Rapport de la commission spéciale consacrée à l état des tunnels bruxellois

Embed Size (px)

Citation preview

  • 8/17/2019 Rapport de la commission spéciale consacrée à l état des tunnels bruxellois

    1/264

    A-308/1 – 2015/2016 A-308/1 – 2015/2016

    BRUSSELS HOOFDSTEDELIJKPARLEMENT

    GEWONE ZITTING 2015-2016

    25 APRIL 2016

    PARLEMENT DE LA REGIONDE BRUXELLES-CAPITALE 

    SESSION ORDINAIRE 2015-2016

    25 AVRIL 2016

    VOORSTEL VAN VASTSTELLINGEN ENAANBEVELINGEN BETREFFENDE DESTAAT VAN DE BRUSSELSE TUNNELS

    VERSLAG

    uitgebracht namens de bijzondere commissievoor het onderzoek naar de staat van

    de Brusselse tunnels

    door de heer Marc LOEWENSTEIN (F) enmevrouw Céline DELFORGE (F)

    PROPOSITION DE CONSTATS ETDE RECOMMANDATIONS RELATIFS

    À L’ÉTAT DES TUNNELS BRUXELLOIS

    RAPPORT

    fait au nom de la commission spécialeconsacrée à l’état des

    tunnels bruxellois

     par M. Marc LOEWENSTEIN (F) etMme Céline DELFORGE (F)

    Ont participé aux travaux de la commission :

     Président : M. Charles Picqué.

     Membres e ff  ectifs : Mme Michèle Carthé, MM. Ridouane Chahid,Philippe Close, Mme Caroline Désir, MM. Jamal Ikazban, Alain Courtois,Vincent De Wolf, Boris Dilliès, Emmanuel De Bock, Marc Loewenstein,Hervé Doyen, Mmes Céline Delforge, Els Ampe, MM. Jef Van Damme,Bruno De Lille.

     Membres suppléants : M. Hasan Koyuncu, Mme Catherine Moureaux,MM. Sevket Temiz, Willem Draps, Mme Marion Lemesre, MM. GaëtanVan Goidsenhoven, Fabian Maingain, Mme Martine Payfa, M. BenoîtCerexhe, Mmes Julie de Groote, Zoé Genot, MM. Arnaud Pinxteren,Stefan Cornelis, Fouad Ahidar, Mme Annemie Maes.

     Autres membres : MM. Michel Colson, Olivier de Clippele, Mme Carla

    Dejonghe, MM. Paul Delva, Serge de Patoul, André du Bus de Warnaffe,Mmes Anne-Charlotte d’Ursel, Brigitte Grouwels, MM. YoussefHandichi, Dominiek Lootens-Stael, Emin Özkara, Mmes SimoneSusskind, Jacqueline Rousseaux, Barbara Trachte, M. Julien Uyttendaele,Mme Cieltje Van Achter.

    Aan de werkzaamheden van de commissie hebben deelgenomen :

    Voorzitter : de heer Charles Picqué.

    Vaste leden :  mevr. Michèle Carthé, de heren Ridouane Chahid,Philippe Close, Mme Caroline Désir, de heren Jamal Ikazban, AlainCourtois, Vincent De Wolf, Boris Dilliès, Emmanuel De Bock, MarcLoewenstein, Hervé Doyen, mevr. Céline Delforge, mevr. Els Ampe, deheren Jef Van Damme, Bruno De Lille.

     Plaatsvervangers :  de heer Hasan Koyuncu, mevr. CatherineMoureaux, de heren Sevket Temiz, Willem Draps, mevr. Marion Lemesre,de heren Gaëtan Van Goidsenhoven, Fabian Maingain, mevr. MartinePayfa, de heer Benoît Cerexhe, mevr. Julie de Groote, mevr. Zoé Genot, deheren Arnaud Pinxteren, Stefan Cornelis, Fouad Ahidar, mevr. AnnemieMaes.

     Andere leden :  de heren Michel Colson, Olivier de Clippele,

    mevr. Carla Dejonghe, de heren Paul Delva, Serge de Patoul, André duBus de Warnaffe, mevr. Anne-Charlotte d’Ursel, mevr. Brigitte Grouwels,de heren Youssef Handichi, Dominiek Lootens-Stael, Emin Özkara,mevr. Simone Susskind, mevr. Jacqueline Rousseaux, mevr. BarbaraTrachte, de heer Julien Uyttendaele, mevr. Cieltje Van Achter.

  • 8/17/2019 Rapport de la commission spéciale consacrée à l état des tunnels bruxellois

    2/264

     — 2 — A-308/1 – 2015/2016 A-308/1 – 2015/2016

    Table des matières

    I. Introduction .....................................................

    II. Auditions .........................................................II.1. Audition de M. Jean-Paul Gailly, direc-

    teur général de Bruxelles Mobilité ......

    II.1.1. Exposé de M. Jean-Paul Gail-ly, directeur général de Bru-xelles Mobilité .......................

    II.1.2. Echange de vues .....................II.2. Auditions de MM. Jean-Claude Mou-

    reau, directeur général honoraire(1996-2013), Christian Debuysscher,ancien chef de la cellule ouvrages d’art

    (1999-2012), et Philippe Rombouts,ancien ingénieur principal chef de ser-vice des ponts et chaussées (1989-2005), de Bruxelles Mobilité ...............II.2.1. Exposé de M. Jean-Claude

    Moureau, directeur généralhonoraire de Bruxelles Mobi-lité (1996-2013) .....................

    II.2.2. Exposé de M. Christian De- buysscher, ancien chef de lacellule ouvrages d’art deBruxelles Mobilité (1999-2012) ......................................

    II.2.3. Echange de vues .....................II.3. Auditions des Ministres du Gouverne-

    ment de la Région de Bruxelles-Capi-tale chargés des Travaux publics et dela Mobilité ...........................................II.3.1. Exposé de Mme Brigitte

    Grouwels, Ministre chargéedes Travaux publics et de laMobilité de 2009 à 2014 ........

    II.3.2. Echange de vues .....................II.3.3. Exposé de M. Pascal Smet,

    Ministre chargé des Travaux publics et de la Mobilité de2004 à 2009, et à partir de2014........................................

    II.3.4. Echange de vues .....................II.4. Auditions des Ministres-Présidents du

    Gouvernement de la Région deBruxelles-Capitale ...............................II.4.1. Exposé de M. Charles Picqué,

    Ministre-Président de 1989 à1995, de 1995 à 1999, de 2004à 2009 et de 2009 à 2013 .......

    II.4.2. Echange de vues .....................

    4

    5

    5

    57

    30

    30

    3644

    66

    66

    73

    92108

    127

    127

    137

    Inhoudstafel

    I. Inleiding ..........................................................

    II. Hoorzittingen ..................................................II.1. Hoorzitting met de heer Jean-Paul

    Gailly, directeur-generaal van MobielBrussel .................................................II.1.1. Uiteenzetting met de heer

    Jean-Paul Gailly, directeur-generaal van Mobiel Brussel ..

    II.1.2. Gedachtewisseling .................II.2. Hoorzittingen met de heren Jean-Clau-

    de Moureau, ere-directeur-generaal(1996-2013), Christian Debuysscher,oud-diensthoofd cel kunstwerken

    (1999-2012) en Philippe Rombouts,oud-hoofdingenieur hoofd van dedienst bruggen en wegen (1989-2005),van Mobiel Brussel ..............................II.2.1. Uiteenzetting van de heer

    Jean-Claude Moureau, ere-di-recteur-generaal van MobielBrussel (1996-2013)...............

    II.2.2. Uiteenzetting van de heerChristian Debuysscher, oud-diensthoofd cel kunstwerkenvan Mobiel Brussel (1999-2012) ......................................

    II.2.3. Gedachtewisseling .................II.3. Hoorzittingen met de Ministers van het

    Brussels Hoofdstedelijk Gewest belastmet de Openbare Werken en de Mobili-teit ........................................................II.3.1. Uiteenzetting van mevrouw

    Brigitte Grouwels, Minister belast met de Openbare Wer-ken en de Mobiliteit van 2009tot 2014 ..................................

    II.3.2. Gedachtewisseling .................II.3.3. Uiteenzetting van de heer Pas-

    cal Smet, Minister belast metde Openbare Werken en deMobiliteit van 2009 tot 2014en vanaf 2014 .........................

    II.3.4. Gedachtewisseling .................II.4. Hoorzittingen met de Ministers-Presi-

    denten van het Brussels HoofdstedelijkGewest .................................................II.4.1. Uiteenzetting van de heer

    Charles Picqué, Minister-Pre-sident van 1989 tot 1995, van1995 tot 1999, van 2004 tot

    2009 en van 2009 tot 2013 .....II.4.2. Gedachtewisseling .................

    4

    5

    5

    57

    30

    30

    36

    44

    66

    6673

    92108

    127

    127137

  • 8/17/2019 Rapport de la commission spéciale consacrée à l état des tunnels bruxellois

    3/264

     — 3 — A-308/1 – 2015/2016 A-308/1 – 2015/2016

    II.4.3. Uiteenzetting van de heerFrançois-Xavier de Donnea,Minister-President van 2000tot 2003 ..................................

    II.4.4. Gedachtewisseling .................II.4.5. Uiteenzetting van de heer

    Rudi Vervoort, Minister-Presi-dent van 2013 tot 2014 envanaf 2014 ..............................

    II.4.6. Gedachtewisseling .................

    III. Procedure voor het opstellen van de tekst vanvaststellingen en aanbevelingen ......................

    IV. Bespreking van de amendementen en stem-mingen ............................................................

    V. Stemming over het geheel ...............................

    VI. Lezing en goedkeuring van het verslag ..........

    VII. Tekst aangenomen door de bijzondere com-missie ..............................................................

    VIII. Bijlagen ...........................................................VIII.1. Bijlage 1 – Voorstel van vaststellingen

    en aanbevelingen .................................VIII.2. Bijlage 2 – Amendementen .................VIII.3. Bijlage 3 – Documenten ......................VIII.4. Bijlage 4 – Antwoorden van Egis Tun-

    nels op de schriftelijke vragen .............

    II.4.3. Exposé de M. François-Xavierde Donnea, Ministre-Présidentde 2000 à 2003 .......................

    II.4.4. Echange de vues .....................II.4.5. Exposé de M. Rudi Vervoort,

    Ministre-Président de 2013 à2014 et à partir de 2014 .........

    II.4.6. Echange de vues .....................

    III. Procédure d’élaboration du texte de constats etde recommandations .......................................

    IV. Discussion des amendements et votes ............

    V. Vote sur l’ensemble .........................................

    VI. Lecture et approbation du rapport ...................

    VII. Texte adopté par la commission spéciale ........

    VIII. Annexes ..........................................................VIII.1. Annexe 1 – Proposition de constats et

    de recommandations ............................VIII.2. Annexe 2 – Amendements ...................VIII.3. Annexe 3 – Documents .......................VIII.4. Annexe 4 – Réponses d’Egis Tunnels

    aux questions écrites ............................

