beweegt, de TILT. Hier zit ook het verschil tussen beide modellen. De HeadHunter 10 heeft 36 kleine lensjes waar-achter de LED’s van verschillende kleuren zitten: rode, groene, blauwe en witte. De HeadHunter 20 heeft zeven lenzen, waarachter je telkens 4-in-1 LED’s vindt, in dezelfde kleuren als hiervoor.

AANSLUITINGENWat dat betreft zijn verlichtingstoestellen a l t i j d eenvoudig. Naast de voedingsaansluiting heb je een tweede IEC waarmee je kunt doorlussen naar een volgend apparaat. Verder nog de twee XLR’s (3-pins) die de DMX signalen binnenlaten en doorlussen. En dat is het. Er is geen ingang voor een afstandsbedie-ning, maar ik vind het beter om deze moving heads op hun automatische programma’s te laten draaien, het resultaat zal er niet minder om zijn.

HANDLEI-DING EN TOEBE-HORENBeide HeadHunters worden geleverd met een voedingskabel en een overzichtelijke handleiding in het Engels. Deze omvat alle nuttige informa-tie om met deze ap-paraten te werken, waaronder de DMX tabellen. Erg nuttig wanneer je met de console van een an-der merk werkt. Na enig zoeken op het internet, heb ik geen handleiding in een andere taal gevonden. Mocht je het Engels niet machtig zijn, dan kun je het nu leren!

Stagg est une marque plutôt inconnue dans le milieu de la scène et de la nuit. Malgré tout j’étais à mille lieues d’imaginer que leur ca-

talogue pouvait être si vaste. Du violon à la guitare, des percussions à la flûte ou du micro au laser en

passant par d’innombrables accessoires : câblage, connexion, stands en tous genres... Stagg vous accompagnera dans toutes les situations. Au-jourd’hui nous testons deux effets lumineux de Stagg: les HeadHunter 10 en 20.

CONSTRUCTIONLa première chose qui m’ait surpris est le poids de ces petites machines: 6kg avec le câblage et le crochet, ce n’est pas négligeable par rapport au machines équivalentes sur le marché, un avan-tage plus que considérable. Construites en plas-tique noir mat, les coques des HeadHunter com-prennent trois parties: l’embase dans lequel se trouve toute l’électronique, les connections et une grande partie du mécanisme, et l’écran LCD (qui sert entre autres à choisir le mode d’utilisation ou encore à donner une adresse DMX). C’est égale-ment là que se trouvent les poignées auxquelles on attachera l’élingue de sécurité, qui je le rappelle est obligatoire, même sur des machines aussi légères.

En suite la lyre, un bras en forme du U qui permet la rotation horizontale, que l’on appelle plus commu-

nément le PAN. En suite la lyre, un bras en forme du U qui permet la rotation horizontale, que l’on appelle plus communément le PAN. La béquille de suspension se fixe avec deux vis allen. C’est un support en U pouvant porter la pince, conçu pour pouvoir monter la pince avec la béquille en place, ce qui est bien si vous n’avez pas de clé al-len sous la main.

Et enfin la tête d’où le nom de «Moving Head» (tête mobile) qui permet la rotation verticale nommée TILT.

C’est sur cette partie que se joue la différence entre les deux mo-dèles. La HeadHunter 10 possède 36 petites lentilles derrière les-

quelles sont dissimulées les leds de différentes couleurs: rouge, vert, jaune et blanc. Le HeadHunter 20 a sept lentilles derrière lesquelles vous

trouverez chaque fois des LEDs 4-en1, des mêmes couleurs que précédemment.

CONNECTIONSDu coté des connections les appareils d’éclairage sont toujours très simples. Il y a bien sur le câble d’alimentation et un second qui permet de chaîner plusieurs machines entre elles. Les deux connections XLR (3pin) pour l’entrée et la sortie DMX. Voila qui est bien suffisant. On pourrait imaginer qu’une entrée pour une commande dédiée aurait été la bienvenue, mais dans le cas présent je suggère de laisser les machines tourner automatiquement, le travail n’en sera pas moins performant.

MANUEL ET ACCESSOIRESLes HeadHunter sont fournies avec leur câble d’alimentation et un mode

d’emploi en anglais, très simple à comprendre. Il contient toutes les informa-tions nécessaires à leur bon fonctionnement, dont la fiche d’implantation DMX qui vous sera très utile si vous désirez les utiliser avec une console d’une autre marque. Après une courte recherche sur internet, je n’ai pas pu trouver de manuel dans d’autre langues. Si vous ne parlez pas (encore) anglais, c’est le moment d’apprendre!

POSSIBILITÉSLes HeadHunter 10 & 20 ont pour ainsi dire les mêmes possibilités. Nous allons donc commencer par les fonctions communes et différentes aux deux modèles. Equipées toute deux d’un PAN de 630°, c’est-à-dire plus d’un tour, pa-ramètre très important ! Un Tilt de 220°, classique. Grâce à un menu très simple, vous pourrez choisir le mode de fonctionnement. Automa-tique, c’est-à-dire qu’elles réagiront aux fluctuations de la musique, le canal DMX, le nombre de canaux que l’on voudra utiliser, 9ch ou 14 ch, la grande différence entre ces deux modes sera principalement la précision des positions et des mouvements. Le mode SLAVE, la machine une fois

mise dans ce mode deviendra le miroir de celle mise en maître. Ou encore d’inverser le sens du PAN et du TILT. Elles possèdent toutes deux un sys-

tèmes RGB+W. Je m’explique, une source rouge, une verte, une bleue et une blanche. Le mélange de ces quatre types de leds à des intensités différentes

vous offrira une multitude de couleurs et de teintes. A ceci près que la HeadHunter 10 possède 36 leds de 3 w (R8 + G 10 + B 10 + W8) toutes

visibles, dans le jargon professionnel on appelle cela une pelle à pizza. La HeadHunter 20 ne possède que 7 réflecteurs derrière lesquels sont dissimulées les leds de différentes couleurs. Nous en reparle-rons plus précisément dans la rubrique suivante. Pour conclure je ne peux pas résister à comparer les mouvements des HeadHunter à ceux de R2D2, vedette incontestée de STAR WARS!

OUTPUTTout d’abord je dois souligner que les rouges des deux modèles

possèdent une véritable «patate». En effet, cette couleur étant d’une for-te intensité, elle demande beaucoup plus de puissance pour arriver à une lumi-

PRO SOUND & LIGHT 2014/0122 www.meetmusic.com

Stagg HeadHunter 10 & 20Stagg is een vrij onbekend merk in het wereldje van stage en discoverlichting. Ik wist niet dat hun catalogus zo veelomvattend was. Vi-olen, gitaren, slagwerk, blazers, maar ook microfoons, lasers en massa’s accessoires: kabels, connectivity, stands in alle categorieën... Stagg heeft zeker ook iets voor jou! Wij testen vandaag twee lichteffecten van Stagg: de HeadHunter 10 en 20.

Wat me onmiddellijk opviel, is het gewicht van deze compacte toestel-len: 6kg inclusief kabels en ophan-goog, wat een behoorlijk verschil is met soortgelijke toestellen, en dus een echt voordeel. Ze zijn in mat-zwart plastic gebouwd, in drie de-len: een voet waarin de elektronica, de aansluitingen, een groot deel van de aandrijving en het LCD scherm (waarmee je onder andere de modus en een DMX adres kunt instellen) zijn ingebouwd. Op dit gedeelte zitten ook de grepen waaraan je de veiligheidskabel bevestigt. Deze kabel is verplicht, en ook echt noodzakelijk op lichte toestellen als deze. Het tweede deel is de beugel die de horizontale beweging (pan-ning) uitvoert. Deze trussbeugel wordt vastgezet met twee inbus-schroeven. Het is een U-beugel waar een trussklem op wordt vast-geschroefd, en is ontworpen om de trussklem nog te kunnen monteren als de beugel er al op zit, wat een groot gemak is als je even geen inbus-

Tenslotte hebben we de kop, die de naam «Moving Head» rechtvaardigt en die in verticale richting beweegt, de TILT. Hier zit ook het verschil tussen beide modellen. De HeadHunter 10 heeft 36 kleine lensjes waar-

Stagg est une marque plutôt inconnue dans le milieu de la scène et de la nuit. Malgré tout j’étais à mille lieues d’imaginer que leur ca-

talogue pouvait être si vaste. Du violon à la guitare, des percussions à la flûte ou du micro au laser en

passant par d’innombrables accessoires : câblage, connexion, stands en tous genres... Stagg vous accompagnera dans toutes les situations. Au-jourd’hui nous testons deux effets lumineux de Stagg: les HeadHunter 10 en 20.

