Contre la mélancolie

NouvellesNieuwsblad

CONSISTORIALES

Avril 2003 - Nissan 5763Trimestriel

Driemaandelijks

Edité par le Consistoire Central Israél i te de Belgique • Centraal Israël i t isch Consistor ie van België Hoofdredacteur en verantwoordel i jke uitgever: Michel Laub, secretar is-generaal C.I.C.B.

Rue J. Dupont, 2 - 1000 Bruxelles • Tel. 02/512.21.90 • Fax: 02/512.35.78 • E-mail: consis@online.be • www.jewishcom.be

Editorial

1

Belgique - België

PP-PB1000 Bruxelles 1

1/1300

Membre de l’Union des Editeurs de la Presse Périodique

Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers

Editorial . . . . . . . . . . . . 1

Nieuws uit Nederland . . . 2-3

La maman d’un enfant juif agressé témoigne . . . . . . 4

Le Goethe Institut Inter Nationes . . . . . . . . . 5

Le Problème du Divorce . . . . . . . . . . . . . 6

Colloque « Démographie et avenir du peuple Juif » . . . 7

Musée Juif de Belgique . . . 7-8

Nieuws van het Joods Museum van Deportatie en Verzet, Mechelen . . 9-10

Quelques parutions récentesOnlangs verschenen . . .11-12

Un témoignage du Grand Rabbin Max Warschawski :le Grand Rabbin Robert Dreyfus(1913-2002) . . . . . . . .12

SommaireInhoud

16

CONSISTORIAAL

Contre la mélancolie est le titre d’un livre merveilleux d’Elie Wiesel, danslequel le lauréat du Prix Nobel de la Paix retrace les plus belles pages du has-

sidisme et de l’éthique extraordinaire de ses maîtres les plus charismatiques. Le titre de l’ouvrage en dit déjà très long sur le message qu’il veut transmettre etconstitue à lui seul tout un programme.

Par les temps qui courent, il ne me semble - malheureusement – pas inutile de nous pencher un peuplus avant sur ce programme.Dans le très fameux texte du chapitre 3 de Kohelet (l’Ecclésiaste), on peut lire qu’il y a un temps pourtoute chose :« un temps de naître et un temps de mourir, un temps de planter et un temps d’arracher ce qui est planté,un temps de tuer et un temps de guérir, un temps de démolir et un temps de bâtir, …, un temps de se taireet un temps de parler, un temps d’aimer et un temps de haïr, un temps de guerre et un temps de paix »On n’y parle cependant pas d’un « temps de déprime »… et pour cause .Le judaïsme, et plus particulièrement l’un de ses courants majeurs, le hassidisme, considère qu’il ne fautjamais se laisser submerger par le désespoir, laisser tomber les bras ou sombrer dans la mélancolie, quoiqu’il arrive. Rabbi Nachman de Bratslav, dans ses élans d’optimisme militant, disait qu’ « il est interditd’être vieux » et aussi: kol ha-olam koulo, guèchère tsar me’od, ve-ha ikkar, lo lefa’hed klal : « le mondeentier est un pont très étroit et ce qui est essentiel, c’est de n’avoir jamais peur ».Aujourd’hui, les médias, se faisant l’écho des situations politique et économique qui connaissent des heuresparticulièrement pénibles sur le plan planétaire, nous bombardent de nouvelles qui n’ont ceci de positif quele fait qu’elles sont – généralement- moins sombres que celles… du lendemain…A lire un journal, à écouter un poste de radio, à regarder la télévision, on est, en ce moment, en danger réelde découragement total. Les notions de nuance et d’introspection semblent avoir perdu tout crédit.Se référer aux événements les plus tragiques du siècle dernier et au courage des peuples et des personnesindividuelles qui ont su réagir à ces événements avec dignité et détermination, ne semble plus être une prio-rité de la mémoire collective de notre génération. Oublié, voire méprisé, le courage exemplaire de certaines des nations (et non des moindres !) des libéra-teurs de 1944 – 1945.Quant au peuple juif, victime la plus cruellement atteinte par la barbarie nazie et ses innombrables colla-borateurs, il est aujourd’hui à nouveau agressé au quotidien.Il est donc plus actuel que jamais de s’inspirer à nouveau d’un maître tel que Rabbi Nachman.: « ce quiest essentiel, c’est de n’avoir jamais peur ».N’ayons pas peur. Ni peur de ce qui peut arriver, ni peur de dénoncer les dérives de tous les démarcheursqui nous abreuvent de leur discours moralisateurs de la bonne conscience universelle.Ni peur de rappeler sans cesse que celui qui néglige le passé, est peut-être condamné à devoir le revivre, ycompris dans sa dimension la plus funeste. Et ce risque-là, l’espèce humaine ne peut en aucun cas se permettre de le courir.

Michel Laub, secrétaire général

Een Torarol in de ruimteEen Torarol die de Nederlandse opper-rabbijn Simon Dasberg met zich meehad genomen toen hij werd gedepor-teerd naar het Duitse concentratie-kamp Bergen Belsen, bevond zich aanboord van de spaceshuttle die op 1februari 2003 bij terugkeer in dedampkring verongelukte. De eersteIsraëlische astronaut, Ilan Ramon, hadde Torarol mee op ruimtereis geno-men. Over de ongelooflijke weg diehet met de hand op perkamentgeschreven Sefer Tora (Torarol) heeftafgelegd voor dat het in de ruimtewerd vernietigd, tesamen met Ramonen de zes andere astronauten in hetruimteschip, stond onderstaand artikelop Ynet, vertaald door Jitsgak Moëd.

De Israëlische astronaut Ilan Ramonnam een kleine Sefer Tora met zichmee de ruimte in die prof. JehojachinJosef van de Universiteit van Tel Avivzijn leven lang bij zich heeft gedragen,sinds hij er uit voorgedragen heeft opzijn Bar Mitswa (viering religieuzemeerderjarigheid op 13e verjaardag)in Bergen Belsen. Professor Josef con-troleerde het Israëlische team dat hetexperiment met Ramon in de ruimteuitvoerde.“Ik was met mijn broer in Bergen Bel-sen en sliep in dezelfde barak als deNederlandse Opperrabbijn Dasberg.Die ontdekte dat ik bijna dertien jaarwas en besloot een Bar Mitswa vieringte regelen. Ik begreep toen niet precieswat hij van plan was, maar nu begrijpik dat hij op die wijze de hele barakeen 'energie-prikkel' wilde geven. Deopperrabbijn had een heel kleine SeferTora met zich meegenomen naar hetconcentratiekamp. Uit dat Sefer heb ik's nachts de parasja geleerd, tot we opeen bepaalde dag, vroeg in de ochtend,de Bar Mitswa hebben gevierd. Dehele barak deed mee, ik heb een droos-je (voordracht) gehouden. Na afloop