    150

    150

    156

    163

    177

    178

    215

    215

    216

    224

    224230251

    252

    150150

    156163

    177

    178

    215

    215

    216

    224

    224230251

    252

  • 8/17/2019 Rapport de la commission spéciale consacrée à l état des tunnels bruxellois

    4/264

     — 4 — A-308/1 – 2015/2016 A-308/1 – 2015/2016

    I. Inleiding

    Tijdens de plenaire vergadering van 29 januari 2016,hecht het Parlement zijn goedkeuring aan een motie ertoestrekkende een bijzondere commissie voor het onderzoeknaar de staat van de Brusselse tunnels op te richten, die er-mee belast wordt de eventuele structurele en financiële te-kortkomingen bij het onderhoud en de instandhouding vande stedelijke infrastructuren, inzonderheid de Brusselsetunnels, te evalueren en, op basis van haar werkzaamhedenaanbevelingen, te formuleren om de mobiliteit in het Brus-sels Gewest te verbeteren.

    Op 1 februari 2016, beslist de bijzondere commissie omeerst de heer Jean-Paul Gailly, directeur-generaal van Mo-

     biel Brussel, te horen op 3 februari 2016.

    Op 3 februari 2016, beslist de bijzondere commissieom de heer Jean-Claude Moureau, voormalig directeur-generaal van Mobiel Brussel (1996-2013), de heer Phi-lippe Rombouts, voormalig hoofdingenieur en hoofd vande dienst Bruggen en Wegen van Mobiel Brussel (1989-2005), en de heer Christian Debuysscher, voormalig hoofdvan de cel Kunstwerken van Mobiel Brussel, te horen op17 februari 2016.

    Op 17 februari 2016, beslist de bijzondere commissieom mevrouw Brigitte Grouwels, minister van de BrusselseHoofdstedelijke Regering bevoegd voor Openbare Werken

    en Mobiliteit van 2009 tot 2014, en de heer Pascal Smet,minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering be-voegd voor Openbare Werken en Mobiliteit van 2004 tot2009 en vanaf 2014, te horen op 24 februari 2016.

    Op 2 maart 2016, beslist de bijzondere commissie, bij eenparigheid van de 15 aanwezige leden, om de heerCharles Picqué, minister-president van de Brusselse Hoofd-stedelijke Regering van 1989 tot 1995, van 1995 tot 1999,van 2004 tot 2009 en van 2009 tot 2013, de heer François-Xavier de Donnea, minister-president van 2000 tot 2003,en de heer Rudi Vervoort, minister-president van 2013 tot

    2014 en vanaf 2014, te horen op 9 maart 2016. De commis-sie beslist, met 10 stemmen tegen 5, dat er geen hoorzit-ting wordt gehouden met de firma Egis Tunnels, maar datde volksvertegenwoordigers er hun vragen schriftelijk aanmogen stellen (zie bijlage nr. 4).

    I. Introduction

    Réuni en séance plénière en date du 29 janvier 2016, leParlement adopte une motion visant à instaurer une com-mission spéciale consacrée à l’état des tunnels bruxelloischargée d’évaluer les manques structurels et financierséventuels quant à l’entretien et à la maintenance des infras-tructures urbaines, en particulier des tunnels bruxellois, etde formuler, sur la base de ses travaux, les recommanda-tions visant à améliorer la mobilité en Région bruxelloise.

    Réunie en date du 1er  février 2016, la commission spé-ciale décide de préalablement procéder à l’audition deM. Jean-Paul Gailly, directeur général de Bruxelles Mobi-lité le 3 février 2016.

    Réunie en date du 3 février 2016, la commission spé-ciale décide de procéder à l’audition de M. Jean-ClaudeMoureau, ancien directeur général de Bruxelles Mobilité(1996-2013), de M. Philippe Rombouts, ancien ingénieur

     principal chef de service des ponts et chaussées à BruxellesMobilité (1989-2005) et de M. Christian Debuysscher, an-cien chef de la cellule ouvrages d’art à Bruxelles Mobilité,le 17 février 2016.

    Réunie en date du 17 février, la commission spécialedécide de procéder à l’audition de Mme Brigitte Grouwels,Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Ca-

     pitale chargé des Travaux publics et de la Mobilité de 2009à 2014, et de M. Pascal Smet, Ministre du Gouvernementde la Région de Bruxelles-Capitale chargé des Travaux pu-

     blics et de la Mobilité de 2004 à 2009 et à partir de 2014,le 24 février 2016.

    Réunie en date du 2 mars 2016, la commission spécialedécide, à l’unanimité des 15 membres présents, de procéderà l’audition de M. Charles Picqué, Ministre-Président de1989 à 1995, de 1995 à 1999, de 2004 à 2009 et de 2009à 2013, de M. François-Xavier de Donnea, Ministre-Pré-sident de 2000 à 2003, et de M. Rudi Vervoort, Ministre-Président de 2013 à 2014 et à partir de 2014, le 9 mars

    2016. La commission décide, par 10 voix contre 5, qu’ilne sera pas procédé à l’audition de la société Egis Tunnelsmais que les députés peuvent lui adresser leurs questions

     par la voie écrite (cf. annexe n° 4).

  • 8/17/2019 Rapport de la commission spéciale consacrée à l état des tunnels bruxellois

    5/264

     — 5 — A-308/1 – 2015/2016 A-308/1 – 2015/2016

    II. Hoorzittingen

    II.1. Hoorzitting met de heer Jean-Paul Gailly,directeur-generaal van Mobiel Brussel

    (vergadering van 3 februari 2016)

    II.1.1. Uiteenzetting van de heer Jean-Paul Gailly,directeur-generaal van Mobiel Brussel

    De heer Jean-Paul Gailly heeft voor de commissieledende volgende toespraak gehouden :

    « Masterplan voor de beveiliging en de renovatievan de wegtunnels die beheerd worden door 

    het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Mobiel Brussel & Egis Tunnels,

    5 september 2012, 20 maart 2013, 26 juli 2013,

    7 augustus 2013 (masterplan)

    Het masterplan  vormt onze referentietool om de heletunnelproblematiek te beheren. Het werd opgesteld alvo-rens ik op 1 december 2013 aantrad, ingevolge een diagno-se inzake de toestand van de tunnels. Het bevat drie reeksenaanbevelingen die respectievelijk betrekking hebben op :

     – de dringende maatregelen;

     – de planning op lange termijn;

     – de uitvoering van het investeringsprogramma.

    De dringende maatregelen teneinde de tunnels te be-veiligen en de risico’s te beperken, met name in geval van

     brand, inzonderheid brand van vrachtwagens.

    De dringende maatregelen, die opgenomen zijn in desynthese van de studie, betreffen vier assen : de werken, het

     beheer van het verkeer, de organisatie van de interventiesin geval van evenementen en de organisatie van hulp, deorganisatie van de exploitatie. De voornaamste aanbevolenwerken die worden aangehaald zijn de beveiliging van pun-ten die kunnen leiden tot ongevallen, de videodekking, deautomatische opsporing van incidenten, de installatie vaneen sluitingssysteem en het installeren van mallen om detoegang te verhinderen voor vrachtwagens.

    De uitvoering van deze dringende maatregelen vormteen prioriteit sedert het begin van mijn mandaat. Het isonze plicht ten opzichte van alle gebruikers. Sommige vandeze maatregelen werden al uitgevoerd, voor andere is deuitvoering aan de gang.

    Wat de planning op lange termijn betreft, beveelt hetstudiebureau aan alle renovatiewerken uit te voeren, en

    dit ten laatste binnen de komende twaalf jaar. Het verslag benadrukt dat de Brusselse tunnels wel niet onderworpenzijn aan de Europese richtlijnen inzake de veiligheid vantunnels, aangezien zij niet opgenomen zijn in het Trans-

    II. Auditions

    II.1. Audition de M. Jean-Paul Gailly,directeur général de Bruxelles Mobilité

    (réunion du 3 février 2016)

    II.1.1. Exposé de M. Jean-Paul Gailly,directeur général de Bruxelles Mobilité

    M. Jean-Paul Gailly a tenu devant les commissaires lediscours suivant :

    « Masterplan pour la mise en sécuritéet la rénovation des tunnels routiers gérés

     par la Région de Bruxelles-Capitale, Bruxelles Mobilité & Egis Tunnels,

    5 septembre 2012, 20 mars 2013, 26 juillet 2013,

    7 août 2013 (masterplan)

    Le masterplan  constitue notre outil de référence pourgérer l’ensemble de la problématique des tunnels. Etabliavant mon arrivée le 1er  décembre 2013 suite à un diagnos-tic posé sur l’état des tunnels, il comporte trois séries derecommandations portant respectivement sur :

     – les mesures d’urgence;

     – la planification à long terme;

     – la mise en œuvre du programme d’investissement.

    Les mesures d’urgence visent à sécuriser les tunnels et àréduire les risques, notamment en cas d’incendie et particu-lièrement d’incendie de camions.

    Les mesures d’urgence, reprises dans la synthèse del’étude, portent sur quatre axes : les travaux, la gestion dutrafic, l’organisation des interventions en cas d’événementset l’organisation des secours, l’organisation de l’exploi-tation. Parmi les principaux travaux recommandés, sontcitées la sécurisation des points accidentogènes, la couver-ture vidéo, la détection automatique des incidents, l’instal-lation d’un dispositif de fermeture et la mise en place degabarits pour empêcher l’accès aux poids lourds.

    La mise en œuvre de ces mesures d’urgence constitueune priorité depuis le début de mon mandat. Il en va denotre devoir vis-à-vis de tous les usagers. Certaines de cesmesures ont été réalisées, les autres sont en cours de réali-sation.

    Concernant la planification à long terme, le bureaud’étude recommande de réaliser l’ensemble des opérations

    de rénovation, et ce au plus tard dans les douze ans. Lerapport souligne que certes les tunnels bruxellois ne sont

     pas soumis aux directives européennes en matière de sécu-rité des tunnels, dès lors qu’ils ne sont pas repris dans le

  • 8/17/2019 Rapport de la commission spéciale consacrée à l état des tunnels bruxellois

    6/264

     — 6 — A-308/1 – 2015/2016 A-308/1 – 2015/2016

    Europees Netwerk, maar dat dit uiteraard geen reden is omgeen rekening te houden met die teksten. Misschien moettrouwens een Brusselse reglementering worden uitgevaar-digd.

    Tot slot, wat de uitvoering van het investeringsprogram-ma betreft, wil ik als directeur-generaal van Mobiel Brusselde nadruk leggen op het belang van de nodige financiëleen menselijke middelen voor de tenuitvoerlegging van ditambitieus plan, i.e. de verwezenlijking van de dringendemaatregelen en de planning. Egis Tunnels beveelt ter zakeaan een specifieke opdracht in te voeren voor de renovatievan de tunnels. Als leidinggevende van dit bestuur, verheugik mij over de recente beslissing van de regering om onsspecifieke versterking te geven. Dat is een eerste belangrijksignaal dat ons vertrouwen geeft om vooruit te gaan.

    Ik wens eveneens op te merken dat de twee cellen, kunst-werken en elektromechanica, die elk bestaan uit zeven per-

    sonen, instaan voor het geheel van de ongeveer 150 struc-

    turen van het Gewest, waaronder de tunnels, maar ook de

    viaducten, de bruggen enz. Zij moeten echter zowel zorgen

    voor het onderhoud als het beheer van de renovatieprojecten.

     Inspectie van de overkapping van de tunnelsvan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, SECO,

    26 januari 2016 (SECO-verslag)

    Op het gezamenlijk verzoek van Mobiel Brussel en vanonze minister, is de firma Nutons, begeleid door het veilig-heidsbureau SECO, overgegaan tot een visuele inspectie,en tot het systematisch afkrabben van alle overkappingenvan alle tunnels.

