psl300

December 2013 Décembre 2013

ME

ET

MU

SIC

MA

GA

ZIN

E A

FGIF

TE K

AN

TOO

R V

OO

R B

ELG

IE /

Turn

hout

P50

9335

maandblad voor de klankingenieur, DJ, LJ, VJmensuel pour l’ingénieur du son, DJ, LJ, VJ

GRATISGRATUIT

maandblad voor de klankingenieur, DJ, LJ, VJmaandblad voor de klankingenieur, DJ, LJ, VJmaandblad voor de klankingenieur, DJ, LJ, VJmaandblad voor de klankingenieur, DJ, LJ, VJ

SOUND& . L . I . G . H . T

PRO

TASCAM DR-60D

RCFNX L24-A &SUB 8004-AS

LIVID BASE

Peavey HIsys H10 & H15 Sub

NX L24-A

SUB 8004-ASSUB 8004-AS

LIVID

ADJ Quad Phase HP

RØDE NT1

INHOUD - SOMMAIRE

MAANDBLAD VOOR DE KLANKINGENIEUR, DJ, LJ, VJ - MENSUEL POUR L’INGENIEUR DU SON, DJ, LJ, VJ

ADVERTEERDERSLIJST - LISTE DES ANNONCEURS

PRO SOUND & LIGHT

ADJ .........................................25

Beglec.....................................15

Heuff .......................................17

Highlite International .................2

Lotronic ...................................21

Mafico .......................................5

RCF ........................................11

RSL .........................................13

SAE ........................................23

Sound 7 ..................................25

Studio Factasy ........................24

Teac/Tascam.............................9

Teac/ART ..................................8

Titan ........................................19

....................................................

MEET MUSIC MAGAZINE

Alhambra Guitarras ................15

EMD ..........................................5

EMP ........................................10

Fentex.....................................23

Kawai ......................................21

M Works .................................23

Peavey....................................11

Roland ....................................13

Sound Service ..........................7

The Roadhouse ......................12

Track Muziekcentrum Kortrijk ...8

Voerman ..............................2,19

....................................................

Meet Music Magazineis een uitgave van/est une édition de:Meet Music bvba/sprlVierhuizen 44 - 2250 OlenTel: 014/28 29 49Fax: 014/28 29 40Vanuit Nederland:Postbus 323 NL-4560 AH HulstTel: +32 14 28 29 49Fax: +32 14 28 29 40Bladmanager/Magazine ManagerDirk De [email protected]/Impression:De Cuyper, Zele

De auteursrechten van deze uitgave en van alle artikelen, die erin verschijnen, worden door de uitgever voorbehouden.La reproduction, même partielle, de ce numéro est strictement interdite sans l’autorisation écrite de l’éditeur.Verantwoordelijke UitgeverEditeur responsableDirk De PaepeVierhuizen 442250 OlenHoofdredactie/Rédacteur en chef:Dirk De [email protected]

Redactie-coörd./Coörd. de rédaction:Isabelle [email protected]

Vormgeving/Mise en page:Meet [email protected]/Administration:Krista [email protected]

Redactie/Rédaction:Hans & Ludo Lauwens Kevin “A.L.F.” JasparRoger RolandTim VerheesWiebe “DJ Dysfunkshunal” Hennes

Vertalingen/Traductions:Jean-Pierre IrgelMichel NoachThierry StiévenartMichel Van den Bosch

Firma/Firme..................... blz/page Firma/Firme..................... blz/page Firma/Firme..................... blz/page Firma/Firme..................... blz/page

3PRO SOUND & LIGHT 2013/12

RECORDING & PRODUCINGTascam DR-60Daudio recorder ............................................................. 4RØDE NT1recording microphone kit .............................................. 7

LIVE SOUNDPeavey HIsys H10 & H15 Subspeaker & subwoofer cabinets ............................... 10RCF NX L24-A & SUB 8004-AS active two-way array & subwoofer ......................... 14

DJ GEARLivid BASEMIDI controller ........................................................ 18

LIGHT GEARADJ Quad Phase HP32-Watt quad-LED ................................................. 22

HILITES ............................................................. 24

www.meetmusic.com

p.4

p.14p.10p.7

p.18 p.22

Tascam DR-60DAUDIO RECORDER ROGER ROLAND

RECORDING&PRODUCING Tascam DR-60D

Voor de beeldfanaten heeft de komst van digitale camera’s een ware revolutie betekend. Denk maar eens terug aan de tijd dat je filmpjes moest vervangen en doordraaien, ze laten ontwikkelen, enzovoort. De huidige foto- en videocamera’s blinken uit als het op beeldkwa-liteit aankomt. Jammer genoeg blijft de opnamekwaliteit van het geluid vaak een beetje ach-terwege. Het geluidsaspect is maar al te vaak het terrein van specialisten. Zelfs de fabrikan-ten van de betere camera gaan er blijkbaar van uit dat het geluid enkel via het apparaat zelf wordt afgespeeld. Dat moet worden verbeterd, wat ongetwijfeld de nodige tijd zal

vergen. Maar, Tascam heeft nu al

alles in h u i s

om je filmopnames ver-

gezeld te laten gaan van een uitstekend geluid. Ik voel dat je geïnte-

resseerd bent! Ikzelf ook, trouwens!

PRESENTATIEDe DR-60D is een digitale recorder voor video-opnames. Het is een toestelletje dat je onder je camera installeert via een door Tascam bijgeleverde adapter. Het is ook makkelijk weer te verwijderen voor het geval je even zonder wilt werken. Het toestel heeft twee jack/XLR-ingangen met fantoomvoeding en ook twee “line”-ingangen. Het doel is overduidelijk om geluid vast te leggen met een fototoestel waarbij je de videomodus gebruikt, of met een kleine videocamera. Het is mogelijk om het audiosignaal naar de camera te sturen, of om het apart op te slaan in de DR-60 zelf via een SD- of SDHC-kaart. Tascam staat bekend om haar audio-producten en toont hier duidelijk haar kennis. Heb je namelijk ooit al eens de audio gehoord van een ingebouwde microfoon van een fototoestel, zelfs als het gaat om een écht goed toe-stel? Bij ingangen met mini-jacks kunnen we natuurlijk niet al té veel verwachten. Dat heeft Tascam goed begrepen. Het eerste wat ons opvalt, zijn dan ook de twee XLR-connectoren die bedoeld zijn om een microfoon, die naam waardig, aan te sluiten.

BESCHRIJVINGHet toestel is zwart en weegt 600 gram wanneer de batterijen geplaatst zijn. De afmetingen: 133 x 93,2 x 78 mm. Op de voorkant, waar het batterijcompartiment zit, lezen we “Tascam Lineaire PCM-recorder DR60-D”. De linkerkant (gezien vanaf de achterzijde) heeft twee combo-ingangen (jack/XLR) en een “Line”-ingang. Er zijn ook nog twee mini-jackaanslui-tingen (“camera in” en “camera out”), een volumeknop en een mini-ingang “remote”. Aan de rechterkant zit een on/off-switch, een “hold”-knop, een hoofdtelefoonaansluiting en een “line out” (mini-jack in beide gevallen), met een knop voor elk uitvoervolume. Achter een klepje zitten de USB-poort en een gleuf voor een SD- of SDHC-kaart. Op de achterkant zit heel veel. Hou je vast: maar liefst tien knoppen, vier roterende encoders, twee schake-laars en drie leds. Ondanks deze drukte, werd het toch allemaal erg overzichtelijk en luchtig gehouden.

GEBRUIKEr werd geen enkele geheugenkaart meegeleverd. Batterijen zitten er wel bij. De achtergrondverlichting van het scherm licht mooi oranje op van zodra je het toestel aanzet. Om de batterijen niet te zwaar te belasten, gaat deze verlichting na een paar seconden weer uit. Wanneer je op een knop drukt, gaat de verlichting weer aan. Het aansluiten van de micro-foon is kinderspel en de gaininstelling gebeurt via twee knoppen op de achterkant. De derde roterende encoder is ontworpen om de gain van de line-ingang van de mini-jack af te stellen. Het is mogelijk om zowel de “micro” als de “line” op twee aparte sporen op te nemen. In de praktijk zou dit bijvoorbeeld handig kunnen zijn op een concert, om tegelijk de output van de P.A.-installatie en het zaalgeluid op te nemen. De keuze van de ingang combo/jack maak je ook op de achterzijde van het toestel. Voor elke aansluiting is er een schakelaar “line/mic/mic+phantom” aan-wezig. Als je de fantoomvoeding inschakelt, vraag het toestel om even te bevestigen voordat je 48 Volt naar de microfoon stuurt. Rechts onder-aan van het controlepaneel vinden we de gebruikelijke knoppen van een recorder. Verder ook nog een “slate”-knop. Die is nieuw voor ons! Als je hem twee seconden indrukt, wordt er een pilootsignaal verstuurd om het geluid en het beeld te kalibreren. Bij de andere functies zien we ook nog de “mix”, “quick”, “monitor select” en “menu” en de grootste encoder “data”. De DR-60D heeft veel functies (neem maar eens een kijkje op de website van Tascam om een idee te krijgen), ineens zijn er namelijk een heleboel menu’s en daaronder nog vele submenu’s. Het lijkt in het begin allemaal een beetje moeilijk, maar we zijn er toch vrij snel mee

Pour les passionnés d’image, l’arrivée des appareils numériques a été une véritable révo-lution. Vous souvenez-vous de l’époque où il fallait charger des films, les développer, tirer les photos ? Les appareils photos actuels permettent de plus en plus souvent de réaliser de la vidéo, avec une qualité d’image souvent époustouflante. Hélas, sur le plan sonore, c’est encore très minable. Le son est une affaire de spécialistes, et les meilleurs fabricants d’appareils photo ont bien dû s’en rendre compte à l’écoute des vidéos réalisées uniquement avec l’appareil lui-même. Il faudrait améliorer cela, et il faudra sans doute du temps. Et voici que Tascam propose de quoi obtenir de suite un son correct avec un appareil photo. Je vous est intéressés, comme je le suis moi-même.

PRESENTATIONLe DR-60D est un enregistreur numérique destiné à la captation vidéo. Il s’agit d’un boitier

qui pourra se fixer sous votre appareil photo ou votre caméra via un adaptateur fourni avec le Tascam. Il est amovible si l’utilisateur souhaite travailler en autonome. Il com-prend deux entrées combo XLR/jack avec une alimentation fantôme et aussi deux entrées de niveau « ligne ». Le but est clairement de travailler avec un appareil photo en mode

« vidéo » ou une petite caméra vidéo, en vue de capter un son de qualité. Il est possible d’envoyer le signal audio dans l’appareil photo, ou de le stocker dans le DR-60 via une carte SD ou SDHC. Tascam est connu pour la qualité de ses produits audio, et apporte donc ici son expertise, dont les constructeurs sont en demande. Vous avez déjà entendu le son enre-gistré via un appareil photo, même haut de gamme ? Il faut dire qu’avec les entrées en mini jack, on ne peut pas espérer grand-chose. Tascam l’a bien compris puisque la première chose que l’on remarque, ce sont les deux connecteurs XLR… de quoi enfin brancher un micro digne de ce nom…

DESCRIPTIONLe boitier est noir et pèse 600 grammes une fois les quatre piles AA en place. Les dimen-sions sont de 133 x 93,2 x 78 mm (adaptateur fixé sur le dessus). L’avant ne comporte que l’inscription « Tascam – Linear PCM Recorder DR-60D » sur le couvercle du comparti-

ment des piles. Le côté gauche (vu de l’arrière) compte deux entrées combo (jack + XLR), ainsi qu’une entrée en niveau « ligne » en mini-jack. On y trouve encore deux entrées mini jack « camera in » et « camera out », un potard de volume et une mini entrée « remote ». Le côté droit compte un interrupteur on/off, un bouton « hold », une prise casque et une sortie « line out » (en mini jack dans les deux cas), avec pour chaque sortie un bouton de volume. Un cache recouvre une prise USB et une fente pour une carte SD ou SD-HC. C’est l’arrière qui est le plus chargé…jugez plutôt : outre un écran LCD, on découvre pas moins de dix boutons, quatre encodeurs rotatifs, deux interrupteurs et trois leds. Tout est pourtant lisible et le pla-cement est relativement aéré.

UTILISATIONAucune carte n’est fournie d’origine, contrairement aux piles. L’écran rétro-éclaire d’une jolie teinte orange s’allume lorsqu’on appuie sur le bouton on/off. Il s’éteint après quelques secondes, histoire de ne pas user les piles trop rapidement. Cela dit, dès que l’on touche un réglage, on repasse en mode « éclairé », ce qui simplifie la vue et la vie. Brancher un ou des micros est un jeu d’enfant et le réglage de gain se fait via les deux premiers potards situés à l’arrière. Le troisième encodeur rotatif étant destiné à gérer le gain de l’entrée « ligne » via le mini-jack. Il est possible d’enregistrer à la fois les entrées « micro » et « ligne » sur des pistes séparées. Pratique pour par exemple en concert capter à la fois la sortie de console et deux micros d’ambiance. Le choix des entrées sur les combo/jack se fait également à l’arrière ou pour chaque connecteur un interrupteur « line/ mic / mic + phantom » est présent. Si vous enclenchez l’alim. fantôme, l’écran vous demande confirmation, avant d’envoyer le 48 volts. En bas à droite de la surface de contrôle, les boutons habituels d’un enregistreur sont pré-sents sous forme des symboles habituels. Un bouton « slate » a été ajouté. Il faut l’enfoncer durant deux secondes pour ajouter un signal pilote, qui servira à « caler » le son à l’image. Dans les autres fontions directes, on notera la touche « mixer », la touche « quick », « monitor select » et « menu », avec le plus gros encodeur « data ». Le DR-60 dispose de nombreuses fonctions (allez lire la page produit sur le site Tascam pour vous faire une idée), du coup il y a pas mal de pages de menus et sous menus. C’est un peu ardu au début, mais on comprend très vite car tout est organisé de manière très logique.

Il existe plusieurs modes d’enregistrement,

PRO SOUND & LIGHT 2013/124 www.meetmusic.com

RECORDING&PRODUCING Tascam DR-60D

weg omdat alles op een zeer logische manier geordend staat. Er zijn di-verse opnamemodi, in functie van ieders behoefte: mono, stereo, dual mono naar twee aparte bestanden, dual stereo naar hetzelfde bestand (erg handig als je niet de tijd hebt om de balans fine te tunen) en de vierkanaalsmodus waarbij je opneemt in twee stereobestanden.Naast het bovengenoemde pilootsignaal is het ook mogelijk om mar-kers toe te voegen die het mixen een pak vereenvoudigen. Het is moge-lijk om het geluid dat de Tascam registreert op te nemen in het geheu-gen van je camera. Maar je kan ook de audio opslaan op de kaart in de Tascam en dat synchroniseren tijdens de montage. Daarnaast is het ook mogelijk om het geluid dat uit je camera komt te synchroniseren met de Tascam of om merktekens toe te voegen. De functie “auto tone” zal bijvoorbeeld het begin en het einde markeren van elke opname. Op vlak van geluidsniveau zijn er diverse mogelijkheden: zo kan je een limiter toevoegen, een hoogfilter met instelbare frequentie (40, 80, of 120 Hz).De duur van de opname is afhankelijk van twee zaken: de opname, de frequentie en de ca-paciteit van je kaart. Bijvoorbeeld: op een kaart van 8GB krijg je bij een opname in 24bit en 96kHz ongeveer 4 uur en 8 minuten. Met dezelfde kaart neem je 12 uur en 24 minuten op bij een opname in 16 bit en 48 kHz.Tot slot willen we ook nog vermelden dat het mogelijk is om een optionele AC-adapter, een externe batterij een bekabelde afstandsbediening en zelfs een footswitch aan te sluiten. Dit vergroot de mogelijkheden natuurlijk aanzienlijk.

GELUIDSKWALITEITDe opname gebeurt in lineaire PCM (WAV) in 16 of 24 bit en 44,1, 48 of 96 kHz. We hebben hier dus met professionele apparatuur te maken. Ik doe een kleine test met een Sennheiser MD21 microfoon (waarschijnlijk de meest gebruikte “interview”-microfoon), aangesloten op een high-end camera in de videomodus. En dit alles sluit ik vervolgens aan op de Tascam. Het verschil is enorm. De meerwaarde van de Tascam is meteen duidelijk. Na deze verge-lijking sluit je nooit meer zomaar een microfoon aan op je camera. Er is natuurlijk altijd nog betere kwaliteit te vinden, maar dan moet je al bereid zijn om nog veel dieper in de portemonnee te graven. Wat opmerkelijk is aan dit toestel, is dat het ogenschijnlijk niet veel om handen heeft om een goede kwaliteit te leveren. Tascam levert hiermee namelijk een zeer goed toestel en dat tegen een zeer interessante prijs. Inderdaad, laten we het daar eens over hebben!

PRIJS€399 (incl. 19% BTW). Wie durft zeggen dat dit duur is? Ik niet, in ieder geval! Nadat ik de DR60-D in het lang en het breed heb getest, wil ik eigenlijk maar één ding: er zo snel mogelijk één in huis halen. Ik ben meer dan overtuigd, zowel door de kwaliteit als door de prijs.

BESLUITDe oude camera’s maakten foto’s. De enige mogelijkheid hier was de “klik klak” van de sluiter. De zaken zijn danig veranderd. De volgende stap was dat je je foto’s op het scherm kon zien. Je huidige toestel kan ook filmpjes met geluid opnemen. En nu is er de mogelijkheid om dat geluid ook even goed te registreren als het beeld. Missie volbracht met de DR-60D. Wat kunnen we nog meer wensen? Een ingebouwde op-laadbare batterij m i s s c h i e n ? Dat zou in-d e r d a a d leuk zijn.

que chacun utilisera en fonction de ses boins : mono, stéréo, dual mono (deux fichiers sé-parés), dual stéréo qui permet d’enregistrer le même fichier à des niveaux différents (pra-tique quand on a pas le temps de régler fine-ment les niveaux), et le mode « quatre canaux » ou l’on enregistre deux fichiers stéréo : entrées « micro » et entrées

« ligne ». Outre les signaux pilotes évoqués plus haut, il est bien entendu possible d’ajouter des marqueurs, qui faciliteront la vie lors du montage, ou même lorsqu’on souhaite relire un fichier.Il est possible d’enregistrer le son sortant du Tascam sur votre caméra/appareil photo de manière à ce qu’ils soient synchronisés, mais vous pouvez aussi stocker l’audio sur la carte du Tascam et synchroniser au montage. Il est également possible d’enregistrer le son venant de votre caméra/appareil photo : ceci pour synchroniser aisément, ou pour avoir des marqueurs ou autres signaux test. Par exemple, la fonction « tonalité automatique » permettra d’ajouter au début et à la fin d’un enregistrement une tonalité automatique.Sur le plan sonore, plusieurs délicates attentions sont présentes : la possibilité d’enclencher un limiteur, un filtre passe-haut avec choix de la fréquence (40, 80 ou 120 Hz).La durée d’enregistrement dépendra de deux choses : la qualité d’enregistrement, sa fréquence, et la capacité de votre carte. Ainsi un enregistrement 24 bit en 96 kHz de 4 heures huit minutes tiendra sur une carte de 8 Go. La même carte offrira par contre 12 heures et 24 minutes en 16 bit 48 kHz.Signalons enfin qu’il est possible d’acquérir en option un adaptateur secteur, un pack piles/batterie externes, une télécommande filaire et même un pédalier. Ceci élargit d’autant les possibilités.

QUALITE SONOREL’enregistrement se fait en format linéaire PCM (Wav) en 16 ou 24 bit en 44.1, 48 ou 96 kHz. On est donc ici dans un vrai format professionnel. J’ai réalisé un test : le même micro MD21 Sennheiser (probablement « le » micro le plus utilisé en interview) branché dans un appareil photo haut de gamme en mode « vidéo » et ensuite branché dans le Tascam. La différence est

énorme. Le gain de qualité amené par le DR-60D est donc très net. On ne peut plus jamais rebrancher un micro dans son appareil photo après avoir com-

paré. Certes, on peut trouver encore mieux dans des marques prestigieu-ses, à condition de dépenser (beaucoup) plus. Ce qui est remarquable sur le modèle présenté est que l’air de rien, Tascam offre une machine de qualité, à but précis, et à prix abordable. Parlons du prix, justement.

BUDGET €399 (19% TVA incluse). Qui osera dire que c’est trop cher ? Pas moi ! Pour avoir testé en long en large et en profondeur ce DR-60D, je n’ai qu’une envie : en acquérir un au plus vite. C’est dire si je suis conquis et parle prix et par la qualité.

CONCLUSIONSLes anciens appareils photos faisaient des photos, et le seul son

possible était le « clic-clac » de l’obturateur. Les choses ont évo-lué, et outre la possibilité de voir immédiatement vos photos

sur l’écran, votre appareil actuel peut aussi réaliser de la captation vidéo et enregistrer du son. Mais pour que le

son soit aussi bon que l’image, il fallait ajouter un peu de matériel et beaucoup de savoir-faire. Mission ac-

complie pour Tascam avec ce DR-60D qui réalise parfaitement le job. Que demander de plus ? Une batterie rechargeable d’origine… ce serait sympa!


contra• geen oplaadbare batterij • Pas de batterie rechar-

geable

pro• zeer bruikbaar toestel• algemene ontwerp• prijs/mogelijkheden

• Machine utile• Conception globale• Prix/possibilités

PSL

PSL

RØDE NT1RECORDING MICROPHONE KIT ROGER ROLAND

RECORDING&PRODUCINGRØDE NT1

De eindejaarsfeesten zijn in zicht, de eerste sneeuwvlok-ken zijn gesignaleerd. Weet jij al wat je aan Sinterklaas of de Kerstman gaat vragen? RØDE heeft me iets toegestuurd dat schreeuwt om onder de kerstboom te belanden. Zijn we niet allemaal een beetje kind gebleven?