CONSTRUCTIONLa première chose qui m’ait surpris est le poids de ces petites machines: 6kg avec le câblage et le crochet, ce n’est pas négligeable par rapport au machines équivalentes sur le marché, un avan-tage plus que considérable. Construites en plas-tique noir mat, les coques des HeadHunter com-prennent trois parties: l’embase dans lequel se trouve toute l’électronique, les connections et une grande partie du mécanisme, et l’écran LCD (qui sert entre autres à choisir le mode d’utilisation ou encore à donner une adresse DMX). C’est égale-ment là que se trouvent les poignées auxquelles on attachera l’élingue de sécurité, qui je le rappelle est obligatoire, même sur des machines aussi légères.

En suite la lyre, un bras en forme du U qui permet la rotation horizontale, que l’on appelle plus commu-

nément le PAN. En suite la lyre, un bras en forme du U qui permet la rotation horizontale, que l’on appelle plus communément le PAN. La béquille de suspension se fixe avec deux vis allen. C’est un support en U pouvant porter la pince, conçu pour pouvoir monter la pince avec la béquille en place, ce qui est bien si vous n’avez pas de clé al-len sous la main.

Et enfin la tête d’où le nom de «Moving Head» (tête mobile) qui permet la rotation verticale nommée TILT.

C’est sur cette partie que se joue la différence entre les deux mo-dèles. La HeadHunter 10 possède 36 petites lentilles derrière les-

quelles sont dissimulées les leds de différentes couleurs: rouge, vert, jaune et blanc. Le HeadHunter 20 a sept lentilles derrière lesquelles vous

trouverez chaque fois des LEDs 4-en1, des mêmes couleurs que précédemment.

AANSLUITINGENWat dat betreft zijn verlichtingstoestellen a l t i j d eenvoudig. Naast de voedingsaansluiting heb je een tweede IEC waarmee je kunt doorlussen naar een volgend apparaat. Verder nog de twee XLR’s (3-pins) die de DMX signalen binnenlaten en doorlussen. En dat is het. Er is geen ingang voor een afstandsbedie-ning, maar ik vind het beter om deze moving heads op

Beide HeadHunters worden geleverd met een voedingskabel en een overzichtelijke handleiding in het Engels. Deze omvat alle nuttige informa-tie om met deze ap-paraten te werken, waaronder de DMX tabellen. Erg nuttig wanneer je met de console van een an-der merk werkt. Na enig zoeken op het internet, heb ik geen handleiding in een andere taal gevonden. Mocht je het Engels niet machtig zijn, dan kun je het nu leren!

deux connections XLR (3pin) pour l’entrée et la sortie DMX. Voila qui est bien suffisant. On pourrait imaginer qu’une entrée pour une commande dédiée aurait été la bienvenue, mais dans le cas présent je suggère de laisser les machines tourner automatiquement, le travail n’en sera pas moins performant.

MANUEL ET ACCESSOIRESLes HeadHunter sont fournies avec leur câble d’alimentation et un mode

d’emploi en anglais, très simple à comprendre. Il contient toutes les informa-tions nécessaires à leur bon fonctionnement, dont la fiche d’implantation DMX qui vous sera très utile si vous désirez les utiliser avec une console d’une autre marque. Après une courte recherche sur internet, je n’ai pas pu trouver de manuel dans d’autre langues. Si vous ne parlez pas (encore) anglais, c’est le moment d’apprendre!

POSSIBILITÉSLes HeadHunter 10 & 20 ont pour ainsi dire les mêmes possibilités. Nous allons donc commencer par les fonctions communes et différentes aux deux modèles. Equipées toute deux d’un PAN de 630°, c’est-à-dire plus d’un tour, pa-ramètre très important ! Un Tilt de 220°, classique. Grâce à un menu très simple, vous pourrez choisir le mode de fonctionnement. Automa-tique, c’est-à-dire qu’elles réagiront aux fluctuations de la musique, le canal DMX, le nombre de canaux que l’on voudra utiliser, 9ch ou 14 ch, la grande différence entre ces deux modes sera principalement la précision des positions et des mouvements. Le mode SLAVE, la machine une fois

mise dans ce mode deviendra le miroir de celle mise en maître. Ou encore d’inverser le sens du PAN et du TILT. Elles possèdent toutes deux un sys-

tèmes RGB+W. Je m’explique, une source rouge, une verte, une bleue et une blanche. Le mélange de ces quatre types de leds à des intensités différentes

vous offrira une multitude de couleurs et de teintes. A ceci près que la HeadHunter 10 possède 36 leds de 3 w (R8 + G 10 + B 10 + W8) toutes

visibles, dans le jargon professionnel on appelle cela une pelle à pizza. La HeadHunter 20 ne possède que 7 réflecteurs derrière lesquels sont dissimulées les leds de différentes couleurs. Nous en reparle-rons plus précisément dans la rubrique suivante. Pour conclure je ne peux pas résister à comparer les mouvements des HeadHunter à ceux de R2D2, vedette incontestée de STAR WARS!

OUTPUTTout d’abord je dois souligner que les rouges des deux modèles

possèdent une véritable «patate». En effet, cette couleur étant d’une for-te intensité, elle demande beaucoup plus de puissance pour arriver à une lumi-

www.meetmusic.com

G. Raeymaekersstraat 52 1030 Brussel Tel: +32 (0) 2 242 15 22 Fax: +32 (0) 2 242 01 25

dj.rane.comserato.com

LIGHT GEAR Stagg HeadHunter 10 & 20

MOGELIJK-HEDENDe HeadHunter 10 en 20 hebben zowat dezelfde mogelijkheden. Laat ons de overeenkomsten en verschillen bespreken!Beide kunnen over 630° pannen, dus veel meer dan één cirkelbeweging, en dit is een belangrijk gegeven! De tilt loopt over de klassieke 220°. Een eenvoudig menu laat je de modus kiezen. In Auto-modus zullen ze reageren op de muziek. In DMX-modus kun je het aantal kanalen in-stellen, 9 of 14, het grote verschil hier zit hem in de precisie van de posi-ties en van de bewegin-gen. De Slave-modus laat het toestel een Master volgen. Je kunt dan ook de richting van PAN en TILT omkeren. Beide zijn uitgevoerd als een RGB+W systeem, dus met rode, groene, blauwe en witte LED’s. Wanneer je deze kleu-ren met een variabele sterkte mengt, krijg je een veelheid aan kleu-ren en tinten. De Head-Hunter 10 beschikt over 36 LED’s van 3 Watt (R 8 + G 10 + B 10 + W 8) die allemaal zichtbaar zijn. In ons jargon noe-men we dit een “pizza”. De HeadHunter 20 heeft slechts zeven reflecto-ren waarachter de LED’s verscholen zitten. We komen er in het volgen-de hoofdstuk op terug. De bewegingen van deze HeadHunters doen me onwillekeurig denken aan die van R2D2, de ster van Star Wars!