van de ceremonie zei hij tegen me:“hou dat Sefer Tora maar bij je, jehebt meer kans dan ik om hier levendvandaan te komen, je moet me alleenbeloven dat je het verhaal verder zultvertellen.” Twee maanden later washij dood”.Door een speling van het lot ontsnap-te Josef uit Bergen-Belsen met behulpvan een vals Salvadoraans paspoort,kwam in Israël terecht en werd eenvooraanstaand wetenschapper, gespe-cialiseerd in ruimtelijke en atmosferi-sche natuurkunde. Jaren lang had hijmoeite om over zijn kampjaren te ver-tellen en over de verschrikkelijke tafe-relen waar hij getuige van wasgeweest. Maar dat kleine Sefer Torahield hij steeds bij zich.“Toen mijn kleinkinderen grootgenoeg waren, heb ik hen het verhaalverteld, en toen hebben we samen eenklein Aron Kodesj (kast waarin deTorarollen worden bewaard) gemaakten met het gebruikelijke ceremonieelhebben we het Sefer Tora er ingeplaatst. Ilan Ramon kwam bij mijop bezoek, zag het Aron Kodesj enstelde er vragen over. Ik toonde hemhet Sefer Tora en vertelde hem het ver-haal. Hij was geschokt. Hij zei dat hijgeschokt was als Jood maar ookomdat zijn moeder een overlevendevan de Sjoa was. Hij wilde nadenkenover wat hij er mee kon doen.”“Een paar maanden later vroeg hijmijn akkoord voor zijn plan het Sefermee de ruimte in te nemen om het tetonen als symbool voor het hele jood-se volk. Na enig aarzelen stemde iktoe. Ik heb Ilan toen ook mijn geschre-ven herinneringen laten lezen. Hetheeft hem diep geroerd. Hij ontdektedat ik het allemaal beleefd had toen ikzo oud was als zijn zoon. Hij liet hetook lezen aan zijn collega-astronau-ten.In zijn memoires schrijft prof. Josefdat hij, jaren na de bevrijding, nog

nachtmerries had over het kamp. Hijheeft die toen verdrongen en er metzijn vrouw en kinderen nooit overgesproken. Slechts kort geleden, toenhij besefte dat er nog maar weinigoverlevenden zijn, besloot hij zijn ver-haal te vertellen.Vandaag toonde Ramon het SeferTora aan de hele wereld tijdens depersconferentie die ter zijner ere in deruimte gehouden werd. Bij die gele-genheid sprak hij ook met Minister-president Sharon en met de Ministervan Wetenschappen Limor Livnat.Daarmee heeft Ramon de cirkel geslo-ten. Jehojachin Josef heeft zijn belofteaan Opperrabbijn Dasberg vervuld,het verhaal is nu verteld. En al zijn debegrippen van Sjoa en wederopstan-ding versleten, men ontkomt niet aanhet gevoel van de symbolische krachtvan het verhaal van die Sefer Tora, diezo een lange weg heeft afgelegd vanafhet concentratiekamp Bergen Belsennaar de handen van de eerste Israëliërin de ruimte.

Europese ConventieDe Europese Unie is onder leidingvan de Fransman Valéry Giscard d’Estaing bezig een zgn. EuropeseConventie te vervaardigen. NIK-secretaris Ruben Vis heeft een memo-randum vervaardigd dat is inge-bracht bij het European Jewish Con-gress. Dit memorandum blijkt, voorzover bekend, het eerste initiatief inEuropa te zijn om de belangen van deJoodse gemeenschap bij de inhoudvan deze conventie in te brengen.Onder meer wordt bepleit de inbed-ding in de conventie van de erken-ning van de bijdrage van het Joden-dom aan de civilisering van Europa,de vrijheid van godsdienst zowelindividueel beleden als in collectieveof institutionele zin, de uniciteit vande Sjoa, en het antisemitisme

NIEUWS UIT

NEDERLAND

2

Nieuws uit Nederland(bron : Dhr. Ruben Vis,

AntisemitismeDe Nederlandse bisschoppenconfe-rentie heeft zich in een verklaringbezorgd getoond om het groeiendantisemitisme in West-Europa, waar-onder ook Nederland. In reactiedaarop schreef het Nederlands-Israë-litisch Kerkgenootschap aan debischoppen:

“Met grote waardering namen wijkennis van uw aan de vooravondvan de Dodenherdenking uitge-brachte verklaring inzake het toene-mend antisemitisme in West-Europe-se landen, waaronder Nederland. Op4 mei datgene te gedenken wat gedu-rende de jaren ’40-’45 heeft plaats-gevonden, neemt naarmate deafstand in tijd tot die periode groeiten naarmate de samenstelling van desamenleving verandert, in belangtoe.Uw verklaring beschouwen wij alseen uiting van steun aan het adresvan onze gemeenschap die sinds eeu-wen in de grootst mogelijke harmo-nie haar plaats inneemt in de Neder-landse maatschappij naast anderegeloofsgemeenschappen, slechts -maar ernstig – geïnterrumpeerd doorde donkerste jaren in de geschiedenisvan het Joodse volk.Wij onderschrijven ten zeerste het-geen u opmerkt ten aanzien van hetkunnen uiten van uiteenlopendepolitieke opvattingen en het kunnenleveren van kritiek op politieke keu-zes of het feitelijk optreden vanbeide partijen. Met u zijn wij vanmening dat het innemen van een opi-nie hier in Nederland niet met hetuiten van haat en het gebruik vangeweld gepaard mag gaan. In eendemocratische samenleving als deNederlandse is men natuurlijk engelukkig (!) vrij politieke keuzes temaken. Het is echter ontoelaatbaarom een politieke keuze te koppelen

aan verbaal en fysiek gewelddadiggedrag.Helaas is een verklaring als de uwebittere noodzaak gebleken nadat talvan Joodse Gemeenten in voorname-lijk Frankrijk, België, Groot-Brittan-nië en Duitsland slachtoffer zijngeworden van antisemitisch geweld.Het antisemitisme van de laatstemaanden kent in West-Europa zijngelijke niet sinds 1945. Nimmersindsdien werden synagogen inbrand gestoken, gingen Torarollen invlammen op en werden Joodse insti-tuten slachtoffer van bomaanslagen.Nimmer ook werden als zodanigherkenbare joden belaagd, bedreigd,staande gehouden, uitgescholden enbespuugd. Ook in Nederland zijn alszodanig herkenbare joden daarslachtoffer van.”

De door voorzitter, secretaris enNIK-rabbijn ondertekende briefbevat voorts de woorden die het NIKrichtte aan de kabinetsinformateurmet betrekking tot haar bezorgdheidinzake antisemitisme.

Het Centraal Joods Overlegheeft zich tot de Franseambassadeur in Den Haaggericht in verband met degolf van antisemitische actiesin Frankrijk. CJO-secretarisRuben Vis nam het initiatiefom andere Europees-Joodsegemeenschappen eveneenszich in bezorgdheid uit telaten tegenover de Franseambassadeur in hun land.Het CJO schreef aan de ambassa-deur in Den Haag:

“Met grote bezorgdheid nemen wijkennis van de voortdurende golf van

aanvallen op joodse personen eninstellingen in Frankrijk. Wij signale-ren dat er een gevaarlijke minderheidbestaat binnen de allochtone bevol-king van uw land die haat jegensjoden predikt, en die aanvallen opjoodse personen en instellingen sti-muleert en uitvoert. Joden zijn daar-mee bij uitstek het doelwit van eenbredere aanval, n.l. een aanval opwesterse waarden en op de befaamdegrondslagen van de Franse republiek. Wij dringen er bij de Franse regeringop aan de tegen de joodse bevolkingvan uw land gerichte aanvallen tenscherpste te veroordelen en de justi-ficatie van deze daden met eenberoep op de huidige situatie in hetMidden-Oosten ondubbelzinnig af tewijzen. Voorts verzoeken wij u te bewerk-stelligen dat passende maatregelenworden genomen om de geweldgolfstop te zetten, daders te traceren enuw joodse bevolking te beschermen.Het is aan de overheid, i.c. de Fran-se overheid, te garanderen dat haarinwoners veilig kunnen wonen, levenen hun geloofsopvatting kunnenbelijden. Uw regering is er ongetwijfeld vanop de hoogte dat vanuit de Frans-joodse gemeenschap er geen aanval-len zijn geweest op islamieten, opislamitische instellingen of op deislam als religie. Wij roepen u op de hoogste prioriteitte geven aan het intensiever verstrek-ken van educatie en voorlichting tenaanzien van democratische normenen waarden aan uw inwoners. Metname Holocaust-educatie is hierbijvan belang: als een voorbeeld vanhoe raciale vooroordelen kunnen lei-den tot de grootste misdaden jegensde mensheid, en als onderdeel vaneen bredere agenda met betrekkingtot onderling respect tussen bevol-kingsgroepen.