PRESENTATIERØDE komt namelijk met een erg verleidelijk aanbod: de NT1-A microfoon die we allemaal al kenden, maar hier is nu de geüpdatete versie. De look is een beetje veranderd. Zwart heeft nu de bovenhand, in plaats van zilver. De capsule is ook nieuw en er is gewerkt aan de achtergrondruis, die hier een pak minder is dan bij het vorige model. Verder wordt dit model ook vergezeld van een ophanging en een pop-filter. Het is een complete kit die voorkomt dat u als koper meteen weer in de winkel staat om accessoires aan te schaffen.

BESCHRIJVINGHet kartonnen doosje is leuk en doet een beetje aan als een pakje van de pakketdienst. De look van de micro-foon is zeer g e s l a a g d .

Hij meet 19 cm en weegt 395 gram. Dit is een cardioïde con-densatormicrofoon. Een perfect veelzij-dige microfoon, geschikt voor elke homestudio, zonder dat je te diep in je portemonnee moet tasten.Het Australische merk is bekend om haar kwalitatieve producten. Je krijgt dan ook een garantie van tien jaar indien je de microfoon registreert op RØDE’s website. Dit geeft trouwens meteen een idee van de levensduur.De ophanging is gedeeltelijk vervaardigt met onderdelen van Rycote. We hebben het dan vooral over dat gedeelte dat de trillingen opvangt. Voor zij die Rycote niet kennen: je zou kunnen zeggen dat zij voor ophangingen en kapjes zijn wat Bic voor de balpen is: de stan-daard. Wanneer je een geluidsman ziet met een “windjammer”, dan is de kans bijna 100 procent dat dit een Rycote is. Op een bepaald punt in de geschiedenis zijn we overgeschakeld van “geef me de antiwindkap eens” naar “geef me de Rycote eens aan”. Dit kan alleen maar betekenen dat we met topkwaliteit te maken hebben. In deze ophanging kan je een rechthoe-kige metalen antiplofkap schuiven. Hij is stevig ontworpen en bestaat uit een dubbele grille in strakke gaas. Alles straalt ernst en kracht uit. In dit opzicht is dat zeker al een verbetering met de NT1A. Er zit een handleiding bij in het Engels, Duits, Spaans, Frans, Italiaans, Ja-pans, Koreaans (of was het Chinees, ik verwar deze soms). Prachtig gepresenteerd in een klein vierkant boekje. Je vindt er alles in wat je moet weten over deze microfoon en krijgt nuttige informatie over de positionering, in functie van het instrument dat je wilt opnemen. De handleiding werd ook versierd met een aantal tekeningen die het lezen vergemakkelijken (vooral in het Chinese hoofdstuk).

GEBRUIKEen microfoon aansluiten is niet ingewikkeld: een XLR-kabel, et voilà! Maar, voordat je verbinding maakt, bevestig je de microfoon best al correct in de ophanging. Dat gaat allemaal erg vlot. Vervolgens schuiven we de antiplopfilter op zijn plaats en klaar is kees.Dit is erg handig. Ik blijf over het algemeen graag een beetje weg van de antiplopfilter (zo’n 30 centimeter). Op die manier kan de zanger zelfs met z’n neus tegen de antiplop-filter komen, terwijl hij toch een eindje verwijderd blijft van de microfoon. Wat goed is, anders krijg je het effect van close miking (te veel bassen die je er nog maar moeilijk uitgefilterd krijgt in de mix). Je kan zonder problemen zinnen schreeuwen als “Papa is een pompier in de opera van Parijs!” zonder dat de p’s ploffen. Hij werkt dus perfect!

Les fêtes de fin d’année approchent, les premiers flocons de neige pointent le bout du nez… Savez-vous déjà ce que vous allez demander à St-Nicolas ou au père Noël ? Rode me li-vre un joli colis qui fait furieusement penser à une boite que l’on place sous le sapin… Ne sommes-nous pas tous restés en partie des enfants ?

PRESENTATIONRode fait ici une proposition alléchante : le micro NT1-A dont le nom est connu, mais sort ici en « version 2013 ». Le look a un peu changé et le noir remplace l’argenté au niveau de la couleur. La capsule est nouvelle également, et on note une amélioration du bruit de fond, qui est ici ramené plus bas que l’ancien modèle. Mais le micro vient accompagné d’une suspension et d’un filtre anti-pop. Soit un kit complet qui évi-tera à l’acquéreur de devoir acheter ensuite des accessoires s’il veut utiliser son micro de manière optimale.

DESCRIPTIONLa boite en carton est jolie et se présente un peu comme un co-

lis-cadeau. Le micro est très réussi au niveau look. Il mesure 19 cm de haut pour un poids de 395 grammes. Il s’agit d’un modèle

à condensateur de directivité cardioïde. Il sera à l’aise comme micro polyvalent et conviendra à tous les home studios qui cherchent du matériel de qualité sans avoir à trop dépenser. La marque australienne est connue et reconnue, les qualités de ses produits n’étant plus à démontrer. Pour les anxieux, une garantie de dix ans est proposée pour autant que vous

enregistriez votre micro en ligne sur le site du constructeur. Voilà qui donne une idée de la fiabilité du micro sur la durée. La

suspension est composée partiellement d’éléments de chez Rycote. Plus exactement la partie qui isole le micro des vibrations. C’ets une dou-

ble lyre en fait. Pour ceux qui ne connaissent pas la marque Rycote, on peut dire que la mar-que est aux suspensions et bonnettes anti-vent ce que la marque Bic est au stylo à bille : un standard. Quand vous voyez un preneur de son avec un « Windjammer » (le nom original de cette bonnette à fourrure) ou avec une coque anti-vent, il y a de très fortes chances pour que cela soit du Rycote. A tel point que dans le métier, la mar-que est devenue synonyme de « bonnette anti-vent ». On ne dit pas « passe-moi la bonnette », mais « passe-moi le Rycote » ! C’est dire si la marque offre une garantie de qualité. Dans cette suspension, on peut glisser un écran anti pop rectangulaire en métal. Il est robuste et bien conçu, et se compose d’une double grille au maillage très serré. L’ensemble respire le sérieux et la robustesse. Sur ce plan, on constate un progrès sur la qualité perçue par rapport au NT1A. Un mode d’emploi en anglais, allemand, espagnol, français, italien, japo-nais, coréen (ou chinois…je confonds parfois) est joli-ment présenté (un petit livre carré qui fait penser aux anciens livres « marabout-flash » explique tout ce qu’il faut connaitre à propos de ce micro, et donne quelques infos utiles pour le positionnement en fonction de l’instrument que vous voulez enregistrer. Il est agré-menté de quelques dessins, ce qui facilité la lecture (surtout en chinois).

UTILISATIONBrancher un micro n’est guère compliqué : un câble XLR et le tour est joué. Mais avant de le brancher, il faut suspendre le micro, ce qui se fait aisément, la suspension étant bien conçue. Ensuite, on glisse l’anti pop à l’avant de la suspension et le tour est joué.Ceci est très pratique, même si je préfère en général éloigner un peu l’anti pop du micro d’une trentaine de centimètre. De cette manière, le chanteur ou la chanteuse peut se placer même le nez contre l’anti pop, en restant à bonne distance. Ici c’est à éviter : il faut idéalement garder un peu de distance entre la bou-che et l’anti-pop, sous peine d’obtenir un effet « close miking » prononcé (une remontée des graves qui sera ingérable au mixage). Cela posé l’anti pop est redouta-blement efficace. Vous pouvez hurler : « Papa est pom-pier à l’opéra de Paris » sans que la moindre plosive ne vienne perturber la capsule du NT1. C’est dire si cette grille fait parfaitement son travail. Elle est aussi très transparente sur le plan acoustique. Je me demande si cet accessoire ne mérite pas le « Grammy Award » de l’anti-pop. C’est dire si elle m’épate (au fromage). La suspension isole très bien le micro des vibrations, et en plus elle est jolie, ce qui ne gâche rien.

QUALITE SONORELa lecture de la fiche technique nous montre que ce mi-cro est extrêmement silencieux: -4,5 dBA SPL de bruit propre, e qui est fantastique. Le NT1 peut encaisser une pression sonore de maximum 132 dB, soit au-dessus du seuil de sensation douloureuse. La plage dynamique est donc simple à calculer : on soustrait le bruit de fond de la pression acoustique maximum, et l’on obtient un résultat

PRO SOUND & LIGHT 2013/12 7www.meetmusic.com

que est aux suspensions et bonnettes anti-vent ce que la marque Bic est au stylo à bille : un standard. Quand vous voyez un preneur de son avec un « Windjammer » (le nom original de cette bonnette à fourrure) ou avec une coque anti-vent, il y a de très fortes chances pour que cela soit du Rycote. A tel point que dans le métier, la mar-que est devenue synonyme de « bonnette anti-vent ». On ne dit pas « passe-moi la bonnette », mais « passe-moi le Rycote » ! C’est dire si la marque offre une garantie de qualité. Dans cette suspension, on peut glisser un écran anti pop rectangulaire en métal. Il est robuste et bien conçu, et se compose d’une double grille au maillage très serré. L’ensemble respire le sérieux et la robustesse. Sur ce plan, on constate un progrès sur la qualité perçue par rapport au NT1A. Un mode d’emploi en anglais, allemand, espagnol, français, italien, japo-nais, coréen (ou chinois…je confonds parfois) est joli-ment présenté (un petit livre carré qui fait penser aux anciens livres « marabout-flash » explique tout ce qu’il faut connaitre à propos de ce micro, et donne quelques infos utiles pour le positionnement en fonction de l’instrument que vous voulez enregistrer. Il est agré-menté de quelques dessins, ce qui facilité la lecture

Brancher un micro n’est guère compliqué : un câble XLR et le tour est joué. Mais avant de le brancher, il faut suspendre le micro, ce qui se fait aisément, la suspension étant bien conçue. Ensuite, on glisse l’anti pop à l’avant de la suspension et le tour est joué.Ceci est très pratique, même si je préfère en général éloigner un peu l’anti pop du micro d’une trentaine de centimètre. De cette manière, le chanteur ou la chanteuse peut se placer même le nez contre l’anti pop, en restant à bonne distance. Ici c’est à éviter : il faut idéalement garder un peu de distance entre la bou-che et l’anti-pop, sous peine d’obtenir un effet « close miking » prononcé (une remontée des graves qui sera ingérable au mixage). Cela posé l’anti pop est redouta-blement efficace. Vous pouvez hurler : « Papa est pom-pier à l’opéra de Paris » sans que la moindre plosive ne vienne perturber la capsule du NT1. C’est dire si cette grille fait parfaitement son travail. Elle est aussi très transparente sur le plan acoustique. Je me demande si cet accessoire ne mérite pas le « Grammy Award » de l’anti-pop. C’est dire si elle m’épate (au fromage). La suspension isole très bien le micro des vibrations, et en

La lecture de la fiche technique nous montre que ce mi-cro est extrêmement silencieux: -4,5 dBA SPL de bruit propre, e qui est fantastique. Le NT1 peut encaisser une pression sonore de maximum 132 dB, soit au-dessus du seuil de sensation douloureuse. La plage dynamique est donc simple à calculer : on soustrait le bruit de fond de la pression acoustique maximum, et l’on obtient un résultat

7www.meetmusic.com

RECORDING&PRODUCING RØDE NT1

Alles klinkt ook veel beter. De vering isoleert de microfoontril-lingen heel goed en ziet er ook nog eens leuk uit, wat ook geen kwaad kan.

GELUIDSKWALITEITAls we de technische fiche erbij nemen, lezen we dat deze mi-crofoon zeer stil is (-4,5 dBA ruis). De NT1 kan een maximale geluidsdruk van 132 dB aan, oftwel hoger dan de pijngrens. Het dynamisch bereik is eenvoudig te berekenen: trek de achter-grondruis af van de maximale geluidsdruk en je krijgt 127 dB. Het frequentiebereik ligt tussen 20 Hz en 20 kHz. Wanneer we de curve bekijken, zien we een lichte bult tussen de 4 en de 12 kHz. De technische fiches geven ons veel informatie, maar ze vertellen ons niet hoe de microfoon precies klinkt. Het eerste wat ons opvalt: geen achtergrondgeluiden! Werkelijk niets! Ik begin me zelfs al af te vragen of ik de gain van de preamp wel heb opengedraaid. Het geluid is gedetailleerd, maar zonder te veel hoge frequenties, iets wat entry-level microfoons soms wel hebben. Je krijgt een zacht en aangenaam geluid, een beetje vin-tage misschien, maar zonder dat het té is. Deze microfoon heeft duidelijk een eigen karakter en is ideaal voor spraak en zang, maar ook voor aktoestische gitaar, percussie en cello. Ik pro-beerde het allemaal en ben zeer tevreden. Op de website vind je trouwens verschillende geluidsfragmenten. Zeker de moeite waard om eens te beluisteren. In mijn opinie heeft RØDE een bestaand model verbeterd. Ik heb eigenlijk zin om de twee ver-sies eens écht naast elkaar te leggen… De look is verbeterd, maar het geluid ook. Als kers op de taart: er zijn twee essentiële acces-soires inbegrepen. En het allerbeste moet nog komen!

PRIJSWat kost deze kit nu? Niet zo veel, blijkbaar: €249 (incl. BTW). Je kan echt niet klagen, zeker als je weet wat de extra accessoires kosten die je er nu bij krijgt. Als je dan ook nog eens rekening houdt met de geluidskwaliteit, is dit een zeer redelijke prijs.

BESLUITDe conclusie ligt voor de hand: ik kan deze microfoon aan iedereen aanbevelen. Je kan het jammer vinden dat er geen koffertje bij is, maar het kartonnen doosje is zeer stevig. Nogmaals: gezien de prijs was het waarschijnlijk moeilijk om hier een koffertje bij te geven. Vol-gens mij heeft RØDE absoluut de juiste keuzes gemaakt. Als je op zoek bent naar een goede allround microfoon die robuust is en wordt gele-verd met degelijke en handige accessoires tegen een betaalbare prijs... zoek dan niet verder! Een ideaal geschenk voor de feestdagen. Hallo, Kerstman!?

de 127 dB. La réponse en fréquences s’étend de 20 Hz à 20 kHz. A lire la courbe de réponse en fréquences, on voit qu’elle est rectiligne avec une légère bosse entre 4 et 12 kHz. Les infos techniques donnent de bonnes infos, mais elles ne nous disent jamais comment va sonner le micro. La première bonne surprise est le bruit de fond inexistant. A tel point que l’on se demande si le gain du préampli a bien été monté. Vraiment impressionnant. Le son est détaillé, mais sans l’excès de hautes fréquences que possèdent parfois les micros d’entrée de gamme. On obtient une sonorité plutôt douce, un rien « vintage » mais sans excès. Ce micro possède son propre caractère et est à l’aise pour la voix parlée ou chantée, mais enregistrer une guitare acoustique, des percussions ou du violoncelle est tout-à-fait envisageable. Je l’ai essayé avec grande satisfaction. Le site du constructeur dispose de nombreux extraits sono-res si vous souhaitez entendre ce que rend ce micro. Cela vaut la peine d’y jeter un œil (et une oreille). Il me semble qu’avec ce nouveau NT1, Rode a amélioré un modèle existant. Je serais curieux d’effectuer une comparaison directe. Le look a gagné en qualité, c’est assez net, mais le son également. Et cerise sur le gâteau : on obtient deux accessoires indispensables. Le meilleur est pour la fin, vous allez voir…

BUDGET Que va coûter ce sympathique ensemble micro-suspension-anti pop ? Pas très cher à vrai dire: €249 (TVA incluse). On ne peut pas vraiment se plaindre, surtout quand on con-nait le prix des accessoires tels que ceux proposés ici. Donc non content de proposer un produit qui présente bien des qualités sur le plan sonore, Rode vend celui-ci à un prix plus que raisonnable.

CONCLUSIONSLa conclusion coule de source : un produit à recommander. On peut regretter l’absence d’un coffret pour ranger ce micro, mais la boite en carton est solide. Et encore : vu le prix demandé, il était sans doute difficile de proposer un coffret en plus de ce qui est offert ici, et Rode a fait le bon choix. Si vous cherchez un bon micro « à tout faire » (ce qui est la

définition parfaite d’un micro « home studio »), robuste, bien conçu et vendu avec des ac-cessoires utiles à un prix abordable, ce kit Rode NT est pour vous. Un cadeau idéal pour les fêtes. Allo, le père Noël ?


RØDE NT1

Alles klinkt ook veel beter. De vering isoleert de microfoontril-lingen heel goed en ziet er ook nog eens leuk uit, wat ook geen

Als we de technische fiche erbij nemen, lezen we dat deze mi-crofoon zeer stil is (-4,5 dBA ruis). De NT1 kan een maximale geluidsdruk van 132 dB aan, oftwel hoger dan de pijngrens. Het dynamisch bereik is eenvoudig te berekenen: trek de achter-grondruis af van de maximale geluidsdruk en je krijgt 127 dB. Het frequentiebereik ligt tussen 20 Hz en 20 kHz. Wanneer we de curve bekijken, zien we een lichte bult tussen de 4 en de 12 kHz. De technische fiches geven ons veel informatie, maar ze vertellen ons niet hoe de microfoon precies klinkt. Het eerste wat ons opvalt: geen achtergrondgeluiden! Werkelijk niets! Ik begin me zelfs al af te vragen of ik de gain van de preamp wel heb opengedraaid. Het geluid is gedetailleerd, maar zonder te veel hoge frequenties, iets wat entry-level microfoons soms wel hebben. Je krijgt een zacht en aangenaam geluid, een beetje vin-tage misschien, maar zonder dat het té is. Deze microfoon heeft duidelijk een eigen karakter en is ideaal voor spraak en zang, maar ook voor aktoestische gitaar, percussie en cello. Ik pro-beerde het allemaal en ben zeer tevreden. Op de website vind je trouwens verschillende geluidsfragmenten. Zeker de moeite waard om eens te beluisteren. In mijn opinie heeft RØDE een bestaand model verbeterd. Ik heb eigenlijk zin om de twee ver-sies eens écht naast elkaar te leggen… De look is verbeterd, maar het geluid ook. Als kers op de taart: er zijn twee essentiële acces-

Wat kost deze kit nu? Niet zo veel, blijkbaar: €249 (incl. BTW). Je kan echt niet klagen, zeker als je weet wat de extra accessoires kosten die je er nu bij krijgt. Als je dan ook nog eens rekening houdt met de

De conclusie ligt voor de hand: ik kan deze microfoon aan iedereen aanbevelen. Je kan het jammer vinden dat er geen koffertje bij is, maar het kartonnen doosje is zeer stevig. Nogmaals: gezien de prijs was het waarschijnlijk moeilijk om hier een koffertje bij te geven. Vol-gens mij heeft RØDE absoluut de juiste keuzes gemaakt. Als je op zoek bent naar een goede allround microfoon die robuust is en wordt gele-verd met degelijke en handige accessoires tegen een betaalbare prijs... zoek dan niet verder! Een ideaal geschenk voor de feestdagen. Hallo,

de 127 dB. La réponse en fréquences s’étend de 20 Hz à 20 kHz. A lire la courbe de réponse en fréquences, on voit qu’elle est rectiligne avec une légère bosse entre 4 et 12 kHz. Les infos techniques donnent de bonnes infos, mais elles ne nous disent jamais comment va sonner le micro. La première bonne surprise est le bruit de fond inexistant. A tel point que l’on se demande si le gain du préampli a bien été monté. Vraiment impressionnant. Le son est détaillé, mais sans l’excès de hautes fréquences que possèdent parfois les micros d’entrée de gamme. On obtient une sonorité plutôt douce, un rien « vintage » mais sans excès. Ce micro possède son propre caractère et est à l’aise pour la voix parlée ou chantée, mais enregistrer une guitare acoustique, des percussions ou du violoncelle est tout-à-fait envisageable. Je l’ai essayé avec grande satisfaction. Le site du constructeur dispose de nombreux extraits sono-res si vous souhaitez entendre ce que rend ce micro. Cela vaut la peine d’y jeter un œil (et une oreille). Il me semble qu’avec ce nouveau NT1, Rode a amélioré un modèle existant. Je serais curieux d’effectuer une comparaison directe. Le look a gagné en qualité, c’est assez net, mais le son également. Et cerise sur le gâteau : on obtient deux accessoires indispensables. Le meilleur est pour la fin, vous allez voir…

BUDGET Que va coûter ce sympathique ensemble micro-suspension-anti pop ? Pas très cher à vrai dire: €249 (TVA incluse). On ne peut pas vraiment se plaindre, surtout quand on con-nait le prix des accessoires tels que ceux proposés ici. Donc non content de proposer un produit qui présente bien des qualités sur le plan sonore, Rode vend celui-ci à un prix plus que raisonnable.