OUTPUTEerst en vooral wil ik even kwijt dat beide modellen over een zeer krachtig rood licht beschikken. Deze erg intense kleur heeft veel meer vermogen nodig om een-zelfde helderheid te bekomen als het blauw of het groen. Ik heb ze getest op een zwarte achtergrond van 8m hoog, de straal ging tot bovenaan. Wat mij het meest beviel op de HeadHunters, is de mogelijkheid om de kleurtemperatuur van het witte licht te corrigeren. Het is de eerste keer dat ik dit tegenkom op goedko-pere apparaten. Jullie weten dat het witte licht van een LED nogal bleek, zelfs blauwig kan zijn. Hier kan je dit probleem oplossen, want je kan de witbalans regelen tussen 3200 K en 10.000 K. Zoals elke lamp van het «Wash» type, krijg je een ietwat onscherpe straal op de zijkanten, de kleurmenging is homogeen op het gehele lichtvlak. Ook op de HeadHunter 10 heb je deze homogene menging, het is nochtans bij toestellen die afzonderlijke lichtbronnen hebben dat hier problemen mee zijn.

ERGONOMIEOp de vorm valt niets te zeggen, allen het voetje voor de bevestiging van de klem lijkt me niet erg ergonomisch. Ik zie gaten met schroefdraad, maar aangezien ik niet over de klem beschik, kan ik me hier niet verder over uitspreken.

BUDGETJe betaalt €555 (inclusief BTW) voor de HeadHunter 10 en €615 voor de Head-Hunter 20. Dat is inderdaad niet duur, maar je mag niet vergeten dat je deze toe-stellen niet zo dikwijls alleen gebruikt. Zelf zou ik voor een minimum van acht stuks gaan.

BESLUITKlein, licht, discreet, betaalbaar, mooi ge-vormd en stil... De eigenschappen van de

HeadHunters en die van mijn droompartner zijn dezelfde. Mocht Stagg deze ooit op de markt brengen, dan ben ik bereid om die ook te testen…

nosité équiva-lente au bleu ou au vert. Je les ai testées sur un fond noir de 8 M de haut, le faisceau m o n t a i t j u s q u ’ a u dessus. Ce qui m’a le plus séduit sur les HeadHunter étant le cor-recteur de température du blanc. Jus-qu’à présent je n’avais pu retrouver cette fonction que sur des ma-chines plus coûteuses. Vous n’êtes pas sans sa-voir que la lumière blan-che produite par une led est très souvent pâlotte voir bleuâtre. Le c or r e c teu r vous per-mettra de pallier à ce p r o b l è m e , o u v r a n t ainsi la pa-lette des blancs de 3200 K à 10 000 K. Comme tout projecteur de type «Wash», elles ouvrent un faisceau légèrement flouté sur les bords et le mélange des couleurs se fait de manière homogène sur la totalité de la surface éclairée. Sur le modèle HeadHunter 10 cette homogénéité est res-pectée, c’est pourtant le principal problème quand les différentes couleurs sont visibles indépendamment.

ERGONOMIEJe n’ai rien à redire sur la forme, si ce n’est que la patte de fixation pour le crochet ne me semble pas très ergonomique. Je vois qu’il y a des trous munis d’un filet, mais la patte n’est pas fournie, j’ai donc un peu de mal à me faire une idée précise.

BUDGETVous payez €555 (TVA incluse) pour le Head-Hunter 10 et €615 pour le HeadHunter 20. Pas cher me direz vous, mais n’oubliez pas cet impor-tant paramètre : ces petits jouets s’utilisent rarement seuls. Person-nellement je pense que le kit idéal serait un groupe de 8 machines minimum.

CONCLUSIONSPetite, légère, discrète, économique, de jolies courbes et silencieuse... Sont les principales ca-ractéristiques des Head-Hunter, mais également celles du partenaire de mes rêves. D’ailleurs si «STAGG» met un jour un tel produit sur le marché, je me propose comme bèta-testeur…

PRO SOUND & LIGHT 2014/0124 www.meetmusic.com

contra• misschien wat teer• alle LED’s van de Head-

hunter 10 zijn zichtbaar

• peut-être un peu fragile• toutes leds sont visibles sur

le premier modèle

pro• betaalbaar• ecologisch• licht

• économique• écologique• légère

PSL

PSL

nosité équiva-lente au bleu ou au vert. Je les ai testées sur un fond noir de 8 M de haut, le faisceau m o n t a i t j u s q u ’ a u dessus. Ce qui m’a le plus séduit sur les HeadHunter étant le cor-recteur de température du blanc. Jus-qu’à présent je n’avais pu retrouver cette fonction que sur des ma-chines plus coûteuses. Vous n’êtes pas sans sa-voir que la lumière blan-che produite par une led est

Rane Sixty-FourDJ MIXER WIEBE “DJ DYSFUNKSHUNAL” HENNES

DJ GEARRane Sixty-Four

Toen in 2004 de Amerikaanse pro-audio fabrikant Rane en het Nieuw Zee-landse software bedrijf Serato de handen in mekaar sloegen, veranderden zij voorgoed de DJ cultuur. Hun “Scratch Live” veroverde de markt wereldwijd en blies een volledig nieuwe wind in het DJ & turn-tablism landschap. DJ’s hoefden eindelijk niet meer met vijf platenbakken te zeulen naar hun club gigs, maar konden voortaan hun muziek afspelen vanaf een laptop, aan-gestuurd door een klassieke platenspeler of cd spe-ler. De muziek files werden virtueel geladen op de laptop in het Scratch Live progamma, maar bleven manipuleerbaar via je decks naar keuze. Gewoon je CD- of platenspeler aansluiten op een bijgeleverde hardware box, die je dan met een laptop kan verbin-den via usb. DJ’s & turntablists die de overstap naar de di-gitale wereld wilden maken, konden ge-woon hun technische manier van draaien blijven behouden, met het grote voordeel dat ze plots toegang hadden tot elke mogelijke sound de je je maar kon inbeelden. Niet alleen werd het mogelijk om muziek af te spelen die je niet op vinyl of audio cd had… DJ’s konden nu ook hun eigen edits / mashups / producties / remixes beginnen spelen. Zelfs je eigen stem live opnemen en scratchen werd plots mogelijk. Geen wonder dat dit product in geen tijd het club- en battle DJ circuit in-palmde. Enkele jaren later kwamen Rane & Serato dan op de proppen met de TTM57-sl battle mixer. Deze mixer had de externe hardware geluids-kaart en de meeste controls van de Scratch Live software ingebouwd. Je kon dus vanaf je mengpaneel je laptop beginnen besturen zonder deze eigenlijk nog te moeten aanraken. Ook deze mixer werd al snel wereldwijd een hit, vooral dan in het turntablism milieu.Later begonnen dan allerhande merken zoals Denon en Novation externe MIDI controllers te produceren, speciaal ontwikkeld om Scratch Live te besturen. Cue points, samples triggeren, on the spot loops & looprolls creëren, alles werd mo-gelijk. Giet nu al deze bovenvernoemde elementen samen in één mengpaneel en voeg er twee extra kanalen en een hoop nieuwe mogelijkheden aan toe en je krijgt de gloednieuwe Sixty-Four club mixer, het nieuwste vlaggenschip van Rane. De grootste verschillen met de legendarische TTM 57 sl mixer, zijn dat je vanaf nu twee laptops simultaan kan gebruiken (ideaal voor DJ duo’s), alsook de nieuwe bijhorende software ‘Serato DJ’, die Scratch Live op termijn zal vervangen. Er zijn uiteraard een hoop verbeteringen en nieuwe functies aangebracht bij zowel de mixer als de software, maar daarover later meer in deze review.