    Dit werk is thans afgerond en heeft geleid tot volgendeconclusies :

     – de nood om op korte termijn beschermingsnetten metkleine gaatjes te plaatsen, zodat het vallen van kleinesteentjes verhinderd wordt (dit proces is aan de gang);

     – de nood aan stabiliteitsanalyses voor sommige tunnels(deze analyses werden zopas ontvangen door mijn dien-sten);

     – de nood in sommige gevallen aan fysisch-chemischeanalyses, het nemen van stalen enzovoort, onder andereom een beter idee te hebben van de potentiële problemenmet de dichtheid.

    Ingevolge het onderzoek van het syntheseverslag en vande interne tabel die mijn medewerkers mij hebben over-handigd na raadpleging van SECO, heb ik aan de minister

    kunnen meedelen dat het niet nodig is de betrokken tunnelste sluiten. Ik heb echter zijn aandacht gevestigd op het feitdat het risico niet geheel onbestaande is zolang de renovatievan de tunnels niet uitgevoerd is.

    réseau transeuropéen, mais que ce n’est évidemment pasune raison pour ne pas prendre ces textes en compte. Peut-être une réglementation bruxelloise devrait-elle d’ailleursêtre édictée.

    Enfin, concernant la mise en œuvre du programme d’in-vestissement, je voudrais, en tant que directeur général deBruxelles Mobilité, insister sur l’importance des moyensfinanciers et humains nécessaires à la mise en œuvre dece programme ambitieux que constituent la réalisation desmesures d’urgence et la planification. Egis Tunnels recom-mande à ce propos la mise en place d’une mission dédiéespécifiquement à la rénovation des tunnels. Comme res-

     ponsable de cette administration, je me réjouis de la récentedécision du Gouvernement de nous apporter un renfort spé-cifique. C’est un premier signal important qui nous donneconfiance pour avancer.

    Je voudrais également signaler que les deux cellulesouvrages d’art et électromécanique, constituée de sept

     personnes chacune, ont en charge l’ensemble des quelque150 ouvrages de la Région, parmi lesquels les tunnels maisaussi les viaducs, les ponts etc. Or, il faut à la fois entreteniret gérer des projets de rénovation.

     Inspection de la toiture des tunnelsde la Région de Bruxelles-Capitale, SECO,

    26 janvier 2016 (rapport SECO)

    A la demande conjointe de Bruxelles Mobilité et denotre Ministre, la firme Nutons, accompagnée du bureaude sécurité SECO, a procédé à une inspection visuelle et àdes décapages systématiques de toutes les toitures de tousles tunnels.

    De cette opération, aujourd’hui terminée, ont été tiréesles conclusions suivantes :

     – nécessité de poser à court terme des filets de protectionà petites mailles de manière à éviter la chute de petites

     pierres (ce processus est en cours);

     – nécessité, pour certains tunnels, d’opérer des analysesde stabilité (ces analyses viennent d’être reçues par messervices);

     – nécessité, dans certains cas, de mener des analyses phy-sico-chimiques, des carottages etc., de manière notam-ment à avoir une meilleure idée des problèmes d’étan-chéité potentiels.

    Suite à l’examen du rapport de synthèse et du tableauinterne que mes collaborateurs m’ont remis après consulta-tion de SECO, j’ai pu communiquer au Ministre qu’il n’y

    avait pas lieu de fermer les tunnels concernés. J’ai toutefoisattiré son attention sur le fait que le risque zéro ne pourrait

     pas être atteint tant que la rénovation des tunnels ne serait pas opérée.

  • 8/17/2019 Rapport de la commission spéciale consacrée à l état des tunnels bruxellois

    7/264

     — 7 — A-308/1 – 2015/2016 A-308/1 – 2015/2016

    Stefaniatunnel –  Advies over het gevolg dat moet worden gegeven

    aan de vaststellingen van veroudering van de structuur, Egis Tunnels, 21 januari 2016 (Egis-verslag 1);

    Voorstel tot voorlopige versterking ingevolgevaststellingen van de bouwvalligheid van de structuur,

     Egis Tunnels, 27 januari 2016 (Egis-verslag 2)

    Het eerste verslag dat werd opgesteld door de firmaEgis Tunnels (Egis-verslag 1) is ongetwijfeld het meest op-hefmakende, omdat het geleid heeft tot de sluiting van deStefaniatunnel. Uit dat verslag blijkt dat het meest proble-matische deel ligt tussen de kruising met de Louizatunnelen het Poelaertplein, aangezien het gewapend beton daarin zeer slechte staat is en stukken losgekomen zijn tijdensde inspectiecampagne, wat ertoe geleid heeft dat het werkwerd stilgelegd, omwille van de veiligheid van de werk-mannen.

    Op grond van de vaststellingen door de firma’s Nutonsen SECO, heeft het bureau Egis Tunnels aanbevolen deStefaniatunnel te sluiten. De firma vond het risico echterniet hoog genoeg om te besluiten tot de nood aan sluitingvan de lus van de Louizalaan naar de kleine ring (de « Ste-fanialus »).

    Het tweede verslag dat werd opgesteld door de firmaEgis Tunnels (Egis-verslag 2) stelt een tijdelijke verster-king voor en beveelt aan over te gaan tot de plaatsing vanstaal en beton, zodat de infrastructuur wordt beveiligd, met

    een kleinere mal die enkel auto’s laat passeren aan een be- perkte snelheid, zolang de voorbereidingen voor de zwareen definitieve renovatie duren.

    De voorkeur werd gegeven aan een transversale benade-ring van dit dossier. Parallel daarmee hebben wij een ver-keersplan opgesteld, na lang overleg met de drie betrokkengemeenten, de politiediensten, de brandweer en de MIVB.Dat plan trad gisteren in werking en de eerste vaststellingenzijn bemoedigend : de verplaatsingen in deze zone verlo-

     pen kennelijk redelijk vlot en de toegang naar het centrumen de vijfhoek lijkt zonder al te veel moeilijkheden veilig tekunnen worden gesteld. ».

    II.1.2. Gedachtewisseling

    Mevrouw Celine Delforge wenst dat de bijzonderecommissie eveneens de voorganger van de heer Jean-PaulGailly hoort, aangezien die laatste zijn functies slechts se-dert twee jaar bekleedt.

    De voorzitter verzekert haar dat die hoorzitting geplandis.

    Mevrouw Céline Delforge heeft vragen bij de termij-nen voor tenuitvoerlegging van het masterplan, met namede dringende maatregelen die het voorschrijft. Sommigemaatregelen, die gevraagd waren door de vorige regering,

    Tunnel Stéphanie –  Avis sur les suites à donner aux constats

    de vétusté structurale, Egis Tunnels,21 janvier 2016 (rapport Egis 1);

     Proposition de renforcement provisoire suite auxconstats de vétusté structurale, Egis Tunnels,

    27 janvier 2016 (rapport Egis 2)

    Le premier rapport établi par la société Egis Tunnels(rapport Egis 1) est sans doute celui qui a le plus frappél’opinion puisque c’est celui qui a conduit à la fermeturedu tunnel Stéphanie. Il en ressort que la partie la plus pro-

     blématique est celle qui se situe entre le croisement avec letunnel Louise et la place Poelaert, puisque le béton arméy est en très mauvais état et que des plaques s’y sont déta-chées durant la campagne d’inspection, conduisant, pourdes questions liées à la sécurité des travailleurs, à l’arrêtdes opérations.

    Enrichi des constatations faites par les sociétés Nutonset SECO, le bureau Egis Tunnels a recommandé de fermerle tunnel Stéphanie, tout en estimant que le risque n’était

     pas à ce point élevé que pour conclure à la nécessité defermer la boucle qui va de l’avenue Louise vers la petiteceinture (dite « bretelle Stéphanie »).

    Le deuxième rapport établi par la société Egis Tunnels(rapport Egis 2) propose un renforcement provisoire et re-commande de procéder à l’installation d’acier et de béton

     projeté, de manière à sécuriser les infrastructures avec un

    gabarit plus petit autorisant le passage à vitesse réduite desseules voitures, le temps des préparatifs à la rénovationlourde et définitive.

    Une approche transversale de ce dossier a été privilégiée. Nous avons parallèlement établi un plan de circulation lon-guement concerté avec les trois communes concernées, lesservices de police, les pompiers et la STIB. Ce plan a étémis en place hier et les premiers constats que l’on peut entirer sont encourageants : les déplacements dans cette zonesemblent s’opérer de manière relativement fluide et l’accèsvers le centre et le pentagone semble pouvoir être assurésans trop de diffi cultés. »

    II.1.2. Échange de vues

    Mme Céline Delforge souhaite que la commission spé-ciale auditionne également le prédécesseur de M. Jean-PaulGailly, dans la mesure où ce dernier n’occupe ses fonctionsque depuis deux ans.

    Le président lui assure que cette audition est prévue.

    Mme Céline Delforge s’interroge sur les délais de miseen œuvre du masterplan, et en particulier des mesuresurgentes qu’il prescrit. Une partie de ces mesures, dontcertaines avaient été demandées par le Gouvernement pré-

  • 8/17/2019 Rapport de la commission spéciale consacrée à l état des tunnels bruxellois

    8/264

     — 8 — A-308/1 – 2015/2016 A-308/1 – 2015/2016

    zijn immers nog altijd niet ingevoerd, met name het ver- bod de tunnels te gebruiken voor vrachtwagens (gelet ophet brandgevaar), de videodekking, de beveiliging van degevaarlijke punten, dan wel de controle op het naleven vande snelheidsbeperkingen (via de plaatsing van radars voor

     baanvakken). Wat zijn de redenen voor deze termijnen die

    abnormaal lang lijken, als het gaat over de goedkeuring vanmaatregelen die nochtans dringend worden genoemd ?

    Mevrouw Delforge wenst ook te weten hoe vaak deBrusselse tunnels werden geïnspecteerd sedert de bouw er-van, en hoe ver die inspecties werden doorgedreven.

    Het SECO-verslag verduidelijkt dat het bestuur nietgekozen heeft voor het systematisch weghalen van dewandbekleding, terwijl gevreesd kan worden dat die som-mige beginnende problemen heeft verdoezeld. Uit het

    Egis 1-verslag blijkt dat een deel van de bouwplannen vande Stefaniatunnel verdwenen is. Hoe verklaart het bestuurdat ?

    In het Egis 1-verslag staat ook te lezen dat de visueleinspectie in 2016, die geleid heeft tot de beslissing om deStefaniatunnel te sluiten voor het verkeer, het afkrabbenvan de geïnspecteerde oppervlaktes heeft gevergd. Blijk-

     baar werd de vorige visuele inspectie in 2010 uitgevoerdzonder dergelijk werk. De volksvertegenwoordigster heeftvragen bij die keuze voor een te oppervlakkige inspectie,in het licht van de mogelijke gevolgen op het vlak van de

    veiligheid.

    Hetzelfde verslag pleit voor landmeetkundige follow-upvan de plafonds van de Stefaniatunnel, teneinde de stabili-teit ervan te verifiëren. De spreekster vraagt of dergelijkefollow-up werd ingesteld, en zo ja, wat de resultaten daar-van zijn. Indien zij doen vrezen voor de stabiliteit van het

     bouwwerk, moet volgens het verslag overwogen worden deLouizatunnel en de metrolijnen die er vlak naast liggen tesluiten, met de gevolgen die men zich kan inbeelden voorde mobiliteit.

    De heer Vincent De Wolf betreurt, bij het lezen van de

    aan de bijzondere commissie bezorgde documenten, dat denodige middelen voor de beveiliging van de tunnels nietwerden aangewend, met name op het vlak van personeel.