CONCLUSIONSLa conclusion coule de source : un produit à recommander. On peut regretter l’absence d’un coffret pour ranger ce micro, mais la boite en carton est solide. Et encore : vu le prix demandé, il était sans doute difficile de proposer un coffret en plus de ce qui est offert ici, et Rode a fait le bon choix. Si vous cherchez un bon micro « à tout faire » (ce qui est la

définition parfaite d’un micro « home studio »), robuste, bien conçu et vendu avec des ac-cessoires utiles à un prix abordable, ce kit Rode NT est pour vous. Un cadeau idéal pour les fêtes. Allo, le père Noël ?

contra• kartonnen doosje • Boite en carton

pro• geluidskwaliteit, geen

achtergrondruis• kwalitatief gebouwd• goede antiplofkap

• Qualité sonore, absence de bruit de fond

• Construction de qualité• Anti-pop hyper efficace

PSL PSL


Peavey HIsys H10 & H15 SubSPEAKER & SUBWOOFER CABINETS HANS LAUWENS

PA & LIVE SOUND Peavey HIsys H10 & H15 Sub

Peavey is één van die merken waarvan iedereen toch minstens ooit al eens heeft gehoord. Is het niet van de niet kapot te krijgen zware eindversterkers, dan is het zeker van het onwaarschijnlijk uitgebrei-de gamma gitaarversterkers die ooit de revue passeerden. Het merk bestaat sinds begin jaren ’60. Het nogal hoekige logo dateert ook uit die tijd en is niet meer weg te denken uit de hedendaagse muziekwe-reld. Respect moet je verdienen, heb ik altijd geleerd. Wees gerust dat Peavey op dat vlak geen lesjes te leren heeft. Het Amerikaanse merk maakt producten in zowat alle prijsklassen. Die diversiteit en het indrukwekkende productgamma, maken van een test van Pea-vey vrijwel altijd een interessante en boeiende ontdekking. Vandaag staat er een set uit de HIsys reeks op mijn oordeel te wachten: twee keer de H10 satelliet en één bijpassende H15 Sub.

ALGEMEENConceptEen reeks luidsprekerkasten bouwen die een maximum aan veel-zijdigheid bieden, gecombineerd met een zo laag mogelijk gewicht. Handelbaar, divers inzetbaar en vooral ook gebruiksvriendelijk. Een bediening die je zelfs als leek niet uit de weg hoeft te gaan. Dát is wat Peavey voor ogen had bij de ontwikkeling van de nieuwe HIsys serie. Een eenvoudig concept dus, dat zonder meer herkenbaar is. Want zeg nu zelf, welke producent wil uiteindelijk niet die troeven uitspelen bij het ontwerpen van een speaker?! Veel concurrentie dus. En veel concurrentie betekent dat je er met bepaalde aspecten bovenuit moet steken om op te vallen en een positieve indruk na te laten. De vraag is of deze Peavey set daarvoor voldoende capabel is. Dat gaan we meteen eens on-der de loep nemen! Een leuk weetje is dat de HIsys reeks gebouwd wordt in Italië en niet in Amerika (en nee, ook niet in China). Dat is zowaar een primeur voor Peavey! Over naar onze testset! De kasten zijn alle drie actief, met in iedere box een klasse D versterkermodule die vermogen levert aan de eigen speakers. Tegenwoordig is het de mode om alle versterkers en overige elektronica in de subkast te pompen, waarop je dan gewoon een koppel passieve satellieten kan aansluiten. Op zich best wel handig, maar één van de nadelen is dat de topjes misschien net dat ietsje minder flexibel zijn. Je hebt altijd die sub nodig, of je moet een aparte versterker meesleuren. Met onze testset heb je daar dus geen last van. Iedere kast bevat gewoon haar eigen versterking. De H10 top-kastjes zijn tweeweg ontwerpen en bevatten elk een 10” woofer voor het laag (hoe kan het ook anders…) en een 1” driver voor het hoog, gemonteerd achter een draaibare 90° x 70° hoorn. De ampmodule stuurt 500W RMS naar het laag en 100W RMS naar het hoog. Verder maken de kastjes gebruik van een puike DSP met enkele presets. Er werd gekozen voor een schakelende voeding, die mede verantwoordelijk is voor het beperkte gewicht. De H10 ‘opent’ als het ware de HIsys reeks. Het rijtje wordt aangevuld door twee andere topkasten (fullrangekasten eigenlijk, om correct te zijn). Een 12” variant (H12) en een 15” exemplaar (H15). Voor een bijhorende subwoofer kan je kiezen tus-sen een 15” model (H15 Sub) en een 18” variant (H18 Sub). Voor de test kregen wij de kleinste opgestuurd (één exemplaar). Hoewel klein natuurlijk relatief is… De H15 Sub beschikt over een 15” woofer met 3” voice coil en bevat eveneens een klasse D eindtrap met schakelende voeding. Goed voor een 1000W continuous en 2000W peak. De sub maakt gebruik van analoge processing. Ik ben benieuwd hoe het geheel zal klinken!

Doelgroep/toepassingAan flexibiliteit geen gebrek! Het begint misschien een beetje cliché te klinken wan-neer ik zeg dat de kastjes heel divers inzetbaar zijn, maar de Peaveys zijn dat écht. Een schoolvoorbeeld van flexibiliteit. Waarom? Alle modellen uit de serie kunnen gevlogen worden (voldoende ophangpunten!). Behalve de subs kunnen ze ook op statief worden geplaatst. De behuizing van de topkasten is symmetrisch afgeschuind onder 40°, wat van de speakers ideale floormonitors kan maken. Daar zit dan het voor-deel van de aparte versterkers. Je hoeft de sub voor dergelijke toepas-singen niet mee te nemen. Tenzij je bijvoorbeeld een goeie drum-monitor nodig hebt, dan mag hij wel mee ‘on stage’ natuurlijk. Een ander interessant detail dat zeker het vermelden waard is: er wordt nergens actieve koeling toegepast. De grote (zwarte) aluminiumpanelen staan daar dus niet enkel voor het zicht, maar zorgen ook voor een natuurlijke convectiekoeling. Dat maakt dat de speakers perfect kunnen worden ingezet op locaties waar geen bijgeluiden gewenst zijn. Toch iets wat het toepassingsgebied heel ver open trekt! PA, DJ, culturele centra, fixed install, horeca, monitoring… Noem maar op!

BOUWAfwerkingOp de afwerking heb ik niet veel aan te merken. De bouwkwaliteit springt in het oog: een solide sub, een duurzame epoxy afwerking voor sub en topjes, strakke lijnen, een klassieke grille met moderne perforaties en akoestisch schuim aan de binnenzijde. Niet meteen een vernieuwend design, maar wel een frisse verschijning die professionaliteit uitstraalt. Misschien is de invloed van de Italianen in de productie wel een beetje merkbaar: de kasten zijn afgewerkt met oog voor detail. Zo stralen bijvoorbeeld de zwarte aluminium platen, voorzien van Peavey logo’s, wel wat klasse uit. De topkastjes hebben onder hun handgreep nog een logo in reliëf: origineel! Het oog wil immers ook wat… Nu ik het toch over het handvat heb: de topkastjes beschikken slechts over één handgreep bovenop. Ik heb het al vaker gezegd: op zich hoeft dat geen probleem te zijn. Het beperkte gewicht

Peavey est une de ces marques dont tout le monde a au moins en-tendu parler. Si ne sont pas les amplis de puissance indestructi-bles, alors la gamme incroyablement vaste d’amplis guitare. La marque existe depuis le début des années ’60. Le logo angulaire est de la même époque et est devenu incontournable dans le mon-de de la musique. On m’a toujours dit que le respect, ça se mérite, eh bien, chez Peavey, c’est bel et bien le cas. L’Américain propose des produits dans quasi toutes les catégories de prix. Cette diver-sité et la gamme impressionnante de produits font qu’un test de matériel Peavey est presque toujours une découverte intéressante et passionnante. J’ai ici un set de la série HIsys qui attend mon jugement: deux satéllites H10 et un sub complémentaire H15 Sub.

GÉNÉRALConceptConstruire une série d’enceintes ayant une polyvalence maximale, combiné à un poids minimal. Maniable, multifonctionnel et sur-tout convivial. Une commande qui n’effrayera même pas un no-vice. Voila l’objectif de Peavey lors du développement de la nou-velle série HIsys. Un concept simple, et donc reconnaissable. Car quel fabricant ne veut pas inclure tous ces atouts dans sa nouvelle lignée d’enceintes?! La concurrence est donc vive, ce qui implique qu’il faut se démarquer avec quelques caractéristiques pour faire bonne impression. Le tout est: ce set de Peavey en a-t-il les capaci-

tés? Nous allons le découvrir de ce pas! Je vous confie que la gamme HIsys est construite en Italie, et pas aux Etats-Unis, ni en Chine, d’ailleurs. C’est une première pour Peavey!Allons-y! Les trois enceintes sont actives, chacune ayant son propre module d’amplification de classe D qui alimente les drivers du box. La mode est actuelle-ment à mettre toute l’électronique dans le sub, sur lequelon branche des tops pas-sifs. C’est pratique, bien sûr, mais l’utilisation des tops est moins flexible, il faudra

toujours le sub, ou alors emporter un ampli séparé. Notre set ne souffre pas de cela, chaque unité étant autonome. Les satéllites H10 sont des modèles à deux voies, avec un woofer 10” (vous l’aviez deviné) pour les basses et un driver 1” pour les aiguës, monté derrière un pavillon 90° x 70° orientable. Le module d’amplification pré-sente 500W RMS au woofer, et 100W RMS au tweeter. Les tops disposent également d’un DSP bien ficelé avec quelques présets. L’alimentation commutée est en partie responsable du faible poids. Le H10 est le modèle d’entrée de la gamme HIsys, com-plétée par deux autres tops - en fait des fullrange, c’est plus correct. Une variante 12” (H12) et une version 15” (H15). Il y a deux subs complémentaires, un modèle 15” (H15 Sub) et un 18” (H18 Sub). Pour le test, on nous a donc confié le petit modèle (une pièce). Petit? Tout est relatif… Le H15 Sub dispose d’un woofer de 15” avec une bobine de 3” et un étage de puissance de classe D avec son alimentation commutée. Tout ceci génère 1000W en continu et 2000W peak. Le sub est équipé d’un proces-seur analogique. Je veux connaître le son de tout ceci!

Public cible/applicationsCe n’est pas la flexibilité qui manque ici! Vous entendez souvent dire qu’une en-ceinte peut être utilisée dans bien des situations, mais c’est vraiment le cas de ces Peavey. Un modèle de flexibilité. Pourquoi? Tous lesmodèles de la gamme peuvent être suspendus, il y a assez de points de fixation. Ils peuvent être posé sur pied (sauf les subs). Les boîtiers des tops sont biseautés sous 40°, ce qui en fait des moniteurs de scène idéaux. Et voilà le grand avantage des amplis individuels, vous ne devez pas emporter le sub pour de telles applications. Sauf si il vous faut un bon retour de batterie, il sera alors le bienvenu sur scène. Un autre aspect intéressant, les modules ne sont pas refroidis par ventilateur. Les grands panneaux en aluminium noir ne sont pas uniquement décoratifs, ils prennent le refroidissement par convection en

charge. Vous pouvez donc utiliser ces enceintes là, où lesbruits parasites sont indésirables, ce qui augmente sensiblement les applica-tions possibles! PA, DJ, centres culturels, installations permanentes, horéca, monitoring et ainsi de suite!

CONSTRUCTIONFinitionLa finition se passe presque de commentaires. La qualité de fabrication est remarquable: un sub solide, une fini-tion en époxy durable pour tous les modèles, des lignes tendues, une grille classique avec des perforations mo-dernes et de la mousse acoustique sur sa face intérieure. Un design qui n’est pas innovateur, mais une apparence professionnelle. Peut-être l’influence italienne transpire quelque part: la finition est exécutée avec attention pour le détail. Les tôles d’aluminium portant le logo Peavey sont assez “classe”. Sous les poignées des tops, il y égale-ment un logo en relief, c’est original! L’audio, c’est aussi du visuel… En parlant de poignées, il n’y en a qu’une sur les tops, sur le haut. Je vous l’ai souvent dit, cela ne doit pas être un problème. Le poids réduit de ces modèles fait qu’une poignée supplémentaire n’est pas nécessaire pour le transport et la manipulation, mais générale-ment, ces tops seront posés sur un trépied. C’est alors qu’une poignée latérale me manque. Je dois pourtant

dire que la poignée offre une excellente prise. Le panneau de connection est de petite taille et est en léger retrait, ce

qui est un plus pour la protection. La petite taille de la face arrière ne facilite pas la manipulation des potentiomètres,

mais mes grosses patounes ont leur part de responsabilité aussi. J’ai constaté que les boutons des potentiomètres ne sont

pas très solidaires de leurs axes. Lors du déballage prudent du


HIsys H10 & H15 SubSPEAKER & SUBWOOFER CABINETS

Peavey is één van die merken waarvan iedereen toch minstens ooit al eens heeft gehoord. Is het niet van de niet kapot te krijgen zware eindversterkers, dan is het zeker van het onwaarschijnlijk uitgebrei-de gamma gitaarversterkers die ooit de revue passeerden. Het merk bestaat sinds begin jaren ’60. Het nogal hoekige logo dateert ook uit die tijd en is niet meer weg te denken uit de hedendaagse muziekwe-reld. Respect moet je verdienen, heb ik altijd geleerd. Wees gerust dat Peavey op dat vlak geen lesjes te leren heeft. Het Amerikaanse merk maakt producten in zowat alle prijsklassen. Die diversiteit en het indrukwekkende productgamma, maken van een test van Pea-vey vrijwel altijd een interessante en boeiende ontdekking. Vandaag staat er een set uit de HIsys reeks op mijn oordeel te wachten: twee keer de H10 satelliet en één bijpassende H15 Sub.

Een reeks luidsprekerkasten bouwen die een maximum aan veel-zijdigheid bieden, gecombineerd met een zo laag mogelijk gewicht. Handelbaar, divers inzetbaar en vooral ook gebruiksvriendelijk. Een bediening die je zelfs als leek niet uit de weg hoeft te gaan. Dát is wat Peavey voor ogen had bij de ontwikkeling van de nieuwe HIsys serie. Een eenvoudig concept dus, dat zonder meer herkenbaar is. Want zeg nu zelf, welke producent wil uiteindelijk niet die troeven uitspelen bij het ontwerpen van een speaker?! Veel concurrentie dus. En veel concurrentie betekent dat je er met bepaalde aspecten bovenuit moet steken om op te vallen en een positieve indruk na te laten. De vraag is of deze Peavey set daarvoor voldoende capabel is. Dat gaan we meteen eens on-der de loep nemen! Een leuk weetje is dat de HIsys reeks gebouwd wordt in Italië en niet in Amerika (en nee, ook niet in China). Dat is zowaar een primeur voor

Over naar onze testset! De kasten zijn alle drie actief, met in iedere box een klasse D versterkermodule die vermogen levert aan de eigen speakers. Tegenwoordig is het de mode om alle versterkers en overige elektronica in de subkast te pompen, waarop je dan gewoon een koppel passieve satellieten kan aansluiten. Op zich best wel handig, maar één van de nadelen is dat de topjes misschien net dat ietsje minder flexibel zijn. Je hebt altijd die sub nodig, of je moet een aparte versterker meesleuren. Met onze testset heb je daar dus geen last van. Iedere kast bevat gewoon haar eigen versterking. De H10 top-kastjes zijn tweeweg ontwerpen en bevatten elk een 10” woofer voor het laag (hoe kan het ook anders…) en een 1” driver voor het hoog, gemonteerd achter een draaibare 90° x 70° hoorn. De ampmodule stuurt 500W RMS naar het laag en 100W RMS naar het hoog. Verder maken de kastjes gebruik van een puike DSP met enkele presets. Er werd gekozen voor een schakelende voeding, die mede verantwoordelijk is voor het beperkte gewicht. De H10 ‘opent’ als het ware de HIsys reeks. Het rijtje wordt aangevuld door twee andere topkasten (fullrangekasten eigenlijk, om correct te zijn). Een 12” variant (H12) en een 15” exemplaar (H15). Voor een bijhorende subwoofer kan je kiezen tus-sen een 15” model (H15 Sub) en een 18” variant (H18 Sub). Voor de test kregen wij de kleinste opgestuurd (één exemplaar). Hoewel klein natuurlijk relatief is… De H15 Sub beschikt over een 15” woofer met 3” voice coil en bevat eveneens een klasse D eindtrap met schakelende voeding. Goed voor een 1000W continuous en 2000W peak. De sub maakt gebruik van analoge processing. Ik ben benieuwd hoe het geheel zal klinken!

Aan flexibiliteit geen gebrek! Het begint misschien een beetje cliché te klinken wan-neer ik zeg dat de kastjes heel divers inzetbaar zijn, maar de Peaveys zijn dat écht. Een schoolvoorbeeld van flexibiliteit. Waarom? Alle modellen uit de serie kunnen gevlogen worden (voldoende ophangpunten!). Behalve de subs kunnen ze ook op statief worden geplaatst. De behuizing van de topkasten is symmetrisch afgeschuind onder 40°, wat van de speakers ideale floormonitors kan maken. Daar zit dan het voor-deel van de aparte versterkers. Je hoeft de sub voor dergelijke toepas-singen niet mee te nemen. Tenzij je bijvoorbeeld een goeie drum-monitor nodig hebt, dan mag hij wel mee ‘on stage’ natuurlijk. Een ander interessant detail dat zeker het vermelden waard is: er wordt nergens actieve koeling toegepast. De grote (zwarte) aluminiumpanelen staan daar dus niet enkel voor het zicht, maar zorgen ook voor een natuurlijke convectiekoeling. Dat maakt dat de speakers perfect kunnen worden ingezet op locaties waar geen bijgeluiden gewenst zijn. Toch iets wat het toepassingsgebied heel ver open trekt! PA, DJ, culturele centra, fixed install,

Op de afwerking heb ik niet veel aan te merken. De bouwkwaliteit springt in het oog: een solide sub, een duurzame epoxy afwerking voor sub en topjes, strakke lijnen, een klassieke grille met moderne perforaties en akoestisch schuim aan de binnenzijde. Niet meteen een vernieuwend design, maar wel een frisse verschijning die professionaliteit uitstraalt. Misschien is de invloed van de Italianen in de productie wel een beetje merkbaar: de kasten zijn afgewerkt met oog voor detail. Zo stralen bijvoorbeeld de zwarte aluminium platen, voorzien van Peavey logo’s, wel wat klasse uit. De topkastjes hebben onder hun handgreep nog een logo in reliëf: origineel! Het oog wil immers ook wat… Nu ik het toch over het handvat heb: de topkastjes beschikken slechts over één handgreep bovenop. Ik heb het al vaker gezegd: op zich hoeft dat geen probleem te zijn. Het beperkte gewicht

Peavey est une de ces marques dont tout le monde a au moins en-tendu parler. Si ne sont pas les amplis de puissance indestructi-bles, alors la gamme incroyablement vaste d’amplis guitare. La marque existe depuis le début des années ’60. Le logo angulaire est de la même époque et est devenu incontournable dans le mon-de de la musique. On m’a toujours dit que le respect, ça se mérite, eh bien, chez Peavey, c’est bel et bien le cas. L’Américain propose des produits dans quasi toutes les catégories de prix. Cette diver-sité et la gamme impressionnante de produits font qu’un test de matériel Peavey est presque toujours une découverte intéressante et passionnante. J’ai ici un set de la série HIsys qui attend mon jugement: deux satéllites H10 et un sub complémentaire H15 Sub.

GÉNÉRALConceptConstruire une série d’enceintes ayant une polyvalence maximale, combiné à un poids minimal. Maniable, multifonctionnel et sur-tout convivial. Une commande qui n’effrayera même pas un no-vice. Voila l’objectif de Peavey lors du développement de la nou-velle série HIsys. Un concept simple, et donc reconnaissable. Car quel fabricant ne veut pas inclure tous ces atouts dans sa nouvelle lignée d’enceintes?! La concurrence est donc vive, ce qui implique qu’il faut se démarquer avec quelques caractéristiques pour faire bonne impression. Le tout est: ce set de Peavey en a-t-il les capaci-

tés? Nous allons le découvrir de ce pas! Je vous confie que la gamme HIsys est construite en Italie, et pas aux Etats-Unis, ni en Chine, d’ailleurs. C’est une première pour Peavey!Allons-y! Les trois enceintes sont actives, chacune ayant son propre module d’amplification de classe D qui alimente les drivers du box. La mode est actuelle-ment à mettre toute l’électronique dans le sub, sur lequelon branche des tops pas-sifs. C’est pratique, bien sûr, mais l’utilisation des tops est moins flexible, il faudra

toujours le sub, ou alors emporter un ampli séparé. Notre set ne souffre pas de cela, chaque unité étant autonome. Les satéllites H10 sont des modèles à deux voies, avec un woofer 10” (vous l’aviez deviné) pour les basses et un driver 1” pour les aiguës, monté derrière un pavillon 90° x 70° orientable. Le module d’amplification pré-sente 500W RMS au woofer, et 100W RMS au tweeter. Les tops disposent également d’un DSP bien ficelé avec quelques présets. L’alimentation commutée est en partie responsable du faible poids. Le H10 est le modèle d’entrée de la gamme HIsys, com-plétée par deux autres tops - en fait des fullrange, c’est plus correct. Une variante 12” (H12) et une version 15” (H15). Il y a deux subs complémentaires, un modèle 15” (H15 Sub) et un 18” (H18 Sub). Pour le test, on nous a donc confié le petit modèle (une pièce). Petit? Tout est relatif… Le H15 Sub dispose d’un woofer de 15” avec une bobine de 3” et un étage de puissance de classe D avec son alimentation commutée. Tout ceci génère 1000W en continu et 2000W peak. Le sub est équipé d’un proces-seur analogique. Je veux connaître le son de tout ceci!