PACKAGEDe mixer zit verpakt in plastiek en wordt in de kartonnen doos netjes op zijn plaats en schokvrij gehouden door middel van twee schuimrubberen houders. Er zitten vier Serato control vinyls , vier Serato control CD’s en twee USB kabels bij, omdat op deze mixer twee laptops en dus ook vier decks kunnen aangesloten worden. Er worden ook twee stroomkabels bijgeleverd: één kabel voor het Eu-ropese electricteitsnetwerk en één kabel voor het Amerikaanse netwerk. Verder vind je twee handleidingen in de doos: één voor het mengpaneel zelf en één voor de nieuwste Serato DJ software. De handleiding is Engelstalig en is zeer mooi en duidelijk opgesteld. Met behulp van heel wat afbeeldingen en schema’s wordt de werking uitgelegd in klaar en duidelijke taal. Het enige spijtige aan de verpakking is misschien wel het ontbreken van een mooie illustratie op de buitenkant. Het is een doodgewone bruine kartonnen doos met het Rane logo op gedrukt. Bij de meeste toestellen binnen deze prijscategorie werd meestal ook tijd gestoken in de buitenverpakking, maar Rane houdt het basic… Al gaat het de kopers van de Sixty-Four natuurlijk voornamelijk om de sound en de mogelijkheden van deze mixer!

AANSLUITINGENDe Sixty-Four heeft achteraan alle standaard aansluitingen die een moderne club mixer moet hebben en zelfs veel meer. De mixer beschikt qua ingangen over vier stereo line-inputs (cinch) die ook allemaal geswitched kunnen worden naar phono ingangen, en dit via kleine schakelaars op het achterpaneel. Boven deze vier inputs bevinden zich twee grote draaischroeven om de aarding van de platen-spelers op te bevestigen. Meestal is die aansluiting voor de aarding een vervelend, te klein en onhandig ding, maar daar hebben ze bij Rane deze keer echt werk van gemaakt. Verder vinden we nog een AUX en een SESSION ingang.Voor de master output is gekozen voor XLR, de booth out (om een monitor op aan te sluiten) bestaat uit twee (L+R) gebalanceerde ¼’’ jacks. Er is ook een master output die gebruik maakt van cinch, wat soms toch wel handig kan zijn als er geen XLR kabel in de buurt is. Er zijn ook nog twee microfooningangen, waarvan de ene over +48V phantom power beschikt, volgens mij een primeur voor een club mixer. De andere microfoon-input kan geswitched worden naar nog een extra line-ingang. Vervolgens heeft het toestel dan ook nog eens een EFX send & return

Quand le fabricant d’audio pro améri-cain Rane et le développeur de

logiciels néo-zélandais Se-rato ont démarré leur

collaboration en 2004, ils

o n t

chan-gé à

jamais la culture DJ.

Leur “Scratch Live” s’est emparé

du monde entier, et a changé le milieu des DJs

et des tourneurs de platines. Enfin, les DJs ne devaient plus

trimbaler des bacs de vinyl, mais pouvaient jouer la musique depuis

leur ordinateur portable, piloté par une platine classique ou un lecteur CD.

Les fichiers musicaux étaient chargés vir-tuellement dans le logiciel Scratch Live, mais

restaient manipulables depuis les decks aux choix. Il suffit de brancher le deck ou la platine sur le hard-

ware fourni, et raccorder celui-ci à votre ordinateur par USB. Les DJs et tourneurs qui voulaient passer au monde

digital pouvaient conserver leur techniques, avec le grand avantage d’avoir l’accès à n’importe quel son. Non seulement

on pou- vait jouer de la musique qui n’était pas disponible sur vinyl ou CD audio, les DJs pouvaient jouer leurs propres edits / mashups / productions / remixes. Même enregistrer sa propre voix et scratcher devenaient possible. On s’imagine que ce produit emballait en peu de temps le circuit des clubs et des battle DJs. Après quelques années, Rane & Serato présentaient le battle mixer TTM57-sl. Cette console comprenait la carte audio externe et la majorité des commandes de Scratch Live. Vous pouviez donc piloter votre ordi depuis votre table. Cette table a également fait un carton, surtout chez les tourneurs.Plus tard, des marques telles que Denon et Novation ont commencé la production de contrôleurs MIDI externes, spécialement développés pour piloter Scratch Live. Les cue points, les échantillons, la création sur le champ de loops et de looprolls, tout devenait possible. Mettez tout cela dans une seule console de mixage, ajou-tez-y deux canaux supplémentaires et un tas de nouveautés, et voilà le Club Mixer Sixty-Four flambant neuf, le nouveau navire amiral de Rane. Les plus grandes différences avec la légendaire console TTM 57 sl, sont la possibilité d’utiliser si-multanément deux ordinateurs (idéal pour des duos de DJ), ainsi que la nouvelle moûture de ‘Serato DJ’, qui remplacera Scratch Live à terme. Il y a bien entendu une foule d’améliorations et de nouvelles fonctions, tant sur la console que dans le soft, vous en saurez plus en lisant la suite.

PACKAGELa table est sous plastique et est bien maintenue en place dans le carton par deux mousses, qui la protègent des chocs. Elle est accompagnée par quatre vinyls de contrôle Serato, quatre CDs de contrôle Serato et deux câbles USB, puisque vous pouvez brancher deux ordis et donc 4 decks. Deux cordons d’alimentation sont également fournis, un européen et un américain. La boite contient deux manuels, un pour la table, l’autre pour la nouvelle version de Serato DJ. Ils sont en Anglais, et très clairs. A l’aide de nombreuses illustrations et de schémas, le fonctionne-ment est bien expliqué. Seul regret concernant l’emballage est qu’il n’est pas im-primé avec une belle illustration. C’est une simple boîte en carton brun portant le logo Rane. La majorité des appareils de cette catégorie de prix ont un emballage chic, Rane préfère la simplicité… Les acheteurs du Sixty-Four s’intéressent da-vantage au son et aux possibilités de la console!

CONNECTIONSLa Sixty-Four dispose sur sa face arrière de toutes les connections standards re-quises pour un club mixer moderne et bien plus. Elle dispose de quatre entrées stéréo ligne (cinch), toutes commutables en phono, avec des petits interrupteurs sur la face arrière. Au-dessus de ces entrées il y a deux grandes bornes pour la mise à la terre de platines. Généralement, ce sont des petites vis peu pratiques, mais Rane a donc pensé à ce détail. Il y a également une entrée AUX et une entrée SESSION.La sortie Master est exécutée en XLR, la sortie Booth (pour des moniteurs) con-siste en une paire de jacks 1/4” symétriques. Une sortie Master en cinch est éga-lement prévue, ce qui est pratique quand vous ne disposez pas d’XLR. Il y a deux entrées micro, l’une d’entre elles disposant d’une alimentation fantôme +48V,

PRO SOUND & LIGHT 2014/01 25www.meetmusic.com

WIEBE “DJ DYSFUNKSHUNAL” HENNES

Toen in 2004 de Amerikaanse pro-audio fabrikant Rane en het Nieuw Zee-landse software bedrijf Serato de handen in mekaar sloegen, veranderden zij voorgoed de DJ cultuur. Hun “Scratch Live” veroverde de markt wereldwijd en blies een volledig nieuwe wind in het DJ & turn-tablism landschap. DJ’s hoefden eindelijk niet meer met vijf platenbakken te zeulen naar hun club gigs, maar konden voortaan hun muziek afspelen vanaf een laptop, aan-gestuurd door een klassieke platenspeler of cd spe-ler. De muziek files werden virtueel geladen op de laptop in het Scratch Live progamma, maar bleven manipuleerbaar via je decks naar keuze. Gewoon je CD- of platenspeler aansluiten op een bijgeleverde hardware box, die je dan met een laptop kan verbin-den via usb. DJ’s & turntablists die de overstap naar de di-gitale wereld wilden maken, konden ge-woon hun technische manier van draaien blijven behouden, met het grote voordeel dat ze plots toegang hadden tot elke mogelijke sound de je je maar kon inbeelden. Niet alleen werd het mogelijk om muziek af te spelen die je niet op vinyl of audio cd had… DJ’s konden nu ook hun eigen edits / mashups / producties / remixes beginnen spelen. Zelfs je eigen stem live opnemen en scratchen werd plots mogelijk. Geen wonder dat dit product in geen tijd het club- en battle DJ circuit in-

Enkele jaren later kwamen Rane & Serato dan op de proppen met de TTM57-sl battle mixer. Deze mixer had de externe hardware geluids-kaart en de meeste controls van de Scratch Live software ingebouwd. Je kon dus vanaf je mengpaneel je laptop beginnen besturen zonder deze eigenlijk nog te moeten aanraken. Ook deze mixer werd al snel wereldwijd een hit, vooral dan in het turntablism milieu.Later begonnen dan allerhande merken zoals Denon en Novation externe MIDI

Quand le fabricant d’audio pro améri-cain Rane et le développeur de

logiciels néo-zélandais Se-rato ont démarré leur

collaboration en 2004, ils

o n t

chan-gé à

jamais la culture DJ.