    De volksvertegenwoordiger wenst te weten of het mas-terplan, dat de heer Jean-Paul Gailly een « referentiedocu-ment » noemt, aan de Regering werd overhandigd, en zo ja,aan wie en via welk technisch middel. Welke reactie heeftde voogdijminister gekregen van het bestuur ?

    De spreker heeft ook vragen bij de aanzienlijke tijd dieverlopen is tussen de start van de analyses in 2009 en het

    overhandigen van het syntheseverslag, eind 2012.

    De heer De Wolf vraagt dat alle verslagen betreffende detechnische ingrepen die in de tunnel werden verwezenlijkt

    cédent, n’ont en effet toujours pas été mises en place, no-tamment l’interdiction des tunnels aux poids lourds (vu ledanger d’incendie qu’ils représentent), la couverture vidéo,la sécurisation des points dangereux ou encore le contrôledu respect des limitations de vitesse (via le placement deradars tronçons). Quelles sont les raisons de ces délais, qui

    semblent anormalement longs, s’agissant de l’adoption demesures pourtant qualifiées d’urgentes ?

    Mme Delforge désirerait également savoir à quelle fré-quence les tunnels bruxellois ont été inspectés depuis leurconstruction, et à quel point ces inspections étaient pous-sées.

    Le rapport SECO précise que l’administration n’a pasopté pour un retrait systématique des bardages. Or, l’on

     peut craindre que ceux-ci aient masqué l’émergence de cer-tains problèmes. Il ressort du rapport Egis 1 qu’une partie

    des plans de constructions du tunnel Stéphanie a disparu.Comment l’administration explique-t-elle cette dispari-tion ?

    On lit également dans le rapport Egis 1 que l’inspectionvisuelle de 2016, qui a mené à la décision de fermer à lacirculation le tunnel Stéphanie, a impliqué un décapage dessurfaces inspectées. Il appert que la précédente inspectionvisuelle, en 2010, avait été réalisée sans qu’il soit procédéà un tel décapage. La députée s’interroge sur ce choix, à lalumière des conséquences potentielles, en termes de sécu-rité, d’une inspection trop superficielle.

    Le même rapport préconise un suivi topométrique des plafonds du tunnel Stéphanie, afin d’en vérifier la stabilité.L’oratrice demande si un tel suivi a été mis en place et, dansl’affi rmative, quels en sont les résultats. En effet, si ceux-cidonnent à craindre pour la stabilité de l’ouvrage, il faudraitselon le rapport envisager la fermeture du tunnel Louise etdes voies de métro, qui lui sont adjacents – avec les consé-quences que l’on imagine sur la mobilité.

    M. Vincent De Wolf regrette, à la lecture des documents

    transmis à la commission spéciale, que n’aient pas été al-loués les moyens nécessaires à la sécurisation des tunnels,notamment en termes de personnel.

    Le député voudrait savoir si le masterplan, qualifié de« document de référence » par M. Jean-Paul Gailly, a étéremis au Gouvernement et, si oui, quand il l’a été, à qui et

     par quel moyen technique. Quel retour l’administration a-t-elle reçu du Ministre de tutelle ?

    L’orateur s’interroge également sur le délai importantentre le lancement des analyses, en 2009, et la remise du

    rapport de synthèse, fin 2012.

    M. De Wolf demande que soit mis à la disposition descommissaires l’ensemble des rapports relatifs aux interven-

  • 8/17/2019 Rapport de la commission spéciale consacrée à l état des tunnels bruxellois

    9/264

     — 9 — A-308/1 – 2015/2016 A-308/1 – 2015/2016

    sedert 2010, of op zijn minst sedert 2012-2013 ter beschik-king van de commissieleden worden gesteld.

    Hoe staat het met de plaatsing van systemen voor de au-tomatische opsporing van incidenten, die aanbevolen wordtin het masterplan bij wijze van dringende maatregel ? Vol-gens de inlichtingen waarover de spreker beschikt, werdenze slechts in zes tunnels geïnstalleerd.

    Het masterplan  beveelt eveneens aan netten te plaat-sen in de Louizatunnel, een stabiliteitsstudie te verrichtenvoor de Stefaniatunnel, en de Montgomerytunnel te sluiten,want een van de balken is los over ongeveer vijftien centi-meter. Welk gevolg werd gegeven aan die aanbevelingen ?

    De spreker merkt op in het Egis 1-verslag dat al in 2010tekorten werden vastgesteld bij een diagnose van de veilig-

    heidsvoorzieningen. Welke maatregelen werden genomenom dat te verhelpen ?

    Tot slot verbaast het de heer Vincent De Wolf dat de Re-gering, noch het bestuur de burgemeesters van de betrok-ken gemeenten op de hoogte heeft gebracht van de aanzien-lijke risico’s die deze verslagen aan het licht brachten voorde veiligheid van de tunnelgebruikers, terwijl eventueleslachtoffers hen zowel burgerlijk als strafrechtelijk aan-sprakelijk zouden kunnen stellen.

    De heer Boris Dilliès vraagt zich af waarom de syste-

    men voor automatische opsporing van incidenten, die se-dert 2012 werden aanbevolen door het masterplan, slechtsin 2015 werden geïnstalleerd.

    De volksvertegenwoordiger wenst te weten of het bud-get van 5 miljoen euro dat voorzien is voor de uitvoeringvan de dringende maatregelen werd opgebruikt, en welkeervan werkelijk werden uitgevoerd.

    De archieven betreffende de bouw van de tunnels, waar-van het onderzoek zou bijdragen tot het opsporen van deoorsprong van de thans vastgestelde problemen, zouden

    gedeeltelijk vernietigd zijn. Wat is daarvan aan ?

    De spreker vraagt zich af of de middelen die ter beschik-king van het bestuur gesteld werden toereikend zijn, en hoehet staat met de relaties tussen de verschillende dienstenvan Mobiel Brussel enerzijds, en tussen Mobiel Brussel enhet kabinet van de voogdijminister anderzijds.

    Mevrouw Els Ampe herinnert eraan dat er incidentenzijn geweest in het verleden; de problematiek van de tun-nels is niet nieuw. In februari 2005 ondervroeg de volksver-tegenwoordigster de bevoegde minister al over de toestand

    van de Brusselse tunnels (1

    ). In januari 2015, tien jaar later,kwam een blok beton los in de Leopold II-tunnel, en kwam

    (1) Zie interpellatie betreffende de veiligheid van de Brusselse tunnels,Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen 39 – 2004/2005.

    tions techniques réalisées dans les tunnels depuis 2010 ou,à tout le moins, depuis 2012-2013.

    Qu’en est-il de la mise en place des systèmes de détec-tion automatique d’incidents préconisée, à titre de mesureurgente, par le masterplan  ? Selon les informations dontdispose l’orateur, ils n’auraient été installés que dans sixtunnels.

    Le masterplan recommande également le placement defilets dans le tunnel Louise, la réalisation d’une étude destabilité pour le tunnel Stéphanie et la fermeture du tunnelMontgomery, dont l’une des poutres présente un décro-chage de quelque quinze centimètres. Quelles suites ont étéréservées à ces recommandations ?

    L’orateur relève dans le rapport Egis 1 que des insuffi -sances avaient été constatées dès 2010 à l’occasion d’un

    diagnostic des dispositions de sécurité. Quelles mesuresavaient été prises afin d’y remédier ?

    M. Vincent De Wolf s’étonne enfin que les bourgmestresdes communes concernées n’aient pas été avertis, quece soit par le Gouvernement ou par l’administration, desrisques majeurs que ces rapports mettent en évidence pourla sécurité des usagers des tunnels, alors que leur respon-sabilité, tant civile que pénale, pourrait être invoquée pard’éventuelles victimes.

    M. Boris Dilliès se demande pourquoi les systèmes de

    détection automatique d’incidents, dont la mise en placeétait prônée dès 2012 par le masterplan, n’ont été installésqu’en 2015.

    Le député souhaiterait savoir si le budget de 5 millionsd’euros prévu pour la mise en œuvre des mesures urgentesa été consommé et lesquelles, parmi ces mesures, ont effec-tivement été implémentées.

    Les archives relatives à la construction des tunnels, dontl’examen contribuerait à identifier l’origine des problèmesconstatés aujourd’hui, auraient été partiellement détruites.

    Qu’en est-il ?

    L’orateur s’interroge sur l’adéquation des moyens misà la disposition de l’administration ainsi que sur la qua-lité des relations, d’une part, entre les différents services deBruxelles Mobilité et, d’autre part, entre Bruxelles Mobi-lité et le cabinet du Ministre de tutelle.

    Mme Els Ampe rappelle que des incidents ont eu lieu parle passé; la problématique des tunnels n’est pas nouvelle.En février 2005, la députée interrogeait déjà le Ministrecompétent sur l’état des tunnels bruxellois (1). En janvier

    2015, soit dix ans plus tard, un bloc de béton se détachait dutunnel Léopold II, heurtant un véhicule. Le Ministre com-

    (1) Voir Interpellation concernant la sécurité des tunnels bruxellois, Bul-letin des interpellations et des questions orales 39 – 2004/2005.

  • 8/17/2019 Rapport de la commission spéciale consacrée à l état des tunnels bruxellois

    10/264

     — 10 — A-308/1 – 2015/2016 A-308/1 – 2015/2016

    terecht op een voertuig. De bevoegde minister heeft toenverklaard aan TV Brussel dat er een controle was uitge-voerd in alle tunnels en dat de regering tijdens de volgendezomer zou beslissen hoe de infrastructuren zouden wordengerenoveerd. Een hoogleraar had nog verklaard dat de staatvan de Leopold II-tunnel niet dramatisch was, maar dat er

    een campagne moest worden gevoerd om vast te stellen opwelke plaatsen er herstellingen nodig waren. Het rapport-Egis 1 maakt eveneens melding van een opdracht die in2010 aan hetzelfde bureau werd gegeven.

    De volksvertegenwoordigster vraagt dan of er na het in-cident in de Leopold II-tunnel in januari 2015 stabiliteits-studies, controles en campagnes werden uitgevoerd in dietunnel en in andere tunnels. Zo ja, kunnen de desbetref-fende documenten bezorgd worden ?

    De Open VLD-fractie vraagt eveneens om alle schuld-vorderingsstaten, facturen, inspectieverslagen en verslagenover alle werken en herstellingswerken die sinds 1999 wer-den opgemaakt door studiebureaus (bijvoorbeeld Egis Tun-nels), aannemers (bijvoorbeeld Nutons) en controlebureaus(bijvoorbeeld SECO).

    Voorts heeft de commissie slechts één rapport over eenstabiliteitsstudie gekregen die gewag maakt van een carbo-natatie en verzuring van het beton in de Stefaniatunnel. Hetrapport is vaag en pover gedocumenteerd. Kan men de sta-tistische metingen van de kwaliteit van het beton en van dedoorsnede van de wapening krijgen ? Het is eigenaardig datdie laatste meting niet werd uitgevoerd. Heeft het bestuurdat zelf gedaan ? Wat is de conclusie ?

    Kan het verslag over de stabiliteitsstudie van de Leo- pold II-tunnel en andere tunnels worden bezorgd ?