3

NIEUWS UIT

NEDERLAND

Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap, NIK)

Accueillis sur le quai par des jetsde pierres et des insultes (« sales

juifs », faut-il le préciser ?), lancés parun groupe d’environ vingt jeunesmaghrébins menaçants, les lycéens sesont cru sauvés par l’arrivée rapide dutram 55. Or celui qui fermait lamarche s’est fait attraper avant demonter dans le wagon, jeter à terre,rouer de coups de pied et de coups depoings, huer par l’assistance. Aucundes adultes présents n’a réagi pourarrêter la bagarre ni prêter main forteà la jeune victime malmenée par 5 ou6 gaillards déterminés à le passer àtabac. Trois de ses copains, redescen-dus du tram pour lui porter secoursont également reçu des coups. Leconducteur est intervenu en alertant ledispatching et en appelant au calme.

L’incident n’a pas duré plus de cinqminutes mais sa gravité n’en est queplus éclatante.Trois plaintes ont été déposées par lesvictimes dans leur commissariat res-pectif. Le centre pour l’Egalité desChances, le Mrax et le CCOJB ont, àleur tour, saisi le Parquet.Dans son communiqué daté du 11mars, le CCOJB souligne qu’ « aucunecause, quelle qu’elle soit, ne donne le

droit d’utiliser l’arme du racisme.Aucun militantisme n’autorise qui quece soit à user de la violence contre sesconcitoyens, a fortiori contre desjeunes lycéens. En Belgique, l’antisémi-tisme et la xénophobie sont punis-sables par la loi ».Justice et réparation pour l’agressionsubie par leurs enfants, telles sont lesdemandes immédiates des parentsqui se tournent vers les pouvoirspublics afin qu’ils prennent desmesures pour garantir la sécurité et lerespect de tous les citoyens dans lecontexte actuel.

Parallèlement, une première rencontrea eté organisée dans l’urgence le ven-dredi 14 mars, dans l’enceinte del’Athénée Maïmonide, réunissant ladirection de l’établissement, desparents, le bourgmestre d’Anderlecht,le chef de cabinet du bourgmestre deBruxelles, Judith Kronfeld, directricedu CCOJB et des représentants de lacommunauté musulmane. Ces derniersont surtout regretté de devoir leur pré-sence au sein de l’école juive à un évé-nement aussi grave mais ont tenu parleur présence à condamner l’agressionet proposer leur soutien à toute initia-tive de rapprochement intercommu-

nautaire. « Nous avons fait passer unmessage dans les mosquées de plu-sieurs communes pour que les imamscondamnent ces actes lors du sermonde la prière du vendredi » a expliquéJamal Habachich, secrétaire de laFédération des enseignants de religionislamique et responsable de l’Uniondes mosquées de Bruxelles et du Bra-bant. Il était accompagné de deux ins-pecteurs des cours de religion isla-mique, invités également, ainsi queMohamed ER-Roukhou, président deCitoyenneté Plus et instigateur de cettepremière rencontre.

Le plus difficile pourtant reste à faire :comment prévenir l’escalade des agres-sions antisémites du fait d’une partiede la communauté d’origine maghrébi-ne ? Comment agir pour établir descontacts qui mènent au moins au res-pect de notre appartenance ? Un longet difficile travail de médiation sur leterrain s’avère nécessaire. Tout lemonde en est conscient, mais aumoment où les mots doivent se trans-former en actions, c’est encore des « victimes » elle-mêmes qu’on attendles solutions.

Agnès Bensimon

ANTISÉMITISM

E

4

La maman d’un enfant juif agressé témoigneL’agression antisémite dont a été victime un groupe de huit élèves de l’Athé-nénée Maïmonide âgés de 13 à 17 ans, le 10 mars dernier après la sortie descours, dans la station de métro Lemonnier n’est hélas, pas un incident isolé.Quinze jours auparavant, deux jeunes du mouvement Bne Akiva se faisaientmolester par des adolescents maghrébins, non loin de la synagogue Maale,à Uccle. La liste des actes antisémites perpétrés depuis 2001, divulguée surle net par Media Eyes , a de quoi susciter notre inquiétude.Mais la violence et la haine collectives manifestées à l’encontre les lycéensde l’école Maïmonide , ce lundi 10 mars ont atteint un seuil effrayant.

Nous avions déjà évoqué, il y a quelque temps, la colla-boration entre le Consistoire et le Goethe Institut pour

l’organisation de la conférence donnée par Gottfried Wagner,qui mène une campagne pour dénoncer l’antisémitisme virulent de sa famille depuis son arrière-grand-père, Richard Wagner.Il y eut ensuite l’activité commune sur la situation de lacommunauté juive en Allemagne, présentée par le présidentdu Conseil Central des Juifs en Allemagne, M. Paul Spiegel.Cette année, les mois de février et mars étaient, une nou-velle fois, consacrés à la culture juive aujourd’hui par leGoethe Institut, en collaboration avec d’autres institu-tions, dont le Consistoire, l’Ambassade d’Allemagne enBelgique, le Forum de la Culture autrichienne à Bruxelles,l’Institut de la Mémoire Audiovisuelle Juive (IMAJ), leMusée Juif de la Déportation et de la Résistance à Malineset le Musée Juif de Belgique.

Dans l’ensemble des activités, relevons entres autres :

• Une exposition sur les artistes au camp de concentrationde Flossenbürg, présentant une soixantaine de piècesd’exposition, de dessins, de graphiques et de peintures,et une table ronde sur l’art concentrationnaire, avecNathan Ramet, président du Joods Museum van Depor-tatie en Verzet et Barbara Distel, en charge du Mémorialde Dachau

• Un documentaire sur l’après-guerre, de R. C. Schneider,qui pose le problème : quel fut le degré d’honnêteté dela réparation dans l’Allemagne d’après-guerre et de « normalité » entre les Juifs et les non-Juifs dans l’Alle-magne réunifiée

• Une conférence de Barbara Honigmann , sur son romanAutrefois, puis et ensuite

5

CULTURE

Le Goethe Institut Inter Nationes

Dans le paysage des institutions culturelles de haut niveau, le Goethe Insti-tut se distingue entre toutes par son ouverture constante vis-à-vis du judaïs-me et de la communauté juive.