Leur “Scratch Live” s’est emparé

du monde entier, et a changé le milieu des DJs

et des tourneurs de platines. Enfin, les DJs ne devaient plus

trimbaler des bacs de vinyl, mais pouvaient jouer la musique depuis

leur ordinateur portable, piloté par une platine classique ou un lecteur CD.

Les fichiers musicaux étaient chargés vir-tuellement dans le logiciel Scratch Live, mais

restaient manipulables depuis les decks aux choix. Il suffit de brancher le deck ou la platine sur le hard-

ware fourni, et raccorder celui-ci à votre ordinateur par USB. Les DJs et tourneurs qui voulaient passer au monde

digital pouvaient conserver leur techniques, avec le grand avantage d’avoir l’accès à n’importe quel son. Non seulement

on pou- vait jouer de la musique qui n’était pas disponible sur vinyl ou

DJ GEAR Rane Sixty-Four

om externe effecten via twee paar (L+R) unbalanced ¼’’ jacks op aan te sluiten, een digitale S/PDIF in- en uitgang en ook nog twee USB-poorten.Vooraan zijn er drie hoofdtelefoon outputs: twee gwone jacks & één mini jack - ideaal voor DJ duo’s. Qua in- en uit- gangen dus zeker meer dan voldoende, zo zien we het graag!

GEBRUIK: ERGONOMIE EN MOGE-LIJKHEDENHet mengpaneel is rechthoekig en even hoog als een draai-tafel of CD-speler. Het overgrote deel van het paneel is zwart, met links en rechts twee grijze velden om het onder te verdelen in duide-lijke secties. De vele kleurrijke knoppen geven de mixer een hippe look, maar toch denk ik dat het hoofddoel hier niet was om een leuke look te creëren, maar werd er eerder gedacht aan de func-tionaliteit van deze kleuren.Op het eerste zicht lijkt het bovenpa-neel te beschikken over een overvloed aan druk- en draai-knopjes, maar al snel begin je er een logische opbouw in te zien. Dankzij de grijze secties op het bovenpaneel en de verschillende kleu-ren in de lichtge-vende knopjes, krijg je al snel inzicht in de werking. Om de gebruiksvriendelijk-heid te testen, ben ik - zonder de hand-leiding te lezen! - be-ginnen experimente-ren met de effecten, de cue buttons en de loop sectie. Al na een paar minuten had ik de werking van de meeste functies achterhaald.Centraal op het paneel bevinden zich de vier kanaalfaders, met daar-onder horizontaal de reeds gekende magnetische crossfader van Rane. De hele kanaalsectie is openschroef-baar, waardoor het vervangen en reinigen van faders snel en mak-kelijk kan gebeuren. Elk kanaal heeft een draaiknop om de juiste USB-poort of input te kiezen, met daaronder een gain button , Hi Mid en Low equalizers, een filter draai-knop, een flex efx button om een ef-fect aan het kanaal toe te kennen, en tenslotte een assign button om elke fader te kunnen toekennen aan de juiste kant van de crossfader. Zowel de draai- als de drukknoppen voe-len stevig aan en zijn duidelijk van goede kwaliteit.Uiterst links en uiterst rechts boven-aan bevinden zich de controle knop-jes om te scrollen in de library van je laptop. Daaronder bevinden zich langs beide kanten de controls voor loops en looprolls, bestaande uit een draaiknop om de lengte van de loop te kiezen en drukknoppen om het begin van de loop te kiezen. Daar-onder bevinden zich dan nog de cue buttons, waarmee je eenvoudig naar vooraf gekozen markers in je songs kan gaan. Door de tab button gelijk-tijdig in te duwen, kan je met deze cue buttons ook je samples triggeren in de SP6 sampler van Serato DJ.

selon moi une primeur sur une c o n s o l e de club. L’autre entrée m i c r o peut être commutée en e n t r é e ligne supplémentaire.

L’appareil a également u n EFX send & return pour

brancher des effets externes par deux pai-res de jacks 1/4” (L+R) asymétriques, une en-trée et sortie digitale S/PDIF et deux ports USB.A l’avant, trois sorties casque, deux jacks 1/4” et un minijack - l’idéal pour des duos DJ. Il y a donc plus qu’assez d’entrées et sorties, j’aime!

UTILISATION: ERGONOMIE ET POSSI-BILITESLa table est rectan-gulaire et aussi haute qu’une platine ou un lecteur CD. La plus grande partie du ta-bleau est noire, avec à gauche et à droite deux pans gris pour démarquer des zones précises. Les nombreux boutons multicolores lui donnent un look sympa, mais je pense que l’objectif était plutôt la fonctionalité des couleurs.A première vue, la table fourmille de touches et de boutons, mais on y voit rapidement une structure logique. Grâce aux parties gri-ses et les différentes couleurs des comman-des éclairées, vous avez vite compris le fonctionnement. Pour tester la convivialité, je me suis lancé dans les effets, les boutons Cue et la section Loop, sans ouvrir le manuel. Après quelques minu-tes, j’avais compris le fonctionnement de la

majorité des fonctions.Au centre de la table, vous voyez les 4 faders des canaux, et horizontalement en dessous, le crossfader magnétique connu de Rane. Toute la section des canaux se laisse ouvrir par dévissage, ce qui permet le nettoyage et le remplacement facile et rapide des faders. Chaque canal a un sélecteur rotatif pour choisir la bonne entrée USB ou ligne, avec, en dessous, un réglage de gain, une égalisation à 3 bandes, un réglage de filtre, un bouton flex efx pour attribuer un effet au canal, et un bouton assign pour assigner chaque fader au bon côté du crossfader. Toutes les comman-des ont une bonne prise et sont clairement de bonne qualité.Aux extrémités gauches et droites, vous trouverez en haut les boutons de commande pour naviguer la bibliothèque de votre or-dinateur. La-dessous on voit des deux côtés les commandes pour les loops et looprolls, comprenant une commande rotative pour choisir la durée de la boucle et des poussoirs pour sélectionner le début de la boucle. Ens-uite viennent les boutons cue, pour aller sans problème vers des marqueurs préalablement choisis dans vos chansons. En appuyant si-multanément sur le bouton Tab, vous pouvez avec ces mêmes touches également lancer des samples dans le sampleur SP6 de Serato DJ.A gauche des canaux vous disposez de la sec-tion des effets, comprenant trois comman-des rotatives, un joystick et quatre poussoirs ayant chacun leur propre fonction. Mettre votre effet au bon tempo, régler la quantité de l’effet (wet/dry), la durée de l’effet, la maniè-re de répétition d’un délai… Les possibilités

PRO SOUND & LIGHT 2014/0126 www.meetmusic.com

via twee paar (L+R) unbalanced ¼’’ jacks op aan te S/PDIF in- en uitgang en ook nog twee USB-

hoofdtelefoon outputs: twee mini jack - ideaal voor DJ

gangen dus zeker

selon moi une primeur sur une c o n s o l e de club. L’autre entrée m i c r o peut être commutée en e n t r é e ligne supplémentaire.