    Het rapport-Egis 1 stelt eveneens vast dat infiltraties mo-gelijk de hoofdoorzaak van de slechte staat van het plafondvan de Stefaniatunnel zijn. Die infiltraties werden evenweltoevallig ontdekt na de beslissing om de wandbekleding te

    verwijderen, teneinde het beton te kunnen onderzoeken.Tijdens die inspectie is er een betonnen plaat naar benedengevallen. Dat was niet gebeurd tijdens de laatste inspec-tie van november laatstleden, aangezien de wandbekledingtoen niet werd verwijderd.

    Voorts staat in het rapport-SECO na de inspectie van no-vember dat de Montgomerytunnel er het ergst aan toe is.Wanneer zal er een inspectie worden uitgevoerd ?

    Ook de Rogiertunnel is een probleem. De weg boven

    de tunnel werd onlangs heraangelegd. De werken kostten43 miljoen euro. Heeft men van de gelegenheid gebruik-gemaakt om de waterdichte bedekking boven de tunnel tevervangen ? Bestaan er documenten die dat aantonen ? Als

     pétent déclarait alors à TV Brussel qu’un contrôle avait étéeffectué dans l’ensemble des tunnels et que le Gouverne-ment déciderait durant l’été suivant de la manière dont lesinfrastructures seraient rénovées. Un professeur disait en-core que l’état du tunnel Léopold II n’était pas dramatiquemais qu’une campagne devait être menée en vue d’identi-

    fier les endroits où des réparations s’imposaient. Le rapportEgis 1 fait également mention d’une mission confiée aumême bureau en 2010.

    La députée s’interroge dès lors sur le fait de savoir sides études de stabilité, des contrôles et des campagnesont, suite à l’incident survenu dans le tunnel Léopold II en

     janvier 2015, été menés dans ce tunnel ou dans d’autres.Dans l’affi rmative, les documents y relatifs peuvent-ils êtretransmis ?

    Le groupe Open VLD souhaiterait également obtenirtous les états de créance, factures, rapports d’inspection etrapports de tous les travaux et travaux de réparation établisdepuis 1999 par des bureaux d’étude (par exemple EgisTunnels), des entrepreneurs (par exemple Nutons) et des

     bureaux de contrôle (par exemple SECO).

    La commission n’a par ailleurs reçu qu’un seul rapportd’étude de stabilité faisant état d’une carbonatation et d’uneacidification du béton dans le tunnel Stéphanie. Ce rapportest vague et peu documenté. Peut-on obtenir les mesuragesstatistiques de la qualité du béton et de la section d’arma-ture ? Il est curieux que cette dernière n’ait pas été mesurée.L’administration y a-t-elle elle-même procédé ? Quel en estle résultat ?

    Le rapport de l’étude de stabilité du tunnel Léopold II etd’autres tunnels peut-il également être transmis ?

    Le rapport Egis 1 identifie également les infiltrationscomme la principale cause potentielle de la dégradationdu plafond du tunnel Stéphanie. Ces infiltrations ont tou-tefois été découvertes par hasard suite à la décision d’ôter

    le bardage afin d’examiner directement le béton. Pendantcette inspection, une plaque de béton a chuté. Cela ne s’est pas produit lors de la précédente inspection menée en no-vembre dernier puisque, lors de celle-ci, le bardage avaitété maintenu.

    Par ailleurs, le tunnel qui fait l’objet de la plus grandeinquiétude dans le rapport SECO suite à l’inspection menéeen novembre est le tunnel Montgomery. Quand une inspec-tion y sera-t-elle menée ?

    Le tunnel Rogier est aussi identifié comme probléma-

    tique. La voirie au-dessus du tunnel a été réaménagée il y a peu. Coûts des travaux : 43 millions d’euros. En a-t-on pro-fité pour remplacer l’étanchéité au-dessus du tunnel ? Desdocuments en attestent-ils ? Si de tels travaux ont été effec-

  • 8/17/2019 Rapport de la commission spéciale consacrée à l état des tunnels bruxellois

    11/264

     — 11 — A-308/1 – 2015/2016 A-308/1 – 2015/2016

    dergelijke werken werden uitgevoerd, hoe kunnen er dannog infiltraties zijn ? Zijn er eventueel andere problemenvastgesteld ?

    Hetzelfde rapport benadrukt eveneens dat acht van dezevenentwintig Brusselse tunnels andere interventies daneen klassiek onderhoud vereisen. Het gaat om de tunnelsGeorges Henri, Montgomery, Tervuren, Troon, Rogier,Reyers-Montgomery, Reyers-Meiser en Stefania. De stabi-liteit moet er grondiger gecontroleerd worden. Kent MobielBrussel de oorzaken van de problemen van die tunnels ?

    De volksvertegenwoordigster vraagt nog om te beschik-ken over het organogram van Mobiel Brussel om te wetenwie verantwoordelijk is voor welke dienst en wat eenieders

     bevoegdheden zijn. Wat zijn voorts de procedures voor hetonderhoud van de wegen en kunstwerken ?

    Bovendien heeft de heer Gailly gewezen op de behoef-ten aan financiële en personele middelen. Wat is de financi-ele situatie van Mobiel Brussel ? Specialisten beweren dat2,5 % van de oorspronkelijke bouwkosten jaarlijks moetworden geïnvesteerd in de renovatie van de tunnels om zein goede staat te houden. Wat zijn de richtlijnen ter zake ?Welk budget wordt gevraagd voor de renovatie ?

    Het rapport-Egis 1 wijst ook op een mogelijk verbandtussen het plafond van de Stefaniatunnel, dat een groot

    risico op instabiliteit vertoont, en de funderingen van deLouizalaan die gebruikt wordt door wagens, vrachtwagensen trams. Hoe is het mogelijk dat het verkeer er nog steedswordt toegelaten ? Is er een specifiek rapport over die ver-keersader opgesteld ?

    Het rapport-SECO vermeldt een reeks werken die opkorte termijn moeten worden uitgevoerd. Er wordt evenwelnergens melding gemaakt van de noodzakelijke duurzamerenovatiewerken, zoals het aanbrengen van een waterdichte

     bedekking om de oorzaak van de problemen aan te pakken,het meten van de doorsnede van de wapening en het be-schermen van de wapening tegen corrosie of het injecteren

    van een speciaal product om de kwaliteit van het beton teherstellen. Zijn er daarover rapporten opgesteld ?

    Tot slot gaat het masterplan over brand- en verkeersvei-ligheid en het voorziet in een navenante begroting. Er lijktgeen sprake te zijn van de risico’s op corrosie van het betonen op instabiliteit. Quid  ?

    Hetzelfde masterplan voorziet ook in de oprichting vaneen team voor de renovatie van de tunnels en in een « poolvan gespecialiseerde externe dienstverleners ». Is het teamopgericht ? Zo ja, wie leidt het ? Zo neen, waarom niet ?

    Wie zit er in de « pool » ?

    De heer Emmanuel De Bock vraagt of men niet terechtkan vrezen dat het masterplan voortaan niet langer het re-

    tués, comment se fait-il qu’il y ait encore des infiltrations ?D’autres problèmes sont-ils éventuellement identifiés ?

    Le même rapport souligne également que parmi lesvingt-sept tunnels bruxellois, huit nécessitent d’autresinterventions qu’un entretien classique. Il s’agit des tun-nels Georges Henri, Montgomery, Tervueren, Trône, Ro-gier, Reyers-Montgomery, Reyers-Meiser et Stéphanie. Lastabilité doit y être vérifiée de manière plus approfondie.Bruxelles Mobilité connaît-elle les causes des problèmesobservés dans ces tunnels ?

    La députée souhaite encore disposer de l’organigrammede Bruxelles Mobilité de manière à savoir qui est respon-sable de quel service et quelles sont les compétences dechacun. Quelles sont par ailleurs les procédures auxquellesrépond l’entretien des voiries et des ouvrages d’art ?

    M. Gailly a par ailleurs évoqué les besoins en termesde finances et de personnel. Quelle est la situation finan-cière de Bruxelles Mobilité ? Des spécialistes prétendentque 2,5 % des coûts de construction originels doivent êtreannuellement investis dans la rénovation des tunnels desorte à les maintenir en bon état. Quelles sont les directivesen la matière ? Quel est le budget demandé en vue de larénovation ?

    Le rapport Egis 1 indique aussi un lien possible entre le plafond du tunnel Stéphanie, qui présente un grand risque

    d’instabilité, et les fondations de l’avenue Louise, qui estempruntée par les voitures, les camions et les trams. Com-ment se fait-il dès lors que le trafic y soit toujours autori-sé ? Un rapport spécifique a-t-il été établi à propos de cetteartère ?

    Le rapport SECO pointe quant à lui une série de tra-vaux à réaliser à court terme. Nulle part cependant iln’est fait mention des travaux de rénovation durables quis’imposent, tels que la pose d’étanchéité afin d’éliminer lacause des problèmes, le mesurage de la section d’armature,le décapage et le traitement anticorrosion de l’armature oul’injection d’un produit spécial afin de restaurer la qualité

    du béton. Des rapports ont-ils été établis en ce sens ?

    Enfin, le masterplan traite de la sécurité en cas d’incen-die et de la sécurité routière et prévoit un budget en consé-quence. Il ne semble pas y être question des risques liés à lacorrosion du béton et à la stabilité. Quid  ?

    Ce même masterplan  prévoit aussi la mise en placed’une équipe dédiée à la rénovation des tunnels et d’un« pool de prestataires externes spécialisés ». L’équipe a-t-elle été constituée ? Si oui, qui la dirige ? Si non, pour-

    quoi ? De qui est composé le « pool » ?

    M. Emmanuel De Bock voudrait savoir s’il n’est pasfondé de craindre que le masterplan ne constitue plus dé-

  • 8/17/2019 Rapport de la commission spéciale consacrée à l état des tunnels bruxellois

    12/264

     — 12 — A-308/1 – 2015/2016 A-308/1 – 2015/2016

    ferentiedocument voor de renovatie van de tunnels is in hetlicht van de recentere en grondigere analyses, waarvan derapporten-SECO en -Egis spreken.

    Voorts benadrukt hij het voorlopige karakter van de con-clusies van die rapporten : er moeten nog studies wordenuitgevoerd om de oorzaak van de reeds vastgestelde pro-

     blemen te achterhalen en misschien andere problemen aanhet licht te brengen.

    Met het oog op een evaluatie van het overheidsbeleid,vraagt de volksvertegenwoordiger welke gevolgen het

     bestuur heeft gegeven aan de aanbevelingen in de aan de bijzondere commissie voorgelegde documenten : welkemaatregelen werden getroffen, volgens welke regels, welkemaatregelen werden niet getroffen en waarom niet ? Despreker vindt het immers nodig dat de commissieleden een

    nauwkeurig beeld krijgen van de manier waarop de alge-mene richtlijnen die in die verschillende documenten zijnaanbevolen, concreet geïmplementeerd werden door het

     bestuur.

    De heer Alain Courtois wijst er eerst op dat de Leo- pold II-tunnel dringend gerenoveerd moet worden, wantdie is op dit ogenblik een zeer onaantrekkelijke toegangs-weg tot het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

    In de Stefaniatunnel werden gedurende meer dan twee jaar structurele werken uitgevoerd, waarschijnlijk om de

     plafonds te versterken, met het oog op de installatie van deeindhalte van de tram voor de Louizarotonde. Het verbaastde volksvertegenwoordiger bijgevolg dat het rapport-Eg-is 1 werd opgesteld zonder dat de firma die de grote werkenheeft uitgevoerd, daarbij betrokken werd.