Public cible/applicationsCe n’est pas la flexibilité qui manque ici! Vous entendez souvent dire qu’une en-ceinte peut être utilisée dans bien des situations, mais c’est vraiment le cas de ces Peavey. Un modèle de flexibilité. Pourquoi? Tous lesmodèles de la gamme peuvent être suspendus, il y a assez de points de fixation. Ils peuvent être posé sur pied (sauf les subs). Les boîtiers des tops sont biseautés sous 40°, ce qui en fait des moniteurs de scène idéaux. Et voilà le grand avantage des amplis individuels, vous ne devez pas emporter le sub pour de telles applications. Sauf si il vous faut un bon retour de batterie, il sera alors le bienvenu sur scène. Un autre aspect intéressant, les modules ne sont pas refroidis par ventilateur. Les grands panneaux en aluminium noir ne sont pas uniquement décoratifs, ils prennent le refroidissement par convection en

charge. Vous pouvez donc utiliser ces enceintes là, où lesbruits parasites sont indésirables, ce qui augmente sensiblement les applica-tions possibles! PA, DJ, centres culturels, installations permanentes, horéca, monitoring et ainsi de suite!

CONSTRUCTIONFinitionLa finition se passe presque de commentaires. La qualité de fabrication est remarquable: un sub solide, une fini-tion en époxy durable pour tous les modèles, des lignes tendues, une grille classique avec des perforations mo-dernes et de la mousse acoustique sur sa face intérieure. Un design qui n’est pas innovateur, mais une apparence professionnelle. Peut-être l’influence italienne transpire quelque part: la finition est exécutée avec attention pour le détail. Les tôles d’aluminium portant le logo Peavey sont assez “classe”. Sous les poignées des tops, il y égale-ment un logo en relief, c’est original! L’audio, c’est aussi du visuel… En parlant de poignées, il n’y en a qu’une sur les tops, sur le haut. Je vous l’ai souvent dit, cela ne doit pas être un problème. Le poids réduit de ces modèles fait qu’une poignée supplémentaire n’est pas nécessaire pour le transport et la manipulation, mais générale-ment, ces tops seront posés sur un trépied. C’est alors qu’une poignée latérale me manque. Je dois pourtant

dire que la poignée offre une excellente prise. Le panneau de connection est de petite taille et est en léger retrait, ce

qui est un plus pour la protection. La petite taille de la face arrière ne facilite pas la manipulation des potentiomètres,

mais mes grosses patounes ont leur part de responsabilité aussi. J’ai constaté que les boutons des potentiomètres ne sont

pas très solidaires de leurs axes. Lors du déballage prudent du

PRO SOUND & LIGHT 2013/12www.meetmusic.com


PA & LIVE SOUND Peavey HIsys H10 & H15 Sub

van de kasten maakt een bijkomend h a n d v a t misschien overbodig om ze te transporteren en te hanteren, maar me e st a l zal zo’n topje toch op een statief worden geplaatst. En op zo’n moment mis ik een zij-handvat. Het moet anderzijds wel gezegd dat de voorziene handgreep heel makkelijk in de hand ligt. Het aansluitpaneeltje is bescheiden gebleven in grootte en ligt een beetje verzonken. Qua bescherming is dat zeker een pluspunt. Door de scherpe hoek op de achterzijde is het ergonomisch gezien niet altijd makkelijk om de potmeters te bedienen (kan de schuld zijn van mijn niet al te slanke handen). Ik merkte ook dat de kapjes van de potmeters bijzonder los blijken te staan. Tijdens het (voorzichtig) uitpakken van de set bleek er al een kapje de vrijheid opgezocht te hebben. Dat doet overigens niks aan de kwaliteit van de potmeters, maar ik zou zeker aanraden om er een druppeltje lijm bij te betrekken. De subwoofer heeft aan beide zijden een ingefreesd handvat, wat hem vrij licht hanteer-baar maakt. Het blijft natuurlijk een 15” sub, dus dat hanteer je sowieso liever met twee dan alleen. Op de achterzijde zien we dat er een wielsetje kan worden opgeschroefd. Toch een beetje jammer dat deze sub standaard geen wielen heeft meegekregen. Dat zou alleszins een interessante finishing touch betekenen. Verder werd er een pole mount (M20) voorzien en zijn er bovenop uitsparingen voor de pootjes van een tweede sub. De kast staat stevig en is in mijn ogen erg degelijk gebouwd.

Aansluitingen & bedieningDe set aansluiten en bedienen is vrij eenvoudig. De sub beschikt over een input (2 x combi XLR/jack) en een output/link (2 x XLR). Gezien de topjes zelf over de nodige processing beschikken, is er geen gefilterde uitgang voorzien, maar wordt het signaal gewoon rechtstreeks doorgegeven via de output. Op het bedieningspaneel vinden we een algemene volumepotmeter terug, kunnen we de fase schakelen tussen 0° en 180° en kunnen we kiezen of we de sub laten doorlopen tot 80Hz of tot 125Hz. Verder nog een groundswitch en de gebruikelijke ‘power’ en ‘signal/limit’ indicators. Ook bij de topkastjes is deze eenvoud doorgetrokken. We zien een schakelbare mic/line input (combi XLR/jack) met volumepotmeter, een XLR link, en eveneens een ground switch. De leds heten hier ‘power on’ en ‘dynamic control’. Bijkomstig bij de topjes is de (beperkte) regelmogelijkheid van de processor. De digitale 96kHz-40bit processor beschikt over vier presets die we door middel van een draaischakelaar kunnen kiezen. Zo zijn daar de instellingen ‘standard’, ‘indoor’, ‘low cut’ en ‘monitor’. Dat behoeft ver-der geen uitleg. Met dergelijke regelmogelijkheden hoeft een gebruiker slechts over een absoluut minimum aan kennis te beschikken, terwijl het klankbeeld toch intuïtief aan de voorkeuren kan worden aangepast. Niet ingewikkeld, maar je kan er toch iets ‘mee doen’. Dat heeft Peavey goed gezien!

KLANKKwaliteit en weergaveWanneer ik de set bekijk en het bijho-rend prijskaartje raadpleeg, verwacht ik vrij veel van de klank. Die zou me toch echt moeten kunnen ‘inpakken’. Met de afmetingen en het gewicht van vooral de topjes, heb ik daar een beetje schrik voor. Peavey schrijft dat de HI-sys serie ondermeer ook ontwikkeld is om hoge geluids-drukken uit kleine kasten te persen, om het nu even ongenu-anceerd te zeggen. In de praktijk komt

set, un bouton était en cavale. Ceci n’a aucune

incidence pourla qua-lité des potards, mais je conseille quand-même d’utiliser une pointe de colle.Le subwoofer dispose d’une poignée fraisée sur les deux faces la-térales ce qui le rend facilement maniable. C’est un sub 15”, donc on préfère le manipu-ler à deux. Le dos est prévu pour le montage d’un jeu de roulettes. Dommage pourtant que ce sub n’est pas équipé de roues en standard, cela aurait encore mieux fini le produit. Sur la face supérieure, on trouve une base M20 pour le montage d’une co-lonnette, et il y a des réceptacles pour les pieds d’un second sub. Le sub est stable

et est, à mon avis, soli-dement construit.

Connections et commande

Raccorder et commander le set, c’est assez simple. Le sub dispose d’une paire de combinés jack/XLR en entrée, et de deux XLR en sortie/link. Comme les tops ont leur propre processeur, une sortie filtrée n’est pas prévue, le signal est intégralement transmis via les sorties. Le panneau de commande propose un réglage de volume gé-néral, un commutateur de phase 0°/180° et nous pouvons choisir la fréquence de cou-pure du sub à 80Hz ou 125Hz. On complète par un “groundswitch” qui permet d’isoler l’enceinte de la terre et d’éviter une boucle de terre, et les LEDs habituels ‘power’ et ‘signal/limit’. Cette simplicité est de mise sur les tops: il y a une entrée combi jack/XLR commutablemicro/ligne, un réglage de volume, une sortie de chaînage en XLR, et un ground switch. Les LEDs s’appellent ici ‘power on’ et ‘dynamic control’. Les tops disposent en outre un réglage (limité) du DSP. Celui-ci, qui fonctionne en 96kHz-40bit, dispose de quatre réglages, que vous sélectionnez avec une commande rotative. Vous avez le choix entre ‘standard’, ‘indoor’, ‘low cut’ et ‘monitor’, qui se passent de commen-taires. L’utilisateur ayant un minimum de connaissances peut s’en servir , mais l’image sonore peut être adapté intuitivement aux préférences personnelles. C’est simple, mais ça rend service. Bien vu, Peavey!

SONQualité et restitutionQuand je considère le set et son prix, mes attentes sont élevées. Cet ensemble devrait pouvoir m’enchanter. Mais j’ai de l’appréhension quand je pense aux dimensions et au poids, surtout ceux des tops. Peavey écrit que la série HIsys a été développée en-tre autres pour obtenir des pressions acoustiques élevées de petites enceintes, je le dis crûment. En pratique, ceci résulte souvent en un son agressif qui va assez fort, mais qui n’est pas agréable du tout. Même si c’est beau sur papier, ça ne correspond pas à la réalité. Les spécifications sont flatteuses: le top devrait générer un maximum de 129dB SPL, le sub quant à lui serait bon pour 133dB. Moi, je préfère un son agréable à un système qui “pompe des décibels”. Et d’autant plus avec des sets comme ceux-ci, qui ne sont pas conçu pour les grands événements en extérieur et sous tente, mais qui doi-vent permettre à un public plus restreint de profiter pleinement du spectacle. Je vous le dis d’emblée, ce set Peavey m’a directement agréablement surpris. Aux niveaux “mu-sique d’ambiance”, un fond profond est bien présent, et le haut est bien défini. Ni les tops, ni le sub ne dominent. C’est un son chaud qui ne gène aucunement. J’ai seulement l’impression qu’ily a un trou sensible entre le bas et le haut. Quand j’augmente petit à petit le volume, ce manque reste encore un certain temps. Avec un volume un peu plus conséquent, tout se remet en place. Tout dépend aussi du style de musique. La sélection d’autres réglages de processeur fait une différence, mais ne résoud pas le problème. Ce n’est un drame, mais un détail qui se résoud aisement en jouant avec l’égaliseur, ensuite,


n’est un drame, mais un détail qui se résoud aisement en jouant avec l’égaliseur, ensuite,

Kwaliteit en

Wanneer ik de set bekijk en het bijho-rend prijskaartje raadpleeg, verwacht ik vrij veel van de klank. Die zou me toch echt moeten kunnen ‘inpakken’. Met de afmetingen en het gewicht van vooral de topjes, heb ik daar een beetje schrik voor. Peavey schrijft dat de HI-sys serie ondermeer ook ontwikkeld is om hoge geluids-drukken uit kleine kasten te persen, om het nu even ongenu-anceerd te zeggen. In de praktijk komt

www.meetmusic.com

d’autres réglages de processeur fait une différence, mais ne résoud pas le problème. Ce n’est un drame, mais un détail qui se résoud aisement en jouant avec l’égaliseur, ensuite,

PRO SOUND & LIGHT 2013/12

n’est un drame, mais un détail qui se résoud aisement en jouant avec l’égaliseur, ensuite,


PA & LIVE SOUND

van de kasten maakt een bijkomend misschien overbodig om ze te transporteren en te hanteren, maar zal zo’n topje toch op een statief worden geplaatst. En op zo’n moment mis ik een zij-


h a n d v a t misschien overbodig om ze te transporteren en te hanteren, maar me e st a l zal zo’n topje toch op een statief worden geplaatst. En op zo’n moment mis ik een zij-handvat. Het moet anderzijds wel gezegd dat de voorziene handgreep heel makkelijk in

Raccorder et de combinés jack/XLR en entrée, et de deux XLR en sortie/link. Comme les tops ont leur propre processeur, une sortie filtrée n’est pas prévue, le signal est intégralement


h a n d v a t misschien overbodig om ze te transporteren en te hanteren, maar zal zo’n topje toch op een statief worden geplaatst. En op zo’n moment mis ik een zij-

set, un bouton était en cavale. Ceci n’a aucune

incidence pourla qua-lité des potards, mais je conseille quand-même d’utiliser une pointe de colle.Le subwoofer dispose d’une poignée fraisée sur les deux faces la-térales ce qui le rend facilement maniable. C’est un sub 15”, donc on préfère le manipu-ler à deux. Le dos est prévu pour le montage d’un jeu de roulettes. Dommage pourtant que ce sub n’est pas équipé de roues en standard, cela aurait encore mieux fini le produit. Sur la face supérieure, on trouve une base M20 pour le montage d’une co-lonnette, et il y a des réceptacles pour les pieds d’un second sub. Le sub est stable

et est, à mon avis, soli-dement construit.

Connections et commande

Raccorder et commander le set, c’est assez simple. Le sub dispose d’une paire de combinés jack/XLR en entrée, et de deux XLR en sortie/link. Comme les tops ont Raccorder et de combinés jack/XLR en entrée, et de deux XLR en sortie/link. Comme les tops ont

PA & LIVE SOUNDPeavey HIsys H10 & H15 Sub

dat dikwijls neer op een agressief klankkarakter dat inderdaad wel wat volume haalt, maar dat eigenlijk allesbehalve aangenaam klinkt. Of het staat zo op papier, maar het klopt eigenlijk niet. Nu ja, de specs liegen er alleszins niet om hoor: het topkastje zou 129dB maximum SPL halen. De sub kan er op papier een 133dB uitpersen. Nu is mijn probleem dat ik een aangename klank verkies boven ‘iets dat hard kan’. Zeker bij dit soort systemen, die niet ontwikkeld zijn om in te zetten voor grootse openlucht- en tentfestijnen, maar die eerder een beperkt publiek moet kunnen laten genieten van het spektakel. Ik moet toegeven dat de Peavey set me meteen aangenaam kon verrassen. Op achter-grondvolumes is een diep fundament aanwezig en zit er veel detail in het hoog. De topjes nemen daarbij niet de bovenhand. De sub doet dat evenmin. Een warme klank die absoluut niet stoort. Ik heb alleen het gevoel dat er een merkbare opening zit tus-sen laag en hoog. Wanneer ik het volume langzaam optrek, blijft dat gemis nog wel even aanwezig. Gaan we naar een iets steviger volume, komt het geheel weer beter op zijn plaats. Het is ook wel sterk afhankelijk van de muziekkeuze. Het switchen tussen de processorinstellingen maakt een verschil, maar lost het niet op. Al is het zeker geen drama, want het blijft slechts een detail. Een klein beetje met de EQ rommelen, maakt het klankbeeld quasi perfect. Wanneer we het volume nog wat opkrikken, merk ik dat de topjes verrassend genoeg heel wat adem over hebben. De klank wordt vrij direct, maar ook hier durf ik dat nog niet agressief noemen. De sub kan het geheel bijbenen,

maar spreekt daarvoor zijn limiter wel voorzichtig aan. De set werd bij ons geleverd met één sub en twee satellieten, wat in principe een goede verhouding is voor een dergelijk systeem. In een iets ruimere zaal doe je er volgens mij niet slecht aan om per kant een sub te voorzien. Die subs hoeven daarom niet alles te overheersen (want luid gaan ze zonder meer voldoende), maar bouwen wat reserve in naar diepgang toe. De warme ana-loge processing ervaar ik als zeer aangenaam. Toch kan ik me na een tijdje niet van de indruk ontdoen dat het laag hier en daar wat eentonig gaat klinken. Voldoende strak, dat wel. Het loopt niet dicht, maar mag soms een tikkeltje meer variatie bieden. Waarmee ik de klank allesbehalve afbreek, want de set blijft zonder meer uitnodigend klinken. Je wil er meer van horen en dat is een goed teken!

BUDGETDe prijzen? Een H10 haal je in huis voor €759 (incl. BTW) per stuk. De H15 Sub maakt je portemonnee €1229 lichter. Als ik eerlijk moet zijn, vond ik dat aanvankelijk een vrij stevige prijs. Maar de prestaties en de duurzaamheid van het systeem kunnen mijn oor-deel grotendeels nuanceren. Een stevige prijs? Toch wel, ja. Waar voor je geld? Absoluut! Laat me alleen opmerken dat Peavey voor die prijs misschien toch vier wielen mocht meeleveren voor de sub. Dan zou de prijs 300% rechtvaardig zijn…

BESLUITDe HIsys set weet hoe hij moet imponeren. Compacte afmetingen, relatief lage gewich-ten neerzetten en toch knappe prestaties leveren. Zowel qua klank als bouwkwaliteit. Het is niet ieder systeem gegeven, verre van zelfs! Ik mis wielen op de sub (die overigens wel als optie gemonteerd kunnen worden) en een extra zijhandvat aan de topjes, maar werd verder toch positief verrast. De klank, die nooit echt agressief wordt, in combinatie met de stevige bouwkwaliteit en de eenvoudige klassieke look, geven de set een profes-sioneel gevoel. Met dat in het achterhoofd denk ik dat de prijs eerlijk en verantwoord is. Je haalt in elk geval duurzaamheid in huis. En duurzaamheid is geen kost, maar een investering!

l’image audio est presque parfaîte. En poussant encore le volume, je constate que les tops ont encore du souffle, c’est étonnant. Le son devient assez direct, mais je ne le qualifie pas d’agressif. Le sub suit docilement, mais doit pour cela peu à peu se servir du limiteur. Nous avons reçu un ensemble de deux satéllites et un subwoofer, ce qui est normalement un bon choix pour un système de ce genre. Dans une salle plus grande, un sub de part et d’autre de la scène sera profitable. Les woofers ne doivent pas pour autant dominer (ils ont assez de volume pour cela), mais ils donneront de la réserve dans le bas du spectre. J’aime la chaleur du processing analogique. Pourtant, après un temps, j’ai une sensation de monotonie. Le son est net, sans problème, et ne devient pas une soupe, mais il y a un léger manque de variation. Ce n’est pas un vrai mauvais point, ce set invite à l’écouter d’avantage, et c’est bon signe!

BUDGETLes prix. Le H10 sera le vôtre pour 759 euros TVA comprise par pièce. Le H15 Sub prendra place dans votre voiture pour 1229 euros. Honnêtement, avant de faire l’essai, je trouvais ces prix assez élevés. Mais les performances et la qualité de construction ont sérieusement nuancé mon jugement. Donc, un prix conséquent, c’est certain, mais vous en avez pour votre argent! Pour le prix, Peavey aurait pû fournir quatre roues pour le sub. Le prix serait alors justifié à 300%…

CONCLUSIONLe set HIsys sait comment s’imposer. Il est compact, le poids est relativement bas, et les performances sont à l’appel, tant auditives que qualitatives. Ce n’est pas le cas de tous les systèmes, loin de là! Je regrette l’absence de roulettes sur le sub (livrables en option) et j’aurai apprécié une poignée latérales sur les tops, mais le bilan est positif. Le son, jamais vraiment agressif, combiné à la construction solide et le look simple et classique, rendent ce set professionnel. C’est tout ceci qui m’incite à juger le prix d’honnête et justifié. Vous aurez en tous les cas un produit durable. Et ça, ce n’est pas une dépense, mais un investissement!


PSL

PSL

contra• geen koopje, maar wel

gerechtvaardigde prijs • wielen sub en extra hand-

vat topjes zouden leuk zijn

• Pas bon marché, mais prix justifié

• Des roues pour le sub et une poignée supplémen-

pro• handige professionele set• aangename klank• stevige kasten• presets DSP topkasten

• Set professionnel pratique• Son agréable• Mobilier solide• Présets du DSP des tops

RCF NX L24-A & SUB 8004-ASACTIVE TWO-WAY ARRAY & SUBWOOFER HANS & LUDO LAUWENS

PA & LIVE SOUND RCF NX L24-A & SUB 8004-AS

Binnen de PA luidsprekermarkt duiken er reeds jaren verschillende fabrikanten op, die met nieuwe producten de strijd aanbinden tegen de ‘oude gevestigde waar-den’ in luidsprekerland. Enkele edities geleden kregen we zo een gevestigde waar-de op onze testbank van RCF. De resultaten waren opzienbarend goed. Vandaag stuurde RCF ons een paar grotere jongens uit hun gamma: twee exemplaren van de NX L24-A, een actieve kolom-topkast, en twee keer de SUB 8004-AS, een forse subwoofer. Met hooggespannen verwachtingen voelen we deze set graag aan de tand. Werk aan de winkel: niet alleen voor onze oren, maar ook voor onze spieren, wanneer we de set willen uitpakken en opstellen!