• Une table ronde sur “la situation des Juifs en Alle-magne aujourd’hui”, avec Paul Spiegel, qui a soule-vé le problème du réveil de l’antisémitisme, phéno-mène également mis en exergue par le modérateurde la soirée, le prof. J. Klener, président du Consis-toire, pour ce qui concerne notre pays

• Différents films, comme Malou ,qui présente deuxgénérations et deux femmes, à la recherche de leur identité, et Zwischen gefiltem Fisch und gemischten Gefühlen, qui raconte l’histoire de Juifs américains, en train de s’établir sur la scène artis-tique berlinoise et JEWels, un ensemble de courtsmétrages tournés en 2002 pour les jours de la culture juive à Berlin

• Une table ronde sur les musées juifs en Allemagne,en Autriche et en Belgique, avec mesdames C. Kugel-mann, directrice du programme du Musée Juif deBerlin, F. Heimann-Jelinek, conservatrice du Musée Juif de Vienne, Mr. B . Purin, directeur dési-gné du Musée Juif de Munich et, comme modéra-teur, le baron G. Schnek, président du Musée Juif de Belgique.

Nous tenons à exprimer ici toute notre admiration àla directrice du Goethe Institut, Madame MargaretaHauschild, et à toute son équipe, pour leur espritd’ouverture remarquable, leur gentillesse chaleureuseet la qualité exemplaire d’efficacité de leur travail.Nous sommes convaincus qu’un avenir radieux d’acti-vités communes futures nous attend encore.

M.L.

La 23e Conférence bis-annuelle des Rabbins

Européens (CER ) s'est tenueà Bruxelles, dans les locauxde la Commission Européen-ne du 5 au 8 Mai 2002.A cette occasion, à l'initiati-ve du Conseil des FemmesJuives de Belgique et au nomdu Conseil International desFemmes Juives (ICJW), unimportant document élaborépar le Professeur DocteurLiliane Vana, talmudiste, aété remis aux 230 rabbinsainsi qu'aux responsables communau-taires participant à cette Conférence.Ce document, qui proposait des solu-tions halachiques (conformes à la loirabbinique) aux problèmes des agunot(femmes non religieusement libéréesdes liens matrimoniaux), a été discuté,le 7 Mai au cours d'une réunion detravail à laquelle participaient 10importantes autorités halachiques duComite directeur de la Conférence desRabbins Européens (CER) et 10 délé-guées du Conseil International desFemmes Juives (ICJW) issues de diffé-rents pays européens.La délégation féminine a d'abord rap-pelé les nombreuses actions menéespar le Conseil International desFemmes Juives (ICJW) depuis 1972 etl'étonnante maigreur des résultats entrente ans. Le nombre de divorces aug-mente et la situation actuelle est trèsgrave. De plus, le refus de guett(divorce religieux) ou les chantagesfinanciers exercés par les maris sontfréquents. C'est aux rabbins qu'in-combe la responsabilité de prendre desdécisions courageuses qui s'imposent

pour solutionner ce double problèmedes femmes victimes d'une intolérableinjustice et de l'accroissement inéluc-table du nombre de mamzerim(enfants illégitimes au sens de la loirabbinique) au sein de la société juive.Cette situation jette le discrédit sur lejudaïsme tout entier et sur sa capacitéà prendre en charge les problèmeshumains propre à notre époque.Et cependant, ne dit-on pas : " lors-qu'existe un souhait rabbinique, il y aune solution halachique "?Après deux heures d'échanges attentifset sérieux, les rabbins proposèrent decréer une commission mixte de ren-contres régulières dont l'objectif serala recherche d'une solution concernantla situation des agunot et la résolutiondes problèmes qui y sont attachés. Lapremière rencontre a lieu à Zurich le12 mars 2003. D’autre part, la Conférence Européen-ne des Rabbins a voté une résolutioncondamnant la pratique du chantagefinancier exercé par les maris pourdonner le guett , de même que celle duchantage au droit de visite exercé par

les femmes pour accepter leguett.Dans leur communiqué depresse relatif à cette 23e

Convention bisannuelle, ilsrapportent cette rencontreen ces termes :

…Leading halachic authori-ties attending the conferencemet with representatives ofthe International Council orJewish Women in order todiscuss the Agunot issue. It

was agreed that the CER issues astatement condemning husbands thatblackmail their wives for large sumsof money in return for the get orwomen who use the issue of accessbefore accepting a get. Mrs. L.Gros-man, who headed the delegation, stated categorally in the name of alldelegates that solutions could only beconsidered if they conform withHalacha. It was agreed that a jointworking committee be established inorder to deal with all the issuesincluding proposed legislation beingconsidered in various countries……

Il nous reste à souhaiter que s'installeune collaboration fructueuse entre leCongrès des Rabbins Européens et leConseil International des FemmesJuives, au service de la Communautéjuive.

Lily Grosman, présidente de la Commission

de la Femme du C.C.I.B.

CONS

EILINTERNATIONAL

DES FEMMES JUIV

ES

6

La Conférence des Rabbins Européens (CER) et le Conseil International des Femmes Juives (ICJW)

Le Problème du Divorce

Madame la Présidente du Parlement,Monsieur le Président du Sénat,Messieurs les Ministres-Présidents,Mijnheer de Minister,Messieurs les Ministres,Dames en Heren in uw hoedanigheden en verantwoordelijk-heden,Mesdames, Messieurs en vos qualités et responsabilités,

Je tiens d’abord à vous remercier d’avoir bien voulu hono-rer de votre présence, ce vernissage qui, comme tous les ver-nissages, n’est pas un vernissage comme les autres. En effet,il nous permettra d’espérer, de rêver un musée nouveau, unmusée moderne qui sera non seulement un musée d’interro-

gation et de recherche mélancolique du temps perdu, maissurtout un instrument de réflexion qui tendra à donner desréponses appropriées, mais essayera en plus de faire réflé-chir aux tenants et aux aboutissants de la pérennité reli-gieuse et historique du judaïsme.

De tref - en slagwoorden in de verhoopte finaliteit zijn bij-gevolg pedagogisch herinneren en « toekomstgericht pro-jecteren ». Want er is niet alleen het naakte historische fei-tenmateriaal in zijn sociologische, religieuze en economi-sche draag – en reikwijdte, er zal ook dat ondefinieerbaargedrevene moeten zijn dat het jodendom, een minderheid temidden van een meestal vijandige meerderheid, verhief enverheft tot een voedings- en lichtbaken van de algemeneEuropese cultuur.

7

CULTURE

COLLOQUE « DEMOGRAPHIE ET AVENIR DU PEUPLE JUIF »En collaboration avec l’Institut d’Etudes du Judaïsme

et avec le soutien de la Communauté Wallonie-Bruxelles,

le Conseil Académique du Consistoire Central Israélite de Belgique organise un colloque intitulé « Démographie et Avenir du Peuple Juif »

qui se tiendra dimanche le 25 mai 2003, de 14h00 à 18h00,à l’Institut de sociologie de l’Université Libre de Bruxelles,

Salle Dupréel, Av. Jeanne, 44 - 1050 Bruxelles

Conférences inaugurales par les professeurs Sergio DellaPergola de l’Université de Jérusalem

et Shmuel Trigano de l’Université de Paris-X-Nanterre.

Participeront au débat, sous forme d’une table ronde, les professeurs W. Bok de l’Institut d’Etudes du Judaïsme (U.L.B.),

S. Feld (Université de Liège) et M. Konopnicki (Université de Mons).

P.A.F. : 5 Euro – étudiants : gratuitRenseignements au CCIB - tél : 02/512.21.90 - e-mail : consis@tiscalinet.be

Musée Juif de BelgiqueDiscours du professeur Julien Klener, président du Consis-toire, à l’occasion de la présentation officielle du (futur)Musée Juif de Belgique, 21 rue des Minimes à 1000Bruxelles, le 5 novembre 2002.