    Is het budget van 5 miljoen euro dat werd uitgetrokkenvoor de dringende maatregelen die door het masterplan werden aanbevolen, opgebruikt ? Welke maatregelen wer-den daadwerkelijk uitgevoerd ?

    Tot slot vraagt de heer Courtois welke maatregelen zul-len worden getroffen om de weg naar het Poelaertplein zo

    snel mogelijk te heropenen voor de automobilisten.

    De heer Hervé Doyen maakt zich zorgen over het ver-loop van de besprekingen, die volgens hem dreigen te ver-zanden, omdat zuiver technische kwesties (bijvoorbeeld dekwaliteit van het gebruikte beton) te veel gemengd wordenmet de kwesties inzake politieke verantwoordelijkheid.

    De spreker wenst te beschikken over een chronologischoverzicht van alle opgestelde documenten met de datumwaarop elk document werd opgesteld en de datum waarophet aan het kabinet van de toezichthoudende minister werd

     bezorgd.

    De heer Doyen heeft vragen over de machtswissel tus-sen de heer Jean-Paul Gailly en zijn voorganger : hoe en in

    sormais le document de référence en matière de rénovationdes tunnels, à la lumière des résultats des analyses, plusrécentes et plus poussées, dont rendent compte les rapportsSECO et Egis.

    Il insiste par ailleurs sur le caractère provisoire desconclusions de ces derniers rapports : des études restentà effectuer, qui permettront de clarifier l’origine des pro-

     blèmes déjà constatés et, peut-être, en révéleront d’autres.

    Dans une optique d’évaluation des politiques publiques,le député souhaiterait connaître les suites réservées parl’administration aux recommandations contenues dans lesdocuments soumis à la commission spéciale : quelles me-sures ont été mises en œuvre, et selon quelles modalités,et quelles mesures ne l’ont pas été, et pour quelles raisons.L’orateur estime en effet nécessaire que les commissaires

     puissent saisir avec précision de quelle manière les lignesdirectrices générales préconisées par ces divers documentsont été concrètement implémentées par l’administration.

    M. Alain Courtois relève d’abord l’urgence que revêtla rénovation du tunnel Léopold II, qui constitue en l’étatactuel une voie d’accès particulièrement peu avenante à laRégion de Bruxelles-Capitale.

    Le tunnel Stéphanie a fait l’objet pendant plus de deuxans de travaux structurels, probablement de renforcement

    des plafonds, en vue de permettre l’installation du terminusde tram avant le rond-point Louise. Le député s’étonne dèslors que le rapport Egis 1 ait été établi sans que soit impli-quée la firme ayant réalisé ces importants travaux.

    Le budget de 5 millions d’euros prévu pour la mise en place des mesures urgentes préconisées par le masterplan a-t-il été consommé et quelles mesures ont effectivementété réalisées ?

    M. Courtois demande enfin quelles dispositions vontêtre prises afin de rouvrir aux automobilistes, le plus vite

     possible, l’axe vers la place Poelaert.

    M. Hervé Doyen s’inquiète de la tournure des débats,qui selon lui risquent de s’enliser, à trop mêler questions

     purement techniques (sur, par exemple, la qualité des bé-tons employés) et questions de responsabilités politiques.

    L’orateur souhaiterait disposer d’une chronologie del’ensemble des documents produits, précisant notammentla date d’établissement de chaque document et celle de satransmission au cabinet du ministre de tutelle.

    M. Doyen s’interroge sur la passation de pouvoir entreM. Jean-Paul Gailly et son prédécesseur : comment, et dans

  • 8/17/2019 Rapport de la commission spéciale consacrée à l état des tunnels bruxellois

    13/264

     — 13 — A-308/1 – 2015/2016 A-308/1 – 2015/2016

    hoeverre werd hij op de hoogte gebracht van de problemenwaarmee het bestuur waarvan hij de algemene leiding opzich nam, werd geconfronteerd en, meer bepaald, wat erwas uitgevoerd en wat er nog moest worden uitgevoerd met

     betrekking tot de tunnels ?

    De volksvertegenwoordiger vraagt welke bedragen con-creet geïnvesteerd werden in studie- en renovatiekosten

     betreffende de tunnels sinds de oprichting van het Gewest.

    De heer Bruno De Lille stelt vast dat het bestuur nietover alle nuttige informatie over de tunnels beschikt, of hetnu gaat over de toestand of zelfs over de plannen ervan.Hij heeft bijgevolg vragen over de manier waarop de be-voegdheidsoverdracht tussen het federale en het geweste-lijke niveau is verlopen. In welke staat bevonden zich detunnels : werd er destijds een stand van zaken opgemaakt ?Welke ongevallen zijn te wijten aan de staat van de tunnels

    (de volksvertegenwoordiger heeft een melding van een on-geval in december 1991 na het vallen van een stuk plafondvan de Montgomerytunnel teruggevonden) ? Welke maat-regelen werden toen getroffen ?

    De documenten die het masterplan vormen, gaan vooreen groot deel over de maatregelen die moeten wordengetroffen op het vlak van brandpreventie, technische inter-venties en aanpassing aan de vigerende Europese normen.Er wordt nauwelijks gesproken van de structurele stabiliteitvan de tunnels. In dat opzicht wijst het masterplan erop datde Montgomerytunnel de tunnel is waarvan de structuur de

    dringendste werken vereist, gevolgd door de Leopold II-tunnel en de Stefaniatunnel. De recente ontwikkelingenhebben die volgorde overhoopgehaald : de Stefaniatunnelmoest dringend worden gesloten en de Leopold II-tunnelzorgt voor heel wat onrust. Hoe komt dat ?

    Het beton van de Stefaniatunnel zou aangetast zijn doorinfiltraties. Over welk type infiltraties gaat het ? Valt niette vrezen dat andere tunnels hetzelfde infiltratieprobleemhebben ?

    Gelet op de risico’s die het rapport-Egis 1 aan het licht

     brengt voor de metrosporen ter hoogte van de Stefaniatun-nel, vraagt de volksvertegenwoordiger of er contacten zijngelegd met de MIVB en, zo ja, wanneer. Heeft de MIVBdaarop gereageerd ?

    Tot besluit pleit de heer De Lille ervoor dat de dienstenvan de MIVB worden gehoord door de bijzondere commis-sie.

    ** *

    De heer Jean-Paul Gailly stelt voor dat de vragen vanmeer technische en historische aard schriftelijk worden be-antwoord. De gevraagde documenten zullen eveneens be-zorgd worden aan de commissie.

    quelle mesure, a-t-il été mis au courant des enjeux auxquelsétait confrontée l’administration dont il prenait la directiongénérale et, singulièrement, de ce qui avait été fait et de cequi restait à faire en ce qui concerne les tunnels ?

    Le député se demande quels montants ont concrètementété investis dans les tunnels, depuis la création de la Ré-gion, en frais d’études et de rénovation.

    M. Bruno De Lille constate que l’administration ne dis- pose pas de toute l’information utile quant aux tunnels,qu’il s’agisse de leur état ou même de leurs plans, et s’in-terroge dès lors sur la manière dont s’est passé le transfertde compétence du fédéral vers la Région. Dans quel étatse trouvaient les tunnels : un état des lieux a-t-il été dresséà l’époque ? Quels accidents sont imputables à l’état destunnels (le député a retrouvé la trace d’un accident survenu

    en décembre 1991 suite à la chute d’un morceau du pla-fond du tunnel Montgomery) ? Quelles mesures ont alorsété prises ?

    Les documents formant le masterplan portent pour unelarge part sur les mesures à prendre en matière de préven-tion des incendies, d’interventions techniques et de misesen conformité avec les normes européennes actuelles; il n’yest guère question de la pérennité structurelle des tunnels.À cet égard, le masterplan relève que le tunnel Montgome-ry est celui dont l’état structurel requiert les travaux les plus

    urgents, suivi par les tunnels Léopold II et Stéphanie. Lesdéveloppements récents ont inversé cet ordre : il a fallu fer-mer en urgence le tunnel Stéphanie et le tunnel Léopold IIsuscite de vives inquiétudes. Comment cela se fait-il ?

    Il semble que des infiltrations aient dégradé le béton dutunnel Stéphanie. De quel type de dégradations s’agit-il etne doit-on pas craindre que d’autres tunnels présentent lemême problème d’infiltrations ?

    Vu les risques que met au jour le rapport Egis 1 pour

    les voies de métro à hauteur du tunnel Stéphanie, le députésouhaiterait savoir si des contacts ont été pris avec la STIBet, dans l’affi rmative, à quel moment. La STIB y a-t-elleréagi ?

    M. De Lille conclut en plaidant en faveur d’une auditiondes services de la STIB par la commission spéciale.

    ** *

    M. Jean-Paul Gailly propose qu’il soit répondu par écritaux questions plus techniques ainsi qu’aux interrogationsd’ordre historique. Les documents demandés seront égale-ment transmis à la commission.

  • 8/17/2019 Rapport de la commission spéciale consacrée à l état des tunnels bruxellois

    14/264

     — 14 — A-308/1 – 2015/2016 A-308/1 – 2015/2016

    Wat de archieven betreft, legt de spreker uit dat er plan-nen verloren zijn gegaan bij de overdracht van de bevoegd-heid van de federale overheid naar het Gewest, waaronderwaarschijnlijk de ontbrekende plannen van de Stefaniatun-nel. De firma Egis Tunnels heeft evenwel niet beweerd datze niet beschikt over plannen waarmee ze in alle voorzich-

    tigheid kan werken.

    Wat betreft de context waarin hij de algemene leidingop zich heeft genomen, legt de heer Gailly uit dat de dos-siers, afgezien van een overeenkomst met de MIVB overoptische vezels, die hij zo snel mogelijk ondertekend heeft,niet op structurele wijze aan hem zijn doorgegeven. Zijninfunctietreding leek meer op een ontdekkingsparcours.Zijn nieuwe teams hadden evenwel een grote verantwoor-delijkheidszin, maar omdat ze zo klein waren, hadden zesoms een gebrek aan motivatie. Er ontbrak in ieder gevaleen transversale aanpak. Eén van de hoofdassen van het

    strategisch en operationeel plan strekt er voortaan toe omdat te verhelpen.

    Eén van de eerste maatregelen van de heer Gailly washet oprichten van een intern specifiek platform voor de tun-nels waarbij alle betrokken teams werden betrokken. Datheeft geleid tot :

     – de oprichting van een crisiscomité om te voorkomendat de hele hiërarchie moet worden geraadpleegd bij hetopenen of sluiten van een tunnel en dat, een jaar na deoprichting, in staat is gebleken om de incidenten snel

    aan te pakken;

     – de uitvaardiging van de minimale voorwaarden voor deexploitatie van de tunnels;

     – de definitie van sluitingsprocedures.

    Voorts werd de spreker snel geconfronteerd met proble-men met de kwaliteit van het beton in een metrotunnel, teweten de Reyers-tunnel, waarvan het plafond bestaat uitde hellingen van het gelijknamige viaduct. Mobiel Brusselheeft toen een voorlopige stutting laten aanbrengen, zodathet openbaar vervoer kon blijven rijden tijdens de drin-gende herstellingen in afwachting van het aantreden vande nieuwe regering. De bodemplaat van het viaduct werdgesloopt en de hellingen zullen volgen. In het kader van diewerken en de voorlopige heraanleg van de laan werden erfysisch-chemische analyses, het nemen van grondmonstersen stabiliteitsanalyses gevraagd. Die worden uitgevoerd. Erzijn twee probleemassen : de as Reyers E40 – Meiser enomgekeerde richting en de as Reyers E40 – Montgomeryen omgekeerde richting. Gelukkig zijn er minder pijnpun-ten in de tunnel naar het centrum. Er wordt al denkwerkverricht over een eventueel mobiliteitsplan wanneer menwerken zal moeten uitvoeren in die tunnels. Er zal overleg

    worden gepleegd met alle betrokken gemeenten.