L’appareil a également u n EFX send & return pour

brancher des effets externes par deux pai-res de jacks 1/4” (L+R) asymétriques, une en-trée et sortie digitale S/PDIF et deux ports USB.A l’avant, trois sorties casque, deux jacks 1/4” et un minijack - l’idéal pour des duos DJ. Il y a donc plus qu’assez d’entrées et sorties, j’aime!

UTILISATION: ERGONOMIE ET POSSI-BILITESLa table est rectan-gulaire et aussi haute qu’une platine ou un lecteur CD. La plus grande partie du ta-bleau est noire, avec à gauche et à droite deux pans gris pour démarquer des zones précises. Les nombreux boutons multicolores lui donnent un look sympa, mais je pense que l’objectif était plutôt la fonctionalité des couleurs.A première vue, la table fourmille de touches et de boutons, mais on y voit rapidement une structure logique. Grâce aux parties gri-ses et les différentes couleurs des comman-des éclairées, vous avez vite compris le fonctionnement. Pour tester la convivialité, je me suis lancé dans les effets, les boutons Cue et la section Loop, sans ouvrir le manuel. Après quelques minu-tes, j’avais compris le fonctionnement de la

majorité des fonctions.pro

contra• - hoog prijskaartje• - om deze mixer ten volle te kunnen

gebruiken, moet je hem eigenlijk zelf bezitten en er veel mee kunnen oefenen: de vele mogelijkheden kan je niet op vijf minuten in een club uitzoeken en toepassen

• prix élevé• pour utiliser cette table à 100%,

il faut la posséder et s’entrainer beaucoup: les nombreuses pos-sibilités ne se découvrent pas et ne

• groot aantal in- en outputs voor uiteenlopende doeleinden

• vier kanalen allemaal apart afstel-baar: zowel qua EQ, als effecten en curves

• loops en looprolls makkelijk on the spot te creëren + zitten altijd juist dankzij de grid/snap functie

• verschillende effecten makkelijk in-stelbaar en toekenbaar aan kanaal naar keuze

• laptop volledig controleerbaar vanop het mengpaneel

• kanaalfaders en crossfader mak-kelijk te reinigen en vervangen dankzij openschroefbaar klepje

• effectensectie is tot in detail afstelbaar dankzij een joystick, draaiknop en tap button

• mogelijkheid tot aansluiten van twee laptops en twee hoofdtele-foons

• grand nombre d’entrées et de sorties pour de nombreuses ap-plications

• quatre canaux individuellement pa-ramétrables, tant pour l’égalisation, les effets et les courbes

• loops et looprolls facilement créés sur le vif + toujours à la bonne place grâce à la fonction grid/snap

• plusieurs effets faciles à régler et assignable à un canal au choix

• ordinateur entièrement contrôlable depuis la console

• faders de canaux et crossfader facilement nettoyés et remplacés grâce au volet dévissable

• section d’effets réglable en détail avec un joystick, une commande rotative et un tap button

• possibilité de raccorder deux ordi-nateurs et deux casques

PRO SOUND & LIGHT 2013/11 19www.meetmusic.com

DJ GEAR Rane Sixty-Four

Links naast de kanalen vind je dan de effec-tensectie, die bestaat uit drie d raa i k noppen, één joystick en vier drukknop-pen met elk hun eigen functie. Je effect in het juis-te tempo krijgen, de juiste hoeveel heid effect (wet/dry), de tijdsduur van het effect, de manier waarop je delay zich her-haalt… De mo-gelijkheden zijn éindeloos, en na wat experimente- ren zal je al snel de juiste resultaten bekomen!

SOUNDDe 24-bits soundcard zorgt voor een mooie geluidskwaliteit en een krachtig sig-naal. Er is ook de mogelijkheid om softwarematig te switchen naar 16 bits. Ook de equalizers doen hun werk prima en halen de gewenste frequenties makkelijk weg!

BUDGETVoor de Rane Sixty-Four betaal je €2540 (inclusief BTW). Gezien het hoge prijs-kaartje is dit duidelijk een product voor de professionele en gevorderde DJ. Dit wil niet zeggen dat het zijn geld niet waard is, maar het lijkt me toch niet de juiste mixer om mee te leren draaien. Beginners wagen zich volgens mij beter eerst aan een meer basic exemplaar. Maar uiteraard krijg je met deze kwalitatieve mixer en z’n vele mogelijkheden waar voor je geld!

CONCLUSIEDoordat je twee laptops kan aansluiten, is dit de ideale mixer voor dj duo’s. Maar de Sixty-Four is ook helemaal geschikt voor clubs, om hem als vaste mixer in de dj booth te plaatsen. De dj kan gewoon binnenkomen, zijn laptop aansluiten en begin-nen draaien: het overschakelen naar de volgende dj kan hierdoor naadloos verlo-pen. Geen gedoe meer met kabels versteken tijdens een dj-set, wat zowel voor de DJ als het publiek een fijne vooruitgang is. Niet alleen club dj’s maar ook turntablists zullen hun hart kunnen ophalen aan deze mixer. De mogelijkheden om creatief te zijn met je mixes, zijn eindeloos. De Rane Sixty-Four is eigenlijk ook een instru-ment dat je moet leren bespelen en waarmee je kan experimenteren!

sont innombrables, après quelques essais vous obtiend- rez rapidement le résultat désiré!

SONLa carte audio à 24 bits garantit une bonne qualité du son et un signal puissant. Vous pouvez également passer en 16 bits par voie logicielle. L’égalisation foncti-onne comme il se doit, et retirent sans mal les fréquences visées!

BUDGETLe Rane Sixty-Four vous coûtera €2540 (TVA comprise). Etant donné ce prix élevé, il s’adresse clairement au DJ professionnel et confirmé. Ceci ne veut pas dire qu’il ne vaut pas son prix, mais ce n’est pas le bon choix pour le débutant. Ceux-ci font bien de commencer avec un modèle plus basique. Mais il n’y a aucun doûte, cette console de qualité, avec toutes ses qualités, vaut amplement son prix!

CONCLUSIONComme vous pouvez brancher deux ordinateurs, c’est la console idéale pour le mixage en duo. Mais la Sixty-Four est également parfaite pour les clubs, comme table fixe dans la cabine du DJ. Celui-ci peut entrer, brancher son ordinateur por-table et commencer son set: le passage au DJ suivant se fait sans interruption. Plus de câbles à déconnecter/reconnecter pendant un set, un bon progrès, tant pour le DJ que pour le public. Non seulement les DJs de club, mais également les tourneurs de platines trouveront leur bonheur avec cette table. Les possibilités de créativité avec les mix sont infinies. La Rane Sixty-Four est en fait un instrument qu’il faut apprendre à jouer et avec lequel vous pouvez expérimenter!

PRO SOUND & LIGHT 2014/0128 www.meetmusic.com

PSL PSL

Rane Sixty-Four

Links naast de kanalen vind je dan de effec-tensectie, die bestaat uit drie d raa i k noppen, één joystick en vier drukknop-pen met elk hun eigen functie. Je effect in het juis-te tempo krijgen, de juiste hoeveel heid effect (wet/dry), de tijdsduur van het effect, de manier waarop je delay zich her-haalt… De mo-gelijkheden zijn éindeloos, en na wat experimente- ren zal je al snel de juiste resultaten bekomen! sont innombrables, après quelques essais vous obtiend- rez rapidement le

résultat désiré!