Vervolg - Suite en p. 8

En effet, l’essence du judaïsme reste insaisissable, peut-êtreque l’interaction entre forces internes et pressions externesa fait que le judaïsme a vécu et vit dans une tension favori-sant l’introspection et conduisant à une vision du monde oùle génie juif a pu affirmer son originalité et sa profondeur.L’impact de la présence juive varie d’une région à l’autre,tantôt il est social et économique, tantôt littéraire ou artis-tique. Mais ce qui devrait ressortir de la lecture de ce musée,c’est le déroulement de l’histoire panoramique du judaïsme,en même temps que son expression artistique forcementinfluencée par les civilisations et pays où les Juifs ont prissouche.

Wat de joodse mensen, wat de joodse beschaving ook voorde ruime Belgische bevolking betekenden blijft voor veleneen opmerkelijk wit blad. Joden vertonen onderling groteverschillen wat betreft hun politieke, godsdienstige en filo-sofische overtuiging, maar die mozaïek van eigenheid inverscheidenheid heeft eveneens Belgische, Waalse en Vlaam-se accenten. Het onbeschreven blad museaal inkleurenbehoort eveneens tot de hogere taak van deze plaats vanherinnering. Doch het museum moet ook de gesels van hetverleden niet ontveinzen : over het broze van millennialanggerijpte universele waarden, over het abandon ervan, overde te makkelijke zelfverloochening van de menselijkheid,over de intellectuele tragedie, over moordenaars en slacht-offers. Hoe wordt men de een, hoe de andere ? Hoe wordteen vredelievende minderheid opgejaagd en weggestreeptwild ? Waarom overleven ? Waarom ?! Omdat opgevennooit een joodse leuze was, geplooid maar nimmer geknakt,gebogen maar nimmer gebroken.

Car sous-jacent à toute collection juive, il y a encore, jepense, un élément fondamental, l’optimisme juif. L’entitéhumaine juive a de tout temps refusé de se laisser aller audésespoir, même dans les situations épouvantables que vousconnaissez. Les Juifs ne se sont pas soumis, ils ne se sont paslaissés abattre, ils ont continué à faire des plans pour l’ave-nir, ils ont constamment espéré et avec force que le mondefinirait par devenir plus sage, empli de véritable beauté, quela lumière du bien jaillira un jour et qu’ils avaient toujoursun rôle unique en son genre à jouer pour y contribuer. A cepropos, je voudrais citer cette remarquable phrase d’AlbertCohen dans Solal :« Le malheur ne les courbait pas. Ils allaient, éclairés d’élec-tion et leur complot était l’amour des hommes. »

Avant de céder la parole à d’autres orateurs, je voudraisesquisser d’une façon impressionniste quelques élémentsrelatifs au rôle du Consistoire dans l’existence du projetmuséal actuel. Tout débuta en 1981, année durant laquelleBruxelles et Anvers connurent une remarquable expositiondédiée à 150 ans de judaïsme belge, organisée par le Consis-toire avec une partie des responsables de cette Institution, à

savoir feu le Président Jean Bloch, entouré de Robert Gros-man, Thomas Gergely, Daniel Dratwa et Willy Bok. C’est àl’issue de cette exposition que le Consistoire a envisagé deprolonger celle-ci par la création d’un musée.

Wijlen Jean Gol, toenmalig Vice-Premier en Minister vanJustitie in de regering Maertens, die wij hier mogen begroe-ten, kreeg van de regering de unanieme toestemming om eengebouw toe te kennen aan de joodse gemeenschap met hetoog op de uitbouw van een museum.

Vous savez la suite, comment les initiateurs consistoriauxont été mystifiés par un arrêté ministériel qui nous permet-tait d’utiliser les bâtiments qui abritaient le Musée Instru-mental au coin du Petit Sablon et qui ont été repris aujour-d’hui par le Conservatoire et qui n’ont pas pu nous êtreattribués, étant donné qu’il s’agissait de bâtiments scolairesappartenant aux communautés et non au Gouvernementfédéral.

Het heeft veel tijd moeite, bloed en tranen gekost totdat deheer André Flahaut, in de vorige regering, Minister verant-woordelijk voor de Regie der Gebouwen, ons een gedeeltevan het pand toewees, gelegen Miniemenstraat, 21. Zijnvoorstel werd grif aanvaard, aangezien hier een oplossingwerd geboden in een museaal kader, die naam waardig is.

Finalement grâce aux efforts de mon cher prédécesseur, leprofesseur Georges Schnek, c’est l’entièreté des locaux du21, rue des Minimes qui nous ont été attribués et qui nousont amenés à cette soirée festive.

Mesdames, Messieurs,

Il existe, dans la culture juive, et de temps immémorial, unrespectable usage que je tiens à vous rappeler en ce momentsolennel. En présence d’un événement heureux, en voyantarriver à bonne fin, couronnée d’un plein succès une nobleentreprise qui méritait de réussir, la tradition remercie ladimension métaphysique d’avoir fait durer notre vie assezlongtemps pour nous rendre témoins d’un instant de joie etde fierté. Donc, merci de partager ensemble avec nous un deces moments uniques de plénitude et d’espoir.

Dames en Heren,

Als voorzitter van het C.I.C.B. is het voor mij een ontegen-sprekelijk voorrecht, en dit is echt meer dan een grijsge-draaid cliché, het heuglijke moment van de vooropeningmet u te mogen delen, en om zo samen de eerste stappen tezetten op de weg naar een museum over een gedreven verle-den, een gemozaïekt heden en, steeds en altijd, naar joodsewijze, de eerste stappen te zetten op weg naar een hoop-zwangere toekomst.

MUSÉE JUIF

DE BELGIQUE

8

Archief « Jodenvereniging in België »Een eerste lading van archieven,bewaard op de zetel van het Onafhan-kelijkheidsfront (OF), werd naar hetJMDV overgebracht. Met het OFwordt kortelings een overeenkomstvan depotgeving getekend. Dit is eenbelangrijke stap in de centraliseringvan de archieven van deze instelling.Alle documenten werden reedsbeschreven en verpakt door de archief-dienst van het JMDV.De documenten van de A.J.B., verza-meld ter gelegenheid van het naoor-logse proces en bewaard op het Mar-tin Buber-Instituut, werden, via hetConsistorie, bij het JMDV in depotgegeven en wachten nu op beschrijvingen digitalisering.De conservator sloot met SOMA eenovereenkomst om de ledenkaarten vande AJB- leden te scannen. Er berusten nog documenten van deA.J.B. op de Dienst Oorlogsslacht-offers (o.a. notulen). Aan deze dienstzal voorgesteld worden om ook dezedocumenten te scannen, te beschrijvenen zuurvrij te verpakken. Op dezewijze zou de volledige archiefvormingdoor de A.J.B. eindelijk gecentrali-seerd worden en voor onderzoekbeschikbaar komen.

Provinciaal Archief Antwerpen Daar werd het fonds “Jodenmaatre-gelen” (met o.a. de lijsten van perso-nen ingeschreven in de jodenregis-ters van de provincie Antwerpen)gescand en zuurvrij verpakt. Hetmuseum kreeg eveneens toelating demigrantenregisters van de jaren ‘20en ‘30 te scannen. De begeleidendetekst verschijnt in “Les cahiers de laMémoire”.