    De spreker wijst er nog op dat er een samenwerkingspro-tocol op zijn initiatief werd gesloten tussen Mobiel Brussel

    Pour ce qui concerne les archives, l’orateur explique quelors du transfert de la compétence du fédéral au régional,des plans ont été perdus dont probablement les plans man-quants du tunnel Stéphanie. La société Egis Tunnels n’atoutefois pas prétendu qu’elle ne disposait pas des plans lui

     permettant de travailler dans la prudence.

    À propos du contexte dans lequel il a accédé à la direc-tion générale, M. Gailly explique qu’hormis une conventionavec la STIB sur les fibres optiques qu’il s’est empressé designer, les dossiers ne lui ont pas été transmis de manièrestructurée. Son entrée en fonction s’est plus apparentée àun parcours-découverte. Ses nouvelles équipes observaientcertes un grand sens de la responsabilité mais, du fait deleur petite taille, elles manquaient parfois de motivation.L’approche transversale faisait en tout cas défaut; un desaxes majeurs du plan stratégique et opérationnel vise désor-

    mais à y remédier.

    L’une des premières mesures introduites par M. Gailly aété de créer une plateforme interne spécifique aux tunnelsassociant l’ensemble des équipes concernées, dont le tra-vail a débouché sur :

     – l’instauration d’un comité de crise visant à éviter laconsultation de l’ensemble de la hiérarchie préalable-ment à l’ouverture ou à la fermeture d’un tunnel et qui,en place depuis un an, s’est révélé tout à fait à même de

    gérer rapidement les incidents;

     – l’édiction des conditions minimales d’exploitation destunnels;

     – la définition de procédures de fermeture.

    L’orateur a par ailleurs été rapidement confronté à des problèmes liés à la qualité du béton dans un tunnel métro,à savoir le tunnel Reyers, dont le toit est constitué par lesrampes du viaduc du même nom. Bruxelles Mobilité a alors

     procédé à un étançonnement provisoire de manière à per-mettre la circulation des transports en commun durant lesréparations d’urgence et en attendant la mise en place dunouveau Gouvernement. Le tablier du viaduc a maintenantété démoli; les rampes suivront. Dans le cadre de ces tra-vaux et du réaménagement provisoire du boulevard, desanalyses physico-chimiques et des carottages ainsi que desanalyses de stabilité ont été demandées et sont en cours.Deux axes sont problématiques : l’axe Reyers E40 – Mei-ser et retour et l’axe Reyers E40 – Montgomery et retour.Les points de préoccupation sont heureusement plus raresdans le tunnel en direction du centre. Une réflexion est déjàmenée sur un éventuel plan de mobilité lorsque des travauxdevront être effectués dans ces tunnels; toutes les com-

    munes touchées seront alors concertées.

    L’interlocuteur signale encore qu’un protocole de col-laboration a été conclu à son initiative entre Bruxelles

  • 8/17/2019 Rapport de la commission spéciale consacrée à l état des tunnels bruxellois

    15/264

     — 15 — A-308/1 – 2015/2016 A-308/1 – 2015/2016

    en de MIVB om de plannen voor dringende interventie opte stellen enz. Dat bestond niet. Sommige nooduitgangenvan de wegtunnels komen echter uit in metrostations enomgekeerd. De heer Gailly maakt van de gelegenheid ge-

     bruik om erop te wijzen dat niet de MIVB, maar MobielBrussel, meer bepaald haar Directie Infrastructuur van het

    Openbaar Vervoer (DIOV), bevoegd is voor de metro-in-frastructuur.

    Wat de samenwerking met het kabinet betreft, preciseertde spreker dat de huidige minister zeer begaan is met hetdossier van de tunnels.

    Wat de human resources betreft, worden de cellen kunst-werken en elektromechanica samengesteld met het oog ophet onderhoud en toezicht, maar niet met het oog op reno-vatie. Ze zijn zowel bevoegd voor de tunnels als voor de

     bruggen en viaducten, waarvan sommige eveneens hersteld

    moeten worden. Dat was vorige zomer het geval voor via-duct 33, dat is het geval voor de brug van het Klein Ei-land, …

    Gelet op de recente gebeurtenissen, werd beslist om eenverplichte en regelmatige inspectie van alle kunstwerkenin te voeren met een hogere frequentie voor de tunnels (deminister heeft opdracht gegeven om dat om de vier maan-den te doen) dan voor de andere kunstwerken. Gelet op demiddelen van het bestuur, zal die inspectie evenwel wordenuitbesteed. Het bestek wordt opgesteld.

    Wat het overleg met de gemeenten betreft, ziet MobielBrussel er in het algemeen op toe dat er overleg met de betrokken gemeenten wordt gepleegd, gelet op hun ver-antwoordelijkheden inzake veiligheid. Dat is trouwens dereden waarom er een cel partnerschap werd opgericht dieermee belast is de samenwerking met alle partners van het

     bestuur te vergemakkelijken. Zodra Mobiel Brussel ken-nis had van het eerste rapport-Egis, heeft de minister eenvergadering bijeengeroepen waarop de drie betrokken ge-meenten werden uitgenodigd. Dat soort vergadering heeftdaarentegen nog niet plaatsgehad voor de andere tunnels,maar als uit de rapporten zou blijken dat er grote problemenzijn, zouden dezelfde stappen worden gedaan.

    Mobiel Brussel wenst nog alle partners bijeen te brengenrond veiligheid. Het bestuur heeft er aldus voor gezorgd datde DBDMH en de politiezones betrokken worden bij de in-specties. Het bestuur heeft bij die gelegenheid vastgestelddat sommige offi cieren van de DBDMH en de politie detunnels niet goed kennen. In de komende weken zullen zeopleidingssessies krijgen.

    De spreker is een vurig voorstander van de evaluatievan het overheidsbeleid. In dat verband blijft het master- plan een goed referentie-instrument wat de methodologie

    en de erin vervatte structurele aanbevelingen betreft, maarhet moet worden bijgewerkt. Een eerste update op basisvan alle beschikbare vaststellingen, stabiliteitsanalyses enfysisch-chemische analyses zal aldus moeten worden uit-

    Mobilité et la STIB dans le cadre de la mise au point de plans d’intervention d’urgence, etc. Cela n’existait pas. Or,certaines sorties de secours de tunnels routiers débouchentdans des stations de métro, et inversement. M. Gailly pro-fite de l’occasion pour rappeler que l’infrastructure du mé-tro ne relève pas de la STIB mais de Bruxelles Mobilité

    et, particulièrement, de sa direction de l’Infrastructure desTransports publics (DITP).

    Pour ce qui concerne la collaboration avec le cabinet,l’orateur précise que le Ministre actuel est extrêmement

     préoccupé par le dossier des tunnels.

    Sur le plan des ressources humaines, les cellules ou-vrages d’art et électromécanique sont formatées en vue del’entretien et de la surveillance, mais pas de la rénovation,et qu’elles sont en charge tant des tunnels que des ponts etdes viaducs, dont certains nécessitent également des répa-

    rations. C’était le cas l’été passé du viaduc 33; c’est le casdu pont de la Petite-Île …

    Au vu des derniers événements, il a été décidé d’ins-taurer une inspection obligatoire et régulière de tous lesouvrages d’art, avec des fréquences plus rapprochées pourles tunnels (l’instruction ministérielle est de le faire tousles quatre mois) que pour les autres ouvrages d’art. Vu lesmoyens de l’administration, cette inspection sera toutefoissous-traitée. Le cahier des charges est en cours d’écriture.

    À propos de la concertation avec les communes, BruxellesMobilité veille de manière générale à organiser une concer-tation avec les communes concernées notamment vu leursresponsabilités en matière de sécurité. C’est d’ailleurs laraison pour laquelle a été créée une cellule partenariat char-gée de faciliter la collaboration avec l’ensemble des parte-naires de l’administration. De manière plus précise, dès queBruxelles Mobilité a eu connaissance du premier rapportEgis, le Ministre a convoqué une réunion à laquelle étaientconviées les trois communes touchées. Ce type de réunionn’a par contre pas encore eu lieu à propos des autres tunnelsmais, s’il devait ressortir des rapports que des soucis gravesse posaient, une même démarche serait initiée.

    Bruxelles Mobilité désire encore associer tous les parte-naires en termes de sécurité. L’administration a ainsi veilléà associer le SIAMU et les zones de police aux inspections.Il a été constaté à cette occasion que la réalité des tunnelsétait parfois méconnue de certains offi ciers du SIAMU etde la police. Dans les semaines qui viennent, des séancesde formation leur seront dès lors dispensées.

    L’interlocuteur se dit encore fervent partisan de l’éva-luation des politiques publiques. À ce propos, le master- plan continue à constituer un bon outil de référence pour ce

    qui est de la méthodologie et des recommandations struc-turelles y émises, mais il doit être actualisé. Une premièremise à jour basée sur l’ensemble des constats, analyses destabilité et analyses physico-chimiques disponibles devra

  • 8/17/2019 Rapport de la commission spéciale consacrée à l état des tunnels bruxellois

    16/264

     — 16 — A-308/1 – 2015/2016 A-308/1 – 2015/2016

    gevoerd door de firma Egis Tunnels tegen eind maart. Inafwachting blijft het masterplan het referentiedocument.

    Mobiel Brussel heeft natuurlijk aan de dringende maat-

    regelen gewerkt. Sommige zijn uitgevoerd, andere wordenuitgevoerd. De plaatsen in de Hallepoort-, Louiza-, Troon-,Belliard-, Reyers- en Stefaniatunnel die ongevallen kunnenveroorzaken, werden beveiligd. In alle tunnels zijn er vi-deocamera’s. De Rogier-, Leopold II-, Kruidtuin- en Jubel-

     parktunnel beschikken thans over een systeem voor auto-matische detectie van incidenten. Een dergelijk systeem zaldit jaar geïnstalleerd worden in de Hallepoort- en Troon-tunnel; de andere tunnels zullen volgen. De Belliard- enLeopold II-tunnel zullen over een week uitgerust zijn methet volledige sluitingssysteem. De inrichtingen om de toe-gang van de vrachtwagens te beletten zullen geïnstalleerdworden in de Leopold II- en Belliardtunnel en de portieken

    met lamellen zullen in augustus van dit jaar en in januariworden geplaatst. De andere tunnels zullen volgen.

    Wat de snelheidsbeperking en de verkeersveiligheid be-treft, zal de trajectcontrole eerst ingevoerd worden in deLeopold II- en Belliardtunnel en zou, op verzoek van deminister en de staatssecretaris, dit jaar operationeel moetenzijn. Op basis van de ervaring in die eerste tunnels zal deregeling al dan niet worden uitgebreid tot andere tunnels. Inafwachting zal de LIDAR beurtelings en in coördinatie metde politiezones worden gebruikt in de Hallepoort-, Tervu-ren-, Rogier-, Jubelpark- en Reyerstunnel.