ALGEMEENConceptDe geteste modellen zijn nieuw in het RCF-gamma, maar het idee bestaat natuur-lijk al langer: maak een forse kolomluidspreker als topkast en schuif er een krach-tige subwoofer onder. Een niet nader genoemde Amerikaanse concurrent bouwde reeds in de jaren 80 iets gelijkaardigs en tegenwoordig duiken er ook wel meer concullega’s op van RCF die dit idee heruitvinden. Het grote voordeel van een ko-lomluidspreker, aka “line array”, is in de moderne PA-techniek toch niet meer weg te denken. De kolom combineert de ruime horizontale spreiding van een (in dit geval) 6” luidspreker, met de veel meer gebundelde verticale uitstraling die bij een opeenstapeling (stacking) van vier dergelijke luidsprekers hoort. Op die manier stuwt de kast al het geluid verticaal precies in de richting van het publiek (mits een juiste uitrichting natuurlijk), terwijl we in het horizontale vlak toch een vrij breed publieksveld blijven bestralen. Doorgaans krijgen we daarbij ook een geluidsver-deling in de zaal die veel homogener is dan bijvoorbeeld bij puur op hoorns geba-seerde richtluidsprekers. De tweeter is een ruim bemeten 2,5” compressiedriver die doorheen een vrij forse hoorn (gans bovenaan op het front) blaast. Dit met een afstralingspatroon van 100°H x 30°V. Dat patroon komt overigens aardig overeen met het theoretisch berekenbare patroon in het middengebied, voor een zuiltje van de gegeven afmetingen. Het is altijd leuk als een box voor de middenfrequen-ties en voor de hoge tonen een gelijkaardig stralingspatroon vertoont. De subwoofer is natuurlijk ook van wezenlijk belang, want voor vier 6” speaker-tjes zou het anders vrij snel benauwd worden in het rijk der diepere bassen. In de 8004-AS woont een “beest van 18”. RCF koos voor actieve speakers die elk hun eigen versterkermodule aan boord hebben. Dus niet de hybride oplossing van een sub met ingebouwde versterkers, die dan via een luidsprekerkabeltje de topkast stuurt. Het voordeel van deze keuze is dat je eigenlijk niet strikt gebonden bent aan de hier geteste combinatie. Het is perfect doenbaar om de topkasten bijvoor-beeld ook met andere subs te gebruiken.RCF leverde ons twee topkasten en twee subs, samen met twee korte en twee iets langere ‘mounting poles’ - tussenpaaltjes dus. Maar een blik in de manual leert ons al snel dat er ook heel wat andere toebehoren leverbaar zijn. Opvallend is de mogelijkheid om met de gepaste hulpstukken twee topkasten boven elkaar te monteren, zodat de verticale uitstralingshoek theoretisch halveert, wat het richt-effect en dus de penetratie in grote ruimtes of in open lucht nog gevoelig opdrijft. De bovenste topkast komt daarbij omgekeerd, met de tweeter onderaan, zodat beide tweeters erg dicht bij elkaar zitten. Dat zorgt dan toch wel voor een erg co-herent veld in het hoog. Er bestaan zelfs accessoires waarmee je de bovenste top een andere helling kan geven dan de onderste, en dan zitten we toch al erg dicht in de buurt van wat je met een echte line array kan uitspoken.De versterkermodules zijn ruim bemeten. De topkast hoest volgens de fabrikant 1400W (peakvermogen) op voor haar vijf speakers (500W RMS voor de woofers en 200W RMS voor de hoogriver), terwijl de sub uitpakt met 2500W peakvermo-gen (1250W RMS) voor de 18” woofer.

Doelgroep/toepassingHet systeem dat voor ons staat, is tegelijkertijd relatief compact en toch vrij fors.

Relatief compact, indien we de output en de mogelijkheden vergelijken met full-size con-certsystemen. Vrij fors als we vertrekken van het idee ‘baskastje met topkast’. De doelgroep waar RCF op mikt, kan daardoor erg verscheiden zijn. Algemeen gezegd zouden we kunnen zeggen dat het om een systeem voor ‘live sound’ gaat. Dat bekoort zeker zowel potentiële klan-ten binnen de verhuurbedrijven, als bands of kleinere firma’s die een nog redelijk transpor-teerbare power-PA zoeken. Gooi er een DJ-setje voor en Mister DJ speelt de pannen (wellicht haast letterlijk als hij wil) van het dak. De vormgeving van de topkasten en de beschikbare accessoires maken hen ook uitermate geschikt om (eventueel met onder het podium verstopte subs) erg elegante oplossingen te bieden in de fix-install markt zoals bij polyvalente zalen, cul-turele centra, thema parken, etc.

BOUWAfwerkingWie aan de bouwkwaliteit zou twijfelen, verandert snel van gedacht van zodra de kasten wor-den uitgepakt. De tops en de subs zijn oerdegelijk opgebouwd (in Italië) en volledig uit berken-multiplex. De klemtoon werd duidelijk gelegd op sterkte en degelijkheid, ook bij intensief on-the-road gebruik. Resultaat: een gewicht van 51kg voor de sub en ruim 26kg voor de topkast. Geen lichtgewichten, maar ik geloof dat we best meteen duidelijk stellen dat RCF met deze set niet dat marktsegment wil bewandelen. Dit is “the real stuff”. De kasten zien er ondanks hun gewicht Italiaans elegant uit. De zwarte lak voelt sterk aan. De luidsprekergrill is stevig en resoneert of rammelt niet. De versterkermodules hebben gegoten koellichamen en zien er bijzonder professioneel uit. Zij koelen via convectie, dus niet met ventilatoren, wat soms een voordeel kan zijn omdat je ze dan ook niet kan horen. Die koelingsnoodzaak is overigens ook lang niet meer te vergelijken met vroeger, want we hebben hier natuurlijk te maken met digi-tale versterkermodules, die zoals bekend een veel hoger rendement hebben dan een klassieke klasse B trap. Er werden bij de topkast twee zijdelingse handvaten voorzien, erg ‘luxueus’ met softgrip, en dat helpt ons toch een heel eind om de topkasten comfortabel op het tussenpaaltje te tillen. De baskasten scoren op dat gebied wat minder, in die zin dat de handvaten aan de zijkant eigenlijk alleen maar een goeie grip bieden indien de kast op haar rug ligt, met de grill naar boven. Dat is wel handig indien je op die rugzijde de optioneel verkrijgbare wielsets hebt gemonteerd, maar indien de sub gewoon op zijn rubberen voetjes rechtop staat, is het iets ge-compliceerder om de zware jongen te verplaatsen. Waarschijnlijk zal het je niet verwonderen

Au sein du marché des enceintes PA, il y a depuis de nombreuses années plusieurs fabricants qui s’attaquent aux valeurs sûres avec de nouveaux produits. Il y a quelques numéros, nous avons essayé un des modèles de RCF, un de ces incontournables. Les résultats étaient excel-lents. Nous avons maintenant de sérieux gaillards de chez RCF en main: deux exemplaires du NXL 24-A, une colonne active, et une paire de Sub 8004-AS, des subwoofers solides. Nos at-tentes sont élevées. Il y a du boulot, pas seulement pour nos oreilles, mais également pour nos muscles quand nous déballons et installons ce set!

GÉNÉRALConceptLes modèles testés sont nouveaux dans la gamme RCF, l’idée est éprouvée: fabriquez une co-lonne respectable comme top, et placez-la sous un sub puissant. Un concurrent américain dont je tairai le nom a proposé un système similaire dans les années ‘80, et il y a maintenant d’autres fabricants qui réinventent cette solution. Le grand avantage de la colonne, aussi appelé “line array”, est devenu incontournable dans la technique PA moderne. La colonne combine la belle dispersion horizontale d’un driver 6” (dans le cas présent) au rayonnement vertical bien plus directionnel d’une pile (stack) de 4 de ces haut-parleurs. Ainsi, l’enceinte projète tout le son dans un plan vertical vers le public, tout en conservant une bonne couverture horizontale, si on a bien dirigé l’ensemble, bien entendu. Généralement, la dispersion sera plus homogène qu’avec des pavillons directionnels. Le tweeter est un driver à compression bien dimensionné de 2,5”, soufflant dans un pavillon de grande taille, placé dans le haut du caisson. Les angles de rayonnement sont de 100°H x 30°V. Ceci correspond assez bien à la couverture théorique d’une colonne de ces dimensions. C’est une bonne chose si une enceinte présente un rayonnement similaire pour les moyennes et les hautes fréquences. Le subwoofer est également d’une im-portance capitale, quatre petits 6” seraient vite perdus dans le monde des basses profondes. Le 8004-AS abrite un monstre de 18”. RCF a choisi pour des enceintes actives, chacune ayant sont propre module d’amplification. Ce n’est donc pas une solution hybride, un sub contenant les amplis, et des câbles HP vers les tops. L’avantage de cette solution est que vous n’êtes pas tenus à la combinaison choisie ici. Vous pouvez par exemple utiliser les tops avec d’autres subs. RCF nous a livré une paire de tops et autant de subs, ainsi que deux ‘mounting poles’, des poteaux, courts et deux plus longs. Le manuel nous apprend qu’il y a un grand choix d’autres accessoires. Un assez remarquable, qui permet de monter deux tops l’un sur l’autre, tête-beche, les deux tweeters sont donc très rapprochés, le champ des aiguës est alors très cohérent. L’angle vertical est ainsi théorétiquement diminué de moitié, ce qui améliore sensiblement l’effet direction-nel et la pénétration dans les grandes salles et en plein air. Il y a même des accessoires avec lesquel vous pouvez incliner le top supérieur par rapport au top inférieur, ce qui donne des pos-sibilités proches de celles d’un vrai line array. Les modules d’amplification sont confortable-ment dimensionnés. D’après le fabricant, le top livre 1400W (en pointe) pour les 5 HP (500W RMS pour les woofers et 200W RMS pour le driver HF), tandis que le sub crache 2500W peak (1250W RMS) pour son woofer de 18”.

Public cible/applicationsLe système que nous avons devant les yeux est à la fois relativement compact et assez grand. Relativement compact, si on compare la sortie et les possibilités à celles des systèmes de con-cert full-size. Assez grand si on part de l’idée “le sub et son top”. Le public visé par RCF paut être assez vaste. En termes généraux, on peut dire que c’est un système pour du son live. Ceci plaira aux clients potentiels du marché de la location, mais également les groupes ou de plus petites sociétés à la recherche d’un PA assez transportable. Branchez une table de mix DJ, et votre DJ préféré fera sauter la baraque (assez littéralement, croyez-moi). Le design des tops et les accessoires disponibles les rendet très aptes à offrir des solutions pour lemarché de l’installation fixe, even-tuellement avec des subs cachés sous la scène. Pensez aux salles polyvalentes, centres culturels, parcs thématiques etc.

CONSTRUCTIONFinitionSi vous doutiez de la qualité de fabrication, vous changeriez vite d’avis dès le déballage de ces enceintes. Les tops et les subs sont superrobustes, construits en Italie, entièrement en multiplex de bouleau. On a insisté sur la solidité et la robustesse, même en utilisation mobile intensive. Suite logique, le sub pèse 51kg et plus de 26kg pour un top. Ce ne sont pas des poids-plume, mais il est évident que ce n’est pas le marché ciblé par RCF avec cette gamme. Ceci, c’est du pur et dur. Malgré le poids, ces enceintes ont une élégance typiquement italienne. La peinture noire est résistante. La grille est solide, ne résonne pas et ne fait pas de bruit. Les modules d’amplification ont des radiateurs de fonderie, et ont un aspect très professionnel. Le refroidissement se fait par convection, il n’y a donc pas de ventilateurs, ils sont donc silencieux, ce qui peut être un avantage. Les besoins de refroidissement ne sont plus comparables à ceux d’antan, l’amplification étant digitale, qui a un rendement bien supérieur à celui d’un ampli traditionnel de classe B, comme vous le savez bien. Les tops disposent de deux poignées latérales à softgrip, très confortables,et très utiles pour les mettre sur les potences. Les subs sont en retrait sur ce point, les poignées latérales n’offrant une bonne prise que si lessubs sont sur le dos, grilles vers le haut. C’est pratique si vous avez in-stallé les roues optionelles, mais si un sub est debout, sur ses pieds en caoutchouc, il n’est pas très aisé de le déplacer. Vous ne serez probablement pas étonnés de savoir que les boutons et connections à l’arrière des enceintes sont très robus-tes, étant donné la catégorie supérieure où nous sommes. Encore un petit détail mais qui a son importance: le panneau de commande est bien en retrait de la face arrière, ce qui protège les boutons pendant le trans-port. Et n’oublions pas ceci, le finishing touch: çà et là, il y a des butoirs élégants en caoutchouc sur les tops, vous pouvez donc les coucher sans risquer de les griffer.

Connections et commandesLe sub a l’entrée ligne habituelle en XLR avec sa sortie en chaîne, et une sortie ligne XLR, mais filtrée pour le branchement d’un top. En plus de l’inévitable réglage de volume, il y a quatre poussoirs. Le pre-mier permet de choisir un réglage du DSP intégré, soit un courbe très plate jusqu’à 30Hz (‘deep’), soit un boost vers 70Hz (‘punch’). Le se-cond donne le choix entre deux fréquences crossover, 90Hz et 120Hz.


Relativement compact, si on compare la sortie et les possibilités à celles des systèmes de con-cert full-size. Assez grand si on part de l’idée “le sub et son top”. Le public visé par RCF paut être assez vaste. En termes généraux, on peut dire que c’est un système pour du son live. Ceci plaira aux clients potentiels du marché de la location, mais également les groupes ou de plus petites sociétés à la recherche d’un PA assez transportable. Branchez une table de mix DJ, et votre DJ préféré fera sauter la baraque (assez littéralement, croyez-moi). Le design des tops et les accessoires disponibles les rendet très aptes à offrir des solutions pour lemarché de l’installation fixe, even-tuellement avec des subs cachés sous la scène. Pensez aux salles polyvalentes,

Si vous doutiez de la qualité de fabrication, vous changeriez vite d’avis dès le déballage de ces enceintes. Les tops et les subs sont superrobustes, construits en Italie, entièrement en multiplex de bouleau. On a insisté sur la solidité et la robustesse, même en utilisation mobile intensive. Suite logique, le sub pèse 51kg et plus de 26kg pour un top. Ce ne sont pas des poids-plume, mais il est évident que ce n’est pas le marché ciblé par RCF avec cette gamme. Ceci, c’est du pur et dur. Malgré le poids, ces enceintes ont une élégance typiquement italienne. La peinture noire est résistante. La grille est solide, ne résonne pas et ne fait pas de bruit. Les modules d’amplification ont des radiateurs de fonderie, et ont un aspect très professionnel. Le refroidissement se fait par convection, il n’y a donc pas de ventilateurs, ils sont donc silencieux, ce qui peut être un avantage. Les besoins de refroidissement ne sont plus comparables à ceux d’antan, l’amplification étant digitale, qui a un rendement bien supérieur à celui d’un ampli traditionnel de classe B, comme vous le savez bien. Les tops disposent de deux poignées latérales à softgrip, très confortables,et très utiles pour les mettre sur les potences. Les subs sont en retrait sur ce point, les poignées latérales n’offrant une bonne prise que si lessubs sont sur le dos, grilles vers le haut. C’est pratique si vous avez in-stallé les roues optionelles, mais si un sub est debout, sur ses pieds en caoutchouc, il n’est pas très aisé de le déplacer. Vous ne serez probablement pas étonnés de savoir que les boutons et connections à l’arrière des enceintes sont très robus-tes, étant donné la catégorie supérieure où nous sommes. Encore un petit détail mais qui a son importance: le panneau de commande est bien en retrait de la face arrière, ce qui protège les boutons pendant le trans-port. Et n’oublions pas ceci, le finishing touch: çà et là, il y a des butoirs élégants en caoutchouc sur les tops, vous pouvez donc les coucher sans

Le sub a l’entrée ligne habituelle en XLR avec sa sortie en chaîne, et une sortie ligne XLR, mais filtrée pour le branchement d’un top. En plus de l’inévitable réglage de volume, il y a quatre poussoirs. Le pre-mier permet de choisir un réglage du DSP intégré, soit un courbe très plate jusqu’à 30Hz (‘deep’), soit un boost vers 70Hz (‘punch’). Le se-cond donne le choix entre deux fréquences crossover, 90Hz et 120Hz.



PA & LIVE SOUND RCF NX L24-A & SUB 8004-AS

dat de knopjes en de aansluitingen achterop deze kasten zeer degelijk aanvoelen, gezien we met deze jongens toch duide-lijk spelen in een hogere kwaliteitsliga. Nog een klein, maar belangrijk detail: het bedieningspaneel zit lekker verdiept in de rugzijde, zodat de knopjes niet gauw beschadigd zullen worden tijdens het transport. En oh ja, the finishing touch: er zitten her en der elegante rubberen stukjes op de topkasten, zodat je ze netjes kunt neerleggen zonder vrees voor krassen.

Aansluitingen en bedieningDe sub heeft de gebruikelijke lijninput op XLR, met door-lusuitgang, en een gefilterde XLR lijnuitgang voor de aan-sluiting van een top. Naast de obligatoire volumeregelaar staan er vier drukknopjes. Met het eerste knopje kies je een instelling van de ingebouwde DSP, die ofwel een maximaal vlakke weergave tot 30Hz realiseert (‘deep’), ofwel een boost geeft rond de 70Hz (‘punch’). De tweede drukknop kiest een crossoverfrequentie van ofwel 90Hz, ofwel 120Hz. De derde knop is de fase omkeerknop, wat bij sommige opstellingen een iets beter gedrag oplevert in het overnamegebied sub-top. Er zit trouwens ook een draaiknop op waarmee je nog fijngevoeliger een tijdsvertraging kan instellen i.p.v. alleen te spelen met fase/tegenfase. Dit voor het geval dat de sub en de top niet op dezelfde afstand t.o.v. het publiek staan opge-steld (bijvoorbeeld top voor het podium op een statief, sub onder het podium). Het vierde drukknopje is een “speciaal geval”: hiermee kies je bij de DSP de gepaste instellingen om een cardioïde uitstralingspatroon te bekomen. Dat lukt niet met één enkele sub, maar wel wanneer je drie subs op elkaar stapelt, waarbij de middelste met de rug naar voren en de grill naar achteren gezet wordt. Een interessante mogelijkheid om de baswolk rond een basreflexkast toch een beetje directivi-teit te geven, ondanks hun grotere golflengte. Hierdoor zou de strakheid in de buurt van de box wat moeten toenemen. We konden dit niet testen omdat we uiteraard maar één sub per kant hadden, maar het idee lijkt wel interessant. Naast de nodige verklikkerLEDjes zitten een vochtbestendige (jawel, detail!) netschakelaar en de netaansluiting op powercon. Er is eveneens een powercon uitgang aanwezig voor doorlussing. De doorluskabels op powercon waren niet inbegrepen bij de levering.De topkast houdt het achterop iets compacter: naast de XLR-input en XLR-doorlusoutput, is er wel ook een aparte jack-input. De volumeknop en de LEDjes zijn logisch, evenals de knop om te kiezen tussen lijngevoeligheid of microfoongevoeligheid. Opvallend is het knopje ‘flat/boost’ waarmee je des-gevallend een soort aloude ‘loudness’ correctie kan inschakelen. Dat is vooral interessant indien je muziek weergeeft op achtergrondniveau, waardoor onze oren fysiologisch de bassen minder goed waarnemen. Dat wordt dan met deze functie subtiel gecorrigeerd, zodat de kasten warmer klinken op laag niveau.

KLANKIn de specificaties staan getalletjes (136 dB SPL) die spotten met de wetten der geluidsniveaus, en ook de algehele bouwkwaliteit doet ons toch wel met flinke verwachtingen beginnen aan de luistertest. We starten zoals het hoort: met de top aangesloten op de gefilterde output van de sub. Boostfunctie van de top uitgeschakeld, sub in ‘deep’ stand. We krijgen meteen waar voor ons geld! De bassen rollen strak en gedefinieerd uit de subs. In onze toch niet zo kleine testruimte voelen we overal duidelijk een ‘druk’ aan, ook al startten we de test op een middelmatige geluidssterkte. Stemmen komen mooi uit de mix: zowel ietwat ijle koorstemmen, als krachtigere vocals van solisten. De bas blijft ook mooi gedefinieerd als we basloopjes weer-geven. Dus niet steeds een gelijkaardige resonantiegerelateerde boem-toon, maar wel nette en correcte fundamenten. We hebben ook wat geëxperimenteerd door de topkast ook eens aan te sluiten op de doorlusoutput van de sub, zonder filter. Dat geeft stemmen net dat tikkeltje meer volume over de mix, maar het klankbeeld verandert er eigenlijk niet erg door. Een klein beetje meer warmte, dat wel. De toppen kunnen duidelijk heel veel aan, want ze geven in deze opstel-ling ook bij wat hogere volumes geen krimp. De invloed van de boost-schakelaar is inderdaad leuk bij lage volumes, maar bij hogere volumes is het (zoals het hoort) toch beter om hem uit te laten. De klankverandering door de ‘deep/punch’ knop op de sub hangt nogal af van de mu-ziek waarop je de vergelijking uitvoert. We hebben hem uiteindelijk toch maar weer op ‘deep’ gezet. Zo veel punch verlies je daar niet door en wanneer de frequenties naar beneden duiken, zorgt de sub zo voor een heerlijk buikgevoel. De set klinkt bij normale tot behoorlijk luide le-vels heel goed. Misschien een streepje meer agressie in het hoogmidden in vergelijking tot ons referentiesysteem, maar onze ruimte was natuurlijk wel leeg en het is bekend dat een talrijk opgekomen publiek net in die frequentieregionen nogal wat absorptie oplevert. In de praktijk zal dat dus behoorlijk meevallen!De maximaal bereikbare output is fenomenaal hoog. In onze testruimte liepen daarbij het hoog en het midden wel duidelijk waarneembaar dicht, maar de geluidsdruk was zo hoog dat dit verschijnsel hoogstwaarschijnlijk integraal kan toegeschreven worden aan de natuurlijke saturatie van het menselijke oor bij deze hoge drukken. De subs kunnen niet enkel een waan-zinnig volume uitstuwen, maar gaan daarbij ook meer dan behoorlijk laag! Het zijn geen kleine jongens, maar toch blijven de afmetingen bescheiden. Met dat in het achterhoofd mogen we dus gerust over een fenomenale output spreken. We konden de test niet in open lucht doorvoeren, maar het is zonder meer duidelijk dat we daar meer dan genoeg punch voor over hadden.