HILITES

CAMEOLichtfabrikant Cameo lanceerde onlangs z’n nieuwe website. Je vindt er zowel een over-zicht van al hun producten, als informatie over verlichtingssystemen, lichteffecten en PAR projectoren met LED-technologie. Voor elk product kan je er terecht voor de belangrijke specificaties, productfoto’s, video’s en productreviews. Bi j het ontwerpen van de website werd veel aandacht besteed aan duidelijkheid, functionaliteit en gebruiksvriendelijkheid. Zo word je bijvoorbeeld efficiënt doorgestuurd naar het officiële Youtubekanaal en de Fa-cebookpagina van Cameo Light. Wil je een overzicht van o.a. de recente persberichten, dan kan je een bezoekje brengen aan de blog van Adam Hall! www.cameolight.com

GENELECXLR heeft sinds kort de distributie van Genelec overgenomen. Genelec’s professionele ac-tieve monitors blijven op deze manier probleemloos beschikbaar binnen de Benelux. Jan De Brucker en Louis Lukusa, managers van het Brusselse XLR, hebben ondertussen al heel wat ervaring met de distributie van professionele audio producten en vormen dan ook het prefecte team voor deze samenwerking. www.genelec.com

HK AUDIOPulsar is een nieuwe reeks powered speakers van HK Audio, passend binnen de populaire groep van 1000 Watt systemen. De reeks bestaat uit twee full-range mo-dellen: de PL112FA (een 12” woofer) en de PL115FA (het 15” model). Deze modellen leveren elk 1000 Watt aan bi-amped power. Tenslotte bevat de reeks ook nog een hybride 18” subwoofer, namelijk de PL118A. Dit model heeft een 600 Watt ver-sterker en crossover aan boord. www.hkaudio.com

LD SYSTEMSNa het succes van de MAUI 28, een compact column systeem van LD Systems,

wordt hiervan nu een nieuwe versie gelanceerd: de MAUI 28 MIX. Dit model biedt uit-gebreidere connectiemogelijkheden voor microfoons, laptops, MP3-spelers, mixers en instru-

menten zoals keyboards en gitaren. Daarnaast krijg je met dit nieuwe model ook nog meer contro-lemogelijkheden. De MAUI 28 MIX is zo een veelzijdig en compleet systeem dat uitermate geschikt is voor solo artiesten, DJ’s en multimedia toepassingen. Dankzij het elegante design past dit model ook perfect binnen o.a. horecazaken en kleine clubs. www.ld-systems.com

MICWDe i-Series lijn wordt nu uitgebreid met een nieuw model. De iGoMic bevat een paar X-Y stereo-matched microfooncapsules en is speciaal ontwikkeld voor gebruik met de GoPro camera’s. Doordat de capsules werden geplaatst in een hoek van 90°, bekom je met deze microfoon een breed stereobeeld met een natuurlijke diepte. De iGoMic is hierdoor ideaal voor het opnemen van muziek, gebruik op sport-evenementen en het opnemen van omgevingsgeluid. Het is een klein, lichtgewicht model dat tegelijkertijd tegen een stootje kan. www.mic-w.com

NUMARKIn 2007 lanceerden Numark en Serato de NS7, een controller én mixer combo waarmee ze de look en feel van vinyl zo dicht mogelijk wilden benaderen. Dit enorm populaire model heb-ben ze nu uitgebreid vernieuwd, met de NS7 II als resultaat! Deze nieuwe versie bevat technologie van Akai Professional. De zestien MPC pads kunnen onmiddellijk vijf dy-namische functies controleren in Serato DJ, namelijk de cues, auto/roll, loop, sampler en slicer. Daarnaast wordt elke pad ook RGB-verlicht, zodat je verschillende kleurenva-riaties kan toepassen via MIDI. Voor een overzicht van alle nieuwe functies en updates van de NS7 II, surf je het best naar www.numark.com

RCFRCF staat de laatste tijd niet stil! Hun Media Series breidt uit met drie basreflex sub-woofers die speciaal werden ontworpen voor gebruik met de andere modellen uit de reeks. Het gaat hier om de S5012, S5020 en de S5022. Op deze manier is deze lijn nu compleet en geschikt voor nog meer toepassingen, gaande van gebruik in kleinere pubs tot grote publieke ruimtes. De drie nieuwe modellen worden geventileerd en beschikken over een hoge output. Daarnaast zijn ze compact, waardoor ze ideaal zijn voor zowel draagbare als installatie-toepassingen. www.rcf.it

SOLID STATE LOGICSSL heeft pro audio specialist Audio Electronics Mattijsen (aka “AEM”) aangesteld als distributeur voor hun Live console binnen Nederland. Het bedrijf heeft reeds meer dan dertig jaar ervaring bin-nen de pro audio industrie en vormt daarom de perfecte partner voor SLL. AEM stelt dat de Live consoles dankzij hun uitzonderlijke specificaties top geluidstechnici en sound designers zullen aantrekken. www.solid-state-logic.com

SOUND SERVICEOok bij Sound Service stelden ze onlangs hun nieuwe website voor! Je vindt er o.a. het volledige aanbod van hun 35 merken op het gebied van M.I. en studio. Met de uitgebreide zoekfunctie kan je makkelijk zoeken op merk, productgroep of gericht naar specifieke artikelen. Ook vind je er het laatste nieuws over producten, bands en artiesten in de huidige sociale media. Je kan er video’s bekijken op hun Youtubekanaal of bladeren door de online cata-

logus. Uiteraard vind je er ook foto’s, prijzen en meer info over alle producten. www.sound-service.eu

YAMAHAEn het wordt stilaan weer tijd voor nieuws van de beurzen van volgend jaar! Op het ISE (van 4 tot 6 februari te Amsterdam) zal Yamaha haar nieuwe CIS luidsprekers voorstellen. “CIS” staat voor Commercial Installation Solutions. Het gaat hier om EN54-24 gecertificeerde versies van de VXC en VXS luidsprekers, speciaal ontworpen voor gebruik met PA/VA voice alarmsystemen. www.yamaha.com

CAMEOLe fabricant d’éclairage Cameo a présenté son nouveau site web. Vous y trouverez un aperçu de leurs produits, ainsi que de l’information sur des systèmes d’éclairage, des effets lumineux et des projecteurs PAR à LEDs. Pour tout produit vous disposez des spécifications, de photos, de vidéos et d’essais. Lors de la conception du site, on a investi dans la clarté, la fonctionalité et la convivialité. Vous êtes par exemple trans-féré efficacement au canal officiël de Youtube et vers la page Facebook de Cameo Light. Si vous voulez un aperçu des communiqués de presse

récents, vous pouvez visiter le blog d’Adam Hall! www.cameolight.com

GENELECXLR a depuis peu repris la distribution de Genelec. Les moniteurs actifs professionnels de Genelec restent donc disponibles sans problèmes dans l’ensemble du Bénélux. Jan De Brucker et Louis Luku-sa, les managers de la société bruxelloise XLR ont l’expérience requise en matière de distribution de matériel audio professionnel et sont donc le duo idéal pour cette collaboration. www.genelec.com

HK AUDIOPulsar est une nouvelle gamme d’enceintes actives de HK Audio, prenant place dans le groupe popu-laire des systèmes de 1000 Watts. La série comprend deux modèles full-range: les PL112FA (un woo-fer de 12”) et PL115FA (un 15”). Ces modèles livrent chacun 1000 Watts de puissance bi-amplifiée. La gamme comprend aussi un subwoofer hybride de 18”, le PL118A. Ce modèle dispose d’un ampli de 600 Watts et d’un crossover. www.hkaudio.com

LD SYSTEMSSuite au succès du MAUI 28, un système à colonne compact de LD Systems, une nouvelle version est introduite: le MAUI 28 MIX. Il offre plus de possibilités de connection pour des micros, des ordina-teurs, des lecteurs MP3, des tables de mixage et des instruments comme les guitares et les claviers. Ce nouveau modèle offre également plus de possibilités de contrôle. Le MAUI 28 MIX est un système polyvalent et complet très adapté aux artistes solo, les DJs et les applications multimédia. Grâce

à son design élégant, ce modèle s’intègre bien dans l’horéca, les petits clubs etc. www.ld-systems.com