    Als reactie op het rapport-SECO wordt de laatste handgelegd aan een planning voor het plaatsen van netten in degevaarlijkste tunnels, namelijk de Troon-, Montgomery-,Tervurentunnel, enz. Die planning zal eind deze maandklaar zijn. Voor de Montgomery-, Georges Henri- enReyerstunnel tussen de E40 en Montgomery enerzijds enMeiser anderzijds worden de aanvullende stabiliteitsstudiesgeanalyseerd. Er worden fysisch-chemische analyses uitge-voerd voor de Reyers-, Leopold II- en Stefaniatunnel.

    Wat meer bepaald de Stefaniatunnel betreft, zijn er topo-grafische meettoestellen ingevoerd, maar die hebben op ditogenblik geen enkele beweging gedetecteerd. Dat verklaartwaarom het bureau Egis Tunnels geen enkele bijkomendemaatregel aanbeveelt, onder meer voor de Louizatunnel.Voorts is er geen verbinding tussen de structuur van demetrotunnel en de structuur van de wegtunnels. Er is geenenkele interactie mogelijk.

    *

    * *

    Mevrouw Céline Delforge vraagt waarom de diagnosewaarnaar de recente rapporten verwijzen, niet vroeger werdaangevraagd en waarom de dringende maatregelen zolangna de formulering werden uitgevoerd.

    ainsi être finalisée par la société Egis Tunnels pour la fin dumois de mars. En attendant, le masterplan continue à servirde document de référence.

    Bruxelles Mobilité a évidemment travaillé sur les me-

    sures d’urgence. Certaines ont été réalisées; d’autres sonten cours de réalisation. Les points identifiés comme acci-dentogènes dans les tunnels Porte de Hal, Louise, Trône,Belliard, Reyers et Stéphanie ont été securisés. La couver-ture vidéo a été réalisée pour tous les tunnels. Les tunnelsRogier, Léopold II, Botanique et Cinquantenaire disposentactuellement d’un système de détection automatique d’in-cidents; un tel dispositif sera installé dans les tunnels Portede Hal et Trône cette année; les autres suivront. Le dispo-sitif complet de fermeture équipera d’ici une semaine lestunnels Belliard et Léopold II. Les gabarits pour empêcherl’accès des poids lourds seront en place pour les tunnelsLéopold II et Belliard, les portiques à lamelles le seront

    en août de cette année et en janvier; les autres tunnels sui-vront.

    En ce qui concerne la limitation de vitesse et la sécu-rité routière, la mise en place du contrôle de trajet débuteradans les tunnels Léopold II et Belliard et, à la demande desMinistre et Secrétaire d’État, devrait être concrétisée cetteannée. Sur la base de l’expérience menée dans ces premierstunnels, le dispositif sera étendu ou pas à d’autres. En atten-dant, le lidar est déployé, alternativement et en coordina-tion avec les zones de police, dans les tunnels Porte de Hal,Tervueren, Rogier, Cinquantenaire et Reyers.

    En réaction au rapport SECO, dans les tunnels les plus préoccupants que sont les tunnels Trône, Montgomery, Ter-vueren, etc., un planning de pose de filets est en cours definalisation et devra être achevé à la fin de ce mois. Pour lestunnels Montgomery, Georges Henri et Reyers entre l’E40et Mongomery d’une part, Meiser d’autre part, les étudesde stabilité complémentaires sont en cours d’analyse. Desanalyses physico-chimiques sont en cours pour les tunnelsReyers, Léopold II et Stéphanie.

    En ce qui concerne spécifiquement le tunnel Stéphanie,des mesures topométriques ont été mises en place maisn’ont pour l’instant détecté aucun mouvement. Cela ex-

     plique que le bureau Egis Tunnels ne recommande aucunemesure supplémentaire, notamment pour le tunnel Louise.Il n’y a par ailleurs pas de liaison entre la structure du tun-nel métro et la structure des tunnels routiers; aucune inte-raction n’est possible.

    *

    * *

    Mme Céline Delforge se demande pourquoi le diagnos-tic dont rendent compte les rapports récents n’a pas étédemandé plus tôt et pourquoi les mesures urgentes ont étémises en œuvre si longtemps après leur formulation.

  • 8/17/2019 Rapport de la commission spéciale consacrée à l état des tunnels bruxellois

    17/264

     — 17 — A-308/1 – 2015/2016 A-308/1 – 2015/2016

    De volksvertegenwoordigster herhaalt haar vraag overde beslissing van het bestuur om bepaalde wandbekledin-gen te behouden tijdens de inspectie.

    De heer Jean-Paul Gailly legt uit dat het bestuur in actie

    is geschoten, zodra het eerste probleem werd gemeld. Deteams van Mobiel Brussel leveren vandaag grote inspan-ningen.

    De heer Vincent Thibert, verantwoordelijk ingenieurvan de cel kunstwerken bij Mobiel Brussel, voegt eraan toedat de wegtunnels geïnspecteerd worden volgens regels diedestijds waren opgesteld door de federale overheid en om-gezet zijn in reglementen. Tenzij er bij een visuele inspectieeen vermoeden van een groot risico rijst, is het gebruike-lijk dat de wandbekledingen niet worden verwijderd bijhet inspecteren van de structuren. De operatie in november

    2015 werd opgestart nadat er beton in de Rogiertunnel waslosgekomen. Daaruit werd besloten dat het einde van delevenscyclus van de kunstwerken in zicht was en dat dewandbekledingen niet meer mochten worden behouden.Die wandbekledingen dienen als bescherming tegen branden dienen voor ventilatie. De risico’s bij het verwijderenzouden groter kunnen zijn dan de risico’s die men tracht te

     beheersen. In de Stefaniatunnel waren er indicaties van in-filtratie, waardoor de zijwanden werden verwijderd en menkon vaststellen dat er op grote stukken geen omhullingsbe-ton was, zodat de tunnel moest worden gesloten.

    Mevrouw Céline Delforge vraagt of het huidige vervalal zichtbaar was in 2010.

    De heer Vincent Thibert antwoordt ontkennend. Hetlaatste ernstige risico dat in het kader van een inspectievan de Stefaniatunnel vastgesteld werd, dateert van 2002.Uit een rapport bleek toen de noodzaak om werken uit tevoeren aan de uitgang van de tunnel aan het Poelaertpleinom een catastrofe te voorkomen. Van 2007 tot 2009, na deuitvoering van studies en de aanstelling van bedrijven, isdit deel van de overdekking volledig vervangen door eennieuwe platen- en balkenstructuur die vandaag in perfecte

    staat is. Noch in 2002, noch in 2010 kon men vermoedendat het recente probleem zou ontstaan. Grondige inspectieszoals die nu uitgevoerd worden, kunnen echter niet syste-matisch gebeuren voor het geheel van de kunstwerken.

    De heer Jean-Paul Gailly preciseert dat het net is om tevoorkomen dat dergelijke situaties ontstaan dat de opdrachtuitbesteed zal worden. Mobiel Brussel heeft overigens aande minister voorgesteld om een extern certificeerder voorde veiligheid aan te stellen; de leidend ambtenaar die ver-antwoordelijk is voor deze opdracht zal niet tot de dienst

     behoren die bevoegd is voor het onderhoud van de tunnels.

    De heer Vincent De Wolf meent dat hij geen antwoordgekregen heeft op zijn vraag over de voorlegging van hetmasterplan aan de regering.

    La députée réitère sa question relative à la décision del’administration de maintenir certains bardages pendantl’inspection.

    M. Jean-Paul Gailly explique que l’administration s’est

    attelée à la tâche dès l’apparition du premier indice. Lesefforts déployés par les équipes de Bruxelles Mobilité sontaujourd’hui conséquents.

    M. Vincent Thibert, ingénieur, responsable de la celluleouvrages d’art à Bruxelles Mobilité, ajoute que les tunnelsroutiers sont inspectés selon des règles édictées à l’époque

     par le fédéral et transposées dans des règlements. Sauf sus- picion de risque grave lors de l’inspection visuelle, il estde bonne pratique de ne pas enlever les bardages en vue del’inspection des structures. L’opération lancée en novembre2015 fait suite à la chute de béton dans le tunnel Rogier.

    Ces bardages remplissent un rôle en termes de protectioncontre l’incendie, de ventilation … Les risques générés parleur démontage pourraient être plus importants que ceuxque l’on tente de gérer. Le tunnel Stéphanie manifestait,lui, des signes d’infiltration qui ont conduit à des décapagesqui, eux-mêmes, ont permis de déceler la mauvaise qualitédu béton d’enrobage sur des zones étendues, de sorte qu’ila fallu fermer le tunnel.

    Mme Céline Delforge désirerait savoir si les dégrada-tions actuelles étaient déjà perceptibles en 2010.

    M. Vincent Thibert répond par la négative. Le dernierrisque grave recensé dans le cadre d’une inspection du tun-nel Stéphanie date de 2002. Un rapport avait alors relevé lanécessité d’agir à la sortie du tunnel située place Poelaertsous peine de catastrophe. De 2007 à 2009, après la réalisa-tion des études et la désignation des entreprises, cette partiede la toiture a été intégralement remplacée par une nou-velle structure poutre dalle aujourd’hui dans un état impec-cable. Tant en 2002 qu’en 2010, rien ne laissait supposer le

     problème décelé il y a peu. Des inspections approfondies,telles que celle effectuée pour l’instant, ne peuvent toute-fois être réalisées de manière systématique sur l’ensembledes ouvrages.

    M. Jean-Paul Gailly précise que c’est justement pouréviter ce genre de situations que la mission va être externa-lisée. Bruxelles Mobilité a par ailleurs proposé au Ministrede désigner un agent certificateur de sécurité externe; lefonctionnaire dirigeant responsable de ce marché n’appar-tiendra pas au service en charge de l’entretien des tunnels.

    M. Vincent De Wolf estime ne pas avoir reçu de réponseà sa question sur la transmission du masterplan au Gouver-nement.

  • 8/17/2019 Rapport de la commission spéciale consacrée à l état des tunnels bruxellois

    18/264

     — 18 — A-308/1 – 2015/2016 A-308/1 – 2015/2016

    Het verbaast de volksvertegenwoordiger dat tussen dediagnose en vandaag slechts vier systemen voor automati-sche detectie van incidenten geplaatst zijn.

    De heer De Wolf vraagt dat het Parlement de analyserap- porten zou krijgen die volgens de heer Jean-Paul Gailly omde vier maanden opgesteld zouden worden.

    Hij vraagt ook dat de stabiliteitsstudie van eind januari bij de werken van de bijzondere commissie gevoegd zouworden.

    De spreker vraagt tot slot meer details over de beslissingom de Montgomerytunnel niet te sluiten, ondanks de struc-turele problemen die in het masterplan  beschreven zijn.Onder welke voorwaarden wordt een dergelijke beslissinggenomen ? Wie krijgt het laatste woord : de directeur-gene-

    raal, de minister of beiden ?

    De heer Jean-Paul Gailly preciseert dat het tunnelplat-form, het crisiscomité, de minimale exploitatievoorwaar-den en de procedures voor sluiting onder zijn directie totstand gekomen zijn.

    De spreker voegt eraan toe dat hij niet bij Mobiel Brus-sel werkte voordat hij directeur-generaal werd; hij was di-recteur-generaal bij de federale overheid en was met name

     belast met het Beliris-akkoord. De heer Gailly is dan ookniet in staat om informatie te bezorgen over een periode

    waarvoor hij over geen informatie beschikt.

    De heer Vincent Thibert legt uit dat de Montgomerytun-nel wel een problematische zone is, maar dat de problemenlokaal zijn aangezien het