Stadsarchief AntwerpenMet het stadsarchief Antwerpen isovereengekomen dat de bestandenaangaande joden tijdens WOII (o.a.

uitwijzing naar Limburg) mogen gedi-gitaliseerd worden. Tevens zullen dedocumenten van de “schenking Brach-feld” betreffende WOII naar Mechelenkomen.

Heemkring MortselDe voorzitter van de HeemkringMortsel stelde een verzamelinggemeentelijke documenten aangaandehet opstellen van het “Jodenregister”ter beschikking om gedigitaliseerd teworden. Deze belangrijke administra-tieve documenten worden opgenomenin de (digitale) collectie van het JMDV.

Onderhandeling met het Joods Muse-um van BelgiëOnderhandelingen met het JMB wer-den aangeknoopt om te komen tot hetinventariseren, digitaliseren en conser-veren van het Jodenregister van België,bewaard door de “Service Social Juifde Bruxelles”. Het gaat hier om 212ringmappen met de originele formulie-ren van de gemeentelijke jodenregis-ters van België.

Centrale van AntwerpenVan de Centrale van Antwerpen werdhet daar bewaarde deel van het Joden-register (10.005 kaarten) en de steek-kaarten van de “Raümung” (2.200kaarten) gescand en zuurvrij verpakt.De documenten worden, zodra dedatabase klaar is, aan de Centralegeretourneerd. In overleg met de Cen-trale, werd een veiligheidskopiegeschonken aan Yad Vashem en aanhet Staatsmuseum Auschwitz.

Werkgroep Dannes-CamiersDe conservator initieerde de vriendenvan het “Musée juif de Liège” en dewerkgroep Dannes-Camiers in hetbehandelen en het scannen van archie-ven. Het JMDV stelde hiervoor occa-sioneel haar scanner ter beschikking.Een overeenkomst met het stadsar-

chief van Luik is afgesloten, waarbijde documenten naar Mechelen zoudenkomen om er gescand te worden.

“Rushes” van de documentaire “De Laatste Getuigen”De conservator mocht, bij VTM-Videohouse, 150 uur “rushes” van dedocumentaire “De Laatste Getuigen”ophalen. Deze tapes, op Betacam,worden voortaan in het JMDV indepot gegeven. Het JMDV zal de tapesdigitaliseren naar DVD.

ConsultatieOngeveer 483 schriftelijke vragen aan-gaande meer dan 500 personen wer-den in het voorbije werkingsjaar, naonderzoek in de archieven van deDienst Oorlogsslachtoffers, beant-woord. Hierbij is niet gerekend met detalrijke opzoekingen voor onderzoe-kers of bepaalde projecten.

Pedagogische WerkingDe sleutel tot het succes van deschoolbezoeken ligt in de organisatori-sche band met alle onderwijsnettendoor de Pedagogische Adviescommis-sies. In consensus worden hier de acti-viteiten rond het museum georgani-seerd. Het museum is vertegenwoor-digd in de Nederlandstalige en in deFranstalige commissie door de herenM. Laub en W. Adriaens.

Tentoonstelling “Joden in Litouwen”In het Mechels Cultureel Centrum,bezochten 300 mensen deze tentoon-stelling, georganiseerd door het JMDVen het CC. Daaropvolgend, woondenzij een verrukkelijk recital van liederengebracht door het koor van de synago-ge Romi Goldmuntz van Antwerpenmet voorzanger Israël Muller bij. Dezemanifestatie werd in het kader van hetFestival van Vlaanderen gerealiseerd.

9

J.M.M.D.V.

Vervolg p. 10

Nieuws van het Joods Museum van Deportatie en Verzet,Mechelen

De reacties van de toehoorders warenovertuigend positief.

Project over speelgoed uit de kampenMet het Speelgoedmuseum vanMechelen wordt overlegd om in sep-tember-oktober 2003 een tentoonstel-ling te organiseren over speelgoed uitde kampen. Dit project richt zich totjongeren van 10 tot 14 jaar. De ten-toonstelling is een realisatie van YadVashem, uitgebreid met items uitNederland.

Pedagogische werkgroep De vertegenwoordigers van de Neder-landstalige onderwijsnetten, van hetDuitstalig onderwijs en van MinisterVanderpoorten, vergaderden in hetJMDV. Als belangrijkste punt werdgesproken over de mogelijkheid om in2003 in Jeruzalem met Yad Vashemeen seminarie te organiseren. Hetseminarie zou over de pedagogie vande Sjoah gaan.

Bezoek VS -veteranen. Tien joodse USA veteranen, o.l.v. demilitaire attaché van de VS, bezochtenhet museum. De voorzitter dronk methen het glas der vriendschap.Daarna kwam een delegatie van hetStockholm International Forum onHolocaust Education op verkenning,o.l.v. de Franse ambassadeur Amiot.Zij waren bijzonder onder de indrukvan het klein maar performante muse-um en van onze archiefwerking. Erwerd over mogelijkheid tot gezamen-lijke projecten gesproken.

Uitzending over het twintigste konvooiHet JMDV werkt actief mee aan derealisatie van een VRT-reportage doorPaul Opdebeeck over het verhaal vande overval op het XXste Transport.Hierbij zorgden wij o.a. voor getuige-nissen van David Lachman (reddings-actie Tienen) en Frans Storms, plaatse-lijk verzetsman.

Overleg met V-dagenHet JMDV is reeds jarenlang een trou-we medespeler in de V-dagen georga-niseerd door het Ministerie van

Onderwijs. Ook dit schooljaar zullennog fietstochten tussen Dossin enBreendonk aangeboden worden.

ARGOHet museum ontving een dankbriefvanwege het onderwijsnet ARGOvoor het organiseren van een standmet didactisch materiaal op de ARGOnascholingsdag in Antwerpen.

Delegatie Nord-Pas de CalaisEen belangrijke delegatie van 31 ver-antwoordelijken van het Frans onder-wijs uit het departement Nord-Pas deCalais bezocht het museum. Wegensde bestaande historische banden – dejoden en de zigeuners van le Nordwerden over Mechelen gedeporteerd –onderzoekt het JMDV de mogelijkheidom een “Train du Souvenir” in te leg-gen, die jaarlijks 4 x 300 leerlingenhoger middelbaar uit Frankrijk naarons museum en het Fort Breendonkzou brengen. De Heer Blavier, Sche-pen, wenste de delegatie namens deburgemeester welkom.

Digitale kaartenWegens plaatsgebrek, kan het museumaan de bezoekers nauwelijks geografi-sche kaarten aanbieden. Het element“plaats” is, naast “tijd”, nochtans eenfundamenteel didactisch element bijhet verhalen van een geschiedenis.Daarom zoekt een werkgroep van hetComité van het JMDV naar mogelijk-heden om via schermen de nodige digi-tale en dynamische kaarten aan te bie-den om het museumparcours te onder-steunen.

Charles SzymkowicksKunstschilder Charles Szymkowicksschonk het JMDV een belangrijkwerk, “Hoofd van een terechtgestel-de”. Dit doek zal op een overzichtten-toonstelling in galerij “Packhuys” inMechelen in september 2003 wordententoongesteld.