MICWLa gamme i-Series est complétée avec un nouveau modèle. L’iGoMic com-prend une paire de capsules X-Y apareillées et est spécialement conçu

pour être utilisé avec les caméras GoPro. Comme les capsules sont placées sous 90°, vous obtenez une image stéréo large avec une profondeur naturelle. L’iGoMic est ainsi idéal pour enregistrer de la musique, les événements sportifs

et les sons ambiants. C’est un modèle compact et léger, qui supporte un traite-ment moins délicat. www.mic-w.com

NUMARKEn 2007, Numark et Serato lançaient le NS7, un combiné contrôleur/table de

mixage, avec lequel ils voulaient rendre le plus fidèlement possible le “look and feel” du vinyl. Ce modèle très populaire est entièrement revu, on présente le NS7 II! Cette nouvelle version reprend

de la technologie d’Akai Professional. Les 16 MPC pads peuvent directement contrôler cinq fonctions dynamiques de Serato DJ, notamment les cues, auto/roll, loop, sampler et slicer. De plus, haque pad est éclairé en RGB, vous permettant d’appliquer des variations de couleur par MIDI. Pour un aperçu des nouvelles fonctions et des mises à jour du NS7 II, visitez www.numark.com

RCFRCF bouge, ces derniers temps! Les Media Series grandissent avec trois subwoofers bassreflex, spé-

cialement conçus pour être utilisés avec les autres modèles de la gamme. Ce sont les S5012, S5020 et S5022. La gamme est ainsi complète, et capable d’autres applications, allant de petits pubs à de grands espaces publics. Les trois modèles sont ventilés et disposent d’un haut niveau de sortie. Ils sont également compacts, ce qui les rend très adaptés aux applications mobiles et fixes. www.rcf.it

SOLID STATE LOGICSSL a choisi le spécialiste de l’audio pro Audio Electronics Mattijsen (aka “AEM”) pour distribuer la

console Live aux Pays-Bas. La société a plus de 30 ans de métier dans le secteur, et est donc le partenaire parfait pour SSL. AEM affirme que les consoles Live at-

tireront les meilleurs ingénieurs du son et sound designers par leurs performances exceptionelles. www.solid-state-logic.com

SOUND SERVICESound Service a également présenté son nouveau site! Vous y trouverez l’offre complète de leurs 35 marques en matière de M.I. et de studio. La fonction de recherche élaborée vous permet de rechercher par marque, groupe de produit ou encore des articles spécifiques. Vous y trouverez également les dernières nouvelles des produits, des groupes et artistes sur les médias sociaux actuels. Vous pouvez regarder des vidéos sur leur canal Youtube, ou feuilleter le catalogue en ligne. Bien entendu, vous

trouverez des photos, des prix et de plus amples infos de tous les

produits. www.sound-service.eu

YAMAHAEt on prépare les salons de l’année prochaine! A l’ISE (du 4 au 6 février à Amsterdam), Yamaha présentera ses nouvelles enceintes CIS. “CIS” sig-nifie Commercial Installation Solutions. Il s’agit de versions certifiées EN54-24 des enceintes VXC en VXS, spécialement conçus pour être utilisées dans des systèmes d’alarme vocaux PA/VA. www.yamaha.com

PRO SOUND & LIGHT 2014/01 29www.meetmusic.com

HK

Audio Pulsar 112 FA

HilitesCAMEOLe fabricant d’éclairage Cameo a présenté son nouveau site web. Vous y trouverez un aperçu de leurs produits, ainsi que de l’information sur des systèmes d’éclairage, des effets lumineux et des projecteurs PAR à LEDs. Pour tout produit vous disposez des spécifications, de photos, de vidéos et d’essais. Lors de la conception du site, on a investi dans la clarté, la fonctionalité et la convivialité. Vous êtes par exemple trans-féré efficacement au canal officiël de Youtube et vers la page Facebook de Cameo Light. Si vous voulez un aperçu des communiqués de presse

lemogelijkheden. De MAUI 28 MIX is zo een veelzijdig en compleet systeem dat uitermate geschikt is voor solo artiesten, DJ’s en multimedia toepassingen. Dankzij het elegante design past dit model ook perfect binnen o.a. horecazaken en kleine clubs. www.ld-systems.com

De i-Series lijn wordt nu uitgebreid met een nieuw model. De iGoMic bevat een paar X-Y stereo-matched microfooncapsules en is speciaal ontwikkeld voor gebruik met de GoPro

evenementen en het opnemen van omgevingsgeluid. Het is een klein, lichtgewicht

à son design élégant, ce modèle s’intègre bien dans l’horéca, les petits clubs etc. www.ld-systems.com

MICW

pour être utilisé avec les caméras GoPro. Comme les capsules sont placées sous 90°, vous obtenez une image stéréo large avec une profondeur naturelle. L’iGoMic est ainsi idéal pour enregistrer de la musique, les événements sportifs

et les sons ambiants. C’est un modèle compact et léger, qui supporte un traite-ment moins délicat. www.mic-w.com

modèle très populaire est entièrement revu, on présente le NS7 II! Cette nouvelle version reprend

nen de pro audio industrie en vormt daarom de perfecte partner voor SLL. AEM stelt dat de Live

HILITES

CAMEOLichtfabrikant Cameo lanceerde onlangs z’n nieuwe website. Je vindt er zowel een over-zicht van al hun producten, als informatie over verlichtingssystemen, lichteffecten en PAR projectoren met LED-technologie. Voor elk product kan je er terecht voor de belangrijke specificaties, productfoto’s, video’s en productreviews. Bi j het ontwerpen van de website werd veel aandacht besteed aan duidelijkheid, functionaliteit en gebruiksvriendelijkheid. Zo word je bijvoorbeeld efficiënt doorgestuurd naar het officiële Youtubekanaal en de Fa-cebookpagina van Cameo Light. Wil je een overzicht van o.a. de recente persberichten, dan kan je een bezoekje brengen aan de blog van Adam Hall! www.cameolight.com

GENELECXLR heeft sinds kort de distributie van Genelec overgenomen. Genelec’s professionele ac-tieve monitors blijven op deze manier probleemloos beschikbaar binnen de Benelux. Jan De Brucker en Louis Lukusa, managers van het Brusselse XLR, hebben ondertussen al heel wat ervaring met de distributie van professionele audio producten en vormen dan ook het prefecte team voor deze samenwerking. www.genelec.com

HK AUDIOPulsar is een nieuwe reeks powered speakers van HK Audio, passend binnen de populaire groep van 1000 Watt systemen. De reeks bestaat uit twee full-range mo-dellen: de PL112FA (een 12” woofer) en de PL115FA (het 15” model). Deze modellen leveren elk 1000 Watt aan bi-amped power. Tenslotte bevat de reeks ook nog een hybride 18” subwoofer, namelijk de PL118A. Dit model heeft een 600 Watt ver-sterker en crossover aan boord. www.hkaudio.com

LD SYSTEMSNa het succes van de MAUI 28, een compact column systeem van LD Systems,

wordt hiervan nu een nieuwe versie gelanceerd: de MAUI 28 MIX. Dit model biedt uit-gebreidere connectiemogelijkheden voor microfoons, laptops, MP3-spelers, mixers en instru-

HilitesLD

Systems M

AUI 28 M

IXRC

F S5012M

icW iG

oMic

Num

ark NS7 II

PSLPSL

Nr.30127e jaargang - Januari 2014

27ième année - Janvier 2014

MAANDBLAD VOOR DE BENELUX MUZIKANT - MENSUEL POUR LE MUSICIEN BENELUX

GRATISGRATUIT

ME

ET

MU

SIC

MA

GA

ZIN

E AF

GIF

TE K

ANTO

OR

VO

OR

BEL

GIE

/ Tu

rnho

ut P

5093

35

LagRoxane Racing2000

Korg Pitchblack

Poly

SchecterOmen Extreme-5Omen Extreme-5Omen Extreme-5

Natal Spirit KauriPeavey AmpKit LiNK HD

Arturia MicroBrute