BUDGETVoor de actieve tweeweg array betaal je officieel ongeveer €2075 (incl. BTW) per stuk. Een SUB 8004-AS mag je de jouwe noemen voor €2799 (incl. BTW). Tel daar nog een beetje acces-soirekosten bij, en je ziet dat onze testset richting €10.000 gaat. Ja, dat is een hele hoop geld, maar na wat ik gezien en gehoord heb, vind ik de prijs echt wel rechtvaardig. We hebben hier immers te maken met een professionele set die in niets vergelijkbaar is met een budgetproduct. Je investeert in kwaliteit op alle vlakken, maar ook in duurzaamheid en een merknaam die goed in de markt ligt.

BESLUITDeze RCF set is zoals dure wijn: je kan er lovend over schrijven, maar eigenlijk moet je er eens van geproefd hebben. Niet goedkoop, maar zonder meer de Euro’s waard. Deze prijs moet je echt niet gaan vergelijken met die van budgetproducten. Wat er uitkomt, is immers ook totaal anders. Je moet eens in de “upper-liga” gaan vergelijken, en je zal merken dat je met deze set zeker een goede investering doet!

Le troisième bouton est un inverseur de phase, qui permet d’obtenir un meilleur résultat dans la gamme de fréquences de transition sub-top avec certaines configurations. Un potentio-mètre permet de régler plus finement une différence de phase, utile quand le sub et le top ne sont pas à la même distance du public, par exemple, le top sur trépied sur scène, le sub sous la scène. Le quatrièmeet dernier bouton est un cas spécial. Il permet de choisir le bon réglage du DSP pour obtenir une caractéristique car-dioïde. Avec un seul sub, cela ne fonctionnera pas, mais bien avec trois enceintes empilées, celle du milieu étant placée “dos au public”. C’est une possibilité intéressante pour diriger un peu le nuage des basses autour l’enceinte bassreflex, malgré la grande longueur d’onde des basses fréquences. Le son de-vrait être plus net à proximité du sub. Ne disposant que d’un seul sub par coté, nous n’avons pas pu essayer, mais l’idée est instéressante. Il y a bien entendu tous les témoins LED requis, et un interrupteur principal résistant à l’humidité (encore un détail) ainsi qu’une prise powercon. De plus, on remarque une sortie de chaînage powercon. Les cordons de chaînage n’étaient pas fournis. Le top a une face arrière plus simple: en plus de l’entrée et de la sortie de chaînage (en XLR), on dispose d’une entrée en jack séparée. Le réglage de volume et les LEDs se passent d’explications, ainsi que le sélecteur micro/ligne. Je vous dois quand-même un mot d’explication pour le bouton ‘flat/boost’, qui permet d’enclencher un genre de Loudness du bon vieux temps. C’est intéressant quand la musique est à un niveau “musique de fond”, nos oreilles captent alors moins bien les basses. Cette fonction apporte une correction subtile, les enceintes sont plus chaleureuses à bas volume.

SONDans les spécifications, je lis des chiffres (136 dB SPL) qui se gaussent des lois des niveaux sonores, et la qualité de fabri-cation globale nous fait commencer le test d’écoute avec ap-

préhension. Nous commençons comme il le faut, le top branché sur la sortie filtrée du sub. La fonctionBoost du top est inactive, le sub en position ‘deep’. On en a pour notre argent sans attendre! Les basses nous parviennent nettes et bien définies. Notre local d’essai n’est pas si petit que ça, pourtant, la ‘pression’ est bien présente, même à un volume moyen. Les voix se déta-chent bien du mix, tant deschorales aériennes que des solos plus puissants. La basse de nos boucles de basse est bien définie, donc pas un son boumboum résonant similaire partout, mais bien des bases (avec un s) nettes et correctes. Nous avons essayé de brancher le top sur la sortie de chaînage non-filtrée du sub. Les voix gagnent un peu de volume dans le mix, mais l’image globale ne change pas vraiment, juste un peu plus de chaleur. Les tops encaissent très bien, ils ne bronchent pas, même dans cette configuration et à volume plus élevé. L’influence du commutateur Boost est en effet agréable aux volumes discrets, mais quand on augmente le niveau, il vaut mieux le couper, comme il se doit. L’impact du bouton ‘deep/punch’ sur le sub dépend assez de la musique choisie pour la comparaison. Nous l’avons finalement remis sur ‘deep’. On ne perd pas tellement de punch, et quand il y a des fréquences vraiment basses, ça vous donne d’agréables sensations dans le ventre. Le son de ce set est très bon aux volumes normaux à assez forts. Il y a peut-être un poil d’agression de plus par rapport à notre système de référence, mais notre local était vide, et

vous savez qu’une salle bien remplie absorbe justement ces fréquences. En pratique, il n’y a rien à craindre! Le niveau de sortie maximal est incroyablement élevé. Dans notre local d’essai, les aiguës et les moyennes s’obstruaient clairement, mais la pression acoustique était tellement élevé que ce phénomène est fort probablement dû à la saturation naturelle de l’ouïe humaine sous ces conditions extrèmes. Non seulement les subs délivrent un volume dément, ils plongent aussi dans les fréquences les plus basses! Ce ne sont pas des petits modèles, mais les dimen-sions restent contenues. En fonction de cela on peut dire que la sortie est phénoménale. Nous n’avons pas pu faire d’essai en plein air, mais il est évident qu’il y a assez de punch pour cela.

BUDGETPour l’array à deux voies actif, vous devrez vous munir de €2075 (prix officiel, TVA comprise) par pièce. Le Sub 8004-AS fera l’objet d’une facture de €2799 aux mêmes conditions. Ajou-tez à cela quelques accessoires, et la facture de notre ensemble d’essai s’élève à plus ou moins €10.000. C’est un sérieux montant, oui. Mais après avoir vu et entendu ce matériel, ce prix est vraiment correct. C’est en effet de l’équipement professionnel, pas du tout comparable à un produit à budget limité. C’est à tout point de vue un investissement dans la qualité, mais aussi dans la logévité et une marque très bien côtée.

CONCLUSIONCe set RCF est comme du vin de haute qualité: vous pouvez en faire l’éloge, mais pour savoir, il faut goûter. Pas bon marché, mais il vaut son poids... en euros. Ce n’est pas un prix à comparer à celui d’un produit de bas de gamme. Le produit final, le son donc, est également tout à fait différent. Comparez avec le comparable, c’est à dire le haut de gamme, et vous saurez que vous faites une bonne affaire!


contra• geen wielen meegeleverd

voor sub• handvaten sub wat on-

handig

• pas de roulettes incluses pour le sub

• poignées du sub peu pra-tiques

pro• zeer goede bouwkwaliteit• klank• zeer hoge outputlevels

• excellente qualité de fabri-cation

• son• niveau de sortie très élevé

PSL

PSL

PRO SOUND & LIGHT 2013/10 9www.meetmusic.comPRO SOUND & LIGHT 2013/10 9www.meetmusic.com 9www.meetmusic.com

DJ GEAR Livid BASE

reageren snel en gevoelig op mijn aanraking. De aftertouch is van een zeer degelijke kwaliteit en voelt correct aan. Hier komen de verschillende achtergrondkleuren tot hun recht en geven ze een visuele feedback. De functietoetsen kunnen dan weer wel ingedrukt worden.Voor je effectief kan beginnen, moet je van de website enkele presets downloaden en ze in Ab-leton 9 laden. Daarna moet je het toestel enkel nog als input selecteren op je computer en kan je zonder problemen aan de slag. Opmerkelijk is de snelheid waarmee ik intuïtief mijn weg vind. Ableton is makkelijk besturen via de BASE: tracks selecteren, filters bedienen via de faders, loops maken,... Het kan allemaal. Over de gebruiksvriendelijkheid werd duidelijk goed nagedacht!

MOGELIJKHEDENJe kan je toestel makkelijk zelf programmeren met behulp van de Livid online editor soft-ware. Voor wie toch liever offline nog aanpassingen wil doen, kan dit natuurlijk ook, met de daarvoor beschikbare downloadbare software. Deze software werkt zoals de meeste andere MIDI template editors. Wanneer de BASE is aangesloten, herkent de software het toestel en kan je de firmware updaten, de MIDI instellingen opslaan en nieuwe program-ma’s creëren. De BASE MIDI controller ondersteunt tot zeven presets, die ieder een reeks instellingen bevat-ten die betrekking hebben op de knoppen en faders van het toestel. Deze triggers kun je zo lin-ken aan bepaalde onderdelen van je software, zoals bijvoorbeeld een VST plugin, een DJ deck, faders, draaiknoppen of hele macro’s die je hebt ingesteld om een reeks van gecombineerde opdrachten uit te voeren. Kortom: als je software “MIDI learn” ondersteunt, zal het aansturen d.m.v. Livid’s BASE een openbaring zijn.Je hoeft natuurlijk je BASE niet helemaal zelf te programmeren. Je kan online heel wat moge-lijkheden vinden. Zo is er een zeer degelijke databank beschikbaar met mappings, scripts en settings. Als we mogen afgaan op vorige Livid producten, dan zal deze databank de komende weken alleen nog maar uitbreiden.

GEBRUIK MET ANDERE SOFTWARELivid levert een Ableton remote script voor het toestel. Dit script kan je gebruiken om op te nemen, clips en scènes af te spelen, te mixen en het bespelen en/of tweaken van Devices en Drum Racks. Er is zowel een versie voor Live 8, Live 9 als Live 9.1 beschikbaar. De BASE zal native step sequencing voor drums en synths later nog toevoegen.De gebruikers van Traktor Pro kunnen met de BASE mapping hun hartje ophalen. Er zijn momenteel twee BASE maps voor Traktor beschikbaar: één voor het bespelen van vier Track Decks en een an-dere om de BASE te gebruiken als Remix Decks. Het is opmerkelijk dat de BASE controller je een verhoogde controle geeft over functies zoals opnemen, opladen en het lanceren van loops of samples. Ook een onafhankelijke controle over Remix Deck, slot volume, filter en reverse geven je het gevoel dat je je helemaal kan uitleven.Een script voor Reason Remote voor de BASE, maakt van het toe-stel een capabele controller voor Reason 7: vooral voor het bespelen, manipuleren en opnemen van drums en instrumenten.

BUDGETDe BASE heeft een richtprijs van €318 (incl. BTW) en is dit budget zeker waard. Als ik deze prijs vergelijk met gelijkaardige toestellen, dan ligt die ergens tussen de hyperprofessionele en de hobby hard-ware. Je krijgt voor deze prijs wel een professioneel toestel!

BESLUITDe BASE kent enorm veel diverse toepassingen waarmee je jouw creativiteit volledig de vrije loop kan laten, maar dergelijk pro-fessioneel toestel vraagt ook enige oefening. Het is geen instru-ment om ‘even snel’ iets mee te doen. Je moet het echt door en door kennen als je volledig wil profiteren van wat het te bieden heeft. Gelukkig werkt de BASE heel intuïtief. Ben je op zoek naar een robuuste, makkelijk mee te nemen controller waarmee je je MIDI software verregaand kan besturen? Dan is de BASE een alvast goede keuze!

UTILISATIONLors de la préparation de la BASE, j’ai buté sur un petit problème: le câble livré était trop court pour convenir à l’implantation de mon studio. Ce câble est donc clairement prévu pour une utilisation avec un ordinateur portable, mais pas avec un modèle de bu-reau. Heureusement, j’avais un très long câble USB en réserve, et j’ai donc pu raccorder facilement le contrôleur. Les petites lumières se sont allumées immédiatement: effet ‘hi tech’ garanti à la clé! Mon premier souci a été de m’occuper des curseurs: je voulais avant tout savoir comment ils réagissaient et si leur réponse était satisfaisante. J’ai donc été agréablement surpris quand j’ai constaté que ce matériel réagissait de manière très souple et très profession-nelle, et l’implantation des curseurs donne elle aussi l’envie de “se lancer” directement! Les touches sont en matière extrêmement dure: impossible donc de les “enfoncer phys-iquement”, comme c’est le cas pour la plupart des appareils du même genre. L’avantage qui en découle, c’est que les touches ne restent jamais involontairement actives; d’autre part, elles réagissent rapidement et de façon très sensible au toucher. L’aftertouch est d’une qualité tout à fait valable, les sensations sont bonnes. C’est ici que se justifient les couleurs de fond, car elles donnent un feedback visuel. Quant aux touches de fonction, elles peuvent bel et bien être “enfoncées physiquement”. Avant de pouvoir réellement commencer à utiliser l’appareil, il faut télécharger quelques présélections sur le site de la firme et les charger dans Ableton 9. Ensuite, il suffit de sélectionner l’appareil en tant qu’entrée sur l’ordinateur, et on peut alors s’y mettre sans problème.

Fait remarquable: la vitesse à laquelle on s’y “retrouve”, de manière intuitive! Ableton 9 est facile à piloter via la BASE: sélectionner des pistes, se servir de filtres, créer des boucles,...: l’appareil peut tout faire! La firme a manifestement beaucoup réfléchi au niveau de la facilité d’emploi.

POSSIBILITÉS On peut facilement programmer l’appareil soi-même à l’aide du software d’édition en ligne de Livid. Mais pour celui qui préfère opérer encore des adaptations sans être en ligne, c’est évidemment possible aussi: il y a pour cela un software spécifique à téléchar-

ger. Ce software fonctionne comme la plupart des ‘template editors’ MIDI. Quand la BASE est raccordée, le software “reconnaît” l’appareil et on peut alors mettre le firmware

à jour, stocker les réglages MIDI et créer de nouveaux programmes. Le contrôleur BASE MIDI supporte jusqu’à sept présélections, qui contiennent chacune des réglages qui ont trait aux tou-ches et aux curseurs de l’appareil. On peut alors lier ces “déclencheurs” à certaines parties du software, comme par exemple un plug-in VST, un lecteur de DJ, des curseurs, des boutons rotatifs, ainsi que des macros complètes que l’on peut créer afin de pouvoir exécuter une série d’instructions automatiquement. Bref: si le software supporte la fonction ‘MIDI learn’, travail-ler au moyen de la BASE de Livid sera une véritable révélation! Toutefois, il n’est pas obligatoire de programmer totalement la BASE soi-même: on peut trou-ver pas mal de possibilités en ligne. Par exemple, il existe une banque de données très séri-euse, disponible avec des mappings, des scripts et des settings. Si on se référe aux produits précédents de Livid, cette banque de données ne manquera pas de s’étoffer dans le courant des semaines à venir.

UTILISATION AVEC D’AUTRES SOFTWARES Livid propose un ‘remote script’ d’Ableton pour cet appareil. On peut utiliser ce script pour en-registrer, pour lire des clips et des scènes, et pour utiliser et/ou régler Devices et Drum Racks. Il existe également une version pour Live 8, Live 9 et Live 9.1. La BASE bénéficiera aussi dans quelque temps le ‘native step sequencing’ pour la batterie et les synthétiseurs. Les utilisateurs de Traktor Pro pourront hausser le niveau de leur outil préféré grâce au map-ping de la BASE. Pour l’instant, deux ‘maps’ adaptées à la BASE sont disponibles pour Trak-tor: un pour l’utilisation de quatre ‘Track Decks’, et l’autre pour utiliser la BASE en tant que ‘Remix Decks’. Il est intéressant de remarquer que le contrôleur BASE améliore le niveau de contrôle sur des fonctions telles que l’enregistrement, le chargement et la lecture de boucles et/ou d’échantillons. Des contrôles indépendants sur les fonctions Remix Deck, slot volume, filter et reverse donnent l’impression que l’on peut vraiment “s’éclater”! Il existe aussi un script adapté à la BASE pour Reason Remote, ce qui transforme l’appareil en un contrôleur capable de piloter Reason 7: cela concerne essentiellement la lecture, les mani-pulations et l’enregistrement de la batterie et d’autres instruments.

PRIX La Livid BASE a un prix conseillé de 318 euros TVA comprise, et il est clair qu’elle vaut lar-

gement son prix! Si l’on compare ce prix avec celui d’appareils sembla-bles, il se situe quelque part entre le matériel hyper-professionnel et celui réservé aux amateurs... mais dans le cas présent, ce prix donne donc accès à un appareil profes-sionnel!

CONCLUSION La BASE fonctionne avec une flopée impressionnante d’applications qui permettent de donner libre cours à votre imagination. Mais un tel ap-pareil, de niveau professionnel, de-mande aussi un peu d’habitude: ce n’est pas un outil que l’on maîtrise à la “va-vite”! Il faut l’utiliser réguliè-rement et en profondeur si l’on veut profiter des toutes ses possibilités. Heureusement, la BASE fonctionne de manière très intuitive. La ques-tion à se poser est la suivante: êtes-vous à la recherche d’un contrôleur robuste, facile à transporter, avec lequel vous pouvez piloter votre software MIDI, et ce, jusque dans les moindres détails? Dans ce cas, la BASE est certainement un bon choix!


DJ GEAR Livid BASE

reageren snel en gevoelig op mijn aanraking. De aftertouch is van een zeer degelijke kwaliteit en voelt correct aan. Hier komen de verschillende achtergrondkleuren tot hun recht en geven ze





à jour, stocker les réglages MIDI et créer de nouveaux programmes. Le contrôleur BASE MIDI

contra• bediening voelt wat ar-

chaïsch in het begin, maar oefening baart kunst

• geen opbergzakje om het toestel te beschermen

• L’utilisation paraît un peu archaïque au départ, mais c’est en forgeant que l’on devient forgeron

• Pas de housse de ran-gement pour protéger l’appareil

pro• sober ontwerp• gebruik van stevige materi-

alen• gebruiksvriendelijkheid:

aangename vormgeving• drumpads kunnen niet

blijven hangen• gemakkelijke online preset

editor• beschikbare informatie

en uitbreidingen via de website

• onafhankelijk van soft-ware

• La conception, sobre• Le recours à des matériaux

très solides• La facilité d’emploi• L’esthétique, agréable• Les touches, qui ne restent

jamais coincées• L’éditeur présélectionné

sur le site, facile d’emploi• Les infos et les possibilités

d’extension, disponibles sur le site

• L’indépendance par rap-port aux softwares

PSL PSL

G. Raeymaekersstraat 52 1030 Brussel Tel: +32 (0) 2 242 15 22 Fax: +32 (0) 2 242 01 25

dj.rane.comserato.com

DJ GEAR Livid BASE

reageren snel en gevoelig op mijn aanraking. De aftertouch is van een zeer degelijke kwaliteit en voelt correct aan. Hier komen de verschillende achtergrondkleuren tot hun recht en geven ze een visuele feedback. De functietoetsen kunnen dan weer wel ingedrukt worden.Voor je effectief kan beginnen, moet je van de website enkele presets downloaden en ze in Ab-leton 9 laden. Daarna moet je het toestel enkel nog als input selecteren op je computer en kan je zonder problemen aan de slag. Opmerkelijk is de snelheid waarmee ik intuïtief mijn weg vind. Ableton is makkelijk besturen via de BASE: tracks selecteren, filters bedienen via de faders, loops maken,... Het kan allemaal. Over de gebruiksvriendelijkheid werd duidelijk goed nagedacht!

MOGELIJKHEDENJe kan je toestel makkelijk zelf programmeren met behulp van de Livid online editor soft-ware. Voor wie toch liever offline nog aanpassingen wil doen, kan dit natuurlijk ook, met de daarvoor beschikbare downloadbare software. Deze software werkt zoals de meeste andere MIDI template editors. Wanneer de BASE is aangesloten, herkent de software het toestel en kan je de firmware updaten, de MIDI instellingen opslaan en nieuwe program-ma’s creëren. De BASE MIDI controller ondersteunt tot zeven presets, die ieder een reeks instellingen bevat-ten die betrekking hebben op de knoppen en faders van het toestel. Deze triggers kun je zo lin-ken aan bepaalde onderdelen van je software, zoals bijvoorbeeld een VST plugin, een DJ deck, faders, draaiknoppen of hele macro’s die je hebt ingesteld om een reeks van gecombineerde opdrachten uit te voeren. Kortom: als je software “MIDI learn” ondersteunt, zal het aansturen d.m.v. Livid’s BASE een openbaring zijn.Je hoeft natuurlijk je BASE niet helemaal zelf te programmeren. Je kan online heel wat moge-lijkheden vinden. Zo is er een zeer degelijke databank beschikbaar met mappings, scripts en settings. Als we mogen afgaan op vorige Livid producten, dan zal deze databank de komende weken alleen nog maar uitbreiden.