Bibliotheek van het JMDVDe bibliotheek bestaat uit drie delen.1. De eigenlijke bibliotheek bevat op

dit ogenblik 2.953 titels. Hierbij een

100-tal titels of drukwerken diegedigitaliseerd werden. Om te ver-mijden dat kwetsbare en kostbarewerken te zeer “beduimeld” wor-den, kan de lezer het gewensteexemplaar via de CD op computerbekijken. Op deze manier wordt hetorigineel exemplaar gedurende lan-gere tijd gevrijwaard van betasting,wat op termijn zijn bestaan zoubedreigen. Het originele exemplaarbevindt zich in een aparte ruimte terbewaring.

2. Een collectie van 70 zowel lopendeals retrospectieve tijdschriften.

3. De afdeling audiovisueel materiaalmet 211 video’s en DVD’s met vaakbuitengewoon interessant beeldma-teriaal. Hierbij komen kortelingsnog de gedigitaliseerde “rushes”van de VTM uitzending “De Laat-ste getuigen”, goed voor 150 uurbeeldmateriaal.

Ontvangsten van delegaties in hetmuseumVolgende delegaties werden op hetJMDV ontvangen:• Adenauer Stiftung• Heinrich Böll Stiftung• Goethe Institut• Stadsarchief Antwerpen• Kaders Hogeschool Antwerpen• Kaders toerisme Antwerpen• Poolse joden• Archief en Documentatiecentrum

Vlaams Nationalisme Antwerpen• Yad Vashem, onder leiding van de

Heer Ben Yehuda• FGTB Brussel• Militaire School (Franstalig)• Speelgoedmuseum Mechelen• Burgemeester Thielemans, van de

Stad Brussel• Nationale Loterij• Rectorat Lille• Auschwitzstichting• USHMM Washington

Aantal bezoekers in 2002• Met gids : 18 816• Privé : 4 000 • Totaal : 22 816

W. Adriaens en M. Laub

J.M.M.D.V.

10

De rechtspositie van erkende eredien-sten en levensbeschouwingen in Staaten maatschappijdoor Patrick De Pooter, licenciaat in deRechten, Notariaat en Kerkelijk Recht(KUL) en doctor in het Kerkelijk Recht(Gregoriana – Rome)Met een voorwoord door Marc Tyseba-ert, Adviseur-Generaal bij het Directo-raat-Generaal Burgerlijke Wetgeving enErediensten, Federale Overheidsdienst -JustitieUitgeverij : Larcier

Sinds kort is het maatschappelijk debatrond de verhoudingen tussen Staat enKerk nieuw leven ingeblazen. Ook institu-tioneel is er één en ander in beweginggezet. Bovendien hebben nieuwe actorenhet terrein betreden.Er is dan ook grote nood aan een actueleén globale stand van zaken over de ver-houding tussen Staat en Kerk en meer inhet bijzonder de problematiek rond deerediensten en de niet-confessionelelevensbeschouwing.Patrick De Pooter komt dan ook op hetgepaste ogenblik met zijn alomvattendwerk. Het boek verstrekt degelijke achter-grond-informatie voor gevormde juristen.Tegelijk biedt het geïnteresseerden een eer-ste kennismaking met deze materie, mettal van verwijzingen voor verdere studie.Het boek brengt een grondige en weten-schappelijke analyse van de verhoudingKerk-Staat in al haar facetten, aan de handvan de relevante wetgeving, rechtspraaken rechtsleer.Na een begripsomschrijving en situeringgaat de auteur in op de (territoriale,bestuurlijke en gerechtelijke) organisatieen de financiering van de erkende eredien-sten (rooms-katholieke, protestantse,israëlitische, anglicaanse, islamitische enorthodoxe eredienst) alsook op het statuutvan de bedienaren van de eredienst. Ookgaat aandacht uit naar de niet-confessio-nele gemeenschappen, de niet-erkende ere-diensten en de “sekten”.Drie belanrijke items, die centraal staan inhet debat verhouding Kerk-Staat, wordennader toegelicht: • het onderwijs (confessioneel versus niet-

confessioneel onderwijs, de plaats vanhet godsdienstonderricht en niet-confes-

sioneel onderricht in officieel en vrijonderwijs, het statuut van de gods-dienstleerkrachten en leerkrachten niet-confessionele zedenleer alsook het theo-logisch en godsdienstonderwijs aanseminaries en universiteiten)

• de gezondheids- en welzijnszorg (catego-riale pastoraat en de morele bijstand inde gezondheids- en welzijnsinstellingengekaderd binnen de algemene structuren)

• de tijdelijke goederen van de erkendeerediensten en de niet-confessionelegemeenschappen (met een toelichtingvan de eigendoms- en beheerstructuur).

Epreuves et combats 1940 - 1945Histoires d’hommes et de femmes issus dela collectivité juive de Belgiquepar feu le baron Jean Bloch, ancien prési-dent du Consistoire.Préface par le professeur José Gotovitch(U.L.B.), directeur du CEGESCet ouvrage remarquable, par lequel l’Ins-titut d’Etudes du Judaïsme de l’U.L.B.inaugure sa collection Mosaïque, constitueen quelque sorte le testament de JeanBloch. Pratiquement jusqu’à la veille de sadisparition le 30 mars 2002, il ne s’étaitjamais vraiment décidé à publier d’unemanière systématique des mémoires deguerre, sans doute par modestie, en toutcas par pudeur.Il disait que ses nombreux coreligionnaireset lui-même, qui avaient en réalité faitpreuve d’un courage exceptionnel pen-dant les années noires de l’occupation,n’avaient fait que leur devoir. C’est un peu la caractéristique des grandshommes : rester simples et muets sur leursréalisations, alors qu’il serait plus que légi-time d’en faire état. Mis à part le fait quele livre de Jean Bloch est une mine d’infor-mations sur la période de la guerre, danssa dimension belge, il a l’immense méritede démentir définitivement le cliché que lesJuifs, d’une manière générale, se soientlaissés mener à l’abattoir sans réagir. JeanBloch a su mettre en lumière le courage etla détermination d’un grand nombre deJuifs de Belgique. Il donne les noms, lesdates et les faits, avec leurs localisations etcirconstances détaillées. Il réunit plus de350 documents photographiques prove-nant d’archives privées dont certains,inédits, n’ont jamais été publiés à ce jour.

Il en ressort, entre autres, que le nombrede membres de la communauté juive quiont effectivement combattu l’ennemi, quece soit dans la Résistance, armée ou non,ou que ce soit dans les rangs des ForcesArmées alliées, est très élevé, proportion-nellement à l’importance de la commu-nauté juive dans ce pays. La communautéjuive a, ainsi, fourni une contributionimpressionnante à la délivrance de notrepays face à l’oppresseur nazi.Paru chez Didier Devillez

Dictionnaire biographique des Juifs deBelgiqueFigures du judaïsme belge XIXe– XXe siècles.Ouvrage collectif, sous la direction deJean-Philippe Schreiber, chercheur qualifiéau F.N.R.S. et professeur de judaïsmecontemporain à l’U.L.B.Ce dictionnaire est le fruit d’unerecherche, qui s’est étalée sur plusieursannées, menée par une équipe universitai-re. Il regroupe près de 750 notices indivi-duelles et illustre une partie importante del’histoire du judaïsme belge, au sens de lacollectivité juive, du 18e siècle à nos jours.Par la trajectoire de vie des personnalitésqui y sont recensées, le livre a, cependant,une vocation qui dépasse de loin le cadreétroit du judaïsme de notre seul pays .D’autre part, dans de nombreux cas, cesfemmes et ces hommes qui font l’objet dudictionnaire ont apporté une contributionnon négligeable à la société dans laquelleils vivaient, dans tous les domaines de lavie sociale, culturelle ou politique. Ce dic-tionnaire constitue donc aussi un autreaspect de l’histoire du développement denotre pays. Paru chez de boeck