GEBRUIK MET ANDERE SOFTWARELivid levert een Ableton remote script voor het toestel. Dit script kan je gebruiken om op te nemen, clips en scènes af te spelen, te mixen en het bespelen en/of tweaken van Devices en Drum Racks. Er is zowel een versie voor Live 8, Live 9 als Live 9.1 beschikbaar. De BASE zal native step sequencing voor drums en synths later nog toevoegen.De gebruikers van Traktor Pro kunnen met de BASE mapping hun hartje ophalen. Er zijn momenteel twee BASE maps voor Traktor beschikbaar: één voor het bespelen van vier Track Decks en een an-dere om de BASE te gebruiken als Remix Decks. Het is opmerkelijk dat de BASE controller je een verhoogde controle geeft over functies zoals opnemen, opladen en het lanceren van loops of samples. Ook een onafhankelijke controle over Remix Deck, slot volume, filter en reverse geven je het gevoel dat je je helemaal kan uitleven.Een script voor Reason Remote voor de BASE, maakt van het toe-stel een capabele controller voor Reason 7: vooral voor het bespelen, manipuleren en opnemen van drums en instrumenten.

BUDGETDe BASE heeft een richtprijs van €318 (incl. BTW) en is dit budget zeker waard. Als ik deze prijs vergelijk met gelijkaardige toestellen, dan ligt die ergens tussen de hyperprofessionele en de hobby hard-ware. Je krijgt voor deze prijs wel een professioneel toestel!

BESLUITDe BASE kent enorm veel diverse toepassingen waarmee je jouw creativiteit volledig de vrije loop kan laten, maar dergelijk pro-fessioneel toestel vraagt ook enige oefening. Het is geen instru-ment om ‘even snel’ iets mee te doen. Je moet het echt door en door kennen als je volledig wil profiteren van wat het te bieden heeft. Gelukkig werkt de BASE heel intuïtief. Ben je op zoek naar een robuuste, makkelijk mee te nemen controller waarmee je je MIDI software verregaand kan besturen? Dan is de BASE een alvast goede keuze!





à jour, stocker les réglages MIDI et créer de nouveaux programmes. Le contrôleur BASE MIDI supporte jusqu’à sept présélections, qui contiennent chacune des réglages qui ont trait aux tou-ches et aux curseurs de l’appareil. On peut alors lier ces “déclencheurs” à certaines parties du software, comme par exemple un plug-in VST, un lecteur de DJ, des curseurs, des boutons rotatifs, ainsi que des macros complètes que l’on peut créer afin de pouvoir exécuter une série d’instructions automatiquement. Bref: si le software supporte la fonction ‘MIDI learn’, travail-ler au moyen de la BASE de Livid sera une véritable révélation! Toutefois, il n’est pas obligatoire de programmer totalement la BASE soi-même: on peut trou-ver pas mal de possibilités en ligne. Par exemple, il existe une banque de données très séri-euse, disponible avec des mappings, des scripts et des settings. Si on se référe aux produits précédents de Livid, cette banque de données ne manquera pas de s’étoffer dans le courant des semaines à venir.

UTILISATION AVEC D’AUTRES SOFTWARES Livid propose un ‘remote script’ d’Ableton pour cet appareil. On peut utiliser ce script pour en-registrer, pour lire des clips et des scènes, et pour utiliser et/ou régler Devices et Drum Racks. Il existe également une version pour Live 8, Live 9 et Live 9.1. La BASE bénéficiera aussi dans quelque temps le ‘native step sequencing’ pour la batterie et les synthétiseurs. Les utilisateurs de Traktor Pro pourront hausser le niveau de leur outil préféré grâce au map-ping de la BASE. Pour l’instant, deux ‘maps’ adaptées à la BASE sont disponibles pour Trak-tor: un pour l’utilisation de quatre ‘Track Decks’, et l’autre pour utiliser la BASE en tant que ‘Remix Decks’. Il est intéressant de remarquer que le contrôleur BASE améliore le niveau de contrôle sur des fonctions telles que l’enregistrement, le chargement et la lecture de boucles et/ou d’échantillons. Des contrôles indépendants sur les fonctions Remix Deck, slot volume, filter et reverse donnent l’impression que l’on peut vraiment “s’éclater”! Il existe aussi un script adapté à la BASE pour Reason Remote, ce qui transforme l’appareil en un contrôleur capable de piloter Reason 7: cela concerne essentiellement la lecture, les mani-pulations et l’enregistrement de la batterie et d’autres instruments.

PRIX La Livid BASE a un prix conseillé de 318 euros TVA comprise, et il est clair qu’elle vaut lar-

gement son prix! Si l’on compare ce prix avec celui d’appareils sembla-bles, il se situe quelque part entre le matériel hyper-professionnel et celui réservé aux amateurs... mais dans le cas présent, ce prix donne donc accès à un appareil profes-sionnel!

CONCLUSION La BASE fonctionne avec une flopée impressionnante d’applications qui permettent de donner libre cours à votre imagination. Mais un tel ap-pareil, de niveau professionnel, de-mande aussi un peu d’habitude: ce n’est pas un outil que l’on maîtrise à la “va-vite”! Il faut l’utiliser réguliè-rement et en profondeur si l’on veut profiter des toutes ses possibilités. Heureusement, la BASE fonctionne de manière très intuitive. La ques-tion à se poser est la suivante: êtes-vous à la recherche d’un contrôleur robuste, facile à transporter, avec lequel vous pouvez piloter votre software MIDI, et ce, jusque dans les moindres détails? Dans ce cas, la BASE est certainement un bon choix!


DJ GEAR Livid BASE

reageren snel en gevoelig op mijn aanraking. De aftertouch is van een zeer degelijke kwaliteit en voelt correct aan. Hier komen de verschillende achtergrondkleuren tot hun recht en geven ze





à jour, stocker les réglages MIDI et créer de nouveaux programmes. Le contrôleur BASE MIDI

contra• bediening voelt wat ar-

chaïsch in het begin, maar oefening baart kunst

• geen opbergzakje om het toestel te beschermen

• L’utilisation paraît un peu archaïque au départ, mais c’est en forgeant que l’on devient forgeron

• Pas de housse de ran-gement pour protéger l’appareil

pro• sober ontwerp• gebruik van stevige materi-

alen• gebruiksvriendelijkheid:

aangename vormgeving• drumpads kunnen niet

blijven hangen• gemakkelijke online preset

editor• beschikbare informatie

en uitbreidingen via de website

• onafhankelijk van soft-ware

• La conception, sobre• Le recours à des matériaux

très solides• La facilité d’emploi• L’esthétique, agréable• Les touches, qui ne restent

jamais coincées• L’éditeur présélectionné

sur le site, facile d’emploi• Les infos et les possibilités

d’extension, disponibles sur le site

• L’indépendance par rap-port aux softwares

PSL PSL

ADJ Quad Phase HP32-WATT QUAD-LED KEVIN JASPAR

LIGHT GEAR ADJ Quad Phase HP

Tot voor kort kende ik ADJ niet. Tijdens de installatie van een lichtspektakel voor de City Parade 2013 was de regisseur aan het opscheppen over zijn ADJ lasers, die hij spotgoedkoop had aange-kocht. Nadat we hem wat geplaagd hadden, heeft hij erop aan-gedrongen dat we ze eens beter bekeken. Ik sta nog steeds paf: het effect van deze kleine toestellen was veel beter dan wat je van een apparaat in deze prijsklasse mag verwachten. Ze hebben dus heel de nacht gewerkt!

PRESENTATIEDe Quad Phase HP is een draaiend lichteffect met LED’s en zes lenzen met een openingshoek van 65°. Er zit een systeem met vier LED’s in: een rode, een groene, een blauwe en een witte, samen goed voor 32 Watt. Het licht van de LED’s schijnt op drie koepeltjes, elk bedekt met een vijftiental spiegeltjes, waarna het licht via de len-zen de ruimte wordt ingeschoten. Een erg leuk effect!

BOUWOp enkele uitzonderingen na, zijn bijna alle verlichtingstoestel-len op de markt zwart, zodat ze minder opvallen. Dit is ook bij dit model het geval. Het plaatstalen chassis van de Quad Phase is zeshoekig. De voorzijde heeft zes licht hellende facetten waarin de lenzen gemonteerd zijn. De beugel is voldoende groot om het toestel volledig te laten draaien en hij wordt aan beide zijden vastgezet met een vleugelmoer. Op de achterzijde vind je de aansluitingen, het display, de verschillende toetsen, de ingebouwde microfoon en het oog voor de verplichte veiligheidskabel (niet meege-leverd). Ik kan er niet genoeg op hameren: wanneer je een vaste of gemotoriseerde spot ophangt, moet je hem met een veiligheidskabel vastmaken, voor de veiligheid van iedereen in de buurt. In de wagen draag je je gordel, verlichting maak je ook vast!

AANSLUITINGENDe Quad Phase heeft een aantal aansluitingen: een 1/4” jack voor de afstandsbediening, twee IEC’s, eentje voor de voeding en de tweede om voeding te geven aan een ander toestel. Je kunt tot vijf toestellen aan elkaar hangen. En natuurlijk zijn er nog de twee XLR’s waarmee je de DMX data doorstuurt.

HANDLEIDING EN ACCESSOIRESDe papieren handleiding en z’n downloadbare versie bestaan enkel in het Engels. Ik heb deze eigenlijk nog niet nodig gehad. Je vindt er wel alle informatie die je nodig hebt: zowel de schema’s van de verschil-lende aansluitingen als de DMX-tabellen en het schema van de menus-tructuur. De doos bevat verder een voedingskabel en een kleine draadloze afstandsbediening.

MOGELIJKHEDENJe kunt de Quad Phase op verschillende manieren gebrui-ken. Eerst is er de automatische modus. Hier reageert de Quad Phase op het geluid dat wordt opgevangen door de achteraan geïntegreerde microfoon. Je kunt de gevoeligheid ervan instellen, evenals de snelheid van de bewegingen. Ook de Master/Slave modus is aanwezig, waarbij het effect een ander toestel zal volgen of zal spiegelen. Je kunt het toestel ook met de afstandsbediening aansturen en dan de kleuren kiezen, de strobe en de dimmer bedienen, etc. Ikzelf heb het meeste plezier gehad van de DMX modus, waarmee je een complete controle over het apparaat hebt en waarmee je de effecten van de Quad Phase en die van andere lichteffec-ten zoals LED PAR’s kunt combineren.

OUTPUTJe kunt dit effect het beste beschrijven als een MOVING FLOWER, dus een heel kleurige stralenkrans die schokkend op de muziek reageert - overigens erg dynamisch, zowel wat kleuren als bewegingen betreft. Ik vind het wel spijtig dat het geen echt RGB systeem is. De combinatie van rood en blauw geeft geen paars, maar een blauwe en een rode straal naast elkaar, waardoor het aan-tal kleuren sterk beperkt wordt. De helderheid van dit toestel heeft wel een behoorlijke indruk op me gemaakt. Ik kan jullie geen informatie geven over het bereik van de stralen, omdat ik het beestje niet in een grote ruimte heb kunnen testen.

BUDGETDe Quad Phase HP wordt de jouwe voor €219 (inclusief BTW). Ik vind dit een zeer democratische prijs. De aankooprijs is een belangrijke parameter wanneer het om verlichting gaat, omdat je zelden één enkel exemplaar koopt. Deze speeltjes ko-men dan nog beter tot hun recht. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd, nietwaar?

Il y a peu de temps, ADJ m’était inconnu. Pendant l’installation d’un plan de feu pour la City Parade 2013, le régisseur me vantait les mérites de ses lasers ADJ, obte-nus à un prix imbattable. Après quelques taquineries de la

part de l’équipe et de moi-même je l’avoue, il a tenu à nous les montrer. Je n’en suis toujours pas revenu, le rendu de

ces petites machines était bien supérieur à ce que l’on peut attendre d’un appareil de cette gamme de prix. Ils ont donc

servi toute la nuit.

PRÉSENTATIONLe Quad Phase HP est un effet lumineux rotatif à LEDs qui possède six lentilles avec un angle d’ouverture de 65°. Il est équipé d’un système de quatre LEDs, une rouge, une verte,

une bleue et une blanche pour un total de 32 watts. Son prin-cipe repose sur la rotation de trois petites coupoles recouver-tes d’une quinzaine de petits miroirs réflechissant la lumière

des LEDs avant qu’elle ne traverse les lentilles. Effet garanti!

CONSTRUCTIONSauf une rare exception, tous les appareils d’éclairage sont noirs, de fa-

çon à les rendre plus discrets. Le chassis du Quad Phase, fabriqué en tôle noire, est de forme hexagonale. Ce qui nous donne donc 6 facettes légèrement

inclinées sur sa face avant sur laquelle se trouvent les lentilles. La lyre est suffisam-ment large pour permettre à l’appareil de faire un tour complet, son

serrage se fait avec un papillon de part et d’autre. C’est sur la face arrière que se trouvent les connections, l’écran de contrôle, les différentes commandes, le micro de capture et un crochet pour y mettre l’élingue de sécurité obligatoire (non fournie). J’insiste sur cet aspect : lorsqu’on accroche un projo, fixe ou robotisé, il faut absolument l’assurer avec une élingue, il en va de la sécurité de tous. En voiture, c’est la ceinture, en lumière, c’est l’élingue.

CONNECTIONSLe Quad Phase possède plusieures connections: un jack 1/4” pour la télécommande, deux IEC, une pour l’arrivée de l’alimentation

et l’autre pour alimenter une autre machine. On peut inter-connecter jusqu’à cinq machines. Et enfin les deux XLR qui permettent d’acheminer les informations DMX.

MANUEL ET ACCESSOIRESLe manuel est uniquement en Anglais y compris sur internet. Mais

jusqu’à présent je n’en ai pas encore eu besoin. Il reprend toutes les informations dont on peut avoir besoin, les schémas des différentes

connections, le tableau DMX et l’organigramme du menu. Dans la boite se trouvent aussi un câble d’alimentation et une petite télécommande sans

fil. Je n’ai reçu qu’un seul Quad Phase à tester, je ne peux donc pas vous dire si cette télécommande est dédiée à l’appareil ou à toute la série.

POSSIBILITÉSIl y a plusieurs manières d’utiliser le Quad Phase. La première, le mode automatique. Dans ce mode le Quad Phase réagit au son capté par le micro intégré à l’arrière, il est possible d’ajuster la sensibilité et la vitesse des mouvements. Il est également possible de le mettre en Master/Slave, il suivra alors les mouvements d’une autre machine ou fera un effet miroir. Vous pouvez le piloter avec les télécommandes et donc choisir les couleurs, activer le stroboscope ou encore ajuster l’intensité du dimmer. Le mode que j’ai trouvé le plus amusant est le mode DMX, il permet d’avoir un contrôle total sur la ma-chine et d’associer les effets du Quad Phase aux effets d’autres machines comme des PARS à LEDs par exemple.

OUTPUTJe pense que l’on peut qualifier cet effet de MOVING FLOWER, c’est-à-dire un halo de

faisceaux dans le cas présent très coloré qui réagit à la musique de maniè-re électrique et saccadée, la réaction est très dynamique d’ailleurs, tant au niveau des couleurs qu’au niveau du mouvement. Je suis par contre déçu qu’il ne s’agisse pas réellement d’un système RGB. Par exemple, la com-binaison du rouge et du bleu ne donnera pas de mauve, mais un faisceau rouge et un bleu côte à côte, ce qui réduit fortement le nombre de couleurs possibles. J’ai été assez impressionné par sa luminosité, je ne peux pas vous donner la portée des faisceaux car je ne l’ai pas testé la bestiole dans un endroit énorme.

BUDGETVous pouvez vous procurer le Quad Phase HP pour la somme de €219 (TVA incluse). Je trouve que c’est un prix assez démocratique. Le prix est un paramètre très important quand il s’agit d’éclairage, car il est rare d’acheter une seule machine à la fois. Ces petits jouets sont encore plus amusants quand ils sont en groupe. D’ailleurs, ne dit-on pas « plus on est de fous, plus on rit »?


Quad Phase HPTot voor kort kende ik ADJ niet. Tijdens de installatie van een lichtspektakel voor de City Parade 2013 was de regisseur aan het opscheppen over zijn ADJ lasers, die hij spotgoedkoop had aange-kocht. Nadat we hem wat geplaagd hadden, heeft hij erop aan-gedrongen dat we ze eens beter bekeken. Ik sta nog steeds paf: het effect van deze kleine toestellen was veel beter dan wat je van een apparaat in deze prijsklasse mag verwachten. Ze

De Quad Phase HP is een draaiend lichteffect met LED’s en zes lenzen met een openingshoek van 65°. Er zit een systeem met vier LED’s in: een rode, een groene, een blauwe en een witte, samen goed voor 32 Watt. Het licht van de LED’s schijnt op drie koepeltjes, elk bedekt met een vijftiental spiegeltjes, waarna het licht via de len-zen de ruimte wordt ingeschoten. Een erg leuk effect!

Op enkele uitzonderingen na, zijn bijna alle verlichtingstoestel-len op de markt zwart, zodat ze minder opvallen. Dit is ook bij dit model het geval. Het plaatstalen chassis van de Quad Phase is zeshoekig. De voorzijde heeft zes licht hellende facetten waarin de lenzen gemonteerd zijn. De beugel is voldoende groot om het toestel volledig te laten draaien en hij wordt aan beide zijden vastgezet met een vleugelmoer. Op de achterzijde vind je de aansluitingen, het display, de verschillende toetsen, de ingebouwde microfoon

Il y a peu de temps, ADJ m’était inconnu. Pendant l’installation d’un plan de feu pour la City Parade 2013, le régisseur me vantait les mérites de ses lasers ADJ, obte-nus à un prix imbattable. Après quelques taquineries de la

part de l’équipe et de moi-même je l’avoue, il a tenu à nous les montrer. Je n’en suis toujours pas revenu, le rendu de

ces petites machines était bien supérieur à ce que l’on peut attendre d’un appareil de cette gamme de prix. Ils ont donc

servi toute la nuit.

PRÉSENTATIONLe Quad Phase HP est un effet lumineux rotatif à LEDs qui possède six lentilles avec un angle d’ouverture de 65°. Il est équipé d’un système de quatre LEDs, une rouge, une verte,

une bleue et une blanche pour un total de 32 watts. Son prin-cipe repose sur la rotation de trois petites coupoles recouver-tes d’une quinzaine de petits miroirs réflechissant la lumière

des LEDs avant qu’elle ne traverse les lentilles. Effet garanti!

CONSTRUCTIONSauf une rare exception, tous les appareils d’éclairage sont noirs, de fa-

çon à les rendre plus discrets. Le chassis du Quad Phase, fabriqué en tôle noire, est de forme hexagonale. Ce qui nous donne donc 6 facettes légèrement


serrage se fait avec un papillon de part et d’autre. C’est sur la face arrière que se trouvent les connections, l’écran de contrôle, les display, de verschillende toetsen, de ingebouwde microfoon

en het oog voor de verplichte veiligheidskabel (niet meege-leverd). Ik kan er niet genoeg op hameren: wanneer je een vaste of gemotoriseerde spot ophangt, moet je hem met een veiligheidskabel vastmaken, voor de veiligheid van iedereen in de buurt. In de wagen draag je je gordel, verlichting maak

De Quad Phase heeft een aantal aansluitingen: een 1/4” jack voor de afstandsbediening, twee IEC’s, eentje voor de voeding en de tweede om voeding te geven aan een ander toestel. Je kunt tot vijf toestellen aan elkaar hangen. En natuurlijk zijn er nog de twee XLR’s waarmee je de DMX

HANDLEIDING EN ACCESSOIRESDe papieren handleiding en z’n downloadbare versie bestaan enkel in het Engels. Ik heb deze eigenlijk nog niet nodig gehad. Je vindt er wel alle informatie die je nodig hebt: zowel de schema’s van de verschil-lende aansluitingen als de DMX-tabellen en het schema van de menus-tructuur. De doos bevat verder een voedingskabel en een kleine draadloze

arrière que se trouvent les connections, l’écran de contrôle, les différentes commandes, le micro de capture et un crochet pour y mettre l’élingue de sécurité obligatoire (non fournie). J’insiste sur cet aspect : lorsqu’on accroche un projo, fixe ou robotisé, il faut absolument l’assurer avec une élingue, il en va de la sécurité de tous. En voiture, c’est la ceinture, en lumière, c’est l’élingue.

CONNECTIONSLe Quad Phase possède plusieures connections: un jack 1/4” pour la télécommande, deux IEC, une pour l’arrivée de l’alimentation

et l’autre pour alimenter une autre machine. On peut inter-connecter jusqu’à cinq machines. Et enfin les deux XLR qui permettent d’acheminer les informations DMX.

MANUEL ET ACCESSOIRESLe manuel est uniquement en Anglais y compris sur internet. Mais

jusqu’à présent je n’en ai pas encore eu besoin. Il reprend toutes les informations dont on peut avoir besoin, les schémas des différentes

connections, le tableau DMX et l’organigramme du menu. Dans la boite se trouvent aussi un câble d’alimentation et une petite télécommande sans

fil. Je n’ai reçu qu’un seul Quad Phase à tester, je ne peux donc pas vous dire si cette télécommande est dédiée à l’appareil ou à toute la série.

de lenzen gemonteerd zijn. De beugel is voldoende groot om het toestel volledig te laten draaien en hij wordt aan beide zijden vastgezet met een vleugelmoer. Op de achterzijde vind je de aansluitingen, het display, de verschillende toetsen, de ingebouwde microfoon


serrage se fait avec un papillon de part et d’autre. C’est sur la face arrière que se trouvent les connections, l’écran de contrôle, les

Je kunt de Quad Phase op verschillende manieren gebrui-ken. Eerst is er de automatische modus. Hier reageert de Quad Phase op het geluid dat wordt opgevangen door de achteraan geïntegreerde microfoon. Je kunt de gevoeligheid ervan instellen, evenals de snelheid van de bewegingen. Ook de Master/Slave modus is aanwezig, waarbij het effect een ander toestel zal volgen of zal spiegelen. Je kunt het toestel ook met de afstandsbediening aansturen en dan de kleuren kiezen, de strobe en de dimmer bedienen, etc. Ikzelf heb het meeste plezier

LIGHT GEARADJ Quad Phase HP

BESLUIT De Quad Phase heeft een goede prijs-kwali-teitverhouding. Hij richt zich hoofdzakelijk tot de amateurs en semi-professionele ge-bruikers, dankzij z’n automatische modus en het moeiteloze gebruik. Ik zou graag eens meerdere exemplaren van dit model tegelijkertijd uitproberen, of in combinatie met andere verlichtingsapparaten. De Quad Phase is immers niet een effect dat op de-zelfde manier uitpakt als de duurdere, maar vaak minder betrouwbare, toestellen waar ik gewoonlijk mee werk. Maar qua helder-heid moet de Quad Phase HP alleszins niet onderdoen voor die toestellen!

CONCLUSIONLe Quad Phase est un produit d’un bon rapport qualité/prix. Il s’adresse principa-lement à un public amateur et semi-pro-fessionnel, de par son mode automatique et sa prise en main quasi immédiate. Mais je serais curieux de l’essayer en plus grand nombre et associé à d’autres types de lumi-naires. Car ce n’est pas le genre d’effet que produisent les machines onéreuses et pas toujours fiables que j’ai l’habitude d’utiliser en spectacle. Mais la luminosité du Quad Phase HP pourra tout-à- fait rivaliser avec ces dernières!


contra• RGBW niet additief • RGBW non additif

pro• Prijs• RGB + White• Electriciteitsverbruik

• Prix• RGB + White• Consommation électrique

PSL PSL

HILITES

BEGLEC OPEN HOUSEOok dit jaar konden we tegen het einde van oktober terecht op de jaarlijkse open-deur van Beglec. De perfecte gelegenheid om hun klank- en lichtmateriaal aan het werk te zien, te voelen en te testen. Beglec is het Belgische huis waar de voor ons reeds bekende merken JB Systems, Briteq en Synq worden ontworpen en verdeeld. Dit jaar stond dag één volledig in het teken van Briteq, een merk dat momenteel hoge toppen scheert in het hogere lichtsegment. De aanwezige professionele in-stallateurs en verhuurfirma’s werden de hele dag getrak-teerd op live-spektakel, uitgebreide productpresen-taties en vragenuurtjes. De afsluitende lichtshow gaf een goede indruk van wat Briteq ons de komende ja-ren nog zal kunnen bieden. Voor de geïnteresseerden: op de website van Beglec staat in de nieuwssectie een filmpje van de volledige lichtshow!Tijdens de uitgebreide pro-ductpresentaties werden enkele modellen gedemon-streerd, geanalyseerd en zelfs vergeleken met toe-stellen van andere bekende merken, zoals Martin en Clay-Paky. Uitschieter tij-dens deze presentatie was ongetwijfeld de nieuwe BTX-180LS moving head. Vervolgens zagen we ook de BT-W19L10 ZOOM, een mo-del met een enorme output, gecombineerd met een nette zoom, kleurconsistentie en naadloze dimming. Verder is het nog uitkijken naar z’n kleine broertje: de BT-W12L10. Dit model is nog in ontwikkeling, maar werd alvast gebaseerd op 12 LEDs. Het gaat om een kleine, maar krachtige en bliksemsnelle wash. Daarnaast werkt Briteq momenteel aan een reeks RGB outdoorprojectoren, waaronder eentje op basis van een 150 Watt COB LED: perfect om grote objecten van zeer dichtbij te verlichten.In een kleinere zaal werd het gamma van JB Systems tentoongesteld. Al is “ten-toonstellen” hier misschien niet het juiste woord: met dit gamma werd de sfeer van een heus danscafé gecreëerd, om de bezoekers zo nog beter te kunnen tonen hoe het er allemaal in de realiteit kan uitzien. Ons oog viel hier vooral op de Invader die in januari op de markt komt. Ook de klankkasten van de nieuwe PS-reeks konden er beluisterd en vergeleken worden. DJ Orel - een dertienjarig dj talent - toonde er zijn kunsten op een Synq set. Wij waren alvast onder de indruk van wat Beglec allemaal te bieden heeft en weten meteen ook wat te vragen aan de Sint! www.beglec.com

BEHRINGERDe PMP reeks compacte mixers van Behringer werd grondig vernieuwd. Deze modellen hebben nu drie nieuwe kenmer- ken: ze beschikken over Behringer’s ULM 2.4 GHz “wireless-ready” bediening, de high-end digitale Multi-FX processors van K l a r k Teknik en Behringer’s gepatenteerd FBQ Feedback Detection systeem. Daarnaast werden ze ook uitgerust met een 500 Watt Klasse D versterker. De vier nieuwe modellen zijn geschikt voor uiteenlopende toepassingen - het is aan de koper om te kiezen welk van deze modellen het best bij hem past! www.behringer.com

LD SYSTEMSWe hebben het eerder al ge-had over de DAVE 8 Roadie van LD Systems; een compact en compleet PA systeem dat wordt uitgerust met een 3-ka-naals mixer. Maar wat is er juist nieuw, als we het hier al over hebben gehad? Wel, deze DAVE 8 Roadie is v a n a f nu beschikbaar! Je kan daarbij kiezen uit twee verschillende sets. Op de website van LD Systems vind je hieromtrent alle nodige info. w w w. l d -systems.com

PIONEERMet de introductie van DDJ-SB wordt een nieuw basismodel toegevoegd aan het as-sortiment van professionele control-lers voor Serato DJ. De DDJ-SB is nog compacter en draagbaarder dan de premium controllers DDJ-SX en DDJ-SR en biedt dezelfde intuïtieve toegang tot alle cues, loops, effecten en samples die zijn ingebouwd in Serato DJ Intro. De DDJ-SB is voorzien van Filter Fade, een functie die opkomende DJ’s helpt naadloze mixes te maken door toevoe-ging van een high-pass filter aan de crossfader. Dankzij deze functie kun-nen vloeiendere overgangen worden

BEGLEC OPEN HOUSECette année encore, vers la fin octobre, nous avons eu l’occasion de nous rendre à la journée “portes ouvertes” de Beglec. C’était l’occasion à ne pas manquer afin d’entendre et de voir fonctionner leur matériel, tant sonore que lumineux. Beglec est la succursale belge où des marques que nous connaissons déjà - comme JB Sy-stems, Briteq et Sync - sont conçues et distribuées. Cette année, le premier jour était entièrement dédié à Briteq, une marque qui, pour l’instant, frôle les hautes sphères dans le segment de l’éclairage professionnel. Toute la journée, les professi-

onnels de la branche - instal-lateurs et firmes de location - ont eu l’occasion d’assister à des spectacles ‘live’, des présentations de produits particulièrement détaillées et des séances de “ques-tions-réponses”. Le light show de clôture donnait une bonne idée de ce que Briteq sera en mesure de nous pro-poser dans les années qui viennent. Pour ceux que cela intéresse, dans la nouvelle section du site de Beglec, il y a une vidéo qui rend compte de l’entièreté de ce light show. Pendant les présentations centrées sur les produits, certains modèles ont fait l’objet d’une démonstra-tion, d’une analyse, et même d’une comparaison avec des produits en provenance d’autres marques connues, comme Martin et Clay-Paky. La “vedette” lors de cette

présentation a été, sans le moindre doute, la nouvelle lyre (‘moving head’) BTX-180LS. Par la suite, nous avons eu l’occasion de voir aussi le BT-W19L10 ZOOM, un modèle d’une puissance énorme et qui possède en plus un excellent zoom, une bonne stabilité dans les couleurs et un ‘dimming’ sans raccord. Ensuite, on est pas-sé à un modèle plus modeste dans cette série: le BT-W12L10. Ce modèle est encore en cours d’élaboration, mais il est sûr qu’il sera basé sur un ensemble de 12 LED. Il s’agit d’un projecteur de type ‘wash’, petit mais puissant et rapide comme l’éclair! Puis Briteq s’est penché un bon moment sur la série des projecteurs RGB destinés à l’extérieur, dont un des modèles est le COB LED de 150 watts: c’est une solution parfaite pour éclairer des objets de grande taille et de très près. Dans une salle plus petite, c’était la gamme des produits JB Systems qui était ex-posée. Mais il faut dire que dans le cas présent, le mot “exposition” n’était pas vrai-ment de mise: avec cette gamme de produits, Beglec a choisi de recréer l’ambiance d’un véritable café dansant afin de montrer de façon encore plus réaliste ce que tout cela peut donner dans la réalité. Nous avons aussi remarqué l’Invader, qui doit sortir sur le marché en janvier prochain. Nous avons aussi eu l’occasion d’écouter et de comparer les enceintes de la nouvelle série PS. DJ Orel - un talentueux DJ de treize ans! - nous a montré ses capacités sur du matériel Synq. Nous avons vraiment été impressionnés par tout ce que Beglec avait à proposer ... et par conséquent, nous savons également quels cadeaux demander à Saint Nicolas! www.beglec.com

BEHRINGERLa série PMP de tables de mixage compactes de Behringer a été renouvelée en profondeur. Ces modèles ont à présent trois nouvelles caractéristiques en

commun à leur bord: le dispositif ULM 2.4 GHz ‘wireless-ready’ de la marque ; les processors multi-FX de Klark Teknik (du digital haut de gamme!) ; et un

système anti feedback déposé par Behringer, le ‘FBQ Feedback Detection ‘. Ces tables de mixage disposent également d’un ampli de Classe D qui développe 500

watts. Les quatre nouveaux modèles peuvent s’adapter aux situations les plus di-verses, c’est donc à l’utilisateur de choisir quel modèle lui convient le mieux! www.behringer.com

LD SYSTEMSNous avons déjà eu l’occasion de parler du DAVE 8 Roadie de LD Systems ; il s’agit d’un système de sonorisation compact et complet qui est équipé d’un mixer à trois canaux. Qu’y a-t-il donc de nouveau par rapport à nos premiers écrits à ce sujet? Eh bien, c’est simple: ce DAVE 8 Roadie est à présent ... disponible! Le client a le choix entre deux sets. Vous trouverez toutes les informations utiles sur le site de LD Systems: www.ld-systems.com

PIONEER En lançant son nouveau DDJ-SB, Pioneer ajoute un nouveau modèle de

base à son assortiment de contrôleurs professionnels pour Serato DJ. Ce DDJ-SB est encore plus compact et plus facilement transporta-

ble que les con-trôleurs de haut niveau ptécé-dents, les DDJ-SX et DDJ-SR. Il bénéficie de la même facilité d’accès à tous les ‘cues’, les bou-cles, les effets et les échantillons qui sont intégrés au software Se-rato DJ Intro. Le


Beg

lec

Ope

n H

ouse

Hilites

Deze modellen hebben nu drie nieuwe kenmer- ken: ze beschikken over Behringer’s ULM 2.4 GHz “wireless-ready” bediening, de high-end digitale Multi-FX processors van K l a r k Teknik en Behringer’s gepatenteerd FBQ Feedback Detection systeem. Daarnaast werden ze ook uitgerust met een 500 Watt Klasse D versterker. De vier nieuwe modellen zijn geschikt voor uiteenlopende toepassingen - het is aan de koper om te kiezen welk

We hebben het eerder al ge-had over de DAVE 8 Roadie van LD Systems; een compact en compleet PA systeem dat wordt uitgerust met een 3-ka-naals mixer. Maar wat is er juist nieuw, als we het hier al over hebben gehad? Wel, deze DAVE 8 Roadie is v a n a f nu beschikbaar! Je kan daarbij kiezen uit twee verschillende sets. Op

treize ans! - nous a montré ses capacités sur du matériel Synq. Nous avons vraiment été impressionnés par tout ce que Beglec avait à proposer ... et par conséquent, nous savons également quels cadeaux demander à Saint Nicolas! www.beglec.com

système anti feedback déposé par Behringer, le ‘FBQ Feedback Detection ‘. Ces tables de mixage disposent également d’un ampli de Classe D qui développe 500

watts. Les quatre nouveaux modèles peuvent s’adapter aux situations les plus di-verses, c’est donc à l’utilisateur de choisir quel modèle lui convient le mieux! www.behringer.com

LD SYSTEMSNous avons déjà eu l’occasion de parler du DAVE 8 Roadie de LD Systems ; il s’agit d’un système de sonorisation compact et complet qui est équipé d’un mixer à trois canaux. Qu’y a-t-il donc de nouveau par rapport à nos premiers écrits à ce sujet? Eh bien, c’est simple: ce DAVE 8 Roadie est à présent ... disponible! Le client a le choix entre deux sets. Vous trouverez toutes les informations utiles sur le site de LD Systems: www.ld-systems.com

www.meetmusic.com

Beh

ring

er P

MP5

00LD

Sys

tem

s DA

VE

8 Ro

adie Met de introductie van DDJ-SB wordt een nieuw

basismodel toegevoegd aan het as-sortiment van professionele control-lers voor Serato DJ. De DDJ-SB is nog compacter en draagbaarder dan de premium controllers DDJ-SX en DDJ-SR en biedt dezelfde intuïtieve toegang tot alle cues, loops, effecten en samples die zijn ingebouwd in Serato DJ Intro. De DDJ-SB is voorzien van Filter Fade, een functie die opkomende DJ’s helpt naadloze mixes te maken door toevoe-ging van een high-pass filter aan de crossfader. Dankzij deze functie kun-nen vloeiendere overgangen worden

www.meetmusic.comwww.meetmusic.com

PIONEER En lançant son nouveau DDJ-SB, Pioneer ajoute un nouveau modèle de

base à son assortiment de contrôleurs professionnels pour Serato DJ. Ce DDJ-SB est encore plus compact et plus facilement transporta-

ble que les con-trôleurs de haut niveau ptécé-dents, les DDJ-SX et DDJ-SR. Il bénéficie de la même facilité d’accès à tous les ‘cues’, les bou-cles, les effets et les échantillons qui sont intégrés au software Se-rato DJ Intro. Le

HILITES

gemaakt met slechts één rege- laar. www.pioneerdj.com

RØDEDe nieuwe Vi-deoMic GO is de laatste toevoe-g i n g in de s u c c e s -volle reeks VideoMic micro-foons voor rechtstreeks gebruik op je camera. De Vi-deoMic GO is een gebruiksvrien-delijk, compact en licht model. Daar-enboven levert het heldere, scherpe en directionele audio. Het strakke focusge-bied richt zich direct voor de microfoon uit en vermindert daardoor andere om-gevingsgeluiden, zodat de gebruiker z’n onderwerp kan isoleren van storende achtergrondgeluiden.

En ze h e b b e n niet stil-gezeten bij RØDE! Ze intro-duceerden er onlangs o o k de nieuwe M5. Deze c o m -pacte condensator microfoon werd geïnspireerd op RØDE’s bekende NT5 microfoon. De M5 wordt ontworpen en gemaakt in Australië. Dankzij de lage ruis en de volledige frequentierespons, is deze microfoon uitermate geschikt voor studio recording en live perfor-mances. www.rodemic.com

SENNHEISERAudiospecialist Sennheiser werd on-langs onderscheiden met de prestigieu-ze Philo T. Farnsworth-award tijdens de 65e Primetime Emmy Engineering Awards in Hollywood. Deze award eert bureaus, bedrijven en instellingen die over de jaren een significante invloed hebben gehad op televisietechnologie en -techniek. Sennheisers draadloze microfoonsystemen en richtmicro-foons worden wereldwijd gebruikt in tv- en filmproducties. Of het nu gaat om een draadloos RF-systeem zoals de Digital 9000, of nauwkeurige richtmi-crofoons zoals de MKH 416, geluids-technici bij productiecentra maken wereldwijd gebruik van Sennheisers microfoontechnologie. Daniel en An-dreas Sennheiser namen het Emmy-beeldje in ontvangst. www.sennheiser.com

XLRXLR distribueert sinds kort twee nieu-we merken binnen onze contreien. Met Genelec hebben ze een referentie in de wacht gesleept op vlak van studio monitors, en met Camco halen ze een producent van professionele high-end versterkers binnen! Voor meer info over deze distributeur en alle merken binnen hun gamma, kan je terecht op www.xlrpro.be

DDJ-SB est équipé de Filter Fade, une fonction qui aide les DJ à créer des

‘mixs’ sans raccord en ajoutant un filtre passe-haut sur le

crossfader. Grâce à cette fonc-

tion,

les l iai-

s o n s e n t r e

l e s morceaux sont plus f l u i d e s , et ce, via un seul réglage. www.pioneerdj.com

RØDE Le nouveau VideoMic GO est le der-

nier ajout dans la série à succès des micros VideoMic ; ceux-ci sont destinés à être employés directe-ment sur une caméra. Ce Video-Mic GO est un modèle convi-vial, compact et léger. De plus, il délivre un son clair, net et est de type directionnel. Le champ concerné, très étroit, se limite à l’espace situé juste devant le

m i c r o , ce qui diminue les bruits ve-

nant des alentours. De cette manière, l’utilisateur peut isoler son sujet des bruits de fond indésira-bles. Et ils n’ont vraiment pas “chômé”, chez RØDE: récemment, ils ont aussi lancé leur nouveau M5. Ce micro com-pact est un modèle à condensateur, inspiré d’un autre micro RØDE bien connu, le NT5. Le M5 a été conçu et construit en Australie. Grâce à son fai-ble bruit de fond et à sa bande passante particulièrement étendue, ce micro est tout à fait indiqué pour l’enregistrement en studio et les performances ‘live’. www.rodemic.com

SENNHEISER Sennheiser, le spécialiste de l’audio, a récemment reçu une prestigieuse distinction, le Philo T. Farnsworth-Award. C’était pendant la 65ème édi-tion des Primetime Emmy Engineering Awards, à Hollywood. Cette distinction rend hommage à des bureaux, des en-treprises et des installations qui, sur une période de plusieurs années, ont exercé une influence déterminante sur les technologies et les techniques ayant trait au domaine de la télévision. Les sy-stèmes de micros sans fil de Sennheiser - ainsi que ses micros cardioïdes - sont utilisés dans le monde entier pour pro-duire des émissions de TV et des films. Qu’il s’agisse d’un système RF sans fil comme le Digital 9000, ou d’un micro hyper-cardioïde comme le MKH 416, les techniciens du son attachés aux centres de production font usage des micros Sennheiser et de leur technolo-gie sur toute la planète! Ce n’est donc assurément pas un hasard si Daniel et André Sennheiser ont été récompensés par ce prix. www.sennheiser.com

XLR Depuis peu, XLR distribue deux nou-velles marques dans nos chères con-trées. D’une part, avec Genelec, XLR s’empare d’une marque de référence dans le créneau des moniteurs de stu-dio. Et d’autre part, avec Camco, ce dis-tributeur fait main basse sur un produc-teur d’amplis professionnels de haut de gamme. Pour avoir plus d’informations sur XLR et toutes les marques faisant partie de son assortiment, rendez-vous sur son site, www.xlrpro.be


achtergrondgeluiden.

En ze h e b b e n niet stil-gezeten bij RØDE! Ze intro-duceerden er onlangs o o k de nieuwe M5. Deze c o m -pacte condensator microfoon werd

RØDE Le nouveau VideoMic GO est le der-

nier ajout dans la série à succès des micros VideoMic ; ceux-ci sont destinés à être employés directe-ment sur une caméra. Ce Video-Mic GO est un modèle convi-vial, compact et léger. De plus, il délivre un son clair, net et est de type directionnel. Le champ concerné, très étroit, se limite à l’espace situé juste devant le

m i c r o , ce qui diminue les bruits ve-

www.pioneerdj.com

De nieuwe Vi-deoMic GO is de laatste

s u c c e s -volle reeks VideoMic micro-foons voor rechtstreeks gebruik op je camera. De Vi-deoMic GO is een gebruiksvrien-delijk, compact en licht model. Daar-enboven levert het heldere, scherpe en directionele audio. Het strakke focusge-bied richt zich direct voor de microfoon

fonction qui aide les DJ à créer des ‘mixs’ sans raccord en ajoutant

un filtre passe-haut sur le crossfader. Grâce à

cette fonc-tion,

les l iai-

s o n s e n t r e

l e s morceaux sont plus f l u i d e s ,

Pion

eer

DD

J-SB

RØ

DE

Vid

eoM

ic G

O

PSL

PSL

Nr.30026e jaargang - December 2013

26ième année - Décembre 2013

MAANDBLAD VOOR DE BENELUX MUZIKANT - MENSUEL POUR LE MUSICIEN BENELUX

GRATISGRATUIT

ME

ET

MU

SIC

MA

GA

ZIN

E AF

GIF

TE K

ANTO

OR

VO

OR

BEL

GIE

/ Tu

rnho

ut P

5093

35

SchecterSynyster Gates

Deluxe

Korg Pitchblack

Poly

YamahaTRBX 504

Ludwig Keystone

Palmer FAB 5

Casio Privia Pro PX-5S

Documents

psl300