L’invention de l’antisémitisme racialL’implication des catholiques français etbelges (1850 – 2000)Par Guy Jucquois ( professeur à l’U.C.L.)et Pierre Sauvage (professeur aux Facultésuniversitaires Notre Dame de la Paix àNamur)La page 4 de la couverture du livre résumebien l’interrogation fondamentale desauteurs :« En Occident, l’antisémitisme est une desformes d’expression les plus constantes de

11

LIVRES

BOEKEN

Vervolg - Suite en p. 12

Quelques parutions récentesOnlangs verschenen

la haine de l’Autre etd’un mal-être deSoi. Par leurampleur aussi bien

que par leur systéma-ticité, les manifestations

de cette volonté de destruc-tion, qui ont marqué le 20e siècle et quisont connues sous le terme de Shoah, sontuniques dans l’histoire. C’est ce qui légitime les interrogationsmajeures qu’elles suscitent depuis plu-sieurs décennies au point que l’humaniténe peut plus retrouver sa bonne conscien-ce antérieure.Comment comprendre que l’idée de laShoah ait pu germer en des terres chré-tiennes et que celle-ci ait pu être mise enœuvre dans un contexte social et histo-rique où les catholiques étaient tradition-nellement majoritaires ? La question deleur responsabilité ne peut être éludée .Répondant aux arguments fréquemmentavancés par une historiographie catho-lique traditionnelle, les auteurs montrentcomment les persécutions contemporainess’expliquent par la convergence de plu-sieurs éléments. »Dans Le Débat, n° 20, 1982, p. 163-191« Puisqu’il le faut… » , p. 173 , le cardinalJean-Marie Lustiger écrit :« La réflexion chrétienne sur le sort d’Israël,

sur la condition juive, sur la place du judaïs-me dans l’histoire du salut, en est encore àses débuts dans l’époque moderne »Le livre des professeurs Jucquois et Sauva-ge constitue en tous cas une avancée fon-damentale sur le plan de cette réflexionchrétienne. L’intitulé du paragraphe : « Les préten-tions chrétiennes à la certitude » est élo-quent quant à l’honnêteté intellectuelle desauteurs.Paru chez Bruylant – Academia

Et l’homme créa l’enferTémoignage sur l’antisémitisme enPolognePar Hélène Bart-Lukas - mis en récit parOlivier BoruchowitchPréface du professeur Marcel Frydman -Postface de Edward LukasPologne, 1939Hélène Bart, jeune juive, se retrouve seule,coupée des siens dans un pays dominé parun antisémitisme virulent et par une Egli-se majoritairement acquise à l’enseigne-ment du mépris. Elle ne reverra plus safamille. Pour survivre, elle devra se fairepasser pour une Polonaise chrétienne etmentir sans cesse. Des situations souventinsoutenables. Rire aux plaisanteries desPolonais sur les Juifs. Ne pas pouvoirréagir en voyant les Juifs aller à la mort.

Entendre des commentaires tels que «enfin la Pologne sans youpins ». Ironie dusort, celui qui deviendra son époux,Edward Lukas, a suivi le même parcours.Les Polonais résistèrent avec force auxnazis. Pourtant, nombre d’entre eux ontservi la cause nazie en dénonçant desJuifs.Et l’homme créa l’enfer apporte un éclai-rage précieux sur le comportement d’unecertaine Pologne durant la première moi-tié du 20e siècle et sur ses exactions,occultées depuis trop longtemps.Paru aux Editions Luc Pire

Les Juifs du SoleilPortraits de Sépharades de BelgiquePar Moïse RahmaniPréface d’André ChouraquiLes Juifs du Soleil nous entraîne dans lesillage des Sépharades de Belgique.Vie après vie, famille après famille, desSépharades nous racontent leur histoire.Autant d’existences marquées par les bon-heurs, les déceptions, les joies et les tragé-dies du siècle qu’elles ont traversé.Une atmosphère méditerranéenne, uneexubérance délicieuse et la joie de vivre,baignée de lumière et d’exotisme, sous leciel gris de Belgique. Grincheux, s’abstenir !Paru aux Editions Filipson

LIVRES

BOEKEN

12

Robert Dreyfus nous a quittés en 2002. Il était le doyen parmiles vingt-cinq rabbins français installés en Israël et l’un desderniers ayant déjà eu des fonctions avant la guerre.Né à Sélestat en 1913, Robert Dreyfus, après avoir commen-cé des études dentaires, décide de se mettre au service de la col-lectivité juive et entre au Séminaire israélite de Paris. Al’époque, presque tous les élèves étaient ashkénazes et parmieux, quelques Alsaciens.Ayant achevé ses études rabbiniques, Robert Dreyfus estnommé rabbin de Haguenau, succédant à Meyer Jaïs (qui ter-minera son sacerdoce comme grand rabbin de Paris). Mais sacarrière à Haguenau sera brève : la guerre éclate, il est mobili-sé et se retrouve prisonnier en Allemagne. Durant sa captivité,il se crée de nombreux amis parmi ses camarades juifs, pourqui il est « le rabbin ». Aujourd’hui encore, quelques survi-vants évoquent la camaraderie de Robert.Revenu en France, il est nommé adjoint du Grand Rabbin dela Moselle, Nathan Netter. Robert Dreyfus aura la responsa-bilité de l’enseignement religieux et nombreux sont les élèvesqui parlent de cette période avec nostalgie. Il sera parmi lespremiers rabbins à partir en excursion avec les jeunes enculottes courtes, partageant leurs activités.Mais la communauté de Bruxelles le choisit comme rabbin etil saura se faire aimer de ses fidèles et leur transmettre son

savoir. Lorsque se termine la carrière du Grand Rabbin Net-ter, le Consistoire de la Moselle appelle tout naturellementRobert Dreyfus à lui succéder. Il saura donner une vitaliténouvelle, appréciée par les communautés consistoriales,comme par les oratoires des Juifs immigrés. Comme porte-parole du judaïsme lorrain, il est le représentant auprès desautorités civiles et militaires, et intervient avec succès enfaveur des réfugiés, ainsi que pour l’intégration des Juifsd’Afrique du Nord qui lui en sauront gré et lui garderont unereconnaissance durable.Quoi d’étonnant à ce que sa communauté de Bruxelles le rap-pelle pour en faire le Grand Rabbin de Belgique ? Il y sera aussiefficace qu’il l’avait été dans ses fonctions précédentes. La pré-sence à ses côtés de son épouse Gaby contribue beaucoup ausuccès qu’il obtient durant sa longue carrière et lorsque lecouple décide de se retirer pour s’installer en Israël, les regretsqu’il laisse, tant en Lorraine qu’en Belgique, témoignent de lacarrière exceptionnelle du rabbin et de son épouse.Jusqu’aujourd’hui, ses élèves et ses fidèles évoquent leur rab-bin. Robert Dreyfus était ouvert à tous, et par-dessus toutd’une modestie exceptionnelle. A Gaby et à ses enfants, petits-enfants et arrière-petits-enfants, vont nos pensées amicales etl’assurance que le souvenir du doyen de leur famille resteradurable parmi le judaïsme francophone.

Un témoignage du Grand Rabbin Max Warschawski :le Grand Rabbin Robert Dreyfus (1913-2002)